V. 317. Tweede JBIad.
3de Jaargang.
Zaterdag 20 Mei 1905.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort 1.85.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummerso.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit Blad bij abonnement- Eenu
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
OOST-1NDIÈ.
Decentralisatie van boven
a f. Wij hebben er reeds meermalen op ge
wezen, dat d© gouverneur-generaal het drin
gend noodzakelijk acht hem in belangrijke
mate te ontlasten van het werk, dat hij per
soonlijk moet verrichten, en hem daardoor in
staat te stellen aan de meer gewichtige staats-
aangelegenheden meer tijd te besteden, dan
hij thans voor de behandeling daarvan ge
bruiken ka".
De gouverneur-generaal wenscht met deze
decentralisatie stelselmatig voort te gaan,
totdat aan de betrokken departementschefs
en ten deele ook aan de Algemeene Reken
kamer de 1 esslissing zal zijn toevdrouwd in
alle aargelegenheden, waarin die niet nood
zakelijk bij de regeering moeten blijven be
rusten, zooals o. a. die betreffende de wet
gevende bevoegdhe;d van d n gouverneur-
generaal en alles wat daarop betrekking
heeft.
Thans is bij circulaire van 1 dezer het
oordeel van de departementschefs en de Al
gemeene Rekenkamer gevraagd over het
denkbeeld, om de nu nog aan de Regeering
toekomende bevoegdheden, bedoela in een
daarvan opgemaakten staat, ver te aragen.
De gouverneur-generaal zou het bijzonder op
prijs stellen indien de adviseurs zich bij het
uitbrengen van dat advies niet bepaalden tot
een opgave van de eventueel tegen de uit
voering van dat denbeeld gerezen bezwaren,
doch er naar wilden streven om alle moei
lijkheden, die z'ch daarbij mochten voordoen,
uit den weg geruimd te krijgen. B. N.
Volgens de Java-Bode zou de eerste ver
gadering van den Bataviaschen gemeenteraad
plaats hebben op Maandag den 17en April.
Naar men aan het blad mededeelt, hebben
de volgende leden van den Bataviaschen Raad
hun benoeming aanvaard
D. de Jongh Hzn., L. von de Wall, C. J. W.
van Arcken, H. Coldenhoff en E. Th. Kal
voorts Tan Yan (Joan en Agoes van Tanah
Tinggi, Hadji Moehamed Djani en Mas Wong-
sokario.
De heer J. Dinger, die op reis is, heeft zijn
antwoord nog niet kunnen inzendenSeyd
Oesman. de adviseur der regeering voor Ara
bische zaken, heeft verzocht voor hem een
vervrnger te \/illen aanwijzen, wegens zijn
ïioogen leeftijd; alleen de heer L. J. Larn-
bach, assistent-hoofdagent der Koninklijke
Paketvaartmaatschappij, heeft voor de benoe
ming bedankt.
De Raadsleden van Meester-Cornelis heb
ben allen bun benoeming aangenomen.
De eerste zitting aldaar zou plaats hebben
op Dinsdag den 18en April.
Bali. 12 April heeft liet lid in den
raad van Indië, d© heer F. A. Liefrinck, zijn
reis naar Bali aanvaard, met het doel, na te
gaan, wat gedaan moet worden om de orde
en rust op het eiland te herstellen en daar
toe, zoo noodig, als regeerings-commissaris de
noodige voorloopige maatregelen te treffen.
Het Bandjermasinisch Nieuwsblad ont
ving uit Poeroek Tjahoe bericht, dat de
lage waterstand der rivieren in de Boven-
MontaJat de troepen-bewegingen weer aan
zienlijk belemmert. De Selatan raakte o. a.
iets beneden de monding der Soengei Boem-
ban aan den grond; de marechaussees, die
het scheepje over zou brengen, moesten
daardoor onverrichterzaike naar Poeroek
Tjahoe terugkeeren.
Met de Negara werden uit de Boven-
Montalat weder eenige gewonden aange
bracht. Het moet daar nog verre van rustig
zijn, een gevolg van de omstandigheid, dat
men het volkje daar meer dan dertig jaar
ongemoeid heeft gelaten, hoewel het meer
malen, vooral in de zeventiger jaren, vijan
delijkheden tegen ons heeft gepleegd.
Waarschijnlijk zullen de marechaussees
den oproerkraaiers wel spoedig aan het ver
stand brengen, dat d© beurt nu eens aan
ons is en dat zij voor onze troepen geens
zins zoo onbereikbaar zijn als zij tot nog
toe wel vermeenden.
C e 1 e b e s. De Preangei'bode heeft
medegedeeld, dat te Pare Pare, in het land
schap Sidenreng, Celebes, een bentang zou
worden gebouwd. Een correspondent te Safa
ri schreef daaromtrent aan het Scerab.
Handelsblad, dat de regeering met het bou
wen van die versterking een polirieke fout
zou begaan. Pare Pare ml. zou, volgens den
berichtgever, in vroeger dagen in Teen zijn
afgestaan aan het landschap Sidenreng; het
gouvernement zou bij verschillende gelegen
heden geaarzeld hebben die havenplaats terug
te nemen. Doet het dit thans, door er een
benting te bouwen, dan zou Sidenreng een
reden hebben tot ontevredenheid en, naar
men verwacht, zich aansluiten bij Boni, als
dit door expeditionaire troepen zal worden
aangevallen. Eenzelfde gedragslijn verwacht
men van W*vdjo on Loewce, tervjij' Goa zich
vermoedelijk alleen inschijn neutra.il zal hou
den, doch in 't geniep mannen ter verster
king naar Boni zal zenden.
„Het komt ons voor, dat dergelijke zaken
te Batavia t-.oeilijk kunnen worden beoor
deeld. Wij meenen ons dan ook vc loopig te
moeten houden aan hetgeen ens uit Makassar
werd bericht te meer daar genoemde cor
respondent o. a. ook mededeelde, ait goede
bron te hebben vernomen, dat tot zelfs in
Bolang Mongondo, bij de Minahassa, toe, een
oproep tot den krijg tegen het gouverne
ment zou zijn verzonden, in den vorm van
pakjes kruit met een kogel er in.
„Onderstaand telegram uit Menado toont
al vast aan, dat de inlichtingen van den
Bataviaschen correspondent van het Soera-
bajasche blad uit onzuivere bron komen. De
resident van Menado, wien wij om inlichtin
gen seinden, antwoordde althans:
„„Voor zoover bij het bestuur bekend, is
in het gewest Menado alles rustig. De resi
dent, die juist van een tocht langs Ie Noord
kust terugkeerde, vond nergens sporeh van
eenige onrust.""
WEST-IND1Ê
Lely's baatuur.
In een hoogst waardeerend artikel over
gouverneur Lely schrijft de N. Sur. Ct.
Reeds toen gouverneur Lely pas optrad
en Z.Ex. in du'delijke trekken de richting
had aangewezen waarin hij het sciheepske
van staat onzer kolonie denkt te besturen,
hebben wij men zal zich dit kunnen her
inneren die richting huldigende, dade- j
lijk te kennen gegeven, dat, de gouverneur
zulk een goede richting volgende, er voor
ons ten aanzien van oppositie, zooals wij
onder het bestuur van Z.Ex.'s voorgangers
gevoerd hebben juist omdat hun beleid
anders was en juist omdat wij in het be
lang der kolonie niets anders hadden ge-
wenscht dan een bestuursbeleid als dat door
gouverneur Lely wordt gevolgd niet veel
meer zou te doen vallen, maar dat daaren
tegen onze taak zich voortaan hoofdzakelijk
zal moeten bepalen om met de ons gegeven
bescheiden krachten, het bestuur van gou
verneur Lely krachtdadig te steunen niet
alleen, maar eveneens opwekken om hand
in hand den landvoogd te steunen.
Hebben wij in hoofdzaak de tram die
onze kolonie noodwendig tot bloei en wel
vaart moet voeren aan zijn staatsmans-
durf, doorwrochte kennis en het buitenge
woon vertrouwen dat hij in het Moederland
geniet te danken, sedert deze landvoogd
den schepter van het bewind over onze ko
lonie zwaait, heeft ieder in de kolonie kun
nen zien, bemerken en gevoelen hoe hij
steeds bedacht is om alles te doen, teneinde
de productieve krachten der kolonie tot ont
wikkeling te brengen. En in die richting
consequent voortgaande is het voor ieder
een te zien, hoe hij met alle krachten aan
den kleinen landbouw een stoot- heeft ge
geven, als zelden een zijner voorgangers ge
daan heeft.
Als de cacaoziekte den grooten landbouw
met totalen ondergang bedreigt en de plan
ters jeremiades aanheffen, bet. bestuur der
kolonie om hulp verzoekende, zonder even
wel te zeggen en wel blijkbaar omdat zij
zulks niet weten, waarin dde hulp moet be
staan, peinst liij er over een middel te vin
den om den grooten landbouw voor totalen
ondergang te behoeden.
En terwijl die klachten al jammerlijk er
en jammer li jker wordende landvoogd
werkte steeds voort, stil in het belang dea-
kolonie en zonder zich aan liet geschreeuw
daar buiten te storen, als zou hij niets doen
in die richting; hij werkte tot hij eindelijk
gevonden heeft wat hij zoohteen middel
om den grooten landbouw voor totalen on
dergang te behoeden.
Het middel werd gewonden, maar het
moest eerri worden vóórbereid. De Koloniale
Staten ontvingen dan ook eenige maanden
geleden een ontwerp-verordening, regelende
het oogst verband.
En dat middel zelf nu is te vinden in de
wctsvoordracht, die hij in de gepasseerde
weeik den Kolonialen Staten ter goedkeu
ring heeft aangeboden betreffende het in
het leven roepen van een bacove-cultuur
voor uitvoer, die tot inhoud heeft, om „voor
rekening van de kolonie" „ten hoogst 3000
H.A. met bacove in cultuur" te brengen,
welk werk zal worden beschouwd als pro
ductief, als wanneer er daarvoor een staats-
leening zal worden gesloten en waarom
trent do Memorie van Toelichting alles zóó
goed toelicht, wat men in de gegeven om
standigheid zou willen weten, niet alleen,
maar die tevens dienen kan als een stand
aardleerboek over den landbouw in de kolo-
Kameroverzicht
Eerste Kamer.
De heer W o 1 t j e r zette isteren zijn
Donderdag middag aangevangen rede voort.
In zijn zeer uitvoerig betoog gaf hij
als zijn meening te kennen, dat ook het
onderwijs aan de openbare universiteiten
dogmatisch is en dat overigens dit wetsont
werp ligt in de historische lijuhet laat het
hoogere onderwijs vrij. De vrees, dat er
kleine hoogesokolen zullen komen, achtte
Spr. ongegrond.
De heer Frantzen verdedigde eveneens
de bijzondere universiteit tegen de beschuldi
ging eenzijdig en onvolkomen te zijn en
meende, dat de oppositie enkel bezwaren op
pert uit anti-pathie.
De heer Vermeulen bestreed het ge
zegde van den heer Van Houten, dat de kerk
genootschappen godsdiensthaat kweeken, door
het b;nden van de leden aan een bepaalde
geloofsovertuiging. Verder wees hij er op, dat
bij dit ontwerp belangrijke quaestie9 geregeld
worden, als do verheffing van het technisch
landbouw- en handelsonderwijs.
Ook de instelling der bijzondere leerstoe
len achtte hij van het hoogste belang.
Dat de toekenning van den effectus civilis
aan de graden der bijzondere universiteiten
het wetenschappelijk gehalte van het hooger
onderwijs zou doen dalen, betwistte Spr.
Tegen de in het tweede ontwerp opgeno
men bepaling, dat de quaestie van de invoe
ring van staatsexamens voor de benoembaar
heid tot mbtem en de regeling der theolo
gische faculteit, had Spr. echter groot be
zwaar, omdat de wetgever van heden geen
wetsontwerpen mag „bestellen" bij den web
gever van de toekomst. Maar niettemin zou
Spr. van harte voor de wet stemmen.
De heer Reekers sloot zich bij dit laatste
aan, meenende, dat die quaestie van de rege
ling van 3e staatsexamens hier niet thuis be
hoort. Overigens verdedigde ook deze sprekei
het wetsontwerp zeer u'tvoerig.
De heer Stork wees er op, dat het hier
niet de quaestie is van vrijheid om bijzon
dere universiteiten op te richten. Die vrij
heid bestaat al lang. Hier geldt het echter
de gelijkstelling van een zeer onvolkomen in
richting met de rijks universiteiten, een
privilegie voor een universiteit, die niet op
hetzelfde niveau staat en gebonden 's aan
bepaalde 'eerstellingen. Dit nu achten de
liberalen in strijd met het landsbelang.
In een niet minder uitvoerige rede beant
woordde de minister van oinnen-
landsche zaken, dr. Kuyper, de ver
schillende sprekers. Wat het „bestellen" van
een wetsontwerp tot regeling van de staats
examens betreft, antwoordde hij, dat er van
een opdracht aan een wetgever van 1910 geen
sprake was. Blijkt het in de vijf jaar, die ge
steld zijn, dat de bepaling niet wenschelijk
is, clan kan zij uit de wet worden ge'icht.
Zeer ernstig beklaagde hij zich over de rede
van den heer Van Houten, die den minister
„den chef der doleerenden'" genoemd had.
Dat kwam z. i. niet te pas.
Voorts betogde hij, dat dit wetso itwerp ten
doel had om een einde te maken aan het
monopolie, dat tot nu toe ten opzichte van
het hooger onderwijs bestond.
Hij wees er aan het slot nog op. dat men
voor icderen groep mag opvorderen, gelijk
heid in rechten op geeste-l.jik terrein. Het is
een strijd van hooger orde. Niet de Staat
moet de wetenschap leiden, maar de weten
schap zelf, om .jdere wetenschappelijke rich-
ting gelegenheid te geven zich te ontplooien.
Dat is de ware vrijheid eu geen vrijheid
op papier. (Brave's).
De vergadering wqrd verdaagd tot heden
li uur.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer was gisteren voor het
laatst bijeen en had nog een drukken dag.
Zóóveel wetsontwerpen zijn nog nooit op één
dag afgedaan. De beschikbare ruimte dwingt
ons echter kort te zijn in de vermelding van
het vele, dat nog werd afgedaan.
In de eerste plaats was aan de orde het
wetsontwerp tot het verleenen van een bij
drage aan de Carnegie-srichting, voor den
aankoop van een terrein voor het z.g. „vre-
De heer L i e f t i n c k kwam er tegen op
dat hiervoor 7 ton beschikbaar gesteld am
worden.
De nieuwe minister van buiten 1.
zaken, de heer Van Weede en de
minister van W., H. en N., de heer
De Marez Oyens, verdedigden het
wetsontwerp, dat ten slotte aangenomen
werd met 56 tegen 5 stemmen, zijnde de
lieeren Liefrinck, Nolting, Staalman, De
Stuers en Ter Laan.
Hierna werd een reeks van kleinere wets
ontwerpen en conclusion op adressen goed
gekeurd.
Aan de orde was vervolgens de tweede
lezing der Loterijwet, waarna dit wetsont
werp z. h. 8. wordt* goedgekeurd.
Na tweede lezing werden mede z. h. 8.
goedgekeurd de wetsontwerpen betreffende
1. den rechtstoestand van het reserve-per
soneel der landmacht
2. de bevordering, het ontslag en de non
activiteit van de officieren, beihoorende tot
dat personeel
3. hot op pensioen stellen van de offi
cieren, de onderofficieren en de mindere
militairen, bchoorende tot het reserve-per
soneel der landmacht, alsmede het verleenen
van pensioen aan hunne weduwen en kin
deren.
En vervolgens nog wederom ©on achttal
kleinere wetsontwerpen.
Aan de orde was de interpellatie van den
heer Duymaer van Twist over het gebruik
van kuilnetiten als visdEtuig op de Zuider
zee.
De heer Duymaer van Twist wees
op het gewicht der Zuiderzee-vissdherij, die
echter met. ondergang wordt bedreigd door
het gebruik van den z.g. wonderkuil. Ver
bod van het kuilnet aaktte Spr. de eenige
oplossing en hijl vroeg: is de regeering be
kend, dat het visschersbedrijf op de Zui
derzee zeer vermindert en acht de regee-
ring een van de voornaamste oorzaken niet
gelegen in liet gebruik der kuil netten en
zoo ja, is de Reg. dan bereid maatregelen
te nemen tot wering van het kuilnet in de
Zuiderzee f
De Min. van W a t e r s t a a t, H. en N.
ontkende dat de visdhrijlkdom in de Zui
derzee afneemt.
Op de eerste vraag van den interpellant
antwoord de Min., dat het vissoherijbedrilf
ook kan achteruitgaan door grooter concur
rentie, al wordt er evenveel en zelfs meer
visch gevangen. De minister is met velen
van gevoelen dait de kuilnetvissoherij sciha-
dielijk is en er dus niet meê ingenomen.
Nadere regel'ng van de kuilwet en ver
vanging door eene andere wordt door de
regeering voorbereid.
ite interpellatie wias daarmee afgeloopen.
De griffier deed hierna voorlezing van
Ihet verslag der afdeelingan van het heden
onderzochte wetsontwerp tot verhooging van
Hoofdstuk TV (Justitie) der begroeting voor
1905, ter invoering met 1 September a.s.
van de tuchtwetten, waarna besloten wordt
tot dadelijke behandeling.
De heer Druoker, voorzitter der Gomm.
van Rapp., verklaarde, dait de Kamer voor
een moeielijk besluit staat. Nog nimmer is
een wetsontwerp van dezen omvang zoo
spoedig na liet ontvangen in openbare be
handeling gebracht. Eenparig wordt dit ook
afgekeurd en de Oommissie ziet voor zulk
een snelle behandeling geen ander motief
dan het algemeen verlangen, om deze wet
ingevoerd te krijgen. De Commissie wil er
echter uitdrukkelijk op wijzen, dat hetgeen
nu geschiedt, nimmer als een antecedent
zal mogen gelden en niet anders is dan een
votum van vertrouwen in de Regeering,
hopende, dat deze zich zal bepalen tot het
geen strikt nood'g is om de wet op 1 Sep
tember in werking te doen treden.
Na een korte discussie werd het wets
ontwerp z. h. s. aangenomen.
Aan de orde was daarna de motie-Pas-
stoors, luidendede Kamer, gehoord de
discussie in zake de Velser pont, overwe
gende, dat een ongeregelde overgang aan
het Noordzeekanaal bij Velzen groote scha
de toebrengt aan de bevolking der beide
zijden van het kanaal, overwegende dat se
dert jaar de genomen proeven met de
pont aldaar niet aan de verwachting heb
ben voldaan tot het verkrijgen van een
geregelden overgang als verkeersmiddel, be
sluit de regeering uit te noodigen de proe
ven te staken en over te gaan tot het aan
brengen van een verkeersmiddel, dat een
geregelden overgang verzekert, zonder be
lemmering der scheepvaart."
De heer Passtoors herinnerde aan
hetgeen aanle'ding gaf tot de "ndiening de
zer motie en aan de lijdensgeschiedenis van
de Velserpont, waarbij de ongelukken niet
van de lucht zijn geweest, zeer ten nadeele
van den handel.
Na eenige discussie vroeg de heer Pas
stoors om de brug te laten tot proeven
met de pont zijn genomen bij ijsbezetting.
Spr. wijzigde zijn motie in den zin, dat
de regeering uitgenoodigd wordt de brug
niet af te breken, voordat proeven zijn ge
nomen bij sterke ijsbezetting, maar trok die
daarna weer in, waarna de beraadslaging
werd gcs'oten.
En t-oen was het uur van scheiden en
afscheid nemen daar.
De Voorzitter, die heden voor de
laatste maal presideerde (hij stelt zich niet
meer verkiesbaar), nam met een hartelijk
woord afscheid van de Kamer en van den
griffier. Vooral nam de Voorzitter hartelijk
afscheid van den heer Mees, wien hij toe-
wenschte een spoedige terugkeer van zijn
gezondheid, zijn leedwezen betuigende, dait
hij heit voorrecht miste hier in deze Kamer,
waarvan hij zoo lang een sieraad was, af
scheid van hem te nenjen.
i'e heer Röoll betuigde namens de
beide zijden der Kamer den Voorzitter
dank voor de eervolle en waardige wijze
waarop hij gedurende vier jaren de debatten
heeft geleid en uitte den wensch, dat het
hem in de toekomst gegeven moge zijn ook
op staatkundig gebied nog in het belang
van Koningin en Land werkzaam te zijn.
(Applaus).
I>e Kamer ging hierna op reces.
School- en_Kerknieuws.
Prijevragn
door Rector en Senaat der Universiteit te
Leiden, den lsten .ei uitgeschreven.
Faculteit der rechtsge
1 c c r d h o i d.
I. De faculteit veria.gt een critisch on
derzcek naar: a. de overeen stem re g met
Grondwet en wet, b. de volledigheid der wet
telijke uitwerking, en c. de uit consulaire
- 'itie-reglementen of verslagen bekende uit
oefening van de bevoegdheden van regeling,
bestuur en rechtspraak, aan de Nederland*
sche oonsulaire ambtenaren toegekend in de
bestaande Nederlandsche staatsverdragen en
consulaire regelingen en voorschriften.
II. De faculteit wenscht de vr*ag beant
woord te ien, of cn in hoeverre de realiteit
van het vermogen van de naaralooze ven
nootschap door bepalingen van dwingend
recht kan worden gewaarborgd.
Faculteit der geneeskunde.
I. De llenzi en Boeri (13me Congres de
la Soc. ital. de méd. int., tenu a Padoue, Oct.
1903) beweren, dat na onderbinding der
bloedvaten in den hilus der milt, het net dit
orgaan geheel omgeeft en re&orbecrt. De
faculteit verlangt een op anatomisch en ex
perimenteel onderzo-k. steunde beantwoor-
der vraag: „welke is daarbij de kracht,
die het net beweegt?"
II. Aneurysmata, in 't bijzonder die der
knieholte, warden niet zelden bij krachtige
mannen waargenomen, zonder dat eenige al
gemeene ziekte-oorzaak aantoonbaar is, Soms
is de anamnese eenige aanleiding tot de ver
onderstelling, dat een bovenmatige krachts
inspanning daarvan oorzaak zou zijn. De
faculteit verlangt een experimenteel onder
zoek naar de ontwikkeling van aneurysmata
als gevolg v.,a subcutane, directe of indirec
te, schijnbaar geringe beleedigingen. Men
houde rekening met de mogelijkheid, dat
spiererteriën overmatig worden gerekt of af-
geschv ird.
Faculteit der wis- en natuur
kunde.
I. De faculteit vraagt een experimenteel
ond.rzoek over ternaire mengkristallen, waar
in de drie componenten in alle verhoudingen
kunnen voorkomen.
II. De faculteit vraagt op eigen waar
neming steunende, nieuwe feiten omtrent de
ontwikkeling van een in Nederland algemeen
voorkomend ongewerveld dier. De tekst be
hoort opgehelderd te zijn door uitvoerige en
nauwkeurige teckeningen.
Faculteit der letteren en
wijsbegeerte.
I De faculteit verlangt een verhandeling
over de geschiedenis \an het Pèsah en de
Massótdagen onder Israël tot aan het einde
der tweedi eeuw na Christus.
II. De faculteit verlangt een verhandeling
over de geschiedenis der Oost-Indische Com
pagnie als handelslichaam gedurende, do 17e
eeuw, voor zoover betreft haar plaats in de
handelsbeweging van en haar financieelen
toestand in Nederland zelf. Z'j wenscht, dat
daarbij gebruik worde gemaakt van het
handschrift van 's Compagnie's advocaat Van
Dam„Beschrijving der O.-I. Compagnie,"
berustende in het Rijksarchief te 's Graven-
b -
Faculteit der Godgeleerd
heid.
I. Heeft Justus Lipsïus, die in het jaar
1591 van de Universiteit te Leiden naar die
te Leuven overging, vóór dien tijd eon an
dere godsdienstige overtuiging bezeten dan
daarna
II. De faculteit verlangt een onderzoek
naar de juistheid van de opvat ing, dat do
magie een ziekte van den godsdienst is, bij
rik onderzoek gebruik worde gemaakt van
historische en ethnographischo gegevens.
Ned. Herv, I. e r k. De Nederl. kon
digt de tweede uitgave aan van het concept-
Algemeen Reglement voor de Ned. Herv. Kerk,
samengesteld door de hoeren dr. J. R. Slote-
maker de Bruine en L. J. Blanson Henkemans,
predikanten resp. te Nijmegen en te Zaandam.
Het blad deelt inede, dat de samenstel Iers van
het concept de algemeene inrichting der Kerk
zich als volgt voorstellen
De Kerk bestaat uit haar gemeenten de ge
meenten uit de leden. Bepaald wordt, wie leden
der Kerk zijn.
De gemeenten worden vertegenwoordigd door
den kcrkcraad. De versohil lende kerkeraden
vaardigen af tot de Classicaio vergaderingen
die minstens tweemaal per jaar samenkomun
en waaraan dc behartiging van de geestelijke
belangen is opgedragen, ook dc tucht; terwjjl
do leiding der zaken berust bij de Classicale
commissie, ongeveer et tegenwoordige Classi
cale bestuur, doch met minder arbeid.
De Waalsche g.-meenten vormen te zamen
een classis, stellen dus eene classicale vergade
ring samen en benoemen eene Classicale com
missie.
De Classicale vergaderingen vaardigen elk
twee predikanten en twee ouderlingen af ter
Provinciale Synode, die minstens eenmaal per
jaar samenkomt, en aan wie allerlei arbeid
wordt opgedragen, nu door do Provinciale kerk
besturen verricht terwijl de leiding :rust bij
eene Provinciale commissie.
De Provinciale Synoden vaardigen af ter
Algemeene Synode, samengesteld uit evenveel
leden als er classes zijn, zoo predikanten als
ouderlingen, die om de twee jaar vergadert
zij benoemt uit haar midden eene yuodale
commissie, die de algemeene zaken der Kerk
behartigt, wanneer de Synode niet vergaderd is.
De tucht wordt zoo gergeld, dat ei-speciale
juridische onderscheiding als tusschen besluit,
beslissing en uitspraak vervalt, evenals de zui
ver juridische bepalingen aangaande cassatie.
Daarvoor komt in de plaats, dat elk, die be
zwaard is over een besluit, waarbij hij recht
streeks is betrokken, het recht heeft, de zaak
voor de volgen ic vergadering der Kerk te doen
behandelen, tot aan de Synode toe.