M\ 30§. a" Jaargang. Vrijdag 12 Mei 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maande* voor Amersfoortf 1.25. Idem franoo per pott- 1./5. Afzonderlijke nummert- v.05. Dete Courant rertchijnt Dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen enz., geliere men vóór 10 uur morgens bij de Uitgerers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Tetephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERXENTIÉN Van 15 regels0.75. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsrnimte. Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Hat Franach-Ruseischa bondgenootschap. Een opmerkelijk bericht heeft de Pa- rijsche Matin uit Petersburg van haren correspondent ontvangen. Hij schrijft: „Ik moet u zeggen, dat buiten de liberale kringen geen dankbaar he. aan den dag gelegd wordt jegens Frankrijk met het oog op de diplomatieke moeielijkheden, die het zich op den hals heeft gehaald door zijne houd:ng als trouw bondgenoot." Als deze »i«e- dedeeling de stemming in Rusland juist weer. geeft, dan kan de Fransche regeering de ver zuchting herhalenOndank is 's werelds loon. Al doet zij nog zoo haar best om te ;en, dat Frankrijk de onzijdigheids die het bij het begin van den oorlog Heeft afgekondigd, met de meeste nanuwgezetheid handhaaft, z kan daar mee den indruk niet te niet doen, dat het bedrijf van admiraal Rodjestwensky, die aan de kust van Indochina van baai tot baai vaart om zich voor het laatste en beslissende deel van zijin tocht toe te rusten, van Fran sche zijido meer steun geniet dan met de plichten van een onzijdigen staat overeen te brengen is. Die indruk heeft niet alleen in Japan ergernis gewekt en de Engelsche pers bewogen tot het richten van vermaningen aan Frankrijk. Ook in Frankrijk zelf bestaat die indruk. Zoo spreekt de afgevaardigde Jaurès in zijn orgaan, de Humanité, van een ernstigen misslag, die gepleegd is door den Ruseischen vlootvoogd zoo lang te laten be gaan. Hij verwijt de regeering, dat zij aan houdend zwak geweest is tegenover al te groote misbruiken, en zegt. dat het „eene gemakkelijk te verontschuldigen overdrijving is, wanneer de Japansche pers beweert, dat het Fransche koloniale rijk in het uiterste oosten do Russische oorlogsmarine als opera tiebasis dient". Hij eindigt met te verklaren, dat het hoog tijd is, dat de regeering zich er ernstig mee bezig lioudt de daaruit drei gende gevaren voor den vrede af te wenden en zich opwerkt tot het bee-rip van strenge gerechtigheid en zorg voor de toekomst. Waarschijnlijk zal men de nawerking van deze gebeurtenissen wel voelen, wanneer 'U de volg nde week het parlement weer bijeen komt. Zij knnnen niet bijdragen tot verster king van de positie van den minister van buitenlandsclie zaken Delcassé, die alles be halve vast is, al is het bericht, dat hij aan aftreden denkt tegengesproken. En als de heer Delcassé zich moet verweren tegen de verwijten, die hii te wachten heeft wegens zijn beleid in Oost-Azië, dan kan hij zich «-r niet eens mee troosten, dat in Rusland al thans zijne houding wordt gewaardeerd. Im mers men voelt zich daar in 't minst niet tot dankbaarheid jegens Frankrijk verplicht. Inderdaad ondank is 's werelds loon. Maar ook op de bondgenootschappelijke verhouding tusschen Frankrijk en Rusland zullen deze gebeurtenissen wel niet zonder invloed blijven. Sedert het Fransch-Russiscbe verbond gesloten werd, is er veel gebeurd wat de aanvankelijk- ingenomenheid met dit bondgenootschap 'n Frankrijk heeft doen be koelen. Als men de balans opmaakt, dan kan men zich niet onthouden te denken, dat de „nation amie et alliée" meer gegeven dan ontvangen heeft. Wanneer nu Rusland zich ontslagen rekent van den plicht der dank baarheid voor w.'.t het genoten heeft, dan ligt het voor de hand, dat aan de andere rijde de gezindheid om met geven voort te gaan, er niet grooter op kat» worden. De Paaschvacant'e is door verschillende Kamerleden besteed om met hunne kiezers in voeling te treden en den indruk polsen, dien de gebeurtenissen in binnen- en buiten land op de bevolking hebben gemaakt. Daar over vindt men dan weer in de bladen berich ten. Zoo verhaalt Sigismond Lacroix in de Radical, dat het verzoek om ontslag van minister Delcassé geen groote ontroering heeft verwekt, maar dat men toch genoegen reemt met het aanblijven va.i den minister, van wien men nu verwacht, dat hij voortaan met de gr tste zorg zal waken over dq hand having v het vreedzame karaktc: van het binnendringen in Marokko en tegelijk in Oost-Arië de strengste onzijdigheid 'n acht neemt. Verder constateert Lacroix, dat de open bare meening wat het bondgenootschap met Rusland betreft, eene groote verandering heeft ondergaan. Hij schrijft: „In den be ginne lag in de sympathie, waarmee het bond genootschap met Rusland werd opgenomen, eene sterke dosis van achting, misschien zelfs bewondering voor do macht, die men aan het rijk van den Czaar toeschreefmen was er trotsch op te zien, dat de ondersteuning van het grootste rijk der aarde in geval van nood aan do Fransche republiek verzekerd was. De nederlagen, die Rusland's leger en vloot heb ben geleden, hebben dit alles veranderd. Van- de bewondering ging men tot modelijden, van den trots tot wantrouwen over. Men maakt er Rusland een grief van, dat het de openbare meening van Frankrijk over zijne werkelijke sterkte heeft misleid, en men vreest in Rusland's gevolg in buitenlandsche mo' >lijkheden te worden gewikk ld. Mis schien overdrijft men nu in den tegenoverge- stelden zin. Ik ontmoet vele menschen, die er volstrekt niet aan twijfelen, dat de nieuwe Russische vloot, die in het voorbijvaren vreedzame Engelsche visschers heeft doodge schoten, door de Japansche eskaders moet wor den vernietigd en dat de rest van het Mand- sjoerijsche leger noodzakelijk t onder gaan." Lacroix meent voorts nog, datmen deze vernietiging haast ou moeten wenschen, als daarmee d oorlog zou worden ten ednde ge- bracl L. Frankrijk* Parijs, 11 Mei. De heer Motono, gezant van Japan te Parijs, zal zich in 't laatst van deze week naar Den Haag begeven ter bij woning van de zitting van het Hof van Ar bitrage, te houden op 16 Mei, ter beslechting van het geschil tusschen Japan met Frank rijk, Engeland en Duitschland over de be lastingen, door Japansche gemeentebesturen opgelegd aan vreemdelingen wegens gronden, ilie door de regeering aan hen waren afge staan. Engeland. Londen, 11 Mei. Bij de behandeling der begrooting voor de commissie van de rijks verdediging hield minister Balfour een lange redevoering over het vraagstuk der verdedi ging en besprak daarbij ook de quaestie van de zeemijnen, waarvan hij zeide, dat dit een onderwerp van overweging voor eene interna tionale rechtbank was. Over de mogelijkheid van een inval in Engeland haalde hij de mee ning van deskundigen aan, die beweren dat zulk een inval met minder dan 70,000 man oene onmogelijkheid zou zijn. Aannemanue dat zoo'n inval geschiedde, dan zou Frank rijk dien moeten doen, maar dat was btt allerlaatste wat hij mogelijk achtte. Voorts somde hij nog eene reeks moeielijkheden op, die het transport en de landing zouden mede brengen. De commissie voor de rijksverdedi ging is daarotm van oordeel, dat de onder stelling van een inval in Groot^Brittanrië niet is eene gebeurlijkheid, die ernstig in over. weging behoeft te worden genomen. Wat het gevaar betreft van een Russische inval in Indië, zeide de minister, dat hij geloofde, dat deze geen deel uitmaakt van de plannen der Russische regeering en dat men de betreekenis overdrijft, die is te hech ten aan de nieuwe Russische spoorwegen. Hij op de l>ezwaren, aan een inval in Indië verbonden, dat met bij verrasring kan worden veroverd. Maar het zou toch als eene recht streeks agressieve daad tegen Groot-Brittan- nië beschouwd moeten worden, wanneer eene poging mocht worden gedaan om een spoor weg in verband met de Russische strategische lijnen op het gebied van Afghanistan te bou wen Wanneer Engeland een langzaam inpal men van Afghanistan toeliet en toestond, dat de Russische spoorwegen meer en meer de grens naderden, dan zou het een veel groo ter leger dan thans moeten onderhouden. Men kan echter met gelijkmoedigheid dit vooruitricht tegemoet zieneene moedige houding zou het gevaar afwenden. Campbell Bannerman drukte de algemeen© voldoening uit over Balfour's mededeelingen en was van meening, dat Balfour zeer ver standige en gematigde inzichten had over Afghanistan. Italic. Pome, 11 Mei. De minister van marine ver zocht de Kamer suppletoir© credieten toe te staan voor de zeemacht. De vloot zal in 1909 verdubbeld zijn, zoowel in aantal als in kracht. Rusland. Petersburg, 11 Mei. Het minister-coanité beeft nu een wetsontwerp opgesteld, dat strekt om aan de boeren, die van het kroon domein laud in pacht hebben, tot eene geza menlijke oppervlakte van 90 millioen desjar tinen, de betaling van de padht zal worden vergemakkelijkt. De minister- van landbouw zal het recht krijgen uitstel te verleenen van de betaling van den pacht-rijns of dien gciheel kwijt te scheldenook zal hij den boeren het verkrijgen van kroonland ge makkelijk mogen maken. Volgens de Nowoje Wremja heeft het minister-comité, met het oog op de onlusten onder de boeren, beslaten de toestemming van den Keizer te vragen voor de indiening van hoe wetsontwerp bij den rijksraad, zon der dat vooraf de ministerieel© departemen ten er advies over uitbrengen. Het zemstwo-congree te Moskou heeft in den avond van 9 Mei zijne werkzaamheden ten einde gebracht. Het heeft ten aanzien van de verschillende officieel© commissiër. eene vijandige nouding aangenomen en alleen ten aanzien van de commissie-Boelygin (tot voorbereiding van het bijeenroe pen eener vertegenwoordiging) eene uit zondering gemaakt op voorwaarde echter, dat aan de zemstwo's wordt toegestaan vrij ge machtigden te kiezen die op voet van gelijk heid staan met de officieel© leden, dat de beraadslagingen van de commissie in het openbaar plaats hebben en dat de commissie enkel belast zal zijn met de regeling der verkiezing van eene oonstitueerende verga dering. Al de genomen besluiten zullen aan de zemstwo's worden medegedeeld en de grootst mogelijke openbaarheid zal worden gegeven aan het door het congres aangenomen pro gramma. Het werd echter overbodig ge acht de besluiten aan de regeering mede te doelen. Bij eene hoofdelijke stemming hebben 71 leden zich verklaard voor het rechtstreek- sche algemeen stemrecht en 51 ten gunste van het algemeen stemrecht en eene tweede verkiezing bij beperkt stemrecht. Eene commissie, met prins Lwow als voor zitter, is benoemd om het volgende congres te regelen. Petersburg, 11 Mei. In de safe deposit van het Moskousche bankiershuis Dshamgarow zijn zes een ponds bommen gevonden. Als huurder werd hier een revolutionair gevan gen genomen, bij wien eene tot Mei geldige hiuurkwitantio werd gevonden. Nishninowgorod, 11 Mei. De gendarmerie overste Gresohner is heden nacht te 12 uur, toen hij uit den schouwburg naar buis te rugkeerde, aan den ingang van zijn© wo ning door revolversdhoten gedood. De portier van het huis werd zwaar ge wond De dader is gevat, hij geeft op edelman te zijn en Nikoforow te heeten. Schitomir, 11 Mei. De winkels werden heden weder geopend. Gedurende de onlus ten werden 15 Joden g.dood en 81 gewond, terwijl er 3 Christenen gedood en 8 gewond werden. TurkQe* Het bericht van de overgave van Saana (Arabië) wordt nog eens weer officieel beves tigd. Het garnizoen en de Turksche ambtena ren kregen verlof de stad te verlaten. De door de opstandelingen behaalde bu't bestaat uit 30 kanonnen. 20,000 geweren en een aanzienlijke hoeveelheid ammunitie. Riza- pasja is als bevelhebber acr Turksche troepen vervangen door Achmed-Fezi Pasia. Verster kingen, bestaande uit 8 bataljons, zijm uit Preveza (Albanië) aangekomen. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichten Petersburg11 Mei. (Petersburgsch Tele- graafagentsehap.) Een telegram van generaal Linewitsch van 10 Mei aan den Czaar be richt Den 7. werden onze voorposten op de linie Podysuyche-Schihuy aangevallen door vijandelijke cavalerie. De Japanners werden onder een kruisvuur teruggeslagenden 8. Mei deed de vijand weder tevergeefs een poging onze voorposten naar het Noorden terug te drijven. Den 9. Mei drong eene Russische afdeeling cavalerie door tot aan de door Japanners bezette mij nen van Sjahetzy. Door een omtrekkende be- weging en artillerievuur werden de Japan ners gedwongen zich terug te trekken naar het dorp Sjianzoe. Nadat zij ook uit dit dorp waren verdreven gingen zij terug naar het dorp Madiopa. Tokio, 11 Mei. De aanwezigheid op 9 dezer van twee Russische schepen, vermoedelijk de Gromoboi en de Rossija bij Aomori (aan de Tsoengari-straat) wordt bevestigd. Tokio, 11 Mei. Het ministerie van buiten landse he zaken heeft eene kennisgeving openbaar gemaakt, dait sinds het Kamranh- incident door de Fransche regeering ver schillende instruatiën aan hare ambtenaren zijn gezonden ter voorkoming van elke schen ding der Fransche neutraliteit. De correspondent van de Times te Moskou zegt uit goede bron te vernemen, dat de ambulances van het Roode Kruis naar Tsjita in Siberië gezonden zullen worden, daar de aanstaande ontruiming van Charbin waar schijnlijk wordt geacht. Tokio11 Mei. Men bericht, dat twee schepen van het W1 adiwostok-eskador Dins dag ter hoogte van Aomori waren. Over den toestand van het Wla.liwostok- eskader zijn de volgende mededoc.ingen ont vangen de Rossija en de Gromoboi Zijn her steld, de Bogatyr is echter nog in onbruik- baren toestand. Bovendien zijn er negen t< r- pedobooten en materieel voor het bouwen van drie torpedojagers. De aanbouw van vijf onderzeesohe booten is voltooid. De Parijsche correspondent van de Times bericht, dat de vloot van Rodjestwensky de baai heeft verlaten, waar rij toevlucht zocht na de Hon-kohe-baai en die, zooals men onder stelt, de baai van Phangwang is. Men meent, dat- Rodjestwen&kv eindelijk voor de krachtige vertoogen van admiraal Jonquières gezwicht is, die met zijne schepen in de buurt is blij ven kruisen tot de Russische admiraal ver trokken was. Laf fan's bureau bericht, dat te Hongkong twee kolenschepen zijn aangenomen, die de Honkohebaai den 5. Mei hadden verlaten. Zij meldden, dat de Oostzeevloot in goeden toestand is en den Japanners waarschijnlijk meer te doen zal geven dan zij dachten. Acht oorlogsschepen waren minder dan twee mijlen van den oever verwijderd, de trans portschepen en torpedobooten slecriU» een halve mijl; de laatsten waren allen goed uitgerust. Volgens een bericht van dc Daily Mail zt'ju. de torpedojagers den 4. naar de Kam ran n- baai gegaan en met dépêches teruggekeerd. De transport- en oorlogsschepen zijn zeer roestig. De schepen werden maar wei nig schoongemaakt en in 't geheel nrifc onder water. Alle oorlogsschepen hadden bij hun vertrek op den 5. hunne voorraden, met ia- begrip van de steenkolen, volledig aange vu ld. In den Temps geeft George Villiers een overzicht van de door Japan achtereenvol gens bij de Fransche regeering ingebrachte bezwaren over hare houding tegenover de vloot van Rodjestwensky van het begin tot het tegenwoordige tijdstip. Als grondslag van haar onzijdigheidsbegrip geeft de Japan sche regeering te kennen, dat elke hulp, in den vorni van steenkolen, van levensmidde len, van reparatiën, van veroeniging der ver schillende eenheden aan de Russische vloot in den loop van haren tocht naar Oost-Azië verleend, een „hulp met een oorlogsdoel" uitmaakt, dat bijgevolg en met het oog op letter en geest van de aan de onzijdigen op gelegde verplichtingen, iedere hulp van dien aard, hetzij in de havens, hetzij in de ter ritoriale wateren verleond, een inbreuk op die verplichtingen uitmaakt. De verschillende feiten, die achtereenvol gens door Japan onaer de aandacht van do Fransche regeering zijn gebracht, zijn de vol gende: 1. Te Cherbourg hebben op de reedo geankerde kolenschepen kolon geleverd en hebben twee torpedojagers herstollingen ge- 60 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. HOOFDSTUK XXL Weder was het do avond voor Paasch-Zon- drg en weder luidden de klokken van Neu renberg het Christelijk feest van 't nieuwe leven in. Buiten rejjpnde het. Nanni zat in de kleine kamer van de twee de verdieping naast de rococo-latafel. Zij had juist Matthes' Zondagsche kleeren klaar gelegd en zag nu naar buiten in de regen. „Nu is het juist een jaar geleden, dat ik voor goed thuis kwam," sprak ze half over luid voor zich heen. Maar hoe zacht de woorden ook gezegd waren, Matthes, die met een boek aan 't andere venster zat, keek er van op. Hiji kwam naar rijn zuster toe, sloeg rijn arm om haar middel en zeide „Dat is voor mijl een goed jaar geweest, niet waar, Nanni? Al ben ik van den winter nog al lang ziek geweest, ik heb het toch goed gehad, want ik heb jou altoos om mij been gezien en nu ben ik weer gezond on heel sterk geworden, omdat je zoo goed op mij hebt gepast." Nanni kuste hem op het voorhoofd. „Ja, Matthes, maar nu moet je ook gezond en sterk blijven en ook niet meer bang zijn voor andere jongens en om alleen naar school te gaan, anders groeit er nooit een ordent lijk men&ch uit je „O, ik zal 'twel goed maken, Nanni, en ik wil heel braaf en verstandig rijn. Maar als ik genoeg geleerd heb en groot ben, dan kom jij bij me en dan koop ik allerlei mooie dingen voor je, die niemand anders heeft! Wat zuilen ze dan allemaal groote oogen op zetten en je benijden, die domme meiden, die nu zooveel kwaad van je spreken." „Maar, Matthes, ik leg toch niemand iets in den weg, waarom zouden de menschen dan kwaad van mij spreken?" „O, ze doen het toch, al weet je dat zoo niet, omdat je in 't geheel niet met ze om gaat. Maar als ik soms met moeder mee ga, hoor ik allerlei dingen! Ze zeggen, dat je zoo grootsah bent geworden en dat je niet weet wat werken ia erg dom, niet waar? En dan zeggen ze ook Wees nu stil. MatthesHet kan me niets schelen wat ze zeggenik doe wat ik doen moet en daarmee uit." „Ja, maar je moet het toch weten, wat ze nog van mijnheer Egbert zeggen." „Van Egbert? Spreken ze van hem ook al kwaad „Of ze! En verbeeld je, ze zeggen, dat jij het met hem weet, maar dat hij je fopt en je zal laten ritten „Geen woord meer, MatthesJe moet geen dingen zeggetn, die je n;et begrijpt! Ja, de menschen, die zoo spreken, rijn heel, heel erg slecht, maar jij' behoeft niet te herhalen, wat ze gezegd, hebben!" Verschrikt zag Matthee naar rijn. zuster op, die hij niet gewoon was zoo heftig te booren spreken en. zóo opgewonden te zien. De tranen I kwamen hem in de oogen en Nanni sloeg haar arm om rijlni hals en kuste hem om hem tot bedaren te brengen. >rZeg eens, wat is dat weer voor een come- dieï" riep op dat oogenblik de heer Berger, die bij 't binnenkomen in de kamer zijn stief dochter en zijln zoontje met gefronste wenk brauwen aanzag. Matthes, die een onverwinnelijken angst had voor zijn vader, sloeg om'Nanni, die rich los zocht te maken, rijlni 'beide armen heen en vlijde zich des te vaster tegen haar aan. „Schaam jij je niet, jongen, om zoo aan een vrouwenschort te hangen," bromde Berger „en jij, juffer Nanni, je kon ook wel wat ver standiger doen dan den jongen zoo te verwij ven en vertroetelen. Maar ik zal er nir een eind aan maken, 't wordt hoog tijd „Vader," begon. Nanni smeekend. „Zwijg!" gebood hij streng. „Je denkt- zeker dat ik met weet, wat de menschen praten? Maar ik wil 't niet hebben, versta je, dat je Matthes zoo kust., omdat je nu eenmaal kus sen wilt en die ander hier niet is." „Vader 1" gilde Nanni ein trad met fonke lende oogen en hijgenden adem op den main toe, die haar zulke loelijke woorden had toe gevoegd, „als u meent, een fatsoenlijk meisje ongehinderd te kunnen beleedigen, dan moest u ini elk geval bedenken, dat uw eigen kind er bij staat!" „Houd die groote woorden maar voor je! Wel, wel, is d e juffer Nanni zoo gauw, op haar teentjes getrapt? Ik zeg maar, dat je het kind vertroetelt, dat jo Van beneden klonk de stem van Bergers vrouw, die luidkeels om haar man riep. Berger wendde zich terstond naaf de deur. Het was hem niet bepaald onaangenaam, dat hij naar beneden geroepen werd, want al was hij ook opzettelijk grot tegen Nanni geweest, rijn afkeer voor haar ging niettemin gepaard met oen onbestemd gevoel van vrees, dat den onbeschaafde, die door de omstandigheden hooger meent te staan dan de meer ontwik- keJde, dien hij; onder den duim wil houden, soms zoo vreese'ijlk hinderen kan. Beneden aan de trap stond Berger s vrouw met een grooten sluier in de hand en riep haar man toe„Kom maar gauwDaar is weer dezelfde prinses, die hier een paar jaar geleden is geweest en toen zooveel bij ons gekocht heeft! Andere klanten had ik na het inluiden van de Paschen wel wegge stuurd, maar zoo'n heel voorname ,,'tls goed, 'tis goed! Waar is de dame?" Berger daalde met zwaren tred do kraken de trap af en begaf zich naar buiten, voor het huis, waar de prinses, zooals zijn vrouw hem gezegd! had, bij de kraam stond te wachten. „Goeden avond, mijnheer Berger," luidde Mascha's vriendelijk lachende groet. „Ik ben hier van middag aangekomen en mijn eerste gang was naar u!" „Al te veel eer, al te veel eer mag ik u alleronderdanigst verzoeken om binnen te komen 't is daar natuurlijk wel wat don ker „O, dat is minder! Al het moois, da.t ge in uw magazijn hebt, komt vandaag bij mij oerst in de tweode plaats in aanmerking. Vooreerst moet ge mij eens vertellen, mijn heer Berger, of uw stiefdochter Nanni nog altijd bij u aan huis is, en zoo ja, of ik haar dan niet even zou mogen spreken „Nanni?" herhaalde Berger, een weinig verlegen, „ja, die is hier nog wel, maar „O, als zij thuis is, dan moet ge mij met geen „maren" bemoeilijken, mijnheer Ber ger Ik heb gehoord, dat uw dochter uitzag naar eein plaatsing als jonge dame van ge zelschap en daar ik toevallig iets van dien aard voor haar weet, zou ik haar gaarne eens willen spreken, om van haar te hooren, of zij er zin in heeft en om zelf eens te zien, of zij daarvoor de geschiktheid zou bezitten. Ik zeg dit alles in de veronderstelling, dat bij u tegen het plan van uw stiefdochter geen bezwaren bestaan, want natuurlijk hebt gij, als hoofd van 't gezin, in die zaak de eerste stem." Berger zette een paar groote oogen op en had werkelijk ©enigen tijd noodig om die schijnbaar zoo eenvoudige zaak goed te be grijpen. Ze klonk hem op dat oogenblik ook allerzonderlingst in de ooren. Hij, die daareven, door haar grof te be leedigen, zijn doohter nagenoeg gedwongen had om zoo gauw mogelijk zijn huis te ver laten, hij hoorde nu, hoe een hoogadellijk persoon van datzelfde meisje als van een „jonge dame" sprak, en dat die persoon uit eigen beweging haar een plaats kwam aan bieden in een ongetwijfeld zeer voornamen kring. Hij verzocht buigend nogmaals de prinses te willen binnenkomen en waarschuwde zijn vrouw, dat zij Nanni inoest gaan roepen. De prinses nam inmiddels op dte oude canapé in het kleine kantoortje plaats. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1