305 3d" Jaargang:. Dinsdag 9 Mei 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. RSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1./5. Afzonderlijke nummers- o.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telen hoon nummer 66. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt De Marokko-tjuaestie. Het gerucht heeft weer geloopen van het aanstaande aftreden van den heer Delcassé als minister van buitenlandsche zaken in Frankrijk. Dat gerucht is wel is waar tegen gesproken. maar couleur de rose schijnt het toch niet te zijn tusschen dezen minister en zijne ambtgenooten. Kort voordat de Kamer met vacantie ging. heeft de minister-president door zijne tusschen komst Delcassé gered van den val, waarmee hij werd bedriegd. Maar het gevolg daarvan' schijnt te zijn, dat de heer Bouvier zich nu meer met het buiten landsche beleid der regeering, en inzonder heid met de zaken in Marokko, bemoeit, dan aan het hoofd van het departement aange naam is. Daaruit laat zich het ontstaan van dit gerucht verklaren, en het is de vraag of de oorzaak van wrijving nu is weggenomen, zoodat men van die geruchten voortaan niet meer zal hooren. Dat er wrijving bestaat, bevestigt de oud- minister de La nessan in een artikel, dat in de Siècle is opgenomen. He+ heeft zijne vol komen instemming gehad, dat de minister president den minister van buitenlandsche zaken, ondanks diens tekortkomingen, heeft gedekt en hem niet heeft laten gaan, maar hij heeft dit slechts goedgekeurd in de onder stelling. dat Delcassé de door hem begane fouten weder zou goed maken. Dat is echter, zoo gaat de Sc'ir. voort, niet geschied. Men moet blind ziijn om niet te zien, dat er in het ministerie twee zeer duidelijke waarneembare stroomingen lieerschende eene, door den minister-president geleid, is zeer kalm; de andere, die veel levendigi - is, wordt, onge twijfeld van de Quai d'Örsay uit geleid, en men moet wel gelooven, dat een deel van het kabinet de persberichten verspreidt, die het andere deel van hetzelfde kabinet terstond tegenspreekt. Dat is een toestand, die ernsti ge gevaren in zich sluit. Wanneer verschillen van meening slecht3 op de binnenlandsclio politiek betrekking hebben, dan zijn zij van geringe beteekenis; anders is het echter, wanneer de belangen van Frankrijk zelf en zijne betrekkingen tot andere staten op het spel staan. Be Schr. werpt dan een blik op de Marok- kaansche kwestie en op de verschillende ge zantschappen, die z"ch naai' Fez begeven, en zegt daarvan,,Wat in Fez gebeuren zal, is veel gevaarlijker dan men in onze regeerings- kringen schijnt aan te nemen. Aan den an deren kant is onze toestand aan de Alge- rijnsch-Marokkaansche grens alles behalve goed. Om deze dubbele reden zouden wij gaarne willen weten wat de regeering denkt, en wat zij voornemens is te doen, hoe zij de begane fouten wil goedmaken en op welke wijze zij voor deze belangen wil opkomen, zonder die van eene andere natie le bcnadee- len. Whebben tot dusver vele met elkaar strijdige berichten gelezen, maar wij hebben nog geen enkele regeeringsdaad gezien. Dat is een gevaar, waarop wil ons veroorloven de volle aandacht van den minister-president te vestigen. Er zijn te veel diplomaten #op het tooneel, dan dat wij niet zouden moeten vreezen, dat nieuwe fouten worden be gaan." Men ziet uit deze wooiden van den invloed rijken hoofdredacteur n de Siècle, dat de kritiek over het beleid in Marokko in Frank rijk vooreerst nor niet zal verstommen. In tegenstelling daarmee vindt de politiek van de Duitsche ïegeenng in dezelfde zaak in Duitschland bijna algemeene instemming, tot zelfs n do kringen van de sociaal-democratie. Als bewijs daarvan kan dienen het betoog, dat de gewezen afgevaardigde Calwer in de Sozialistische Monateliefte levert om op te komen tegen de meening, dat Duitschlands belang bij de toekomst van Marokko kunst matig opgeblazen wordt. Hij schrijft .Wanneer dit juist was, dan zou de tegen werking van de Fransche politiek door Duitschland, die inzonderheid duidelijk blijkt uit het bezoek van den Keizer in Tanger, niets minder dan een meesterstuk van diplo matieke kunst zijn. Maar voor Duitschland is de toekomstige economische en politieke ontwikkeling van Marokko volstrekt niet zoo onverschillig. De handelscijfers geven voor de beoordeeling van deze vraag niet deu door slag. Vooreerst ;elt Marokko, dat men wegens zijne natuurlijke rijkdommen reeds het Afrik aansche China genoemd heeft, tot de vruchtbaarste en best gelegen streken van de geheele aarde. En let weldit gebied is in dustrieel nog niet ontsloten. De exploitatie van de minerale schatten is verboden, haven werken, spoorwegen ontbreken. Het land, waaraan het protectoraat van Marokko ten deel valt, zal dus aan zrine industrie zeer belangrijke voordeelen kunnen verzekeren, die volstrekt niet worden uitgesloten door t waarborgen van het beginsel van de open deur. Er zijn zoo vele middelen van indirecte be voord eeling, door welker toepassing juist Frankrijk zich tegenover zijne koloniën heeft onderscheiden. Een kenner van het land, dr. P. Mohr, verlangt in het belang van Duitsch land. dat in het geval van eene ontsluiting van Marokko het door Duitsehers verkregen grondbezit erkend, vrijheid van vestiging voor Duitsche kolonisten gewaarborgd, en het moor&ehe belasting'telsel door afschaffing van het- verbod van uitvoer, van de overdreven uitvoerrechten en van de onnoodige poort rechten zal worden gereorganiseerd. De poli tieke zijde van de kwestie kan echter Duitsch land ook niet onverschillig zijn. Frankrijks streven naar het protectoraat over Marokko heeft zijn reden voornamelijk in de bevorde ring van zijne positie als groote mogendheid aan den Atlantischen oceaan. Frankrijk spe culeert op de havenplaatsen Rabat. Mediva, Casablanca, Mazagan en Mogador. De poging van Frankrijk om zijn doel achter Duitsch lands rug te bereiken, kan des te minder ge negeerd worden, omdat de Sultan van Marok ko zich tot Duitschland wendde met de vraag of het juist was. dat Frankrijk zijne eiscben stelde in naam van Europa, zooals de Fran sche gezant Saint-René Taillandier beweerde. Er was dus voor Duitschland eene alleszins gegronde aanleiding, om zich te bemoeien met de behartiging van zijne belangen in Marok ko. Zelfs Fransclie staatslieden kunnen niet nalaten, het optreden van Duitschland als rechtmatig te erkennen." Frankrijk. Over de verhoudingen in het Fransche ka binet deelt 3e correspondent van de Neue Freie Presse mede, dat er weder eene Del- cassé-crisis voor de deur staat. De minister van buitenlandsche zaken zal nog voordat de Kamers weder bijeenkomen, zijne porte feuille neder leggen. Hij zal of door Rouvier zelf of door een diplomaat van het vak ver vangen worden: Barrère of Cambon, b:tden gezanten die zich groote verdiensten hebben verworven en op de toenaderingspolitiek on zer dagen, die naar 't schijnt de alliantie- politik zal vervangen, van gunstigen invloed geweest zijn. Cambon heeft als gezant te Londen, Barrère als gezant te Rome het toenaderingswerk verder gebracht. Beide di plomaten staan ook te Berlijn zeer in aan zien. Parijs, 8 Af ei. Bij de behandeling van de complotzaak voor de rechtbank ontkende Tamburini, dat hij had getracht personen aan te werven, Volpert eveneens. Kapitein Mo- reau verklaarde, dat Tamburini een plan op maakte om zich meester t. maken van de gebouwen der ministerxeele departementen en van het Elysée. De kapiteins Metivier en Marvis legden gelijksoortige verklaringen af. Zweden en Noorwegen. Da bijzondere commissie van de storthing tot behandeling van de oonsulaat-kwestie, heeft haren arbeid voltooid en het resultaat neergelegd in twee rapporten. Het eene rap port bevat het ontwerp van eene wet, die de oprichting van een eigen consulairen dienst voorschrijft, maar de verhouding van dien dienst tot de diplomatie niet aanroert. Het andere rapport bevat een voorstel om de rogeering te machtigen den gemeenscbap- pelij.kan consulairen dienst op te zeggen. Tevens wordt voorgesteld de noodige geld middelen toe te staan voor de oprichting van een bijzonderen Noorweegschen consu lairen dienst. Rusland. Het tweede zemstwo-congres, dat in het laatst van de vorige week te Moskou is bijeen- fekomen, heeft zijne eerste vergadering ge- ouden ten huize van prins Doigoroekow. 132 personen namen deel aan deze vergadering, i:e een particulier karakter droeg. 27 zemst- wo's hadden elk vier afgevaardigden geko zen in zeven zemstwo's hadden de react;o- naire adelsmaarschalken dat belet.. Ook de meeste voorzitters der provinciale uitvoeren de comité's waren tegenwoordig. De beraadslagingen werden geleid door graaf Peter Heiden. Nikolaas Kokoschkin zette het program van het tegenwoordige con gres uiteen. Dit Vcvat de bijeenroeping van twee kamerseen Tweede Kamer die onder het algemeen stemrecht saamge9teld zou wor den en een Eerste Kamer, saamgesteld door de zematwo's en doema's, welke echter op nieuw geregeld moeten worden op democrati- schen grondslag, door de verkiezing van een grooter aantal afgevaardigden van den boerenstand. Hoofddoel van het streven is de samenstel ling. De debatten zullen drie dagen duren. In de eerste van een vertegenwoordigend lichaam, waaraan de uitvoering opgedragen zal worden van de hervormingen waartoe de regeering reeds 'n November besloten heeft. De meeste afgevaardigden der zemstwo's dringen aan op eene nationale vertegenwoor diging in den ruimste® zin. Moskou, 8 Mei. Het congres der zemstwo's verklaarde zich in de vergadering van heden met 127 tegen 8 stemmen voor algemeen kiesrecht, met 87 tegen 49 stemmen 'wa recht st ree ksche verkiezingen en met 107 te gen 29 stemmen voor de instelling van twee kamers. Kreta. Kanen, 9 Mei. In het dorp Melidoni, pro vincie Mylopotamos, district Rethymo, heeft do aanvoerder der opstandelingen Birakis een aantal gendarmen omsingeld en ontwapend. Hij noodigde hen uiit zich bij de opstande lingen aan te sluiten en liet de anderen vrij naar de stad terug te keeren. Na eenige be sprekingen sloten zich sommigen bij hem aan. In Soeda doodden Russische matrozen van de kanonneerboot „Choubry" een kameraad van een torpedoboot door een steenworp De Engelsche kruiser „Venus" is van Re thymo weder te Kanea teruggekeerd. Perzië» Parijs, 9 Mei. De Figaro bericht, dat de Shah van Perzië de uitnoodiging van Ko ningin Wilhelmina om Nederland te bezoe ken, heeft aangenomen. Japan. Volgens een bij het Japanscbe gezantschap te Londen ingekomen telegram, bedroegen de inteekeningen voor de vijfde Japansche sckatkistleening omstreeks 490 millioen yen, waarvan omstreeks 30 millioen boven de koers van uitgifte. De oorlog in Oosi-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Van officieuse Russische zijde wordt het gerucht tegengesproken, dat grootvorst Ni kolaas Nikolajewitscb in zijn rapport aan den Czaar tot de slotsom is gekomen, dat het onmogelijk Is den oorlog voort te zet ten. Integendeel toont de grootvorst in zijn rapport aan, dat alle maatregelen genomen zijn om de vijandelijkheden tegen Japan met grooter kracht voort te zetten. Petersburg, 8 Mei. Generaal Linewitsch be richt den Czaar van gisterenDen 4en Mei drong de Japansche ruiterij de vooruitge schoven cavalerie afdeelingen aan onze rech terflank terug. Petersburg, 8 Mei. Het Pctersburgsohe Te legraaf agentschap meldt uit Godsiadan van 4 Mei, dat over het geheele front een leven dige beweging van vijandelijke patrouilles merkbaar is. Aan de rechterflank der T tu ners namen infanterie en cavalerie Sanligau. De kozakken gingen terug tot op den linker oever van de Liacho voor den druk, die werd uitgeoefend door de Japansche cavalerie en door Tsoengoezen. Chineezon beweren met beslistheid, dat eene groote Japansche af- deeling van de kust van Korea oprukt in de richting van Kirin. Saigon, 8 Mei. De Russische vloot, die van Hongkohe zich naar het zuiden had gewend, werd door admiraal Jonquière ont dekt in de nabijjheid van de baai. Admiraal RodjestwenSky verklaarde on middellijk het anker te zullen lichten. Nu de divisie van Nebogatow, uit vier linieschepen en vier hulpkruisers bestaande, den 5én Mei Singapore is voorbijgevaren en daarna koers genomen heeft naar het noor den, is het mogelijk, dat binnen zeer kor ten tijd de vereeniging van deze divisie met het hoofdeskader van admiraal Rodjeswensky te verwachten is. Den 8en April is de divisie Nebogatow van Djiboeti vertrokkenzij heeft dus 27 dagen besteed om den weg naar Singapore af te leggen, een afstand van 3350 zeemijlen, hetgeen dus overeenkomt met 120 zeemijlen per dag en slechts 5 zeemijlen per uur. Een grootere snelheid was niet te ver wachten, want het vermogen van de schepen van Nebogatow om kolen tc bevatten, is van dien aard, dat er wel drie dagen lang met 14 A zeemijlen in het uur snelheid gestoomd en ceil afstand van 1000 zeemijlen in één traject afgelegd zou kunnen worden, maar wanneer een afstand van 5000 zeemijlen valt af te leggen, de snelheid tot vijf zeemijlen moet worden verminderd, opdat de kolen- voorraad toereikend zij voor dezen langen afstand. De van Djiboeti tot Hongkoë, het vermoedelijke punt van vereeniging, af te leggen afstand bedraagt 4600 zeemijlen, en is dus nagenoeg het uiterste wat van schepen van het type Ni colaas I en Admiraal-gene raal Apraxin achtereen kan worden gevergd. De afstand van Singapore naar Hongkoë be draagt 1200 zeemijlen, en om dien afstand af te leggen bij 5 zeemijlen snelheid in het uur. zijn tien dagen noodig. De divisie van Nebogatow kan dus, als er geene voorvallen, die vertragend werken, zich voordoen, in het gunstigste geval de Hongkoë-baai den 15en Mei bereiken. Wanneer de tocht met dezelfde snelheid wordt voortgezet, zal er voor de verdere reis naar het langs den kortsten weg nog in ronde cijfers 2000 zeemijlen verwijderde Wla- diwostok een tijd van zeventien dagen noo dig zijn. Dez? afdeeling zou dus, als zij tegen het einde van Mei van Hongkoë in zee gaat, eerst in de tweede helft van Juni haar eind doel kunnen bereiken, gesteld dat er geen incidenten voorkomen, die haar dit beletten. Wanneer admiraal Rodjestwensky voordat hij verder gaat naar het noorden, de vereeni ging met Nebogatow bepaald wil volbrengen, hetgeen door sommigen als boven twijfel verheven wordt aangenomen, door anderen echter in twijfel wordt getrokken wegens de vertraging van de operatiën, die daardoor onvermijdelijk zou ontstaan en wanneer admiraal Togo aan den anderen kant er on wrikbaar aan vast houdt, zooals meer en meer waarschijnlijk wordt, om een gevecht eerst in de Noord-Chineesche zee, of wel in de Ja pansche zee aan te nemen, dan zullen de on zijdige®, die met spanning de gebeurtenissen afwachten, hun ongeduld nog zeer moeten betoomen. In dat geval zijn gewichtige ge beurtenissen ter zoe niet voor 5 a 10 Juni te verwachten. Londen, 8 MeiDe Telegraph, de Standard en de Times bevatten telegrammen uit Tokio, die de verontwaardiging van Japan besohrijr ven over wat genoemd wordt Frankrijks ver- waarloozing van zijne plichten als onzijdige staat. Het artikel van de Times houdt in, dat als er niet spoedig oplossing van de moeie- lijkheid gevonden wordt, de toestand zeer acuut en betreurenswaardig zal worden. Frankrijk moet wel bedenken, dat Engeland geen keus zal hebben en zich er bij zal moe ten neerleggen, wanneer de door Japan be weerde feiten blijken juist te zijn en wanneer Japan ons dan vraagt onze bondgenoot schappelijke verplichtingen te vervullen. Londen, 9 Mei. De bladen erkennen, dat de toestand onbevredigend is, maar beschou wen hem niet als kritiek. De Timee, de Standard, de Telegraph en do Post sympa thieseren met de verontwaardiging van Japan over den aan den vijand verleenden steun en doen uitkomen, dat Engeland besloten is zijne bondgenootschappelijke verplichtingen uit te voeren, wat het ook moge kosten, maar zij erkennen de bezwaren, die voor Frank rijk ontstaan uit zijne tecre positie, en zeg gen, dat de Japanners zich er wel vau be wust zijn, dat de uitbreiding van den oorlog zou blijken eerder een voordeel voor Rusland dan voor Japan te zijn. Parijs, 8 Mei. Een nota van Havaa houdt in, dat in tegenspraak met de beweringen van buitenlandsche agentschappen Frankrijk 57 Itomcn van MGItlTZ VON REICIJEN BACIL Egbert Remmert, die zich onder de aan wezigen bevond en wist, dat ook de prinses op het feest zou komen, had te vergeefs naar haar gezocht, om aan hare rijde de voorstel ling, waaraan hij niet behoefde mee te doen, bij te wonen. Weldra werd hij door eon groep levenslustige jonge kunstenaars vast gehouden, en gaf hij alle verdere pogingen om de prinses to zoeken op, het aan het toe val overlatend, of hij haar al dan niet dez9n avond nog te zien zou krijgen. Om negen uur begon de tooneelvoorstel- ling, dio een vroolijk amalgama van humor en phantasie heette te rijn. In een allerplechtigstc raadszitting van de vroede mannen der goode stad Leipzig, in middeleeuwsch kostuum, trad plotseling, door een rijken hofstoet omgeven, niemand anders op, dan de koningin van Schoba,, in hoogst eigen en zeer bezienswaardig per soon. Zij1 deed den edelachtbaren hoeren kond, dat zij gekomen was om aan de goede stad en hare burgers cn burgeressen een be zoek te brengen. Do vroede mannen gingen nu beraadslagen wat hun te doen stond om zulk een eerbiedwaardige bezoekster barer waardig te ontvangen en waren het weldra eens, dat 't voor» haar zeker iets nieuws zou zijn een voorstelling van levende beelden te zien. AJdus werd bi-sloten, een voorstelling te geven, van levende beelden en tot de mede werking daaraan de schoonste burgerdoch ters uit. te noodigen. De koningin van Sche- ba nam daarop met haar gevolg onder de toeschouwers plaats, De raadszaal werd ontruimd, het achter scherm werd weggetrokken en op de verhe venheid, zoodoende ontbloot, begon de toe gezegde voorstelling. Op een der voorste rijen zaten onder de toeschouwers tante Anna en gravin Mellow, die, naar het scheen, reeds onafscheidelijke vriendinnen waren geworden, eu naast die twee dames. Kurt Mellow en de prinses. Do graaf had des morgens biji de prinses cn haar tante een bezoek willen afleggen, doch toen van Mascha's kamenier de tijding gekregen, dat de dames niet thuis waren. Met ongeduld had! hij daarop den avond verbeid, doch deze had hem tot op dit «ogen blik weinig gelegenheid verschaft om met Mascha. te spreken. Zij was voortdurend door kennis-en omringd geweest en had zich zoo aanhoudend en levendig met anderen onderhouden, dat do uitdrukking van Mel low s gezicht van kwartier tot kwartier som berder was geworden. Nu zat hij naast baar bij de vertooning der levende beelden, maar in haar oogen lag iets, dat hem nieuw was en hom verontrust te, zonder dat hij zich in staat gevoelde daarvoor een verklaring te vinden. Dikwijls, als hij haar onverwachts aansprak, trof hem een warme, levendige blik, die rijn hart- on stuimig deed kloppen, maar in 't volgend oogenblilt vond hij haar daarentegen koeler en vormclijker dan ooit te voren, en wat hom het meest onverklaarbaar voorkwam, was, dat er menigmaal een niet to misken nen uitdrukking van angst-, van ernstige be zorgdheid, op haar gelaat te lezen stond. Zoo was het eerste tableau, waarin Cleo patra door hare slavinnen wordt getooid, en het tweede, dat Guido Reni voorstelde, het beeld van Beatrice Cenci in de gevangenis schilderend, voorbij gegaan en door het- pu bliek met luiden bijval, door Kurt Mellow en de prinses met groote verstrooidheid aan schouwd. Toen voor de derde maal de gordijnen vaneen werden gehaald, vertoonde het tooneel een tuin, waar „de witte waat'ren ruischten," en waarin de koningsdochter uit het gedichtje van Heinrich Heine den slaaf ontmoet, van wien zij naam en afkomst wil weten. „Ik hoor tot den stam der Aora's, Die, als zij beminnen, sterven!" Dat stelde het tableau voor. Zij, die als koningsdochter optrad, be hoorde tot de vreemdelingenkolon'e, een lieve, jeugdige verschijning met zachte Gre- the-oogen, tot welke de in volle mannen schoonheid prijkende slaaf, door oen ItaJi- aanscho schilder voorgesteld, bewonderend opzag. ..Denkt gij, dat deze loot uit den stam van Asra ooit van hc-fde zou kunnen ster ven vroeg Kurt Mellow de prinses. „De koningsdochter ziet er ook niet zoo hardvochtig uit," antwoordde ziji met een half lachje. „Maar gelooft gij van den anderen kant, dat con koningsdochter een slaaf beminnen kan „Waarom niet, als de slaaf er uitziet, als deze hier?" „Hij is een mooie man, dat is zeker! Ik zou trouwens aan eeue meer trotsche on fie re koningsdochter de voorkeur geven en zulk eene zou niet naar beneden zien om liefde te zoeken." „Zulk eene zou nergens de liefde zoeken mocht ze haar in den weg treden, zij zou ze bestrijden en zegevieren, als daarvoor ge gronde redenen bestonden, dan wel, zoo zij slechts door onstandigheden van het voor werp haxer liefde gescheiden werd, alle hin derpalen trachten t© overwinnen, zelfs al al meest zij; daartoe ook haar leven op het spel zetten." „Gelooft ge dus aan de almacht der liefde prinses V' „Ik geloof, dat een wil van zelfbewustheid veel vermag." Kurt Mellow zag, dat rij! zeer ontroerd was. Dat was niet slechts de interessante wending van een gewoon gesprek. De prinses sprak blijkbaar naar ervaringen van het eigen hart, dat waa uit. alles merkbaar. En terwijl zij verlangde naar het einde der voorstelling, om 't gevaar, dat zij in 't bijzijn van graaf Kurt steeds nader en nader zag komen en waartegen rij1 met al de kracht, die in haar was, strijd voerde, te kunnen ont vluchten in datzelfde oogenblik was 't Kurt Mellow, alsof lotseling een ijskoude hand zijui hart smartelijk had beroerd, en de ge dachte ging hein door 't hoofd „Hemel zoo zij, eens, als die koningsdoch ter, beminde, als rij vruchteloos beproefd had tegen zulk een govori te kampen en nu beslo ten was, den aandrang van haar hart te vol gen en over alle trnderpalen te zegevieren Vrij en zelfstandig gelijk zij was, konden er voor haar alleen dergelijke hinderpalen be staan. indien de maai. die haar liefde bezat, niet behoorde tot den maatschappclijken stand, waarin zij leefde, indien rij, evenals die koningsdochter, naar benoden had gezien. Kurt Mellow was bleek geworden bij dat ver moeden. „Onmogelijk, onmogelijk!" zei hem het luid kloppend hart maar het verstand vroeg: „Waarom is rij opeens zoo veranderd, wat be duidden do woorden, die rij daareven sprak?" Een hartstochtelijk verlangen naar zeker heid maakte rich van beau meester. „Prinses," begon hij met aandrang. „Stil, stil," zeide rij, even de hand ophef fend en met de oogen naar het tooneel wij zend, „wiji --toren te veel mot. zoo te praten Kurt Mellow bad do laatste oogenblikkeii niet. naar het tooneel omgezien. Thans zag hij dat er een ander tableau werd vertoond. Over de neergelaten ophaalbrug eenor oud- Duitsche stad liep, door tal van kinderen ge volgd, een jonge, schilderachtig gekleedc mau, met do donkere barret schuin op de weclde- rigo lokken en oen viool, rustend op den lin kerarm, aangedrukt tegen de kin Die man zong op lokkende wijze het lied, dat Julius Wolff zijn „Rattenvanger van Hamelo" in den mond heeft gelegd Van het tooneel af leidden brecde trap pen in de zaal, waar de toeschouwers gezeten waren en waar in 't midden een met een tapijten looper bedekte ruimte was open ge houden. Do rattenvanger, rijn bctooverend lied zingend, daalde die trappen af en liep spe lend en zingend langs de open ruimte, tus schen de rijen stoelen der toeschouwers door, het orkest nam de melodie van zijn lied over en de snel gerangschikte paren volgden in een polonaiso den rattenvanger, die zoo doende het bal, dat op de voorstelling der levende beelden moest volgen, opende. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1