Woensdag 21 |uni 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. A". 348. 3de Jaitr|gitiiig< OORTSCH DAGB ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschcstraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENTlfilf: Van 1—5 regels••••••f 0.75* Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Een» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hendie met I Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Politiek Overzicht De crisis in Hongarije. Heden heeft het nieuwe ministerie, dat in Hongarije io opgetreden, zijne eerste ontmoe ting met den rijksdag. In den regel is het optreden van een nieuw kabinet het teeken, dat eene crisis is geëindigd. In dit geval kan daarvan echter geen sprake zijnde sedert 1 Februari durende crisis is veeleer in eene nieuwe phase getreden. De verkiezingen van Januari, die ongunstig zijia uitgevallen voor heb kabinet-Tisza, had- tién de liberale partij in de minderheid ge bracht. De constitutioneele eisch bracht dus mede, dat het vervangen werd door een kabi net, dat den steun genoot van de meerderheid van den rijksdag. Maar nog gedurende maand is het kabinet-Tisza „voorloopig" aan het bewind moeten blijven, omdat het niet :s gelukt overeenstemming te krijgen tusschen Kroon en rijksdag over het programma van regeeringsbeleid. waarmee het nieuwe ministe rie aan het bewind zou komen. Ten laatste i, omdat het in de minderheid gebrachte kabi net toch niet voortdurend de zaken kon blij ven gaande houden, aan Tisza en zijne ambt- genooten onitslag verleend. In hunne plaats is opgetreden niet een parlementair maar een koninklijk ministerie. Wat de Kroon van de meerderheid van den rijksdag scheidt, wordt aangegeven in den brief, waarin de Keizer- Koning aan het lroofd van het nieuwe kabinet de regeertaak opdraagt. Do Keizier-Koning in Hongarije is de Keizerstitel contraban de men kent slechts een Koning van Hon garije betuigt, in dezen brief zijn leedwe zen, dat hij geen kabinet heeft kunnen sa menstellen uit de meerderheid van. den rijks dag, omdat die geen program kon vaststel len, dat hem veroorloofde haar het bestuur met volle gerustheid toe te vertrouwen. De Koning geeft ziine toestemming tot de voor stellen van de meerderheid op het gebied van het binnenlaaudsch bestuur en op econom'sch gebiedde op het leger betrekking hebbende eischen kan de monarch echter slechts aan nemen binnen de perken, die onvoorwaarde lijk moeten worden in acht genomen om de slagvaardigheid vam het 1 ger otnvermindeid te handhaven. Tot besluit wordt gezegd,,Het zou mij tot bijzondere vreugde strekken, wan neer '.iet u door uwe betrekkingen met c'e politieke partijen gelukte, binnen de aange geven grenzen een vergelijk mogelijk te ma ken en daardoor de benoeming van eene re- regeering der meerderheid te bevorderen." Uit dezen brief blijkt., dat de meerderheid *t op twee gewichtige punten gewonnen heeft. In het binraenlaindach bestuur verzet de Kroon zich niet tegen hare wenechen, en ook de splitsing van het thans gemeenschappelijke tolgebied van Oostenrijk-Hongariiie is in be ginsel toegestaan. Alleen in de legerkwestie wil de Koning de concessiën, die van hem woiden verlangd, ndet doenhier stu't de onafhankelijkheidspartij op een non possumus. Het hoofd van dit kabinet is baron Geza Fejervary, die als minister van lands verdedi ging in Hongarije in de jaren van 1884 tot 1903 alle crisissen heeft overleefd en gedu rende dien tijd meermalen de hand geboden heeft om moeielijjkh-eden uit den weg te rui men. Hij bevindt zich nu in zijn 73e levens jaar. Zonder eenigen twijff 1 brengt hij een groot persoonlijk offer, door onder de bestaan de omstandigheden den zvnren last der regee ring op te nemen. Behalve het voorzitter schap heeft baron Fejervary ook het bestuur van het ministerie va.n financiën op zich ge nomen. Hoe hij, die van financiën heelemaal geen verstand heeft, daartoe gekomen is, wordt door het Weener Fremdenblatt aldus uiteen gezet: „Daar de beide parlementen niet in de mogelijkheid zullen zijn, voordat deze maand ten einde loopt 't met elkaar eens te worden over de quotumkwestie (de bepaling van den maatstaf, waarvan de uitgaven voor den rijks dienst door de beide rijkshelften zullen wor den gedragen in het volgende jaar), zal ook dit jaar het quotum door den monarch vast gesteld worden. Daar verder het hiertoe be- noodigde besluit het oontrasedgn van den minister van financiën moet dragen, het ka- bi net-Fejervary edhter uitsluitend de loopen- de zaken zal afdoen, waarvoor het geen poli tieke verantwoordelijkheid wil dragen, heeft baron Fejervary ook dit ressort op 'ch ge nomen. om met zijne onderteekening de ko ninklijke beslissing in de quotum-kwestie te dekken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat, als de functie van bet kabinet van lan- geren duur mocht zijn. later de portefeuille van financiën een anderen titularis zal -rij gen. Het feitelijke bestuur over het ministerie van financiën zal rusten in de hand van den secretaris-generaal Alexander Popovic, die als uitnemend deskundige zioh in het ver trouwen van alle kringen verheugt. Ad in terim neemt baron Fejervary ook de porte feuille van den minister van het koninklijke huis op zioh, die hij vroeger reeds meermalen tijdelijk heeft waargenomen, zoodat hij ge heel vertrouwd is met wat er in dat ressort omgaat. Deze cumulatie van ambten heeft baron Fejervary slechts op zioh genomen, om dat hij uitgaat va® de opvatting, dat hij slechts gedurende korten tijd de regeerings- zaken zal leiden." Deze opvatting wil het nieuwe kabinet ook bxlen in de Kamer met allen nadruk ken baar maken. Het beschouwt zich als staande buiten de partijen en alleen belast met bet afdoen van de loopende zaken. Dat zal ecuier de partijen niet weerhouden om dit kabinet als wrijfpaal te gebruiken. Het gaat in het parlement een zwaren strijd tegemoet, waar van het in de Hongaarsahe pers, die zijn op treden over 't algemeen zeer onvriendelijk heeft begroet, reeds een voorproefje heeft ge had. Bij geen enkel der partijen vindt het kabinet steunbet zal zich dus moeten zien te redden door eene verdaging van den rijks dag, hetgeen uit constitutioneel oogpunt niet zonder bedenking is. Aan een lang leven van het kabinet gelooft niet eens Tejervary zelf, zoodat hij cr zelfs van heeft afgezien zijne dienstwoning als minister-president te be trekken. Frankrljk.- Parijs, 20 Juni. In de Kaouer vroegen heden de afgevaardigden Arohdeaoon en Bin der verlof de regeering over de buitonland- sche politiek te interpelleeren. Bouvier vroeg de verdaging vau dio inter pellaties. De regeering heeft de gewoonte aan genomen om de noodige bijzonderheden over onderhandelingen, die gaande zijn, te ver schaffen en zal dat ook nu zoo spoedig moge lijk doen. De stemming en de discussiën over de vra gen werden tot een later tijdstip uitgesteld. Engeland. Londen20 Juni. Het Lagerhuis kwam hedeu weder bijeen na het Pinksterreces. Iii antwoord op eene vraag, deelde de eerste minister Balfour mede, dat er een briefwisse ling wordt gevoerd tusschen de Britsche en de Russische regeeringen, over het in den grond boren van het Engebche stoomschip St. Kilda. De Britsche regering vat deze zaak zeer ernstig op. omdat volstrekt niet wordt ontkend, dat zij de bepaalde verzeke ring had gekregen, dat dergelijjke handelin gen niet meer zouden worden gepleegd door Russscho kruisers. Gibson Bowles vroeg of de Britsche regee ring voldoening bad ontvangen van Rus land in zake de Knight Commander hij gaf te kennen, dat als dit niet was geschied, dit geval een tweede beleediging was. Minister Balfour antwoordde, dat hij niet dacht, dat de tweede beleediging in eenig verband stond tot de eerste, behalve in zoo ver, dat de door de Britsche regeering onder nemen stappen ten doel hadden een herha ling van zulke inbreuken op het internatio nale recht te voorkomen. Zweden en Noorwegen. Stockholm, 20 Juni. De Rijksdag kwtam lieden bijeen. In de Eerste Kamer begroette de leeftijdspresident baron Essen de leden Daarna werd medegedeeld dat de Ko ning graaf Sparre tot president en Lunds- berg tot vice-president had herbenoemd. De zitting van de Tweede Kamer werd door den leeftijdspresident Hedin met een korte toespraak geopend. De minister Ram- stedt deelde mede, dat de Koning den presi- den Svarthving en den vice-president Pers- sau op nieuw had benoemd. De president aanvaardde het ambt met eene korte rede, waarin hij verklaarde, dat Zwedens hoop om do Unie te handhaven vervlogen was, en dat de verbreking der Unie van de zijde van Noorwegen geschied was in een vorm, die elke poging bot hervatting van de onderhan delingen bemoeielijkte. De leden der Kamer waren zich ten volle bewust van hunne ver antwoordelijkheid tegenover de natie en hare toekomstzij hoopten echter, dat het resul taat der beraadslagingen in dezen rijksdag duidelijk de eerlijke bedoelingen van Zwe- den in het licht zal stellen. Chrütiania, 20 Juni. De storthing besloot gisteren adressein te richten tot den Koning en den Zweedse hen rijksdag, waarin uiteen gezet wordt dat wat in Noorwegen gebeurd is, het noodzakelijke en onafwijsbare resul taat was van de gebeurtenissen van den laat ste® tijd op het gebied der unie-politiek. De storthing twijfelde er nooit aan, dab de beslissingen van den Koning niet voortspro ten uit de overtuiging van wat zijn recht en zijin plicht is. De storthing begrijpt de moeielijke positie van den Koning, doch gevoelde behoefte cm een beroep te doen op den Koning en op den rijksdag, vertegenwoordigende het Zweedsche volk, om mede ite werken tot eene vreedzame doorvoering van de verbreking der unie en tot beveiliging van de vriendschap wei<$ Zweden en Noorwegen verbindt. Het optreden van Noorwegen heeft nooit bedoeld een krenking van de eer vare Zw<h1 m, Het was een noodzakelijk middel ter verkrij ging van de grondwettige rechten van Noor wegen. Iedere andere uitweg zou den storthing Le- letten om met Zweden, onder erkenning van de souvereiue positie van Noorwegen, de nood zakelijke onderhandelingen itot regeling van de wederzijdsclie positie aan te knoopen. De storthing is bereid om aan iederea recht vaardigen wensch die in het belang is u beide stater» tegemoet te komen, en is over tuigd dat het gebeurde tot het voortdurende geluk der volkeren van het noorden zal voeren indien dio regeling zonder bitterheid plaats heeft. Spanje. Ma-rid, 20 .Turns. De tribunes zijn over vol. Er heerecht groote beweging. De afge vaardigde Llorens dient een motie van ver trouwen in de regeering in. De minister van binmilandsche zaken zeide in antwoord aan Llorens, dat het kabinet het vertrouwen van de Kroon bezit en den steun der publieke opjnie. Nu moet nog worden uitgemaakt of het ook het vertrouwen van het parlement geniet. De minister valt Maura aan, die zijn steun had beloofd. Maura antwoordt, dat nij weuscht volstrekt niet weder aan het bewind te komen, maar het ministerie Villaverde kan sleoht6 met zijn steun leven. De motie van vertrouwen wordt met 204 tegen 45 stem men verworpen. De ministers wachten den terugkeer van den Koning af, om hun ont slag in te dienen. Oostenrijk. De K oneer vative Korrespondenz, een te Weenen verschijnend blad, berekent, dat het. geheele aantal katholieken die in Oostenrijk uit hun kerk zijn getreden, sedert 1898 45,000 bedraagt, van wie er 33,000 protestant zijn geworden. De protestanten hebben 'n dien tijd 68 kerken en 29 bidzalen geopend. En de beweging houdt met onverminderde kracht aan. Rusland. De tekst van de toespraak van den Czaar aan do deputatie van het zemstwo-congres te Moskou en het Petersburgsche gemeentebe stuur luidt aldus: „Het verheugt mij u te hebben gehoord ik twijfel niet, dat gij door vurige vader landsliefde geleid waart, toen gij u direct tot mij wenddet. Ik ben met u en met het geheele volk ten diepste bedroefd geweest, en ben dat nog, over het ongeluk, dat de oorlog over Rusland bracht, en over de be zwaren, die nog kunnen voorkomen, .alsmede over alle woelingen in het binnenland Laat uwe bedenkingen varen. Mijn wil is een souvereine, een onwrikbare wil; de toelating van de gekozenen der natie tot de werkzaam heden van den staat zal naar wettige rege len uitgevoerd worden. Eiken dag waak ik over dit werk en wijd ik mij daaraangij kunt dit aan allen, die u nabestaan, mede- deelen, hetzij zij op het land of in de steden wonen. Ik ben vast overtuigd, dat Rusland uit de beproevingen, die het heeft doorge staan, verjongd te voorschijn zal komen, en dat er, zooals vroeger ook het geval was, over eenstemming tot stand zal komen tusschen den Keizer en geheel Rusland, eene overeen stemming tusschen mij en de mannen van de Russische aarde, die als grondslag zal dienen voor de regeling van de zaken op eene aan de oorspronkelijke beginselen beantwoorden de wijze. Ik koester vertrouwen in uwen op- echten wensch om mij in deze taak te on- dersfceuneh." Van alle zijden komen weder berichten van opstanden in Rusland. De soldaten, d;e de boeren, welke gestraft zijm wegens hun deel neming aan de oproerige bewegingen in Kiow en in de provinciën Wolhymië eai Podolië, naar de strafkolonie Moghilew moeten gelei den, worden in ieder dorp door de boeren aangevallen. Ernstige onlusten hebben plaats gehad te Nishn i-No wgorodwaar voortdurend door boeren, pachters en kooplieden heftige op ruiende redevoeringen worden gehouden tegen de regeering en den Czaar. Ook de arbeiders vatten den strijd togen de regeering weder met nieuwe kracht op. Alle postbeambten te Moekou hebben het werk gestaakt in verbinding met de voer lieden. Die vervolging van Maxim Gorki is gestaakt. Cuba. Maximo Gomez, de aanvoerder in den; Cu- baanschen vrijheidsoorlog, wiens dood wij heb ben bericht, was geen geboren Cubaan, maar had van ganscher hart de zaak omhelsd van het. eiland, dat het vaderland was van zijne vrouw ere zijne kinderen. Reeds in den groe ten Cubaanschen opstand van 18681878 had hij eene be langrijke rol gespeeld. Toen in 1895 de laatste poging tot bevrijd'ng van Cuba werd ondernomen, volgde hij de roep stem, die tot hem kwam, en verliet Sint-Do mingo, waar hij zich gevestigd had, met twee van zijne zonen. Na den dood van Marti en Maceo zette Gomez, die ook een van zijne zoons in den strijd verloren had, de® veld tocht voort tegen de Spaanse he troepen onder bevel eerst van Blanco en later van Weyler. Do tus-rchenkomst- van de Vereenigde Staten verzekerde de eindoverwinning aan de voor standers van het vrije Cuba. Nadat de onafhankelijkheid verkregen was, heeft Gomez den invloed, waarop hij recht had, uitgeoefend op de organisatie van de republiek Cuba. Hii heeft de verkiezing tot president bevorderd en Estrada Palma, den gewezen voorzitter van de revolutionaire Cu baanse he junta te New-York. Hij is, 72 jaren oud, te Havana gestorven. Oe oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Gaston Dru vermeldt een te Peteraburg loopend gerucht, dat de aanvallende beweging van de Japanners zich tot een veldslag ont wikkeld heeft. Generaal Linewitsch heeft den slag aanvaard, maar heeft zijne eerste verde digingslinie moeten prijsgeven. Men zegt dat de verliezen zwaar zijp. Tokio, 21 Juni. (Daily Telegraph.) Do Jar panuers zetten hun zegevierenden opmarsch voort. De Russen zijn geheel omsingeld aan oe beide flanken. Er wordt binnenkort heu- cbelijk nieuws verwacht. De Japanners heb ben veel meer dan een half millioen man schappen in het veld. De voorbereidende operatiën begonnen den 20. Mei. Volgens een bericht van Reuter uit Tsji- foe. hebben de Japanners de Europeesche en Amerikaansche handelsfirma's in Port Ar thur aangezegd, dat zij de stad moeten ver laten eu hunne goederen moeten verwijde ren. Tokio, 20 Juni. De besprekingen betref fende de samenkomst van gevobnachtigden 'worden met Washington voortgezet. Er zijn aanwijzingen voor een spoedige regeling der bij zonderheden. De „raad van ouden" en de leden van het kabinet hielden talrijke bijeenkomsten, waa-- 2 ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. „In het eerst ging het best- en wij hadden volstrekt, geen spijt." zeide de oude mevrouw zachtjes, poe* over den rug strooiende. Soer- re spon welbehagelijk op de schoot van zijne vrouw. „Zij was zoo bescheiden en vriende lijk en dankbaar men moest wel blijde zijn zulk een lief persoontje in huis te hebben. Zij kon zoo aandoenlijk vertellen van hare droevige ondervindingen, dat men medelij den moest hebben met dat jonge meisje, dat reeds zooveel verdriet had gehad. Voorlezen kan zij zoo mooi en met zooveel uitdrukking, dat ik soms de tranen erbij in de oogen krijg; diat wil ik wel bekennen.Het is een genot mooie verhalen zoo goed te liooren lezen. Het is alsof je daardoor boven het platvloerscho van het dagelijksche bestaan verheven wordt-. Daaraan heeft men soms waarlijk wel behoefte. Zoo denk ik er al thans over." De oude dame haalde haar batisten zak doekje te voorschijn en droogde ook nu een paar tranen die aan hare zwakke oogen ontr rold waren. „En is zij nu zoo geheel veranderd?" vroeg Ruth. ^.Veranderd? Dat eigeulijk niet, maar..." „Maar de tantes houden toch niet meer zoo veel van baar? Een ernstige uitdrukking, die als een wolk liet anders vriendelijke gelaat van taai te Anna. verduisterde, scheen te verkondigen dat men nu juist aan de gevoelige snaar had geraakt. Zeer langzaam antwoordde zij „Er steekt geen kwaad achter Ada dat kan ik ten minste iret denken. Maar, zie je, het is toch waar, dat men de belangen van zijne bloedverwanten meer en zwaarder mag tellen dan die van. vreemden." „Zijne bloedverwanten Ruth ljegreep er niets van. „Ja, zij bedoelt- Karl Edwin." Die naam werd het jonge meisje door tan te Sigfrid geheimzinnig toegefluisterd. „Hij is een poos geleden thuis, bij zijne ouders op Tegeholm geweest en toen kwam hijj dik wijls in de stad om bezoeken af te leggen. Hij hoopt tegen dem herfst hier bij het Ge rechtshof geplaatst te worden. Natuurlijk kwam hij bij die gelegenheid ook dikwijls bij ons." „En beviel juffrouw Ada hem niet?" vroeg Ruth. Uit de zonderlinge blikken der oude dames begreep zij dat- die opmerking aan 't verkeerde kantoor gekomen was, en lachend zeide zij „O beviel zij hem wèl?" Maar nu werdeni de aangezichten harer tan tes nog stroever. „Zoover hoop ik niet dat het gekomen is." hernam tante Sigrid scherp. „Trouwens zij zou er niets tegen hebben gehadzooveel was duidelijk. Ik vrees dat hij' dit evenzoo goed gezien heeft als wij. Als hij binuen kwam, schitterden hare oogem. Van die terughouding, zooals jij die straks noemde, was dan ten minste niets te bespeuren. Men weet nooit hoever zulke meisjes, die in den: smaak der heereu vallen, kunnen gaan. En daarom... wij meenden; het niet tegenover ziju ouders te kunnen verantwoorden... want zij; is indets voor hem, dat begrijp je. Geone beschaafde opvoeding... en dan zoo alles bij elkaar Het zou vrqpselijk geweest zijn als hij in' ons buis zijn ongeluk in de armem geloopen was' Daarom moest er op eene verstandige manier verandering in worden gebracht. "Wijl hebben haar tegen den herfst uit de betrekking bij ons ontslagen. Om het niet- kwetsend voor haar te maken, hebben wij gezegd dat wij plan hebben de stad uit te gaan en bij vrieu- den en bloedverwanten te gaan logeeren. Dat zullen wij ook doen, al is 't maar voor enkele dagen. Want liegen willen wijl nietdat mag niet. Toch schijnt zijl te vermoeden wat de eigenlijke reden is, want zij' loopt nu; rond met een gezicht alsof zij liever vandaag in 't water zou willen springen dan morgen. Wij doen natuurlijk ons best om haar aan eene andere betrekking te helpen, die voor haar ge. schikt isliefst ver van hier, dat spreekt. Als het ons ndet gelukt, zullen wij; haar met een paar maanden salaris naar Stockholm sturen. Wij hopen er int-usschen het beste van. Het samenzijn is onder zulke omstandigheden alles behalve opwekkend, en uru zul je zeker kun nen begrijpen, hoe dubbe Iwelkom je bezoek ons is. Jammer aat je niet nog een paar weken vroeger gekomen bent, toen Karl Edwin hier was. Dan had die opzegging uit- hare betrek king misschien niet behoeven plaats te heb ben." Deze vleiende toespie ling, waaraan door knikjes en glimlachjes nog te meer nadruk gegeven werd. viel niet in goede aarde. Door het- jonge meisje weid er enkel met een zacht hoofdschudden en een spotziek lachje op ge antwoord. Tante Anna scheen dit te vatten. „O, het- zou toen toch ook al ite laat zijn geweest," zeide zij. „Het is nu eenmaal te laat voor iedereen, behalve voor een zeker iemand, die ook1 gaarne je lieve gezichtje van nabij ziet. Niet waar, Ruth?" Een licht blosje kleurde de wangen der jonge dame; zij antwoordde niet bijzonder vriendelijk „Hoe kunt u dat weten, tante?" Maar de beide oude dames begonnen harte lijk te lachen. „De vogeltjes hebben ervan gezongen," zei tante Sigrid 9chalks. Maar het verder door gaan op dit onderwerp werd belet door eene waarschuwende beweging van tante Anna, die uit het raam had gekeken en nu weder ijverig aan het borduren ging. De kiezel steentjes van het tuinpad kraakten onder den druk van lichte voetstappen, en Ruth monsterde nu met meer oplettendheid dan straks de juffrouw van gezelschap, die, tel kens buigende om onder de overhangende boomtakken door te komen, naderde met een theeblad, waarop eenige versnaperingen stonden. Die buigende beweging liet haar lenige figuur zeker voordoe lig uitkomen. Het eenvoudig grijze kleedje, zonder eenige versiering dan eon zWart fluweelen lintje om den hals. versterkte nog den indruk van een stil, bescheiden, voorkomend persoontje. Het donkere hoofd weid in een bevallige houding gedragen door den eenigszins gebogen hals, en het gelaat met- zijn eigenaardige matte tint was aangenaam om aan te zien, ondanks de tamelijk onregelmatige trekken en het gemi9 aan kleur. Haar bruine oogen, met de lange zijden wimpers, gaven licht en leven aan het geheel, wanneer zij soms opflikker den. Doch dit gebeurde, vooral in den laat- sten tijd, zeer zelden: zij werden langzaam op en ook weder neergeslagen en bleven nooit lang in de oogen van anderen zien. Rutli vroeg zich verwonderd af waarin hare aantrekkingskracht gelegen mocht zijn? Eiji viel in den smaak der heeren, hadden de tantes gezegd en daarom was men bang voor haar. Toch zou dit gemakkelijker te vorkla ren zijn geweest van cone die er wat meer piquant had uitgezien Zij; zag er wol niet onaardig uit en misschien was zij ook wel lief, maar mooi of piquant kon men haar onmogelijk noemen. „Komt u niet een poosje bij ons zitten, jufffrouwi Ada?" vroeg de oude mevrouw vriendelijk, toen het jonge meisje het blad op de tafel had neergezet. Mevrouw was wel goed, maar zaji moest bedanken or was in huis nog iets te doen waar zij bij moest wezen. En toen verdween zij weer even atil en buigende voor de tak ken, als zij gekomen was. De zwarte kater was van den schoot zijner vrouw gesprongen, en gedurende het oogen blikje dat Ada voor de tafel stond! om de glazen neer te zetten, bleef Soerre haar met uoogen rug door zijne gele oogen zitten aan kijken. De kater verwachtte blijkbaar iets van haar. Toon zij geen notitie van hem nam en zonder een enkele liefkoozing den koepel uitging, was dit een tegenvaller. Eventjes keek hij haar na toon ziji over het kiezelpad naar huis ging; toen nam hij een kloek besluit en Was met een paar sprongen bij zijne vriendin. Word* vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1