BIJVOEGSEL Amersfoortsch Dagblad. Gemeenteraad AMERSFOORT. BIJ HET VAM Zitting van diea gemeenteraad van Maan- <iag 27 Maart, des namiddags om lb uur. Voorzitter de. heer burgemeester jhr. J. W. A Barchman Wuy tiers. Tegenwoordig dertien leden en de waarne mende secretaris ihr. S. M. van Reigersberg Versluys; afwezig de heeTen van Voorst Va der en Jorissen met kennisgeving en verder de hoeren van Kalken en van Bleek. Be notulen van de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen zijn: van Ged. Staten van Utrecht 1. Toezending van het koninklijk besluit van 14 Februari 1905 no. 30, houdende goed keuring van de heffing van straat belasting; voor informatie 2. Mededeeling, dat bij koninklijk 'besluit van 22' Februari 1905, no. 30, de subsidie ten behoeve van de Hoogere Burgerschool alhier is verminderd en gebracht op f 13,000 alsvoreu 3. Goedkeuring van het derde aanvullings kohier van de inkomsten-belasting voor 1904; alsvoren 4 Mededeeling van de ontvangst der ver ordening tot wijziging dei* verordening op de tapperijen, koffiehuizen en logementen, vast gesteld bij raadsbesluit vjm 21 Februari 1905 alsvoren. 5. Mededeeling, dat die rijkssubsidie voor de onderwijzers bij het openbaar lager on derwijs bedraagt f 15,62oalsvoren. Van B. en W. a Mededeeling, dat J. J. Vermeij opnieuw is aangesteld tot onder-keurmeester van vee en vleesch tot 1 Januari 1906, op eene jaar wedde van f 100; voor informatie. b. Verslag, opgemaakt ter voldoening aan art. 52 der woningwet; ter secretarie ter inzage van de leden. c. Va.n mevrouw B. A. Willemstijai, geb. Graswinckel, de mededeeling, dat zij' hare benoeming tot lid) van de oommissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt; voor informatie. d. Van, mr. J. G. Stenfert Kroese de me dedeeling, dat hij de benoeming tot gemeente secretaris aanneemt, ondier dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen; alsvoren. e. Van het 'bestuur van de Kamer van koophandel en fabrieken de rekening over 1904ter secretarie ter behandeling bij de gemeente-rekening. f Van den onderwijzer aan de openbare lagere school 3e soort in de Koningstraat C. A, Heuinks, een verzoek om een verlof van £wee maanden tot herstel van gezondheid. Wordt op voorstel van den Voorzitter spoedeischend: verklaard, waarna z. h. o. con form heb advies gunstig op het verzoek wordt beschikt. g. Van het bestuur van de vereeniging „Het Roode Kruis" een verzoek om toeken ning van eene jaarlijkscbe subsidie van f 300 en gebruik van een lokaal in een der ge meentegebouwen; in handen van B. en W. om advies. h. Van ©enige bouwondernemers een adres betreffende de bouwverordening; te be handelen bij het ontwerp van deze verorde ning. i. Van den heer J. Klaassen eene klacht over "Handelingen van den gemeente-ontvan ger. De Voorzitte.r. De rekwestrant be klaagt zich over eene minder heuscbe behan deling, die hiji meent van den gemeente-ont vanger te hebben ondervonden. B. en W. stellen voor het adres ter afdoening aan hen te verzenden. De heer Gerritsen. Mijn-heer de Voor zitter, als het adres niet te groot is, dan zou ik gaarne zien, dat liet werd voorgelezen. Het adres wordit voorgelezen. De heer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter, zou het niet op den weg van B. en W. liggen, aan den raad over deze zaak eenige nadere inlichtingen te geven? Wanneer hier eene onheusche behandeling is geschied, dan moet de raad daar wat van weten. Is er be zwaar, dat B. en W. den raad het antwoordi mededeelen, dat aan diezen adressant zal wor den gegeven? Er zal hem toch een zeker ant woord gegeven worden. Dat zou ik gaarne hier medegedeeld' zien, tenzij) B. en W. nu reeds in staat zijn inlichting te geven. Dat zou waarschijnlijk wel voldoende zijn. De Voorzitter. Ik ben in staat het geachte lid eenige inlichting te verschaffen. B. en W. hebben den ontvanger gehoord over deze klacht. De adressant is nalatig geweest zijne belasting tijdig te betalen. De ontvanger heeft hem eene waarschuwing moe ten zenden en meent, dat hij, daardoor eeuigszins ontstemd) is geweest. De ontvanger verklaart, dat hij niet onbeleefd tegen hem geweest is. Dat is het eenige wat ik kan mededeelen. De heer van Eek. Mijnheer de Voorzit ter, wanneer juist is wat in het adres is me degedeeld over het voorgevallene op het kan- boor van den ontvanger, dan moet worden erkend, dat de ontvanger toch niet heel be leefd geweest is. Deze rekwestrant is nalatig geweest in het betalen van zijine belasting, maar hij kwam dan toch om te be talen. Maar als hij op behoorlijken toon iets vraagt aan den ontvanger hoe dat gegaan is, weet ik niet anders dan uit de voorstelling, die het adres er van geeft dan zou ik zeggen, dat de ontvan ger toch niet heel netjes gehandeld heeft. Of de man nalatig geweest is in het betalen van de belasting, daarmee had de ontvanger niet te maken, maar het paste hem als ge meente-ambtenaar een behoorlijk antwoord te geven. De heer Plomp. Mijnheer de Voorzitter, ik geloof ook, dat het beter is deze zaak niet af te doen, dan nadat daarover inlichting is gegeven. Niet omdat ik het gebeurde zoo ernstig vind. Ik weet niet of de ontvanger iets gedaan heeft wat bezijden zijn plicht was. Db adressant heeft inlichting gevraagd over de toepassing van de verordening. Het antwoord, dat de ontvanger op die vTaag gaf, schijnt te zijn geweest, dat die vraag moest beantwoord worden door B. en W. en niet door den ontvanger. Is dat juist, dan is het begrijpelijk, dat de adressant daardoor eeuigszins geprikkeld is geworden, maar aan den anderen kant valt het niet te ontkennen, dat de ontvanger toch eigenlijk in zijn recht was. Ik zou het wenschelijk achten, dat dit adres aau B. en W. gezonden werd, opdat B. en W. daarop antwoord kunnen geven aan den raad en daardoor het publiek kun nen inlichten op welke wijze men inlichtin gen kan bekomen, als men zich in een der gelijk 'geval bevindt. De Voorzitter. Dus u stelt voor, 'nvt adres aan B. en W. te zenden ter \eistrek- king van nadere inlichtingen aan den raad omtrent hetgeen door hen zal wc «den medegedeeld aan den adressant in antwoord op zijn rekest. De heer Plomp. Ja, mijnheer de Voor zitter, opdat het publiek kunne weten hoe het inlichtingen kan krijgen voor speciale gevallen. Wordit z. h o. conform het voorstel van den heer Plomp besloten. Ingekomen is voorts nog: j. Adres van den leeraar aan de H. B. school Chr. Kok, houdende verzoek om eer vol ontslag; m handen van B. en W. om advies. Aan de orde is: 1. Voorstel tot wijziging der verordening tot regeling van het herhalings-ouderwijs met adviezen. De beer van Duinen. Mijnheer de Voorzitter, met meer dan gewone belangstel ling heb ik gevolgd wat voor het herhalings- onderwijs in de laatste jaren is gedaan. Met genoegen heb ik de laatste wijziging gezien, die daarin is gebracht. M. i. wordt er in Amersfoort in de goede richting gewerkt wat het herhalings-onderwijs betreft. Het is jam mer, dat het woord „herhalings-onderwijs" een zoo onaangenamen klank, heeft, want dat moet afbreuk doen aan het welslagen van de pogingen tot ontwikkeling van dat onderwijs. Maar dat is niet anders. De wet spreekt van herhalings-onderwijs, doch wij kunnen er tot zekere hoogte vakonderwijs van maken. Ik heb met dat- onderwijs daar om zooveel op, omdat dè jongelieden, die zich voor administratieve betrekkingen wen- schen te bekwamen, daardoor de elementaire kennis kunnen opdoen, die zij hiervoor be hoeven. Er wordt een grondslag gelegd, waar op zij later kunnen voortbouwen. Daarom heeft, het mij aangenaam aangedaan, dat er eene wijziging is voorgesteld in de goede richtingm. a. w. om vooruit te gaan. Werd ik verrast door de voorgestelde wij ziging, aan den anderen kant- ben ik dat ook door de manier, waarop B. en W. de zaak hebben voorgesteld. Ik lees o. a., dat de com missie van toezicht eene afwijkende regeling weuecht van die van het hoofd' van het her halings-onderwijs. Ik heb de stukken nage gaan, en ik heb daaruit gezien, dat de com missie van toezicht niet eene afwijkende re geling wenscht-, maar in haar voorstel geheel in dezelfde lijn blijft van 'tgeen door het hoofd van het herhalings-onderwijs is voor gesteld. De kosten van het voorstel der com missie zijn lagerdat is waar. Maar dat ie alleen, doordat zij minder geeft. Als men de lessen samentelt, zooals het hoofd van het herhalings-onderwijs en zooals de commissie van toezicht ze voorstelt, dan komt men tob hetzelfde resultaat wat den prijs van de les sen betreft. Dus de uitgave is wel kleiner, maai- de regeling is toch niet goedkooper. Nu breng ik gaarne mijn hartelijk en -dank aan de commissie van toezicht, dat zij in de goede richting voortgegaan is. Ik ben daarbij in goed gezelschapde adviezen bewijzen •het- Maar er is iets, waarmee ik miji moeie- lijk vereenigen kan. In het plan nl. 't welk door Ihet hoofd van de herhalingsschool is voorgesteld, worden d,e bezwaren tegen den bestaanden toestand beter opgelost dan in de regeling van de commissie van toezicht. Het hoofdbezwaar was, dat de tussohen- ruimte tusschen de leerjaren in den zomer

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 5