M\ 30§.
a" Jaargang.
Vrijdag 12 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maande* voor Amersfoortf 1.25.
Idem franoo per pott- 1./5.
Afzonderlijke nummert- v.05.
Dete Courant rertchijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen enz., geliere men vóór 10 uur
morgens bij de Uitgerers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Tetephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERXENTIÉN
Van 15 regels0.75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsrnimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Hat Franach-Ruseischa
bondgenootschap.
Een opmerkelijk bericht heeft de Pa-
rijsche Matin uit Petersburg van haren
correspondent ontvangen. Hij schrijft: „Ik
moet u zeggen, dat buiten de liberale
kringen geen dankbaar he. aan den dag
gelegd wordt jegens Frankrijk met het
oog op de diplomatieke moeielijkheden, die
het zich op den hals heeft gehaald door zijne
houd:ng als trouw bondgenoot." Als deze »i«e-
dedeeling de stemming in Rusland juist weer.
geeft, dan kan de Fransche regeering de ver
zuchting herhalenOndank is 's werelds
loon. Al doet zij nog zoo haar best om te
;en, dat Frankrijk de onzijdigheids
die het bij het begin van den
oorlog Heeft afgekondigd, met de meeste
nanuwgezetheid handhaaft, z kan daar
mee den indruk niet te niet doen, dat het
bedrijf van admiraal Rodjestwensky, die
aan de kust van Indochina van baai tot baai
vaart om zich voor het laatste en beslissende
deel van zijin tocht toe te rusten, van Fran
sche zijido meer steun geniet dan met de
plichten van een onzijdigen staat overeen te
brengen is. Die indruk heeft niet alleen in
Japan ergernis gewekt en de Engelsche pers
bewogen tot het richten van vermaningen
aan Frankrijk. Ook in Frankrijk zelf bestaat
die indruk. Zoo spreekt de afgevaardigde
Jaurès in zijn orgaan, de Humanité, van een
ernstigen misslag, die gepleegd is door den
Ruseischen vlootvoogd zoo lang te laten be
gaan. Hij verwijt de regeering, dat zij aan
houdend zwak geweest is tegenover al te
groote misbruiken, en zegt. dat het „eene
gemakkelijk te verontschuldigen overdrijving
is, wanneer de Japansche pers beweert, dat
het Fransche koloniale rijk in het uiterste
oosten do Russische oorlogsmarine als opera
tiebasis dient". Hij eindigt met te verklaren,
dat het hoog tijd is, dat de regeering zich
er ernstig mee bezig lioudt de daaruit drei
gende gevaren voor den vrede af te wenden
en zich opwerkt tot het bee-rip van strenge
gerechtigheid en zorg voor de toekomst.
Waarschijnlijk zal men de nawerking van
deze gebeurtenissen wel voelen, wanneer 'U
de volg nde week het parlement weer bijeen
komt. Zij knnnen niet bijdragen tot verster
king van de positie van den minister van
buitenlandsclie zaken Delcassé, die alles be
halve vast is, al is het bericht, dat hij aan
aftreden denkt tegengesproken. En als de
heer Delcassé zich moet verweren tegen de
verwijten, die hii te wachten heeft wegens
zijn beleid in Oost-Azië, dan kan hij zich «-r
niet eens mee troosten, dat in Rusland al
thans zijne houding wordt gewaardeerd. Im
mers men voelt zich daar in 't minst niet
tot dankbaarheid jegens Frankrijk verplicht.
Inderdaad ondank is 's werelds loon.
Maar ook op de bondgenootschappelijke
verhouding tusschen Frankrijk en Rusland
zullen deze gebeurtenissen wel niet zonder
invloed blijven. Sedert het Fransch-Russiscbe
verbond gesloten werd, is er veel gebeurd wat
de aanvankelijk- ingenomenheid met dit
bondgenootschap 'n Frankrijk heeft doen be
koelen. Als men de balans opmaakt, dan kan
men zich niet onthouden te denken, dat de
„nation amie et alliée" meer gegeven dan
ontvangen heeft. Wanneer nu Rusland zich
ontslagen rekent van den plicht der dank
baarheid voor w.'.t het genoten heeft, dan
ligt het voor de hand, dat aan de andere
rijde de gezindheid om met geven voort te
gaan, er niet grooter op kat» worden.
De Paaschvacant'e is door verschillende
Kamerleden besteed om met hunne kiezers in
voeling te treden en den indruk polsen,
dien de gebeurtenissen in binnen- en buiten
land op de bevolking hebben gemaakt. Daar
over vindt men dan weer in de bladen berich
ten. Zoo verhaalt Sigismond Lacroix in de
Radical, dat het verzoek om ontslag van
minister Delcassé geen groote ontroering
heeft verwekt, maar dat men toch genoegen
reemt met het aanblijven va.i den minister,
van wien men nu verwacht, dat hij voortaan
met de gr tste zorg zal waken over dq hand
having v het vreedzame karaktc: van het
binnendringen in Marokko en tegelijk in
Oost-Arië de strengste onzijdigheid 'n acht
neemt.
Verder constateert Lacroix, dat de open
bare meening wat het bondgenootschap met
Rusland betreft, eene groote verandering
heeft ondergaan. Hij schrijft: „In den be
ginne lag in de sympathie, waarmee het bond
genootschap met Rusland werd opgenomen,
eene sterke dosis van achting, misschien zelfs
bewondering voor do macht, die men aan het
rijk van den Czaar toeschreefmen was er
trotsch op te zien, dat de ondersteuning van
het grootste rijk der aarde in geval van nood
aan do Fransche republiek verzekerd was. De
nederlagen, die Rusland's leger en vloot heb
ben geleden, hebben dit alles veranderd. Van-
de bewondering ging men tot modelijden,
van den trots tot wantrouwen over. Men
maakt er Rusland een grief van, dat het de
openbare meening van Frankrijk over zijne
werkelijke sterkte heeft misleid, en men
vreest in Rusland's gevolg in buitenlandsche
mo' >lijkheden te worden gewikk ld. Mis
schien overdrijft men nu in den tegenoverge-
stelden zin. Ik ontmoet vele menschen, die
er volstrekt niet aan twijfelen, dat de nieuwe
Russische vloot, die in het voorbijvaren
vreedzame Engelsche visschers heeft doodge
schoten, door de Japansche eskaders moet wor
den vernietigd en dat de rest van het Mand-
sjoerijsche leger noodzakelijk t onder
gaan."
Lacroix meent voorts nog, datmen deze
vernietiging haast ou moeten wenschen, als
daarmee d oorlog zou worden ten ednde ge-
bracl L.
Frankrijk*
Parijs, 11 Mei. De heer Motono, gezant
van Japan te Parijs, zal zich in 't laatst van
deze week naar Den Haag begeven ter bij
woning van de zitting van het Hof van Ar
bitrage, te houden op 16 Mei, ter beslechting
van het geschil tusschen Japan met Frank
rijk, Engeland en Duitschland over de be
lastingen, door Japansche gemeentebesturen
opgelegd aan vreemdelingen wegens gronden,
ilie door de regeering aan hen waren afge
staan.
Engeland.
Londen, 11 Mei. Bij de behandeling der
begrooting voor de commissie van de rijks
verdediging hield minister Balfour een lange
redevoering over het vraagstuk der verdedi
ging en besprak daarbij ook de quaestie van
de zeemijnen, waarvan hij zeide, dat dit een
onderwerp van overweging voor eene interna
tionale rechtbank was. Over de mogelijkheid
van een inval in Engeland haalde hij de mee
ning van deskundigen aan, die beweren dat
zulk een inval met minder dan 70,000 man
oene onmogelijkheid zou zijn. Aannemanue
dat zoo'n inval geschiedde, dan zou Frank
rijk dien moeten doen, maar dat was btt
allerlaatste wat hij mogelijk achtte. Voorts
somde hij nog eene reeks moeielijkheden op,
die het transport en de landing zouden mede
brengen. De commissie voor de rijksverdedi
ging is daarotm van oordeel, dat de onder
stelling van een inval in Groot^Brittanrië
niet is eene gebeurlijkheid, die ernstig in over.
weging behoeft te worden genomen.
Wat het gevaar betreft van een Russische
inval in Indië, zeide de minister, dat hij
geloofde, dat deze geen deel uitmaakt van
de plannen der Russische regeering en dat
men de betreekenis overdrijft, die is te hech
ten aan de nieuwe Russische spoorwegen. Hij
op de l>ezwaren, aan een inval in Indië
verbonden, dat met bij verrasring kan worden
veroverd. Maar het zou toch als eene recht
streeks agressieve daad tegen Groot-Brittan-
nië beschouwd moeten worden, wanneer eene
poging mocht worden gedaan om een spoor
weg in verband met de Russische strategische
lijnen op het gebied van Afghanistan te bou
wen Wanneer Engeland een langzaam inpal
men van Afghanistan toeliet en toestond,
dat de Russische spoorwegen meer en meer
de grens naderden, dan zou het een veel groo
ter leger dan thans moeten onderhouden.
Men kan echter met gelijkmoedigheid dit
vooruitricht tegemoet zieneene moedige
houding zou het gevaar afwenden.
Campbell Bannerman drukte de algemeen©
voldoening uit over Balfour's mededeelingen
en was van meening, dat Balfour zeer ver
standige en gematigde inzichten had over
Afghanistan.
Italic.
Pome, 11 Mei. De minister van marine ver
zocht de Kamer suppletoir© credieten toe
te staan voor de zeemacht. De vloot zal in
1909 verdubbeld zijn, zoowel in aantal als
in kracht.
Rusland.
Petersburg, 11 Mei. Het minister-coanité
beeft nu een wetsontwerp opgesteld, dat
strekt om aan de boeren, die van het kroon
domein laud in pacht hebben, tot eene geza
menlijke oppervlakte van 90 millioen desjar
tinen, de betaling van de padht zal worden
vergemakkelijkt. De minister- van landbouw
zal het recht krijgen uitstel te verleenen
van de betaling van den pacht-rijns of dien
gciheel kwijt te scheldenook zal hij den
boeren het verkrijgen van kroonland ge
makkelijk mogen maken.
Volgens de Nowoje Wremja heeft het
minister-comité, met het oog op de onlusten
onder de boeren, beslaten de toestemming
van den Keizer te vragen voor de indiening
van hoe wetsontwerp bij den rijksraad, zon
der dat vooraf de ministerieel© departemen
ten er advies over uitbrengen.
Het zemstwo-congree te Moskou heeft in
den avond van 9 Mei zijne werkzaamheden
ten einde gebracht. Het heeft ten aanzien
van de verschillende officieel© commissiër.
eene vijandige nouding aangenomen en alleen
ten aanzien van de commissie-Boelygin
(tot voorbereiding van het bijeenroe
pen eener vertegenwoordiging) eene uit
zondering gemaakt op voorwaarde echter, dat
aan de zemstwo's wordt toegestaan vrij ge
machtigden te kiezen die op voet van gelijk
heid staan met de officieel© leden, dat de
beraadslagingen van de commissie in het
openbaar plaats hebben en dat de commissie
enkel belast zal zijn met de regeling der
verkiezing van eene oonstitueerende verga
dering.
Al de genomen besluiten zullen aan de
zemstwo's worden medegedeeld en de grootst
mogelijke openbaarheid zal worden gegeven
aan het door het congres aangenomen pro
gramma. Het werd echter overbodig ge
acht de besluiten aan de regeering mede te
doelen.
Bij eene hoofdelijke stemming hebben 71
leden zich verklaard voor het rechtstreek-
sche algemeen stemrecht en 51 ten gunste
van het algemeen stemrecht en eene tweede
verkiezing bij beperkt stemrecht.
Eene commissie, met prins Lwow als voor
zitter, is benoemd om het volgende congres
te regelen.
Petersburg, 11 Mei. In de safe deposit van
het Moskousche bankiershuis Dshamgarow
zijn zes een ponds bommen gevonden. Als
huurder werd hier een revolutionair gevan
gen genomen, bij wien eene tot Mei geldige
hiuurkwitantio werd gevonden.
Nishninowgorod, 11 Mei. De gendarmerie
overste Gresohner is heden nacht te 12 uur,
toen hij uit den schouwburg naar buis te
rugkeerde, aan den ingang van zijn© wo
ning door revolversdhoten gedood.
De portier van het huis werd zwaar ge
wond
De dader is gevat, hij geeft op edelman
te zijn en Nikoforow te heeten.
Schitomir, 11 Mei. De winkels werden
heden weder geopend. Gedurende de onlus
ten werden 15 Joden g.dood en 81 gewond,
terwijl er 3 Christenen gedood en 8 gewond
werden.
TurkQe*
Het bericht van de overgave van Saana
(Arabië) wordt nog eens weer officieel beves
tigd. Het garnizoen en de Turksche ambtena
ren kregen verlof de stad te verlaten.
De door de opstandelingen behaalde bu't
bestaat uit 30 kanonnen. 20,000 geweren en
een aanzienlijke hoeveelheid ammunitie. Riza-
pasja is als bevelhebber acr Turksche troepen
vervangen door Achmed-Fezi Pasia. Verster
kingen, bestaande uit 8 bataljons, zijm uit
Preveza (Albanië) aangekomen.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichten
Petersburg11 Mei. (Petersburgsch Tele-
graafagentsehap.) Een telegram van generaal
Linewitsch van 10 Mei aan den Czaar be
richt Den 7. werden onze voorposten op de
linie Podysuyche-Schihuy aangevallen door
vijandelijke cavalerie.
De Japanners werden onder een kruisvuur
teruggeslagenden 8. Mei deed de vijand
weder tevergeefs een poging onze voorposten
naar het Noorden terug te drijven. Den 9.
Mei drong eene Russische afdeeling cavalerie
door tot aan de door Japanners bezette mij
nen van Sjahetzy. Door een omtrekkende be-
weging en artillerievuur werden de Japan
ners gedwongen zich terug te trekken naar
het dorp Sjianzoe. Nadat zij ook uit dit dorp
waren verdreven gingen zij terug naar het
dorp Madiopa.
Tokio, 11 Mei. De aanwezigheid op 9 dezer
van twee Russische schepen, vermoedelijk de
Gromoboi en de Rossija bij Aomori (aan de
Tsoengari-straat) wordt bevestigd.
Tokio, 11 Mei. Het ministerie van buiten
landse he zaken heeft eene kennisgeving
openbaar gemaakt, dait sinds het Kamranh-
incident door de Fransche regeering ver
schillende instruatiën aan hare ambtenaren
zijn gezonden ter voorkoming van elke schen
ding der Fransche neutraliteit.
De correspondent van de Times te Moskou
zegt uit goede bron te vernemen, dat de
ambulances van het Roode Kruis naar Tsjita
in Siberië gezonden zullen worden, daar de
aanstaande ontruiming van Charbin waar
schijnlijk wordt geacht.
Tokio11 Mei. Men bericht, dat twee
schepen van het W1 adiwostok-eskador Dins
dag ter hoogte van Aomori waren.
Over den toestand van het Wla.liwostok-
eskader zijn de volgende mededoc.ingen ont
vangen de Rossija en de Gromoboi Zijn her
steld, de Bogatyr is echter nog in onbruik-
baren toestand. Bovendien zijn er negen t< r-
pedobooten en materieel voor het bouwen
van drie torpedojagers. De aanbouw van vijf
onderzeesohe booten is voltooid.
De Parijsche correspondent van de Times
bericht, dat de vloot van Rodjestwensky de
baai heeft verlaten, waar rij toevlucht zocht
na de Hon-kohe-baai en die, zooals men onder
stelt, de baai van Phangwang is. Men meent,
dat- Rodjestwen&kv eindelijk voor de krachtige
vertoogen van admiraal Jonquières gezwicht
is, die met zijne schepen in de buurt is blij
ven kruisen tot de Russische admiraal ver
trokken was.
Laf fan's bureau bericht, dat te Hongkong
twee kolenschepen zijn aangenomen, die de
Honkohebaai den 5. Mei hadden verlaten.
Zij meldden, dat de Oostzeevloot in goeden
toestand is en den Japanners waarschijnlijk
meer te doen zal geven dan zij dachten.
Acht oorlogsschepen waren minder dan twee
mijlen van den oever verwijderd, de trans
portschepen en torpedobooten slecriU» een
halve mijl; de laatsten waren allen goed
uitgerust.
Volgens een bericht van dc Daily Mail zt'ju.
de torpedojagers den 4. naar de Kam ran n-
baai gegaan en met dépêches teruggekeerd.
De transport- en oorlogsschepen zijn zeer
roestig. De schepen werden maar wei
nig schoongemaakt en in 't geheel nrifc onder
water. Alle oorlogsschepen hadden bij hun
vertrek op den 5. hunne voorraden, met ia-
begrip van de steenkolen, volledig aange
vu ld.
In den Temps geeft George Villiers een
overzicht van de door Japan achtereenvol
gens bij de Fransche regeering ingebrachte
bezwaren over hare houding tegenover de
vloot van Rodjestwensky van het begin tot
het tegenwoordige tijdstip. Als grondslag
van haar onzijdigheidsbegrip geeft de Japan
sche regeering te kennen, dat elke hulp, in
den vorni van steenkolen, van levensmidde
len, van reparatiën, van veroeniging der ver
schillende eenheden aan de Russische vloot
in den loop van haren tocht naar Oost-Azië
verleend, een „hulp met een oorlogsdoel"
uitmaakt, dat bijgevolg en met het oog op
letter en geest van de aan de onzijdigen op
gelegde verplichtingen, iedere hulp van dien
aard, hetzij in de havens, hetzij in de ter
ritoriale wateren verleond, een inbreuk op
die verplichtingen uitmaakt.
De verschillende feiten, die achtereenvol
gens door Japan onaer de aandacht van do
Fransche regeering zijn gebracht, zijn de vol
gende: 1. Te Cherbourg hebben op de reedo
geankerde kolenschepen kolon geleverd en
hebben twee torpedojagers herstollingen ge-
60 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
HOOFDSTUK XXL
Weder was het do avond voor Paasch-Zon-
drg en weder luidden de klokken van Neu
renberg het Christelijk feest van 't nieuwe
leven in. Buiten rejjpnde het.
Nanni zat in de kleine kamer van de twee
de verdieping naast de rococo-latafel. Zij
had juist Matthes' Zondagsche kleeren klaar
gelegd en zag nu naar buiten in de regen.
„Nu is het juist een jaar geleden, dat ik
voor goed thuis kwam," sprak ze half over
luid voor zich heen. Maar hoe zacht de
woorden ook gezegd waren, Matthes, die met
een boek aan 't andere venster zat, keek er
van op. Hiji kwam naar rijn zuster toe, sloeg
rijn arm om haar middel en zeide
„Dat is voor mijl een goed jaar geweest,
niet waar, Nanni? Al ben ik van den winter
nog al lang ziek geweest, ik heb het toch
goed gehad, want ik heb jou altoos om mij
been gezien en nu ben ik weer gezond on
heel sterk geworden, omdat je zoo goed op
mij hebt gepast."
Nanni kuste hem op het voorhoofd.
„Ja, Matthes, maar nu moet je ook gezond
en sterk blijven en ook niet meer bang zijn
voor andere jongens en om alleen naar
school te gaan, anders groeit er nooit een
ordent lijk men&ch uit je
„O, ik zal 'twel goed maken, Nanni, en
ik wil heel braaf en verstandig rijn. Maar
als ik genoeg geleerd heb en groot ben, dan
kom jij bij me en dan koop ik allerlei mooie
dingen voor je, die niemand anders heeft!
Wat zuilen ze dan allemaal groote oogen op
zetten en je benijden, die domme meiden,
die nu zooveel kwaad van je spreken."
„Maar, Matthes, ik leg toch niemand iets
in den weg, waarom zouden de menschen
dan kwaad van mij spreken?"
„O, ze doen het toch, al weet je dat zoo
niet, omdat je in 't geheel niet met ze om
gaat. Maar als ik soms met moeder mee ga,
hoor ik allerlei dingen! Ze zeggen, dat je
zoo grootsah bent geworden en dat je niet
weet wat werken ia erg dom, niet waar?
En dan zeggen ze ook
Wees nu stil. MatthesHet kan me niets
schelen wat ze zeggenik doe wat ik doen
moet en daarmee uit."
„Ja, maar je moet het toch weten, wat ze
nog van mijnheer Egbert zeggen."
„Van Egbert? Spreken ze van hem ook al
kwaad
„Of ze! En verbeeld je, ze zeggen, dat jij
het met hem weet, maar dat hij je fopt en
je zal laten ritten
„Geen woord meer, MatthesJe moet geen
dingen zeggetn, die je n;et begrijpt! Ja, de
menschen, die zoo spreken, rijn heel, heel
erg slecht, maar jij' behoeft niet te herhalen,
wat ze gezegd, hebben!"
Verschrikt zag Matthee naar rijn. zuster op,
die hij niet gewoon was zoo heftig te booren
spreken en. zóo opgewonden te zien. De tranen
I kwamen hem in de oogen en Nanni sloeg haar
arm om rijlni hals en kuste hem om hem tot
bedaren te brengen.
>rZeg eens, wat is dat weer voor een come-
dieï" riep op dat oogenblik de heer Berger,
die bij 't binnenkomen in de kamer zijn stief
dochter en zijln zoontje met gefronste wenk
brauwen aanzag.
Matthes, die een onverwinnelijken angst
had voor zijn vader, sloeg om'Nanni, die rich
los zocht te maken, rijlni 'beide armen heen en
vlijde zich des te vaster tegen haar aan.
„Schaam jij je niet, jongen, om zoo aan een
vrouwenschort te hangen," bromde Berger
„en jij, juffer Nanni, je kon ook wel wat ver
standiger doen dan den jongen zoo te verwij
ven en vertroetelen. Maar ik zal er nir een
eind aan maken, 't wordt hoog tijd
„Vader," begon. Nanni smeekend.
„Zwijg!" gebood hij streng. „Je denkt- zeker
dat ik met weet, wat de menschen praten?
Maar ik wil 't niet hebben, versta je, dat je
Matthes zoo kust., omdat je nu eenmaal kus
sen wilt en die ander hier niet is."
„Vader 1" gilde Nanni ein trad met fonke
lende oogen en hijgenden adem op den main
toe, die haar zulke loelijke woorden had toe
gevoegd, „als u meent, een fatsoenlijk meisje
ongehinderd te kunnen beleedigen, dan moest
u ini elk geval bedenken, dat uw eigen kind
er bij staat!"
„Houd die groote woorden maar voor je!
Wel, wel, is d e juffer Nanni zoo gauw, op
haar teentjes getrapt? Ik zeg maar, dat je het
kind vertroetelt, dat jo
Van beneden klonk de stem van Bergers
vrouw, die luidkeels om haar man riep.
Berger wendde zich terstond naaf de deur.
Het was hem niet bepaald onaangenaam, dat
hij naar beneden geroepen werd, want al was
hij ook opzettelijk grot tegen Nanni geweest,
rijn afkeer voor haar ging niettemin gepaard
met oen onbestemd gevoel van vrees, dat den
onbeschaafde, die door de omstandigheden
hooger meent te staan dan de meer ontwik-
keJde, dien hij; onder den duim wil houden,
soms zoo vreese'ijlk hinderen kan.
Beneden aan de trap stond Berger s vrouw
met een grooten sluier in de hand en riep
haar man toe„Kom maar gauwDaar is
weer dezelfde prinses, die hier een paar jaar
geleden is geweest en toen zooveel bij ons
gekocht heeft! Andere klanten had ik na
het inluiden van de Paschen wel wegge
stuurd, maar zoo'n heel voorname
,,'tls goed, 'tis goed! Waar is de dame?"
Berger daalde met zwaren tred do kraken
de trap af en begaf zich naar buiten, voor
het huis, waar de prinses, zooals zijn vrouw
hem gezegd! had, bij de kraam stond te
wachten.
„Goeden avond, mijnheer Berger," luidde
Mascha's vriendelijk lachende groet. „Ik ben
hier van middag aangekomen en mijn eerste
gang was naar u!"
„Al te veel eer, al te veel eer mag ik u
alleronderdanigst verzoeken om binnen te
komen 't is daar natuurlijk wel wat don
ker
„O, dat is minder! Al het moois, da.t ge in
uw magazijn hebt, komt vandaag bij mij
oerst in de tweode plaats in aanmerking.
Vooreerst moet ge mij eens vertellen, mijn
heer Berger, of uw stiefdochter Nanni nog
altijd bij u aan huis is, en zoo ja, of ik haar
dan niet even zou mogen spreken
„Nanni?" herhaalde Berger, een weinig
verlegen, „ja, die is hier nog wel, maar
„O, als zij thuis is, dan moet ge mij met
geen „maren" bemoeilijken, mijnheer Ber
ger Ik heb gehoord, dat uw dochter uitzag
naar eein plaatsing als jonge dame van ge
zelschap en daar ik toevallig iets van dien
aard voor haar weet, zou ik haar gaarne
eens willen spreken, om van haar te hooren,
of zij er zin in heeft en om zelf eens te zien,
of zij daarvoor de geschiktheid zou bezitten.
Ik zeg dit alles in de veronderstelling, dat
bij u tegen het plan van uw stiefdochter
geen bezwaren bestaan, want natuurlijk hebt
gij, als hoofd van 't gezin, in die zaak de
eerste stem."
Berger zette een paar groote oogen op en
had werkelijk ©enigen tijd noodig om die
schijnbaar zoo eenvoudige zaak goed te be
grijpen. Ze klonk hem op dat oogenblik
ook allerzonderlingst in de ooren.
Hij, die daareven, door haar grof te be
leedigen, zijn doohter nagenoeg gedwongen
had om zoo gauw mogelijk zijn huis te ver
laten, hij hoorde nu, hoe een hoogadellijk
persoon van datzelfde meisje als van een
„jonge dame" sprak, en dat die persoon uit
eigen beweging haar een plaats kwam aan
bieden in een ongetwijfeld zeer voornamen
kring.
Hij verzocht buigend nogmaals de prinses
te willen binnenkomen en waarschuwde zijn
vrouw, dat zij Nanni inoest gaan roepen. De
prinses nam inmiddels op dte oude canapé
in het kleine kantoortje plaats.
Wordt vervolgd.