SS'. 353. 3d" Jaargang. Maandag 26 |uni 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden Yoor Amersfoort f 1.85. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevefs: VALKHOFF 6 C<>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADYERTENTIÈN: f 0.75. - 0.15. Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf beman voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eenu circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan kendie met I Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amers foort -Gezien de missive van den heer kolonel-mili tie-commissaris in de provincie Utrecht, dd. 23 Juni 1905, no. 35, en art. 130 der Mi li tie wet 1901 Doen te weten, dat de verlofganger Jan Versteeg, van het 8e regiment infanterie der lichting 1898, op Vrijdag den zevenden Juli 1905, des voormiddags ten tien uur, in het Militair 'Logement, Lange Niemvstraat te Utrecht, gekleed in uniform en voorzien van ile kleeding- en uitrustingstukken, hem bij ver trek met .groot verlof medegegeven, van zijn zakboekje en verlofpas, ter tta-inspectie voor den gemelden militie-commissaris moet verschijnen De aandacht van gemelden verlofganger wordt gevestigd op art. 131 der Militiewet 1901, hetwelk o. m. bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeenkomstig art. 130 der gemelde wet voor den militie commissaris verschijnt, in wer- kelijken dienst wordt geroepen en daarin ge durende ten hoogste drie maanden gehouden. Amersfoort, den 24. Juni 1905. 'Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, WUUTIERS. De Secretaris, J. G. .STBMFEiRT KROESE. De 'Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter kennis van het publiek, dat een door E. 'Beem ingediend verzoek, met 'bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene paar- denslachterij, in het perceel, alhier gelegen aan de Arnhemschestraat 12, bij het kadaster be kend in sectie E, no. 1708, op d eSecretarie der gemeente ter visie ligt en dat op Donderdag, den 6den Juli 1905, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt- gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, den 24. Juni 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, WIUlJIUiBRS. De Secretaris, J. G. 3TEIN1FERT KROESE. De Burgemeester en Wethouders van Ajners- foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter kennis van het publiek, dat een door -A. J. Boode ingediend verzoek, met bijla gen, om vergunning tot het oprichten van eene bewaarplaats van 'benzine, in het per ceel, alhier (gelegen aan de Kampstraat no. 43, 'biji hét kadaster bekend in sectie E, no. 3260, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt en dat op Donderdagden 6den Juli 1905, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, den 24. Juni 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd De 'Burgemeester, WUIJTTERS. De Secretaris, J. G. gEBNFBRT KiROBaE. Politiek Overzicht De crisis in Hongarije. Het kabinet-Fejervary heeft zijne eerste ontmoeting met den rijksdag gehad, die voorshands niet door eene tweede zal worden gevolgd, want het eerste werk van het nieuwe kabinet is geweest aan de Kamer een konink lijk besluit mede te deelen, waarbij de zit tingen van den rijksdag verdaagd worden tot 15 September. Dat besluit moet geëerbiedigd worden, maar alvorens naar huis te gaan, heeft de rijksdag een parthenrpij 1 afgeschoten, die de regeering zeer gevoelig treft. Dit is geschied in een besluit zoo vijandig als misschien nog tegen geen enkele regee- ring is genomen. Daarin wordt kennis ge nomen van het verdagingabeeluit, dat is door gezonden aan het magnatenhuis, waar het eveneens met een votum vau wantrouwen is beantwoord. Maar tevens wordt verklaard, dat dit besluit eene blijkbare schending van de rechten der volksvertegenwoordiging is en in strijd is met de grondwet. Het verdere aanblijven van het kabinet aan de regeering wordt eveneens anti-constitutioneel genoemd, omdat het ministerie zich tegen den wil van de natie heeft verzet. Er wordt verklaard, dat de regeering niet gerechtigd is belastin gen te heffen en militieplichtigen voor de eerste maal onder de wapenen te roepen, evenmin reservemanschappen op te roepen of de dienstplichtigen bij de regimenten in dienst te houden. "Verder wordt geconstateerd, dat de regeering geen© onderhandelingen over verdragen met vreemde staten mag aan- knoopen, zonder zich aan eene schending van de grondwet schuldig te maken, en eindelijk wordt verklaard, dat, nu aan den rijksdag door de verdaging de mogelijkheid benomen is bijdragen toe te staan voor de rijksuitgaven, die Oostenrijk en Hongarije gemeenschappe lijk hebben te dragen, de vaststelling van het quotum (de maatstaf, waarnaar die uitgaven door de beide landen zullen worden gedragen) in strijd is met het recht en met de grondwet eui dat alle gevolgen van die handelingen op het ministerie zouden neer komen. En om de daad bij het woord te voegen, is een uitdrukkelijk verbod uitgevaardigd aan de gemeentebesturen., om hunne mede werking te verleeneu tot het innen van de belastingen eu tot het onder de wapenen roe pen van dienstplichtigen, zoolang het kabi- net-Fejervary aan het bewind is. Derhalve bevindt zich geheel Hongarije thans in een toestand van passief verzet, dat zich direct richt tegen het niet uit de meerderheid van het parlement voortgekomen kabinet-Fejer- vary, doch indirect tegen de Kroon zelve. Wat is hier het geschilpunt, dat een zoo verbitterden strijd uitlokt? Het zal in de schatting van de strijdende partijen zeker eene groote beteekenis hebben. Aan hen, die buiten den strijd staan, komt het echter ver bazend klein voor. Het i9 de commandotaal in het Hongaarsche gedeelte van het gemeen schappelijke leger, dat het strijdpunt uit maakt. Dat is slechts een gering onderdeel van eene gansclie reeks vorderingen, die van Hongaarsche zijde zijn gesteld en voor verre weg het grootste gedeelte reeds toegestaan zijn. In de Neue Freie Press© wordt getuigd, dat de Kroon eene groote lijdzaamheid tegen over de politieke overtuiging van de meer derheid van den rijksdag heeft aan den dag gelegd. Zij schrijft „Wat ligt er nog tusschen de Kroon en de coalitie? Na de verkiezingen is de nieuwe meerderheid terstond als zoodanig erkend, en hare leiders hadden de vrijheid eene re geering te vormen, die het land naar hare beginselen zou hebben bestuurd. Alle vroe gere militaire beloften-, d€ nationale oplei ding in de middelbare scholen, de indeeling van de officieren naar het staatsburgerschap, de verandering van de vlaggen en emblemen, de concessie van een bijzonder militair lied in plaats van het „Gott erhalte", de invoe ring van de Hongaarsche taal bij dQ mili taire strafprocedure, al deze toezeggingen werden gehandhaafd en vernieuwd. Van de verplichting der nieuwe regeering om het tusschen de ministers van Koerber en von Szell overeengekomen vergelijk in het parle ment te verdedigen, was in de onderhande lingen over de samenstelling van een kabi net nooit sprake en wordt ook in den brief, die aan het ministerie-Fe jervary de regeer- taak opdraagt, niet gesproken. Integendeel! Daarin zou aan de meerderheid volle vrij- hcid gelaten worden, eu alleen de comman dotaal scheidt thans de Kroon van de coa litie." Eerst in den laatsten tijd heeft de kwestie van de commandotaal beteekenis gekregen. Vroeger was do splitsing vau de tolgemeen- schap tusschen Oostenrijk en Hongarije het stokpaardje, dat de Hongaarsche opposit'e bij voorkeur bereed. Nu behoeft dat niet meer; de Kroon heeft haar verzet daartegen prijs gegeven; wanneer Hongarije wil, dan kan het de economische afscheiding van Oos tenrijk krijgen. Nu is plotseling de Hongaar sche commandotaal het. shibboleth der Hon garen geworden. De Kroon is in hare con- cessiën op militair gebied zoo ver gegaan als zij maar eenigszins meende te kunnen gaan; maar op dat ééue punt wil zij niet wijken. Zij wil zich van hare souvereine rechten op het leger niet ontdoen; zij vreest, dat op de weg, waarop de Hongaren haar willen dringen, een deel van het Oostenrijksch-Hon- gaarsche leger ten slotte niets anders zal worden dan een aan de bevelen van het Hongaarsche parlement gehoorzamend rnili- tieleger en dat zelfs met het souvereine gezag over dat deel van het leger ook de heer schappij over de Hongaarsche rijkshelft voor haar verloren zou kunnen gaan. Inderdaad, daarop schijnt deze strijd ten slotte te zullen uitloopen. De constitutioneele strijd tusschen Kroon en rijksdag is niet het eeuige waarom 't hier gaat. Daarnaast staat nog iets anders op het spel. Toen baron Banffy, namens de meerderheid van den rijks dag, zijne oorlogsverklaring tegen het kabi- net-Fejervary toelichtte, werd die door een deel van de onafhankelijkheidspartij onder streept met den kreet„Leve Noorwegen Het voorbeeld van Noorwegen, dat de unie met Zweden heeft verbroken, komt aan die elementen van. de meerderheid voor een voor beeld te zijn, dat hen tot navolging moet opwekken. En de scheiding tusschen Oos tenrijk en Hongarije hangt zoo lang reeds in de lucht, dat liet niet onmogelijk zou zijn, als de strijd, die thans in Hongarije ge voerd wordt, ten slotte leidde tot losmaking van den band tusschen de beide deelen van de monarchie Oostenrijk-Hongarije, die laat stelijk in 18C7 geregeld is. Frankrijk. Parijs, 24 Juni. De Temps verneemt uit Berlijn, dat de nota van Bouvier in de offi- c'eele kringen wordt opgevat als eene weige ring, echter met de beperking, lat de d .«r niet gesloten is voor discussie. In haar politiek overzicht noemt de Temps de taak van de Fiansche regeering moeielijl: maar niet onmogelijk. De Petit Parisien meldt, dat Rouvier het noodig acht, de mogendheden over de onder handelingen tusschen Duitschland en Frank rijk op de hoogte te houden, omdat zij niet alleen drie of vier staten, maar geheel Europa en de Vereenigde Staten aangaan. Hij heeft daarom aan de Fransehe gezanten in een aantal staten opgedragen, de nota van 21 Juni aan de regeeringen, bij welke zij ge- accred'teerd zijn, mede te deelen. Deze mede- deeling, zegt het blad, is geschied, en het is wel on noodig het belang van deze handel wijze in het licht te stellen, omdat zoodoende de gedachten wisseling uitgebreid en voorbe reid wordt voor een internationaal overleg. Officieus verzekert men te Berlijn, dab dit ook geheel in den geest van de Duiteche re geering gehandeld is. Zweden en Noorwegen. Do Vossische Ztg. bericht uit Stockholm, dat het Noorweegsche aanbot, om een prins uit het huis Bernadotte tot Koning van Noorwegen te benoemen, algemeen eene koele ontvangst vindt, omdat men dit slechts be schouwt als een schaak zet om Noorwegen de sympathie van Europa te verwerven, en om dat men aanneemt, dat de overgang van Noorwegen tot de republiek de kiem tot bin- nenlandscho partijtwisten in zich zou bevat ten. Daarbij zou een Bernadotte op den Noor wee gschen troon Zweden nopen Noorwegen te ontzien, en men is vrij algemeen van oor deel, dat de tijd daarvoor nu verstreken is, vooral omdat iets dergelijks van Noorweeg sche zijde ook dan niet is te verwachten, als daar een Bernadotte koning mocht worden. De storthing zou den eigen Koning niet meer invloed toestaan dan vroeger den Uniekoning. De rijksdag heeft besloten de voorstel len van de regeering nopens de regeling van de betrekkingen tusschen Zweden en Noor wegen te verzenden naar eene commissie van 24 leden, waarvan elke der beide Kamers de helft zal benoemen. Het eerste debat over deze zaak zal Dinsdag plaats hebben, op we'ken dat-urn de commissie zal worden be noemd. De stemnr'ng jegens de regocring wordt blijkbaar ongunstiger. Alle invloedrijke raor- geubladen te Stockholm constateeren de groo te ontevredenheid, die heerscht over de zwakheid en besluiteloosheid, die aan de re geering worden verweten. Men acht het waar schijnlijk, dat de voordracht tot regeling van de gevolgen de ontbinding van de unie zal worden verworpen en dat daarna de regee ring zal aftreden. Overal verlaingt men eene krachtige regeering. die op Zweden's belang en veiligheid bedacht is. De klimmende on tevredenheid wordt gevoed door de rond gaande geruchten, dat er aan het hof ge neigdheid bestaat voor de candidatuur van een der prinsen voor den troon van Noor wegen. ■talie. Rome, 24 Juni. De Kamer zet de beraad slaging voort over de militaire uitgaven over het dienstjaar 1904/5. Dc minister van oorlog wijst op de noodzakelijkheid van nieuwe of fers, ten einde de verdedigbaarheid van het land te verzekeren. Wat het voorstel betreft tot benoeming van eene parlementaire com missie, belast met het onderzoek naar le legerorganisatic. verklaat de minister dat de regeering dit voorstel niet kan aanuemen Vorschiller.de motiën van orde worden voor gesteld en toegelicht. Minister Fortos ver klaart dat hij de redenen niet wetischt uitem te zetten, die de regeering er toe leiden, dat het voorstel tot benoeming van eene commissie voor haar onaannemelijk is. De Kamer neemt eindelijk het artikel '0 treffende de militaire uitgave» aan, waarna de zitting gesloten wordt. Spanje. Madrid, 24 Juni. De Staatscourant publi ceert heden het besluit, waarbij de zitting van de Cortes gesloten wordt. Hongarije. Minister-president baron Fejervary heeft te Bduek a/d Leitha den Keizer-Komng een ver zoek om ontslag van het geheel© kabinet aan- geboden. De monarch verklaarde echter, dat. hij het ontslag tndet kon aannemen on do ministers niet van hun ambt kon ontheffen. De officieu9e Magyar Nemzet schrijft naar aanleiding van de door de beide huizen beslo ten votums van wantrouwen, dat de regee ring voornemens is eene gedragslijn te volgen, die geheel aan de grondwet beantwoordt. In den ministerraad is het besluit geno men, de van Oostenrijk ontvangen uitnoodi- ging tot deelneming aan de onderhandelingen over nieuwe handelsverdragen, in dien zin te ■beantwoorden, dat de Hamgaarsche regoeriug voor 't oogenblik buiten staat is, zulke onde*"- liandelingen te beginnen. Rusland. Petersburg26 Juni. Tegenover de onjuiste uitleggingen van de rede van den Czaar aan do vertegenwoordigers der zemstwo's, ver klaart het Petersburgsche telegraafagentsehap, dat de Czaar vasthoudt aan de noodzakelijk heid van de invoering van eene consultatieve vertegenwoordiging, die beantwoordt aan de d or de vertegenwoordigers van de zemstwo's uitgedrukte behoeften van het land. Er is echter geen sprake van eene algeheele om keering van de staatsorde. Petersburg, 24 Juni. (Petersburgsch tele graaf agentschap). De in buitenlandsolio bla den voorkomende berichten over een ernstige ziekte van den minister van buiten 1 andsdhe zaken Lamsdorff missen allen grond. De minister neemt geregeld zijne functiën waar. Petersburg, 24 Juni. (Petersburgsch tele- gi aaf-agentachap). Den 21en Juni heeft de Kc-izer het door het minister-oom'té uitge bracht© advies over eene lieraeuing der Jo- dtuwetton bekrachtigd. Het minister-comité was van meening, dat van een regeerings- standpunt uit de juiste oplossing van de Joden-quaestie gevonden zou moeten worden in eene volkomen gelijkstelling der Israëlie ten met. de overige bevolking van Rusland. Do sociale- en de ras-eigenaardigheden van de Joder. echter maakte eene andere oplos- sin? noodzakelijk, omdat de gelijkstelling in rechten van de Israëlieten de belangen van dc overige bevolking zou schaden en daar door ongeweuschte uitbarstingen van onte vredenheid konden worden verwekt. Daarom had het minister-comité besloten de herzie ning dei Jodenwetteu over te laten aan dc vergadering van afgevaardigden, die zal wor den bijeengeroepen, maar ter voorbereiding daarvan eene buiten de regeering staande conferentie bijeen te roepen, waarvan de le den gedeeltelijk dooi' den Ozaar benoemd zul len worden eu gedeeltelijk zullen bestaan uit vertegenwoordigers der autoriteiten. De Nowosti verneemt, dat de minister van financiën hot plan van eene nieuwe bin nenlandse he leaning beraamt en daarover on derhandelt met vertegenwoordigers van Pe tersburgsche bankiersfirma's. De Russ, die scherp tegen do bureaucratie 6 ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Op weg van het tafeltje bij het raam naar de ontbijttafel, waren zij1 middeni in de kamer stil blijven staan, en daar stonden zijl als aan den grond gespijkerd. Maar geen van beide zeide een woord, en toen zijl ten laatste hare plaatsen aan tafel hadden ingenomen1, veins den zij1 niets buitengewoons te hebben gezien of gehoord. Zij aten en babbelden zooals an ders. Eerst toen de maaltijd bijtje. afgeloopeu was, maakte tante Sigrid, op een toon alsof haar dit nu juist inviel, de opmerking: „Zoo, lieve Ruth, heb je gisteren nog zoo laat buiten gezeten?" Dat Ada bij haar geweest was had zij een voudig niet gehoord. „Ja tante. Het was nog zoo mooi in den tuin en wij waren zoo aan het praten geraakt, dat wij vergeten hadden hoe laat het. gewor den was," antwoordde Ruth. „Weer een van je vreemde invallen, kind lief." En toen zweeg de oudie juffrouw en me vrouw zweeg ook. Zij waren te beleefd 0111 tegen haar gast. roniduit te zeggen, wat. zij dachten. Maar haar toon tegenover de „juf frouw" werd nog een paar gradeni koeler dan. die geweest, wasen opzettelijk vermeden zij het Ada's naam te noemen; dit was haar pro test tegen die ongepaste vertrouwelijkheid van. haar nachtje met juffrouw Sundéll. Maar Ruth liet zich niet zoo gemakkelijk van de wijs brengen als zij eenmaal beslist had welken toon zij wilde aanslaan. Zonder hare tantes te veronachtzamen., sprak zij ge woon met Ada als het zoo. uitkwam en wan neer de oude dames 11a het eten gingen rusten en des avonds, wanneer men elkander goeden nacht had gezegd, wandelden de rtwee jonge meisjes de tuinpaden op eni neer, of zaten samoni op de tuinbank te praten, met de hoof den tegen den met wingerd bedekten muur. Waarover zij dan spraken? Och. altijd' en altijd weer over het oude en altijd weer nieuwe onderwerp. Ada doorleefde opnieuw de eerste dagen van hare liefdé; zij. ontmoette hem, die heur hart. gewonmieu had weder en genoot van zijn aanblik, evenals toen elk door hem gesproken woord voor haar géwordén was een uitgestrooide zaadkorrel, die dam in de eenzaamheid wortel schoot, groeide, knop te en bloemen voortbracht. Zij kon het niet laten telkens en telkens er wear aan te denken hoe het- had kunnen geweest zijn, als zij elkander cp déze andere plaats hadden ontmoet; of als zij niet de „juffrouw" geweest was, maar in zijn kring had tehuis behoordals zij hem dan had mogen antwoorden eu in de oogen had mogen zien op de wijze waartoe 't hart haar gedrongen had, maar die zij begreep dat voor haar thans verboden was. Dan zoude hij' mis- sch;eu ook op haar hebben gelet. Eens, toeni zij :n den tuin wandelden', had hij een helio trope geplukt en die aan haar gegeven. Die paste juist bij haa.r, had hij gezegddie ge leek op haai-. Eni daarbij had hij eene uit drukking in zijne oogen gehad, in die trouwe goed© oogen, die scheen te zeggen dat hij veel hield van het eenvoudige bloempje. Maar dat zou hij natuurlijk spoedig verge ten hebben. Wat in de schaduw! van anderen verborgen leeft, ziet men niet moer; men wordt er door niets aan herinnerd en dan vergeet men het gemakkelijk. Maar zij had dat geschenk van hem niet. vergeten. Zij had de bloem tusschen de bladen van een gebe denboek, dat van hare moeder geweest was, in gelegd; en eiken avond legde zij die als leeeteeken bij 't gebed, als zij t gelezen had. Het was een kort maar innig gebed, om vre de en een dankbaar tevreden hart, en in den laatsten tijd had zij geen enkelen avond verzuimd het te bidden. Maar wat. hielp het. haarVerhooring van die bede had zij niet mogen vinden. Br lag iets aantrekkelijks in die droeve klachten/ der alleen-staande. Ruth werd nooit moe naar Haar te luisteren. Eni als zij zweeg, zaten de meisjes vaak nog hand in hand, ieder verdiept in hare eigen gedachten!. „Ada," begon Ruth eeus aarzelende, alsof zij er lang over gedachit. had wat zij zeggen wilde, en ook .nu nog niet goed wist, hoe zij hare vraag moest doen, „denk je niet- dat je later, dat je ooit iemand anders zou kunnen liefhebben Ada snikte. „Hoe kun je dat vragen..." „Ik bedoel niet zoo heel spoedig. Ik bedoe1 later, over eenige jaren." „Hoe zou ik dat kunnen? Er is geen tweede zooals hij." Ruth was voldaan. Ddt antwoord stemde overeen met haar eigen' gevoelens. „Zoo zou liet mij ook gaan," zeide zij, na even te hebben gezwegen. „Alw ik van iemand innig veel hield dan zou 'k, al gaf hij ook niets om mijl, toch nooit aan een. amier met liefde kumtnen denken. Ik geloof dat men niét meer dan eenmaal in zijn leven waarlijk kan beminnen." Hare stem klonk zoo helder eu ernstig, bijna plechtig bij die woorden, dat Ada, hoe vervuld zij ook van hare eigene gedachten was, toch niet kon nalaten haar oplettend en onderzoekend aan te zien. Zij was verbleekt. Dhe gedachte had haar zoo hevig ontroerd, dat daarbij al het bloed haar naar liet hart. was gestroomd. Zoude zij missch'en ook haar geheimen hebbem, dat haar dag en nacht bezig hield? Maar Ada durfde niet vragen Al was zij nog jong en zeker was zij jonger dan Ada zelf had hare vriendin toch iets in haar wezen dat haar ontzag inboezemde. Zonder hare toestem ming mocht men haar niet naderen. Toen Ruth nu verder niets meer zeide over haar eigen gemoedsleven, gleed het ge sprek vanzelf weder in het spoor van Ada's geschiedenis. Deze sprak over haar treurig bestaan op een toon alsof zij niet wist hoe zij dit. verder zou kunnen voorts)eepen. Ter wijl de wimpers half dicht vielen over de tranen, die haar voortdurend opnieuw in de oogen kwamen en dan ongemerkt over de wangen rolden, fluisterde zij over de hoop, die zij' gekoesterd had, vóór de komst van Rut-h. Reeds verscheidene avonden was zij 's avonds in haar dun grijs kleedje den tuin ingegaan, hopende dat de nachtelijke kou haar gestel ten laatste zou benadeelendat die hare borst zou ziek maken en haar hel pen zou om ten laatste niets meer te gevoe len. Maar nu trok Ruth haar dichter naar zich toe en nu was zij het die sprak. Waarom zoo wtanhopig? Was het dan zoo iets ergs te beminnen zonder wederkeerig te worden bemind? Zij. vond het veel, veel erger zoo koel en koud rond te loopen. zonder ooit eenige ontroering des harten te bespeu ren. Bovendien waren er nog zoovele andere dingen iu de wereld waarin men belang kon stellen. Zij zou dit zelf ondervinden, als zij maar goed 0111 zich heen zag. Langzamerhand hielden Ada's tranen op te vlooien. Met eone rilling eu een wantrou wenden blik sag zij het jonge meisje aan, dat daar zoo verstandig redeneerde. Wat wilde zij toch? Dacht zij, dat Ada. zich zou tevreden stellen met de grijze alled'aagsch- heid, die zij zoolang als zij denken kon, al tijd zoover mogelijk had teruggedrongen? Zij had als kind reeds gesmacht en zij smachtte ook nu nog naar tecderheid, naai* handen die haar liefkoozend streelden, naar goede, vriendelijke woordjes, die haar werden toegefluisterd. Het was mogelijk dat nooit iets van dit alles haar deel zx>u zijn; maar zich met min der tevreden stellen dat kon zij niet Stil en onbewegelijk bleef zij een poos zitten. „Beu ik dan volstrekt niets voor je, Ada?" vroeg nii de heldere stem die straks gespro- keu had, weder; maar thans klonk daarin een zachter, wanner toon. En die klank bracht een ommekeer in Ada's gemoedsstem ming, zooals do wind die in de zeilen blaast een schip laat wenden. Hoe had zij daareven die groote, geheel onverwachte teederlieid kunnen vergeten, die haar tot troost had willen zijn in hare droefheid? Zij was zoo veel genegenheid onwaardig En onder eene opwelling van berouw en zelfverwijt, bukte zij, zich voorover en drukte haar betraand aangezicht tegen den arm van hare beste, hare eenige vriendin, terwijl zij fluisterde: „Ja. als ik jou eiken dag mocht zien en spreken, dan golcof ik niet dat het leven voor mij zoo moeilijk wezen zou." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1