4
ik geen voorstander ben van het voorstel van
B. en W.
De heer V isser. Mijnheer de Voorzitter,
ik zal ook het voorstel van de meerderheid
van B. en W. om de daarstelling van eene in
dustrie- en huishoudschool te steunen van ge
meentewege, afstemmen. Mij is nog niet ge
bleken, dat er behoefte bestaat aan eene der
gelijke inrichting in eene kleine gemeente
als deze. Des te eerder kom ik tot het be
sluit om het voorstel af te stemmen, omdat
de financieele toestand van de gemeente se
dert 1903 belangrijk teruggegaan is. De heer
Plomp heeft, om dat te bewijzen, reeds eenige
cijfers gegeven ik wil die nog eenigsains aan
vullen.
In 1903 heeft men het saldo van de gasfa
briek in 1901, dat bedroeg f 11.941.40i, kun-
nen gebruiken voor buitengewone werken.
Men heeft voor schoolbouw, haveuvorbete
ring enz. zooveel minder geleend als dat saldo
bedroeg. In 1904 was de toestand zoodanig,
dat men het saldo van de gasfabriek in 1902,
bedragende f 18.280.43^, geheel moest bren
gen onder de gewone ontvangsten, tot bestrij
ding van gewone uitgaven. In 1905 is het
saldo van de gasfabriek in 1903, ad
f 21.500.88, weder geheel onder de gewone
uitgaven gebracht. Men heeft du9 in die bei
de jaren het voordeel gemist, dat men in 1903
heeft gehad, toen men het saldo van de gas
fabriek tot bestrijding van buitengewone uit
gaven kon gebruiken. Men delgde daarmee
in 1903 wel geen leeuing, maar leende zooveel
minder.
In 1903 is de straatbelasting bij de ont
vangsten gekomen. Zij heeft in dat jaar op
gebracht f 5728.14.1, terwijl de begrooting was
f 7500, en in 1904 f 7000. Voor 1905 is de
straatbelasting verhoogd met 50 pet., de op
brengst wordt geraamd op f 8850.
In 1903 was de raming van den hoofdelij-
ken omslag f 72.000; daarbij! voegende f 7500
waarop de opbrengst van straatbelasting werd
geraamd, komt. men tot een bedrag van
f 79.500. In 1904 is het saldo van de gasfa
briek, ad f 18.280.43i, onder do gewone in
komsten gerekend. Daarbij tellende f 78.000
van den hoofdelijken omslag on f 7000 voor
de straatbelasting, komt men tot een totaal
bedrag van f 103.280.431. In 1905 bedragen
deze cijfers respectievelijk f21.500.88,
f 80.000 en f 8550, betgeen te zamen bedraagt
f 110.050.80.
Derhalve is van 1903 tot 1905 een hoogere
last van f 30.550.88 op de ingezetenen gelegd'.
Nu is het waar, dat de hoofdelijke omslag
meer opbrengt, terwijl het percentage gelijk
gebleven is. In 1903 was do raming van den
hoofdelijken omslag f72.000, in 1904 f 7S.000.
Maar die hoogere raming was gebaseerd op
de vermoedelijke hoogere opbrengst in 1903,
die tot 1 April 1905 f 76.133.4-i. bedroeg, dus
circa f 2000 teg nviel. Als wij zoo doorgaan en
allerlei lasten op ons nemen, die de groote
steden hebben te dragen, dan zullen wij spoe
dig moeten komeit tot verhooging van den
hoofdelijken omslag en voorzie ik, dat die
weldra met 25 pet-, verhoogd zal moeten wor
den. Omdat ik het. nut daarvan nog niet di
rect inzie, kan ik aan het voorstel van de
meerderheid van B. en W. mijne stem niet
geven uit oen financieel oogpunt.
De heer Gerritsen. Mijnheer dc Voor
zitter, ik ben niet van plan om het
nut van eene industrie- en huishoud
school bier nogmaals uiteen te zetten.
Wij hebben daarover reeds zóó véle woor
den gehoord en zóó vele argumenten voor en
tegen, dat ik het best meen te doen er niet
meer over te zeggen. De zaak spreekt voor
zich zelf. Wanneer de wethouder van open
bare werken niet inziet, dat Amersfoort door
onderwijs op allerlei gebied, voor jongens en
voor meisjes, moet zorgen mee te gaan met
de groote steden, dan zal de slechte financieelp
toestand van onze gemeente nog meer ach
teruitgaan. Den lieer Van Kalken geef ik in
overweging nog eens na te lezen wat hij voor
zegd, en dat te vergelijken met wat liij nu
heeft gezegd. Toen heeft hij een prachtig
beeld gegeven van de ontwikkeling, die de
minder bevoorrechten door deze school zou
den krijgen. Nu hooreu wij, dat het beter is
te beginnen met de straten goed te onder
houden dat is de hoofdzaak om nieuwen
toevloed te krijgen van belastingbetalende
ingezetenen.
Ik meende, dat in 1903 hier een voorstel
van B. en W. is ingekomen, waarmede ook de
wethouder Visser zich had vercenigd. Wij] heb
ben toen een voorstel gehad zonder de toe
voeging, dat de meerderheid hei> voorstel
deed; nu hebben wij gehoord, dat de minder
heid er tegen is. Toen werd het kleine plan
door B. en W. oorspronkelijk voorgestaan,
zonder dat wij vernomen hebben, dat er in
het college eene meerderheid en eene min
derheid was; nu hooren wij iets anders. Of
de heer Visser tot andere gedachten geko
men is, op grond dat wij met het kleine plaai
in minder gunstige conditie zullen komen
wat het onderwijs betreft, kan ik niet beoor-
deolenmaar het verwondert mij van den
heer Plomp te hooren, dat hij<; dit voorstel
bestrijdt. Die was de vorige maal tegen het
plan, omdat hij bezuinigingen daarop ver
langde. Nu aan dat verlangen is voldaan, hoo-
ren wij, dat lnj zich tegen het gewijzigde
plan verklaart op grond van den financieelen
toestand der gemeente. Ik ben omtrent dien
toestand niet zoo pessimistisch als de wet
houder van openbare werken. Maar wanneer
men verbetering wil op dit of op een ander
gebied, dan gaat het niet aan te zeggen„Ik
geef daarvoor geen oent." Als men dat zegt,
dan wil men de verbetering niet, want geen
verbetering is mogelijk of zij kost geld. Daar
om, al is datgene wat" ik vroeger heb voor
gestaan, niet dat wat dit voorstel mij ver
schaft, ik zal dit voorstel dankbaar aanvaar
den als een stap om te komen tot het doel,
dat aan de meisjes in Amersfoort eene opvoe
ding kan worden gegeven zooals de jongens
reeds lang genieten. Wie in de laatste, dagen
de examens van de Ambachtsschool heeft bij
gewoond, moet daarvan een overtuigd voor
stander geworden zijn en tot het inzicht ge
komen zijn, dat dit onderwijs moet worden
geregeld, ook al zouden de belastingen daar
om moeten worden verhoogd'.
De heer van Kalken. Mijnheer de voor
zitter, ik wil den heer Gerritsen, die de taak
van het dagelijksch bestuur tot verdediging
van dit voorstel op zich schijnt genomen to
hebben, even antwoorden, dat mijn geheugen
tamelijk goed is. Ik weet mij de woorden,
die ik twee jaren geleden gesproken heb,
nog wel te herinneren. Maar er is een groot
onderscheid tusschen den toemnaligen toe
stand ou dien van nu. Voor twee jaren was
de toestand van de gemeente-financiën veel
gunstiger. In het vorige jaar bij de begroo-
tiug hobbcn wij gezien, dat nieuwe inrichtin
gen niet kunnen worden op touw geze't, zon
der dat bestaande zaken, die noodig zijn, er
onder lijden. Als men dat voor twee jaren
had geweten, dan zou toen het voorstel be
treffende de industrieschool zeker gevallen
zijn. Men zal, als de industrieschool er komt,
moeten komen tot hoogere lasten, en ik vraag
of dat gerechtvaardigd is, waar zooveel, wat
dringend noodig is tot veihetering van be
staande zaken.*achterwege moet blijven.
De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter,
ik zal niet spreken over de zaak, die
nu in •behandeling is. Wanneer de raad
geen lust gevoelt om. door de zaak
beter te onderzoeken. waarborgen te
geven, waartoe deze zaak ons zal kunnen
brengen, dan wil ik mij niet verantwoorde-
Lijik. stellen voor het besluit, dat zal worden
genomen. Ik laat dat aan de meerderheid
over. Tk wil alleen een enkel woord antwoor
den aan den heer Gerritsen, die zich verwon
derde, dat ik in de vorige vergadering heb
voorgesteld de uitgave voor het herhalings-
onderwijs te verhoogen, terwijl ik nu bezwaar
heb tegen de uitgave, die uit dit voorstel zal
voortvloeien. Ik heb de vorige maal dat
voorstel gesteundlo omdat het m. i. was
verbetering van eene bestaande zaak en het
geldelijk bedrag gering, in de tweede plaats
omdat B. en W. verzuimd hadden de redenen
op te geven, waarom zij aan het voorstel van
de commissie van toezicht de voorkeur gaven
boven dat van het hoofd vanr de herhalings
school. Ete raad had m. het recht de rede
nen te kennen, die B. en W. hadden bewogen
■af te wijken van het voorstel van het hoofd'
van de herhal'ngsJchool.
De heer II e y 1 i g e r s. Mijnheer de voor
zitter, wij hebben veel gehoord van de nadee-
lige financieele gevolgen, die dit voorstel zal
hebben voor de gemeentekas. Maar wij moe
ten ook in aanmerking nemen de indirecte
voordeelen, die de oprichting van de
industrieschool zal opleveren. Oudere in
gezetenen herinneren zich zeer goed, dat
de mindere ld assen in de gemeente
groote schade geleden hebben door den
ondergang van een vroeger hier bloeien-
den tak van industriede bont weverij'. Die
schade moeten wiji trachten weg te nemen.
Dat is gedeelteliv'k geschied door de oprich
ting van de ambachtsschool. Nu kunnen wij|
hetzelfde doen voor de vrouwelijke bevolking.
Hoe meer wij trachten de mindere klassen
omhoog te heffen, des te meer handelen wijl
in het belang van de gemeente, ook in haar*
financieel be'ang. Dat zal, dunkt mij, ieder
moeten toestemmen. Dit is de reden, waarom
ik het voorstel .van B. en W. gaarne zal
steunen.
Dé heer KI e be r. Mijnheer de voorzitter,
ik wensch mijne stem kort te motiveeren. Ik
zal tegen het voorstel stemmen en wel in de
eerste plaats hierom: Een van de collega's
heeft verklaard, dat hij niet op de hoogte
was van de financiën der gemeente. Een ander
lid zeideDat is van later zoig. Maar ik'
ben van meening, dat het eene kwestie is van
zorg op het oogeublik. Er zijn hier cijfers
genoemd. Ik heo ook de bcgrooting nagegaan.
Ik zal mij bepalen tot de vaste uitgaven, de
rente en aflossing daaronder niet begrepen.
Op de begrooting voor 1900 is uitgetrokken
aan traktementen van ambtenaren enz. (amb
tenaren bij het bestuur van de gemeente, bij
de politie, het hooger, middelbaar en lager
onderwijs, openbare werken, reiniging, enz.)
f 117,000. In die voor 1905 bedragen dezelfde
traktementen f 174.000 met- de f 4000 aan
de ambachtsschool. Dat- maakt een vermeer
dering van f 57,000. Wat de ontvangsten be
treft. die hebben in 1900 bedragen (opcenten
grond- en personeele belastingen, inkomsten
belasting, haven- en tougeld, uitkeeringen van
het Rijk, schoolgelden enz. bij elkaar genomen)
f 191,000. In 1905 bedragen zij f 230.000.
Hier is de vermeerdering dus slechts f 38.000
ruim. Men mag daarbij niet vergeten, dat
voor dit jaar de straatbelasting is verhoogd,
en dat vele gewone uitgaven, om de bcgroo
ting sluitend te maken, als buitengewone
zijn aangewezen. Dan heffen wij nog
eene belasting van f 30,000 op het gasver
bruik. die in de gemeentehuishouding is in
gesmolten.
Wanneer men deze cijfers nagaat, dan zal
men moeten erkennen, dat de financieele toe
stand van de gemeente treurig is. Daarom
voel ik mii niet. verantwoord te besluiten tot
eene nieuwe uitgave, waarvan wij- wel weten
waar zij begint, maar niet waar zij eindigt.
Het voorstel van B. en W. is wat dat betreft
geheel onbepaald.
Men heeft geïnsinueerd, dat wie tegen dit
voorstel is, een tegenstander is van onderwijs
voor het volk. Maar er zijn leden, die den
financieelen toestand van de gemeente niet
voorbijzien en toch even warm voelen voor
de ontwikkeling van het volk als andere leden.
Dat zijn echter leden, die van oordeel zijn,