I'. 343. Tweede Blad.
3d" Jaargang.
Donderdag 15 Juni 1905.
Rede van
Jhr. H W.van Asch van Wpk.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden roor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1./5.
Afzonderlijke nummerso.05.
Deze Courant versehgnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
morgeus bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Teleohoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena
circulaire, bevattende de Toornaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
In Amicitia t-Tad gisteren avond de afge-
vaardigde voor het distriet Amersfoort op.
De -vergadering werd door ds. Donner met
I gebed geopend en na een zeer korte inlei
ding gaf deze> het woord aan den Spreker,
die 'begon met te verklaren dat, waar de
kiezers van Amersfoort 'hem vier jaren ge
leden afvaardigden naar de Tweede Kamer,
'hij dankbaar voor het in hom gestelde ver-
trouwen, gemeend beeft weder een candi-
datuur van de drie christelijke partijen in
I 'het dist riot te moeten aanvaarden.
De komende stembusstrijd zal een. heftige
zijn. Hij gaat om de christelijke regeering
en de christelijke beginselen in het staats-
j beleid, tusschen rechter en linkerzijde.
Door de tegenstanders wordt het. voorge-
j steld of de strijd gaat voor of 'tegen dr. Kuy-
pertusscihen christenen en heidenen.
Dit is volkomen onjuist. Hoe bekwaam
dr. Kuyper mag wezen, over zijfn persoon
loont de strijd niet. Handig is het van de
liberalen het- zoo voor te stellen, omdat zij
I dan hopen misschien eènig© stemmen te
winnen van hen, die persoonlijk iets tegen
dr. Kuyper mochten hebben of bang zijn
voor den tman der doleantie. In 1897 zijn
er ook geweest, die uit "vrees voor dr. Kuy
per het ministerie "Pierson-Borgesius-D©
Beaufort op het klissen hielpen, maar zij
hadden in 1901 daarover spijt genoeg. Laat
men zich nu voor spijt, die te laat komt,
hoeden. De Hervormde kerk heeft van Dr.
Kuyper niets te vreezen, alles te hopen.
Mocht de Regeering voorstellen doen waar
door dc Hervormde kerk in hare levensbe
langen geschaad werd hetgeen Spr. on
denkbaar acht dan zal 'hij daar tegen
stemmen. Indien dr. Kuyper al gevaarlijk
ecu kunnen zijn voor de Hervormde kerk,
hetgeen niet het geval is, dan is hij althans
als minister het minst gevaarlijk, want zijn
ministerieel leven rust voor een groot deel
in handen van Hervormden. Daar binnen
3 ijaar oen voorstel door de regeering moet
worden ingediend tot herziening van de
wet op het. Hooger Onderwijs 'betreffende
de regeling van de vakken der godgeleerd
heid aan de Rijksuniversiteiten, is het wen-
schelijk dat dit geschiedt- door dit kabinet,
dat het waarschijnlijk doen zal in den geest
van de voorstellers van het amendement De
VisserSchokking, terwijl de heer Borge-
sius daartoe niet 'bereid is. Van Prof. Van
der Vlugt is evenmin iets in dien geest te
wachten. Hij verwees de hervormde theolo
gen naar het seminarie.
De leuze voor of tegen Kuyper is er op
berekend de 'hartstochten te prikkelen tegen
den man die, vroeger predikant en journa
list, nu minister is. Er wordt gespeculeerd
op 'hen, die van nature een afkeer hebben
(van predikanten en meenen dat theologen
zich niet met staatszaken moeten bemoeien.
Zelfs wordt de persoon van dr. Kuyper
niet ontzien, betoogd: dat hij loslippig is en
geen goede manieren heeft. Dergelijke per
soonlijke aantijgingen tegen dr. Kuyper zal
Spr. niet beantwoorden. Zij spreken voor
zich zelf. De insinuatie dat dr. Kuyper geen
eerbied koestert- voor de Kroon, zal Spr.
evenmin beantwoorden, al ontkent hij per
tinent, dat daarvan iets aan is. De Kroon
te betrekken in den politieken strijd acht
hij niet verstandig, niet getuigende van
staatsman&wijsheid. De strijd (voor de be
ginselen staat te hoog, dan -dat hij verlaagd
moet worden tot het uiten van persoonlijke
grieven en griefjes. Eene partij, die bij ge
brek aan argumenten kracht woekt in het
bestrijden van personen, verhoogt zich zelve
niet.
De strijd gaat niet voor of tegen dr Kuy-
iper, Omdat met dr. Kuyper de strijd voor
de christelijke staatkunde niet staat of valt.
[Dé antithese tusschen christenen en hei
denen is nooit door dr. Kuyper of de zijnen
'gesteld, maar door de liberalen bedacht.
Zoo gesteld is zij onjuist, want onder de
•liberalen zijn ook zeer godsdienstigen te
vinden. Echter zijn er onder de vrijzinnigen
velen die met de christelijke religie gebro
ken hebben. Ook onder de socialisten. Bcbel
beweerde, dat christendom en socialisme tot
elkander staan als water en vuur. Anseele
sloot zich aan in de Belgische Kamer bijl het
woord van Liebknecht: „Wij zijn godloo
chenaars" en. Yan der Goes schreef: „dat
de godsdienst1 ooslvedd een evenzeer werke
lijk deel uitmaakt, van de socialistische theo
rie als welke economische of politieke leer
stelling ook."
Het Utrechtsdhe Dagblad, wijlen prof.
Buys en «mr. S. van Houten erkennen, dat
de strijd op bet staatkundig erf gaat- tus
schen de christelijke en de moderne levens
beschouwing. Liberalen, die godsdienstig
rijn in huis en in de kerk, maar op staat
kundig gebied zich aansluiten bij hen, die
partij kiezen voor de beginselen der mo
derne levensbeschouwing, zijn inconsequent
en dwalen. Op hen stemme niemand die
.wenscht dat er in een christelijk land,
christelijke wetten era eeno christelijke re
geering zullen rijn.
Maar aan de andere zijde scharen velen
die. hoewel op godsdienstig gebied niet- or
thodoxe zijn, zidh aan de zijde der rechter
zijde, 'b.v. de Nationaal Historischen De
stillen in den lande zullen, evenals in 1901,
ook nui kieoen voor rechts en tegen links.
Het program van actie der anti-re vol.
partij is de raegeering te steunen bij de af
werking van haar program. .Dit. regeerings-
program, 'hoewel niet in allen deele beant
woordende aan de wenschen der anti-rev
nar tij. houdt daarmede rekening. Het re-
geeringsprograni is aanvaard door de groe
pen der rechterzijde. Daarom heeft in de
afgeloo/pera 4-jarige periode de regeering
krachtig kunnen optreden, omdat zij zeker
was van de groepen der meerderheid. Deze
regeering behoefde n'et, zooals -et het ka
binet Pierson-Borgesius-D© Beaufort het ge
val was, dikwijls steun te zoeken bij hare
tegenstanders. Spr. leest een advertentie van
de liberalen uit het Amersf. Dagblad voor,
waarin het wordt voorgesteld, alsof de meer
derheid achter dr. Kuyper's zegekar is ge
bonden. Het is onjuist, dat de meerderheid
door dik en duin met de regeering meeging.
Zijl kon de -regeering dteunen. omdat, de
regeering handelde overeenkomstig hare
wenschen. Wil men iweder eene krachtige
regeering, men steune dè candidate!! der
xechtsche coalitie, die getoond heeft in het
af ge loepen tijdperk voor har© taaik berekend
£e zijn, zich opofferingen te getroosten en te
zwijgen waar eindeloos ge-redeneer haar niet
topseheen te zijn in 's lande, belang. Wij be
grepen dat spreken rilver, maar zwijgen goud
is Het Ned. volk wil wetten in het Staats
blad, maar geen eindeloos geredekavel. Men
moet dc geschiktheid van een Kamerlid dan
ook niet 'beoordeelen naar zijn vele spreken.
Hdt behoud van het kabinet acht Spr.
te zijp in ihet belang van land en volk, om
dat 1. de individueel© leden bekwaam zijn
en berekend voor hunne taak.
Een durchsnit/t-Ubcraal, prof. De Louter,
zeide 31 Mei jl. te Beverwijk: „Noch op
dè personen der ministers van dit kabinet,
noch op de werkzaamheden door dit kabinet
ontwikkeld, kan rechtmatige ilui'tiek worden
uitgeoefend". Mannen als mr. Loeff, gene
raal Bergansius, minister Idenbung en mi
nister Ellis moeten in het belang van 't va
derland, en de koloniën niet gedwongen wot-,
den hunne portefeuilles neer te leggen.
2. Omdat het kabinet getoond heeft te
kunnen regeeren en in hachelijke tijden het
vaderland 'heeft kunnen behoeden voor on
noemelijke schade en ellende.
In het voorjaar van 1903 is het kabinet
krachtig en 'beleidvol opgetreden, zoodat
geen druppel bloeds is vergoten. In andere
landen heeft dikwijls onder zulke omstan
digheden door minder beleidvol optreden
der regeering veel bloed gefvloeid.
Terecht 'brachten prof. De Louter en
prof. Van der Wijck haar daarom hulde.
Vele liberalen wenschten zich zeiven ©n
anderen geluk, dat het ministerie Piersora-
fBorgesius-De Beaufort niet meer aan de
iregeering was. Wat anderen wel of niet
zouden gedaan hebben, is in 'liet algemeen
moeielijk te zeggen, maar blijkens uitspra
ken van de heeren; Pierson, Borgesius en
De Beaufort mag verondersteld worden, dat
rij. niet zoo zouden gehandeld hebben. Mr.
Pierson schreef in een Eugelsch tijdschrift,
dat het beste zou geweest zijn na 31 Jan.
niets hoegenaamd te doeninr. Borgrsius
onderteekende een request aan; de 'tweede
Kameiwaarin contractbreuk als ctu der
vrijheden waarop het Nederlandsche vcik
terecut prijs stelt, werd aangeduid, c:i mr
De Beaufort keurde in rijn.' rede te Baarn
de genomen maatregelen niet in allen deele
goed.
3. Omdat het kabinet gematigd is opge
treden. Dit toonde het bij de 'benoemingen.
Vele niet-geestverwanten werden in belang-
ri'ke landsbetrekkirigen 'benoemd. Van. par
tijdigheid hij benoemingen was geen spra
ke. Ook niet bij buigemecstersbenoemingen.
Het stelsel van het noorden cu zuiden des
lands, door liberale kabinetten in toepas
sing gebracht, dat in het liberale noorden
liberalen, in het katholieke zuiden katho
lieke burgemeesters benoemd! dienden te
worden, werd ook met betrekkng tot het.
midden des lands in toepassing gebracht.
Zooveel .mogelijk werden de burgemeesters
benoemd van de kleur van de meerderheid
der bevolking. Anti-revolutionairen eti öhr-
historischen kregen nu ook een kansje.
Gematigd w,as de regeêrimg 'in de wetge
ving. Drankwet, Hooger- en Lager Onder
wijswet, Loterij wet, rijt! daarvan voorbeel
den. Telkens was de regeering tot gemeen
overleg bereid. Maax bij de behandeling
van de Hooger Onderwijswet stuitte zij op
een georganiseerd verzet van de oppositie.
Prof. Van Bonoval Fa ure achtte wederleg
ging van de door de regeering aangevoerdo
argumenten niet der moeite waard, maar
las een van te voren opgesteld antwoord
voor.
De heeT RcngeTs verklaarde, dat slechts
die wetsvoorstellen gonad© konden vinden
in de oogen der liberalen, die i'n de neutrale
zone vielen m. a. w. dat het kabinet zijn
doodvonnis teekerde, als het wetsvoorstellen
indiende, die ;het krachtens rijn oorsprong
indienen moest.
De regeering teek on de een doodvonnis,
maar riet- haar doodvonnis, dooli dat van
de Eerste Kamer, die niet meer de uitdruk
king was van 3e samenstelling harer com
mittenten.
Ook bij de tweede behandeling der Hoo
ger onderwijswet waren de liberalen al even
onverzoenlijk. De heer Rengers izoide, dat hij
en /zijne vrienden zouden tegen Stemmen,
omdat- zij niet wilden. Ja, liet is waar, de
liberale partij wilde geen afstand doen van
het staatsmonopolie der wetenschap. Waar
de wil ontbreekt-, daar faalt overredings
kracht.
Op lager onderwijs gebied wilde de liberale
partijl evenmin recht doen, hoewel met spre
kende cijfers het bezwaar der kleine schooltjes,
met k'emmende bewijzen liet beweerde gemis
aan waarborgen werd ontzenuwd. De liberale
partij' die altoos beweerd heeft- de vrijheid
voor te staan, wilde den arme niet de feitelij
ke vrijheid geven om rijiue kinderen te zen
den naar de school die met zijne beginselen
overeenkomt.
De wetten' itot vrijmaking van het onder
wijs worden partijwettera genoemd. Welnu, als
de liberale partij het eene partijdaad onzer
zijds acht, de vrijheid van het onderwijs te
bevorderen, dan accepteeren wij dit, maar dan
volgt daaruit dat de bevordering van de
vrijheid voortaan ons goed is en niet meer
het hare, dat de strijd voor de vrijheid voort
aan onzen strijd is en niet meer de hare, dat
in den strijd voor de vrijheid het Nederlaud-
sche volk van haar niets meer, van ons alles
te verwachten heeft.
4. Dit ministerie moet behouden blijven,
omdat het voor de vrijheid waakt.
Vrijheid is de mogelijkheid om rich krach
tens natuur en roeping vrij te kunnen bewe
gen en ontwikkelen.
De wetenschap, de christelijke zoowel als
de niet-chrisbelijke, het onderwijs, het chris
telijke zoowel als het niet-christelijke, moet
vrij zijn. De staat heeft slechts te zorgen dat
het goed en deugdelijk zij en geen gevaar
oplevert voor zijn eigen, bestaan. Die maat
schappij zelve moet in de behoefte aan ouder
wijs voorzien. De staat mag dan. eerst optre
den als de maatschappij haar taaie niet be
hoorlijk vervult, doch vooraf prikkele de
Staat de maatschappij tot het doen van haar
plicht. Hij subsidieer© zoo de maatschappij
geldelijk te kort schiet. Maar indien hij zelf
de taak der maatschappij overneemt, dan zij
zijn streven rich zelf overbodig te maken.
Anders ontzenuwt hiji de maatschappij en
doodt het particulier initiatief.
Door de onderwijsnovelle is de regeering in
dien geest werkzaam geweest. Door het bij
zonder onderwijs te subsi dieeren tracht de
Staat het Staatsonderwijs overbodig ibe maken
en de maatschappij in staat te stellen haar
onderwijstaak te vervullen.
De Staat kiest- bij het subsidieeren niet
partij voor het christelijk of niet-christelijk
onderwijs. Hij subsidieert alle bijzondere scho
len die aan de eischen voldoen'. De onderwijs
novelle bevoordeelt niet het christelijke on
derwijs boven ander bijzonder onderwijs, noch
boven het openbare.
Het bijzondere onderwijs blijft in ongunsti
ger positie verkeeren dan het openbare. Maar
daarenboven worden alle bijzondere scholen,
niet alleen de christelijke, gesubsidieerd. Alle
partijen kunnen bijzondere scholen oprichten.
De onderwijswet is dus geen partijiwet, maar
een wet die de vrijheid van onderwijs bevor
dert..
Het. beginsel der vrijheid is ook gehuldigd
ten opzichte van' de ambtenaren.
De ambtenaren zijn volkomen vrij. in hunne
politieke overtuiging.
Alleen indien ambtenaren de macht van
den Staat niet boven rich erkennen, maar
zich aansluiten bij een macht in. den. StaaiL
die vijandig is aan den Staat zelf, kunnen
zij niet worden geduld.
De bewering alsof ambtenaren gedwongen
zouden worden naar de kerk te gaan is vol
komen onjuist. Dit is in strijd met de opvat-
t.iug van het Christendom, dat de vrijheid wil.
Het verhaal van den heer Roodhuijzen be
treffende het doopera van kinderen door een
officier, teneinde bevorderd te kunnen wor
den, is uit den duim gezogen.
Het beginsel der vrijheid is ook gehuldigd
in de buitenlandsche politiek en> wel door het
sluiten van arbitrage verdragen. Als er vrede
heerscht tusschen, de volken is er vrijheid,
want dan kunnen de volken rich vrij en, on
belemmerd bewegen, era ontwikkelen. Door in
het arbitrageverdrag met Denemarken de be
paling op te nemen, dat alle andere mogend
heden zich daarbij kunnen aansluiten, heeft.
Nederland te kennen, gegeven bereid te zijn
met de geheele wereld ira vrede te leven en
alle geschillen met andere mogendheden niet
meer door het zwaard, maar door het recht
te laten beslissen.
Waar echter andere staten den vrede nog
niet willen en gewapend blij,ven, daar dient
Nederland er een leger en een vloot op na te
houden, ten einde zich, ingeval héb wordt
aangevallen te verdedigen en, te waken voor
eigen onafhankelijkheid ere voor het van de
vadereq geërfde goed.
Zoolang wij, gedwongen rijn, een leger en
een vloot te hebben, moeten wij zorgen, dat
do wapening zoodanig is, dat onze miliciens
niet met verouderde wapenen in 't vuur ge
zonden worden. Iedere regeering van welke
richting ook, moet dat doen. Terecht bracht
de vorige liberale regeering tien post voor
snelvuurgcschut op de begrodtiug, terecht
vroeg het Kabinet-RÖell-Van-Houten millioe-
nen voor nieuwe geweren aan, en terecht
stond de Kamer deze aanvragen toe.
Met droefheid stemmen wij voor militaire
uitgaven, omdat wij dat geld zoo gaarne zou
den willen aanwenden ter vermeerdering van
de volkswelvaart, maar zoolang er gevaar
dreigt voor de onafhankelijkheid en het be
houd onzer koloniën, mogen wij ons daaraan
niet onttrekken.
Ten bate van de belangen van den militair
is door de regeering veel verricht.
Maatregelen ter voorziening in de zedelijke,
geestelijke en stoffelij|ke behoeften van' het
leger zijn genomen, welke door spreker wor
den opgesomd.
Op het gebied van den handel moet de
vrijheid zooveel mogelijk gehuldigd worden.
Spreker is, evenals hij is, voorstander van
den vrede ook voorstander van den vrede op
handelsgebied, voor den vrijhandel. Doch
aangezien de andere landen dien vrijhandel in,
de practijk niet huldigen, maar hunne gren
zen sluiten voor onze waren, moeten wij uit
zelfverdediging ook tarieven hebben. Re-
schermde wij onze vrijheid niet. terwijl onze
producten aan invoerrecht in het buitenland
onderworpen rijn, dare zou onze nijverheid
te gronde gaan. Als vrijhandelaar kan men tot
beschermende maatregelen gedwongen worden
Tariefsverhooging kan om economische en om
finaricieele redenen noodig rijn. Het is een
kwestie niet van principe, maar van utiliteit.
Om beide redenen is zij noodig. De volkswel
vaart is niet toegenomen in de mate waarin
zij had kunnen toenemen. De heer Struve,
een onverdacht liberaal, man van de practijk
toonde dit aan'. In vergelijking met andere
landen zijn onze invoerrechten zeer laag. In
andere landen ging de volkswelvaart ten ge
volge van tariefèverhooging vooruit. Het be
wijs, dat door hoogere invoerrechten de wel
vaart niet daalt en de goederen niet duu^er
worden levert de wet van 1895 door 't libe
rale kabeinet Röell-Van-Houten voorgesteld.
Daardoor kwam 2J millioen aan invoerrecht
meer in de schatkist. Sinds dien rijn1 de Rijks
inkomsten gestegen en de goederen niet duur
der geworden. Er zijn ook financieele redenen.
De sociale wetgeving eischt versterking van
's Rijks-middelen. Het- kabinet Pierson-Bor-
gesius-De-Beaufort Stelde daarom tevergeefs
verhooging voor. De vrijihandelaar Pierson
zag de noodzakelijkheid daarvan in.
Indien de vrijzinnigen invoerrechten zoo
slecht- achten, waarom stellen rij dan niet
voor het bestaande tarief, dat eerste levens
behoeften belast, af te schaffen? Hieraan
denken rij echter reiet. De middelen door de
liberalen en vrijzinnig-democraten aangege
ven verhooging van de successiebelasting,
van de bedrijfs- en vermogensbelasting, de
landbouwers onder de bedrijfsbelasting te
brengen, ere verhooging van de belasting op
artikelen van weelde, zullen niet voldoende
baten ere de volkswelvaart schaden, den mid
denstand te zeer drukken, die het kind van
de rekening zal zijm. In beginsel is de succes
siebelasting af te keuren als een middel in
sociaal-demokratischen geest, om het- eigen
domsrecht af te schaffen. De liberalen hollen
daardoor het eigendomsrecht uit. Door tariefs.
herziening zal de welvaart en' de koopkracht
toenemen, zullen do loonen stijgen.
De politiek dezer regeering is den midden
stand te verheffen, die het altijd maar moet
kunnen. Déze stand is eere noodzakelijk be
standdeel der maatschappij, staande tusschen
kapitalisten en arbeiders.
Een gezond maatschappelijk leven wordt
door deze regeering bevorderd. De vrije ont
wikkeling der maatschappelijke standen moet
mogelijk worden gemaakt ten bote van
de gemeenschap. Het christelijk beginsel ver
oordeelt den klassenstrijd- Alle klassen, der
maatschappij hebben elkander noodig en moe
ten samenwerken ter verhooging van de volks
welvaart.
Dank zij het liberale regime vare la.iser
faire, laiser passer is een brandende sociale
kwestie gerezen die oplossing eischt. Krach
tens haar beginsel liet. de liberale partij; vol
gens prof. Quack, de oplossing rusten. Toen
zij inzag, dat zij zich daaraan verder niet
onttrekken mocht, viel zij ira groepen uiteen.
Mr. Troelstra meent, dat het liberalisme niet
meer aan de regeering kan komen, hoogstens
de liberalen, maar dan rijn rij de opgedron
gen zaakwaarnemers der arbeidende klasse.
Dat is geen ideaal, dat is afbraak vara eigen
beginselen. Intusschen ge bi edit- de eerlijkheid
te erkennen dat de oud-liberale partij groote
verdiensten heeft gehad. Aan haar danken we
de groote vrijheid van de grondwet van 48.
Maar wat kan zij voor het vervolg doem?
Spreker is het met mr. Troelstra eens, en
wijtst op de verdeeldheid vare de liberalen ten
opzichte van de oplossing der sociale kwestie
era de middelera om aan geld te komen. Eira
wat zal het blanco-artikel uithalen?
De oud-liberalen ziiin blijkens hun manifest
niet voor verplichte verzekering. Slechts de
groepen der rechterzijde zijn het daarover
eens. Reeds liggen de wetsontwerpen klaar.
A's de rechterzijde in de meerderheid blijft,
zullen zij hoogstwaarschijnlijk binnen 4 jaar
wet rijn.
Spr. roept de kiezers op ire het belang van
land en volk era ook de rechterzijde, die de
regeering zal steunen de meerderheid te be
zorgen en hoopt, dat Amersfoort, dat altoos
aan de rechterzijde trouw bleef, er een. bol
werk van, was, met ira haraden zal vallen van
de oud-liberaleni.
„Laat het. gejubel hierover niet door het
land gaan!"
TXi. Donner dankt spreker voor zijn uit
nemende. gematigde en toch kernachtige rede.
Wat hij zeide was geen afkammen van per
sonen. hij behandelde zakere. Mr. De Beaufort,
heet het. h zoo goed bekend in dit distriet
maar de naam v. Asch v. Wijck heeft- er
zeker een even goede klank.
De v. Asch v. Wijcks hebben, om het zoo
eens uit te drukken, recht op het district
Amersfoort.
Ds. Donner wekib de kiezers krachtig op oan
van hun stemrecht gebruik te maken, en her
innert er aan dat men overal over Amersfoort
in spanning is.
Nadat ds. Teering nog een gebed heeft
uitgesproken, wordt de vergadering, die goed
bezocht was, te 10 uur gesloten.
Voor de politieke vergadering in „de
Arend," belegd door de Chr.-democraten,
waren gisteren avond slechts een 20-tal be
langstellenden opgekomen,; waarschijnlijk een
gevolg vara de tegelijkertijd gehouden poli
tieke vergadering der anti-rev. in Amicitia,
daar, toen, laatstgenoemde gesloten was, nog
een aantal belangstellenden kwamen.
De voorzitter, de heer Prinsen van Zeist
zegt, dat hoe klein ook het aantal opgekome-
nen inag zijn, de vergadering toch zal ge
houden weiden. Tot rijn spijt moet hij do
vergadering teleurstellen, daar er een tele
gram van den heer Staalman is gekomen,
berichtende, dat deze verbindend is, doch dat
in rijn plaats heden avond zal optieden de
heer Hessels van Amsterdam. Daarna opent
hij de vergadering met gebed.
De heer Hessels, t/hans aan het- woo-d ko
mende, begint met te wijzen, op de groote
vreugde van den uitslag der stembus in 1901,
doch hoe er ook andere stemmen opgingen,
stemmen van twijfel era vrees, zoowel van de
zijde der sociaal-democraten, als van vrijz.-
dcm., die zich zeiven afvroegen of dr. Kuy-
por wel zou kunnen geven, wat hij had be
loofd. Dezelfde vrees en twijfel zagen we ook
bij de conservatieven redhts; zij evenwel heb
ben reden tot juichen-. Zooveel juichen er ech
ter is in ',t> conservatieve kamp, zooveel te
leurstelling is er verwekt in dé arbeiderskrin
gen. Teleurstelling in de eerste plaats om
trent 'fc kiesrecht, 't Bedroeft, de dhr.-dem„
dat het aantal der stemmen van de mal-con
té nten nog niet grooter is.
Spr. bewijst daarna, dat dr. Kuyper niet is
geweest en niet heeft gegeven, vrat hij vroe
ger beloofde te zijn en te zullen geven.
Wij chr.-dein, zegt hij, vragen, waar is de
vervulling onzer wenschen, die ontleend zijn
aan die van dr. Kuyper. Zijn onze wenschen
misschien niet christelijk. Ze rijn, het wel,
desniettemin zijn ze niet vervuld.
En wat zien we nu? Zij die vroeger zei-
deu: „wachten, Staalman, wachten, staan
uu aan zijn zijde en zien nu pas in, wat hij
voor jaren al zag aan komen, namelijk dat
dr. Kuyper nalatig is in de handhaving zijner
beloften. Staalman is een flink figuur, waar
van Spr. durft zeggen, dat hij overeenkomt
met die van Keuchenius eertijds.
Het parool van de rijkere christenen is nu
dr. Kuyper, doch waarom gaan de arme chris
tenen niet meer met hem door dik en dun?
't Is omdat de rijke christenen met hun
christendom wel te eten hebben, maar de
arme christenen niet. Wat geeft het of go
hun al 't woord en de belofte predikt cn ge
laat de daad achterwege. Een maatschappij
als deze is niet volgens Gods woord en daar
om moet er iets gedaan worden. Nu dr. Kuy
per dit niet doet, is het de plicht der chr.-
dem. om het te doen, doch dan kunnen ze
niet meer in 't partijverband samen werken,
en moeten, hoe 't harte hun ook bloedt, daar
om uit dat- verband treden.
Spr. wijst voorts op het feit, dat de chr.-
dem. treden uit de christelijke partijen, juist
iu deze dagen, doch men lette wel, dat de
christen-democraten zich niet bewegen op
politiek, maar op economisch terrein. Gaat
het er dan ook om te kiezen tussdhen iemand,
die zegt 'God te belijden, maar het ira zijn
daden niet toont en iemand die zegt in geen
God te gelooven, maar zijn daden zijn goed,
dan is deze laatste onze man, omdat- hij eco
nomisch ons nabij staat.
Oraze stem heeft bij de aanstaande stem
ming alleen de beteekeni3 van getuigen.
Gaat men na de ..Handelingen" van deze
Tweede Kaïner en do uitkomsten van deze
re0eering, dan zijn ze even treurig als de
nog treuriger coalitie. Na kontelijks dc pen
sioenwet te hebben behandeld, wijst Spr. nog
op het groote verschil tusschen den chr.-dem.
en do soc.-dem. Men moeme hen maar rood
of verkapte socialisten, dodh voege er dan
bij', dat zij zijn rood en christen, en dat kan
men van de sociaal-democraten niet zeggen.
Zijn er punten van aanraking mot de soc.-
dem., dan gaan we gaarne met hen mee,
doch de roode vaan met hen heffen doen we
nooit.
Spr. verwacht niet, dat van deze rechter
zijde waarachtige kracht kan uitgaan. Manx
Goddank is er een jonge fractie ontstaan, die
de belangen der arbeiders wil 'bevorderen.
Uit een staatje bewijst- hij voorts, dat
Staalman is een echte democraat en dat tij
het land doorgaat in wat men belieft te noe
men, de echte oude plunje van dr. Kuyper.
De chr.-dem. schetst hij verder als staan
de tegenover de partij era redhts cn links en
hij zegt, dat zij een éénige plaats hebben in
te nemen bij de aanstaande verkiezingen, niet
de numerieke sterkte, maar het vasthouden
aan ons beginsel, dat- is onze leuze, alsmede
tegenover de revolutie het evangelie.
De heeren W. C. Oosterman cn J. G. van
Unen kwam met den spreker in debat en
werden later door hem beantwoord.