2i°. 335.
3de Jaargang.
Woensdag 7 Juni 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
OORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden roor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- o.OS.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEKXIËN:
Yan 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en tadrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adr^rteeren in dit Blad bij abonnement Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
TEH-VISIE-LIGGINÏf OPGAYEN YAN
OANDIPATHN.
De 'Burgemeester der gemeente Amersfoort
maakt bekend
dat de bij hem ingeleverde opgaven van can-
didaten voor de op heden gehouden verkiezing,
ter vervulling van eene plaats in de Tweede
I Kamer der Ktaten-Generaal, evenals het door
ihem opgemaaklle proces-verbaal van sluiting
I der canaid aten lijst, ter Gemeente-secretarie voor
een ieder ter inzage liggen
I dkt afschriften dier stukken aangeplakt en
tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
Amersfoort,, den 6. Juni 1905.
De burgemeester voornoemd,
j WIULJTIERS.
Politiek Overzicht
De kwestie ven Marokko.
De Marokkaansche kwestie is. met de afwij
zing van het door Frankrijk voorgestane her
vormingsprogramma in eene nieuwe phase
gekomen. Sultan Mulay Abdul Aziz heeft de
door Frankrijk gedane voorstellen beslist af
gewezen en heeft de in Tanger vertegenwoor
digde staten uitgenoodigd hunne vertegen
woordigers te r chtigeu tot h t houden van
eene internationale ~nferenitie om over een
programma van hervormingen en over de
middelen om het te verwezenlijken, te beraad
slagen.
Van Framsclie zijde wordt erkend, dat hier
mede het doel, dat men in Marokko heeft
trachten te bereiken, mislukt is. Niet zonder
eenige bitterheid merkt de Tempo op-. „Door
d- slechte en langzame leiding, die aan de
Marokkaansche zaak gegeven is, hebben wij
ons in eene imj asse gebracht en wij bevinden
ons nu tuasoheni twee muren, opgetrokken de
een door Marokko, de andere door Duitsch-
l'Jid. Wij, moeten die muren omver halen en
zien wat er achter zat. Dat is het eenige mid
del nu wij tot het uitgangspunt zijn terug
gebracht om v 'gissingen! te herstellen,
waaraan het tijd is een einde te maken."
De Temps heeft zich hiermede tot tolk
gemaakt van de ontevredenheid, die in klim
mende mate heerscht over het beleid, dat dd
minister van buitenlandsehe zaken Deleassé
aan deu dag beeft gelegd in het Marokko-
vraagstuk. Die ontevredenheid is dezen staats
man eindelijk te machtig geworden hij heeft
gisteren zijn ontslag gevraagd en gekregen.
Dat ontslag zat sints eenige weken in de
lucht. Reeds toen de Kamer tegen Paschen
met vacantie zou gaan, kostte het moeite
Deleassé te bandhaven, en als hij nu niet
zelf gegaan was, dan zou hij het in de Kamer
aangekondigde interpellatie-debat niet over
leefd hebbc-n. Bl:;kens inlichtingen, die vóór
de vergadering van den ministerraad van
gisteren, vorkregen /erden uit de omgeving
van den minister-president, bestond er ook
in den boezem van het kabinet verschil van
meening, dat het aftreden van Deleassé onver
mijdelijk maakte. De reden' van het conflict is
hierin te zoeken, dat Deleassé er volstrekt af-
keerig van schijnt ge .cost te zijn, in te gaan
op het voorstel van den sultan van Marokko
/betreffende do international© comferent'e. De
minister-president Rouvier en andere minis
ters deelen dao meening nietalthans zij.n zij
beducht, dat een besliste weigering tot nieu
we verwikkelingen zou leiden, die zij liever
vermeden zenden zien.
De miuister-nres'dent. heeft voorloopig
zelf de leidinv van het departement van
buitenlandsehe zaken op zich genomen,
in afwachting dat de vacature, die door Del-
caseé's aftreden is ontstaa.ii. zal worden aan
gevuld. Hij zal zich er dus zelf mee bezig
hebben te houden om te zoeken naar nieuwe
wegen tot oplossing van do Marokko-kwe&tie.
Wat Duitschland betreft, verklaart de Köln.
Ztg., dat het tevreden is met wat is bereikt
en geen behoefte heeft den loop der gebeurte
nissen verder te verhaasten. Maar ook al wil
men overhaasting vermijden, men zal er toch
naar moeten streven over niet al te langen
tijd een weg to vinden, dien Frankrijk en
Duitschland beiden bereid zouden zijin te
gaan.
Wat Engeland lietreft, dringt de Spectator
er op aan, dat de Britsche regeering zich :n
hare houding geheel zal laten leiden door liet
optreden van Frankrijk. „Wanneer Frankrijk
toestemt in eene conferentie, dan moeten wij
't natuurlijk ook doen. Indien Frankrijk wei
gert, dan moeten wij niet alleen zijne weige
ring steunen door een dergelijk antwoord op
de uitnoodiging, maar ons best, doen om andere
staten te bewegen hetzelfde te doen. Dat dit
besluit om met Frankri'k to handelen, de
door onze regeering aangenomen gedragslijn
zal zijn, betwijfelen wii nietmaar inmiddels
verhelen wi j ons niet liet fe't. dait de toestand
op een gegeven oogenblik zeer ernstig kan
blijken. Wii zouden in dit opzicht, ons willen
aansluiten bij de wijze waarschuwing van de
Westminster Gazette, dat wij. Frankrijk steu
nende, ons moeten vrijwaren voor den schijn
v in Frankrijk aan te sporen eeno anti-Duit-
sche houding aan te nemen. Het ligt .niet op
onzen weg iets te doen, wat in staat zou zijm
te worden voorgesteld als Frankrijk te „ge
bruiken". Alles wat wii hebben to doen is te
handelen als loyale vrienden dfie. hoewel
bereid om te helpen als de gelegenheid zich
voordoet, niets zullen doen om een twist aan
te blazen, maar integendeel hun best zullen
doen om hem te doen bedaren,"
Dnltschland.
Berlijn, G Juni. Heden namiddag bij
prachtig weder is 't "huwelijk van den kroon
prins met hertogin Cecilia van Mecik'euburg
voltrokken. Om vier uur werd het burger
lijke huwelijk voltrokken door den ministDi
van het Keizerlijke Huis von Wedel in de
Keurvorsten kamer van het paleistegen
woordig waren de Keizer en de Keizerin,
do grootihertog van Mecklenburg-Schwerin,
de groothertogin-moeder en de broeders en
zusters van het bruidspaar.
Daarna begaf de bruiloftsstoet zich naar
de slotkapel, waar de leden van het corps
diplomatique, de buitengewone gezantschap
pen, de generaals en admiraals, de ministers,
de staatssecretarissen en de presidenten der
volksvertegenwoordigingen reeds bijeengeko
men waren. De Kroonprins droeg de uniform
van het eerste garde-regiment met het lint
van de Meoklenburgsche orde; de bruid
droeg een myrtenkroon op den sluier. De
Keizer ging gearmd met de moeder van do
bruid de Keizerin werd begeleid door den
groothertog van Mecklenburg-Sohwerin.
Bij het binnentreden der kapel leidden
de geestelijken het bruidspaar naar het al
taar, dat in een halven kring door do kei
zerlijke familie en de overige vorstelijke per
sonen werd omringd. Na de trouwrede be
antwoordde de Kroonprins de vraag van
den opperhofprediker met een luid, beslist
jade bruid zacht maar vast. Tijdens het
wisselen der ringen werden in den Lustgar-
ten kanonschoten afgevuurd.
Daarna begaf de plechtige stoet zich naar
de sohilderijenzaal van bet paleis, waar de
gelukwenschen werden uitgesproken.
Op de huwelijksvoltrekking volgde een de-
fileer-cour in de witte zaal, waar de Keizer
en Keizerin met het bruidspaar onder een
baldakijn hadden plaats genomen. Aan beide
zi;den van den troon stelden de vorstelijke
personen zich in een lange rij op. In eene
onafgebroken reeks trok nu de schitterende
stoet der gasten voorbij, eerst de dames van
het corps diplomatique, daarna de rijkskan
selier vorst Bülow, de staatssecretaris baron
Richthofen, de gezanten en verder in oin-
delooze rij de overige gasten.
Na de defileercour begaven de vorstelijke
personen zich, om te dineeren, naar de rid
derzaal. Aan weerszijden van het bruids
paar zaten de Keizer en de Keizerin, en
daarnaast de andere vorstelijke personen.
De Keizer dronk op de gezondlieid van het
hooge paar met een lange, buitengewoon
hartelijke toespraak, die een diepen indruk
maakte op de aanwezigen.
In de Marinezaal en de Koninginnekamer
dineerden de ambassadeurs met hunne da
mes, de rijkskanselier yorst Bülow, de buiten
gewone gezantschappen, enz. In andere za
len van het paleis zaten de overige gasten
van den Keizer aan, ten getale van onge
veer 1700.
Het slot van de feestviering bestond in
een fakkeldans in de witte zaal, in tegen
woordigheid van den Keizer en de Keizerin,
vorstelijke personen en diplomaten. Eerst
maakten de jonggehuwden een ommegang,
voorafgegaan door den opperhofmaarschalk
graaf Eulenburg en twaalf pages die fakkels
droegen. Daarop volgde een rondgang van
het bruidspaar met den Keizer en de Keize
rin, terwijl door do andere vorstelijke perso
nen nog twee rondgangen werden gedaan.
Tot besluit van 't schitterende feest geleid
den het Keizerpaar en do vorstelijke perso
nen in pleclitigon optocht de jonggehuw
den naar hunne vertrekken.
BerlijnG Juni. De Koirer heeft den rijks
kanselier iu den vorstenstand verheven.
Frankrijk,
Parijn, 6 Juni. De ministers waren heden
morgen in het Elysée vergaderd onder voor
zitterschap van president Loubet. In den
loom van de beraadslagingen, die duurde tot
kwart voor een, heeft de minister van bui
tenlandsehe zaken, ornklat hij constateerde
dat er verschillen van meening waren gere
zen tusschen hem en zijne ambtgenooten
over de middelen tot uitvoering van de
buitenlandsehe politiek, die tot dusver door
de regeering werd gevolgd, «ijn ontslag aan
den president der republiek aangeboden. De
minister-president drukte den heer Deleassé
de gevoelens van leedwezen uit, die zijn heen
gaan zijne ambtgenooten inboezemde. Hij
voe.gde er bij, dat hij er prijs op stelde,
namens de regeering, hulde te brengen aan
de diensten, die Deleassé gedurende zeven
jaren aan Frankrijk's groote belangen heeft
bewezen. De minister-president zal tijdelijk
het beheer van het departement van bui-
te,nlandscbe zaken op zich neonen.
Parijs, G Juni. "olgens aanwijzingen, ko
mende van blijkbaar goed ingelichte zijde, zou
er in den heden gehouden ministerraad slechts
sprake zijn geweest van de algemeen© buiten
landsehe nolitiek waarbij de Marokkaansche
quaestic werd "beschouwd als een der belang
rijke factoren in> deze politiek.
Men drong er bij den heer Rouvier met
nadruk op aan, definitief als minister van
buitenlandsehe zaken op te treden en de
portefeuille n financiën aan een anderen
titularis toe te vertrouwen. De lieer Rouvier
heeft terstond de leiding va,n. het departement
van buitenlandsehe zaken op zich genomen.
Parijs, G Juni. Met het oog op het door
minister Deleassé genomen ontslag, zag Jaurès
van zijne interpellatie over de Marokkaan
sche quaestie af. Hetzelfde deed ook Archdea
con, nadat de minister-president Rouvier hemi
had verzocht, thans geen debat over de buiten
landsehe aangelegenheden uit te lokken.
Aan het einde van den ministerraad van
gisteren, waarin het ontslag van den heer
Deleassé als minister van buitenlandsehe za
ken werd aangeboden en aanvaard, bracht
de minister-president Rouvier hulde aan hot
beleid vau den scheidenden bewindsman, die
gedurende bijna zeven jaren als minister do
verantwoordelijke leider van Frankrijk's bui
tenlandsehe politiek is geweest. De i 29en
Juni 1898 is Deleassé aan het bewind ge
komen hij is overgegaan in de verschillen
de kabinetten, die elkaar sints dien tijd zijn
opgevolgden zijn bewindstijd vult t t den
dag van zijn ontslag, nagenoeg de volle zeven
jaren.
Deleassé is gevallen ten gevolge bet échec,
dat 1 ij in Marokko geleden heeft. Maar de
regeling betreffende Marokko is slechts een
onderdeel van de groote regeling, die coor de
onderteekening van liet Franscb-Engelsche
verdrag van 8 April 1904 tot stand gebracht
is en waardoor een aantal oude kwestiën zijn
afgedaan en tal van redenen van verschil, cue
onder omstandigheden tot moeielijkhedeu
hadden kunnen leiden, -zijn uit den weg ge
ruimd. Het cchec op dit ééne onderdeel kan
de groote verdiensten niet te niet doen, die
deze bewindsan an zich overigens heeft ver
worven, van wiens vruchtbare werkzaamheid
in 't belang van zijn eigen land niet alleen,
maar in het belang van de goede interna
tionale verstandhouding de geheele wereld
de goede vruchten heeft geplukt Niet ver
geten mag-ook worden, dat een aantal arb-
trageverdragen, die door Frankrijk geslote')
zijn, de handteekening dragen van De'cassé
Engeland.
Londen, 7 Juni. Aan het galadiner, dat
gisterenavond in het Buckingham paleis gege
ven werd, wisselden de Koningen Eduard en
Alfonso de hartelijkste toosten. Eduard
drukte de hoop uit, dat Spanje en Engeland,
die zoo dikwijls bondgenooten geweest wa
ren, dat. altijd zouden blijven. Alfonso hoopte,
dat de tegenwoordige hartelijke betrekkin
gen verder ontwikkeld zouden worden tot
voordeel van beid© landen.
Londen. G Juni. In het Lagerhuis deelde
de speaker, mr. Gully, onder sympathie
betuigingen der leden zijn voornemen mede.
om naar aanleiding van zijn slechte gezond
heid af te treden.
Balfour gaf als zijn voornemen te kennen,
om morgen een motie van dankbetuiging
voor te stellen, om den speaker voor zijn
diensten te bedanken en een voorstel le
zullen doen om den Koning te verzoeken
•hem tot peer te verheffen.
Verwacht wordt, dat de onder-voorzitter,
mr. Lowther, tot opvolger van Gully geko
zen zal worden.
Londen, 6 Juni. Brailoford en Mac Cul-
loche, wier zaak den 23. Mei werd aange
bracht, zijn naar de terechtzitting verwezen,
maar tegen borgtocht vrijgelaten. Een in
specteur van de geheime politie, die als ge
tuige gehoord werd, deelde mede, dat hij de
beklaagden had ondervraagd, die verklaar
den, dat zij in de meening verkeerde, dat de
paspoorten voor vreedzame doeleinden be
stemd waren.
Hongarije.
De rijksdag heeft zijne zittingen tot na
Pinksteren verdaagdhij heeft dat gedaan
voor onbepaalde n tijd, om den voorzitter ge
legenheid te verschaffen terstond eene zit
ting te beleggen in het geval, dat een nieuw
ministerie wordt benoemd. Het heet nu, dat
dit eerst in de volgende week te verwachten
is.
De voorzitter van den vorigen rijksdag zal
persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor
de betaling van een bedrag van 31,826 kro
nen, die besteed zijn voor de bezoldiging vaa
de 40 deurwaarders, die 'O grond van liet op
ouwettige wijze tot stand gekomen reglement
viyi orde waren aangesteld tot handhaving
van de orde in de vergaderzaal van het parle
ment.
Rusland.
Peteisburg, G Juni. Op een vraag betref
fende de te Berlijn verspreide geruchten van
een moord op Keizer Nicolaas, bericht het
Petersburgsche Telegraaf-agentschap, dat
deze gerudhten geheel verzonnen zijn.
Het blad Syn Otetsdlietstwa zegt, dat on
danks de tegenspraak het geruaht, dat de
benoeming van Pobedonoszew tot voorzit
ter van het minister-comité nog heden zijne
reëele beteekenis n;et heeft verloren.
In een gesprek, dat de correspondent van
het Berliner Tageblatt te Londen had met
een in de Russische toestanden ingewijden
diplomaat, wordt S. I. Witte aangewezen
als de man, die door den toestand gevorderd
wordt, en gezegd: Het is verbazend, dat de
Ozarr zi<dli slechts met tegenzin aan de lei
ding van dezen man toevertrouwt of althans
niet bestand is tegen de intrigjes, die tegen
Witte gesmeed worden. Witte is de eenige
minister, wiens onomkoopbaarheid algemeen
erkend is. Hij is een man zonder eenigen
•hartstocht en een vijand van de intrige.
Waarom plaatst men hem niet, zooals hij
wenBcht, aan het hoofd van eene regeering,
waarvoor hij den Czaar alleen verantwoor
delijk zou zijn? Het is onmogelijk te regee-
ron. wanneer ieder minister in dezelfde zaak
mot zijne persoonlijke op-at.ting bij den
Czaar kan kooien Witte zelf is geen finan
cieel genie, maar hij is een degelijke werker,
die rijp doordenkt wat hij heeft te doen en,
nadat hij tot een besluit gekomen is, dit met
onverzettelijke consequentie doorzet. Dat is
dc man. dien de Czaar noodig heeft en die
bij een eventueel sluiten van den vrede on
ontbeerlijk zal zijm. Maar juist tegen dezen
mau intrigeert de fronds van de grootvor
sten, vooral grootvorst Wlaklimir, die zelf
gaarne de rol van redder van het rijk zou
willen spelen. De eeTzucht van den giioot-
vorct en zijne gemalin moeten geen© grenzen
kennen. Met deze eerzucht verbindt de groot
vorst echter een grooten persoonlijken moed,
die hem des te gevaarlijker maakt.
Het Journal de 9t.-Petersbourg, hot offi-
cieuso orgaan van het Russische departe
ment van buitenlandsehe zaken, schrijft over
de nederlaag van RodjestwenskyHet nieu
we ongeluk, dat ons getroffen heeft, is hard,
maar men zou verkeerd doen afdoende con
clusion te trekken voordat men alle bijzon
derheden over het gebeurde weet en stelligo
berichten heeft over de verliezen van de Ja-
77 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
In het park gekomen, stelde de prinses
nog een kleinen omweg voor en zoo sloegen
zij dan een schaduwrijke laan in en reden
langzaam in de groene schemering onder het
oud geboomte, in welks takken de vogels
hun avondliederen zongen, terwijl de onder
gaande zon roodgouden lichtstrepen teeken-
de op den weg, die door het tweetal, dat
eensklaps bijzonder stil was geworden, ge
volgd werd. Zij wilden hier niet over paar-
denteelt, rapen of vlasbouw spreken, ze za
gen elkander ook niet aan, maar ze gevoel
den zich onbeschrijfelijk wel te moede in
het bewustzijn, dat ze nu ;&oo dicht bij elkan
der waren.
„Eindelijk moet er toch een beslissend
woord tusschen ons gesproken worden/'
dacht graaf Kurt, zich hooger ;n het zadel
oprichtend. Als had de prinses bij intuïtie
begrepen, wat er bij hem omging en als zocht
zij op dit oogenblik hem nog terug te hou
den van een beslissenden stap, begon iaj op
eens naar allerlei dingen betreffende zijn
reis met belangstelling te informeeren
Van het spoorwegongeluk moest hij vertel
len, en hoe lang hij wel onderweg was ge
weest, en welken indruk hij bij het over
schrijden der grenzen ontvangen had.
Hij moest natuurlijk op dat alles zoo uit
voerig mogelijk antwoorden en hij. deed dat
ook niet ongaarne. Het was zoo heerlijk,
vond hij, die zachte stem, wier zoeten klank
hij zoo lang had gemist, dicht bij zich te
hooien en met haar te praten in die groene
woudeenzaamheid, alsof hij daar heel toeval
lig en onschuldig een lieve oude kennis had
had ontmoet.
Graaf Kurt speelde, om de waarheid te
zeggen, met zichzelf en met zijn hart zoo'n
weinig „schuilevinkje," daar hij uaar een
beslissend woord verlangde en niettemin het
beslissend oogenblik toch nog wel wat wildo
verschuiven.
Het oogenblik van heden was dan ook
kalm-gezellig en ging met zulk een gerust
gevoel voor de toekomst gepaard.
En eenmaal aan 't praten zijnde, vertelde
hij ook, dat hij nu niet voor 'teerst in Polen
was, maar dat Hij- nu reeds een tal van jaren
geleden een reis derwaarts had gemaakt, om
zijn eenigen broeder, die ernstig ziek was
geworden, vandaar te gaan afhalen.
„Dat was toen een allerdroevigste geschie
denis," zeide hij. „Mijn broer lag in een el
lendig stadje in een nog ellendiger gasthuis
en was met moeite een longontsteking, die
hij zich met een dollen rit op den hals had
gehaald, te boven gekomen. Ik had juist
mijn eindexamen aan de landbouwschool ge
daan en bezat met mijn zeventien jaren vol
strekt geen verstand om met zieken oin te
gaan en mi,m broer eensklaps brak hij
den zin af. „Zooals ik w zeg, het was een zeer
droevige geschiedenis en ze had ook op mijn
leven en op mijn levensbeschouwing ren in
vloed van langen duur. Mijn broeder kwam
kort daarop toch te sterven, na een weder-
instorting, die hij ook al aan zijn onvoor
zichtigheid te wijten had."
Hij zweeg, bleef eenigen tijd in gedachten
verzonken, en begon toen weer: „Verbeeld
u, ik heb nu op deze reis een ontmoeting ge
had, die ik wel genoodzaakt ben in verband
te brengen met mijn eerste reis naar Polen,
hoewel hij mij nagenoeg onmogelijk voor
komt, dat iemand, die mij destijds zag, mij
nu nog zou herkend hebben. Maar ik weet
niet, hoe de ontmoeting anders zou te ver
klaren zijn."
De prinses zag hem vragend aan en hij
vertelde verder„Op het voorlaatste station
hier vandaan kwam er in onze coupé een
damo, die vlak tegenover mij ging zitten en
die mij zoo telkens aankeek, dat ik het wel
een beetje vreemd vond, te moer daar ik
haar vroeger, voor zoover ik mij herinneren
kou, nooit had gezien. Ik sprak met mijn
heer Remmert- en, zooals nog al begrijpelijk
is, hadden wij het vrij druk over Öhlopod-
wicko. Toen ik toevallig mijn vis-a-vis aan
zag, bemerkte ik tot mijn niet geringe ver
wondering, dat haar de tranen in de oogen
stonden. Ik voelde daarop aanhoudend, hoe
haar blik op mij bleef rusten, zoodat ik blijj
de was, teen wij het doel van onzen spoorrit
j eindelijk hadden bereikt. Maar op 't oogen-
blik, dat ik de coupé zou verlaten, stond ook
de vreemde dame op en zeide met een uit-
I heewsch accent: „Graaf Mellow, niet
waar?"
I Ik antwoordde bevestigend.
„En gaat u naar Chlopodwicko, naar de
prinses Razitowska?" vroeg zij weer op een
allerzonderlingste!! toon, haar hand op mijn
i arm leggend.
Ik zei weer „ja", en toen greep ze mijn
hand en zeide, terwijjl ze die tusschen haar
beide handen drukte
„O, ik wist het wel, en ik had u ook dade
lijk herkend en God gedankt voor die be
schikking! Hij zegene u. Hij zegene u dui
zendmaal
Een zonderlinge ontmoeting, niet waai', en
ik wil u wel bekennen, dat ik tamelijk in
de war was, toen ik u t de coupé stapte! Ik
had heel wat dingen aan 't hoofd, dat kunt
u wel nagaan, op mijn Poolsche- reis, maar
ik heb niettemin telkens weer opnieuw
vruchteloos nagedacht om voor die dwaze
ontmoeting een aannemelijke verklaring te
vinden."
„Ja. dat. is zeker al heel vreemd," meende
de prinses, „maar de Poolsche vrouwen zijn
dikwijls zoo excentriek. Ik herinner mij ook,
dat ik eens door een mijner vrouwelijke
landslui op zulk een tamelijk in 'toog
loopende wijze ben begroet geworden
„En als dan zulk een onbekende kennis u
met zulke groote, donkere oogen letterlijk
doorborend aanziet. -
„Maar zulke donkere doorborende oogen
had do mijne ook. Verbeeld u, als 'teens
dezelfde was geweeel
Ze kregen nu het hoofdgebouw in 't zicht,
op welks treden tante Anna blijkbaar bun
komst stond af te wachten. De prinses ver
snelde den gang van haar paard en graaf
Kurt volgde haar met stillen spijt dat. het
ritje uit was, maar hij kon zich niettemin
troosten met het denkbeeld, dat het spoedig
hervat zou worden.
„Die arme Nanni," zeide tante Anna,
toen de prinses, even op Mellow steunend,
uit het zadel wns gewipt, „zij heeft een
treurig bericht van huis gekregen. Haar
broertje is overleden."
De prinses wilde haar dadelijk gaan op
zoeken.
„Egbert 19 met haar achter 'thuis den
tuin ingegaan," zeide tante Anna, „zijm bij
zijn is nu de beste troost voor "t bedroefde
meisje. Ze was zoo met hart en ziel aan dat
kind gehecht maar, op stuk van zaken,
kan men ter wille van den man, dien men
lief heeft, heel veel dingen te boven komen,
niet waar?"
HOOFDSTUK XXXII.
„Wilt ge wel gelooven, Nanni, dat vader in
één nacht een oud mam is geworden? Hiji is
geheel en al veranderd door den dood van
onzen Matthcs. Maar ik moest u schrijfven,
dart. hij de belofte, die hijl hot stervende kind
heeft gedaan, ook getrouw vervullen wil. Gij
zult nu als zijn eigen kind worden beschouwd
en ook bij' zijn dood alles erven wat hij bezit,
zooals do kleine Ma/tthes, die heel goed wist,
dat het weldra met hem gedaan, zou zijn, uit
drukkelijk heeft verlangd. Eu ge behoeft nu
uooit. onder vreemden te zijfci, maar moogt
dadelijjk thuis komen em met ons samenwo
nen, want ge zijt nu een rijk meisje gewor
den. Maar ik weet wel, aat ge gaarne allen
rijkdom er aan zoudt geven, zoo ge daarmede
onzen Matt hes in het. leven kondt terugroe
pen. Doch nu dat eenmaal tot de onmogelijk
heden behoort, zijt en. blijft gij ons eenrg
kind. Wees duizendmaal gegroet van uw lief
hebbende
Moeder."
Wordt vervolgd.