4" Jaargang. Maandag 17 Juli 1905. BUITENLAND. FEUILLETON^ Speelbal van Wind en Golven. W. 17. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.29. Idem franco per post1.7®. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADVERTENTIËN Van 1—S regel*f 0.70. Elke regel meerü.15. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advèrteëren in dit Blad bij abonnement Een© circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt De kans op vrede. Wij zijn aan verrassende tijdingen uit Pe tersburg gewoon. Meestal zijn ze van onaan- geu&men en bedroevenden aard. Eoue uit sondering op dien regel maakte het bericht, dat ter vervanging van graaf Moerawjew, die eerst daartoe aangewezen was en reeds uit Rome naar Petersburg was overgekomen, de voorzitter van het minister-comité S. J. Wit'© is aangewezen als eerste gevolmach tigde van Rusland op d© conferentie met de Japanse he gevolmachtigden tot herstel van den vrede. De heer Witte is steeds een tegenstander van den oorlog geweest eu stond daatom bij den Czaar slecht aangeschreven. Wanneer dus, bij nadere overweging, op hem de keuze gevallen is om Rusland op deze conferentie te vertegenwoordig n, dan is dat een bewijs, dat in de omgeving van den Czaar. waar nog altijd de beslissing berust over Rusland's lot, de vredespartij de over hand heeft verkregen en dat de Czaar ern stig verlangt zich met Japan over het herstel van den vrede te verstaan. Voigens een bericht van Reuter uit Pe tersburg wordt de heer Witte uitgerust met uitgebreide volmachten om vrede te sluiten en heeft hij slechts onder die voorwaarde er -n toegestemd te gaan. In de financiers- kringen van de C'ty van Londen, waar de heer Witte als financier een groeten naam heeft, drukt men de verwachting uit, dat bij, de hopeloosheid erkennende om de ont zettend kostbare worsteling in bet verre oos ten voort te zetten, al zijn best zal doen om den oorlog ten einde te brengen. Veel hangt natuurlijk af van de vraag der oorlogsschade- vergoeding. Wanneer de heer Wi+te voor zien wordt van de instructie, dat de eisclien, die Japan op financieel gebied -al stellen, niet in overweging kunnen worden genomen, dan is het te vreezen, dat alle pogingen van de vredesgemacktigden op niets zullen uit- loopen. Dat is echter moeielijk aan te ne mer.; het is niet te rijmen met het hier boven vermeldo bericht van de uitgebreide volmachten, die den heer Witte zullen wor den meegegeven. Men mag aannemen, dat in de haute fi nance thans de oprechte wensoh bestaat, dat de oorlog zal eindigen. Indien dat zx>o is, dan heeft zij zelve de verwezenlijking van «dezen wensch in hare lacht. Zij behoeft slechts de hand op den zak te houden; dan zal verder oorlog voeren niet mogelijk zijn. En er zijn verschijnselen, die daarop wijtzen. Ofschoon de leening van 10 millioen p. st., die in de vorige week ten behoeve van Japan op de markt werd gebracht, overteekend werd, vloeide het geld toch veel minder toe dan bij de uitgifte van de vorige leeningen, en het ontbreekt niet aam aanwijzingen, dat verdere leeningen moeielijker te plaatsen zul len zijn. Dit kan voor de Japansche regee ring eene aansporing zijn, om hare denkbeel den over de aan Rusland op te leggen schade vergoeding te matigen. Aan den anderen kant is Rusland niet in staat geld te leenen, hetzij binnenslands of in den vreemde; de Russische bankiers hebben onlangs verklaard, dat zij thans eene binnen 1 andseli e leening niet konden plaatsen. Zoo loopt dus de oor- Jog automatisch op zijn einde tengevolge van het uitputtingsproces. Dat het met den oorlog ten einde gaat, be wijst ook de loop van de gebeurtenissen op het oorlogstooneel in de laatste weken. Een nieuw feit is de landing op Saohalin, die mo gelijk is geworden door de vernietiging van de vloot van Rodjestwensky, waarmede Rus- lands macht ter zee in de Groote oceaan voor goed gebroken is. Op het vasteland is de opmarsch van de Japansche strijdkracht, die in de eerste dagen van Juni zoo krachtig begon en het uitzicht opende op een laatsten beslissenden strijd tusschen de beide hoofd legers, steeds langzamer geworden en nu na genoeg tot stilstand gekomen. Althans ont wikkelen de oorlogsoperatiën zich nu slechts uiterst langzaam, en het is zeer waarschijn lijk, dat maarschalk Oyamia van zijne regee ring de instructie heeft gekregen, voorshands geen beslissenden slag uit te lokken, omdat dit niet nood'g schijnt, nu de steeds verder om zich hoen grijpende revolutie in het bin nenland van Rusland den grooten steunpi laar van de bestaande orde, het leger, in zoo bedenkelijke mate begint aan te tasten. Het schijnt vreemd, dat het tot dusver nog niet gelukt is het eens to worden over een wapenstilstand, terwijl bij alle andere groote oorlogen van de laatste eeuw de eigenlijke vredesonderhandelingen met het staken van de vijandelijkheden begonnen. Maar ook hierin komt het verstandige beleid van de Japanners uit. Feitelijk komt de toestand op het oorlogstooneel vrijwel neer op een wapenstilstand; verder bloedvergieten wordt vermeden. Maar door niet op de Russische voorstellen om officieel de operatiën te sta ken in te gaan, beletten de Japanners de Russen ©cm een deel van hunne troepen te- rag te zenden naar het rijk in Europa, waar de overheid zo brood nood ig zou hebben in haren strijd tegen den binneulandschen vij and. En hoe grooter de binnenlandsche ver warring in Rusland wordt, des te meer stijgt de kans, dat de onderhandelingen over den vrede, eenmaal begonnen, spoedig ten einde zullen worden gebracht naar Japans wen- trchen. Duitachland «n Frankrijk. De Temps bericht uit Berlijn, dat in de regoeringskringen meer ecu meer conciliante neigingen aan den dag komen, betreffende de conferentie over Marokko. Men ontveinst zich niet, dat bij het nauwkeurig onderzoek van de hervormingen onvermijdelijke bezwaren zullen rijlzen, maar mem schijn besloten te zijm in ruime mate aan Frankrijk voldoening te schenken. Zelfs het uitzicht om aan Frank rijk het mandaat te verleenen, de orde te heratellen en voor de veiligheid oe waken, s reeds in overweging genomen, zonder ernstige bezwaren uit te lokken. Daarentegen verlangt Duitschland op eco- nomLch gebied eene behandeling gelijk aan die van de meest begunstigde natiën.het ver trouwt, d!at Frankrijk aldus zijme oonoessiën op liet gebied van bestuur en politie zal erkennen, waarop Duitschland een speciaal Fransch belang toestemt. In de regeeringskringen wordt do hoop uit gedrukt, dat, al zullen de overleggingen waar schijnlijk lang duren, de pers van de beide landen zal vermijden de openbare mccning te verontrusten. De Dmltsche regeering is beslo ten haren invloed in dien zin aan te wenden. Zij wemschit inzonderheid, dat de Duitsche bladen zich zullem onthoud em van polemiek met do anti-Duitsch gezinde Engelsdlie bladen, om de hartstochten in Duitschland tegen En geland niet aan te wakkeren. Frankrijk. De indertijd door den senaat als hoogge rechtshof verbannen personen hebben allen gebruik gemaakt van het hun door het be sluit der regeering, waarbij zij begenadigd zijn, verleend© recht om naar Frankrijk te rug te keereu. Alleen Déroulode, de gewe zen voorzitter van den patriotten bond, heeft laten berichten, dat hij weigert naar Frank rijk terug te keereu. Wel zal hij uit San Sebastian, de dicht bij d© Fransche grens ge legen zomer-residentie vau het Spaansche hof, vertrekken; hij is van plan zioli in Wee- nen te vestigen, tot dat de omstandigheden 't hem mogelijk maken naar Franarijk terug te keereu Hij verklaarde„Als ik de bege nadiging aannam, zou ik aan het vaderland geene diensten kunnen bewijzen. Mat do amnestie keer ik gaarne terug, met de be genadiging slechts dan, wanneer het vader land het verlangt." De amnestie echter is door het optreden van Lasies, den woordvoerder der nationalis ten in de Kamer, achterwege gebleven en zal nu minstens tot het najaar moeten blij ven aanstaan. Zweden. Stockholm, 15 Juli. Aftonbladet verneemt, dat het grootste gedeelte der voor de ge won e bataillons-oefeningen opgeroepen man schappen van liet linie-landweerbataljon van het Noorweegsche district Smaalene in dienst blijft, ofschoon de manschappen overeenkocmr stig de vroegere bepalingen op 14 Juli naar huis hadden moeten worden Spanje. Madrid, 15 Juli. José Echegaray heeft de benoeming tot minister van financiën aan genomen. Madrid, 15 Juli. De oud-minister van financiën Villaverd is heden morgen om acht uur overleden. Rusland. De Temps verneemt uit Petersburg, dat als gevolg van de gesprekken, die de als vre- deeouderhajudelaar aangewezen staatsman 3. J. Witte met den Czaar heeft- gehad, de af kondiging van het plan-Bcelygiri voor de sa menstelling van eene vertegenwoordiging tot nader order is uitgesteld. Het ontwerp zal. in strijd met wat eerst daaromtrent besloten wao, naar den rijksraad gezonden worden dat onderzoek zal tot nieuwe veranderingen leiden en daaruit zal eeni uitstel van minstens een paar maanden voortvloeien. Men merkt naar aanleiding hiervan op, dat de Keizer, daar hij nu toch besloten is om vrede te sluiten, nu niet meer zooveel reden, heeft ah vroeger om de volksvertegeiiwoordiging bijc-: te roepen. De benoeming van prins Swiatopolk-Mirsky tot minister van binnenJanidsche zaken zou eer. guustigen invloed op de openbare mee ning uitoefenen; maar er is niets verricht op dien weg. Sommigen wijizen zelfs generaa» Trepow aan als de waarschijnlijke opvolger van Boelygin. Petereburg, 15 Juli. De Regceringsbode bevat een gratiebesluit voor hen, die wegens gocodienstige vergrijpen straffen ondergaan of tegen wie vervolgingen aanhangig zijn. De straftijd wordt voor de tot vestingstraf, gevangenisstraf of hechtenis veroordeelden met een derde, voor de tot dwangarbeid met verlies van rechten veroordeelden met de helft verkort. Dit laatste vindt ook toepas sing op de tot gevangenis of hechtenis ver oordeelde minderjarigen. Een beeld van de stemming onder het offi cierenkorps geeft den volgenden brief van een hooggeplaatst Russisch officier aan een vriend in Zwitserland, die in die Russische Corres- pondenz bekend gemaakt is: mGij zijt natuurlijk over feiteu, die ons betreffen, veel beter en vlugger inge licht, dan wij in het land zelf. Dat hebben wij aan de oensuur te danken, maar daar aan danken wij ook, dat de praatzucht, de overdrijving en het vergroot©nde gerucht zich monsterachtig bij ons ontwikkelenzij zijn thans bij ons in een bloei zooals nooit te voren. Ieder denkend mensoh leeft onop houdelijk in de grootst© opgewondenheid. Gij kunt de toestand beoordeelen uit een feit, dat ik u mededeel. Onze regimentscom mandant komt in ons midden en zegt ons, dat Polen in opstand is en dat hij gehoord heeft, dat de Pruisen Polen zijn binnenge rukt. Het naaste gevolg was eene uitbarsting van haat tegen Pruisendie di*efacihtige CSr naille, die zwijnen. Er was natuurlijk niets vau aanmorgen is Trepow vermoord', en dat was natuurlijk ook niet waar; ©vermogen staat Petersburg in brand, waar ook niets van aan is. En daarbij de berichten van het oorlogstooneel belangrijke en onbelang rijke. Wilt gij gelooven, dat wij officieren ons niet eens meer interesseeren voor den oorlog in Oost-Azië? Wat zal nu van Rus land warden Dat deze vraag kan wor den opgeworpen, verlamt ons. Ook wij hebben natuurlijk dapper© jongens onder ons, die e®" heel dapper recept klaar heb ben den heelen hoop neersohieten en on der den voet rijden. Maar ik vrees, dat het daarvoor t^ laat is; de hoop is geen hoop meer, maar wij hebben het geheele volk voor ons. Het aantal actieve revolutionaire elementen kan nog altijd niet bijzonder groot zijn, maar wat daarbij nog komt als helpers of beschermers, mag de hemel we ten, ©n daarbij komt nog een nieuw kwaad: het wantrouwen van allen tegen allen. Daar zou ik u d'o^n van kunnen zeggen... Elke bezonnenheid en elke reserve is thans al verdacht ouder ons. Wie niet oen brutale gek is, kan in verdenking komen een revo lutionair te zijn. Ook de toestanden in hot leger zijn daar me© vergiftigd en de gebeur tenissen, die zich in onzen kring afspelen, herhalen zich bij de slechte soldaten. Wie kan weten hoe lang wijl dezen nog in tuoht zullen hebben? Wat de geschiedenis leert, wordt volgens de beriohten, die ik van vrien den uit Polen ontvang, ook ditmaal bevestigd. Met legers, die uit landskinderen be staan, kan men wel bij voldoende discipline tegen revolutionairen een paar snelle slagen uitvoeren; maar dit eeuwige afjakkeren van de troepen vandaag tegen boeren en morgen tegen stedelingen dab is de langzame dood van elk leger. De geruchten komen bij de manschappen even goed als bij ons, en het ia volstrekt niet noodig, dat de revolutionai ren een handje helpen opdat d« war© en on ware berichten ten slotte hunne uitwerking hebben. Voor den bloedigen politiedienst blijven ten slott^ de kozakken over, en het gevoel, dat dat zoo is, ontstemt wederom, de andere troepende stemming breekt zich baan, dat wij door eene bureaucratie be- heerscht worden, dio de schuld draagt van al het ongeluk, dat d© orde thans gehand haafd wordt door de kozakken, en dat wij beginnen is overbodig, om niet gewantrouwd t© worden. Gij wilt weten hoe 't met mij, met ons staat, treurig. Ik zou blij zijn, als ik in het oosten was, weg uit dczou heksenketel, en daarbij ia in onze onmiddellijke buurt d© orde nog niet eens gestoord..." De rechtbanken te Odessa hebben uit spraak gedaan over 103 personen, beklaagd van diefstal, plundering, brand, oproer, enz., gedurende de laatst© incidenten aan do har ven. Zij spraken, bij gebrek aan bewijs, 74 personen vrijt hoewel zij zeker schuldig wa ren. 28 kregen 6 weken gevangenis. Dit vonnis wordt beschouwd) als een pro test tegen de militaire rechtbanken ©n het bureaucratisch bewind. De bevolking keurt zelfs de vrijspraak van misdadigers goed, al leen omdat die vrijspraak de gehate bureau cratie een slag in 't aangezicht geeft. Een zestal matrozen van d© Potemkin, dio op hunnen reis van Zwitserland te Weeuen vertoefden, verklaarden aan interviewers, dat zij met het revolutionaire oamité in Odessa in verbinding hadden gestaan. Er werd on der de matroze>n van de Zwartezee-vloot voor aansluiting aan de muiterij van de Potem kin geagiteerd. Dit plan mislukte, omdat de menschen in de meening verkeerden, dat de revolutie eeret in Augustus zou beginnen. Over Boedapest komt in de laatst© weken e©n aanzienlijke stroom Russisobe emigran ten, die hun weg meerendecls naar Zwitser land ©n Engeland namen. Zij behoor en meest tot d© beschaafde standen en verhalen over verschrikkelijke gebeurtenissen. De meesten koanen uit Odessana het vertrek van de Potemkin zijn omstreeks 20,000 Joden van daar gevluoht uit vrees voor vervolgingen. Petersburg, 15 Juli. Volgens de berichten van de correspondenten van 't Petersburgsche telegraafagentschap over den stand dar ge wassen in Europeesch Rusland zijn den 14en de vooruitzichten van den oogst aldus Wintertarwe meer dan middelmatig; zo- mertarwe middelmatig; rogge minder dan middelmatig; haver en gerst meer dan mid delmatig. De verdeeling van de vooruitzichten van den oogst is over 't algemeen dezelfde als i<n de vorigo week. Ten gevolgo van ongunstig wedw zijn zij iets slechter geworden Dij zo- mertarwe in het central© gebied, bij rogge in het centrale en zuidoostelijke gobded, bij ha ver in het centrale gebied' en in den midden loop van de Wolga, bij gerst in den midden- loop van de Wolga. Vereerilgde Staten. NewTork, 16 Juli. CommanrlaJnt Beany vertrok heden met het stoomschip „Roose velt", om te trachten de Noordpool te berei ken. De oorlog in Ooot*Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 10 Juli- Den 12eai Juli versloegen d© Japanners de Russen bij Davlin op Sa- chalin. Zij maakten vijf kanonnen buit mot 80 gevangenen. De verliezen der Russen be dragen ongeveer 160 man, die der apanners zeventig. Bij de Japansche legatie te 's Graven- hag! is op 15 Juli het volgende telegram uit Tokio ontvangen 20 ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. „Pardon, mevrouw Lindlros," zeid© dé ka pitein, opstaande en beleefd:, ©enigszins vor melijk buigende zooals hij altijd gewoon was te doen„ik had er eer aan moeten denken, dat wij' naar mijne kamer behoorden t© gaan om u niet te hindereu. Wil u niet stil hier blijven zitten? Kom, juffrouw Sundell, laat ons gaan.'' Hij nam het dagblad van d© tafel om het meê te nemen en do kamer uit te gaan, maar mevrouw Lindros belette hem dit. Zij' was er vau geschrokken. Neen, ©r kon natuurlijk geen sprake van zijn, dat mijnheer voor haar weg zou loopen. Zij had bovendien juist haar preek uitgelezen en wilde toch naar de keu ken gaan. Wel, zij moest er heusch om lachen; dat zou wat moois wezen, als mijn heer door haar uit zijn eigen salon werd ver jaagd. Maar eer zij' de deur uitging, keek zij I jAida nog eens aan, met ©en paar oogen, die L duidelijk zeiden, dat althans een van de re denen welke deze hadden doen aarzelen den kapitein hare diensten aan te bieden, hier wel diegel ijk bestond. Trouwens, hoe mevrouw Lindros over haar dacht, kon Ada weinig schelen, en met bare heldere, duidelijke stem begon zij t© lezen. De kamer was er te vrediger door geworden, nu de Zondagsstemming niet gestoord weird door die scherpe oogen en dieni eeuwig lachenden mond'. De kapitein lag in een gemakkelijke hou ding achterover in zijn stoel;soms betrapt© hij er zich op, den draad! van het voorgele zen© te zijn kwijt geraakt, door al te veel t© luisteren naar den klank van die lieve, mu zikale stem. Lilli en Vivi waren nog druk liezig aan het knippen van' de papieren kos- tumes, maar van tijd' tot tijd zagen zij vra gend naar de groote menschen op. Het was zoo erg vreemd; Ada hier, en niet uitslui tend om en voor haar! Terwijl zij daar nu vredig zaten, iedier ver diept in zijn eigen werk, keek de zon van achter de dunner wordende wolken de kamer in en verspreidde haar zachten glans over den vloer en over de muren, tot- het steeds lichter en lichter werd en t©n laatste de ka nier baadde in den helderen, gulden zonne schijn, zonder dat een van de daarin vertoe- venden er op gelet had!. Maar geheel onverwacht stand iemand op den drempel en een vroolijk„Goeden mor gen! Hoe maken do buitemnenschen het?" klonk door de kamer. Sven Grabe was ondanks regen en mod der naar buiten gekomen; hij- kwam te voet van het station en trad hier binnen niet zon neschijn ©n opgewektheid; nu eerst, bij het zien naar den. kant vanwaar die prettige stem klonk, kreeg men er erg in hoe licht liet geworden was. De couranten werdlen natuurlijk opge ruimd en de heeren geraakten in een druk gesprek. Het duurde niet lang of Sven Gra be vroeg naar Ruth, en het scheen hem eene teleurstelling, te moeten hoornen dat zij uit was. Toen hij vernam dat zij voor etenstijd thuis dacht t© komen, trok de wolk weder voorbijhij bleef gezellig met den kapitein praten en noemde Ruth's naam zelfs niet eer dan na het tweede ontbijt. Bij' het opstaan van tafel sprak hij: „Ik heb een schitterenden invalIk ga de trille inspannen en haal Ruth. Wie gaat er me©?" ,,Ik! Ik! juichten de klein© meisjes tege lijk. „En juffrouw Sundell f' Beleefd, maar toch met iets spottende vroeg hij het aan Ada. Hijl was nieuwsgie rig naar het voorwendsel dat zij nu zou aan grijpen, oon met fatsoen te bedanken. Maar zijn voorstel was zoo onverwacht gekomen, dat zij zoo gauw geen aannemelijke reden wist te bedenken. Zij. zag hem alleen met een paar verschrikte oogen aan, want hare ver legenheid tegenover Grabe was volstrekt niet verminderd, eer verergerd, sedert zij ge merkt had dat hij op haar lette. Zij leed be paald onder die zonderlinge bedeesdheid; zij meende wel de reden daarvoor t© hebben gevonden, maar desniettemin had deze haar zoo overweldigd dat zij1 geen kans zag er te gen t© strijden. „Neen; ik dank u wel," antwoordde zij kort-af. „O u moet stellig mede gaan. Het is goed weer geworden?" „Dat wel, maar het is koudeav ik zou de couranten voor mijnheer lezen." Gelukkig had zij nu eene wettige verhin dering gevonden, en een glans vaji genoegen verhelderde haar gelaat. Iiitusschen was door deze wending de kapitein in de zaak I betrokken; het gaf hem aanleiding te zeg gen: „De couranten kunnen best wachten. Kom. juffrouw Sundell, ga u maar vlug aan- 1 kleeden Maar zij bleef stil staan. Neen, die konden niet wachten. Zij, wist dat de kapitein1 de berichten altijd! zoo gauw mogelijk verlangde te lezen en zij voegde er bij: „Ib heb heusch geeu lust om mee te rijden. Ik verzeker u, dat ik veel liever thuis blijf en de couranten voorlees." Dit klonk zoo eerlijk, dat de kapitein haar verbaasd' aanzag. Hij: kon toch bezwaar lijk gelooven dat een jong meisje er de voor keur aan gaf een stapel couranten voor te lezen, waarvan zij maar een klein gedeelte begreep, boven een prettig rijttoertje op den middag, in zulk vroolijk gezelschap. Zooveel wist hij althans, dat noch Ruth noch de kleintjes die keuze zouden hebben gedaan- Van gemaaktheid bad hij' bij Ada nooit iets gemerkt; en hij was bang haar te kwetsen indien, hij, voor hare vriendelijke aanbieding bedankte. Hij knikte Ada vriendelijk toe en zag toen Sven Grabe lachend1 aan„Er is niets aan to doen; men kan de -menschen onmogelijk dwingen pleizier te hebben." „Goed; dan gaan wij alleen," ze'de deze en hij schoof de kleine meisjes met éeno hand' de deur uit. Zij moesten zich vlug la ten aankleeden, terwijl hij de trille inspan de. Na enkele minuten waren zij gereed eu tegelijk stond ook de trille voor de stoep stil. Men stapte in en het vroolijke drietal reed don straatweg op. In het salon ontvouwde Ada dë dagbladen en zij las daaruit verschillende lange artikels aan den huisheer voor. De dorr© woorden kregen frischheid en tint door <Ee heldere, jonge stem, en over het gelaat van den toe hoorder lag een rustige tevredenheid. Zijn oor werd gestreeld door die welluidende, buigzame klanken, eu de man, die uit een soort eigenzinnigheid) alle gevoelsuitingen zijner kinderen afwees en van geen toenade ring van vreemden iets wildle weten, genoot thans al het aangename der vriendelijke be zorgdheid, welke hem door dit jonge ineisrjo eerst zoo aarzelend getoond was. Het vleide hem dat zij zoo hardnekkig was blijven vol houden, ondanks zijne weinige toeschiete lijkheid. Ook van Ada maakte eene opgewekte, te vreden stemming zioh meester. Telkens als zijl hem in de oogen zag biji het vragen naar iets, of bij. het verwisselen van eene courant, trof het haar bijzonder zoo goedig en zacht zijn blik was. Hoe was het mogelijk dat zij hier niet eer op gelet had Hij was volstrekt niet do koele, onverschillige man, voor wieu zij hem gehouden had'. Zij merkte het duide lijk, dat hij haar dankbaar was voor den kleinen dienst d;en zij hem bewees en zij geivoelde zich omringd van goede vriende lijke gedachten. AJs zij nu door de groot© mooie kamers haar oog liet glijden, zag zij cok deze in een ander licht. Zij waren nu haar tehuis. Tot nog toe had zij dat gevoel alleen gehad wanneer Ruth en de kindereu er ook waren. Maar uu wist zij, dat er buiten de meisjes nog iemand! was, die haar gaarne eene plaats aan dien huise- lijken haard gunde. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1