-
s
«de Jaargang.
Vrijdag 5 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
303.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1./5.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
f 0.75.
- 0.15.
Van 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Tegen ongewensohte vreemdelingen.
Daags voordat de Paaschvacantie voor het
Britsche parlement begon, werd door de re-
geeriug het in het vorige jaar onafgedaan
gebleven wetsontwerp yt beperking van de
immigratie van vreemde landverhuizers, op
nieuw ingediend. Den dag na het einde van
de Paaschvacantie werd dit wetsontwerp voor
de tweede maal gelezen en aan het einde vara
dit debat werd met 211 tegen 59 stemmen
besloten tot de behandeling van de artikelen
over te gaan. Daaruit blijkt, dat de kans
gunstig staat voor eene spoedige afdoening
van dit wetsontwerp. De openbare meening
wenscht blijkbaar, dat er iets gedaan wordt
tot beperking van de vestiging van onge-
wenschte vreemde elementera in Engeland, en
met deze stemming onder het volk houden
de regeering en de oppositie beiden rekening.
In eene memorie, die onlangs verschenen is,
zijn van overheidswege eenige gegevens ver
strekt over den omvang van do immigratie.
Naar schatting zijln van»de landverhuizers, die
in Engeland kwamen, na aftrek van hen die
doorreisden en voornamelijk naar de Veree-
nigde Staten gingen, verleden jaar 82,845 per
sonen in het vereenigde koninkrijk gebleven
in de twee vorige jaren waren deze cijfers 69,168
en 66,471. Van deze 82,845 personen waren
46,095 Russen of Polen, 4827 Skandinaviërs,
7084 Duitschers, 6564 Franscken, 2199 Oos
tenrijkers en Hongaren, 6300 Italianen, 513
Rumenen en 5181 van niet nader aangegeven
nationaliteit.
Het ia de toenemende immigratie uit Rus
land en Polen, die den wensch heeft doen
opkomen, dat Ue wetgevende macht aan dit
ondejwerp hare aandacht zou wijden. Het ge
tal der van daar afkomstige landverhuizers,
die voor 't meerendeel Joden zijn, bedroeg
28,511 "n 1902 30,04C in 1903 en 40,095 in
1904. Een deel vara de als blijvend opgegeven
landverhuizers verlaat het vereenigde konink
rijk weder na een verblijf van niet zeer lan
gen duur, met büstand van Joodsche onder-
steuningsvereemgingen, hetzij oih verder te
reizen naar ovoraeesche landen, hetzij om naar
het vasteland terug te koeren. Maar de mees
ten blijven voor goed en een deel van dezen
komt ten laste van de openbare armenver
zorging. In bet vorige jaar waren dit in Lon
den alleen 4162 personen tegen 3681 en 3234
in de beide vorige jaren, waarvan 2249 ge
neeskundige hulp genotera en 155 in liefda
dige inrichtingen een onderkomen vonden. Van
de 4162 waren 2598 Russen of Polen en 55
Rumenen (ook meerendeels Joden). Verder
werden in Birmingham, Cardiff, Leeds, Liver
pool, Mamche&ter en Sheffield 1685 onder
steund, waarvan meer dan de helft als Russen
en Polen vermeld zijn.
Verdere mededeelingen over het lot en het
gedrag van de immigranten bevat deze me
morie niet. Men verneemt b.v. niet hoevelen
met de Landenschen poEtiegerechten in aan
raking zijra, gekomen alleen is bekend, dat
do rechters in de terechtzittingen meermalen
hebben geklaagd over de slechte hoedanig
heden van deze landverhuizers. Het is ook al
gemeen bekend, dat de Russen en Polen op
een voor Engeland zeer lagen beschavings-
trap staan, dat zij de loonen drukken tot be
neden het peil van een menschwaardig be
staan en dat de meer ondernemenden onder
deze immigranten zich tegenover hunne eigen
landslieden gedragen als kleine bazen en hen
op schandelijke wijze exploiterenIn het
Londensche Eastend maakt de massa van de
vreemde immigranten een ongewenscht cle
ment der bevolking uit, dat de pogingen om
de daar gevestigde bewoners van Engelse hen
stam op te voeren, belemmert en voor een
goed deel zelfs verijdelt.
Het is dus in hoofdzaak voor oen belang,
dat meer bijzonder Londen raakt, dat dit
wetsontwerp moet dienen. Of het tegen het
nadeel, waarover wordt geklaagd, afdoende
hulp zal bieden, is eene andere vraag De
maatregel is inzonderheid gericht t gen die
vreemdelingen, die doordat zij geheel van
middelen ontbloot zijn, vervallen aan de open
bare armenzorgwanneer da.t geschiedt bin
nen een jaar na de komst van den betrok
ken persoon in Engeland of wanneer deze ge
durende drie maanden als landlooper heeft
geleefd, dan kan zoo iemand het land uitge
zet worden. Maar de grooto meerderheid van
de lieden, die men gaarne zou willen weren,
komt juist niet ten laste van de openbare
armbesturen, en dit is hieruit te verklaren,
dat, ten gevolge der mildheid van de in
Londen wonende rijke Joodsche familsën, de
onbemiddelde Jodlèn in het Eastend van
Londen dyor ren eigeu Jocdsch armbestuur
ondersteund worden, dat geheel van den
staat onafhankelijk is. Tegen de op die wijze
ondersteunden zal natuurlijk d)e wet buiten
toepassing blijven. De regeering zal zich in-
tusschen in ieder geval er op kunnen be
roepen, dat zij, door dit wetsontwerp in
te dienen, is tegemoet gekomen aan een
wensch, door hare aanhangers uitgedrukt, die
in Londen het grootste aantal van de zetels,
waarover de hoofdstad in het lagerhuis kan
beschikken, bezet houden. Eu de geringe op
positie, die het wetsontwerp vindt, is ver
klaarbaar, wanneer men in de Daily News
leest„De liberale vertegenwoordigers van
Oost-Londen hebben verzocht, dat er gacu
verzet zou worden gevoerd tegen Ie maatre
gel, en er is geen reden waarom de partij daar
aan niet zou gevolg geven. De mensohen den
ken, dat de wet hen zal helpen. Niets zal in
&taat 7.ijïi hen te overtuigen van hunne dwa
ling, dan de teleurstelling, die onvermijde
lijk zal volgen wanneer de wet door het par
lement is aangenomen.
Behalve de bepalingen tegen onbemiddelde
vreemdelingen, bevat het wetsontwerp nog
maatregelen om te zorgen, dat elementera,
die men in elk geval wil weren, niet aan land
kunnen komen. Daarom zullen landverhui
zers voortaan slechts in speciaal daarvoor aan
gewezen havens aan land kunnen gaan na
onderzoek door een daarvoor aangewezen
ambtenaar, bijgestaan door oen geneesheer.
Ieder persoon, die krankzinnig is, of id ioot,
of ziekelijk of gebrekkig zoodanig dat hij
ten laste moet komen van do gemeenschap, of
wel in het buitenland veroordeeld wegens een
misdrijf in de uitleveringstraktaten genoemd,
kan geen machtiging krijgen om aan land te
gaan. Het spreekt van zelf, dat politieke mis
drijven hierbuiten vallenaan bet asylrecht
zal niet getorud worden.
Engeland.
Londen, 4 Mei. Minister Balfour begroette
den Koning aan het Victoria-station bij zijne
terugkomst uit Parijs. Men meent, dat de
Koning den eersten minister zoo spoedig
mogelijk wenschte te ontmoeter. Dat tusschen
den Koning ©n den eersten minister roo spoe
dig na de terugkomst van Z. M. uit et bui
tenland een onderhoud plaats had, is iets
zesr buitengewoons.
Oostenrijk.
Weenen, Jf Mei. In de Kamer verklaarde
de minister van handel, dat het ge wenscht
is, vlug en zonder wijziging de tarieven vara
invoerrechten over te nemen. Zoo dat niet
het geval zal zijn. wordt het economische
leven van het land in gevaar gebracht.
De stemming moet noodzakelijk voor 1
Maart 1906 plaats hebben, om Oostenrijk in
staat to stellen de economische verhoudingen
tot andere landen en met Hongarije te rege
len.
De verklaring werd met toejuichingen ont
vangen.
Rusland.
Petereburg, 4 Mei. Gisteren is eene oproe
ping verschenen van het centrale comité van
de socialistische partij, waarin de arbeiders
worden aangespoord den 1. (14.) Mei in de
verschillende wijken van Petersburg te vie
ren en te beproeven een optocht tc houden.
Wanneer de politie daartegen mocht optre
den, moet men zich met de wapenen vervet
ten. De intelligente bevolking wordt aange
spoord ook door do daad do werklieden te
steunen en zich hij hen aan te sluiten.
Warschau, Jf Mei. Heden morgen begon
nen de onlusten in de wijk Wola. Werklie
den hielden trams en rijtuigen tegen. Toen de
kozakken kwamen, vuurde een man een revol
ver af en verwondde een kozak. Soortgelijke
rustverstoringen komen ook in andere deelen
van de stad voor.
Warschau, 4 Mei. Ten gevolge van de door
do socialisten genomen maatregelen om den
arbeid te doen stilstaan, is de geheele handel
en bedrijf op straat tegen den middag opge
houden. Kantoren en winkels werden geslo
ten; sommigen zelfs gebarricadeerd. Enkele
kooplieden, die hunne zaken trachtten open
te houden, ontvingen bezoek van piketten
werklieden, die hun bevalen onmiddellijk te
sluiten.
Een groot aantal huurrijtuigen werd aan
gehouden door troepen jongens, die de pas
sagiers tot .itstappen dwongen, soms met
geweld.
Engeland en China.
Chineesche bladen berichten, dat de regee
ring te Peking in Februari tot den Engel -
schen gezant het verzoek heeft gericht, de
overeenkomst betreffende Wei-hai-wei te ont
binden en, nu Port Arthur niet langer door
de Russen bezet is, eerstgenoemde haven
aan China terug te geven. Op last van zijne
regeering heeft de gezant geantwoord, dlat
eerst na de teruggave van Port Arthur aan
China de kwestie van Wei-hai-wei aan de
orde kon komenvoorshands was echter nog
niet na te gaan of Japan zijn nieuwe bezit
ting aan China zou teruggeven.
De bedoelde overeenkomst tussohen Enge
land en China werd den 2en April 1898 ge
sloten. Wei-hai-wei werd daarbij aan Enge
land in pacht gegeven op dezelfde voorwaar
den als Port Arthur (28 Maart te voren)
aan Rusland; de pacht zou loopen tot aan
do ontruiming van Liao-Tong door de Rus
sen.
Perzïë*
Het Petersburgsche telegraafagentschap
verneemt uit Teheran, dat de Sjah van Per-
zië Musapher ed Din, die den 7don Mei over
Bakoe do reis naar Europa zal aanvaarden;
hij heeft reeds afscheid genomen van het
corps diplomatique. De troonopvolger Mu-
hammed Ali Mirza is tot tijdelijk regent be
noemd.
Amerika en Japan.
De heer John Harp Hammond, een bekend
mijningenieur en persoonlijk vriend van presi
dent Roosevelt, 1 to Philadelphia in eene
voordracht verklaard, dat maar zijne meening
Japan door zijne hegemonie in Korea en
missch'en ook "•'n Mandsjoerije de gevaarlijk
ste mededinger van de Vereenigde Staten ;n
het verre oosten zou worden. Hij haalde bij'
deze gelegenheid de volgende uitspraak aan
van den voorzitter van het Japansche hooger-
huis„Wij hebben ali de leidende staat van
den Aziatischen vooruitgang den he'ligcn
plicht aan Chin.., Indië, Korea en alle Azia
ten, die in ons vertrouwen stellen en vatbaar
ziju voor beschaving, de helpende hand te
reiken. Als hun machtigen vriend wensch en
wij hun te bevrijden van hot juk, dat Europa
hen heeft opgelegd, opdat zij aan de wereld
kunnen bewijtzen, dat het oosten in staat is,
zich met het westen op elk slagveld te
meten."
Volgens den heer Hammond vloeit u;t
deeen oorlog de noodzakelijkheid voort, reus
achtige vloten met sterke vloot bases in den.
Grooten oceaan te onderhouden. Tusschen de
beide Engelsch sprekende natiën moeten de
intiemste betrekkingen verkregen worden.
Vereenigde Staten.
Het bestuur van de goederenbeurs te New-
York en de Kamer van koophandel te Bal-
timore hebben besloten bij den staatssecreta
ris een protest in te dienen tegem de nieuwe
Duit-sche graanrechten. Zij verlangen ter
stond diplomatieke stappen om aan Duitsck-
land de onrechtvaardigheid van het nieuwe
graanrecht te bewijzen.
Washington, 4 Mei. Het internationaal
spoorwegcongres werd heden officieel geo
pend door senator Fairbanks.
Er waren 450 afgevaardigden aanwozig,
onder wio 300 vreemdelingera.
Australië.
MelbourneJf Mei. De voorraden op 1 Ja
nuari meegerekend, raamt men dat de Austra
lische oogst voor het loopende jaar liet
Australische verbruik, berekend op 200,000
ton, geheel zal dekken.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
De Russkija Wjedomosti berekent de
strijdkrachten, die thans ter beschikking
van generaal Linewitsck staan, op hoogstens
335,000 man. Tengevolge van de verliezen bij
Moekden, is de sterkte van het leger van
350,000 tot 200,000 gedaald. Later aange
komen versterkingen, era wel het vierde leger
korps, twee scherpschuttersbrigadende Kau-
k arisch o kozak ken divisiën en zes batterijen
bergartillerie, bedragen 65,000 man. Boven
dien rijn 60,000 man aanvullingstroepen aan
het front aangekomen en rijn 10,000 genezen
gewonden daarheen teruggekeerd.
De strijdmacht, die de bevelhebber in het
district Wladiwostok tot zijpio beschikking
heeft, bedraagt 45,000 man. De regimenten
scherpschutters rijn door hot vormen van
vierde bataillous versterkt. Een uit Wladi
wostok te Petersburg teruggekeerde officier
bericht, dat de versterkingen zich in schit
terenden toestand bevinden en dat er over
vloedig oorlogsmaterieel voorhanden is.
Er worden weder kwade noten gekraakt
van de Tsoeragoezen, die in het westelijk deel
van Mandsjoerije zoo erg huis houden, dat de
bevolking voor hen op de vlucht gaat. Erger
is voor de Russon, dat rij de spoorwegverbin
ding bedreigen. Zij zijn in het bezit van Ja-
pansch geschut en Japansche instructeurs
rijn bezig hen tot soldaten te vormen.
Uit Hongkong wordt door Laf fan's bu
reau bericht, dat de stoomboot Devaworagse,
dio daar den 2dera Mei aankwam, den 29sten
April, te 4 uur 's nam., 28 schepen van de
Oostzee-vloot gezien heeft in de baai van
Nhatrang, 60 mijlen benoorden Kamranh.
Een schip met drie masten en twee scboor-
steeraen, wiaarop acht kanonnen konden wor
den waargenomen, de«d door signalen de go
bruike'ijkc vragen.
Malakka, 4 Mei. Heden namiddag half vijf
passeerde hier een Russisch eekader, bestaan-
do uit vier linieschepen, een gepanteerden
kruiser, een kanonneerboot en vijf kolensche
pen, varende in Zuidelijke richting.
Londen, 4 Mei. (Pall Mal'. Gazette). Vol
gens hier ontvamgen particuliere berichten
zijln de transportschepen „Marie Cham" en
„Hermin© Hessen Muller", die met Nebogvv
tow's eskader den 7era April Djiboeti verlieten,
te Sabang aangekomen, beiden met bescha
digden boeg.
Singapore4 Mei. De stoomboot Selangu
passeerde de Oostzeevloot. Men vermoedt, dat
de divisie van Nebogatow heden morgen om
9 uur op de hoogte van Jugra was in de
straat van Malakka.
Singapore, 6 Mei. In de schemering pas
seerden heden morgen half zes schepen van
de Oostzeevloot Haze. Zes oorlogsschepen en
vier kolenschepen werden gezien.
De commandant van de Franache zee-
strijdkrachten in Indochina, admiraal Do
Jonquirès, heeft de haven van Saigon ver
laten aan boord van de Guichent met onbe
kende bestemming.
Bferichten uit Russische brora, dio te Pe
tersburg ontvangen rijn, melden dat de te
Wladiwostok verblijft houdende kruisers die
haven verlaten hebben.
In Tokio loopt het gerucht, dat do bestem
ming van de Russische Oostzeevloot thans
Petropowlowak in Kamsjatka zou rijn, en
niet Wladiwostok. Men zegt, dat de Russen
stecnkolenvoorraden te Petrouawlowsk bij
eenbrengera, maar het wordt als onwaar
schijnlijk beschouwd, dat zij plan zouden
hebben zich veel van dit punt te bedienen,
omdat hot onmogelijk is daar te lamd vol
doende verdedigingswerken te bouwen.
Volgens de correspondenten van de Russ-
kija Slovo en de Ross znllen do vijandelijk
heden -weldra op groote schaal hervat wor
den. In de militaire '-ringera is men van
meening, dat maarschalk Oyama do inslui
ting van Wladiwostok zal verhaasten om do
eenige basis van admiraal Rodjestwensky af
te snijden. Men verwacht de voreeniging van
de eskaders tegen 9 Mei, omdat Nebogatow
waarschijnlijk koléra zal moeten innemen, al
vorens Hainan te bereiken.
Tokio, 4 Mei. De pers gaat voort Frank-
rijk's uitlegging, de onzajdigheidsverphebtin-
gen in Indochina, scherp tc critisecren. Do
Jiji dringt bij de reeering er op aan zelfstan
dig op te treden tot bescherming van de na
tionale belangen en verklaart, dat verantwoor
delijkheid voor do uitbreiding van de vijan
delijkheden bij Frankrijk berust.
55 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
De prinses lachte harteUjk.
„Weet ge wel," vroeg rij., „dat uw oom mij
vroeger al gezegd heeft, dat hij mij voor een
soort van sphinx hield? Maar lüj had onge
lijk. Elr komen ©ogenbükken in mijn leven,
dat de Duitach© sentimentaliteit, die ik van
mijn moeder heb, al het andere overheerseht.
Dat is het eenige. Laat het portret, zooals
het door u geschilderd werd. Zoo ben en zoo
I-lijf ik. Al dat andere is slechts van voorbij-
gaanden aard."
„Ook wat giji mij gezegd hebt van uw al
leen-staan op de wereld?"
„Och ja, dat misschieu ookDe sentimen
taliteit schijnt mij vandaag bijzonder te heb
ben beheerscht!"
„Op mijn woord, daar heb ik weer de uit-,
drukking vara 't portret, trek voor trekl Nu
kunnen wij voort werken maar voor mijzelf
maak ik denkelijk nog een schets met de
andere uitdrukking
„Zoudt ge mij soms als het beeld van Janus
met twee gezichten op de tentoonstelling wil
len brengen?"
,,'t Zou zeker heel veel opzien baren
De deur der slaapkamer werd geopend.
„Hoe laat is 'tal? Mijn horloge is blijven
stilstaan en ik heb zoo vast geslapen, dat ik
niet kan nagaan hoelang."
Met die woorden vertoont© tante Anna
zich weder in het atelier.
Egbert zag op zijn horloge.
,,'t Is tijd om naar huis te gaan," zeidc de
prinses. „Hoe gaat het met uw hoofdpijn,
tantetje?"
„Best! Ik beu ze door 'tslapen geheel en
al kwijt geraakt."
De prinses greep naar haar mantel en
sloeg haar sluier voor 't gelaat.
„Ik heb mijnheer Egbert mijn sphinx-ring
gegeven," zeide zij intusschen. „Zie eens,
tante, ik vind, dat hij aan rijn hand mooier
staat dan aan de mijne en hij zal daaraan
ook niet, zooals ik, rijn handschoenen stuk
maken, want hij trekt die nooit aan."
Egbert lachte, en tante Anna stond op het
punt hare verwondering te kennen te geven,
maar de prinses behandelde de geheele zaak
als iets zoo eenvoudigs en natuurlijks, dat
de goede dame er niet toe kon komen, om
haar bedenkingen in 't midden te brengen.
Toen Egbert alleen was, stond hij naden
kend voor het portret der prinses. Vandaag
was er van 't schilderen niet veel gekomen.
Toch vond hij, dat die oogen hem nu met
een geheel anderen blik aanzagen, dan ze 't
vroeger hadden gedaan. Eindelijk wendde
hij zich af van het beeld en haalde hij we
der Nanni's brief uit den zak. Hij sloeg 't
venster open, nam in den vensterbank plaats
en las nog eens, wat Nanni hem geschreven
had. Van 't plekje, waar hij gezeten was,
had hij een ruim uitzicht op den helderen
hemel.
Egbert zag opwaarts, toen hij deu brief
van 't begin tot het einde had overgelezen.
„Ja, ja," jubelde het in zijn binnenste,
„boven mij schijnt de zon van 't geluk, de
zonne der kunst! Arme, kleine Nanni, go
zult niet te vergeefs op mij Wachten. Aan
mijn hand zult ge ook eenmaal een zonnig
levenspad inslaan, verlost van alle duister
nis, die u het bestaan zoo moeilijk maakt."
Met Nanni's brief in de hand, bleef Eg-
bert nogmaals voor het portret der prinses
stilstaan. De kunstenaar genoot niet zoozeer
van zijn werk, als -wel van al het schoone
dat het hem in herrinnering bracht en hij
vestigde wederom rijn oogen op den brief.
„Ik dank u, Nanni," zeide hij in zichzelf,
„ik. dank u, dat ge mij gevrijwaard hebt om
liefde op te vatten voor mijn vriendin
Daarvoor zeg ik u hartelijk dank!"
Toen borg hij rijn schildergereedschap
weg en greep naar zijn breedgeranden hoed.
Hij kou 't op rijn kamers niet meer uithou
den, hij moest in d© vrije lucht wezen. Het
was hem, alsof die ring met de sphinx hem
aan den vinger brandde en tusschen de woor
den van Nanni's brief, die hij voor zich zelf
herhaalde, klonk hein het lachen der prinses
in do ooren, toen zij zeide „Ik heb menig
maal oogen blikken van sentimentaliteit, dat
is het eenige!"
Hij spoedde zich de trappen af, die naar
het kleine tuintje voor het huis voerden.
Een zwartoogig meisje, dat daar met wasch-
goed bezig was, groette hem lachend en ging
daarop voort haar liedje te zingen, dat rij
bij zijn nadering had afgebroken.
Wat zij zong verstond hij niet, maar on
willekeurig nam hij, al voortloopend, de me
lodie van het liedje over on j>aste daarop
woorden van eigen vinding toe.
„De sterren, ik begeer ze niet,
'k Verheug mij in haar pracht
En zoo liep hij verder.
HOOFDSTUK XIX.
De gravin Von Mellow en tante Anna
hadden afgesproken om gezamenlijk de villa
Livia t© gaan bezoeken era dë prinses zoowel
ab Kurt, hadden zich zonder tegenspraak cr
in geschikt om mede van de partij te rijn.
De villa ligt buiten de stad, op, of juister
gezegd, tusschen kleine, kale heuvels, en met
een gemakkelijke, goed onderhouden trap
daalt men naar de gewelfde, dooh evenmin
groote als hooge vertrekken af, welker wan
den met schoon, oud schilderwerk bedekt
rijn het oudste schilderwerk wellicht, dat
men te Rome vindt, als men de muurschil
deringen der graven uitzondert.
Tante Anna en de gravin liepen arm in
arm en onderhielden rioh uitsluitend met
elkaar. Er bleef den twee jongeren letterlijk
niets anders over dan te zwijgen of 't ge
geven voorbeeld te volgen. Kurt Mellow gaf
aan dit laatste de voorkeur. Hij vertelde
Mascha het oen en ander van t schilderwerk
in 't zoogenaamde huis van Livia, gelegen
tusschen do bouwvallen der keizerlijke pa
leizen, die de prinses nog niet had bezocht.
„Ik denk wel, dat het hier zal rijn als
daarginds," 7.oide hij. „Men heeft door dio
muurschilderingen beproefd om do vertrek
ken grooter te doen schijnen dan ze inder
daad zijn, ccra soort van vergezicht gemaakt,
waarop het oog met grooter welgevallen
staart dan op oen egale kleur van den wand
of op de geometrische figuren van ons be
hangselpapier."
Mascha knikte toestemmend.
„Do oude volkeren haddon er slag van de
kunst tot practische doeleinden aan te wen
den en het dagelijksch loven er mede op te
sieren," zeide rij.
„En wij beginnen dat zoo langzamerhand
van hen af te kijken," meende hij. „Denk
maar eens aan de mooie verzameling in het
mqaeum van kunstnijverheid te Berlijn,
waar toch alles getuigt van de toepassing
der kunst op de dingen van dagelijksch ge
bruik."
Mascha zweeg. Zij vermeed het steeds, met
Kurt Mellow over Berlijn te spreken, en de
herinnering aan het kunstmuseum, waar rij
met enkele omtrekken een schets van hem
had gemaakt, die hij zelf in handen had ge
had en bijna had gerien, die herinnering
sloot haar den mond.
Maar Kurt, Mellows gedachten schenen
bij voorkeur bij dit zelfde museum te willen
verwijlen.
„Herinnert ge u nog onze ontmoeting
daar?" vroeg hij. „Dat's eigenlijk de eenige
maal geweest, dat we verstandig met elkan
der hebben gesproken, zonder eon bits
woord."
„O, in den gewonen conversatie-toon wis
selt men immers in den regel geen bitse
woorden," antwoordde rij een weinig koel,
„maar geheel eens waren wij het daar, go-
loof ik toch ook niet."
„Ei, herinnert ge u ons gesprek nog?"
„Ik heb helaas, een vervelend goed geheu
gen,"
Kurt Mellow beet rich op dc lippen. Hij
dacht aan zijn ontmoeting met Mascha in
hel magazijn van Joftbv, en liaar «poet het,
dat zij onwillekeurig iets had gezegd, dat
kon doelen op een omstandigheid, die zij
had willen ignoreeraen.
Wordt vervolgd.