M°. 391. 8*" Jaargang. Zaterdag 22 April 1905. BUITENLAND. FEUILLETON^ Moderne Schoonmaak. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Par 9 maanden voor Amersfoortf 1.85. Idem frapéo per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dez« Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nar 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTHHTEB»': Tan 1—9 regels Elke regel meer Groote fetters Yoor handel het herhaald advertfdrep in dit BI circulaire, toegezondt J nbênneAGW bevattende de Voorwaarden, wordt e^'t Politiek Overzicht Frankrijk en Duitschland in Marokko. De totaal-indruk, dien het laatste debat over Marokko in de Fransohe Kamer achter laat, is, dat de gedachtenwisseling tusschen Delcassé en de groepen vau de Fransche Ka mer van afgevaardigden, die de handelwijze vau den minister in de Marokkaansche zaak afkeuren, heeft plaats gehad, zonder dat er eene toenadering tusschen de van beide zij den voorgestane opvattingen te bespeuren was Die indruk spiegelt zich ook weer in de beoordeeling, die dit debat heeft gevonden in de organen van de Parijsche pers. Minister Delcassé krijgt daarin harde dingen te hoo- ren. Clémenceau zegt in de Aurore, dat wel het incident is afgedaan met de handhaving van Delcassé, maar dat deze de goede uit komst slechts te danken heeft aan het tus schen beide komen van Rouvier, die den drenkeling bij de haren er uit getrokken beeft, maar hem tevens eenige bij zulk eene operatie onvermijdelijke slagen heeft toege bracht. Wil Rouvier het gezag behouden, dan moet hij omzien naar een opvolger voor den minister van buitenlandsche zaken. De monarchaaJ-clericale Gaulois maakt de op merking, dat Delcassé aan het zwijgen van zijne vrienden en vijanden tegelijk moet heb ben bespeurd, dat zijn tijd voorbij is. In de Petite Republique constateert Gérault Ri chard, dat als men Delcassé iets vraagt, Rou vier antwoordt, Delcassé zwijgt omdat hij niets heeft te zeggen. Daarentegen erkent Jaurès de verdiensten, waarop Delcassé zich heeft be roepen, en vindt daarin reden voor de mee ning, dat juist deze minister het „misver stand" zal kunnen ophelderen, zonder dat het nationale aanzien schade lijdt. Van de beide organen, die meer bijzonder het oor hebben van de aan liet departement van buitenlandsche zaken heerschende opvat tingen, schrijft thans het Journal des Débats „Misschien zijn in een zoo belangrijk en in gewikkeld werk als Delcassé ondernomen en ten deele volbracht heeft, fouten begaan door dingen te doen of na te laten. Wanneer de beer Delcassé ons op een verkeerden weg ge bracht heeft, dan is het aan hem ons er weer van terug te bregen." Ook de Temps vindt nu, dat Delcassé in zijne Marokko-politiek, sedert het optreden van Duitschland de zaak op nieuw aan de orde stelde, niet den goe den weg heeft ingeslagen. In plaats van of door te gaan met zijne politiek in Marokko öf terstond met Duitschland voeling te houden, heeft hij het laatste eerst onder den druk van de polemiek der pers over en weer ge daan en heeft zich, in strijd met zijne eerste verklaringen, toch tot Duitschland gewend. De Temps besluit aldus „Er blijft niets anders over dan eene likwi- datie te wenschen, zoo weinig schadelijk mo gelijk, zoowel voor onze eigenliefde als voor onze belangen. Wat het eerste punt betreft, heeft de heer Rouvier gezegd „Wij hebben een stap gedaan, wij wachten het antwoord af." Wij hebben inderdaad niets anders te doen. Wat onze belangen betreft, denken wij niet, dat de Duitsohe diplomatie plan heeft heeft door nieuwe eischen daaraan afbreuk te doen. De minister-president heeft ver klaard „Men vraagt ons de gelijkheid van behandeling tegenover alle natiën te eerbiedi gen daarmee zijn wij 't eens. Vraagt men iets anders? Laat men het zeggen, wij zullen 't overwegen." Het spreekt van zelf. dat dit onderzoek ons niet kan doen vergeten, hetzij de zorg voor onze waardigheid, hetzij het feit, dat wij ons borg gesteld hebben voor de integriteit van Marokko en dat internatio nale overeenkomsten dien waarborg hebben versterkt. Het tegenwoordige incident zal :n ieder geval geregeld worden. Moeielijker za' zijn uit te wisschen de indruk van onbe..a gelijkheid, die er uit voortvloeit. De Fransche diplomatie, die bij talrijke gelegenheden eer en voordeel aan het land heeft weten te be zorgen, zal over dit échec moeten nadenken en bedenken, dat eene politiek, die naar het woord van Talleyrand de toekomst in den zin heeft, evenveel kloekheid naderhand als helderziendheid vooraf behoeft. Het schijnt, dat in het tegenwoordige geval zoowel het eene als het andere ontbroken heeft." Bij dit oordeel, dat nagenoeg eenstemmig over minister Delcassé wordt uitgesproken, kan het ons niet verwonderen, dat onder de telegrammen als gerucht vermeld wordt, dat hij voornemens is af te treden. De indruk, dien het debat in de Fransche Kamer heeft gemaakt in de regeeringskrin- gen te Berlijn, wordt weergegeven in eene correspondentie uit Berlijn aan de Köln. Ztg„ waarin er voldoening over wordt uitgedrukt, dat van verschillende zijden in de Kamer op de vredelievende gezindheid van Frankrijk nadruk werd gelegd en ook van de regee- ringstafel woorden des vredes vernomen wer den en de bereidverklaring om tot bijlegging van de bestaande moeielijkheden met Duitschland bij te dragen. Jammer is het in tusschen, dat ook na de mededeelingen van den gezant Bihourd nog niet is in te zien hoe men verder zal komen op den weg der ge dachtenwisseling met Frankrijk. „Alle pogin gen om het zoogenaamde misverstand tus schen Duitschland en Frankrijk uit den weg te ruimen, zullen steeds op een groot be zwaar stuiten op de tegenspraak, die er in gelegen is, dat Frankrijk eenerzijds verklaart de rechten van andere staten in Marokko en de onafhankelijkheid van het land te willen eerbiedigen, terwijl aan den anderen kant de „penetration pacifique" en een omvang rijk, alle takken van het bestuur omvattend hervormingsplan veel eerder uitricht geeft op eene herhaling van de Tunesische politiek." De afdoening van de vele vragen, die hier riksen, op den weg der wisseling van diploma tieke nota's, komt dezen Schr., zoo al niet bepaald onmogelijk, dan toch zoo moeielijk en tijdroovend voor, dat men zich moet af vragen of men niet op den weg van eene nieuwe conferentie der staten, die in Ma drid vertegenwoordigd rijn, beter en vlug- ^ger tot het doel zou kunnen komen Het denkbeeld van eene conferentie zou althans dit goede hebben, dat daardoor grondig werk geleverd werd en de mogelijkheid van latere verschillen van meening zou worden uit den weg geruimd. Duitschland. Bremen, 21 April. Het bureau Boesmann berichtDe geheele inrichting van de Duit- sche Noordzee-stoomvaartmaatschappij staat in brand. Men vreest, dat zij geheel zal af branden. De stoomschepen en het zeilschip Union konden tijdig naar de haven gebracht worden en zijn gered. Er zijn geen mefischen verongelukt. De brand is heden morgen om zeven uur ontstaan Tweede telegram. Alle uit licht materiaal opgetrokken gebouwen van de „Nordsee-Gesel lschaft" zijn door de vlammen verteerd. Alleen de pier kon door de tijdige komst van de brandweer en door de van Bremerhaven te hulp gekomen drijvende stoomspuit gered worden Frankrijk, Parijs, 21 April. Het gerucht loopt, dat de minister van buitenlandsche zaken, Del cassé, heden namiddag na afloop van den ministerraad, zijn ontslag zou indienen. Tweede telegram. De ministerraad wisselde heden van gedachten over den te rugslag van het debat van eergisteren in de Kamer op de binnenlandsche politiek. Er zullen pogingen worden aangewend om mi nister Delcassé, die den ministerraad niet bijwoonde, terug te brengen van zijn voor nemen om af te treden. Bulgarije. Het rege er i ngsorgaan te Sofia, de Now Wek, kenschetst de geruchten over de po gingen van vorst Ferdinand tot het verkrijr gen van de koningskroon als insinuatiën. Het blad schrijft: „Ons nominaal vazal schap stoort ons niet, wanneer het ons slechts eene vreedzame ontwikkeling in den zin van beschaving en welvaart verzekert. De vorstenkroon doet geen afbreuk aan de beteekenis van den vorst als een werkelijke factor op het Balkan-schiereiland." Rusland. De Neue Freie Presse heeft uit Petersburg bericht ontvangen, dat de voorzitter van het minister-comité Witte zijn verzoek om ont slag heeflt ingediend. Dit "bericht werd reeds meermalen gemeld, maar de bevestiging bleef achterwege. Ditmaal zim er intusschen af doende redenen, die Witte den lust kunnen benemen om verder aan het bewind te blijven. Zijne memorie aan den Czaar over de noodza kelijkheid van hervormingen in de Russische kerk is zonder uitwerking gebleven, want Keizer Nicolaae. heeft zich vereenigd met de meendng van Pobedonoezew en van die her vorming zal dus mets komen. De onmiddel lijke aanleiding tot de ontslag-aanvrage zal intusschen wel zijn de ontbinding van den landhuishoudkundigen raad en de instelling van eene commissie tot liet samenstellen van eene nieuwe regeling voor het grondbezit van de boeren onder voorzitterschap van Goremy kin. De ontbonden landhuishoudkundige raad was eene schepping vau Witte, die daarvan voorzitter was. Den 13en had nog eene verga dering plaats gehad, waarin beraadslagad was over het erfrecht van de boeren die verga dering had tot elf uur 's nachts geduurd. Den volgenden dag verscheen het Keizerlijke besluit waarbij de raad werd ontbonden. Dit besluit was voor den voorzitter eene volkomen verrassinghet zou dus niet te verwonderen zijn, wanneer de heer Witte nu werkelijk den tijd van gaan voor zich gekomen achtte Het Petersburgsche telegraaf-agentschap spreekt dit intusschen tegen. Deze bewic is- man heefit blijkbaar eene harde huid Petersburg, 21 April. (Petersburgsch Tele graaf-agentschap). Het gerucht, dat minister Witte zijn ontslag zou hebben ingediend, is ongegrond. Petersburg, 21 April. (Petersburgsoh tele- graaf-agentschap). De gezant van Rusland te Peking, Lessar, is in den afgeloopen nacht gestorven. Bjelostok, 21 April. Heden ochtend 9choot een oubekende een voorbij komenden kozak dood Drie personen bi-achten een politie-inspee- teur door pistoolschoten zware verwondingen toe. Turkije Konstantinopel, 21 April. De Fransche ge zant li bericht ontvangen, dat het, iradé betreffende de Fransche leening is at'gekon- digd. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog nijn de volgende berichten Petersburg, 21 April. Aan het Peters burgsche Telegraafagentschap wordt uit Godsiadian van 20 dezer bericht, dat de be- weging der Japanners naar het Oosten langs de lijn Patsiatsoe-Toeangoe-Oefanloe tot stil stand is gekomen. Dagelijks komen nieuwe versterkingen aan. De berichten uit Mand&joerije duiden aan, dat beslissende gebeurtenissen op de komst zijn. De correspondent van de Russ te Char- bin voorziet een Japanschen aanval tusschen Charbin en Wladiwostok. Hij bericht, dat eene Russische patrouille oo 120 K.M. noord westelijk van Kwantsjentsi op het spoor is gekomen van eeue omtrekkende beweging, die wordit uitgevoerd door twee troepen Tsoen- goezen. elk 3000 man sterk en eenige dui zend man geregelde Japansche kavallerie met 22 kanonnen, en een trein van een duizend tal karren, die door Tsoengoezen wordt be schermd. Dit- leger zou zich naar Tsitaikar wenden door Mongolië heen. Volgens den correspondent va.n de Nowoje Wremja echter wordt het gerucht van de bewegingen in de flank van het Russische leger niet bevestigd. Hij verklaart, dat de Japanners zich nog niut hersteld hebben van hunne overwinning, terwijl de Russen hunne nederlaag vergeten hebben en geheel gereed zijn om den aanval tegen maarschalk Oyama te hervatten. Dat zou dus juist het tegendeel zijn van wat men gewoonlijk in den oorlog riet- Tokio, 21 April. (Daily '"elegraph). De drie oorlogsschepen in Wladiwostok zijn hersteld e i stoomen veelvuldig in en \i.' de haven. Zij doen dat echter met groote omzichtig heid, omdat zij vreezen voor een onderzee- schen aanval. Volgens een telegram, dat te Peking ont vangen is van den gouverneur van Hainan, neemt een gedeelte van de Russische vloot kolen in op Hainan eiland, ten zuidoosten van de Tonkin-baai. Op grond van mededeelingen uit Peters burg is in Fransche bladen omtrent de plan nen van admiraal Rodjestwensky verkondigd, dat hij aan de kust van Cochinchina zou blij ven en daar de aankomst afwachten, niet al leen van de divisie van Nebogatow maar ook van het n'euwe eskader, dat nog uit het moederland moet worden afgezonden. Eerst wanneer hij al zijin© strijdkrachten verzameld had, zou Rodjestwensky verder noordwaarts gaan. Daarbij zou hem de hoop leiden, dat admiraal Togo het geduld zal verliezen, hem mat zijne vloot bij Saigon opzoeken en ver van zijne basis, dus onder ongunstige om standigheden, slag leveren aal. Deze mededeeling zal intusschen wel niet aam de feitelijke omstandigheden beantwoor den, want zelfs wanneer Rodjestwensky er van mocht afzien Wladiwostok op te zoeken, om zich daar te herstellen, dan zou het de Fran sche regeering, met het oog op de in Japan steeds toeuemende opgewondenheid over het verblijf van de Russen aan de kust van Cochinchina, wel niet mogelijk zijn, langer ■gastvrijheid te vtrleenen aan de Oostzeevloot. Volgens het bericht van den Peteralburg- schen correspondent van de Temps komt er van admiraal Rodjestwensky volstrekt geen tijding in. Zelfs aan de admiraliteit verdiept men zich in gissingen omtrent zijne beweg'n- gen en zijne plannen. De berichten uit Dji- boeti over de plannen van Nebogatow worden voor verzinsels verklaardin werkelijkheid wacht die de bevelen vau Rodjestwensky af en niet de aankomst van bet vierde eskader, dat na de vernietiging van de vloot in Oost- Arië eigenlijk het derde moet heeten. Uit Petersburg wordt aan de Echo de Paris bericht, dat de Fransche marine-attaché aan den generalen staf der Russische marine het protest van Japan heeft medegedeeld met de beschouwingen van de Fransche regeering. Uit Petersburg zijn telegrammen afgezon den naar admiraal Rodjestwensky. Uit Saigon wordt bericht, dat de Fransche admiraal de Jonquières daar is teruggekeerd, van zijn reis naar de Kamranh baai. Die reis heeft natuurlijk ook in verband gestaan met de kwestie der handhaving van Frankrijk'# onzijdigheid aan de kust van Cochi.china. Washington, 21 April. De Japansche zaak gelastigde heeft den secretaris van het oor logsdepartement Taft een afschrift gegeven van de bij Frankrijk ingediende nota in zake het inachtnemen der onzijdigheid tegenover de Russische vloot. Tokio, 21 April. De Keizer verleende audiëntie aan, den minister-president Katsoe- ra en aan den minister van buitenl. zaken Komoera. De regeering blijft stilzwijgen in acht nemen over de Kamranh-quaeatie, maar men neemt aan dat de diplomatieke briefwis seling nog niet ten einde is gebracht. Men verwacht, dat Frankrijk een onderzoek zal instellen naar den toestand in de Kamranh- baai. Intusschen geven de politieke leiders aan de pers den raad grooter gematigdheid te betrachten en met kalmte den uitslag der onder handelingen af te wachten. De bewering van de Parijsche pers, dat het bewijs van de aanwezigheid der Ruseischo oorlogsschepen niet geleverd is, wordt met. scherpte tegen gesproken. Men houdt vol, dat de bewijzen daarvan afdoende zijn.; maar in ieder geval gaat- de bewijs-quaestie Frankrijk aan, dat de feiten bij de hand heeft en welks onzijdig heid geschonden is. T e geheele buit van Port Arthur is thans geteld. Het aantal bruikbare kanonnen, die vermeesterd zijn, is 528 met 206,734 daarbij behoorende projectielenverder zijn geno men 36,598 kleine vuurwapens met 5,436,240 patronen. Behalve de 41,641 weerbare man nen, zijn 15,307 zieken en gewonden met de vesting overgegaan. De Buit aan levens middelen bestaat nat 1,475,000 pond bloom, 123,000 pond gerst, 23,333 pond Turksche tarwe, 2250 pond rogge, 1 millioen pond brood, 58.000 pond vleeach in blikjes, 590,000 pond zout en 33,300 pond suiker. Allerlei vDe weduwe van Emile Zola heeft de beroemde villa van Zola in -ledan aan de Seine, benevens den daarbij behoorenden tuin teu geschenke gegeven aan de „Assistance publique" (het armbestuur), met de bepaling, dat het huis tot een herstellingsoord voor de vrouwelijke beambten van de „Assistance publique" (de armenverpleegsters) ingericht xx. De schoonmaak is een bacil, die alleen op vrouwenvleesch eedijdt. (Huisvader). „Kom, moeder, u zegt maar wat, u wilt mij er eens laten inloopen. Jo's gezicht toekende een en al ongeluk. „Maar ik verzeker je, kindlief," zei ik na drukkelijk, „dat ik in vollen ernst spreek." „Dus u neemtJo zag me aan op een wijze, a'aof ze minstens dacht, dat ik aan 't ijlen was. „Ja, ja"; en ik herbaalde het nog eens duidelijk voor haar„Klenus komt morgen al mijn tapijten doen." Jo schudde 't hoofdze was nu wel over tuigd, dat »k meende wat ik zeide. „U zult er berouw van hebben", voor spelde ze. „Het is n;ets voor zoo'n oudqr- wetsch, degelijk mensoh, als u, om „geklé- tiusd" te worden. Nu, bij mij komt hij het. huis niet in. Ik doe maar op z'n oud Harle- veensch, al ben ik in mijn hart veel moder ner dan u, moedertje." „Ik geef je gelijk, kind. Als ik twintig jaar jonger was, liet ik me ook niet „Klenus- ,sen". maar op mijn leeftijd heb ik geen lust om misschien langer dan een week op de planken te huizen, terwille van 't uitklop pen van nnjn tapijten. Dan moet 't maar wat minder goed; het zal mijn tijd wel du ren. „Wanneer gebeurt het?" Morgen ochtend heb ik hem besteld." „Nu, ik kam stellig eens kijken." „Doe dat. dan kun je je meteen overtui gen of het werkelijk zoo schadelijk is als de roep gaat." „Tot morgen dus, dag moeder Veel suc ces Zij schudde glimlachend het lioofd nog eens, toen zij mij een zoen gaf. „Niet® voor u", kon zij niet nalaten te herhalen." Sientje en ik stonden den volgenden mor gen op met het gevoel, dat er dezen dag iets gewichtigs gebeuren zou, iets gewich tige, onbekends. Iets, waarvan we de kracht niet kenden, zou in ons huis komen en zou volbrengen in enkele kwartieren, waarvoor in vroeger jaren dagen noodig waren. We deden ons werk, we maakten toebereidselen, ons hart vol verwachting. Bij iedere bel dach ten we dat het „Klenus was. Doch de uren verstreken en Klenus kwam niet. Mijn kleinzoons kwamen ara 12 uur uit school aan rennen om „Klenus" te zien, doch zij wer den teleurgesteld. Sientje ging bij den stal houder telefoneeren wie klant was mocht van zijn telefoon gebruik maken waar ..Klenus" bleef. Het antwoord luidde dat er ren „mankement" aan do „masien" was en dat het wel morgen zou worden eer „hij kwam. We waren erg in onzen wiek geschoten, maar we moesten berusten. Ben „manke ment" kan zelfs aan de beste „masien" voorkomenen of Sientje inaar vast uit maakte dat 't zeker kwam van ,,'t straffe zuigen", we kregen er „Klenus geen mi nuut eerder mee. Zoo streek de dag saai en langzaam voorbij en we gingen teleurgesteld naar bed, vol hoop. dat het morgen nu „ge beuren" zou. Wret u wie en wat Klenus is? Degenen, die couranten lezen zijn natuurlijk geheel op de hoogte van de zaak, anderen hebben weer familie en kennissen in Den Haag. waardoor z© van Klenus hoorden. Maar je moet in Den Haag rijn. jo moet in de be weging van het Haagsche leven wezen, om te weten dat Klenus, of beter gezegd de stof- zuigniachine, die in enkele uren tijds j© huis van stof reinigt, hier wordt beschouwd als een persoonlijkheid. Klenus is de naam van den uitvinder: natuurlijk een Amerikaan, maar kortheidshalve noemt men hier de ma chine zelf „Klenus". Het personeel, dat de machine bedient en 't werk leidt heeft den naam „Klenus" <>p rijpi pet. Klenus is al machtig, kan alles, met hardheid en zacht heid. Klenus hooft al z'n klanten in z'n macht, omdat hij eenig in zijn soort is. Er zijn er twee in de Residentie en die hebben het razend druk om aan de vole aanvragen te voldoen. Klenus is een echt Haagsche uitvinding "zou ik willen zeggen, cn het is in 't geheel niet te verwonderen, dat deze sahoonmaak- methode hier zoo opneemt. In een stad als deze, waar de huisvrouwen haar plichten en huiswerk tot een minimum beperken, ten einde maximum tijd over te hebben om bui tenshuis door te brengen, is ..Klenus" een welkome gast natuurlijk. „Hij" let wel dat van deze machine altijd als persoon wordt gesproken zuigt tie tapijten schoon, ook uw gordijnen zoo ge wilt, bespaart veel tijd en arbeid. Oogenschijnlijk riet alles er keu rig uit, helderen de kleuren op, doch) wil s. v. p. niet in de hoekjes kijken. Hét is on mogelijk, dat wat een ouderwetse!)© huis vrouw er met een haarspeld of een kwastje aan stof uitpeutert, door een dikke tromp vergelijk den zuiger met een olifantssnuit, doch platter kan worden weggezogen Het is dus een schoonmaak „op z'n Haegsch" en een groot verschil met vijftig jaar geleden, toen ik jong meisje was en we juichten als thuis de kleeden op moesten, want dan gaf mama een groote danspartij op den houten vloer, die dan met kaarsvet werd bestrooid. Och, wat gaf dat een piet en een heerlijke afleiding in de schoonmaakdruktewant wij meisjes moesten mama flink medehelpen en boenden er even lustig op los als het dienst meisje. Tegenwoordig is dat wel een beetje an ders. Danspartijen geeft men niet meer thuis op houten vloeren, doch in ren gehuurd© zaal op een gccireerd parket, dat is wel zoo chic. Tegenwoordig helpen althans in de residentie en im groszeu Ganzen gespro ken de dochters hare moeders niet meer aan den schoonmaak, dat is vieux jeu. Die flanreien nu tusschen 34£ uur in de win kelstraten, om zich de mooiste modesnufjes uit te kiezen Ze verlaten de ouderlijke wo ning 's middags waar „Klenus" voor staat te dreunen en waar mama best alleen kan toe zicht houden op de twee menschon, die de slang hanteeren. Na drie dagen wachten, zuchten, moppe ren, kwam „Klenus", even vóór koffietijd. Als een dikbuikig schokkend monster stond hij vóór de deur te daveren, trillend en stam pend alsof 't hem niet beviel daar te moeten stilstaan. De slangen werden als reusachtige grijparmen door de ramen hoengelegd, en al schuivende met de opening van den tramp over het vloerkleed, werd de stof door de poriën van het kleed omhoog getrokken. Dat de werking van de zuigmachine een vrij sterke is, kon ik ondervinden toen ik de trom popen ing reus voor de grap op mijn japon liet zetten en ik de kille zuiging tot op het bloote lichaam voelde In den tijd van 3 uren werden twee kamers en een por taal stofvrij gemaakt, doch de naden tu»- suhen tapijt en wand konden niet radicaal gereinigd worden, omdat de tromp n;et pun tig genoeg is en er dus niet tussahcu komt. Ik geloof niet aan de overdreven verhalen, die hier de rondte doen, als zou Klenus alles bederven, als zouden de tapijten door de-zo wijze van reinigen zeer slijften, doch ik ge loof eerder dat de reinigings-methode niet afdoende is, en mee«r beschouwd' moet wor den als ren hulp, wanneer men spoedig klaar wil rijn. Klenus, als ealite Amerikaan, heeft ge- dacht „time is money" en als zoodanig zal zijne uitvinding steeds succes hebben, vooral hier >n Den Haag en in hóteis en groote inrichtingen, waar het „beter snel gedaan dan goed gedaan" gehuldigd wordt. Toen „Klenus" voor de deur stond, stuurde ik .Sientje even naar Jo, om te zeggen dat „hij" ei was. Na de koff'e kwam de heel© familie kijken. De tweelingen vroegen allerlei aan den machinist, die heel vereerd was door hen mijnheer Klenus genoemd te wor den, maar nog meer ingenomen scheen met het sigaartje, dat Henk hem aanbood. Jan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1