I'. 343. Tweede Blad. 3d" Jaargang. Donderdag 15 Juni 1905. Rede van Jhr. H W.van Asch van Wpk. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden roor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1./5. Afzonderlijke nummerso.05. Deze Courant versehgnt Dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur morgeus bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat I. Intercomm. Teleohoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena circulaire, bevattende de Toornaarden, wordt op aanvraag toegezonden. In Amicitia t-Tad gisteren avond de afge- vaardigde voor het distriet Amersfoort op. De -vergadering werd door ds. Donner met I gebed geopend en na een zeer korte inlei ding gaf deze> het woord aan den Spreker, die 'begon met te verklaren dat, waar de kiezers van Amersfoort 'hem vier jaren ge leden afvaardigden naar de Tweede Kamer, 'hij dankbaar voor het in hom gestelde ver- trouwen, gemeend beeft weder een candi- datuur van de drie christelijke partijen in I 'het dist riot te moeten aanvaarden. De komende stembusstrijd zal een. heftige zijn. Hij gaat om de christelijke regeering en de christelijke beginselen in het staats- j beleid, tusschen rechter en linkerzijde. Door de tegenstanders wordt het. voorge- j steld of de strijd gaat voor of 'tegen dr. Kuy- pertusscihen christenen en heidenen. Dit is volkomen onjuist. Hoe bekwaam dr. Kuyper mag wezen, over zijfn persoon loont de strijd niet. Handig is het van de liberalen het- zoo voor te stellen, omdat zij I dan hopen misschien eènig© stemmen te winnen van hen, die persoonlijk iets tegen dr. Kuyper mochten hebben of bang zijn voor den tman der doleantie. In 1897 zijn er ook geweest, die uit "vrees voor dr. Kuy per het ministerie "Pierson-Borgesius-D© Beaufort op het klissen hielpen, maar zij hadden in 1901 daarover spijt genoeg. Laat men zich nu voor spijt, die te laat komt, hoeden. De Hervormde kerk heeft van Dr. Kuyper niets te vreezen, alles te hopen. Mocht de Regeering voorstellen doen waar door dc Hervormde kerk in hare levensbe langen geschaad werd hetgeen Spr. on denkbaar acht dan zal 'hij daar tegen stemmen. Indien dr. Kuyper al gevaarlijk ecu kunnen zijn voor de Hervormde kerk, hetgeen niet het geval is, dan is hij althans als minister het minst gevaarlijk, want zijn ministerieel leven rust voor een groot deel in handen van Hervormden. Daar binnen 3 ijaar oen voorstel door de regeering moet worden ingediend tot herziening van de wet op het. Hooger Onderwijs 'betreffende de regeling van de vakken der godgeleerd heid aan de Rijksuniversiteiten, is het wen- schelijk dat dit geschiedt- door dit kabinet, dat het waarschijnlijk doen zal in den geest van de voorstellers van het amendement De VisserSchokking, terwijl de heer Borge- sius daartoe niet 'bereid is. Van Prof. Van der Vlugt is evenmin iets in dien geest te wachten. Hij verwees de hervormde theolo gen naar het seminarie. De leuze voor of tegen Kuyper is er op berekend de 'hartstochten te prikkelen tegen den man die, vroeger predikant en journa list, nu minister is. Er wordt gespeculeerd op 'hen, die van nature een afkeer hebben (van predikanten en meenen dat theologen zich niet met staatszaken moeten bemoeien. Zelfs wordt de persoon van dr. Kuyper niet ontzien, betoogd: dat hij loslippig is en geen goede manieren heeft. Dergelijke per soonlijke aantijgingen tegen dr. Kuyper zal Spr. niet beantwoorden. Zij spreken voor zich zelf. De insinuatie dat dr. Kuyper geen eerbied koestert- voor de Kroon, zal Spr. evenmin beantwoorden, al ontkent hij per tinent, dat daarvan iets aan is. De Kroon te betrekken in den politieken strijd acht hij niet verstandig, niet getuigende van staatsman&wijsheid. De strijd (voor de be ginselen staat te hoog, dan -dat hij verlaagd moet worden tot het uiten van persoonlijke grieven en griefjes. Eene partij, die bij ge brek aan argumenten kracht woekt in het bestrijden van personen, verhoogt zich zelve niet. De strijd gaat niet voor of tegen dr Kuy- iper, Omdat met dr. Kuyper de strijd voor de christelijke staatkunde niet staat of valt. [Dé antithese tusschen christenen en hei denen is nooit door dr. Kuyper of de zijnen 'gesteld, maar door de liberalen bedacht. Zoo gesteld is zij onjuist, want onder de •liberalen zijn ook zeer godsdienstigen te vinden. Echter zijn er onder de vrijzinnigen velen die met de christelijke religie gebro ken hebben. Ook onder de socialisten. Bcbel beweerde, dat christendom en socialisme tot elkander staan als water en vuur. Anseele sloot zich aan in de Belgische Kamer bijl het woord van Liebknecht: „Wij zijn godloo chenaars" en. Yan der Goes schreef: „dat de godsdienst1 ooslvedd een evenzeer werke lijk deel uitmaakt, van de socialistische theo rie als welke economische of politieke leer stelling ook." Het Utrechtsdhe Dagblad, wijlen prof. Buys en «mr. S. van Houten erkennen, dat de strijd op bet staatkundig erf gaat- tus schen de christelijke en de moderne levens beschouwing. Liberalen, die godsdienstig rijn in huis en in de kerk, maar op staat kundig gebied zich aansluiten bij hen, die partij kiezen voor de beginselen der mo derne levensbeschouwing, zijn inconsequent en dwalen. Op hen stemme niemand die .wenscht dat er in een christelijk land, christelijke wetten era eeno christelijke re geering zullen rijn. Maar aan de andere zijde scharen velen die. hoewel op godsdienstig gebied niet- or thodoxe zijn, zidh aan de zijde der rechter zijde, 'b.v. de Nationaal Historischen De stillen in den lande zullen, evenals in 1901, ook nui kieoen voor rechts en tegen links. Het program van actie der anti-re vol. partij is de raegeering te steunen bij de af werking van haar program. .Dit. regeerings- program, 'hoewel niet in allen deele beant woordende aan de wenschen der anti-rev nar tij. houdt daarmede rekening. Het re- geeringsprograni is aanvaard door de groe pen der rechterzijde. Daarom heeft in de afgeloo/pera 4-jarige periode de regeering krachtig kunnen optreden, omdat zij zeker was van de groepen der meerderheid. Deze regeering behoefde n'et, zooals -et het ka binet Pierson-Borgesius-D© Beaufort het ge val was, dikwijls steun te zoeken bij hare tegenstanders. Spr. leest een advertentie van de liberalen uit het Amersf. Dagblad voor, waarin het wordt voorgesteld, alsof de meer derheid achter dr. Kuyper's zegekar is ge bonden. Het is onjuist, dat de meerderheid door dik en duin met de regeering meeging. Zijl kon de -regeering dteunen. omdat, de regeering handelde overeenkomstig hare wenschen. Wil men iweder eene krachtige regeering, men steune dè candidate!! der xechtsche coalitie, die getoond heeft in het af ge loepen tijdperk voor har© taaik berekend £e zijn, zich opofferingen te getroosten en te zwijgen waar eindeloos ge-redeneer haar niet topseheen te zijn in 's lande, belang. Wij be grepen dat spreken rilver, maar zwijgen goud is Het Ned. volk wil wetten in het Staats blad, maar geen eindeloos geredekavel. Men moet dc geschiktheid van een Kamerlid dan ook niet 'beoordeelen naar zijn vele spreken. Hdt behoud van het kabinet acht Spr. te zijp in ihet belang van land en volk, om dat 1. de individueel© leden bekwaam zijn en berekend voor hunne taak. Een durchsnit/t-Ubcraal, prof. De Louter, zeide 31 Mei jl. te Beverwijk: „Noch op dè personen der ministers van dit kabinet, noch op de werkzaamheden door dit kabinet ontwikkeld, kan rechtmatige ilui'tiek worden uitgeoefend". Mannen als mr. Loeff, gene raal Bergansius, minister Idenbung en mi nister Ellis moeten in het belang van 't va derland, en de koloniën niet gedwongen wot-, den hunne portefeuilles neer te leggen. 2. Omdat het kabinet getoond heeft te kunnen regeeren en in hachelijke tijden het vaderland 'heeft kunnen behoeden voor on noemelijke schade en ellende. In het voorjaar van 1903 is het kabinet krachtig en 'beleidvol opgetreden, zoodat geen druppel bloeds is vergoten. In andere landen heeft dikwijls onder zulke omstan digheden door minder beleidvol optreden der regeering veel bloed gefvloeid. Terecht 'brachten prof. De Louter en prof. Van der Wijck haar daarom hulde. Vele liberalen wenschten zich zeiven ©n anderen geluk, dat het ministerie Piersora- fBorgesius-De Beaufort niet meer aan de iregeering was. Wat anderen wel of niet zouden gedaan hebben, is in 'liet algemeen moeielijk te zeggen, maar blijkens uitspra ken van de heeren; Pierson, Borgesius en De Beaufort mag verondersteld worden, dat rij. niet zoo zouden gehandeld hebben. Mr. Pierson schreef in een Eugelsch tijdschrift, dat het beste zou geweest zijn na 31 Jan. niets hoegenaamd te doeninr. Borgrsius onderteekende een request aan; de 'tweede Kameiwaarin contractbreuk als ctu der vrijheden waarop het Nederlandsche vcik terecut prijs stelt, werd aangeduid, c:i mr De Beaufort keurde in rijn.' rede te Baarn de genomen maatregelen niet in allen deele goed. 3. Omdat het kabinet gematigd is opge treden. Dit toonde het bij de 'benoemingen. Vele niet-geestverwanten werden in belang- ri'ke landsbetrekkirigen 'benoemd. Van. par tijdigheid hij benoemingen was geen spra ke. Ook niet bij buigemecstersbenoemingen. Het stelsel van het noorden cu zuiden des lands, door liberale kabinetten in toepas sing gebracht, dat in het liberale noorden liberalen, in het katholieke zuiden katho lieke burgemeesters benoemd! dienden te worden, werd ook met betrekkng tot het. midden des lands in toepassing gebracht. Zooveel .mogelijk werden de burgemeesters benoemd van de kleur van de meerderheid der bevolking. Anti-revolutionairen eti öhr- historischen kregen nu ook een kansje. Gematigd w,as de regeêrimg 'in de wetge ving. Drankwet, Hooger- en Lager Onder wijswet, Loterij wet, rijt! daarvan voorbeel den. Telkens was de regeering tot gemeen overleg bereid. Maax bij de behandeling van de Hooger Onderwijswet stuitte zij op een georganiseerd verzet van de oppositie. Prof. Van Bonoval Fa ure achtte wederleg ging van de door de regeering aangevoerdo argumenten niet der moeite waard, maar las een van te voren opgesteld antwoord voor. De heeT RcngeTs verklaarde, dat slechts die wetsvoorstellen gonad© konden vinden in de oogen der liberalen, die i'n de neutrale zone vielen m. a. w. dat het kabinet zijn doodvonnis teekerde, als het wetsvoorstellen indiende, die ;het krachtens rijn oorsprong indienen moest. De regeering teek on de een doodvonnis, maar riet- haar doodvonnis, dooli dat van de Eerste Kamer, die niet meer de uitdruk king was van 3e samenstelling harer com mittenten. Ook bij de tweede behandeling der Hoo ger onderwijswet waren de liberalen al even onverzoenlijk. De heer Rengers izoide, dat hij en /zijne vrienden zouden tegen Stemmen, omdat- zij niet wilden. Ja, liet is waar, de liberale partij wilde geen afstand doen van het staatsmonopolie der wetenschap. Waar de wil ontbreekt-, daar faalt overredings kracht. Op lager onderwijs gebied wilde de liberale partijl evenmin recht doen, hoewel met spre kende cijfers het bezwaar der kleine schooltjes, met k'emmende bewijzen liet beweerde gemis aan waarborgen werd ontzenuwd. De liberale partij' die altoos beweerd heeft- de vrijheid voor te staan, wilde den arme niet de feitelij ke vrijheid geven om rijiue kinderen te zen den naar de school die met zijne beginselen overeenkomt. De wetten' itot vrijmaking van het onder wijs worden partijwettera genoemd. Welnu, als de liberale partij het eene partijdaad onzer zijds acht, de vrijheid van het onderwijs te bevorderen, dan accepteeren wij dit, maar dan volgt daaruit dat de bevordering van de vrijheid voortaan ons goed is en niet meer het hare, dat de strijd voor de vrijheid voort aan onzen strijd is en niet meer de hare, dat in den strijd voor de vrijheid het Nederlaud- sche volk van haar niets meer, van ons alles te verwachten heeft. 4. Dit ministerie moet behouden blijven, omdat het voor de vrijheid waakt. Vrijheid is de mogelijkheid om rich krach tens natuur en roeping vrij te kunnen bewe gen en ontwikkelen. De wetenschap, de christelijke zoowel als de niet-chrisbelijke, het onderwijs, het chris telijke zoowel als het niet-christelijke, moet vrij zijn. De staat heeft slechts te zorgen dat het goed en deugdelijk zij en geen gevaar oplevert voor zijn eigen, bestaan. Die maat schappij zelve moet in de behoefte aan ouder wijs voorzien. De staat mag dan. eerst optre den als de maatschappij haar taaie niet be hoorlijk vervult, doch vooraf prikkele de Staat de maatschappij tot het doen van haar plicht. Hij subsidieer© zoo de maatschappij geldelijk te kort schiet. Maar indien hij zelf de taak der maatschappij overneemt, dan zij zijn streven rich zelf overbodig te maken. Anders ontzenuwt hiji de maatschappij en doodt het particulier initiatief. Door de onderwijsnovelle is de regeering in dien geest werkzaam geweest. Door het bij zonder onderwijs te subsi dieeren tracht de Staat het Staatsonderwijs overbodig ibe maken en de maatschappij in staat te stellen haar onderwijstaak te vervullen. De Staat kiest- bij het subsidieeren niet partij voor het christelijk of niet-christelijk onderwijs. Hij subsidieert alle bijzondere scho len die aan de eischen voldoen'. De onderwijs novelle bevoordeelt niet het christelijke on derwijs boven ander bijzonder onderwijs, noch boven het openbare. Het bijzondere onderwijs blijft in ongunsti ger positie verkeeren dan het openbare. Maar daarenboven worden alle bijzondere scholen, niet alleen de christelijke, gesubsidieerd. Alle partijen kunnen bijzondere scholen oprichten. De onderwijswet is dus geen partijiwet, maar een wet die de vrijheid van onderwijs bevor dert.. Het. beginsel der vrijheid is ook gehuldigd ten opzichte van' de ambtenaren. De ambtenaren zijn volkomen vrij. in hunne politieke overtuiging. Alleen indien ambtenaren de macht van den Staat niet boven rich erkennen, maar zich aansluiten bij een macht in. den. StaaiL die vijandig is aan den Staat zelf, kunnen zij niet worden geduld. De bewering alsof ambtenaren gedwongen zouden worden naar de kerk te gaan is vol komen onjuist. Dit is in strijd met de opvat- t.iug van het Christendom, dat de vrijheid wil. Het verhaal van den heer Roodhuijzen be treffende het doopera van kinderen door een officier, teneinde bevorderd te kunnen wor den, is uit den duim gezogen. Het beginsel der vrijheid is ook gehuldigd in de buitenlandsche politiek en> wel door het sluiten van arbitrage verdragen. Als er vrede heerscht tusschen, de volken is er vrijheid, want dan kunnen de volken rich vrij en, on belemmerd bewegen, era ontwikkelen. Door in het arbitrageverdrag met Denemarken de be paling op te nemen, dat alle andere mogend heden zich daarbij kunnen aansluiten, heeft. Nederland te kennen, gegeven bereid te zijn met de geheele wereld ira vrede te leven en alle geschillen met andere mogendheden niet meer door het zwaard, maar door het recht te laten beslissen. Waar echter andere staten den vrede nog niet willen en gewapend blij,ven, daar dient Nederland er een leger en een vloot op na te houden, ten einde zich, ingeval héb wordt aangevallen te verdedigen en, te waken voor eigen onafhankelijkheid ere voor het van de vadereq geërfde goed. Zoolang wij, gedwongen rijn, een leger en een vloot te hebben, moeten wij zorgen, dat do wapening zoodanig is, dat onze miliciens niet met verouderde wapenen in 't vuur ge zonden worden. Iedere regeering van welke richting ook, moet dat doen. Terecht bracht de vorige liberale regeering tien post voor snelvuurgcschut op de begrodtiug, terecht vroeg het Kabinet-RÖell-Van-Houten millioe- nen voor nieuwe geweren aan, en terecht stond de Kamer deze aanvragen toe. Met droefheid stemmen wij voor militaire uitgaven, omdat wij dat geld zoo gaarne zou den willen aanwenden ter vermeerdering van de volkswelvaart, maar zoolang er gevaar dreigt voor de onafhankelijkheid en het be houd onzer koloniën, mogen wij ons daaraan niet onttrekken. Ten bate van de belangen van den militair is door de regeering veel verricht. Maatregelen ter voorziening in de zedelijke, geestelijke en stoffelij|ke behoeften van' het leger zijn genomen, welke door spreker wor den opgesomd. Op het gebied van den handel moet de vrijheid zooveel mogelijk gehuldigd worden. Spreker is, evenals hij is, voorstander van den vrede ook voorstander van den vrede op handelsgebied, voor den vrijhandel. Doch aangezien de andere landen dien vrijhandel in, de practijk niet huldigen, maar hunne gren zen sluiten voor onze waren, moeten wij uit zelfverdediging ook tarieven hebben. Re- schermde wij onze vrijheid niet. terwijl onze producten aan invoerrecht in het buitenland onderworpen rijn, dare zou onze nijverheid te gronde gaan. Als vrijhandelaar kan men tot beschermende maatregelen gedwongen worden Tariefsverhooging kan om economische en om finaricieele redenen noodig rijn. Het is een kwestie niet van principe, maar van utiliteit. Om beide redenen is zij noodig. De volkswel vaart is niet toegenomen in de mate waarin zij had kunnen toenemen. De heer Struve, een onverdacht liberaal, man van de practijk toonde dit aan'. In vergelijking met andere landen zijn onze invoerrechten zeer laag. In andere landen ging de volkswelvaart ten ge volge van tariefèverhooging vooruit. Het be wijs, dat door hoogere invoerrechten de wel vaart niet daalt en de goederen niet duu^er worden levert de wet van 1895 door 't libe rale kabeinet Röell-Van-Houten voorgesteld. Daardoor kwam 2J millioen aan invoerrecht meer in de schatkist. Sinds dien rijn1 de Rijks inkomsten gestegen en de goederen niet duur der geworden. Er zijn ook financieele redenen. De sociale wetgeving eischt versterking van 's Rijks-middelen. Het- kabinet Pierson-Bor- gesius-De-Beaufort Stelde daarom tevergeefs verhooging voor. De vrijihandelaar Pierson zag de noodzakelijkheid daarvan in. Indien de vrijzinnigen invoerrechten zoo slecht- achten, waarom stellen rij dan niet voor het bestaande tarief, dat eerste levens behoeften belast, af te schaffen? Hieraan denken rij echter reiet. De middelen door de liberalen en vrijzinnig-democraten aangege ven verhooging van de successiebelasting, van de bedrijfs- en vermogensbelasting, de landbouwers onder de bedrijfsbelasting te brengen, ere verhooging van de belasting op artikelen van weelde, zullen niet voldoende baten ere de volkswelvaart schaden, den mid denstand te zeer drukken, die het kind van de rekening zal zijm. In beginsel is de succes siebelasting af te keuren als een middel in sociaal-demokratischen geest, om het- eigen domsrecht af te schaffen. De liberalen hollen daardoor het eigendomsrecht uit. Door tariefs. herziening zal de welvaart en' de koopkracht toenemen, zullen do loonen stijgen. De politiek dezer regeering is den midden stand te verheffen, die het altijd maar moet kunnen. Déze stand is eere noodzakelijk be standdeel der maatschappij, staande tusschen kapitalisten en arbeiders. Een gezond maatschappelijk leven wordt door deze regeering bevorderd. De vrije ont wikkeling der maatschappelijke standen moet mogelijk worden gemaakt ten bote van de gemeenschap. Het christelijk beginsel ver oordeelt den klassenstrijd- Alle klassen, der maatschappij hebben elkander noodig en moe ten samenwerken ter verhooging van de volks welvaart. Dank zij het liberale regime vare la.iser faire, laiser passer is een brandende sociale kwestie gerezen die oplossing eischt. Krach tens haar beginsel liet. de liberale partij; vol gens prof. Quack, de oplossing rusten. Toen zij inzag, dat zij zich daaraan verder niet onttrekken mocht, viel zij ira groepen uiteen. Mr. Troelstra meent, dat het liberalisme niet meer aan de regeering kan komen, hoogstens de liberalen, maar dan rijn rij de opgedron gen zaakwaarnemers der arbeidende klasse. Dat is geen ideaal, dat is afbraak vara eigen beginselen. Intusschen ge bi edit- de eerlijkheid te erkennen dat de oud-liberale partij groote verdiensten heeft gehad. Aan haar danken we de groote vrijheid van de grondwet van 48. Maar wat kan zij voor het vervolg doem? Spreker is het met mr. Troelstra eens, en wijtst op de verdeeldheid vare de liberalen ten opzichte van de oplossing der sociale kwestie era de middelera om aan geld te komen. Eira wat zal het blanco-artikel uithalen? De oud-liberalen ziiin blijkens hun manifest niet voor verplichte verzekering. Slechts de groepen der rechterzijde zijn het daarover eens. Reeds liggen de wetsontwerpen klaar. A's de rechterzijde in de meerderheid blijft, zullen zij hoogstwaarschijnlijk binnen 4 jaar wet rijn. Spr. roept de kiezers op ire het belang van land en volk era ook de rechterzijde, die de regeering zal steunen de meerderheid te be zorgen en hoopt, dat Amersfoort, dat altoos aan de rechterzijde trouw bleef, er een. bol werk van, was, met ira haraden zal vallen van de oud-liberaleni. „Laat het. gejubel hierover niet door het land gaan!" TXi. Donner dankt spreker voor zijn uit nemende. gematigde en toch kernachtige rede. Wat hij zeide was geen afkammen van per sonen. hij behandelde zakere. Mr. De Beaufort, heet het. h zoo goed bekend in dit distriet maar de naam v. Asch v. Wijck heeft- er zeker een even goede klank. De v. Asch v. Wijcks hebben, om het zoo eens uit te drukken, recht op het district Amersfoort. Ds. Donner wekib de kiezers krachtig op oan van hun stemrecht gebruik te maken, en her innert er aan dat men overal over Amersfoort in spanning is. Nadat ds. Teering nog een gebed heeft uitgesproken, wordt de vergadering, die goed bezocht was, te 10 uur gesloten. Voor de politieke vergadering in „de Arend," belegd door de Chr.-democraten, waren gisteren avond slechts een 20-tal be langstellenden opgekomen,; waarschijnlijk een gevolg vara de tegelijkertijd gehouden poli tieke vergadering der anti-rev. in Amicitia, daar, toen, laatstgenoemde gesloten was, nog een aantal belangstellenden kwamen. De voorzitter, de heer Prinsen van Zeist zegt, dat hoe klein ook het aantal opgekome- nen inag zijn, de vergadering toch zal ge houden weiden. Tot rijn spijt moet hij do vergadering teleurstellen, daar er een tele gram van den heer Staalman is gekomen, berichtende, dat deze verbindend is, doch dat in rijn plaats heden avond zal optieden de heer Hessels van Amsterdam. Daarna opent hij de vergadering met gebed. De heer Hessels, t/hans aan het- woo-d ko mende, begint met te wijzen, op de groote vreugde van den uitslag der stembus in 1901, doch hoe er ook andere stemmen opgingen, stemmen van twijfel era vrees, zoowel van de zijde der sociaal-democraten, als van vrijz.- dcm., die zich zeiven afvroegen of dr. Kuy- por wel zou kunnen geven, wat hij had be loofd. Dezelfde vrees en twijfel zagen we ook bij de conservatieven redhts; zij evenwel heb ben reden tot juichen-. Zooveel juichen er ech ter is in ',t> conservatieve kamp, zooveel te leurstelling is er verwekt in dé arbeiderskrin gen. Teleurstelling in de eerste plaats om trent 'fc kiesrecht, 't Bedroeft, de dhr.-dem„ dat het aantal der stemmen van de mal-con té nten nog niet grooter is. Spr. bewijst daarna, dat dr. Kuyper niet is geweest en niet heeft gegeven, vrat hij vroe ger beloofde te zijn en te zullen geven. Wij chr.-dein, zegt hij, vragen, waar is de vervulling onzer wenschen, die ontleend zijn aan die van dr. Kuyper. Zijn onze wenschen misschien niet christelijk. Ze rijn, het wel, desniettemin zijn ze niet vervuld. En wat zien we nu? Zij die vroeger zei- deu: „wachten, Staalman, wachten, staan uu aan zijn zijde en zien nu pas in, wat hij voor jaren al zag aan komen, namelijk dat dr. Kuyper nalatig is in de handhaving zijner beloften. Staalman is een flink figuur, waar van Spr. durft zeggen, dat hij overeenkomt met die van Keuchenius eertijds. Het parool van de rijkere christenen is nu dr. Kuyper, doch waarom gaan de arme chris tenen niet meer met hem door dik en dun? 't Is omdat de rijke christenen met hun christendom wel te eten hebben, maar de arme christenen niet. Wat geeft het of go hun al 't woord en de belofte predikt cn ge laat de daad achterwege. Een maatschappij als deze is niet volgens Gods woord en daar om moet er iets gedaan worden. Nu dr. Kuy per dit niet doet, is het de plicht der chr.- dem. om het te doen, doch dan kunnen ze niet meer in 't partijverband samen werken, en moeten, hoe 't harte hun ook bloedt, daar om uit dat- verband treden. Spr. wijst voorts op het feit, dat de chr.- dem. treden uit de christelijke partijen, juist iu deze dagen, doch men lette wel, dat de christen-democraten zich niet bewegen op politiek, maar op economisch terrein. Gaat het er dan ook om te kiezen tussdhen iemand, die zegt 'God te belijden, maar het ira zijn daden niet toont en iemand die zegt in geen God te gelooven, maar zijn daden zijn goed, dan is deze laatste onze man, omdat- hij eco nomisch ons nabij staat. Oraze stem heeft bij de aanstaande stem ming alleen de beteekeni3 van getuigen. Gaat men na de ..Handelingen" van deze Tweede Kaïner en do uitkomsten van deze re0eering, dan zijn ze even treurig als de nog treuriger coalitie. Na kontelijks dc pen sioenwet te hebben behandeld, wijst Spr. nog op het groote verschil tusschen den chr.-dem. en do soc.-dem. Men moeme hen maar rood of verkapte socialisten, dodh voege er dan bij', dat zij zijn rood en christen, en dat kan men van de sociaal-democraten niet zeggen. Zijn er punten van aanraking mot de soc.- dem., dan gaan we gaarne met hen mee, doch de roode vaan met hen heffen doen we nooit. Spr. verwacht niet, dat van deze rechter zijde waarachtige kracht kan uitgaan. Manx Goddank is er een jonge fractie ontstaan, die de belangen der arbeiders wil 'bevorderen. Uit een staatje bewijst- hij voorts, dat Staalman is een echte democraat en dat tij het land doorgaat in wat men belieft te noe men, de echte oude plunje van dr. Kuyper. De chr.-dem. schetst hij verder als staan de tegenover de partij era redhts cn links en hij zegt, dat zij een éénige plaats hebben in te nemen bij de aanstaande verkiezingen, niet de numerieke sterkte, maar het vasthouden aan ons beginsel, dat- is onze leuze, alsmede tegenover de revolutie het evangelie. De heeren W. C. Oosterman cn J. G. van Unen kwam met den spreker in debat en werden later door hem beantwoord.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1