M°. 391.
8*" Jaargang.
Zaterdag 22 April 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON^
Moderne Schoonmaak.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 9 maanden voor Amersfoortf 1.85.
Idem frapéo per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Dez« Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nar
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTHHTEB»':
Tan 1—9 regels
Elke regel meer
Groote fetters
Yoor handel
het herhaald advertfdrep in dit BI
circulaire,
toegezondt
J nbênneAGW
bevattende de Voorwaarden, wordt e^'t
Politiek Overzicht
Frankrijk en Duitschland in Marokko.
De totaal-indruk, dien het laatste debat
over Marokko in de Fransohe Kamer achter
laat, is, dat de gedachtenwisseling tusschen
Delcassé en de groepen vau de Fransche Ka
mer van afgevaardigden, die de handelwijze
vau den minister in de Marokkaansche zaak
afkeuren, heeft plaats gehad, zonder dat er
eene toenadering tusschen de van beide zij
den voorgestane opvattingen te bespeuren
was
Die indruk spiegelt zich ook weer in de
beoordeeling, die dit debat heeft gevonden in
de organen van de Parijsche pers. Minister
Delcassé krijgt daarin harde dingen te hoo-
ren. Clémenceau zegt in de Aurore, dat wel
het incident is afgedaan met de handhaving
van Delcassé, maar dat deze de goede uit
komst slechts te danken heeft aan het tus
schen beide komen van Rouvier, die den
drenkeling bij de haren er uit getrokken
beeft, maar hem tevens eenige bij zulk eene
operatie onvermijdelijke slagen heeft toege
bracht. Wil Rouvier het gezag behouden,
dan moet hij omzien naar een opvolger voor
den minister van buitenlandsche zaken. De
monarchaaJ-clericale Gaulois maakt de op
merking, dat Delcassé aan het zwijgen van
zijne vrienden en vijanden tegelijk moet heb
ben bespeurd, dat zijn tijd voorbij is. In de
Petite Republique constateert Gérault Ri
chard, dat als men Delcassé iets vraagt, Rou
vier antwoordt, Delcassé zwijgt omdat hij niets
heeft te zeggen. Daarentegen erkent Jaurès
de verdiensten, waarop Delcassé zich heeft be
roepen, en vindt daarin reden voor de mee
ning, dat juist deze minister het „misver
stand" zal kunnen ophelderen, zonder dat
het nationale aanzien schade lijdt.
Van de beide organen, die meer bijzonder
het oor hebben van de aan liet departement
van buitenlandsche zaken heerschende opvat
tingen, schrijft thans het Journal des Débats
„Misschien zijn in een zoo belangrijk en in
gewikkeld werk als Delcassé ondernomen en
ten deele volbracht heeft, fouten begaan door
dingen te doen of na te laten. Wanneer de
beer Delcassé ons op een verkeerden weg ge
bracht heeft, dan is het aan hem ons er weer
van terug te bregen." Ook de Temps vindt
nu, dat Delcassé in zijne Marokko-politiek,
sedert het optreden van Duitschland de zaak
op nieuw aan de orde stelde, niet den goe
den weg heeft ingeslagen. In plaats van of
door te gaan met zijne politiek in Marokko öf
terstond met Duitschland voeling te houden,
heeft hij het laatste eerst onder den druk
van de polemiek der pers over en weer ge
daan en heeft zich, in strijd met zijne eerste
verklaringen, toch tot Duitschland gewend.
De Temps besluit aldus
„Er blijft niets anders over dan eene likwi-
datie te wenschen, zoo weinig schadelijk mo
gelijk, zoowel voor onze eigenliefde als voor
onze belangen. Wat het eerste punt betreft,
heeft de heer Rouvier gezegd „Wij hebben
een stap gedaan, wij wachten het antwoord
af." Wij hebben inderdaad niets anders te
doen. Wat onze belangen betreft, denken wij
niet, dat de Duitsohe diplomatie plan heeft
heeft door nieuwe eischen daaraan afbreuk
te doen. De minister-president heeft ver
klaard „Men vraagt ons de gelijkheid van
behandeling tegenover alle natiën te eerbiedi
gen daarmee zijn wij 't eens. Vraagt men
iets anders? Laat men het zeggen, wij zullen
't overwegen." Het spreekt van zelf. dat dit
onderzoek ons niet kan doen vergeten, hetzij
de zorg voor onze waardigheid, hetzij het
feit, dat wij ons borg gesteld hebben voor de
integriteit van Marokko en dat internatio
nale overeenkomsten dien waarborg hebben
versterkt. Het tegenwoordige incident zal :n
ieder geval geregeld worden. Moeielijker za'
zijn uit te wisschen de indruk van onbe..a
gelijkheid, die er uit voortvloeit. De Fransche
diplomatie, die bij talrijke gelegenheden eer
en voordeel aan het land heeft weten te be
zorgen, zal over dit échec moeten nadenken
en bedenken, dat eene politiek, die naar het
woord van Talleyrand de toekomst in den
zin heeft, evenveel kloekheid naderhand als
helderziendheid vooraf behoeft. Het schijnt,
dat in het tegenwoordige geval zoowel het
eene als het andere ontbroken heeft."
Bij dit oordeel, dat nagenoeg eenstemmig
over minister Delcassé wordt uitgesproken,
kan het ons niet verwonderen, dat onder de
telegrammen als gerucht vermeld wordt, dat
hij voornemens is af te treden.
De indruk, dien het debat in de Fransche
Kamer heeft gemaakt in de regeeringskrin-
gen te Berlijn, wordt weergegeven in eene
correspondentie uit Berlijn aan de Köln. Ztg„
waarin er voldoening over wordt uitgedrukt,
dat van verschillende zijden in de Kamer op
de vredelievende gezindheid van Frankrijk
nadruk werd gelegd en ook van de regee-
ringstafel woorden des vredes vernomen wer
den en de bereidverklaring om tot bijlegging
van de bestaande moeielijkheden met
Duitschland bij te dragen. Jammer is het in
tusschen, dat ook na de mededeelingen van
den gezant Bihourd nog niet is in te zien hoe
men verder zal komen op den weg der ge
dachtenwisseling met Frankrijk. „Alle pogin
gen om het zoogenaamde misverstand tus
schen Duitschland en Frankrijk uit den weg
te ruimen, zullen steeds op een groot be
zwaar stuiten op de tegenspraak, die er in
gelegen is, dat Frankrijk eenerzijds verklaart
de rechten van andere staten in Marokko en
de onafhankelijkheid van het land te willen
eerbiedigen, terwijl aan den anderen kant
de „penetration pacifique" en een omvang
rijk, alle takken van het bestuur omvattend
hervormingsplan veel eerder uitricht geeft op
eene herhaling van de Tunesische politiek."
De afdoening van de vele vragen, die hier
riksen, op den weg der wisseling van diploma
tieke nota's, komt dezen Schr., zoo al niet
bepaald onmogelijk, dan toch zoo moeielijk
en tijdroovend voor, dat men zich moet af
vragen of men niet op den weg van eene
nieuwe conferentie der staten, die in Ma
drid vertegenwoordigd rijn, beter en vlug-
^ger tot het doel zou kunnen komen Het
denkbeeld van eene conferentie zou althans
dit goede hebben, dat daardoor grondig werk
geleverd werd en de mogelijkheid van latere
verschillen van meening zou worden uit den
weg geruimd.
Duitschland.
Bremen, 21 April. Het bureau Boesmann
berichtDe geheele inrichting van de Duit-
sche Noordzee-stoomvaartmaatschappij staat
in brand. Men vreest, dat zij geheel zal af
branden. De stoomschepen en het zeilschip
Union konden tijdig naar de haven gebracht
worden en zijn gered. Er zijn geen mefischen
verongelukt. De brand is heden morgen om
zeven uur ontstaan
Tweede telegram. Alle uit licht
materiaal opgetrokken gebouwen van de
„Nordsee-Gesel lschaft" zijn door de vlammen
verteerd. Alleen de pier kon door de tijdige
komst van de brandweer en door de van
Bremerhaven te hulp gekomen drijvende
stoomspuit gered worden
Frankrijk,
Parijs, 21 April. Het gerucht loopt, dat
de minister van buitenlandsche zaken, Del
cassé, heden namiddag na afloop van den
ministerraad, zijn ontslag zou indienen.
Tweede telegram. De ministerraad
wisselde heden van gedachten over den te
rugslag van het debat van eergisteren in de
Kamer op de binnenlandsche politiek. Er
zullen pogingen worden aangewend om mi
nister Delcassé, die den ministerraad niet
bijwoonde, terug te brengen van zijn voor
nemen om af te treden.
Bulgarije.
Het rege er i ngsorgaan te Sofia, de Now
Wek, kenschetst de geruchten over de po
gingen van vorst Ferdinand tot het verkrijr
gen van de koningskroon als insinuatiën.
Het blad schrijft: „Ons nominaal vazal
schap stoort ons niet, wanneer het ons
slechts eene vreedzame ontwikkeling in den
zin van beschaving en welvaart verzekert.
De vorstenkroon doet geen afbreuk aan de
beteekenis van den vorst als een werkelijke
factor op het Balkan-schiereiland."
Rusland.
De Neue Freie Presse heeft uit Petersburg
bericht ontvangen, dat de voorzitter van het
minister-comité Witte zijn verzoek om ont
slag heeflt ingediend. Dit "bericht werd reeds
meermalen gemeld, maar de bevestiging bleef
achterwege. Ditmaal zim er intusschen af
doende redenen, die Witte den lust kunnen
benemen om verder aan het bewind te blijven.
Zijne memorie aan den Czaar over de noodza
kelijkheid van hervormingen in de Russische
kerk is zonder uitwerking gebleven, want
Keizer Nicolaae. heeft zich vereenigd met de
meendng van Pobedonoezew en van die her
vorming zal dus mets komen. De onmiddel
lijke aanleiding tot de ontslag-aanvrage zal
intusschen wel zijn de ontbinding van den
landhuishoudkundigen raad en de instelling
van eene commissie tot liet samenstellen van
eene nieuwe regeling voor het grondbezit van
de boeren onder voorzitterschap van Goremy
kin. De ontbonden landhuishoudkundige raad
was eene schepping vau Witte, die daarvan
voorzitter was. Den 13en had nog eene verga
dering plaats gehad, waarin beraadslagad was
over het erfrecht van de boeren die verga
dering had tot elf uur 's nachts geduurd.
Den volgenden dag verscheen het Keizerlijke
besluit waarbij de raad werd ontbonden. Dit
besluit was voor den voorzitter eene volkomen
verrassinghet zou dus niet te verwonderen
zijn, wanneer de heer Witte nu werkelijk den
tijd van gaan voor zich gekomen achtte
Het Petersburgsche telegraaf-agentschap
spreekt dit intusschen tegen. Deze bewic is-
man heefit blijkbaar eene harde huid
Petersburg, 21 April. (Petersburgsch Tele
graaf-agentschap). Het gerucht, dat minister
Witte zijn ontslag zou hebben ingediend, is
ongegrond.
Petersburg, 21 April. (Petersburgsoh tele-
graaf-agentschap). De gezant van Rusland
te Peking, Lessar, is in den afgeloopen
nacht gestorven.
Bjelostok, 21 April. Heden ochtend 9choot
een oubekende een voorbij komenden kozak
dood
Drie personen bi-achten een politie-inspee-
teur door pistoolschoten zware verwondingen
toe.
Turkije
Konstantinopel, 21 April. De Fransche ge
zant li bericht ontvangen, dat het, iradé
betreffende de Fransche leening is at'gekon-
digd.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog nijn de volgende berichten
Petersburg, 21 April. Aan het Peters
burgsche Telegraafagentschap wordt uit
Godsiadian van 20 dezer bericht, dat de be-
weging der Japanners naar het Oosten langs
de lijn Patsiatsoe-Toeangoe-Oefanloe tot stil
stand is gekomen.
Dagelijks komen nieuwe versterkingen aan.
De berichten uit Mand&joerije duiden aan,
dat beslissende gebeurtenissen op de komst
zijn. De correspondent van de Russ te Char-
bin voorziet een Japanschen aanval tusschen
Charbin en Wladiwostok. Hij bericht, dat
eene Russische patrouille oo 120 K.M. noord
westelijk van Kwantsjentsi op het spoor is
gekomen van eeue omtrekkende beweging,
die wordit uitgevoerd door twee troepen Tsoen-
goezen. elk 3000 man sterk en eenige dui
zend man geregelde Japansche kavallerie met
22 kanonnen, en een trein van een duizend
tal karren, die door Tsoengoezen wordt be
schermd. Dit- leger zou zich naar Tsitaikar
wenden door Mongolië heen. Volgens den
correspondent va.n de Nowoje Wremja echter
wordt het gerucht van de bewegingen in de
flank van het Russische leger niet bevestigd.
Hij verklaart, dat de Japanners zich nog
niut hersteld hebben van hunne overwinning,
terwijl de Russen hunne nederlaag vergeten
hebben en geheel gereed zijn om den aanval
tegen maarschalk Oyama te hervatten. Dat
zou dus juist het tegendeel zijn van wat men
gewoonlijk in den oorlog riet-
Tokio, 21 April. (Daily '"elegraph). De drie
oorlogsschepen in Wladiwostok zijn hersteld
e i stoomen veelvuldig in en \i.' de haven.
Zij doen dat echter met groote omzichtig
heid, omdat zij vreezen voor een onderzee-
schen aanval.
Volgens een telegram, dat te Peking ont
vangen is van den gouverneur van Hainan,
neemt een gedeelte van de Russische vloot
kolen in op Hainan eiland, ten zuidoosten
van de Tonkin-baai.
Op grond van mededeelingen uit Peters
burg is in Fransche bladen omtrent de plan
nen van admiraal Rodjestwensky verkondigd,
dat hij aan de kust van Cochinchina zou blij
ven en daar de aankomst afwachten, niet al
leen van de divisie van Nebogatow maar ook
van het n'euwe eskader, dat nog uit het
moederland moet worden afgezonden. Eerst
wanneer hij al zijin© strijdkrachten verzameld
had, zou Rodjestwensky verder noordwaarts
gaan. Daarbij zou hem de hoop leiden, dat
admiraal Togo het geduld zal verliezen, hem
mat zijne vloot bij Saigon opzoeken en ver
van zijne basis, dus onder ongunstige om
standigheden, slag leveren aal.
Deze mededeeling zal intusschen wel niet
aam de feitelijke omstandigheden beantwoor
den, want zelfs wanneer Rodjestwensky er
van mocht afzien Wladiwostok op te zoeken,
om zich daar te herstellen, dan zou het de Fran
sche regeering, met het oog op de in Japan
steeds toeuemende opgewondenheid over het
verblijf van de Russen aan de kust van
Cochinchina, wel niet mogelijk zijn, langer
■gastvrijheid te vtrleenen aan de Oostzeevloot.
Volgens het bericht van den Peteralburg-
schen correspondent van de Temps komt er
van admiraal Rodjestwensky volstrekt geen
tijding in. Zelfs aan de admiraliteit verdiept
men zich in gissingen omtrent zijne beweg'n-
gen en zijne plannen. De berichten uit Dji-
boeti over de plannen van Nebogatow worden
voor verzinsels verklaardin werkelijkheid
wacht die de bevelen vau Rodjestwensky af
en niet de aankomst van bet vierde eskader,
dat na de vernietiging van de vloot in Oost-
Arië eigenlijk het derde moet heeten.
Uit Petersburg wordt aan de Echo de Paris
bericht, dat de Fransche marine-attaché aan
den generalen staf der Russische marine het
protest van Japan heeft medegedeeld met de
beschouwingen van de Fransche regeering.
Uit Petersburg zijn telegrammen afgezon
den naar admiraal Rodjestwensky.
Uit Saigon wordt bericht, dat de Fransche
admiraal de Jonquières daar is teruggekeerd,
van zijn reis naar de Kamranh baai. Die reis
heeft natuurlijk ook in verband gestaan met
de kwestie der handhaving van Frankrijk'#
onzijdigheid aan de kust van Cochi.china.
Washington, 21 April. De Japansche zaak
gelastigde heeft den secretaris van het oor
logsdepartement Taft een afschrift gegeven
van de bij Frankrijk ingediende nota in zake
het inachtnemen der onzijdigheid tegenover
de Russische vloot.
Tokio, 21 April. De Keizer verleende
audiëntie aan, den minister-president Katsoe-
ra en aan den minister van buitenl. zaken
Komoera. De regeering blijft stilzwijgen in
acht nemen over de Kamranh-quaeatie, maar
men neemt aan dat de diplomatieke briefwis
seling nog niet ten einde is gebracht. Men
verwacht, dat Frankrijk een onderzoek zal
instellen naar den toestand in de Kamranh-
baai. Intusschen geven de politieke leiders
aan de pers den raad grooter gematigdheid
te betrachten en met kalmte den uitslag der
onder handelingen af te wachten. De bewering
van de Parijsche pers, dat het bewijs van de
aanwezigheid der Ruseischo oorlogsschepen
niet geleverd is, wordt met. scherpte tegen
gesproken. Men houdt vol, dat de bewijzen
daarvan afdoende zijn.; maar in ieder geval
gaat- de bewijs-quaestie Frankrijk aan, dat
de feiten bij de hand heeft en welks onzijdig
heid geschonden is.
T e geheele buit van Port Arthur is thans
geteld. Het aantal bruikbare kanonnen, die
vermeesterd zijn, is 528 met 206,734 daarbij
behoorende projectielenverder zijn geno
men 36,598 kleine vuurwapens met 5,436,240
patronen. Behalve de 41,641 weerbare man
nen, zijn 15,307 zieken en gewonden met de
vesting overgegaan. De Buit aan levens
middelen bestaat nat 1,475,000 pond
bloom, 123,000 pond gerst, 23,333 pond
Turksche tarwe, 2250 pond rogge, 1 millioen
pond brood, 58.000 pond vleeach in blikjes,
590,000 pond zout en 33,300 pond suiker.
Allerlei
vDe weduwe van Emile Zola heeft de
beroemde villa van Zola in -ledan aan de
Seine, benevens den daarbij behoorenden tuin
teu geschenke gegeven aan de „Assistance
publique" (het armbestuur), met de bepaling,
dat het huis tot een herstellingsoord voor de
vrouwelijke beambten van de „Assistance
publique" (de armenverpleegsters) ingericht
xx.
De schoonmaak is een bacil, die
alleen op vrouwenvleesch eedijdt.
(Huisvader).
„Kom, moeder, u zegt maar wat, u wilt
mij er eens laten inloopen.
Jo's gezicht toekende een en al ongeluk.
„Maar ik verzeker je, kindlief," zei ik na
drukkelijk, „dat ik in vollen ernst spreek."
„Dus u neemtJo zag me aan op
een wijze, a'aof ze minstens dacht, dat ik
aan 't ijlen was.
„Ja, ja"; en ik herbaalde het nog eens
duidelijk voor haar„Klenus komt morgen
al mijn tapijten doen."
Jo schudde 't hoofdze was nu wel over
tuigd, dat »k meende wat ik zeide.
„U zult er berouw van hebben", voor
spelde ze. „Het is n;ets voor zoo'n oudqr-
wetsch, degelijk mensoh, als u, om „geklé-
tiusd" te worden. Nu, bij mij komt hij het.
huis niet in. Ik doe maar op z'n oud Harle-
veensch, al ben ik in mijn hart veel moder
ner dan u, moedertje."
„Ik geef je gelijk, kind. Als ik twintig
jaar jonger was, liet ik me ook niet „Klenus-
,sen". maar op mijn leeftijd heb ik geen
lust om misschien langer dan een week op
de planken te huizen, terwille van 't uitklop
pen van nnjn tapijten. Dan moet 't maar
wat minder goed; het zal mijn tijd wel du
ren.
„Wanneer gebeurt het?"
Morgen ochtend heb ik hem besteld."
„Nu, ik kam stellig eens kijken."
„Doe dat. dan kun je je meteen overtui
gen of het werkelijk zoo schadelijk is als de
roep gaat."
„Tot morgen dus, dag moeder Veel suc
ces
Zij schudde glimlachend het lioofd nog
eens, toen zij mij een zoen gaf. „Niet® voor
u", kon zij niet nalaten te herhalen."
Sientje en ik stonden den volgenden mor
gen op met het gevoel, dat er dezen dag
iets gewichtigs gebeuren zou, iets gewich
tige, onbekends. Iets, waarvan we de kracht
niet kenden, zou in ons huis komen en zou
volbrengen in enkele kwartieren, waarvoor
in vroeger jaren dagen noodig waren. We
deden ons werk, we maakten toebereidselen,
ons hart vol verwachting. Bij iedere bel dach
ten we dat het „Klenus was. Doch de uren
verstreken en Klenus kwam niet. Mijn
kleinzoons kwamen ara 12 uur uit school aan
rennen om „Klenus" te zien, doch zij wer
den teleurgesteld. Sientje ging bij den stal
houder telefoneeren wie klant was mocht
van zijn telefoon gebruik maken waar
..Klenus" bleef. Het antwoord luidde dat er
ren „mankement" aan do „masien" was en
dat het wel morgen zou worden eer „hij
kwam.
We waren erg in onzen wiek geschoten,
maar we moesten berusten. Ben „manke
ment" kan zelfs aan de beste „masien"
voorkomenen of Sientje inaar vast uit
maakte dat 't zeker kwam van ,,'t straffe
zuigen", we kregen er „Klenus geen mi
nuut eerder mee. Zoo streek de dag saai en
langzaam voorbij en we gingen teleurgesteld
naar bed, vol hoop. dat het morgen nu „ge
beuren" zou.
Wret u wie en wat Klenus is? Degenen,
die couranten lezen zijn natuurlijk geheel
op de hoogte van de zaak, anderen hebben
weer familie en kennissen in Den Haag.
waardoor z© van Klenus hoorden. Maar je
moet in Den Haag rijn. jo moet in de be
weging van het Haagsche leven wezen, om
te weten dat Klenus, of beter gezegd de stof-
zuigniachine, die in enkele uren tijds j© huis
van stof reinigt, hier wordt beschouwd als
een persoonlijkheid. Klenus is de naam van
den uitvinder: natuurlijk een Amerikaan,
maar kortheidshalve noemt men hier de ma
chine zelf „Klenus". Het personeel, dat de
machine bedient en 't werk leidt heeft den
naam „Klenus" <>p rijpi pet. Klenus is al
machtig, kan alles, met hardheid en zacht
heid. Klenus hooft al z'n klanten in z'n
macht, omdat hij eenig in zijn soort is. Er
zijn er twee in de Residentie en die hebben
het razend druk om aan de vole aanvragen
te voldoen.
Klenus is een echt Haagsche uitvinding
"zou ik willen zeggen, cn het is in 't geheel
niet te verwonderen, dat deze sahoonmaak-
methode hier zoo opneemt. In een stad als
deze, waar de huisvrouwen haar plichten en
huiswerk tot een minimum beperken, ten
einde maximum tijd over te hebben om bui
tenshuis door te brengen, is ..Klenus" een
welkome gast natuurlijk. „Hij" let wel dat
van deze machine altijd als persoon wordt
gesproken zuigt tie tapijten schoon, ook
uw gordijnen zoo ge wilt, bespaart veel tijd
en arbeid. Oogenschijnlijk riet alles er keu
rig uit, helderen de kleuren op, doch) wil
s. v. p. niet in de hoekjes kijken. Hét is on
mogelijk, dat wat een ouderwetse!)© huis
vrouw er met een haarspeld of een kwastje
aan stof uitpeutert, door een dikke tromp
vergelijk den zuiger met een olifantssnuit,
doch platter kan worden weggezogen Het
is dus een schoonmaak „op z'n Haegsch" en
een groot verschil met vijftig jaar geleden,
toen ik jong meisje was en we juichten als
thuis de kleeden op moesten, want dan gaf
mama een groote danspartij op den houten
vloer, die dan met kaarsvet werd bestrooid.
Och, wat gaf dat een piet en een heerlijke
afleiding in de schoonmaakdruktewant wij
meisjes moesten mama flink medehelpen en
boenden er even lustig op los als het dienst
meisje.
Tegenwoordig is dat wel een beetje an
ders. Danspartijen geeft men niet meer thuis
op houten vloeren, doch in ren gehuurd©
zaal op een gccireerd parket, dat is wel zoo
chic. Tegenwoordig helpen althans in de
residentie en im groszeu Ganzen gespro
ken de dochters hare moeders niet meer
aan den schoonmaak, dat is vieux jeu. Die
flanreien nu tusschen 34£ uur in de win
kelstraten, om zich de mooiste modesnufjes
uit te kiezen Ze verlaten de ouderlijke wo
ning 's middags waar „Klenus" voor staat te
dreunen en waar mama best alleen kan toe
zicht houden op de twee menschon, die de
slang hanteeren.
Na drie dagen wachten, zuchten, moppe
ren, kwam „Klenus", even vóór koffietijd.
Als een dikbuikig schokkend monster stond
hij vóór de deur te daveren, trillend en stam
pend alsof 't hem niet beviel daar te moeten
stilstaan. De slangen werden als reusachtige
grijparmen door de ramen hoengelegd, en
al schuivende met de opening van den tramp
over het vloerkleed, werd de stof door de
poriën van het kleed omhoog getrokken. Dat
de werking van de zuigmachine een vrij
sterke is, kon ik ondervinden toen ik de
trom popen ing reus voor de grap op mijn
japon liet zetten en ik de kille zuiging tot
op het bloote lichaam voelde In den tijd
van 3 uren werden twee kamers en een por
taal stofvrij gemaakt, doch de naden tu»-
suhen tapijt en wand konden niet radicaal
gereinigd worden, omdat de tromp n;et pun
tig genoeg is en er dus niet tussahcu komt.
Ik geloof niet aan de overdreven verhalen,
die hier de rondte doen, als zou Klenus alles
bederven, als zouden de tapijten door de-zo
wijze van reinigen zeer slijften, doch ik ge
loof eerder dat de reinigings-methode niet
afdoende is, en mee«r beschouwd' moet wor
den als ren hulp, wanneer men spoedig
klaar wil rijn.
Klenus, als ealite Amerikaan, heeft ge-
dacht „time is money" en als zoodanig
zal zijne uitvinding steeds succes hebben,
vooral hier >n Den Haag en in hóteis en
groote inrichtingen, waar het „beter snel
gedaan dan goed gedaan" gehuldigd wordt.
Toen „Klenus" voor de deur stond, stuurde
ik .Sientje even naar Jo, om te zeggen dat
„hij" ei was. Na de koff'e kwam de heel©
familie kijken. De tweelingen vroegen allerlei
aan den machinist, die heel vereerd was
door hen mijnheer Klenus genoemd te wor
den, maar nog meer ingenomen scheen met
het sigaartje, dat Henk hem aanbood. Jan