305
3d" Jaargang:.
Dinsdag 9 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
RSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1./5.
Afzonderlijke nummers- o.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telen hoon nummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De Marokko-tjuaestie.
Het gerucht heeft weer geloopen van het
aanstaande aftreden van den heer Delcassé
als minister van buitenlandsche zaken in
Frankrijk. Dat gerucht is wel is waar tegen
gesproken. maar couleur de rose schijnt het
toch niet te zijn tusschen dezen minister en
zijne ambtgenooten. Kort voordat de Kamer
met vacantie ging. heeft de minister-president
door zijne tusschen komst Delcassé gered van
den val, waarmee hij werd bedriegd. Maar
het gevolg daarvan' schijnt te zijn, dat de
heer Bouvier zich nu meer met het buiten
landsche beleid der regeering, en inzonder
heid met de zaken in Marokko, bemoeit, dan
aan het hoofd van het departement aange
naam is. Daaruit laat zich het ontstaan van
dit gerucht verklaren, en het is de vraag of
de oorzaak van wrijving nu is weggenomen,
zoodat men van die geruchten voortaan niet
meer zal hooren.
Dat er wrijving bestaat, bevestigt de oud-
minister de La nessan in een artikel, dat in
de Siècle is opgenomen. He+ heeft zijne vol
komen instemming gehad, dat de minister
president den minister van buitenlandsche
zaken, ondanks diens tekortkomingen, heeft
gedekt en hem niet heeft laten gaan, maar
hij heeft dit slechts goedgekeurd in de onder
stelling. dat Delcassé de door hem begane
fouten weder zou goed maken. Dat is echter,
zoo gaat de Sc'ir. voort, niet geschied. Men
moet blind ziijn om niet te zien, dat er in het
ministerie twee zeer duidelijke waarneembare
stroomingen lieerschende eene, door den
minister-president geleid, is zeer kalm; de
andere, die veel levendigi - is, wordt, onge
twijfeld van de Quai d'Örsay uit geleid, en
men moet wel gelooven, dat een deel van het
kabinet de persberichten verspreidt, die het
andere deel van hetzelfde kabinet terstond
tegenspreekt. Dat is een toestand, die ernsti
ge gevaren in zich sluit. Wanneer verschillen
van meening slecht3 op de binnenlandsclio
politiek betrekking hebben, dan zijn zij
van geringe beteekenis; anders is het echter,
wanneer de belangen van Frankrijk zelf en
zijne betrekkingen tot andere staten op het
spel staan.
Be Schr. werpt dan een blik op de Marok-
kaansche kwestie en op de verschillende ge
zantschappen, die z"ch naai' Fez begeven, en
zegt daarvan,,Wat in Fez gebeuren zal, is
veel gevaarlijker dan men in onze regeerings-
kringen schijnt aan te nemen. Aan den an
deren kant is onze toestand aan de Alge-
rijnsch-Marokkaansche grens alles behalve
goed. Om deze dubbele reden zouden wij
gaarne willen weten wat de regeering denkt,
en wat zij voornemens is te doen, hoe zij de
begane fouten wil goedmaken en op welke
wijze zij voor deze belangen wil opkomen,
zonder die van eene andere natie le bcnadee-
len. Whebben tot dusver vele met elkaar
strijdige berichten gelezen, maar wij hebben
nog geen enkele regeeringsdaad gezien. Dat
is een gevaar, waarop wil ons veroorloven de
volle aandacht van den minister-president te
vestigen. Er zijn te veel diplomaten #op het
tooneel, dan dat wij niet zouden moeten
vreezen, dat nieuwe fouten worden be
gaan."
Men ziet uit deze wooiden van den invloed
rijken hoofdredacteur n de Siècle, dat de
kritiek over het beleid in Marokko in Frank
rijk vooreerst nor niet zal verstommen. In
tegenstelling daarmee vindt de politiek van de
Duitsche ïegeenng in dezelfde zaak in
Duitschland bijna algemeene instemming, tot
zelfs n do kringen van de sociaal-democratie.
Als bewijs daarvan kan dienen het betoog,
dat de gewezen afgevaardigde Calwer in de
Sozialistische Monateliefte levert om op te
komen tegen de meening, dat Duitschlands
belang bij de toekomst van Marokko kunst
matig opgeblazen wordt. Hij schrijft
.Wanneer dit juist was, dan zou de tegen
werking van de Fransche politiek door
Duitschland, die inzonderheid duidelijk blijkt
uit het bezoek van den Keizer in Tanger,
niets minder dan een meesterstuk van diplo
matieke kunst zijn. Maar voor Duitschland
is de toekomstige economische en politieke
ontwikkeling van Marokko volstrekt niet zoo
onverschillig. De handelscijfers geven voor de
beoordeeling van deze vraag niet deu door
slag. Vooreerst ;elt Marokko, dat men wegens
zijne natuurlijke rijkdommen reeds het
Afrik aansche China genoemd heeft, tot de
vruchtbaarste en best gelegen streken van de
geheele aarde. En let weldit gebied is in
dustrieel nog niet ontsloten. De exploitatie
van de minerale schatten is verboden, haven
werken, spoorwegen ontbreken. Het land,
waaraan het protectoraat van Marokko ten
deel valt, zal dus aan zrine industrie zeer
belangrijke voordeelen kunnen verzekeren,
die volstrekt niet worden uitgesloten door t
waarborgen van het beginsel van de open
deur. Er zijn zoo vele middelen van indirecte
be voord eeling, door welker toepassing juist
Frankrijk zich tegenover zijne koloniën heeft
onderscheiden. Een kenner van het land, dr.
P. Mohr, verlangt in het belang van Duitsch
land. dat in het geval van eene ontsluiting
van Marokko het door Duitsehers verkregen
grondbezit erkend, vrijheid van vestiging voor
Duitsche kolonisten gewaarborgd, en het
moor&ehe belasting'telsel door afschaffing van
het- verbod van uitvoer, van de overdreven
uitvoerrechten en van de onnoodige poort
rechten zal worden gereorganiseerd. De poli
tieke zijde van de kwestie kan echter Duitsch
land ook niet onverschillig zijn. Frankrijks
streven naar het protectoraat over Marokko
heeft zijn reden voornamelijk in de bevorde
ring van zijne positie als groote mogendheid
aan den Atlantischen oceaan. Frankrijk spe
culeert op de havenplaatsen Rabat. Mediva,
Casablanca, Mazagan en Mogador. De poging
van Frankrijk om zijn doel achter Duitsch
lands rug te bereiken, kan des te minder ge
negeerd worden, omdat de Sultan van Marok
ko zich tot Duitschland wendde met de vraag
of het juist was. dat Frankrijk zijne eiscben
stelde in naam van Europa, zooals de Fran
sche gezant Saint-René Taillandier beweerde.
Er was dus voor Duitschland eene alleszins
gegronde aanleiding, om zich te bemoeien met
de behartiging van zijne belangen in Marok
ko. Zelfs Fransclie staatslieden kunnen niet
nalaten, het optreden van Duitschland als
rechtmatig te erkennen."
Frankrijk.
Over de verhoudingen in het Fransche ka
binet deelt 3e correspondent van de Neue
Freie Presse mede, dat er weder eene Del-
cassé-crisis voor de deur staat. De minister
van buitenlandsche zaken zal nog voordat
de Kamers weder bijeenkomen, zijne porte
feuille neder leggen. Hij zal of door Rouvier
zelf of door een diplomaat van het vak ver
vangen worden: Barrère of Cambon, b:tden
gezanten die zich groote verdiensten hebben
verworven en op de toenaderingspolitiek on
zer dagen, die naar 't schijnt de alliantie-
politik zal vervangen, van gunstigen invloed
geweest zijn. Cambon heeft als gezant te
Londen, Barrère als gezant te Rome het
toenaderingswerk verder gebracht. Beide di
plomaten staan ook te Berlijn zeer in aan
zien.
Parijs, 8 Af ei. Bij de behandeling van de
complotzaak voor de rechtbank ontkende
Tamburini, dat hij had getracht personen aan
te werven, Volpert eveneens. Kapitein Mo-
reau verklaarde, dat Tamburini een plan op
maakte om zich meester t. maken van de
gebouwen der ministerxeele departementen en
van het Elysée. De kapiteins Metivier en
Marvis legden gelijksoortige verklaringen af.
Zweden en Noorwegen.
Da bijzondere commissie van de storthing
tot behandeling van de oonsulaat-kwestie,
heeft haren arbeid voltooid en het resultaat
neergelegd in twee rapporten. Het eene rap
port bevat het ontwerp van eene wet, die
de oprichting van een eigen consulairen
dienst voorschrijft, maar de verhouding van
dien dienst tot de diplomatie niet aanroert.
Het andere rapport bevat een voorstel om
de rogeering te machtigen den gemeenscbap-
pelij.kan consulairen dienst op te zeggen.
Tevens wordt voorgesteld de noodige geld
middelen toe te staan voor de oprichting
van een bijzonderen Noorweegschen consu
lairen dienst.
Rusland.
Het tweede zemstwo-congres, dat in het
laatst van de vorige week te Moskou is bijeen-
fekomen, heeft zijne eerste vergadering ge-
ouden ten huize van prins Doigoroekow. 132
personen namen deel aan deze vergadering,
i:e een particulier karakter droeg. 27 zemst-
wo's hadden elk vier afgevaardigden geko
zen in zeven zemstwo's hadden de react;o-
naire adelsmaarschalken dat belet.. Ook de
meeste voorzitters der provinciale uitvoeren
de comité's waren tegenwoordig.
De beraadslagingen werden geleid door
graaf Peter Heiden. Nikolaas Kokoschkin
zette het program van het tegenwoordige con
gres uiteen. Dit Vcvat de bijeenroeping van
twee kamerseen Tweede Kamer die onder
het algemeen stemrecht saamge9teld zou wor
den en een Eerste Kamer, saamgesteld door
de zematwo's en doema's, welke echter op
nieuw geregeld moeten worden op democrati-
schen grondslag, door de verkiezing van een
grooter aantal afgevaardigden van den
boerenstand.
Hoofddoel van het streven is de samenstel
ling. De debatten zullen drie dagen duren.
In de eerste van een vertegenwoordigend
lichaam, waaraan de uitvoering opgedragen
zal worden van de hervormingen waartoe de
regeering reeds 'n November besloten heeft.
De meeste afgevaardigden der zemstwo's
dringen aan op eene nationale vertegenwoor
diging in den ruimste® zin.
Moskou, 8 Mei. Het congres der zemstwo's
verklaarde zich in de vergadering van heden
met 127 tegen 8 stemmen voor algemeen
kiesrecht, met 87 tegen 49 stemmen 'wa
recht st ree ksche verkiezingen en met 107 te
gen 29 stemmen voor de instelling van twee
kamers.
Kreta.
Kanen, 9 Mei. In het dorp Melidoni, pro
vincie Mylopotamos, district Rethymo, heeft
do aanvoerder der opstandelingen Birakis een
aantal gendarmen omsingeld en ontwapend.
Hij noodigde hen uiit zich bij de opstande
lingen aan te sluiten en liet de anderen vrij
naar de stad terug te keeren. Na eenige be
sprekingen sloten zich sommigen bij hem aan.
In Soeda doodden Russische matrozen van
de kanonneerboot „Choubry" een kameraad
van een torpedoboot door een steenworp
De Engelsche kruiser „Venus" is van Re
thymo weder te Kanea teruggekeerd.
Perzië»
Parijs, 9 Mei. De Figaro bericht, dat de
Shah van Perzië de uitnoodiging van Ko
ningin Wilhelmina om Nederland te bezoe
ken, heeft aangenomen.
Japan.
Volgens een bij het Japanscbe gezantschap
te Londen ingekomen telegram, bedroegen
de inteekeningen voor de vijfde Japansche
sckatkistleening omstreeks 490 millioen yen,
waarvan omstreeks 30 millioen boven de
koers van uitgifte.
De oorlog in Oosi-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Van officieuse Russische zijde wordt het
gerucht tegengesproken, dat grootvorst Ni
kolaas Nikolajewitscb in zijn rapport aan
den Czaar tot de slotsom is gekomen, dat
het onmogelijk Is den oorlog voort te zet
ten. Integendeel toont de grootvorst in zijn
rapport aan, dat alle maatregelen genomen
zijn om de vijandelijkheden tegen Japan met
grooter kracht voort te zetten.
Petersburg, 8 Mei. Generaal Linewitsch be
richt den Czaar van gisterenDen 4en Mei
drong de Japansche ruiterij de vooruitge
schoven cavalerie afdeelingen aan onze rech
terflank terug.
Petersburg, 8 Mei. Het Pctersburgsohe Te
legraaf agentschap meldt uit Godsiadan van
4 Mei, dat over het geheele front een leven
dige beweging van vijandelijke patrouilles
merkbaar is. Aan de rechterflank der T tu
ners namen infanterie en cavalerie Sanligau.
De kozakken gingen terug tot op den linker
oever van de Liacho voor den druk, die werd
uitgeoefend door de Japansche cavalerie en
door Tsoengoezen. Chineezon beweren met
beslistheid, dat eene groote Japansche af-
deeling van de kust van Korea oprukt in de
richting van Kirin.
Saigon, 8 Mei. De Russische vloot, die
van Hongkohe zich naar het zuiden had
gewend, werd door admiraal Jonquière ont
dekt in de nabijjheid van de baai.
Admiraal RodjestwenSky verklaarde on
middellijk het anker te zullen lichten.
Nu de divisie van Nebogatow, uit vier
linieschepen en vier hulpkruisers bestaande,
den 5én Mei Singapore is voorbijgevaren en
daarna koers genomen heeft naar het noor
den, is het mogelijk, dat binnen zeer kor
ten tijd de vereeniging van deze divisie met
het hoofdeskader van admiraal Rodjeswensky
te verwachten is. Den 8en April is de divisie
Nebogatow van Djiboeti vertrokkenzij
heeft dus 27 dagen besteed om den weg naar
Singapore af te leggen, een afstand van 3350
zeemijlen, hetgeen dus overeenkomt met 120
zeemijlen per dag en slechts 5 zeemijlen per
uur. Een grootere snelheid was niet te ver
wachten, want het vermogen van de schepen
van Nebogatow om kolen tc bevatten, is van
dien aard, dat er wel drie dagen lang met
14 A zeemijlen in het uur snelheid gestoomd
en ceil afstand van 1000 zeemijlen in één
traject afgelegd zou kunnen worden, maar
wanneer een afstand van 5000 zeemijlen valt
af te leggen, de snelheid tot vijf zeemijlen
moet worden verminderd, opdat de kolen-
voorraad toereikend zij voor dezen langen
afstand. De van Djiboeti tot Hongkoë, het
vermoedelijke punt van vereeniging, af te
leggen afstand bedraagt 4600 zeemijlen, en
is dus nagenoeg het uiterste wat van schepen
van het type Ni colaas I en Admiraal-gene
raal Apraxin achtereen kan worden gevergd.
De afstand van Singapore naar Hongkoë be
draagt 1200 zeemijlen, en om dien afstand
af te leggen bij 5 zeemijlen snelheid in het
uur. zijn tien dagen noodig. De divisie van
Nebogatow kan dus, als er geene voorvallen,
die vertragend werken, zich voordoen, in het
gunstigste geval de Hongkoë-baai den 15en
Mei bereiken.
Wanneer de tocht met dezelfde snelheid
wordt voortgezet, zal er voor de verdere reis
naar het langs den kortsten weg nog in
ronde cijfers 2000 zeemijlen verwijderde Wla-
diwostok een tijd van zeventien dagen noo
dig zijn. Dez? afdeeling zou dus, als zij tegen
het einde van Mei van Hongkoë in zee gaat,
eerst in de tweede helft van Juni haar eind
doel kunnen bereiken, gesteld dat er geen
incidenten voorkomen, die haar dit beletten.
Wanneer admiraal Rodjestwensky voordat
hij verder gaat naar het noorden, de vereeni
ging met Nebogatow bepaald wil volbrengen,
hetgeen door sommigen als boven twijfel
verheven wordt aangenomen, door anderen
echter in twijfel wordt getrokken wegens de
vertraging van de operatiën, die daardoor
onvermijdelijk zou ontstaan en wanneer
admiraal Togo aan den anderen kant er on
wrikbaar aan vast houdt, zooals meer en meer
waarschijnlijk wordt, om een gevecht eerst
in de Noord-Chineesche zee, of wel in de Ja
pansche zee aan te nemen, dan zullen de on
zijdige®, die met spanning de gebeurtenissen
afwachten, hun ongeduld nog zeer moeten
betoomen. In dat geval zijn gewichtige ge
beurtenissen ter zoe niet voor 5 a 10 Juni te
verwachten.
Londen, 8 MeiDe Telegraph, de Standard
en de Times bevatten telegrammen uit Tokio,
die de verontwaardiging van Japan besohrijr
ven over wat genoemd wordt Frankrijks ver-
waarloozing van zijne plichten als onzijdige
staat. Het artikel van de Times houdt in, dat
als er niet spoedig oplossing van de moeie-
lijkheid gevonden wordt, de toestand zeer
acuut en betreurenswaardig zal worden.
Frankrijk moet wel bedenken, dat Engeland
geen keus zal hebben en zich er bij zal moe
ten neerleggen, wanneer de door Japan be
weerde feiten blijken juist te zijn en wanneer
Japan ons dan vraagt onze bondgenoot
schappelijke verplichtingen te vervullen.
Londen, 9 Mei. De bladen erkennen, dat
de toestand onbevredigend is, maar beschou
wen hem niet als kritiek. De Timee, de
Standard, de Telegraph en do Post sympa
thieseren met de verontwaardiging van Japan
over den aan den vijand verleenden steun en
doen uitkomen, dat Engeland besloten is
zijne bondgenootschappelijke verplichtingen
uit te voeren, wat het ook moge kosten, maar
zij erkennen de bezwaren, die voor Frank
rijk ontstaan uit zijne tecre positie, en zeg
gen, dat de Japanners zich er wel vau be
wust zijn, dat de uitbreiding van den oorlog
zou blijken eerder een voordeel voor Rusland
dan voor Japan te zijn.
Parijs, 8 Mei. Een nota van Havaa houdt
in, dat in tegenspraak met de beweringen
van buitenlandsche agentschappen Frankrijk
57 Itomcn van
MGItlTZ VON REICIJEN BACIL
Egbert Remmert, die zich onder de aan
wezigen bevond en wist, dat ook de prinses
op het feest zou komen, had te vergeefs naar
haar gezocht, om aan hare rijde de voorstel
ling, waaraan hij niet behoefde mee te doen,
bij te wonen. Weldra werd hij door eon
groep levenslustige jonge kunstenaars vast
gehouden, en gaf hij alle verdere pogingen
om de prinses to zoeken op, het aan het toe
val overlatend, of hij haar al dan niet dez9n
avond nog te zien zou krijgen.
Om negen uur begon de tooneelvoorstel-
ling, dio een vroolijk amalgama van humor
en phantasie heette te rijn.
In een allerplechtigstc raadszitting van
de vroede mannen der goode stad Leipzig,
in middeleeuwsch kostuum, trad plotseling,
door een rijken hofstoet omgeven, niemand
anders op, dan de koningin van Schoba,,
in hoogst eigen en zeer bezienswaardig per
soon. Zij1 deed den edelachtbaren hoeren
kond, dat zij gekomen was om aan de goede
stad en hare burgers cn burgeressen een be
zoek te brengen. Do vroede mannen gingen
nu beraadslagen wat hun te doen stond om
zulk een eerbiedwaardige bezoekster barer
waardig te ontvangen en waren het weldra
eens, dat 't voor» haar zeker iets nieuws zou
zijn een voorstelling van levende beelden te
zien. AJdus werd bi-sloten, een voorstelling te
geven, van levende beelden en tot de mede
werking daaraan de schoonste burgerdoch
ters uit. te noodigen. De koningin van Sche-
ba nam daarop met haar gevolg onder de
toeschouwers plaats,
De raadszaal werd ontruimd, het achter
scherm werd weggetrokken en op de verhe
venheid, zoodoende ontbloot, begon de toe
gezegde voorstelling.
Op een der voorste rijen zaten onder de
toeschouwers tante Anna en gravin Mellow,
die, naar het scheen, reeds onafscheidelijke
vriendinnen waren geworden, eu naast die
twee dames. Kurt Mellow en de prinses.
Do graaf had des morgens biji de prinses
cn haar tante een bezoek willen afleggen,
doch toen van Mascha's kamenier de tijding
gekregen, dat de dames niet thuis waren.
Met ongeduld had! hij daarop den avond
verbeid, doch deze had hem tot op dit «ogen
blik weinig gelegenheid verschaft om met
Mascha. te spreken. Zij was voortdurend
door kennis-en omringd geweest en had zich
zoo aanhoudend en levendig met anderen
onderhouden, dat do uitdrukking van Mel
low s gezicht van kwartier tot kwartier som
berder was geworden.
Nu zat hij naast baar bij de vertooning
der levende beelden, maar in haar oogen lag
iets, dat hem nieuw was en hom verontrust
te, zonder dat hij zich in staat gevoelde
daarvoor een verklaring te vinden. Dikwijls,
als hij haar onverwachts aansprak, trof hem
een warme, levendige blik, die rijn hart- on
stuimig deed kloppen, maar in 't volgend
oogenblilt vond hij haar daarentegen koeler
en vormclijker dan ooit te voren, en wat
hom het meest onverklaarbaar voorkwam,
was, dat er menigmaal een niet to misken
nen uitdrukking van angst-, van ernstige be
zorgdheid, op haar gelaat te lezen stond.
Zoo was het eerste tableau, waarin Cleo
patra door hare slavinnen wordt getooid, en
het tweede, dat Guido Reni voorstelde, het
beeld van Beatrice Cenci in de gevangenis
schilderend, voorbij gegaan en door het- pu
bliek met luiden bijval, door Kurt Mellow
en de prinses met groote verstrooidheid aan
schouwd.
Toen voor de derde maal de gordijnen
vaneen werden gehaald, vertoonde het
tooneel een tuin, waar „de witte waat'ren
ruischten," en waarin de koningsdochter uit
het gedichtje van Heinrich Heine den slaaf
ontmoet, van wien zij naam en afkomst wil
weten.
„Ik hoor tot den stam der Aora's,
Die, als zij beminnen, sterven!"
Dat stelde het tableau voor.
Zij, die als koningsdochter optrad, be
hoorde tot de vreemdelingenkolon'e, een
lieve, jeugdige verschijning met zachte Gre-
the-oogen, tot welke de in volle mannen
schoonheid prijkende slaaf, door oen ItaJi-
aanscho schilder voorgesteld, bewonderend
opzag.
..Denkt gij, dat deze loot uit den stam
van Asra ooit van hc-fde zou kunnen ster
ven vroeg Kurt Mellow de prinses.
„De koningsdochter ziet er ook niet zoo
hardvochtig uit," antwoordde ziji met een
half lachje.
„Maar gelooft gij van den anderen kant,
dat con koningsdochter een slaaf beminnen
kan
„Waarom niet, als de slaaf er uitziet, als
deze hier?"
„Hij is een mooie man, dat is zeker! Ik
zou trouwens aan eeue meer trotsche on fie
re koningsdochter de voorkeur geven en
zulk eene zou niet naar beneden zien om
liefde te zoeken."
„Zulk eene zou nergens de liefde zoeken
mocht ze haar in den weg treden, zij zou ze
bestrijden en zegevieren, als daarvoor ge
gronde redenen bestonden, dan wel, zoo zij
slechts door onstandigheden van het voor
werp haxer liefde gescheiden werd, alle hin
derpalen trachten t© overwinnen, zelfs al
al meest zij; daartoe ook haar leven op het
spel zetten."
„Gelooft ge dus aan de almacht der liefde
prinses V'
„Ik geloof, dat een wil van zelfbewustheid
veel vermag."
Kurt Mellow zag, dat rij! zeer ontroerd was.
Dat was niet slechts de interessante wending
van een gewoon gesprek. De prinses sprak
blijkbaar naar ervaringen van het eigen hart,
dat waa uit. alles merkbaar.
En terwijl zij verlangde naar het einde der
voorstelling, om 't gevaar, dat zij in 't bijzijn
van graaf Kurt steeds nader en nader zag
komen en waartegen rij1 met al de kracht, die
in haar was, strijd voerde, te kunnen ont
vluchten in datzelfde oogenblik was 't Kurt
Mellow, alsof lotseling een ijskoude hand
zijui hart smartelijk had beroerd, en de ge
dachte ging hein door 't hoofd
„Hemel zoo zij, eens, als die koningsdoch
ter, beminde, als rij vruchteloos beproefd had
tegen zulk een govori te kampen en nu beslo
ten was, den aandrang van haar hart te vol
gen en over alle trnderpalen te zegevieren
Vrij en zelfstandig gelijk zij was, konden er
voor haar alleen dergelijke hinderpalen be
staan. indien de maai. die haar liefde bezat,
niet behoorde tot den maatschappclijken
stand, waarin zij leefde, indien rij, evenals die
koningsdochter, naar benoden had gezien.
Kurt Mellow was bleek geworden bij dat ver
moeden.
„Onmogelijk, onmogelijk!" zei hem het luid
kloppend hart maar het verstand vroeg:
„Waarom is rij opeens zoo veranderd, wat be
duidden do woorden, die rij daareven sprak?"
Een hartstochtelijk verlangen naar zeker
heid maakte rich van beau meester.
„Prinses," begon hij met aandrang.
„Stil, stil," zeide rij, even de hand ophef
fend en met de oogen naar het tooneel wij
zend, „wiji --toren te veel mot. zoo te praten
Kurt Mellow bad do laatste oogenblikkeii
niet. naar het tooneel omgezien. Thans zag hij
dat er een ander tableau werd vertoond.
Over de neergelaten ophaalbrug eenor oud-
Duitsche stad liep, door tal van kinderen ge
volgd, een jonge, schilderachtig gekleedc mau,
met do donkere barret schuin op de weclde-
rigo lokken en oen viool, rustend op den lin
kerarm, aangedrukt tegen de kin Die man
zong op lokkende wijze het lied, dat Julius
Wolff zijn „Rattenvanger van Hamelo" in
den mond heeft gelegd
Van het tooneel af leidden brecde trap
pen in de zaal, waar de toeschouwers gezeten
waren en waar in 't midden een met een
tapijten looper bedekte ruimte was open ge
houden.
Do rattenvanger, rijn bctooverend lied
zingend, daalde die trappen af en liep spe
lend en zingend langs de open ruimte, tus
schen de rijen stoelen der toeschouwers door,
het orkest nam de melodie van zijn lied over
en de snel gerangschikte paren volgden in
een polonaiso den rattenvanger, die zoo
doende het bal, dat op de voorstelling der
levende beelden moest volgen, opende.
Wordt vervolgd.