W. 51.
4de Jaargang.
Maandag 21 Augustus 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS i
Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.85.
Idem franco per poet- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat I. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- U.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan vooj-deelige bepalingen tot
het herhaald advërteeren in dit Blad bij abonnement Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden," wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De «redesonderhandelingen.
De onderhandelingen te Portsmouth bevin
den zich thans op het kritieke punt. Vrijdag
namiddag zijn de beraadslagingen over de
onderdeeïen van de door Japan geëischte vre
desvoorwaarden ten einde gebracht;-morgen
heeft de bijeenkomst plaats, waarvan men
verwacht, dat ziji de beslissing zal brengen.
De weinige dagen, die daartusschen liggen,
worden door belangstellenden, die buiten den
strijd staan, maar oprecht naar het einde van
deze worsteling verlangen, besteed om te
trachten de partijen tot elkaar te brengen.
Inzonderheid president Roosevelt doet daar
toe ijverig zijn best, maar men kan er zeker
van zijn, dat ook anderen in die richting
werkzaam zijn, al moeten deze pogingen uit
den aard der zaak beperkt blijven tot het
uitoefenen van zedelijken invloed op de oor
logvoerende partijen. Men kan Rusland en
Japan dienen van goeden raad, maar hen
niet dwingen zich daarnaar te gedragen.
Gelukkig is de toestand mu zoo, dat met
eenigen grond mag worden verwacht, dat de
goede raad niet tob doove ooien wordt ge
predikt. Er wordt hoog opgegeven van den
weerzon, die aan het hof te Petersburg
heerscht tegen het sluiten van den vrede op
do voorwaarden, waarop die nu te krijgen is.
Maar de reeks van rampen, die de achttien
oorlogsmaanden over Rusland hebben ge
bracht, prediken eene les, die zelfs aan de
harde hoofden van de grootvorstenpartij eenig
begrip moet geven van wat er op het spel
staat, wanneer do oorlog mocht worden voort
gezet en, zooals zich dan laat voorzien, nieuwe
nederlagen zal brengen. Bovendien, al zijn
do hofkringen, helaasal te maohtig in Rus-
la ad, almachtig zijn zij toch nog niet, en ook
in de omgeving van den Czaar ontbreken de
elementen niet, die inzien, dat het sluiten
van den vrede een dringende eisck is voor
Rusland's behoud.
Wat Japan betreft, daar is men ziob ten
volle bewust van de positie, waarin men als
overwinnaar verkeert, en gezind om daarvan
partij te trekken, ten einde zich te verzekeren,
dat de vrede, komt hij tot. stand, duurzaam,
zal zijn. Maar juist het verlangen naar een
dtiurzamen vrede moet Japan er van weer
houden de vredesvoorwaarden zoo in te rich-
tea, dat zij onnoodig hard schijnen. Nu heb
ben wij; reeds vroeger opgemerkt, dat de ge
stélde eischen niet den indruk maken, alsof
Japan het onderste uit de kan wil hebben. Er
wordt geheel gezwegen over Wladiwostok.
Daaruit blijkt, dat men Rusland den natuur
lijken uitweg voor zijne Aziatische bezittin
gen naar den Grooten oceaan wil laten behou
den. Wladiwostok zal de stapelplaats blijven
voor den Russischen handel in het verre
oostenhet blijft ook het steunpunt van zijne
macht aldaar, want de eisoh tot ontmanteling
der vestingwerken en tot slooping van de in
richtingen, die het maken tot eene oorlogs
haven, is niet gesteld. Ook verzekeren
de voorwaarden, waarover in Portsmouth lang
en breed is beraadslaagd, do verbinding van
Wladiwostok met het moederland langs den
kortsten weg door Mandsjoerije.
Wat Japan echter niet wil, is dat Rusland
in den nieuwen toestand, die zich zal ontwik
kelen op grond van het vredesverdrag, dat aan
dezen oorlog een einde maakt, weer zal wor
den een mededinger, die zijne postie in het
uiterste oosten zal betwisten en zioh daar
weer tot de overheerschende macht zal wil
len opwerpen. Uit dat oogpunt moeten de vier
eischen beschouwd worden, die tot dusver nog
onafgedaan gebleven zijn: de afstand van
Sachalin, de oorlogsschadevergoeding., de uit
levering van de Russische oorlogsschepen, die
door interneering in onzijdige havens het lot
ontgaan zijn om te worden vernietigd of den
Japanners in handen te vallen, eindelijk de
beperking van de oorlogsvloot, die Rusland in
de toekomst in de Oost-Aziatische wateren
zal mogen onderhouden. Dit zijn de punten,
waarover nu nog de strijd loopt, nadat al
liet andere is afgedaan. Daarvan hangt de
beslissing af, of bet oorlog zal blijven of vrede
zal worden. Men zegt, dat het gaat om buigen
of barsten. Lettende op den toestand, zooals
hij geworden is na den gedurende achttien
maanden gevoerden strijd, zouden wij eerder
buigen verwachten dan barsten.
Daltachland.
Het stedelijk bestuur van Swinemünde
hoeft geweigard een feest te organiseeren
naai* aanleiding van het vertoef van het Ein-
gelsohe eskader in de haven.
Denemarken.
Eshjerg(Jutland), 20 Aug. Het Engelsche
eskader, dat z:ch op reis bevindt naar de
Oostzee, bestaande uit 10 linieschepen, 7 krui
sers, 1 torpedojager, is hier heden middag
aangekomen. Morgen komen de 23 tot het
eskader behoorende torpedobooten.
Er zijn groot© toebereidselen gemaakt voor
de feestelijkheden in de volgende dagen ter
eere van het eskader.
Spanje.
Madrid, 19 Aug. De Gaceta bevat het be
sluit tot ontbinding van de Kamer en van
het door verkiezing samen te stellen de?l
van den senaat. De dag, waarop do nieuwe
cortes zullen bijeenkomen, is bepaald op 11
October.
Madrid, 19 Aug. In de circulaire, welke
het besluit tot ontbinding der Kamer ver
gezelt, geeft de mi nister-president een uit-
eenzett'ng van het programma der regee
ring. De regeering erkent speciaal de schei
ding van de machten en de onafhankelijk
heid van het kiezerskorps. Verder omvat
het de oplossing der sociale quaestie en de
studie va.n economische hervormingen. De
regeering zal streven naar vriendschappe
lijke betrekkingen met alle landen, zonder
haar belangen in Noord-Afrika prijs te ge-
ven. Zij zal aan de Cortes een ontwerp-
muntwet aanbieden en zal het leger en de
vloot reorganiseeren en handel en landbouw
beschermen.
Oosten rij k-Hongarfje,
Keizer Prans Jozef vierde gisteren zijn 75en
verjaardag, in het bezit van eene benijdens
waardige gezondheid, die hem in staat stelt
nog groote wandeltochten te ondernemen en
zelfs nog smaak doet vinden in deelneming
aan eene jacht in het gebergte.
Rusland.
De Echo de Paris bericht uit Petersburg,
dat de minister van buitenlandsche zaken,
graaf Lamsdorff ontslag gevraagd aan den
Czaar, die daarop nog niet geantwoord heeft.
Hij schrijft„Ik weet zeker, dat dit feit in
de gegeven omstandigheden van groot belang
js. Maar ik ken de beweegredenen van Lams
dorff niet. In elk geval denkt men hier, dat
zijn ontslag in verband staat met het vredes
vraagstuk, en daar Lamsdorff voorstander van
den vrede en bewerker van Witte's benoeming
is, meent men, dat do vredeskansen vermin
deren.
Petersburg, 19 Aug. Het manifest van de
wet over do rijjksdoema zijn heden voormid
dag in den Regee rings bode bekend gemaakt.
Heden middag werd oene buitengewone
zitting van den Senaat gehouden, waarin
het manifest werd voorgelezen.
Een keizerlijk besluit bepaalt, dat onder
voorzitterschap van graaf Solski eene con
ferentie zal worden gehouden, om te beraad
slagen over de verkiezingen voor de rijjks-
doema 'n Polen, in het- Oeral-Turgaigebied,
in Siberië, in Turkestan, in den Kaukasus en
in het Steppen- en Nomadengebied. Verder
heeft deze conferentie tot taak de regeling
en het nagaan van die budgetten der mi-
uisteriën en van het staatsbudget te bewerk
stelligen, alsmede eene regeling te maken
voor de bewilliging van niet in het staats
budget opgenomen credieten. De vragen,
die in verband met de invoering van de rijks-
doema rijzen, moeten in den kortst moge.ij
ken tijdl afgedaan worden.
Petersburg, 19 Aug. Uit de bepalingen om
trent de verkiezing van de loden der rijks-
doema moet worden gereleveerd, dat het ge-
heele aantal leden 412 bedraagt. Daarvan
worden 28 door de steden gekozen, waar
de verkiezing plaats heeft door kiezersverga
deringen, bestaande uit 160 leden in Peters
burg en in Moskou ea uit 80 leden in de
overige steden.
Van het kiesrecht zijn uitgesloten do vrou
wen, de mannen beneden 25 jaar, de kweeke-
lingen van militaire scholen, de soldaten, no
maden en vreemde onderdanen, voorts de per
sonen, die bankroet verklaard of wegens de
sertie veroordeeld zijn.
De verkiezingen hebben plaats onder toe
zicht van den minister van binnenlandscho
zaken bij geheime stemming door middel van
balletjes. Een candid'aat kan slechts op ééne
piaats gesteld wordenbij moet het Russisch
machtig zijn. Burgerlijke ambtenaren, die ge
kozen worden, moeten hunne betrekking
neerleggen.
Eenige der voornaamste bepalingen van
de wet, waarbij de Gossoedarstwennaja Doe-
ma (Rijksdoema) wordt ingesteld, laten wij
hier volgen.
Art. 1. Er wordt een rijksdoema ingesteld
om voorloopig te beraadslagen over en mede
te werken aan wetsontwerpen, dio volgens
de grondwettige bepalingen bij den Rijksraad
worden behandeld en onderworpen zijn aau
do bekrachtiging van den Czaar.
Art. 2. De rijksdoema wordt samengesteld
uit leden, gekozen door de bevolking van het
rijk, voor den tijd van vijf jaren volgens
de regelen, bepaald in het bijzondere verkie
zingsreglement voor de Doema.
Art. 3. Bij Keizerlijke ukase kan de Doe
ma vóór afloop van den vijfjarigen zittings-
tijd ontbonden worden; in diezelfde ukase
moet ook het tijdstin voor de nieuwe verkie
zingen worden bepaald.
Art. 4. De duur van de jaarlijkscho z;*-
tingen en de duur der vacantiën worden bij
keizerlijke ukase vastgesteld'.
Art. 5. De Doema werkt in volledige zit
ting en in afdeelingen.
Art. 6. De Doema moet ten mins'ê vier
en mag ten hoogste acht afdeelingen tellen.
Elke afdeeling moet uit ten minste 20 leden
bestaan. Het juiste aantal van har© afdee
lingen en dat van de leden van dezen wordt
door de Doema zelf vastgesteld.
Art. 7. Voor de wettigheid der vergade
ringen is de aanwezigheid van minstens en
derde der leden bij de algemeene vergaderin
gen en van minstens do helft bij de vergar
deringen der afdeelingen vereischt.
Art. 8. Do kosten voortvloeiende uit do
instelling van de Doema worden door de
Rijksschatkist gedragen.
Art. 9. De voorzitter en de ondervoorzit
ter van de Doema worden door haar uit de
leden voor een jaar gekozen. Na afloop van
dit tijdvak zijn dezelfde personen herkies
baar.
Art. 14. De leden van de Doema hebben
onbeperkte vrijheid van meeiung en van spre
ken over alle zaken, die tot de bevoegdheid
van de vergadering behooron.
Art. 15. De leden van de Doema kunnen
slechts door een bevel van de rechterlijke
macht van hunne vrijheid worden beroofd
en kunnen wegens schulden niet worden go-
vangen gezet.
Art. 23. De leden van de Doema ontvan
gen uit d© staatskas 10 roebels per dag ge
durende den duur der zittingen, en boven
dien tweemalen 's jaars als reiskosten van hun
woonplaats naar Petersburg en terug een be
drag van 5 kopeken per werst.
Art. 24. Ministers en afdeelingschefs kun
nen geen lid van de Doema zijn, maar .ij
hebben het recht de zittingen bij te wonen
en in aangelegenheden hum dienstvak be
treffende inlichtingen te geven, hetzij per
soonlijk of door hunne ambtenaren.
Art. 25. Wanneer de doema, hetzij de vol
le vergadering of eene der afdeelingen, hot
noodig acht inlichtingen to vragen aan x>o
minister of chef van een dienstvak, zijn de
zen verplicht de verlangde inlichtingen te
verschaffen
Art. 33. Aan de machtsbevoegdheid van
de Doema zijn onderworpen 1. Alle vraag
stukken, die betrekking hebben op de indie
ning van nieuwe wetten, en op de wijzig.it
aanvulling, tijdelijke opheffing of geheel© af
schaffing van bestaande wetten, en verder
op de instelling, beperking of afschaffing
van regeeringslichamen en hunne begrootiu-
gen; 2. de begrootingon der ministeriën n
dienstvakken, de rijksbegrooting en alle uit
gaven, die in de begrootingen niet zijn voor
zien 3. de verslagen van de rekenkamer
over do ontvangsten van de rijksbegrooting
4. de vragen betreffende de vervreemding van
eenig deel der inkomsten of goederen van
den staat5. de aanleg van sp-»orwegen
door den Staat6. de oprichting van naam-
loozo vennootschappen, voor het geval dat de
oprichters de opheffing van een bestaande
wet verlangen7. vraagstukken, die door
bijzondere keizerlijke besluiten aan de Do»
ma worden voorgelegd.
Art. 34. De Doema heeft het recht wen-
schen kenbaar te maken of voorstellen in
overweging te geven betreffende de afschaf
fing of wijziging van bestaande en de af
kondiging van nieuwe wetten. Deze wetsont
werpen mogen echter geen inbreuk maken
op de grondslagen van de staatsorde, door
do bestaande grondwet vastgesteld
Art. 35. De Doema heeft het recht zich te
wenden de ministers en de verschillende
departementschefs om inlichtingen on op
helderingen te eischen over ambts ver richt in
gen van ambtenaren, wanneer die naar haar
oordeel de bestaande wetten hebben geschon
den.
Art. 47. Als besluit van de Doema wordt
beschouwd de door de meerderheid der ledeu
in de algemeene zitting uitgesproken meening
In zulk een besluit moet in beslisten vorm
de goedkeuring of do niet-goedkeuring door
de Doema van het haar toegezonden voorstel
worden uitgedrukt. Wijzigingen, door def
Doema in een voorstel aangebracht, moe'en.
op duidelijke wijze zijn aangegeven.
Art. 48. Do wetsontwerpen, waarover do
Doema heeft beraadslaagd, worden met haar
besluit aan den Rijksraad gezonden. Na be
handeling id don rijksraad worden rij met
het besluit van d'e beide vergaderingen aan
don Czaar voorgelegd, behalve ;u het i.-j a:t.
49 voorziene geval.
Art. 49. Ontworpen, die in do Doema en
den Rijksraad met een meerderheid1 van twee
derde zijn verworpen, worden den betrokken
minister teruggezonden tot nadere overwe
ging en om opnieuw te wordon ingediend,
wanneer do Czaar daarin toestemt.
Art. 50. Indien do Rijksraad een besluit
van do Doema niet goedkeurt, kan de betref
fende zaak bij besluit van den Rijksraad
verwezen worden naar een bijzonder© com
missie, samengesteld uit een gelijk aantal
leden van Doema en Rijksraad. Deze loden
worden in algemeene zittingen van beide*
lichamen gekozen. De commissie, die verg.v
dtert onder leiding van don voorzitter van
den Rijksraad of van een der afdeelingen
van dien raad, heeft tot taak de meoningen
van de beide vergaderingen met elkaar iu
overeenstemming te brengen.
Art. 51. De door do commissie ontworpen
schikking wordt eerst behandeld in een al
gemeene zitting van de Doema, dharaa ire
eene van den Rijksraad.
Art. 52. Indien een niet xoldoend aantal
leden aanwezig is om een zitting van do
Doema te houden, wordt de beraadslaging
over de aanhangige onderwerpen tot eene vol
gende zitting uitgesteld, d'ie ten hoogste twee
weken later plaats moet hebben. Indien, na
afloop van dezen termijn de zaak wederom
tengevolge van de aanwezigheid van een <-i-
voldocnd aantal leden niet kan worden be
handeld, heeft de betrokken minister het
recht haar aan don Rijksraad' voor te leggen;,
zonder dat een besluit van de Doema nood
zakelijk is.
Art. 53. Indien de Czaar van oordeel is.
dat de beraadslaging over eene zaak in de
Doema te langzaam geschiedt, zal de Rijks
raad een uitersten termijn vaststellen, waar
op de Doema een besluit moet hebben ge
nomen. Indien de Doema op den bepaalden
tijd haar besluit niet heeft meegedeeld, kan
dio Rijksraad over de zaak beraadslagen,
zonder dat een besluit van de Doema nood'g
ia.
Art. 54. Voorstellen tot wijziging van be
staande wetten en nieuwe wetsvoorstel let
moeten door do leden bij don president van
d© Doema schriftelijk worden ingediend. ft
de daarbij behoorende toelichting. Indüen
zulk oen voorstel door ten minste dertig lo
den is onderteekend1, wordt het door den
voorzitter in do betrokken afdeelingen aan
do orde ge6teld.
Art. 55. Aan do betrokken ministers «n
departomcntschefs wordt de dag voor de be
raadslaging van zulk een voorstel vastgesteld,
meegedeeld. Zij ontvangen ten minste een
maand vóór de beraadslaging een afschrift
van voorstel en toelichting.
Art.. 56. Indien een minister of depart e-
mcntscbef ia overeenstemming met die Doe
ma d© afschaffing, wijziging of openbaarma
king van eene wet noodig acht, belast 1 ij
zich met de taak van voorbereiding.
Art. 57. Indien een minister van an-Uie
meening is, maar de afdeeling van de Do>-
ma en daarna de algemeene vergadering
48 roman" van
ANNA WAHLENBERG.
Zoo ging het den eersten dag; en zoo ging
het den tweeden tot op den namiddag. Hoe
zeer zij anders geneigd was, datgene waar zij
tegen opzag uit to stollen, begreep zij nu
toch, dat deze dag niet meer als de vorige
mocht eindigen.
Terwijl zo tegen den avond samen op do
brug stonden, in afwachting dat de gehuur
de boot zou komen, om daarmede oen roei
tochtje op de rivier t© kunnen doen, her
haalde zij in stilte telkens weer:
„Nu zal ik het doen; zeker; nu aan
stonds.'/
Zoodra hij over deze geschiedenis of over
dat voorgevallene zou hebben uitgesproken,
wilde zij met hare dankbetuiging voor den
dag komen.
Zij had een buigzamen tak van een. wil
geboom gegrepen, die zijne twiigen laag c.p
d« brugleuning liet overhangen. Nu com.
slingerd© zij den tak achterom, zoodat hij
als een groene krans haar hoofd omlijstte
dan trok zij hem naar voren, zoodat hij een
sjerp over haar borst vormde; dan weder
liet zij er haar gelaat achter schuil gaan.
Eindelijk na een korten stilstand in
het gesprek begon Ada: „Mijnbeer Von
nelert. u zult mij zeker wel vreemd vinden.
Denkt u waarlijk dat ik het niet heb ge
merkt f
„Hoezoo? Wat zoudt u gemerkt hebben?"
vroeg hij bedaard.
Dat ik mijn hierzijn aan u verplicht
ben.; dat ik het aan u te danken heb, bet
hier zoo heerlijk t© hebben gehad; dat ik
niet als hulp in do buishouding ben geweest,
zoo als het heette, maar geheel anders
Hij had getracht haar met een quasi-ver-
ontwaardigden uitroep in de rede te vallen,
en nu dit niet gelukte, ging hij zoo driftig
op de brugbank zitten, dat het latwerk
kraakte. Maar Ada vervolgde„Ik ben on
begrijpelijk onnoozel geweest; want het is
voor mij niet eer duidelijk geworden dan uu
zeer onlangs, voor een paar dagen. Anders
had ik u zeker geschreven. En ik had u na
tuurlijk moeten bedanken zoodra u kwam.
Maar het was zoo moeilijkik wist niet hoe
ik liet u zeggen zou, juist zooals ik 't ge
voelde."
„Bedank mij maar niet," zeide hij een
weinig stroef, want hij was altijd verlegen
tegenover dankbetuigingen. „Het is de
moeite niet waard er over t© spreken. Inte
gendeel moet ik u mijne verontschuldiging
aanbieden, omdat ik uwe meaning omtrent
den aard van uw verblijf niet van t© voren
behoorlijk gevraagd heb. Ik verbeeldde mij,
beter op deze mensohen aan te kunnen. Ik
dacht dat men in een predikantsgezin niet
zoo praatziek zou zijn als bij andere men-
schen."
Zijn toon was verdrietig. Te vergeefs
trachtte Ada hare vrienden te verdedigen,
en ten laatste zweeg zij. Ja. het was gegaan
juist zooals zij gevreesd had dat het- gaan
zou, als zij ronduit sprak. Eene benauwen*-
de stroefheid1 was tusschen hen gekomen.
Von Helert merkte de veranderde stem
ming ook en hij begon zich ongerust te ma
ken. Hij gevoelde dat- er in hun vertrouwe-
lijjken omgang eene stoornis was ontstaan,
op hetzelfde oogenblik als dit ook voor Ada
duidelijk geworden was; hij begreep dat hij
haar zou verliezen. Over enkele dagen ou
zij misschien voor altijd! uit zijn gezichts
kring verdwenen zijn, stil en zwijgend, zon
der eenig spoor na te laten. Vroeand, dat
met dit vermoeden eene gedacht© aan on
beschrijfelijk© ledigheid gepaard ging. Do
uren die zij met elkander hadden doorge
bracht. waren betrekkelijk weinig geweest
zij had niets in haar wezen dat schitterde,
of dab op het eerste gezicht aantrok. Toch
had zij zijne verbeeldingskracht zoodanig ge
prikkeld, dat zij eene rol gespoeld had in
zijne dagelijksch© gedachten, sedert hij haar.
voor een paar maanden, voor het eerst had
teruggezien. En nu scheen zij zich weer uit
zijn kring te willen losmaken, om opnieuw
te verdwijnen in de groote menigte, waar
hij haar niet terug zou kunnen vinden.
Hij moest er aohter zien te komen of 7ij
daar waarlijk over dacht. Daarom sprak hij
„Het is u in elk geval hier goed bevallen.
Ik mag das hopen dat wij elkander spoedig
weder zullen ontmoetenwant naar alle
waarschijnlijkheid, kom ik tegen den herfst
terug."
„Tegen den herfst?" herhaalde zij. „Dan
zal ik hier niet zijn."
En waarom niet?"
„Waarom 'niet?
Zij zag hem plotseling aan, hoe.l snel cn
met een glimlach!, die scheen te willen zeg
gen dat zij geen nadere r-den voor haar ant
woord behoefde op te gevenen daarna
richtte zij haar blik weder naar de rivier.
„Wat blijft de boot lang weg," sprak zij.
„Maar hij liet zioh niet van het onder
werp afleiden.
„Ik kan onmogelijk inzien, waarom alles
niet kan blijven zooals het geweest is. wan
neer u hier tevreden waart. U is niet bijzon
der sterk. Waarom kunt u mij niet nog ©en
poosje den baas over u laten spelen? U woel
niet hoe prettig ik het vind, iemand te heb
ben om ecai weinig zorg voor te kunnen
dragen. En ik ben er nu toch moe begon
nen
Zij schudde ontkennend het hoofd1, maar
door d© wilgebladen kon hij haar gelaat niet
onderscheiden."
„Meent u dat wij elkander te vreemd
zijn?"
„Ja; voor zoo iets wel."
„Maar wij kunnen immers minder vreemd
voor elkander worden 1 Wilt u dat niet Ik
zou het zoo gaarne, willen."
En hij, trok zacht aan den wilgetak, zoo
dat zij di©n los moest laten. De tak gleed
weg en haar gelaat was niet langer voor hem
bedekt.
„Ik begrijp u niet," fluisterde zij, hoewel
ziji toch begon te verstaan wat hij liedoelde.
„Begrijpt u mij niet Wel. als men 't le
ven samen wenscht te leven, dan hoeft men
toch hot recht om alles wat- men wil voor
elkander te doen?"
Op haar gelaat stond' thans slechts angts
te lezen Hij zag het. wel, maar schreef dit
toe aan liare verrassing. Hij boog zich nog
cl'chter tot haar over, maar zij wendde het
lioofd van hem af.
„Toe, zeg mij
„Maar u weet immersU weet toch
dat
„Ja ik weet dat u een ander hebt liefge
had cn dat u ongelukkig geweest zijt. Maar
houdt u nu nog altijd zoo licel veel van
bern?"
Ada had zoo lang in een toestand) v'an
dofheid geleefd, en deze vraag kwam voor
haar al te onverwacht. Zij- rilde alsof zij
koud werd. Zij had geen tijd tot denkeu.
„Ik weet het niet," fluisterde zij.
„Indien ik u dit gevraagd) had, twee jaren
geleden, toen wij elkander voor het eerst
leerden kennen, zou n mij dan niet anders
hebben geantv^oord?"
Hij wist er dus alles van! Zdjj hoorde en
zag dat hij. het wist; en die overtuiging
maakte dat haar bloecl duidelijker sprak
dan haar mond. Maar juist- dit antwoord
maakte hem vrijmoediger.
„Ik was toen blind. Ik zag u niet. Het
ligt in mijn karakter dat ik soms langen
tijd noodig heb om goed te zien. Maar nu
zie ik
Thans keerde zajj zich tot hem, zonder
hem aan te zien. „Weet u dan waarlijk hoo
ik ben?" vroeg zij, gejaagd) sprekende. „Ia.
kan nu den een liefhebben en kort daarna
eon ander. Hebt u vergeten wat men op
Svanelundl van mij verteld heeft? Het wa
ren niet allemaal leugensHet liceft zeer
weinig gescheeld of datgene waarvoor men
zoo bang was, ware gebeurd. U zegt dat. u
mij thans ziet zooals ik bon. Maar wnt ziel.
u aan mij? Ik kon mij zed ve niet. Ho© zoudt
u mij dan kunnen kennen? Ik l*»n geheel
anders dan ui dénkt. U woel niets van mij
en ik weet aolvo niets
Wordt vervolgd.