SS'. 353.
3d" Jaargang.
Maandag 26 |uni 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden Yoor Amersfoort f 1.85.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevefs: VALKHOFF 6 C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJ8 DER ADYERTENTIÈN:
f 0.75.
- 0.15.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf beman voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eenu
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan kendie met I Juli
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
-Gezien de missive van den heer kolonel-mili
tie-commissaris in de provincie Utrecht, dd. 23
Juni 1905, no. 35, en art. 130 der Mi li tie wet
1901
Doen te weten, dat de verlofganger Jan
Versteeg, van het 8e regiment infanterie der
lichting 1898, op Vrijdag den zevenden Juli
1905, des voormiddags ten tien uur, in het
Militair 'Logement, Lange Niemvstraat te
Utrecht, gekleed in uniform en voorzien van
ile kleeding- en uitrustingstukken, hem bij ver
trek met .groot verlof medegegeven, van zijn
zakboekje en verlofpas, ter tta-inspectie
voor den gemelden militie-commissaris moet
verschijnen
De aandacht van gemelden verlofganger
wordt gevestigd op art. 131 der Militiewet 1901,
hetwelk o. m. bepaalt, dat de verlofganger, die
niet overeenkomstig art. 130 der gemelde wet
voor den militie commissaris verschijnt, in wer-
kelijken dienst wordt geroepen en daarin ge
durende ten hoogste drie maanden gehouden.
Amersfoort, den 24. Juni 1905.
'Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
WUUTIERS.
De Secretaris,
J. G. .STBMFEiRT KROESE.
De 'Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door E. 'Beem ingediend verzoek, met 'bijlagen,
om vergunning tot het oprichten van eene paar-
denslachterij, in het perceel, alhier gelegen aan
de Arnhemschestraat 12, bij het kadaster be
kend in sectie E, no. 1708, op d eSecretarie der
gemeente ter visie ligt en dat op Donderdag,
den 6den Juli 1905, des voormiddags te half elf
uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt- gegeven
om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van een of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te brengen.
Amersfoort, den 24. Juni 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
WIUlJIUiBRS.
De Secretaris,
J. G. 3TEIN1FERT KROESE.
De Burgemeester en Wethouders van Ajners-
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door -A. J. Boode ingediend verzoek, met bijla
gen, om vergunning tot het oprichten van
eene bewaarplaats van 'benzine, in het per
ceel, alhier (gelegen aan de Kampstraat no.
43, 'biji hét kadaster bekend in sectie E, no.
3260, op de Secretarie der gemeente ter
visie ligt en dat op Donderdagden 6den
Juli 1905, des voormiddags te half elf
uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven
om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van een of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te brengen.
Amersfoort, den 24. Juni 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De 'Burgemeester,
WUIJTTERS.
De Secretaris,
J. G. gEBNFBRT KiROBaE.
Politiek Overzicht
De crisis in Hongarije.
Het kabinet-Fejervary heeft zijne eerste
ontmoeting met den rijksdag gehad, die
voorshands niet door eene tweede zal worden
gevolgd, want het eerste werk van het nieuwe
kabinet is geweest aan de Kamer een konink
lijk besluit mede te deelen, waarbij de zit
tingen van den rijksdag verdaagd worden tot
15 September. Dat besluit moet geëerbiedigd
worden, maar alvorens naar huis te gaan,
heeft de rijksdag een parthenrpij 1 afgeschoten,
die de regeering zeer gevoelig treft.
Dit is geschied in een besluit zoo vijandig
als misschien nog tegen geen enkele regee-
ring is genomen. Daarin wordt kennis ge
nomen van het verdagingabeeluit, dat is door
gezonden aan het magnatenhuis, waar het
eveneens met een votum vau wantrouwen is
beantwoord. Maar tevens wordt verklaard,
dat dit besluit eene blijkbare schending van
de rechten der volksvertegenwoordiging is en
in strijd is met de grondwet. Het verdere
aanblijven van het kabinet aan de regeering
wordt eveneens anti-constitutioneel genoemd,
omdat het ministerie zich tegen den wil van
de natie heeft verzet. Er wordt verklaard,
dat de regeering niet gerechtigd is belastin
gen te heffen en militieplichtigen voor de
eerste maal onder de wapenen te roepen,
evenmin reservemanschappen op te roepen of
de dienstplichtigen bij de regimenten in
dienst te houden. "Verder wordt geconstateerd,
dat de regeering geen© onderhandelingen
over verdragen met vreemde staten mag aan-
knoopen, zonder zich aan eene schending van
de grondwet schuldig te maken, en eindelijk
wordt verklaard, dat, nu aan den rijksdag
door de verdaging de mogelijkheid benomen
is bijdragen toe te staan voor de rijksuitgaven,
die Oostenrijk en Hongarije gemeenschappe
lijk hebben te dragen, de vaststelling van
het quotum (de maatstaf, waarnaar die
uitgaven door de beide landen zullen worden
gedragen) in strijd is met het recht en met
de grondwet eui dat alle gevolgen van die
handelingen op het ministerie zouden neer
komen.
En om de daad bij het woord te voegen,
is een uitdrukkelijk verbod uitgevaardigd
aan de gemeentebesturen., om hunne mede
werking te verleeneu tot het innen van de
belastingen eu tot het onder de wapenen roe
pen van dienstplichtigen, zoolang het kabi-
net-Fejervary aan het bewind is. Derhalve
bevindt zich geheel Hongarije thans in een
toestand van passief verzet, dat zich direct
richt tegen het niet uit de meerderheid van
het parlement voortgekomen kabinet-Fejer-
vary, doch indirect tegen de Kroon zelve.
Wat is hier het geschilpunt, dat een zoo
verbitterden strijd uitlokt? Het zal in de
schatting van de strijdende partijen zeker
eene groote beteekenis hebben. Aan hen, die
buiten den strijd staan, komt het echter ver
bazend klein voor. Het i9 de commandotaal
in het Hongaarsche gedeelte van het gemeen
schappelijke leger, dat het strijdpunt uit
maakt. Dat is slechts een gering onderdeel
van eene gansclie reeks vorderingen, die van
Hongaarsche zijde zijn gesteld en voor verre
weg het grootste gedeelte reeds toegestaan
zijn. In de Neue Freie Press© wordt getuigd,
dat de Kroon eene groote lijdzaamheid tegen
over de politieke overtuiging van de meer
derheid van den rijksdag heeft aan den dag
gelegd. Zij schrijft
„Wat ligt er nog tusschen de Kroon en
de coalitie? Na de verkiezingen is de nieuwe
meerderheid terstond als zoodanig erkend,
en hare leiders hadden de vrijheid eene re
geering te vormen, die het land naar hare
beginselen zou hebben bestuurd. Alle vroe
gere militaire beloften-, d€ nationale oplei
ding in de middelbare scholen, de indeeling
van de officieren naar het staatsburgerschap,
de verandering van de vlaggen en emblemen,
de concessie van een bijzonder militair lied
in plaats van het „Gott erhalte", de invoe
ring van de Hongaarsche taal bij dQ mili
taire strafprocedure, al deze toezeggingen
werden gehandhaafd en vernieuwd. Van de
verplichting der nieuwe regeering om het
tusschen de ministers van Koerber en von
Szell overeengekomen vergelijk in het parle
ment te verdedigen, was in de onderhande
lingen over de samenstelling van een kabi
net nooit sprake en wordt ook in den brief,
die aan het ministerie-Fe jervary de regeer-
taak opdraagt, niet gesproken. Integendeel!
Daarin zou aan de meerderheid volle vrij-
hcid gelaten worden, eu alleen de comman
dotaal scheidt thans de Kroon van de coa
litie."
Eerst in den laatsten tijd heeft de kwestie
van de commandotaal beteekenis gekregen.
Vroeger was do splitsing vau de tolgemeen-
schap tusschen Oostenrijk en Hongarije het
stokpaardje, dat de Hongaarsche opposit'e
bij voorkeur bereed. Nu behoeft dat niet
meer; de Kroon heeft haar verzet daartegen
prijs gegeven; wanneer Hongarije wil, dan
kan het de economische afscheiding van Oos
tenrijk krijgen. Nu is plotseling de Hongaar
sche commandotaal het. shibboleth der Hon
garen geworden. De Kroon is in hare con-
cessiën op militair gebied zoo ver gegaan als
zij maar eenigszins meende te kunnen gaan;
maar op dat ééue punt wil zij niet wijken.
Zij wil zich van hare souvereine rechten op
het leger niet ontdoen; zij vreest, dat op
de weg, waarop de Hongaren haar willen
dringen, een deel van het Oostenrijksch-Hon-
gaarsche leger ten slotte niets anders zal
worden dan een aan de bevelen van het
Hongaarsche parlement gehoorzamend rnili-
tieleger en dat zelfs met het souvereine gezag
over dat deel van het leger ook de heer
schappij over de Hongaarsche rijkshelft voor
haar verloren zou kunnen gaan.
Inderdaad, daarop schijnt deze strijd ten
slotte te zullen uitloopen. De constitutioneele
strijd tusschen Kroon en rijksdag is niet
het eeuige waarom 't hier gaat. Daarnaast
staat nog iets anders op het spel. Toen baron
Banffy, namens de meerderheid van den rijks
dag, zijne oorlogsverklaring tegen het kabi-
net-Fejervary toelichtte, werd die door een
deel van de onafhankelijkheidspartij onder
streept met den kreet„Leve Noorwegen
Het voorbeeld van Noorwegen, dat de unie
met Zweden heeft verbroken, komt aan die
elementen van. de meerderheid voor een voor
beeld te zijn, dat hen tot navolging moet
opwekken. En de scheiding tusschen Oos
tenrijk en Hongarije hangt zoo lang reeds
in de lucht, dat liet niet onmogelijk zou
zijn, als de strijd, die thans in Hongarije ge
voerd wordt, ten slotte leidde tot losmaking
van den band tusschen de beide deelen van
de monarchie Oostenrijk-Hongarije, die laat
stelijk in 18C7 geregeld is.
Frankrijk.
Parijs, 24 Juni. De Temps verneemt uit
Berlijn, dat de nota van Bouvier in de offi-
c'eele kringen wordt opgevat als eene weige
ring, echter met de beperking, lat de d .«r
niet gesloten is voor discussie.
In haar politiek overzicht noemt de Temps
de taak van de Fiansche regeering moeielijl:
maar niet onmogelijk.
De Petit Parisien meldt, dat Rouvier het
noodig acht, de mogendheden over de onder
handelingen tusschen Duitschland en Frank
rijk op de hoogte te houden, omdat zij niet
alleen drie of vier staten, maar geheel
Europa en de Vereenigde Staten aangaan.
Hij heeft daarom aan de Fransehe gezanten
in een aantal staten opgedragen, de nota van
21 Juni aan de regeeringen, bij welke zij ge-
accred'teerd zijn, mede te deelen. Deze mede-
deeling, zegt het blad, is geschied, en het is
wel on noodig het belang van deze handel
wijze in het licht te stellen, omdat zoodoende
de gedachten wisseling uitgebreid en voorbe
reid wordt voor een internationaal overleg.
Officieus verzekert men te Berlijn, dab dit
ook geheel in den geest van de Duiteche re
geering gehandeld is.
Zweden en Noorwegen.
Do Vossische Ztg. bericht uit Stockholm,
dat het Noorweegsche aanbot, om een prins
uit het huis Bernadotte tot Koning van
Noorwegen te benoemen, algemeen eene koele
ontvangst vindt, omdat men dit slechts be
schouwt als een schaak zet om Noorwegen de
sympathie van Europa te verwerven, en om
dat men aanneemt, dat de overgang van
Noorwegen tot de republiek de kiem tot bin-
nenlandscho partijtwisten in zich zou bevat
ten. Daarbij zou een Bernadotte op den Noor
wee gschen troon Zweden nopen Noorwegen
te ontzien, en men is vrij algemeen van oor
deel, dat de tijd daarvoor nu verstreken is,
vooral omdat iets dergelijks van Noorweeg
sche zijde ook dan niet is te verwachten, als
daar een Bernadotte koning mocht worden.
De storthing zou den eigen Koning niet meer
invloed toestaan dan vroeger den Uniekoning.
De rijksdag heeft besloten de voorstel
len van de regeering nopens de regeling van
de betrekkingen tusschen Zweden en Noor
wegen te verzenden naar eene commissie van
24 leden, waarvan elke der beide Kamers de
helft zal benoemen. Het eerste debat over
deze zaak zal Dinsdag plaats hebben, op
we'ken dat-urn de commissie zal worden be
noemd.
De stemnr'ng jegens de regocring wordt
blijkbaar ongunstiger. Alle invloedrijke raor-
geubladen te Stockholm constateeren de groo
te ontevredenheid, die heerscht over de
zwakheid en besluiteloosheid, die aan de re
geering worden verweten. Men acht het waar
schijnlijk, dat de voordracht tot regeling van
de gevolgen de ontbinding van de unie zal
worden verworpen en dat daarna de regee
ring zal aftreden. Overal verlaingt men eene
krachtige regeering. die op Zweden's belang
en veiligheid bedacht is. De klimmende on
tevredenheid wordt gevoed door de rond
gaande geruchten, dat er aan het hof ge
neigdheid bestaat voor de candidatuur van
een der prinsen voor den troon van Noor
wegen.
■talie.
Rome, 24 Juni. De Kamer zet de beraad
slaging voort over de militaire uitgaven over
het dienstjaar 1904/5. Dc minister van oorlog
wijst op de noodzakelijkheid van nieuwe of
fers, ten einde de verdedigbaarheid van het
land te verzekeren. Wat het voorstel betreft
tot benoeming van eene parlementaire com
missie, belast met het onderzoek naar le
legerorganisatic. verklaat de minister dat de
regeering dit voorstel niet kan aanuemen
Vorschiller.de motiën van orde worden voor
gesteld en toegelicht. Minister Fortos ver
klaart dat hij de redenen niet wetischt uitem
te zetten, die de regeering er toe leiden, dat
het voorstel tot benoeming van eene commissie
voor haar onaannemelijk is.
De Kamer neemt eindelijk het artikel '0
treffende de militaire uitgave» aan, waarna
de zitting gesloten wordt.
Spanje.
Madrid, 24 Juni. De Staatscourant publi
ceert heden het besluit, waarbij de zitting
van de Cortes gesloten wordt.
Hongarije.
Minister-president baron Fejervary heeft te
Bduek a/d Leitha den Keizer-Komng een ver
zoek om ontslag van het geheel© kabinet aan-
geboden. De monarch verklaarde echter, dat.
hij het ontslag tndet kon aannemen on do
ministers niet van hun ambt kon ontheffen.
De officieu9e Magyar Nemzet schrijft naar
aanleiding van de door de beide huizen beslo
ten votums van wantrouwen, dat de regee
ring voornemens is eene gedragslijn te volgen,
die geheel aan de grondwet beantwoordt.
In den ministerraad is het besluit geno
men, de van Oostenrijk ontvangen uitnoodi-
ging tot deelneming aan de onderhandelingen
over nieuwe handelsverdragen, in dien zin te
■beantwoorden, dat de Hamgaarsche regoeriug
voor 't oogenblik buiten staat is, zulke onde*"-
liandelingen te beginnen.
Rusland.
Petersburg26 Juni. Tegenover de onjuiste
uitleggingen van de rede van den Czaar aan
do vertegenwoordigers der zemstwo's, ver
klaart het Petersburgsche telegraafagentsehap,
dat de Czaar vasthoudt aan de noodzakelijk
heid van de invoering van eene consultatieve
vertegenwoordiging, die beantwoordt aan de
d or de vertegenwoordigers van de zemstwo's
uitgedrukte behoeften van het land. Er is
echter geen sprake van eene algeheele om
keering van de staatsorde.
Petersburg, 24 Juni. (Petersburgsch tele
graaf agentschap). De in buitenlandsolio bla
den voorkomende berichten over een ernstige
ziekte van den minister van buiten 1 andsdhe
zaken Lamsdorff missen allen grond. De
minister neemt geregeld zijne functiën waar.
Petersburg, 24 Juni. (Petersburgsch tele-
gi aaf-agentachap). Den 21en Juni heeft de
Kc-izer het door het minister-oom'té uitge
bracht© advies over eene lieraeuing der Jo-
dtuwetton bekrachtigd. Het minister-comité
was van meening, dat van een regeerings-
standpunt uit de juiste oplossing van de
Joden-quaestie gevonden zou moeten worden
in eene volkomen gelijkstelling der Israëlie
ten met. de overige bevolking van Rusland.
Do sociale- en de ras-eigenaardigheden van
de Joder. echter maakte eene andere oplos-
sin? noodzakelijk, omdat de gelijkstelling in
rechten van de Israëlieten de belangen van
dc overige bevolking zou schaden en daar
door ongeweuschte uitbarstingen van onte
vredenheid konden worden verwekt. Daarom
had het minister-comité besloten de herzie
ning dei Jodenwetteu over te laten aan dc
vergadering van afgevaardigden, die zal wor
den bijeengeroepen, maar ter voorbereiding
daarvan eene buiten de regeering staande
conferentie bijeen te roepen, waarvan de le
den gedeeltelijk dooi' den Ozaar benoemd zul
len worden eu gedeeltelijk zullen bestaan uit
vertegenwoordigers der autoriteiten.
De Nowosti verneemt, dat de minister
van financiën hot plan van eene nieuwe bin
nenlandse he leaning beraamt en daarover on
derhandelt met vertegenwoordigers van Pe
tersburgsche bankiersfirma's.
De Russ, die scherp tegen do bureaucratie
6 ROMAN VAN
ANNA WAHLENBERG.
Op weg van het tafeltje bij het raam naar
de ontbijttafel, waren zij1 middeni in de kamer
stil blijven staan, en daar stonden zijl als aan
den grond gespijkerd. Maar geen van beide
zeide een woord, en toen zijl ten laatste hare
plaatsen aan tafel hadden ingenomen1, veins
den zij1 niets buitengewoons te hebben gezien
of gehoord. Zij aten en babbelden zooals an
ders. Eerst toen de maaltijd bijtje. afgeloopeu
was, maakte tante Sigrid, op een toon alsof
haar dit nu juist inviel, de opmerking:
„Zoo, lieve Ruth, heb je gisteren nog zoo
laat buiten gezeten?"
Dat Ada bij haar geweest was had zij een
voudig niet gehoord.
„Ja tante. Het was nog zoo mooi in den
tuin en wij waren zoo aan het praten geraakt,
dat wij vergeten hadden hoe laat het. gewor
den was," antwoordde Ruth.
„Weer een van je vreemde invallen, kind
lief."
En toen zweeg de oudie juffrouw en me
vrouw zweeg ook. Zij waren te beleefd 0111
tegen haar gast. roniduit te zeggen, wat. zij
dachten. Maar haar toon tegenover de „juf
frouw" werd nog een paar gradeni koeler dan.
die geweest, wasen opzettelijk vermeden zij
het Ada's naam te noemen; dit was haar pro
test tegen die ongepaste vertrouwelijkheid van.
haar nachtje met juffrouw Sundéll.
Maar Ruth liet zich niet zoo gemakkelijk
van de wijs brengen als zij eenmaal beslist
had welken toon zij wilde aanslaan. Zonder
hare tantes te veronachtzamen., sprak zij ge
woon met Ada als het zoo. uitkwam en wan
neer de oude dames 11a het eten gingen rusten
en des avonds, wanneer men elkander goeden
nacht had gezegd, wandelden de rtwee jonge
meisjes de tuinpaden op eni neer, of zaten
samoni op de tuinbank te praten, met de hoof
den tegen den met wingerd bedekten muur.
Waarover zij dan spraken? Och. altijd' en
altijd weer over het oude en altijd weer
nieuwe onderwerp. Ada doorleefde opnieuw de
eerste dagen van hare liefdé; zij. ontmoette
hem, die heur hart. gewonmieu had weder en
genoot van zijn aanblik, evenals toen elk door
hem gesproken woord voor haar géwordén
was een uitgestrooide zaadkorrel, die dam in
de eenzaamheid wortel schoot, groeide, knop
te en bloemen voortbracht.
Zij kon het niet laten telkens en telkens
er wear aan te denken hoe het- had kunnen
geweest zijn, als zij elkander cp déze
andere plaats hadden ontmoet; of als zij
niet de „juffrouw" geweest was, maar in zijn
kring had tehuis behoordals zij hem dan
had mogen antwoorden eu in de oogen had
mogen zien op de wijze waartoe 't hart haar
gedrongen had, maar die zij begreep dat voor
haar thans verboden was. Dan zoude hij' mis-
sch;eu ook op haar hebben gelet. Eens, toeni
zij :n den tuin wandelden', had hij een helio
trope geplukt en die aan haar gegeven. Die
paste juist bij haa.r, had hij gezegddie ge
leek op haai-. Eni daarbij had hij eene uit
drukking in zijne oogen gehad, in die trouwe
goed© oogen, die scheen te zeggen dat hij
veel hield van het eenvoudige bloempje.
Maar dat zou hij natuurlijk spoedig verge
ten hebben. Wat in de schaduw! van anderen
verborgen leeft, ziet men niet moer; men
wordt er door niets aan herinnerd en dan
vergeet men het gemakkelijk. Maar zij had
dat geschenk van hem niet. vergeten. Zij had
de bloem tusschen de bladen van een gebe
denboek, dat van hare moeder geweest was,
in gelegd; en eiken avond legde zij die als
leeeteeken bij 't gebed, als zij t gelezen had.
Het was een kort maar innig gebed, om vre
de en een dankbaar tevreden hart, en in
den laatsten tijd had zij geen enkelen avond
verzuimd het te bidden. Maar wat. hielp het.
haarVerhooring van die bede had zij
niet mogen vinden.
Br lag iets aantrekkelijks in die droeve
klachten/ der alleen-staande. Ruth werd nooit
moe naar Haar te luisteren. Eni als zij zweeg,
zaten de meisjes vaak nog hand in hand, ieder
verdiept in hare eigen gedachten!.
„Ada," begon Ruth eeus aarzelende, alsof
zij er lang over gedachit. had wat zij zeggen
wilde, en ook .nu nog niet goed wist, hoe zij
hare vraag moest doen, „denk je niet- dat je
later, dat je ooit iemand anders zou kunnen
liefhebben
Ada snikte. „Hoe kun je dat vragen..."
„Ik bedoel niet zoo heel spoedig. Ik bedoe1
later, over eenige jaren."
„Hoe zou ik dat kunnen? Er is geen tweede
zooals hij."
Ruth was voldaan. Ddt antwoord stemde
overeen met haar eigen' gevoelens.
„Zoo zou liet mij ook gaan," zeide zij, na
even te hebben gezwegen. „Alw ik van iemand
innig veel hield dan zou 'k, al gaf hij ook
niets om mijl, toch nooit aan een. amier met
liefde kumtnen denken. Ik geloof dat men niét
meer dan eenmaal in zijn leven waarlijk kan
beminnen."
Hare stem klonk zoo helder eu ernstig,
bijna plechtig bij die woorden, dat Ada, hoe
vervuld zij ook van hare eigene gedachten
was, toch niet kon nalaten haar oplettend en
onderzoekend aan te zien.
Zij was verbleekt. Dhe gedachte had haar
zoo hevig ontroerd, dat daarbij al het bloed
haar naar liet hart. was gestroomd. Zoude zij
missch'en ook haar geheimen hebbem, dat haar
dag en nacht bezig hield? Maar Ada durfde
niet vragen Al was zij nog jong en zeker
was zij jonger dan Ada zelf had hare
vriendin toch iets in haar wezen dat haar
ontzag inboezemde. Zonder hare toestem
ming mocht men haar niet naderen.
Toen Ruth nu verder niets meer zeide
over haar eigen gemoedsleven, gleed het ge
sprek vanzelf weder in het spoor van Ada's
geschiedenis. Deze sprak over haar treurig
bestaan op een toon alsof zij niet wist hoe
zij dit. verder zou kunnen voorts)eepen. Ter
wijl de wimpers half dicht vielen over de
tranen, die haar voortdurend opnieuw in de
oogen kwamen en dan ongemerkt over de
wangen rolden, fluisterde zij over de hoop,
die zij' gekoesterd had, vóór de komst van
Rut-h. Reeds verscheidene avonden was zij
's avonds in haar dun grijs kleedje den tuin
ingegaan, hopende dat de nachtelijke kou
haar gestel ten laatste zou benadeelendat
die hare borst zou ziek maken en haar hel
pen zou om ten laatste niets meer te gevoe
len. Maar nu trok Ruth haar dichter naar
zich toe en nu was zij het die sprak.
Waarom zoo wtanhopig? Was het dan zoo
iets ergs te beminnen zonder wederkeerig te
worden bemind? Zij. vond het veel, veel erger
zoo koel en koud rond te loopen. zonder
ooit eenige ontroering des harten te bespeu
ren. Bovendien waren er nog zoovele andere
dingen iu de wereld waarin men belang kon
stellen. Zij zou dit zelf ondervinden, als zij
maar goed 0111 zich heen zag.
Langzamerhand hielden Ada's tranen op
te vlooien. Met eone rilling eu een wantrou
wenden blik sag zij het jonge meisje aan,
dat daar zoo verstandig redeneerde. Wat
wilde zij toch? Dacht zij, dat Ada. zich zou
tevreden stellen met de grijze alled'aagsch-
heid, die zij zoolang als zij denken kon, al
tijd zoover mogelijk had teruggedrongen?
Zij had als kind reeds gesmacht en zij
smachtte ook nu nog naar tecderheid,
naai* handen die haar liefkoozend streelden,
naar goede, vriendelijke woordjes, die haar
werden toegefluisterd.
Het was mogelijk dat nooit iets van dit
alles haar deel zx>u zijn; maar zich met min
der tevreden stellen dat kon zij niet
Stil en onbewegelijk bleef zij een poos
zitten.
„Beu ik dan volstrekt niets voor je, Ada?"
vroeg nii de heldere stem die straks gespro-
keu had, weder; maar thans klonk daarin
een zachter, wanner toon. En die klank
bracht een ommekeer in Ada's gemoedsstem
ming, zooals do wind die in de zeilen blaast
een schip laat wenden. Hoe had zij daareven
die groote, geheel onverwachte teederlieid
kunnen vergeten, die haar tot troost had
willen zijn in hare droefheid? Zij was zoo
veel genegenheid onwaardig En onder eene
opwelling van berouw en zelfverwijt, bukte
zij, zich voorover en drukte haar betraand
aangezicht tegen den arm van hare beste,
hare eenige vriendin, terwijl zij fluisterde:
„Ja. als ik jou eiken dag mocht zien en
spreken, dan golcof ik niet dat het leven
voor mij zoo moeilijk wezen zou."
Wordt vervolgd.