2i°. 335. 3de Jaargang. Woensdag 7 Juni 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. OORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- o.OS. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEKXIËN: Yan 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en tadrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adr^rteeren in dit Blad bij abonnement Een» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. TEH-VISIE-LIGGINÏf OPGAYEN YAN OANDIPATHN. De 'Burgemeester der gemeente Amersfoort maakt bekend dat de bij hem ingeleverde opgaven van can- didaten voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling van eene plaats in de Tweede I Kamer der Ktaten-Generaal, evenals het door ihem opgemaaklle proces-verbaal van sluiting I der canaid aten lijst, ter Gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage liggen I dkt afschriften dier stukken aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Amersfoort,, den 6. Juni 1905. De burgemeester voornoemd, j WIULJTIERS. Politiek Overzicht De kwestie ven Marokko. De Marokkaansche kwestie is. met de afwij zing van het door Frankrijk voorgestane her vormingsprogramma in eene nieuwe phase gekomen. Sultan Mulay Abdul Aziz heeft de door Frankrijk gedane voorstellen beslist af gewezen en heeft de in Tanger vertegenwoor digde staten uitgenoodigd hunne vertegen woordigers te r chtigeu tot h t houden van eene internationale ~nferenitie om over een programma van hervormingen en over de middelen om het te verwezenlijken, te beraad slagen. Van Framsclie zijde wordt erkend, dat hier mede het doel, dat men in Marokko heeft trachten te bereiken, mislukt is. Niet zonder eenige bitterheid merkt de Tempo op-. „Door d- slechte en langzame leiding, die aan de Marokkaansche zaak gegeven is, hebben wij ons in eene imj asse gebracht en wij bevinden ons nu tuasoheni twee muren, opgetrokken de een door Marokko, de andere door Duitsch- l'Jid. Wij, moeten die muren omver halen en zien wat er achter zat. Dat is het eenige mid del nu wij tot het uitgangspunt zijn terug gebracht om v 'gissingen! te herstellen, waaraan het tijd is een einde te maken." De Temps heeft zich hiermede tot tolk gemaakt van de ontevredenheid, die in klim mende mate heerscht over het beleid, dat dd minister van buitenlandsehe zaken Deleassé aan deu dag beeft gelegd in het Marokko- vraagstuk. Die ontevredenheid is dezen staats man eindelijk te machtig geworden hij heeft gisteren zijn ontslag gevraagd en gekregen. Dat ontslag zat sints eenige weken in de lucht. Reeds toen de Kamer tegen Paschen met vacantie zou gaan, kostte het moeite Deleassé te bandhaven, en als hij nu niet zelf gegaan was, dan zou hij het in de Kamer aangekondigde interpellatie-debat niet over leefd hebbc-n. Bl:;kens inlichtingen, die vóór de vergadering van den ministerraad van gisteren, vorkregen /erden uit de omgeving van den minister-president, bestond er ook in den boezem van het kabinet verschil van meening, dat het aftreden van Deleassé onver mijdelijk maakte. De reden' van het conflict is hierin te zoeken, dat Deleassé er volstrekt af- keerig van schijnt ge .cost te zijn, in te gaan op het voorstel van den sultan van Marokko /betreffende do international© comferent'e. De minister-president Rouvier en andere minis ters deelen dao meening nietalthans zij.n zij beducht, dat een besliste weigering tot nieu we verwikkelingen zou leiden, die zij liever vermeden zenden zien. De miuister-nres'dent. heeft voorloopig zelf de leidinv van het departement van buitenlandsehe zaken op zich genomen, in afwachting dat de vacature, die door Del- caseé's aftreden is ontstaa.ii. zal worden aan gevuld. Hij zal zich er dus zelf mee bezig hebben te houden om te zoeken naar nieuwe wegen tot oplossing van do Marokko-kwe&tie. Wat Duitschland betreft, verklaart de Köln. Ztg., dat het tevreden is met wat is bereikt en geen behoefte heeft den loop der gebeurte nissen verder te verhaasten. Maar ook al wil men overhaasting vermijden, men zal er toch naar moeten streven over niet al te langen tijd een weg to vinden, dien Frankrijk en Duitschland beiden bereid zouden zijin te gaan. Wat Engeland lietreft, dringt de Spectator er op aan, dat de Britsche regeering zich :n hare houding geheel zal laten leiden door liet optreden van Frankrijk. „Wanneer Frankrijk toestemt in eene conferentie, dan moeten wij 't natuurlijk ook doen. Indien Frankrijk wei gert, dan moeten wij niet alleen zijne weige ring steunen door een dergelijk antwoord op de uitnoodiging, maar ons best, doen om andere staten te bewegen hetzelfde te doen. Dat dit besluit om met Frankri'k to handelen, de door onze regeering aangenomen gedragslijn zal zijn, betwijfelen wii nietmaar inmiddels verhelen wi j ons niet liet fe't. dait de toestand op een gegeven oogenblik zeer ernstig kan blijken. Wii zouden in dit opzicht, ons willen aansluiten bij de wijze waarschuwing van de Westminster Gazette, dat wij. Frankrijk steu nende, ons moeten vrijwaren voor den schijn v in Frankrijk aan te sporen eeno anti-Duit- sche houding aan te nemen. Het ligt .niet op onzen weg iets te doen, wat in staat zou zijm te worden voorgesteld als Frankrijk te „ge bruiken". Alles wat wii hebben to doen is te handelen als loyale vrienden dfie. hoewel bereid om te helpen als de gelegenheid zich voordoet, niets zullen doen om een twist aan te blazen, maar integendeel hun best zullen doen om hem te doen bedaren," Dnltschland. Berlijn, G Juni. Heden namiddag bij prachtig weder is 't "huwelijk van den kroon prins met hertogin Cecilia van Mecik'euburg voltrokken. Om vier uur werd het burger lijke huwelijk voltrokken door den ministDi van het Keizerlijke Huis von Wedel in de Keurvorsten kamer van het paleistegen woordig waren de Keizer en de Keizerin, do grootihertog van Mecklenburg-Schwerin, de groothertogin-moeder en de broeders en zusters van het bruidspaar. Daarna begaf de bruiloftsstoet zich naar de slotkapel, waar de leden van het corps diplomatique, de buitengewone gezantschap pen, de generaals en admiraals, de ministers, de staatssecretarissen en de presidenten der volksvertegenwoordigingen reeds bijeengeko men waren. De Kroonprins droeg de uniform van het eerste garde-regiment met het lint van de Meoklenburgsche orde; de bruid droeg een myrtenkroon op den sluier. De Keizer ging gearmd met de moeder van do bruid de Keizerin werd begeleid door den groothertog van Mecklenburg-Sohwerin. Bij het binnentreden der kapel leidden de geestelijken het bruidspaar naar het al taar, dat in een halven kring door do kei zerlijke familie en de overige vorstelijke per sonen werd omringd. Na de trouwrede be antwoordde de Kroonprins de vraag van den opperhofprediker met een luid, beslist jade bruid zacht maar vast. Tijdens het wisselen der ringen werden in den Lustgar- ten kanonschoten afgevuurd. Daarna begaf de plechtige stoet zich naar de sohilderijenzaal van bet paleis, waar de gelukwenschen werden uitgesproken. Op de huwelijksvoltrekking volgde een de- fileer-cour in de witte zaal, waar de Keizer en Keizerin met het bruidspaar onder een baldakijn hadden plaats genomen. Aan beide zi;den van den troon stelden de vorstelijke personen zich in een lange rij op. In eene onafgebroken reeks trok nu de schitterende stoet der gasten voorbij, eerst de dames van het corps diplomatique, daarna de rijkskan selier vorst Bülow, de staatssecretaris baron Richthofen, de gezanten en verder in oin- delooze rij de overige gasten. Na de defileercour begaven de vorstelijke personen zich, om te dineeren, naar de rid derzaal. Aan weerszijden van het bruids paar zaten de Keizer en de Keizerin, en daarnaast de andere vorstelijke personen. De Keizer dronk op de gezondlieid van het hooge paar met een lange, buitengewoon hartelijke toespraak, die een diepen indruk maakte op de aanwezigen. In de Marinezaal en de Koninginnekamer dineerden de ambassadeurs met hunne da mes, de rijkskanselier yorst Bülow, de buiten gewone gezantschappen, enz. In andere za len van het paleis zaten de overige gasten van den Keizer aan, ten getale van onge veer 1700. Het slot van de feestviering bestond in een fakkeldans in de witte zaal, in tegen woordigheid van den Keizer en de Keizerin, vorstelijke personen en diplomaten. Eerst maakten de jonggehuwden een ommegang, voorafgegaan door den opperhofmaarschalk graaf Eulenburg en twaalf pages die fakkels droegen. Daarop volgde een rondgang van het bruidspaar met den Keizer en de Keize rin, terwijl door do andere vorstelijke perso nen nog twee rondgangen werden gedaan. Tot besluit van 't schitterende feest geleid den het Keizerpaar en do vorstelijke perso nen in pleclitigon optocht de jonggehuw den naar hunne vertrekken. BerlijnG Juni. De Koirer heeft den rijks kanselier iu den vorstenstand verheven. Frankrijk, Parijn, 6 Juni. De ministers waren heden morgen in het Elysée vergaderd onder voor zitterschap van president Loubet. In den loom van de beraadslagingen, die duurde tot kwart voor een, heeft de minister van bui tenlandsehe zaken, ornklat hij constateerde dat er verschillen van meening waren gere zen tusschen hem en zijne ambtgenooten over de middelen tot uitvoering van de buitenlandsehe politiek, die tot dusver door de regeering werd gevolgd, «ijn ontslag aan den president der republiek aangeboden. De minister-president drukte den heer Deleassé de gevoelens van leedwezen uit, die zijn heen gaan zijne ambtgenooten inboezemde. Hij voe.gde er bij, dat hij er prijs op stelde, namens de regeering, hulde te brengen aan de diensten, die Deleassé gedurende zeven jaren aan Frankrijk's groote belangen heeft bewezen. De minister-president zal tijdelijk het beheer van het departement van bui- te,nlandscbe zaken op zich neonen. Parijs, G Juni. "olgens aanwijzingen, ko mende van blijkbaar goed ingelichte zijde, zou er in den heden gehouden ministerraad slechts sprake zijn geweest van de algemeen© buiten landsehe nolitiek waarbij de Marokkaansche quaestic werd "beschouwd als een der belang rijke factoren in> deze politiek. Men drong er bij den heer Rouvier met nadruk op aan, definitief als minister van buitenlandsehe zaken op te treden en de portefeuille n financiën aan een anderen titularis toe te vertrouwen. De lieer Rouvier heeft terstond de leiding va,n. het departement van buitenlandsehe zaken op zich genomen. Parijs, G Juni. Met het oog op het door minister Deleassé genomen ontslag, zag Jaurès van zijne interpellatie over de Marokkaan sche quaestie af. Hetzelfde deed ook Archdea con, nadat de minister-president Rouvier hemi had verzocht, thans geen debat over de buiten landsehe aangelegenheden uit te lokken. Aan het einde van den ministerraad van gisteren, waarin het ontslag van den heer Deleassé als minister van buitenlandsehe za ken werd aangeboden en aanvaard, bracht de minister-president Rouvier hulde aan hot beleid vau den scheidenden bewindsman, die gedurende bijna zeven jaren als minister do verantwoordelijke leider van Frankrijk's bui tenlandsehe politiek is geweest. De i 29en Juni 1898 is Deleassé aan het bewind ge komen hij is overgegaan in de verschillen de kabinetten, die elkaar sints dien tijd zijn opgevolgden zijn bewindstijd vult t t den dag van zijn ontslag, nagenoeg de volle zeven jaren. Deleassé is gevallen ten gevolge bet échec, dat 1 ij in Marokko geleden heeft. Maar de regeling betreffende Marokko is slechts een onderdeel van de groote regeling, die coor de onderteekening van liet Franscb-Engelsche verdrag van 8 April 1904 tot stand gebracht is en waardoor een aantal oude kwestiën zijn afgedaan en tal van redenen van verschil, cue onder omstandigheden tot moeielijkhedeu hadden kunnen leiden, -zijn uit den weg ge ruimd. Het cchec op dit ééne onderdeel kan de groote verdiensten niet te niet doen, die deze bewindsan an zich overigens heeft ver worven, van wiens vruchtbare werkzaamheid in 't belang van zijn eigen land niet alleen, maar in het belang van de goede interna tionale verstandhouding de geheele wereld de goede vruchten heeft geplukt Niet ver geten mag-ook worden, dat een aantal arb- trageverdragen, die door Frankrijk geslote') zijn, de handteekening dragen van De'cassé Engeland. Londen, 7 Juni. Aan het galadiner, dat gisterenavond in het Buckingham paleis gege ven werd, wisselden de Koningen Eduard en Alfonso de hartelijkste toosten. Eduard drukte de hoop uit, dat Spanje en Engeland, die zoo dikwijls bondgenooten geweest wa ren, dat. altijd zouden blijven. Alfonso hoopte, dat de tegenwoordige hartelijke betrekkin gen verder ontwikkeld zouden worden tot voordeel van beid© landen. Londen. G Juni. In het Lagerhuis deelde de speaker, mr. Gully, onder sympathie betuigingen der leden zijn voornemen mede. om naar aanleiding van zijn slechte gezond heid af te treden. Balfour gaf als zijn voornemen te kennen, om morgen een motie van dankbetuiging voor te stellen, om den speaker voor zijn diensten te bedanken en een voorstel le zullen doen om den Koning te verzoeken •hem tot peer te verheffen. Verwacht wordt, dat de onder-voorzitter, mr. Lowther, tot opvolger van Gully geko zen zal worden. Londen, 6 Juni. Brailoford en Mac Cul- loche, wier zaak den 23. Mei werd aange bracht, zijn naar de terechtzitting verwezen, maar tegen borgtocht vrijgelaten. Een in specteur van de geheime politie, die als ge tuige gehoord werd, deelde mede, dat hij de beklaagden had ondervraagd, die verklaar den, dat zij in de meening verkeerde, dat de paspoorten voor vreedzame doeleinden be stemd waren. Hongarije. De rijksdag heeft zijne zittingen tot na Pinksteren verdaagdhij heeft dat gedaan voor onbepaalde n tijd, om den voorzitter ge legenheid te verschaffen terstond eene zit ting te beleggen in het geval, dat een nieuw ministerie wordt benoemd. Het heet nu, dat dit eerst in de volgende week te verwachten is. De voorzitter van den vorigen rijksdag zal persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de betaling van een bedrag van 31,826 kro nen, die besteed zijn voor de bezoldiging vaa de 40 deurwaarders, die 'O grond van liet op ouwettige wijze tot stand gekomen reglement viyi orde waren aangesteld tot handhaving van de orde in de vergaderzaal van het parle ment. Rusland. Peteisburg, G Juni. Op een vraag betref fende de te Berlijn verspreide geruchten van een moord op Keizer Nicolaas, bericht het Petersburgsche Telegraaf-agentschap, dat deze gerudhten geheel verzonnen zijn. Het blad Syn Otetsdlietstwa zegt, dat on danks de tegenspraak het geruaht, dat de benoeming van Pobedonoszew tot voorzit ter van het minister-comité nog heden zijne reëele beteekenis n;et heeft verloren. In een gesprek, dat de correspondent van het Berliner Tageblatt te Londen had met een in de Russische toestanden ingewijden diplomaat, wordt S. I. Witte aangewezen als de man, die door den toestand gevorderd wordt, en gezegd: Het is verbazend, dat de Ozarr zi<dli slechts met tegenzin aan de lei ding van dezen man toevertrouwt of althans niet bestand is tegen de intrigjes, die tegen Witte gesmeed worden. Witte is de eenige minister, wiens onomkoopbaarheid algemeen erkend is. Hij is een man zonder eenigen •hartstocht en een vijand van de intrige. Waarom plaatst men hem niet, zooals hij wenBcht, aan het hoofd van eene regeering, waarvoor hij den Czaar alleen verantwoor delijk zou zijn? Het is onmogelijk te regee- ron. wanneer ieder minister in dezelfde zaak mot zijne persoonlijke op-at.ting bij den Czaar kan kooien Witte zelf is geen finan cieel genie, maar hij is een degelijke werker, die rijp doordenkt wat hij heeft te doen en, nadat hij tot een besluit gekomen is, dit met onverzettelijke consequentie doorzet. Dat is dc man. dien de Czaar noodig heeft en die bij een eventueel sluiten van den vrede on ontbeerlijk zal zijm. Maar juist tegen dezen mau intrigeert de fronds van de grootvor sten, vooral grootvorst Wlaklimir, die zelf gaarne de rol van redder van het rijk zou willen spelen. De eeTzucht van den giioot- vorct en zijne gemalin moeten geen© grenzen kennen. Met deze eerzucht verbindt de groot vorst echter een grooten persoonlijken moed, die hem des te gevaarlijker maakt. Het Journal de 9t.-Petersbourg, hot offi- cieuso orgaan van het Russische departe ment van buitenlandsehe zaken, schrijft over de nederlaag van RodjestwenskyHet nieu we ongeluk, dat ons getroffen heeft, is hard, maar men zou verkeerd doen afdoende con clusion te trekken voordat men alle bijzon derheden over het gebeurde weet en stelligo berichten heeft over de verliezen van de Ja- 77 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. In het park gekomen, stelde de prinses nog een kleinen omweg voor en zoo sloegen zij dan een schaduwrijke laan in en reden langzaam in de groene schemering onder het oud geboomte, in welks takken de vogels hun avondliederen zongen, terwijl de onder gaande zon roodgouden lichtstrepen teeken- de op den weg, die door het tweetal, dat eensklaps bijzonder stil was geworden, ge volgd werd. Zij wilden hier niet over paar- denteelt, rapen of vlasbouw spreken, ze za gen elkander ook niet aan, maar ze gevoel den zich onbeschrijfelijk wel te moede in het bewustzijn, dat ze nu ;&oo dicht bij elkan der waren. „Eindelijk moet er toch een beslissend woord tusschen ons gesproken worden/' dacht graaf Kurt, zich hooger ;n het zadel oprichtend. Als had de prinses bij intuïtie begrepen, wat er bij hem omging en als zocht zij op dit oogenblik hem nog terug te hou den van een beslissenden stap, begon iaj op eens naar allerlei dingen betreffende zijn reis met belangstelling te informeeren Van het spoorwegongeluk moest hij vertel len, en hoe lang hij wel onderweg was ge weest, en welken indruk hij bij het over schrijden der grenzen ontvangen had. Hij moest natuurlijk op dat alles zoo uit voerig mogelijk antwoorden en hij. deed dat ook niet ongaarne. Het was zoo heerlijk, vond hij, die zachte stem, wier zoeten klank hij zoo lang had gemist, dicht bij zich te hooien en met haar te praten in die groene woudeenzaamheid, alsof hij daar heel toeval lig en onschuldig een lieve oude kennis had had ontmoet. Graaf Kurt speelde, om de waarheid te zeggen, met zichzelf en met zijn hart zoo'n weinig „schuilevinkje," daar hij uaar een beslissend woord verlangde en niettemin het beslissend oogenblik toch nog wel wat wildo verschuiven. Het oogenblik van heden was dan ook kalm-gezellig en ging met zulk een gerust gevoel voor de toekomst gepaard. En eenmaal aan 't praten zijnde, vertelde hij ook, dat hij nu niet voor 'teerst in Polen was, maar dat Hij- nu reeds een tal van jaren geleden een reis derwaarts had gemaakt, om zijn eenigen broeder, die ernstig ziek was geworden, vandaar te gaan afhalen. „Dat was toen een allerdroevigste geschie denis," zeide hij. „Mijn broer lag in een el lendig stadje in een nog ellendiger gasthuis en was met moeite een longontsteking, die hij zich met een dollen rit op den hals had gehaald, te boven gekomen. Ik had juist mijn eindexamen aan de landbouwschool ge daan en bezat met mijn zeventien jaren vol strekt geen verstand om met zieken oin te gaan en mi,m broer eensklaps brak hij den zin af. „Zooals ik w zeg, het was een zeer droevige geschiedenis en ze had ook op mijn leven en op mijn levensbeschouwing ren in vloed van langen duur. Mijn broeder kwam kort daarop toch te sterven, na een weder- instorting, die hij ook al aan zijn onvoor zichtigheid te wijten had." Hij zweeg, bleef eenigen tijd in gedachten verzonken, en begon toen weer: „Verbeeld u, ik heb nu op deze reis een ontmoeting ge had, die ik wel genoodzaakt ben in verband te brengen met mijn eerste reis naar Polen, hoewel hij mij nagenoeg onmogelijk voor komt, dat iemand, die mij destijds zag, mij nu nog zou herkend hebben. Maar ik weet niet, hoe de ontmoeting anders zou te ver klaren zijn." De prinses zag hem vragend aan en hij vertelde verder„Op het voorlaatste station hier vandaan kwam er in onze coupé een damo, die vlak tegenover mij ging zitten en die mij zoo telkens aankeek, dat ik het wel een beetje vreemd vond, te moer daar ik haar vroeger, voor zoover ik mij herinneren kou, nooit had gezien. Ik sprak met mijn heer Remmert- en, zooals nog al begrijpelijk is, hadden wij het vrij druk over Öhlopod- wicko. Toen ik toevallig mijn vis-a-vis aan zag, bemerkte ik tot mijn niet geringe ver wondering, dat haar de tranen in de oogen stonden. Ik voelde daarop aanhoudend, hoe haar blik op mij bleef rusten, zoodat ik blijj de was, teen wij het doel van onzen spoorrit j eindelijk hadden bereikt. Maar op 't oogen- blik, dat ik de coupé zou verlaten, stond ook de vreemde dame op en zeide met een uit- I heewsch accent: „Graaf Mellow, niet waar?" I Ik antwoordde bevestigend. „En gaat u naar Chlopodwicko, naar de prinses Razitowska?" vroeg zij weer op een allerzonderlingste!! toon, haar hand op mijn i arm leggend. Ik zei weer „ja", en toen greep ze mijn hand en zeide, terwijjl ze die tusschen haar beide handen drukte „O, ik wist het wel, en ik had u ook dade lijk herkend en God gedankt voor die be schikking! Hij zegene u. Hij zegene u dui zendmaal Een zonderlinge ontmoeting, niet waai', en ik wil u wel bekennen, dat ik tamelijk in de war was, toen ik u t de coupé stapte! Ik had heel wat dingen aan 't hoofd, dat kunt u wel nagaan, op mijn Poolsche- reis, maar ik heb niettemin telkens weer opnieuw vruchteloos nagedacht om voor die dwaze ontmoeting een aannemelijke verklaring te vinden." „Ja. dat. is zeker al heel vreemd," meende de prinses, „maar de Poolsche vrouwen zijn dikwijls zoo excentriek. Ik herinner mij ook, dat ik eens door een mijner vrouwelijke landslui op zulk een tamelijk in 'toog loopende wijze ben begroet geworden „En als dan zulk een onbekende kennis u met zulke groote, donkere oogen letterlijk doorborend aanziet. - „Maar zulke donkere doorborende oogen had do mijne ook. Verbeeld u, als 'teens dezelfde was geweeel Ze kregen nu het hoofdgebouw in 't zicht, op welks treden tante Anna blijkbaar bun komst stond af te wachten. De prinses ver snelde den gang van haar paard en graaf Kurt volgde haar met stillen spijt dat. het ritje uit was, maar hij kon zich niettemin troosten met het denkbeeld, dat het spoedig hervat zou worden. „Die arme Nanni," zeide tante Anna, toen de prinses, even op Mellow steunend, uit het zadel wns gewipt, „zij heeft een treurig bericht van huis gekregen. Haar broertje is overleden." De prinses wilde haar dadelijk gaan op zoeken. „Egbert 19 met haar achter 'thuis den tuin ingegaan," zeide tante Anna, „zijm bij zijn is nu de beste troost voor "t bedroefde meisje. Ze was zoo met hart en ziel aan dat kind gehecht maar, op stuk van zaken, kan men ter wille van den man, dien men lief heeft, heel veel dingen te boven komen, niet waar?" HOOFDSTUK XXXII. „Wilt ge wel gelooven, Nanni, dat vader in één nacht een oud mam is geworden? Hiji is geheel en al veranderd door den dood van onzen Matthcs. Maar ik moest u schrijfven, dart. hij de belofte, die hijl hot stervende kind heeft gedaan, ook getrouw vervullen wil. Gij zult nu als zijn eigen kind worden beschouwd en ook bij' zijn dood alles erven wat hij bezit, zooals do kleine Ma/tthes, die heel goed wist, dat het weldra met hem gedaan, zou zijn, uit drukkelijk heeft verlangd. Eu ge behoeft nu uooit. onder vreemden te zijfci, maar moogt dadelijjk thuis komen em met ons samenwo nen, want ge zijt nu een rijk meisje gewor den. Maar ik weet wel, aat ge gaarne allen rijkdom er aan zoudt geven, zoo ge daarmede onzen Matt hes in het. leven kondt terugroe pen. Doch nu dat eenmaal tot de onmogelijk heden behoort, zijt en. blijft gij ons eenrg kind. Wees duizendmaal gegroet van uw lief hebbende Moeder." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1