Sf°. 97. Eerste Blad. 4de Jaargang. Zaterdag 7 October 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJNHEER CONNEHAYE. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per S maanden voor Amersfoort f 1.29. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Ad verten tiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 0.75. Elke regel meer- O.I5. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bosman Toojrdeqlige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Bots circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Nog eens Frankrijk en Ouitsohland. Dat de open Hartige wi waarop deDuit- soke rijkskanselier tegenover twee Fransake journalisten op ziek zelf reeds een op merkelijk feit, dat de Duitsche rijkskan selier zich liet interviewen door Fransohe i ioumalisten over de aanleiding tot en de I oplossing van het Marokkaansche geschil en I de verhouding van Duitschland ten aanzien der algemeene politiek heeft gesproken, in de Fransohe pers niet onbesproken zou blij ven, ligt voor de hand. Het loont wel de moeite, om eens en kele die) bladen de revue te laten passeeren. Sommige erkennen, dot Von Biilow gelijk had, anderen komen daartegen op. Zoo ver klaren èn de Siècle èn de Gaiulois, dat Del cassé door zijn politiek de oorzaak geweest is der verwikkelingen. En de Action zegt zelfs, dat de verklaringen van Von Biilow een verpletterend bewijs daarvan leveren, dat Delcassé niet zal kunnen weerleggen. Nu., Delcassé denkt daaraan ook niet. Hij" beeft immers wij vermeldden het gisteren reeds tegenover een vriend zich uitgela ten. dat tegenspraak zijnerzijds een zelfver dediging zou worden die hij niet wilde, en dat men de feiten moest laten spreken ge lijk die reeds spraken. Terecht vroeg de Kö'n. Ztg. welke dan deze feiten waren. Delcasié had die meteen wel even mogen noemen Er zijn natuurlijk ook bladen, die in an deren zin spreken. Zoo de République Fran- ?aise, die op heel naicven toon vraagt: ..Maar wie heeft dan toch Duitschland wil len iso.'eeren en wie heeft tegen Duitsckland vijandige plannen gesmeed? Frankrijk en 1 het Fransohe volk toch zeker niet." Ook hetgeen Von Biilow zeide ten aan zien var de verhouding tusschen Duitsch land en Frankrijk in het algemeen, wordt verschillend beoordeeld. In de Echo de Pa ris schrijft ,.een diplomaat" over hetgeen Von Bülow daarvan zei o.a.„Men bewijst ons slecht te kennen, als men gelooft, dat Frankrijk bereid is den plotselinge®. omme keer in de kooi ding van Duifcseh.land te er kennen Was de heftige perscampagne aan de overzijde van den Rijn tegen ons gevoerd dan slechts een droom? Von Biilow moet de scherpe artikelen in de Duitsche officieuse bladen nog maar eens nalezen. Hij poogt ons thans te winnen met zoete woordjes. Wij betwijfelen het niet, als Duitschland zegt, dat kei oprecht is, maar wij zullen eerst eens afwachten of het op de conferentie daarvan het bewijs zal Leverei." Ook de Figaro toont zich in dat opzicht wantrouwend en vraagt naar bewijzen voor de bewering van Von Bülow, dat Duitsch land reeds lang in zijn politiek gestreefd heeft naar verbetering der betrekkingen met Frankrijk. De Köln. Ztg. merkt hiertegen over op dat het blad die bewijfzen in over vloed kan vindien in de dossiers op den Quiai d'Orsay. De Figaro eindigt aldus: „Vorst Von Bü low wil, dat Frankrijk de vredesduif tus- sohen Engeland n Duitschland zal wor den Maar hij zwijgt over het loon, dat De rijkskanselier sprak tegenover den medewerker van den Temps ook over de alge meene politiek van Duitschland. Wij hebben den eerlijken makelaar toekomt, diat daarop schijnt te zullen neerkomen, dat men ons het naakte leven laat." De République Franjaise gaat nog verder en legt de woorden van den rijkskanselier over de rol, die Frankrijk in de betrekkingen tus- schen Engeland en Duitschland zou kunnen spelen wit, als een verborgen herhaling van hetgeen de Duitsche professor Schiemann gezegd heeft, nl. dat Frankrijk kiezen moet tusschen Duitschland en Engeland. Het blad eindigt echter met de verklaring, dat Frankrijk den vrede wil. Ook hier zijn weer de Gaulois en de Siècle het met Von Bülow eens, dat het de plicht va.n Frankrijk is om zelf mede te werken aan dei, vrede. De Gaulois zegt o. a.„Zou den wij niet een pressie op Engeland kun ne'- uitoefenen in dien zin, dat het zijn twistpunten met Duitsckland, die van eoo- nomischen aard zijn, op economisch gebied uitvecht? Onze plicht is het dit te probee- ren. en opdat onze pogingen gevolg zullen hebben, moeten wij luide verklaren, dat de Fransohe soldaten, slechts aan Frankrijk be- hooren en vreemde mogendheden niet bij ons de landtroepen, die zdj| noodig hebbek, kunnen halen." En de Siècle vraagt„Zou niet juist Frankrijk een benijdenswaardige rol spelen, en voor Europa, zoowel als voor de ganecbe wereld nuttig werken, als het zijn welwillende bemiddeling aanbood tus schen Engeland en Duitschland? Van de Fransche pers willen wij ten slot te nog bet Journal des Débats aanhalen, dat verklaart, dat de verklaringen van Von Bülow over de oorzaken, die Duitschland leidde tot zijn stelling nemen in de Marok- kaanscue quaestie, gerechtvaardigd zijn; het blad heeft zelf steeds de politiek, die Von Bü low voo.- Duitschland beleedigend verklaarde, afgekeurd. „Wij erkennen volmondig, dat onze politiek, die aam één enkel persoon was overgelaten, de Marokkaansche quaestie on- noodig op een voor Duitschland onvriende lijke wijze behandeld heeft," zegt het blad. Ten aanzien van de algemeene verhouding tusschen Duitschland en Frankrijk zegt het Journal des Débats, dat niemand er zich gisteren in ons overzicht alleen vermeld, wat over de betrekkingen tot Frankrijk gezegd werd. Ten aanzien van de verhouding tot Engeland zeide Von Bülow „Gij hebt mij gezegd, dat men zich in Frank rijk afvraagt, of er in Duitschland niet de bij gedachte bestaat, dat wij u zouden willen dwin gen om partij te kiezen voor ons tegen Enge land, u mee te sleepen in een conflict, dat naar men zegt, onvermijdelijk is. Over dit punt wil ik mij gaarne uitspreken. Ik weet wel, dat er menschen zijn die een noodlottigen oorlog voorspellen tusschen Enge land en Duitschland. Minister Tittoni zeide Zaterdag, dat hij niet aan dezen oorlog geloofde. Ik voor mij ga verder, ik zeg dat het een dwaas heid is dien oorlog als onvermijdelijk voor te stellen. Duitschland en Engeland zouden elkan der te veel afbreuk doen "zij zullen deze proef niet wagen, en ik durf verzekeren dat de regee ringen te Londen en te Berlijn te veel verant woordelijkheidsgevoel ^bben om zich te laten influenceeren door d heftigheid van de pers en de opgewondenheid van het publiek. Uw land heeft bovendien de nuttige rol te spelen om bevredigend tusschen beide te treden. De internationale solidariteit is te sterk, dan dat men zich zou kunnen vleien, den ,,tertiu» gaudens" te zijn bij een twist, welke die ook zou zijn. Zoo er tusschen Engelschen en Duitsoïïers misverstanden bestaan, die vroeg of laat zullen verdwijnen, kan Frankrijk medehelpen om die uit den weg te ruimen." over kan verwond eren. dait de rijkskanselier niet aau de noodzakelijkheid van een oorlog tusschen Duiteohland en Engeland gelooft. „Opda'. echter het wederzijdsche vertrouwen, dat do rijkskanselier wensaht, hersteld kan worden, mag men er zich niet mee verge noegen te wenschen, dat wij niet den rol van den „tertius gaudens" (zich verheugende der del zullen spelen, maar moet men ons dui delijk toonen, dat men onze goede diensten wil aanvaarden, en dat bet niet de quaestio is ons met een aanval te bedreigen, waar van in het artikel van prof. Schiemann spra ke was." Het blad eindigt aldus: „De verklaringen van den Duitsdhen rijkskanselier bevatten veelbelovende aanwijzingen voor de toe komst. Zij bereiden de verwezenlijking van de wenschen, die zij bevatten voor, maar na de crisis, die wij zoo juist doorgemaakt heb ben, kunnen wij deze van verzoening ade mende verklaringen wel reeds als een gun stig voerteeken, dodh niet als eeu oplossing beschouwen." Duitschland. Vorst Von Bülow heeft in den morgen van den 4eu October een deputatie ontvan gen van de Straateburger zangvereeniging. Nadat buiten het hotel verschillende liede ren gezonden waren, overhandigde de presi dent aan Von Bülow het diploma van eere lid der vereeniging en hield daarbij e»en toe spraak tintelend van vaderlandsliefde. De Rijkskanselier gaf hierop bet volgende ant woord „Ik ben er trotsch op lidl te zijn van de Straatsburger zangvereeniging, en dat. niet slechts in mijn hoedanigheid van Rijkskanselier, maar ook als Duitscher, want Straatsburg en het Rijksland gaat iede re» goeden Duitscher aau het hart. De Duitsche liederen leggen een band, waarvan de kracht meermalen gebleken is in de ge schiedenis van de beweging naar de natio nale eenheid. Daarbij weet ik dat de Straats burger zangers van ouds bekend zijn om hun patriottische, echt Duitsche gevoelens en ik ben overtuigd dat- elk uwer ook in de toe komst in zijn land de apostel van het ger manisme zal blijven. Tk hoop derhalve dat de betrekkingen tusschen het Rijksland en het oude Duitschland steeds nauwer en har telijker zullen worden." Berlijn, 6 Oct. Van 5 tot 6 October 's mid dags zijn in Pruisen 2 nieuwe cholera-geval len aangegeven. Frankrijk. De Lanessan, de oud-minister van marine, schrijft in de Matin over de les van het con flict. Met dat conflict bedoelt hij de jongste wrijving tusschen Frankrijk en Duitschland over Marokko. Hij stelt de vraag, of Duitsch land bedreigingen had durven uiten, indien Frankrijk niet verzuimd had zijn strijdmacht te land en ter zee in voldoenden staat te hou den. Onze democratie, meent bij, beeft al t© willig geluisterd naar internationalistische toespraken en wilde zich wel in 9laap laten wiegen met de zinsbegoocheling, dat alle vol ken en alle regeeringen even verstandig wa ren als zijzelf. Als Frankrijk den staat van zijm leger en vloot ernstig onderzoekt, na gaat hoe het staat met de grenstroepen, de kustverdedigingsmiddelen, de forten die den eersten schok van een vijandelijken aanval te verduren zouden hebben, de batterijen, wier rol bet is de havenes te verdedigen tegen eeu invallende strijdmacht, dan zal het on getwijfeld begrijpen, waarom het bloot heeft gestaan aan dreigementen, die zijn trots kwetsten en zal het erkennen, wat gedaan moet worden om nieuwe conflicten in de toe komst te voorkomen. Een vriend van den oud-minister heeft dezen, naar aanleiding van de woorden van Von Bülow, een brief geschreven om hem te vragen of hij thans het oogenblik niet ge komen acht om verklaringen te geven. Delcassé antwoordde echter„Verklarin gen zouden een pleidooi wordenHet is beter do feiten te laten spreken, welker wel sprekendheid groot genoeg is." Naar aanleiding van deze uitlating, merkt do Köln. Zeit. op Wanneer de heer Delcassé nu maar de fei ten had aangewezen, die naar zijn meening welsprekend genoeg zijn. Thans moet worden geconstateerd, dat de vroegere minister van buitenlandsche zaken ook nu zwijgt, zooals hij gezwegen heeft tegenover de eenstemmige veroordeeling van zijne politiek door den be voegden rechter van zijn land, het parlement en de openbare meening in Frankrijk. Dit oordeel van Frankrijk echter was in dertij 1 hetzelfde als hetgeen gisteren door den Duit- schen rijkskanselier werd geveld over het karakter van Delcassé's politiek met betrek king tot Duitschland. Dat i9 een historisch feit dat spreekt, al schijnen velen in Frank rijk dat thans reeds weer vergeten te zijn. Engeland. Ook de Engelsche pers bespreekt de ver klaringen van Von Bülow, maar niet op een bijstoi' hartelijke wijze Alleen de Daily News kan er een paar vriendelijke woorden voor vinden, en spreekt van de „vriendelijke en openhartige verklaringen van den rijkskan selier," zonder echter ook verder van eenige ingenomenheid te doen blijken. Alle andere bladen zijn zelfs opvallend scherp. De Times en de Daily Mail, die in de campagne tegen Duitschland steeds aan de spits gaan, zien in de verklaringen van Von Bülow heel iets anders dan er mee bedoeld is. De Tijnes zegt, verrukt te zijn over de geestige causeriën van den rijkskanselier, die daarmee aan Heine herinnert, maar trekt toch de oprechtheid van Von Bülow sterk in twijfel. De Daily Mail trekt uit de inter views de conclusie, dat de Duitsche staats lieden erkennen dat zij een groote fout ge maakt hebben, torn zij de vijandige stem ming in Duitschland tegen Engeland aange wakkerd hebben. En verder zegt dat blad, dat Duitschland de laatste weken vergeefs getracht heeft een „kartel'' tegen het Eu gelsch-Japansche verdrag te vormen. Ten slotte zegt het blad nog, dat Enge land deze jongste toenadering met genoegen zal zien, maar als de stemming verbeteren zal, moeten op de woorden ook daden vol gen. De Standard is van oordeel, dat het zeker vleiend is, dat Duitschland Engeland's voor beeld op het pad der verzoening wil volgen, maar dat dit zoo openlijk, zoo eenvoudig en zoo snel geschiedt, geeft te denken. De Daily Graphic beschuldigd den ijks- kanselier openlijk van kwade trouw in do Marokkaansche aangelegenheid, waardoor voor langen tijd het vertrouwen tusschen Duitschland en Frankrijk verloren is gegaan. Wat de Duitech-Engelsche betrekkingen aan gaat, plaatst de Daily Graphic tegenover de scherpe uitlatingen van den Vorst regen de Engelsche ophitsers, de houding van de Duit sche regeering ten opzichte van de Duitsche bladen tijdens don Boeren-oorlog. De houding der Engelsche anti-Duitsche pers zou zeker weinig aandacht hoblien getrokken, als niet ook aan de overzijde menig scherp woord ge vallen was. De vriendschappelijke toenadering van den man, die deze uitingen ingaf, moet daarom met voorbehoud worden opgenomen. De Daily Telegraph ten slotte, zegt sarcas tisch Vorst von Bülow is plotseling eeu aanhanger der nieuwe diplomatie geworden, die men destijds jui9t in Berlijn zoo scherp afkeurde in Chamberlain, ofschoon deze niet do leider der buitenlandsche politiek was. Wat Von Bülow zeide van de groote schade, die een oorlog tusschen Engeland en Duitsch land voor beide volken zou hebben, daar tegen is niet® iu te brengen, zegt de Daily Telegraph. Maar dit argument moet, als het ten gunste van een toenadering te berde ge bracht wordt, men schel ijker opgevat worden. Niet in het belang van den vrede, die niet bedreigd is, maar met het oog op de weder zijdsche goede betrekkingen, moet gezegd worden, dat zulke weinig gelukkige rede wendingen van den rijkskanseliers meer ont stemming veroorzaken, dan hij gedroomd heeft. Do ruwheid der Duitsche politieke methoden zou in Engeland minder opvallen, als niet het feit duidelijk was, dat ze bijna alleen tegen Engeland en zijn vrienden in toepassing werden gebracht." Men ziet uit het bovenstaande, dat Von Bülow speciaal in Engeland geen bonne presse" heeft. Nu dit was ook niet te ver wachten. Spanje. De Spaansche ministerraad heeft onder voorzitterschap van den Koning zich in zijn jongste vergadering bezig gehouden met quaesties van binnenlandsoh© politiek, do troon lede en de tactiek die de regeering zal hebben te volgen tegenover bet parlement. Ten aanzien van de buitenlandsche politiek werden speciaal de uitnoodiging tot deelne ming aan de conferentie te 's G raven li age en de aanwijzing van Algcsiras als plaats van bijeenkomst voor de Marokko-conferentie be sproken. De Duitsche en de Fransche gezant heb ben aan dd regeering het. programma voor de Marokko-conferentie overhandigd en toe stemming gevraagd dat de conferentie te AI- gesiras bijeen zal komen. üe ministerraad zou over dit verzoek be raadslagen. Madrid, G Oct. Do Spaansche regeering heeft het programma voor de Marokko-con ferentie goedgekeurd ou het voorstel om die te Algesiras te houden, bereidwillig aange nomen. De Engelsche Koning is benoemd tot eere kolonel van het 8st© regiment infanterie van Zamora. Oosten rij ic. Parijscho bladen hebben uit Italiaansche bron vernomjen, dat Keizer Franz Joseph het voornemen zou hebben den winter in San Réino door te brengen. De Neuo Freie Presso meldt, dat in goed ingelichte kringen te Wcenen dat bericht als onjuist wordt beschouwd. Wcenen, G Oct. De beraadslagingen over do dringeudverklaring van do moties betref fende het algemeen kiesrecht werden voort gezet. De verschillende sprekers beantwoordende, herhaalde do minister-president zijne vroe- 7 DOOK VIRGINIE LOVELING. „Ja, ik ben 'tzei mijnheer Connehaye, de eene uitgestoken, kreupele hand! nauw dur vend aan te raken„ik breng" het. zelf," voeg de Hij. er bij, zich naar het oiretig toeziende meisje omwendend, terwijl! hij. in zij|n. vestzak tastte En toen stale hij vermanend den wijs vinger op, als wilde Hii| haar geem verwijt.-n doen' iu tegenwoordigheid der oude vrouw, maar schudde 't hoofd, dat hij niet meer zou geven. ,,'tls voor den dokter." zei Malviba luid in, antwoord op zijn heimelijke berisping. Ben uur later belde mij'niheer Connehaye aan het. huis vani reohter Slock. De meisjes waren juist van haar koffiepartijtje terugge komen. met- hoed en mantel aan. rechtstaan de in de eetzaal, het ginder gefbeurde en ver handelde vertellend. „Modeste Connehaye. directeur de la Ban pue générale du crédit." las haar vader, ver baasd het hem overhandigd kaartje aansta rend. „Connehaye!" de verwondering was alge meen. „Connehiaye!" hij| kwam daar nooit. En de bevreemding veranderde in zegevie rende verwachting, toen dé meid mededeelde dat hij naar madame gevraagd hiajd De oogen der meisjes blonken, er werd ge- g'icheld en gefluisterd. Zou mama bij, hem gaan?" „Ja." „Neen, neen." „Zou men hem in de intimiteit brengen; Ja. Én ei'wdelijik, nadat Hoeden en manteis weggedragen waren, het een en andier in orde gebracht, Luoette een boek genomicu had, mama een Handwerk, terwijl' Euphemie een paar actoorden op de piano sloeg, trok papa Slock om den bezoeker, die weldra, groetend en buigend, ook met een zegevierende gewaar wording, rijn intrede deed. En nu was het., of de Vader hem op zijn eigen, raad, zonder plicHtpilegiinigem als eoni ha bitué aanvaardde, zoo naturlijk scheen het verzameld gezelschap verrast over die komst. Mijnheer Connehaye was niet ver'egen, hij was dat nergens, waar of hij zich ook mocht bevinden. Welopgevoed, man van- T-ormeu, wat gereisd, kundig in rijtn vak, met tal van algemeene hoewel oppervlakkige kundigheden toegerust, kon Hij over alles medeprateu. Hij beaat een natuurlijke welfciprekendkeid1, of be ter gezogd een groote vaardigheid om wat hij zeggen wilde in een gekozen, zwierige» vorm uit te drukken onbewust van zijfn ietwat- on gunstig uiterlijk deed hij rich onbedwongen voor. Het hoffelijke van zijn zelfvertrouwen, het onwrikbaar bewustzijn zijner eigenwaarde deden bet gebrek aan bescheidenheid bij hem aldra vergeten. Hij had' goed gevonden rijn bezoek alhier door een boertig optreden te kruiden. „Hij was een bandiét." bekende hij, ,,er was een roof gepleegd ent hij gaf zich in de handen van 't gerechts" met een woordenspel op 't ambt des vaders, als zijnde de schuldige en tevens reikte hij Euphemie het- carnet je. Hij wiist er ook iets aangenaams voor haar bij te voegen!: hij was nieuwsgierig geweest, hij had het doorbladerd en hare menigvuldige dansers geteld. Neen, dat mocht liij] haar niet ontstelen, duit was een herinnering aan 't bal ©li het succès, dat ze er had genoten. En; Euphemie nam het blozend) aan, terwijl ale moeder zalig glimlachte, terwijl Lucette met Het oog op mijnheer Connehaye rich af vroeg', waarom de belachelijkheid het deel van onkelen uitmaakt, die het in 't- geheel niet of minder verdienen dan sommige anderen. Er werd gepraat, gezotmgen alles im 't fransch muziek gespeeld. Eindlelijk, ma do pendule gerlaad^ileegid' te hebben, Stomdl me vrouw Slock stilletjes op, slipte weg zonde»' gerucht, om ordé-rs te geven Voor het avond maal enliet was immers beter, dat de drie jongste» beneden atom Toen z terug kwam, had mijnheer Connehaye reeds zijn pelsrok aan en hield hii rijn hoed in de han-i „Welnu. hij wilde toch riiet weg zeker? Hij zou toch blijven soupee-ren Hij was immers een oude vriend van mijnheer SlockZij Had vaak van hem hooren spreken, zij wist, dat ze in de club samen soms met de kha.it speel den Mijtoiheer Slock ook drong nu aan. ..Bien oblige,'hij zou niets beter verlangd hebben, maar hij mocht nietdringende be zigheden, gaf Hiil voor, rijn hoed strijkend, on wankelbaar dn riünl besluit, ondanks den lek keren geur van gebraad, d'ie bovenkwam, door do half-geopende dient, hem met een verrader lijken schurkenstreek opi eens er aam herinne rend.. diat een omelet geen diner uitmaakt en dat hij "bepaald honger li ad. Hij liet echter geen wankelmoed toe en nam een heldhaftig besluit en een kort af scheid. Mijnheer Connehaye aanvaardde zelden iets elders en. bood nooit iets aan in rijn huis, en lioewel niemand bereidwilliger dan hij zijne danseressen op. bals of soirees ijsroom f cnampagnewij|n of ander lekkernijen hielp be zorgen, proefde hij aldaar zelf, misschien uit hooghartigheid, van niet». Hij- ging door voor een gierigaard, niet voor eeu tafelschuimer. De vier huisgenooten zagen elkander veel- beteekeneind aan zoodra hij heen wao. „Hij durft inaet aannemen, hij. is verlegen, lrii i& verliefd," verzekerde mevrouw Slock. „Een knap man," meende vader. „Et qui a tie la conversation," zei de moe- dier „En sympathiek, svmpatlviekriep Luoet te, in geestdrift voor den vermoedelijke n zwager Ontvlamd, terwijl een aandrang van teederheid haar eigen hart- naar Maurice dreef. „Eu leelijk, leelijk!" meesmuilde Euphe mie. „Wat. leelijk?" herhaalde haar vader, de schouders ophalend, als vond Hij dé op werping a-1 te gering om wederlegd! te worden. „Ja, en belachelijk," hield zij vol. „Gij zijt belachelijk," sprak hij', heel ern stig. „iemand volgens oen moer of minder fraaie gestalte of een. regelmatig of niet- regel matig aangericht te beoordeelen. En ik hoop, mijn dochter, dat indien de kans u gunstig blijft en mijpilieor Connehaye, wat ik vensch en vurig veaiamig voor uw geluk, ja uw g© luk," hernami hiil een glimlach, op haar lippen ziende, „ik hoop dat gij» niet. zoo dwaas zult wezen een eerlijk man. met schoone positie in de wereld uit moedwil tot ecHfgtenoot te wei geren," Neen, weigeren zou ze niet-, rij was er vast toe besloten, al wou ze 't niet bekennen maar dat opdagen van Ccamehaye als vermoe delijk pretendent verijdelde hare vage levens plau'nen, verstoorde hare gedrooonde idealen in een mengsel van voldanen hoogmoed en teleurgestelde geringschatting voor Wait het noodlot haar bood'. vn. Zom'ervreugdo. Het ging niet- zoo gereedélijk van stapel als meoii in 'haar huis in den roes dor verrassing dien- avond gedacht had. Wel scheen mijn heer Connehaye elke geLegenliid waar tc ne men om do juffrouw Slock tc naderen in ge zelschap hij bevondi riclh op. haai' weg en hielp haar te recht, allsi rij ecini nog ledige plaats zochten in die concertzaalHij kwam tusschen de bedrijven eons op hare lov? tik ken in liet theater, waar hij telkens scheen te weten dat ziji er zijfn zoudén want hij ont brak or zelden. De oogen van de beide meis jes zochten hem reeds van bij Het binnen tre ilen op een feestelijke gelegenheid. Lu eet.te vooral, en zij wees hom heimelijk aan Euphemie. Naar haar huis ging" Hij niet, 'hoewel i u 't algemeen dlaarioe door dé ouders uitgenoodigdhij schuwde misschien het ver wekken van opspraak, zoodht, wanneer de lente in aantocht was. het zeer twijfelbaar werd. of er van het- zoo gereedelijk gevormd huwelijksplan der familie Slock wel iets ko men z°u. .Tordi vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1