Woensdag 21 |uni 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
A". 348.
3de Jaitr|gitiiig<
OORTSCH DAGB
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschcstraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTlfilf:
Van 1—5 regels••••••f 0.75*
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hendie met I Juli
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De crisis in Hongarije.
Heden heeft het nieuwe ministerie, dat in
Hongarije io opgetreden, zijne eerste ontmoe
ting met den rijksdag. In den regel is het
optreden van een nieuw kabinet het teeken,
dat eene crisis is geëindigd. In dit geval kan
daarvan echter geen sprake zijnde sedert 1
Februari durende crisis is veeleer in eene
nieuwe phase getreden.
De verkiezingen van Januari, die ongunstig
zijia uitgevallen voor heb kabinet-Tisza, had-
tién de liberale partij in de minderheid ge
bracht. De constitutioneele eisch bracht dus
mede, dat het vervangen werd door een kabi
net, dat den steun genoot van de meerderheid
van den rijksdag. Maar nog gedurende
maand is het kabinet-Tisza „voorloopig" aan
het bewind moeten blijven, omdat het niet :s
gelukt overeenstemming te krijgen tusschen
Kroon en rijksdag over het programma van
regeeringsbeleid. waarmee het nieuwe ministe
rie aan het bewind zou komen. Ten laatste i,
omdat het in de minderheid gebrachte kabi
net toch niet voortdurend de zaken kon blij
ven gaande houden, aan Tisza en zijne ambt-
genooten onitslag verleend. In hunne plaats is
opgetreden niet een parlementair maar een
koninklijk ministerie. Wat de Kroon van de
meerderheid van den rijksdag scheidt, wordt
aangegeven in den brief, waarin de Keizer-
Koning aan het lroofd van het nieuwe kabinet
de regeertaak opdraagt. Do Keizier-Koning
in Hongarije is de Keizerstitel contraban
de men kent slechts een Koning van Hon
garije betuigt, in dezen brief zijn leedwe
zen, dat hij geen kabinet heeft kunnen sa
menstellen uit de meerderheid van. den rijks
dag, omdat die geen program kon vaststel
len, dat hem veroorloofde haar het bestuur
met volle gerustheid toe te vertrouwen. De
Koning geeft ziine toestemming tot de voor
stellen van de meerderheid op het gebied van
het binnenlaaudsch bestuur en op econom'sch
gebiedde op het leger betrekking hebbende
eischen kan de monarch echter slechts aan
nemen binnen de perken, die onvoorwaarde
lijk moeten worden in acht genomen om de
slagvaardigheid vam het 1 ger otnvermindeid
te handhaven. Tot besluit wordt gezegd,,Het
zou mij tot bijzondere vreugde strekken, wan
neer '.iet u door uwe betrekkingen met c'e
politieke partijen gelukte, binnen de aange
geven grenzen een vergelijk mogelijk te ma
ken en daardoor de benoeming van eene re-
regeering der meerderheid te bevorderen."
Uit dezen brief blijkt., dat de meerderheid
*t op twee gewichtige punten gewonnen heeft.
In het binraenlaindach bestuur verzet de Kroon
zich niet tegen hare wenechen, en ook de
splitsing van het thans gemeenschappelijke
tolgebied van Oostenrijk-Hongariiie is in be
ginsel toegestaan. Alleen in de legerkwestie
wil de Koning de concessiën, die van hem
woiden verlangd, ndet doenhier stu't de
onafhankelijkheidspartij op een non possumus.
Het hoofd van dit kabinet is baron Geza
Fejervary, die als minister van lands verdedi
ging in Hongarije in de jaren van 1884 tot
1903 alle crisissen heeft overleefd en gedu
rende dien tijd meermalen de hand geboden
heeft om moeielijjkh-eden uit den weg te rui
men. Hij bevindt zich nu in zijn 73e levens
jaar. Zonder eenigen twijff 1 brengt hij een
groot persoonlijk offer, door onder de bestaan
de omstandigheden den zvnren last der regee
ring op te nemen. Behalve het voorzitter
schap heeft baron Fejervary ook het bestuur
van het ministerie va.n financiën op zich ge
nomen. Hoe hij, die van financiën heelemaal
geen verstand heeft, daartoe gekomen is, wordt
door het Weener Fremdenblatt aldus uiteen
gezet:
„Daar de beide parlementen niet in de
mogelijkheid zullen zijn, voordat deze maand
ten einde loopt 't met elkaar eens te worden
over de quotumkwestie (de bepaling van den
maatstaf, waarvan de uitgaven voor den rijks
dienst door de beide rijkshelften zullen wor
den gedragen in het volgende jaar), zal ook
dit jaar het quotum door den monarch vast
gesteld worden. Daar verder het hiertoe be-
noodigde besluit het oontrasedgn van den
minister van financiën moet dragen, het ka-
bi net-Fejervary edhter uitsluitend de loopen-
de zaken zal afdoen, waarvoor het geen poli
tieke verantwoordelijkheid wil dragen, heeft
baron Fejervary ook dit ressort op 'ch ge
nomen. om met zijne onderteekening de ko
ninklijke beslissing in de quotum-kwestie te
dekken. De mogelijkheid is niet uitgesloten,
dat, als de functie van bet kabinet van lan-
geren duur mocht zijn. later de portefeuille
van financiën een anderen titularis zal -rij
gen. Het feitelijke bestuur over het ministerie
van financiën zal rusten in de hand van den
secretaris-generaal Alexander Popovic, die
als uitnemend deskundige zioh in het ver
trouwen van alle kringen verheugt. Ad in
terim neemt baron Fejervary ook de porte
feuille van den minister van het koninklijke
huis op zioh, die hij vroeger reeds meermalen
tijdelijk heeft waargenomen, zoodat hij ge
heel vertrouwd is met wat er in dat ressort
omgaat. Deze cumulatie van ambten heeft
baron Fejervary slechts op zioh genomen, om
dat hij uitgaat va® de opvatting, dat hij
slechts gedurende korten tijd de regeerings-
zaken zal leiden."
Deze opvatting wil het nieuwe kabinet ook
bxlen in de Kamer met allen nadruk ken
baar maken. Het beschouwt zich als staande
buiten de partijen en alleen belast met bet
afdoen van de loopende zaken. Dat zal ecuier
de partijen niet weerhouden om dit kabinet
als wrijfpaal te gebruiken. Het gaat in het
parlement een zwaren strijd tegemoet, waar
van het in de Hongaarsahe pers, die zijn op
treden over 't algemeen zeer onvriendelijk
heeft begroet, reeds een voorproefje heeft ge
had. Bij geen enkel der partijen vindt het
kabinet steunbet zal zich dus moeten zien
te redden door eene verdaging van den rijks
dag, hetgeen uit constitutioneel oogpunt niet
zonder bedenking is. Aan een lang leven van
het kabinet gelooft niet eens Tejervary zelf,
zoodat hij cr zelfs van heeft afgezien zijne
dienstwoning als minister-president te be
trekken.
Frankrljk.-
Parijs, 20 Juni. In de Kaouer vroegen
heden de afgevaardigden Arohdeaoon en Bin
der verlof de regeering over de buitonland-
sche politiek te interpelleeren.
Bouvier vroeg de verdaging vau dio inter
pellaties. De regeering heeft de gewoonte aan
genomen om de noodige bijzonderheden over
onderhandelingen, die gaande zijn, te ver
schaffen en zal dat ook nu zoo spoedig moge
lijk doen.
De stemming en de discussiën over de vra
gen werden tot een later tijdstip uitgesteld.
Engeland.
Londen20 Juni. Het Lagerhuis kwam
hedeu weder bijeen na het Pinksterreces. Iii
antwoord op eene vraag, deelde de eerste
minister Balfour mede, dat er een briefwisse
ling wordt gevoerd tusschen de Britsche en
de Russische regeeringen, over het in den
grond boren van het Engebche stoomschip
St. Kilda. De Britsche regering vat deze
zaak zeer ernstig op. omdat volstrekt niet
wordt ontkend, dat zij de bepaalde verzeke
ring had gekregen, dat dergelijjke handelin
gen niet meer zouden worden gepleegd door
Russscho kruisers.
Gibson Bowles vroeg of de Britsche regee
ring voldoening bad ontvangen van Rus
land in zake de Knight Commander hij gaf
te kennen, dat als dit niet was geschied, dit
geval een tweede beleediging was.
Minister Balfour antwoordde, dat hij niet
dacht, dat de tweede beleediging in eenig
verband stond tot de eerste, behalve in zoo
ver, dat de door de Britsche regeering onder
nemen stappen ten doel hadden een herha
ling van zulke inbreuken op het internatio
nale recht te voorkomen.
Zweden en Noorwegen.
Stockholm, 20 Juni. De Rijksdag kwtam
lieden bijeen. In de Eerste Kamer begroette
de leeftijdspresident baron Essen de leden
Daarna werd medegedeeld dat de Ko
ning graaf Sparre tot president en Lunds-
berg tot vice-president had herbenoemd.
De zitting van de Tweede Kamer werd
door den leeftijdspresident Hedin met een
korte toespraak geopend. De minister Ram-
stedt deelde mede, dat de Koning den presi-
den Svarthving en den vice-president Pers-
sau op nieuw had benoemd. De president
aanvaardde het ambt met eene korte rede,
waarin hij verklaarde, dat Zwedens hoop om
do Unie te handhaven vervlogen was, en
dat de verbreking der Unie van de zijde van
Noorwegen geschied was in een vorm, die
elke poging bot hervatting van de onderhan
delingen bemoeielijkte. De leden der Kamer
waren zich ten volle bewust van hunne ver
antwoordelijkheid tegenover de natie en hare
toekomstzij hoopten echter, dat het resul
taat der beraadslagingen in dezen rijksdag
duidelijk de eerlijke bedoelingen van Zwe-
den in het licht zal stellen.
Chrütiania, 20 Juni. De storthing besloot
gisteren adressein te richten tot den Koning
en den Zweedse hen rijksdag, waarin uiteen
gezet wordt dat wat in Noorwegen gebeurd
is, het noodzakelijke en onafwijsbare resul
taat was van de gebeurtenissen van den laat
ste® tijd op het gebied der unie-politiek.
De storthing twijfelde er nooit aan, dab de
beslissingen van den Koning niet voortspro
ten uit de overtuiging van wat zijn recht en
zijin plicht is.
De storthing begrijpt de moeielijke positie
van den Koning, doch gevoelde behoefte cm
een beroep te doen op den Koning en op den
rijksdag, vertegenwoordigende het Zweedsche
volk, om mede ite werken tot eene vreedzame
doorvoering van de verbreking der unie en
tot beveiliging van de vriendschap wei<$
Zweden en Noorwegen verbindt.
Het optreden van Noorwegen heeft nooit
bedoeld een krenking van de eer vare Zw<h1 m,
Het was een noodzakelijk middel ter verkrij
ging van de grondwettige rechten van Noor
wegen.
Iedere andere uitweg zou den storthing Le-
letten om met Zweden, onder erkenning van
de souvereiue positie van Noorwegen, de nood
zakelijke onderhandelingen itot regeling van
de wederzijdsclie positie aan te knoopen.
De storthing is bereid om aan iederea recht
vaardigen wensch die in het belang is u
beide stater» tegemoet te komen, en is over
tuigd dat het gebeurde tot het voortdurende
geluk der volkeren van het noorden zal voeren
indien dio regeling zonder bitterheid plaats
heeft.
Spanje.
Ma-rid, 20 .Turns. De tribunes zijn over
vol. Er heerecht groote beweging. De afge
vaardigde Llorens dient een motie van ver
trouwen in de regeering in. De minister van
binmilandsche zaken zeide in antwoord aan
Llorens, dat het kabinet het vertrouwen van
de Kroon bezit en den steun der publieke
opjnie. Nu moet nog worden uitgemaakt of
het ook het vertrouwen van het parlement
geniet. De minister valt Maura aan, die zijn
steun had beloofd. Maura antwoordt, dat nij
weuscht volstrekt niet weder aan het bewind
te komen, maar het ministerie Villaverde kan
sleoht6 met zijn steun leven. De motie van
vertrouwen wordt met 204 tegen 45 stem
men verworpen. De ministers wachten den
terugkeer van den Koning af, om hun ont
slag in te dienen.
Oostenrijk.
De K oneer vative Korrespondenz, een te
Weenen verschijnend blad, berekent, dat het.
geheele aantal katholieken die in Oostenrijk
uit hun kerk zijn getreden, sedert 1898
45,000 bedraagt, van wie er 33,000 protestant
zijn geworden. De protestanten hebben 'n
dien tijd 68 kerken en 29 bidzalen geopend.
En de beweging houdt met onverminderde
kracht aan.
Rusland.
De tekst van de toespraak van den Czaar
aan do deputatie van het zemstwo-congres te
Moskou en het Petersburgsche gemeentebe
stuur luidt aldus:
„Het verheugt mij u te hebben gehoord
ik twijfel niet, dat gij door vurige vader
landsliefde geleid waart, toen gij u direct
tot mij wenddet. Ik ben met u en met het
geheele volk ten diepste bedroefd geweest,
en ben dat nog, over het ongeluk, dat de
oorlog over Rusland bracht, en over de be
zwaren, die nog kunnen voorkomen, .alsmede
over alle woelingen in het binnenland Laat
uwe bedenkingen varen. Mijn wil is een
souvereine, een onwrikbare wil; de toelating
van de gekozenen der natie tot de werkzaam
heden van den staat zal naar wettige rege
len uitgevoerd worden. Eiken dag waak ik
over dit werk en wijd ik mij daaraangij
kunt dit aan allen, die u nabestaan, mede-
deelen, hetzij zij op het land of in de steden
wonen. Ik ben vast overtuigd, dat Rusland
uit de beproevingen, die het heeft doorge
staan, verjongd te voorschijn zal komen, en
dat er, zooals vroeger ook het geval was, over
eenstemming tot stand zal komen tusschen
den Keizer en geheel Rusland, eene overeen
stemming tusschen mij en de mannen van de
Russische aarde, die als grondslag zal dienen
voor de regeling van de zaken op eene aan
de oorspronkelijke beginselen beantwoorden
de wijze. Ik koester vertrouwen in uwen op-
echten wensch om mij in deze taak te on-
dersfceuneh."
Van alle zijden komen weder berichten van
opstanden in Rusland. De soldaten, d;e de
boeren, welke gestraft zijm wegens hun deel
neming aan de oproerige bewegingen in Kiow
en in de provinciën Wolhymië eai Podolië,
naar de strafkolonie Moghilew moeten gelei
den, worden in ieder dorp door de boeren
aangevallen.
Ernstige onlusten hebben plaats gehad te
Nishn i-No wgorodwaar voortdurend door
boeren, pachters en kooplieden heftige op
ruiende redevoeringen worden gehouden tegen
de regeering en den Czaar.
Ook de arbeiders vatten den strijd togen
de regeering weder met nieuwe kracht op.
Alle postbeambten te Moekou hebben het
werk gestaakt in verbinding met de voer
lieden.
Die vervolging van Maxim Gorki is gestaakt.
Cuba.
Maximo Gomez, de aanvoerder in den; Cu-
baanschen vrijheidsoorlog, wiens dood wij heb
ben bericht, was geen geboren Cubaan, maar
had van ganscher hart de zaak omhelsd van
het. eiland, dat het vaderland was van zijne
vrouw ere zijne kinderen. Reeds in den groe
ten Cubaanschen opstand van 18681878 had
hij eene be langrijke rol gespeeld. Toen in
1895 de laatste poging tot bevrijd'ng van
Cuba werd ondernomen, volgde hij de roep
stem, die tot hem kwam, en verliet Sint-Do
mingo, waar hij zich gevestigd had, met twee
van zijne zonen. Na den dood van Marti en
Maceo zette Gomez, die ook een van zijne
zoons in den strijd verloren had, de® veld
tocht voort tegen de Spaanse he troepen onder
bevel eerst van Blanco en later van Weyler.
Do tus-rchenkomst- van de Vereenigde Staten
verzekerde de eindoverwinning aan de voor
standers van het vrije Cuba.
Nadat de onafhankelijkheid verkregen was,
heeft Gomez den invloed, waarop hij recht
had, uitgeoefend op de organisatie van de
republiek Cuba. Hii heeft de verkiezing tot
president bevorderd en Estrada Palma, den
gewezen voorzitter van de revolutionaire Cu
baanse he junta te New-York. Hij is, 72 jaren
oud, te Havana gestorven.
Oe oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Gaston Dru vermeldt een te Peteraburg
loopend gerucht, dat de aanvallende beweging
van de Japanners zich tot een veldslag ont
wikkeld heeft. Generaal Linewitsch heeft den
slag aanvaard, maar heeft zijne eerste verde
digingslinie moeten prijsgeven.
Men zegt dat de verliezen zwaar zijp.
Tokio, 21 Juni. (Daily Telegraph.) Do Jar
panuers zetten hun zegevierenden opmarsch
voort. De Russen zijn geheel omsingeld aan
oe beide flanken. Er wordt binnenkort heu-
cbelijk nieuws verwacht. De Japanners heb
ben veel meer dan een half millioen man
schappen in het veld.
De voorbereidende operatiën begonnen den
20. Mei.
Volgens een bericht van Reuter uit Tsji-
foe. hebben de Japanners de Europeesche en
Amerikaansche handelsfirma's in Port Ar
thur aangezegd, dat zij de stad moeten ver
laten eu hunne goederen moeten verwijde
ren.
Tokio, 20 Juni. De besprekingen betref
fende de samenkomst van gevobnachtigden
'worden met Washington voortgezet. Er zijn
aanwijzingen voor een spoedige regeling der
bij zonderheden.
De „raad van ouden" en de leden van het
kabinet hielden talrijke bijeenkomsten, waa--
2 ROMAN VAN
ANNA WAHLENBERG.
„In het eerst ging het best- en wij hadden
volstrekt, geen spijt." zeide de oude mevrouw
zachtjes, poe* over den rug strooiende. Soer-
re spon welbehagelijk op de schoot van zijne
vrouw. „Zij was zoo bescheiden en vriende
lijk en dankbaar men moest wel blijde zijn
zulk een lief persoontje in huis te hebben.
Zij kon zoo aandoenlijk vertellen van hare
droevige ondervindingen, dat men medelij
den moest hebben met dat jonge meisje, dat
reeds zooveel verdriet had gehad. Voorlezen
kan zij zoo mooi en met zooveel uitdrukking,
dat ik soms de tranen erbij in de oogen
krijg; diat wil ik wel bekennen.Het is een
genot mooie verhalen zoo goed te liooren
lezen. Het is alsof je daardoor boven het
platvloerscho van het dagelijksche bestaan
verheven wordt-. Daaraan heeft men soms
waarlijk wel behoefte. Zoo denk ik er al
thans over."
De oude dame haalde haar batisten zak
doekje te voorschijn en droogde ook nu een
paar tranen die aan hare zwakke oogen ontr
rold waren.
„En is zij nu zoo geheel veranderd?" vroeg
Ruth.
^.Veranderd? Dat eigeulijk niet, maar..."
„Maar de tantes houden toch niet meer
zoo veel van baar?
Een ernstige uitdrukking, die als een wolk
liet anders vriendelijke gelaat van taai te
Anna. verduisterde, scheen te verkondigen
dat men nu juist aan de gevoelige snaar had
geraakt. Zeer langzaam antwoordde zij
„Er steekt geen kwaad achter Ada dat
kan ik ten minste iret denken. Maar, zie je,
het is toch waar, dat men de belangen van
zijne bloedverwanten meer en zwaarder mag
tellen dan die van. vreemden."
„Zijne bloedverwanten
Ruth ljegreep er niets van.
„Ja, zij bedoelt- Karl Edwin."
Die naam werd het jonge meisje door tan
te Sigfrid geheimzinnig toegefluisterd. „Hij
is een poos geleden thuis, bij zijne ouders
op Tegeholm geweest en toen kwam hijj dik
wijls in de stad om bezoeken af te leggen.
Hij hoopt tegen dem herfst hier bij het Ge
rechtshof geplaatst te worden. Natuurlijk
kwam hij bij die gelegenheid ook dikwijls bij
ons."
„En beviel juffrouw Ada hem niet?" vroeg
Ruth.
Uit de zonderlinge blikken der oude dames
begreep zij dat- die opmerking aan 't verkeerde
kantoor gekomen was, en lachend zeide zij
„O beviel zij hem wèl?"
Maar nu werdeni de aangezichten harer tan
tes nog stroever.
„Zoover hoop ik niet dat het gekomen is."
hernam tante Sigrid scherp. „Trouwens zij
zou er niets tegen hebben gehadzooveel was
duidelijk. Ik vrees dat hij' dit evenzoo goed
gezien heeft als wij. Als hij binuen kwam,
schitterden hare oogem. Van die terughouding,
zooals jij die straks noemde, was dan ten
minste niets te bespeuren. Men weet nooit
hoever zulke meisjes, die in den: smaak der
heereu vallen, kunnen gaan. En daarom... wij
meenden; het niet tegenover ziju ouders te
kunnen verantwoorden... want zij; is indets
voor hem, dat begrijp je. Geone beschaafde
opvoeding... en dan zoo alles bij elkaar
Het zou vrqpselijk geweest zijn als hij in' ons
buis zijn ongeluk in de armem geloopen was'
Daarom moest er op eene verstandige manier
verandering in worden gebracht. "Wijl hebben
haar tegen den herfst uit de betrekking bij
ons ontslagen. Om het niet- kwetsend voor
haar te maken, hebben wij gezegd dat wij
plan hebben de stad uit te gaan en bij vrieu-
den en bloedverwanten te gaan logeeren. Dat
zullen wij ook doen, al is 't maar voor enkele
dagen. Want liegen willen wijl nietdat mag
niet. Toch schijnt zijl te vermoeden wat de
eigenlijke reden is, want zij' loopt nu; rond
met een gezicht alsof zij liever vandaag in 't
water zou willen springen dan morgen. Wij
doen natuurlijk ons best om haar aan eene
andere betrekking te helpen, die voor haar ge.
schikt isliefst ver van hier, dat spreekt. Als
het ons ndet gelukt, zullen wij; haar met een
paar maanden salaris naar Stockholm sturen.
Wij hopen er int-usschen het beste van. Het
samenzijn is onder zulke omstandigheden alles
behalve opwekkend, en uru zul je zeker kun
nen begrijpen, hoe dubbe Iwelkom je bezoek
ons is. Jammer aat je niet nog een paar weken
vroeger gekomen bent, toen Karl Edwin hier
was. Dan had die opzegging uit- hare betrek
king misschien niet behoeven plaats te heb
ben."
Deze vleiende toespie ling, waaraan door
knikjes en glimlachjes nog te meer nadruk
gegeven werd. viel niet in goede aarde. Door
het- jonge meisje weid er enkel met een zacht
hoofdschudden en een spotziek lachje op ge
antwoord. Tante Anna scheen dit te vatten.
„O, het- zou toen toch ook al ite laat zijn
geweest," zeide zij. „Het is nu eenmaal te
laat voor iedereen, behalve voor een zeker
iemand, die ook1 gaarne je lieve gezichtje van
nabij ziet. Niet waar, Ruth?"
Een licht blosje kleurde de wangen der
jonge dame; zij antwoordde niet bijzonder
vriendelijk
„Hoe kunt u dat weten, tante?"
Maar de beide oude dames begonnen harte
lijk te lachen.
„De vogeltjes hebben ervan gezongen," zei
tante Sigrid 9chalks. Maar het verder door
gaan op dit onderwerp werd belet door eene
waarschuwende beweging van tante Anna,
die uit het raam had gekeken en nu weder
ijverig aan het borduren ging. De kiezel
steentjes van het tuinpad kraakten onder
den druk van lichte voetstappen, en Ruth
monsterde nu met meer oplettendheid dan
straks de juffrouw van gezelschap, die, tel
kens buigende om onder de overhangende
boomtakken door te komen, naderde met
een theeblad, waarop eenige versnaperingen
stonden. Die buigende beweging liet haar
lenige figuur zeker voordoe lig uitkomen.
Het eenvoudig grijze kleedje, zonder eenige
versiering dan eon zWart fluweelen lintje om
den hals. versterkte nog den indruk van een
stil, bescheiden, voorkomend persoontje. Het
donkere hoofd weid in een bevallige houding
gedragen door den eenigszins gebogen hals,
en het gelaat met- zijn eigenaardige matte
tint was aangenaam om aan te zien, ondanks
de tamelijk onregelmatige trekken en het
gemi9 aan kleur. Haar bruine oogen, met de
lange zijden wimpers, gaven licht en leven
aan het geheel, wanneer zij soms opflikker
den. Doch dit gebeurde, vooral in den laat-
sten tijd, zeer zelden: zij werden langzaam
op en ook weder neergeslagen en bleven
nooit lang in de oogen van anderen zien.
Rutli vroeg zich verwonderd af waarin
hare aantrekkingskracht gelegen mocht zijn?
Eiji viel in den smaak der heeren, hadden de
tantes gezegd en daarom was men bang voor
haar. Toch zou dit gemakkelijker te vorkla
ren zijn geweest van cone die er wat meer
piquant had uitgezien Zij; zag er wol niet
onaardig uit en misschien was zij ook wel
lief, maar mooi of piquant kon men haar
onmogelijk noemen.
„Komt u niet een poosje bij ons zitten,
jufffrouwi Ada?" vroeg de oude mevrouw
vriendelijk, toen het jonge meisje het blad
op de tafel had neergezet.
Mevrouw was wel goed, maar zaji moest
bedanken or was in huis nog iets te doen
waar zij bij moest wezen. En toen verdween
zij weer even atil en buigende voor de tak
ken, als zij gekomen was.
De zwarte kater was van den schoot zijner
vrouw gesprongen, en gedurende het oogen
blikje dat Ada voor de tafel stond! om de
glazen neer te zetten, bleef Soerre haar met
uoogen rug door zijne gele oogen zitten aan
kijken. De kater verwachtte blijkbaar iets
van haar. Toon zij geen notitie van hem
nam en zonder een enkele liefkoozing den
koepel uitging, was dit een tegenvaller.
Eventjes keek hij haar na toon ziji over het
kiezelpad naar huis ging; toen nam hij een
kloek besluit en Was met een paar sprongen
bij zijne vriendin.
Word* vervolgd.