4de JTaargang.
Vrijdag 22 September 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Vreemde Histories.
Bï
83.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post..•••- 1.75.
Afzonderlijke nammera- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regol meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Een«
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Septem
ber nog zullen verschijnen
KOSTELOOS toegezonden.
Politiek Overzicbt
Eene nieuwe vredesconferentie.
On rovient toujours a ses premières amours.
In het begin der regeering van Keizer Nico-
laas II van Rusland is van hem de uitnoo-
diging uitgegaan tot de eerste internationale
vredesconferentie, die te 'sGravenhag© ge
houden is. Thans is het vredesverdrag, dat
een einde maakt aan den oorlog in het uiter
ste oosten, nauwelijks onderteekond, of reeds
wordt uit Petersburg bericht, dat de Rus
sische regeering voornemens is eene tweede
vredesconferentie naar 's Gravenhage op te
roepen, en dat president Roosevelt, die het
zelfde plan bad opgevat, en ree-ds in Novem
ber van het vorige jaar hiervan heeft doen
blijken, bereidwillig heeft verklaard den
Russischen Czaar, van wien de bijeenroe
ping van de eerste conferentie is uitgegaan,
den voorrang hiertoe te willen laten. De
uitnoodaging tot de tweede conferentie zal
dus binnenkort uitgaan, en er is geen twijfel
aan of alle staten zullen haar volgen. Reeds
de Haagsche conferentie van 1899 heeft het
uitzicht geopend op eene latere voortzetting
van do beraadslagingen. Verder lieeft de
Russisch-Japansche oorlog eene gansche reeks
van vragen op het gebied van het volken
recht doen rijzen, die eeno internationale op
lossing behoeven.
Het Haagsche slotprotocol van 29 Juli
1899 bevat drie overeenkomsten, drie verkla
ringen, een besluit en zes wenschen. In eene
der overeenkomsten, die over de wetten en
gebruiken van den land-oorlog, wordt ge
zegd: „Het was niet mogelijk zich nu reeds
te verstaan over bepalingen, die zich uitstrek
ken over alle in de praktijk voorkomende ge
vallen.'' Er wordt daarom een wissel op de
toekomst getrokken, waarin de „vaststelling
van een meer volledig oorlogswetboek" in
uitzicht wordt gesteld. Geheel onuitgevoerd
is het eenstemmig aangenomen besluit geble
ven, dat „in bet belang van het stoffelijk en
zedelijk welzijn der menschheid eene beper
king van de militaire uitgaven, die tegen
woordig op de wereld drukken, dringend
wensohelijk is." De zes wenschen hebben
betrekking op de herziening van de conventie
van Genève, do behandeling van de rechten
en plichten der onzijdigen, het verkrijgen van
overeenstemming over het marinegeschut, de
beperking van de land- en zeestrijdkrachten
en van het oorlogsbudget, de onschendbaar
heid van het privaat eigendom iin den zee-
oorlo?, de beschieting van havens en steden
door oorlogsschepen. Al deze wensolien wer
den eenstemmig uitgesproken, al onthielden
bij de moesten sommigen zich van medestem
men. Het meerendeel van de wenschen doel
de uitdrukkelijk op het bijeenroepen van eene
nieuwe conferentie.
Wanneer die bijeenroeping thans wordt
voorbereid, dan handelt men daarmede niet
anders dan consequent. Al kan men geen
overdreven verwachtingen koesteren over de
resultaten van de tweede conferentie, het
kan toch zijn nut hebben, dat er eene gron
dig© wisseling van gedachten plaats heeft
over menig gewichtig vraagstuk. Het is in
den jongsten oorlog gebleken, dat er ernstig
verschil van meening bestaat over het be
grip van oorlogscontrabande. Men kan be
proeven het daarover eens te worden, en als
dat niet mocht gelukken, dan. blijft het toch
van belang te weten hoe de groote meerder
heid van de staten daarover denkt. Zoo ook
is het van belang, eensluidende regelingen
vast te stellen over de inbeslagneming van
onzijdige schepen en over de procedure voor
de prijsgerechten, over den geoorloofden duur
van het verblijf van oorlogsschepen van een
oorlogvoerenden staat in onzijdige havens en
kustwateren, alsmede over hunne verzorging
met steenkolen en levensmiddelen. Verder
kan de vraag te berde komen, op welke wijze
voorvallen als dat op de Doggersbank in de
toekomst zijn te voorkomen. Men kan de
vraag onder de oogen zien, hoe regelen zijn
vast te stellen betreffende leverantiën en
dienstverrichtingen van burgers van onzij
dig© staten aan d© oorlogvoerenden. Nog
andere vragen kunnen ter sprake komen
b.v. die in hoever aan het openen der vijan
delijkheden eene uitdrukkelijke oorlogsver
klaring moet voorafgaan.
Werk zal er dus voor eene nieuw© confe
rentie in overvloed aanwezig zijn. Wel is het
te vreczen, dat zij omtrent de allergewich
tigste vraag, de beperking van de oorlogstoe
rustingen in vredestijd, niet tot een beter
resultaat zal komen dan ban© voorgangster
in 1899. Men is toen niet verder gekomen
dan tot het uitspreken van ©en vromen
wensch, en ook ditmaal zal het wel niet an
ders zijn Voor Rusland, dat nu nagenoeg
zonder vloot is, zou het wel van belang zijn,
als de andere staten zoo vriendelijk wilden
zrn hunne wapeningen ter zee te staken.
D'aaraa-i is echter natuurlijk niet te denken
integendeel is Rusland reeds bezig met de
voorbereidende maatregelen om zich van een
nieuwe oorlogsvloot te voorzien. Maar
wanneer men zich op de conferentie bepaalt
tot wat bereikbaar is, dan blijft er nog ge
noeg te doen over. Men kan dus de tijding,
dat het voornemen bestaat eene nieuwe vre
desconferentie eerlang bijeen te roepen, met
ingenomenheid begroeten in het vertrouwen,
dat daarop niet zoo spoedig een nieuwe oor
log zal volgen als op de conferentie van
1899.
Duitschland.
Ook de Duitsche vrije sleden sluiten zich
aan bij de beweging tegen het gesloten hou
den van de Duitsche grenzen voor den invoer
van buitenlandsch slachtvee. De Bürgersehafit,
d. i. het met de wetgevende macht bekleed©
college, besloot den senaat te verzoeken aan
den bondsraad voor te stellen, dat de invoer
van buitenlandsch slachtvee terstond zal wor
den toegelaten naar alle plaatsen, waar be
hoorlijke maatregelen genomen zijn tegen het
binnendringen van veeziekten.
Te Metz hebben do gezamenlijke slagers
eene proef genomen met den invoer van Hol-
landsch vleesch. De dieren werden aan de
grens geslacht en het vleesch m bijzonder
daarvoor ingerichte wagons vervoerd. Ofschoon
bet vleesch slechts vier pfennige per pond
goedkooper was dan heb inlandsche, zal de
proef herhaald worden omdat het van beter
kwaliteit is en de inlandsche markt niet kan
voorzien in de behoefte.
De voorzitter van den Duitsclien landbouw
raad, graaf Sckwerin-Löwitz, heeft, naar aan
leiding van dé beweging ten gunste van een
ruimeren invoer van buitenlandsch slacht
vee, tot den rijkskanselier en den minister
van landbouw het verzoek gericht, dat vol
strekt geen verzwakking zal worden gebracht
in de tlians geldende bepalingen tegen liet
binnenbrengen van veeziekten uit het bui
tenland Hij betoogt, dat de openstelling van
de grenzen op de vleeschprijzen in de groote
steden geen noemenswaardigen invloed zal
uitoefenen, maar de Duitsche veeteelt met
gevaar zal dreigen, die zal afschrikken van
eene vermeerdering der binnenlandse!»© vee-
star. 1, welke de verlaging van den vleesch-
prijs langs den natuurlijken weg zou teweeg
brengen
Berlijn21 Sept. De Reichsanzeiger be
richt: Van 20 tot 21 Sept. 's middags 12 uur
werden in Pruisen 14 gevallen van vermoe
delijke cholera aangegeven; daaronder waren
5, waarbij «choler a-bacillen werden gevon
den. D'rie personen overleden aan cholera.
Het aantal gevallen bedraagt tot nu toe 227,
waarvan 78 met doodelijkeu afloop.
Hongarije.
Met betrekking tot de krisis in Hongarije
verdient de aandacht een gezegde van Keizer
Frans Jozef, dat haast als een noodkreet
klinkt. Bij gelegenheid van de inwijding van
een. nieuwen spoorweg zeide hij tot het lid-
van den Oosten rij kschen rijksraad Sylvester:
„Gij moet mij helpengij moet mij steunen.
In eene scheiding van het leger zal ik nooit
toestemmen
De woorden waren blijkbaar gericht tat
allo leden va.n den rijksraad, geestverwanten
van Sylvester.
Rusland.
De oorrespondent van het Petit Journal
te Petersburg meldt dat, ter onderdrukking
vam de binnenlandsche onlusten, tot een al
gemeen© mobilisatie is besloten en dat over
geheel Rusland de staat van beleg zal afge
kondigd worden.
Lodz, 21 Sept. Hier zijn vier sterfgevallen
ten gevolge van cholera voorgekomen. Door
bet ingestelde onderzoek is vastgesteld, dat
het Aziatische cholera was.
Tiflis, 21 Sept. (Petersburgsch telegraaf-
agentschap). In de stad Schemakha werd
door de Tartaren een aanval gedaan op de
Armenische wijk. De wegen worden door roo-
vers onveilig gemaakt, hetgeen liet vervoer
van levensmiddelen verhindert. Er heersclit
hongersnood in Schoescha. Naar Bakoe zijn
twee bataljons infanterie, een afdeclin-g ja
gers, twee sotniën kozakken en een batterij
artillerie gezonden. Te Batoem ontdekte de
politie bij een Pers een geheime bergplaats
van wapenen en munitie.
Uit Bakoe wordt bericht, dat de stad
thans verdeeld is in twee kampen. De Ar
meniërs houden liet centrum van de stad
bezet tot aan den spoorweg; de Tartaren
verblijver voornamelijk in de voorsteden.
Van weerszijden worden nu en dan uitvallen
gedarji, waarbij tal van personen gedood en
gewond worden. De bewoners, die om drin
gende redenen hunne huizen moeten veria-
ton, doen dat onder geleid© van soldaten.
De gouverneur heeft kosteloos spoorkaartjes
laten uitdeelen en eene groote menigte werk
lieden verlaten, het district.
TurklJ*
De Frankf. Ztg. bericht uit Konsta-nti-
nopel. dat de gezanten der groote mogend
heden in ©ene collectieve nota aan de Parte
hun leed wezen hebben betuigd, dat de re-
keeriug van Turkije niet geneigd is aan de
wenschen der mogendheden in zake een
financieel© controle-commissio van Macedonië
tegemoet te komen. Zij achten <Leze commis
sie in het belang van een vreedzame ontwik
keling van Macedonië onvoorwaardelijk noo-
dig en hebben besloten, dat zij op 1 Oct. in
Saloniki bijeen zal komen. Zij, noodigen de
Porte uit, d© noodige instruction te geven,
opdat de commissie onmiddelijjk met haren
arbeid zal kunnen beginnen.
Te Konstantinopel heeft de politie in ecu
in het centrum van de wijk Pera gelegen
huis, vlak naast de woning van den Duit-
schei» oonsul-gencraa1 dat behoort aan een
Engelscliman, genaamd Jones, ©en groote
hoeveelheid bommen en dynamiet en stoffen,
die dienen tot bereiding van dynamiet, ont
dekt.
Griekenland
De instructie in zake den moord op den
minister-president Delijamms is geëindigd
met de verwijzing van de beide beschuldigden
naar de rechtbank van gezworenen. Mitreas
wordt beschuldigd, den gewezen portier van
zij no speelzaal Kostagarchi, die door het
sluiten van de speelzaal op bevel van Delijam-
nis zonder werk was en van haat tegen, den
minister vervuld was, tot de daad te heb
ben aangespoord. Mistreas zal terecht staan
als aanstichter tot den moord, Kostachargi
als de bedrijver van de misdaad.
Marokko.
Parijs, 21 Sept. Een nota van Havas deelt
mede, dat het onderhoud van lieden tusschen
dr. Rosen en den heer Revoil niet tot een
beslissing heeft geleid. De overeenstemming
is misschien niet meer zoo dicht bij als men
hoopte. De besprekingen duren voort; men
hoont tot een bevredigende oplossing te ko
men, ondanks de nieuwe bezwaren die zijn
opgekomen.
Do heeren Rceen en Revoil hebben samen
gedejeuneerd in afwachting, dat zij hunne
gedach.tem.wisseling&n konden hervatten. De
Temps bevestigt nader, dat de stremming in
de onderhandelingen te wijten is aan ver
schil van inzicht over de formules, die mceten
werden gekozen om Frankrijks bijzondere
rechten in de grensdistricten te omschrijven
en de politiezorg in die districten uit te slui
ten van heb programma der conferentie.
Het. Journal des Dé bats wordt ongeduldig
over den langzamen gang van deze bespre
kingen. Het blad schrijftMen zou zich
moeten houden aan de nota's van 8 Juli en
zich bereid verklaren om naar de conferen
tie te gaan met de waarborgen, die doze no
ta's verschaffen. Die zijn voldoende. Het zou
beter geweest zijp. ons vooraf nog met
Duitschland over eenige punten te verstaan
uiaa» als de ondervinding bewijst, dat wij
ons gemakkelijker zullen verstaan met de con
ferentie zelve, laat ons er dan heengaan. Wij
moeten tot een einde komen. Do openbare
meening raakt vermoeid, misschien zou zij
zich weldra verontrusten. Wij hebben waar
schijnlijk van de voorloopigo onderhande
lingen verkregen wat zij kunnen verschaffen.
Plaats voor de conferentie!
De vrede.
Over het aandeel, dat do Czaar gehad
heeft in het sluiten van den vrede, heeft
de heer Witte op de stoomboot Kaiser Wil
helm II, in antwoord op eene toespraak van
een Ajiierikaaiiboken kolonel, Kovvalsky ge
naamd, die zijne verdiensten gehuldigd en
hem met. Richelieu, Bismarck en Disraeli ver-
gelekon had, het volgende gezegd
„Ik ben u zeer dankbaar voor de wijze,
waarop gij de vermelding van mijn naam op-
naarat, en uwe instemming te kennen gaaft
met do waarde©ring van kolonel Kowalaky
voor mijne bemoeiingen om een aan neme-
lijken vrede tot stand te brengen. Ik zou ech
ter willen verzoeken fce mogen uitspreken,
dat de lof, die mij toekomt naar uwe mee-
ning, in werkelijkheid mijn doorluchtigen
souverein toekomt, want ik was enkel het
werktuig tot uitvoering van zijn wil. liet
goede, dat bij de historische gebeurtenis te
Portsmouth verricht werd, was door Z. M.
ontworpen en werd door mij, als zijn dienaar,
uitgevoerd. Daar het mijn plicht en mijn
doel was zijne instruction trouw na te ko
men, komt de waardeering voor hot resultaat
hem met recht toe."
Dat komt geheel overeen met andere be
richten, volgens welke do Czaar ijverig deel
neemt aan do oplossing van politieke kwes-
tiën.
Het Journal verneemt uit Tokio, dat men
de bekrachtiging en openbaarmaking van
het vredes-tractaat tegen 7 October verwacht.
De regeering lieeft tot dusver aan de natie
geen mededeel Lngen over den inhoud gedaan.
Den 25en October komt do Landdag bijeen.
Wladiwostok20 Sept. Volgens het Peters-
burgsche Telegraaf-agentsclia.p bad den 16.
dezer in de Kornilobaai een bespreking
plaats tusschen den Russischen admiraal
Jessen en den Japansolien admiraal Acki-
mamoera, om de voorwaarden voor den wa
penstilstand ter zee vast te stellen.
Het eskader van Jessen bestond uit twee
kruisers en twee torpedobooten, het Japam-
sclie eskader eveneens.
Na een samenkomst, die vijf uur duurde,
word de demarkatielijn vastgesteld en be
paald, dat oorlogscontrabande verboden zou
zijn.
Allerlei
vHet 14© wereld vrede-congnes is te Lu-
zern geopend met oen toespraak vam het
Bondsraadslid Comtesse, als vertegenwoordi
ger der Zwitsersche regeering.
Heb congres telt 335 deelnemers uit alle
landen, van Europa, uit Amerika en China.
Tot voorzitter werd gekozen de heer Di>
rammun, van Bern, secretaris van het In
ternationale Vredesbureau.
De heer Frederic Passy heeft de Duitsche
vertegenwoordigers aangespoord te ijveren
voor een toenadering tusschen Duitschland
en Frankrijk.
JLte Chineescho vertegenwoordiger beklaag
de zich over het optreden der Europeesclie
militairesten tegenovor hot vreedzame China.
vIn Januari a.s. zal uit de Ver. Staten
©en stoomschip vertrekken, dat als tentoon
stelling is ingericht.
Het zal ongeveer 75 havens in 46 verschil
lende landen in Europa, Azië, Australië,
Zuid- en Centraal-Amerika en West-Indië
aandoeu on in bet geheel ongeveer 15 maan
den uitblijven.
Aan boord zijn monsters van Amerikaam-
sche goederen, derwijze verpakt, dat zij ge
makkelijk in elke haven kunnen uitgestald
worden.
In elke haven die aangedaan wordt, zal
Naar hel Engelsch van Grant Allen
12 door
J. L. VAN DER MOER.
Ik voelde dat ik op het punt stond! toe te
geven; ik zou gaarne zijn naar miji uitge
strekte handen gegrepen, en hem gezegd
hebben, dat ik hem liefhad, maar ik durfde
niet.
„Meneer Carvalho," zei ik, „laat ons nu
•heengaan. Ik zal u morgen schrijfven."
Met een diepen zucht bood! hij mij zijn
arm, en wij keerdlen langzaam naar de mu
ziek terug.
„Edith," zei mijn moeder vinnig, toen ik
's nachts thuis kwam, „Harry is liier geweest
en ik weet twee dingenhij hoeft zich gede
clareerd' en je hebt 'm afgewezen dit weet
'k zeker. En 't andere is, dlat de jonge Oar-
val'hjo onbeschaamd] genoeg is geweest je z'n
liefdé te verklaren."
Ik zweeg.
„Wat heb je geantwoord1?"
„.Dlat 'k hem zou schrijven."
„Ga dan zitten en schrijf wat 'k je dic
tee-ren zal."
Werktuigelijk ging ik zitten en mijn moe
der begon te dictee ren. Ik schreide ondier het
schrijven, maar ik schreef. Nu weet ik
hoe soliaudlelijik en slecht dit van me was.
Maar ik was pas achttien jaar ©n gewoon
mama tin. alles onvoorwaardelijk te gehoorza
men. Zij had een verschrikkelijke!! wil en
was akelig koelbloedig.
„Waarde meneer Carvalho ('t is beter dat
}Ji .begint zoo, anders begrijpt ie, diat ik je
.gedicteerd heb.) Ik was van avond leor
uw vreemd gedrag te zeer verrast, dan dat
ik u ommididellijik antwoorden kon. Bij ern
stig nadenken, tkan ik alleen zeggen, da-, ik
er over verbaasd! sta, dat u één ooge»»blilc
hebt kunnen denken aan de mogelijkheid
van dé bevrediging uwer wenschen. He- zal
in het vervolg ibeber zijn, dat wij e' kan dei
maar niet meer ontmoeten. Wij behooren
niet thuis in elkan-cfers kring. Wil zoo goed
zijn uw vergissing niet te herhalen.
Uw dienstw. juffr. Hazleden.
„Heb je alles zóó geschreven
„Moeder," riep ik uit, ,,'tis afschuwelijk!
■t zijn leugens, die 'k niet ondertoekenen
kan 1"
„Ondterteekenbeval ze kort af.
Ik gehoorzaamde.
„U breekt me 't hart, moodier," zei ik, u
breekt me 't hart, 'tzal m'n dood zijn."
„D(ie blief wordt morgen 'teerst van alles
bezorgd!," vervolgde ziji, zonder op mijn woor
den acht te slaan. „Eb nu trouw jij) met
Harry Verner, Eddtb 1"
n.
Zeven jaren vormen ©en heel stuk van een
memschen leven, en de zeven jaren, gedlurende
welke ik met mijn arme moeder gestreden
heb over haar vast voornemen, in zake mijn
huwelijk, waren geen gelukkige. Maar op dat
punt kon niets ter wereld) mij dwingen. Ik
wilde niet mot Iiarry 'Verner trouwen Ein
delijk, nadat mijn moeder plotseling overle
den was, achtte ik het 't beste, wat er van
de plantage nog over was maar voor een aan
nemelijk bod te verkoopeni en aiaar Engeland
te gaan. Ik was toen vijf en twintig jaar en
had' langzamerhand wel geleerd er oen eigen
wil/ op na te houden.
Gedurende al dien tijd hoorde ik ter
nauweruood iets van. Ernest- Carvalho. Al
leen werd mij,' eens verteld, dlat hij) zich te
Cambridge bijzonder onderscheiden had' en
dat (hij' zich een eervolle plaats in dien ..Tem
ple" te Londèn, waar de rechtsgeleerde prac-
tijik onderwezen: wordt, had verworven Maar
Iddt was dam. ook alles.
Een paar maanden na mijn komst te Lon
den, bezorgde mijar tante Emily, die niet tot
den West Indischen tak vam de familie be
hoorde, mij een uitnooddging bij mevrouw
Bouver-o Barton. Zooals men. weet is me
vrouw 'Bouvorie Barton een beroemde novel
list®, over wier boeken, algemeen gesproken
wordt. Zij woont op „Eaton Placo," waar zij
eiken Dinsdagavond aller aangenaamste re
cepties houdt, waarop het letterkundige en
artistieke Londlen verschijnt. Waarneer er de
de ©cm of andere beroemdheid! in. de stad is,
hetzij uit Parijs of Weenen, uit Tombuatoe
of van dq Zuidzee-eilaniden, dan kan men er
zeker vaar zijn-, hem in de gezelschapszaal te
„Eaton Place" te ontmoeten. De muziek,
welke men, er hoort, is altijd vaai de beste,
de conversatie schitterend. Maar wat mij, bij
die gelegenheid bet meest aangenaam stem
de, was het feit, dat do heer Gerard Llewel
lyn, do schrijver van het zoo interessante
boek „Peter Martindale," dien avond do
too naamgevende persoon in liet gezelschap
zou zijn». Ik had „Peter Martin-dal©" juist go
lezon wie had het in dit seizoon trouwens
nog -niet gedaan? 'tWas immers een rage?
- en nimmer te voren had! eemdg boek
zulk een indruk op mij gemaakt. Dc inhoud
oefende een toovermacht op mij uit, bocido
me door zijm wijjsgeerdge beschouwingen en
diep ernstige zedelessen. Ik was dus natuur
lijk zeer verheugd bij het vooruitzicht, zulk
een buitengewoon begaafd man als den heer
Gerard! Llewellyn te ontmoeten'.
Toen wij mevrouw ©ouverie Barton's
vriendelijke vertrekken binnentraden, aan
schouwden wij ecai groote menigte menschon,
welke de minst opmerkzame vreemdeling
dadelijk zou herkend hebben als niet tot
oen alledaagsch gezelschap te behooien. Daar
was in de eerste plaats de gastvrouw zelf,
met haar vriondelijken glimlach en haar
aangename manieren welke nauwelijks do
groote geestkracht konden maskeeren, die in
haar diepe blauwe oogen lag.
Daar waren beschermers van de kunst on
och te kunstenaarsschrijvers van satirieke
en van humoristische boeken professors in
de godgeleerdheid, groote wijsgeer©»». kort-
oon alle mogelijke vertegenwoordigers van
kunsten en wetenschappen].
Aanvankelijk moest ikonij 'laten welgeval
len aan allerlei jonge dichters te worden
voorgesteld, en aan hoeren die er hun werk
van maakten oude opschriften) te ontcijferen.
Maan woldra had ik mijn plan gevormd, om
een onderhoud te zooken met den heer Ge
rard Llewellyn. En de gastvrouw beloofde me
eindelijk me met- hem in kennis te zullen
brengen. Zij ging tusschen do menschon door
onx hem op te zoeken; bij den grooten haard.
Een slanke, knappe jonge man, met lange
enter en vollen baard! en schitterend zwarte
oogen, stond ©enigszins onverschillig tegen
den schoorsteenmantel göleund, in druk ge
sprek met een kleinen, maar stevig gebouw-
den heer met Indisch uiterlijk. Ik begreep
dadelijk dat laatst bedoelde menee~ Llewel
lyn moest zijjn, want in den ander horkende
dllt plotseling Eatueet Oaatvadbo, orndl nks zijin
baard on niettegenstaande er zeven jaren
war-n verioopen, sinds ik hem gezien had.
Tot anajoi groot© verbazing bracht echter
mevrouw Bouvorie Barton dezen media naar
mij toe. Er meost hier een vergissing plaats
hebben, docht ik bij: wuiji eeltven.
„Meneer Carvalho," sprak zij, „ik heb u
veuzocht even mee t© gaar», om u voor te stel
len aan de dame die hier ap d» ottomane zit.
Juffrouw Hazleden, meneer Oarvalho."
..Ik heb meneer Carvalho, jaren goledèn,
in Jamaica ontmoet," zei ik, ii beetje zenuw
achtig, „maar 'tas me werkelijk z^er aange
naam hem hier weer t© zien. Ik -had echter
niet kunnen vermoeden dat hij, van avond
hier zou wezen."
„Waarlijk," vroeg mevrouw Barton, met
©enige verwondering in ihasr tco-n; „ik
meondle toch dat u me gevraagd hebt aan
den schrijver- van „Peter Martindale" te
worden vooigesteldl?"
„Dit is volkomen juist, mevrouw, maar ik
dacht gelezen te -hebben dlat z'n naam Lle
wellyn was."
„O, zei Ernest Carvalho haastig, „dat is
alleen mijn mom die plume. Maar 't is nu n
publiek geheim dat ik do schrijver ben, en
mevrouw Barton dacht zeker dat u 'took
wist."
Wordt vervolgd.