Sf°. 97. Eerste Blad.
4de Jaargang.
Zaterdag 7 October 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJNHEER CONNEHAYE.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden voor Amersfoort f 1.29.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Ad verten tiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 0.75.
Elke regel meer- O.I5.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bosman Toojrdeqlige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Bots
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Nog eens Frankrijk en Ouitsohland.
Dat de open Hartige wi waarop deDuit-
soke rijkskanselier tegenover twee Fransake
journalisten op ziek zelf reeds een op
merkelijk feit, dat de Duitsche rijkskan
selier zich liet interviewen door Fransohe
i ioumalisten over de aanleiding tot en de
I oplossing van het Marokkaansche geschil en
I de verhouding van Duitschland ten aanzien
der algemeene politiek heeft gesproken, in
de Fransohe pers niet onbesproken zou blij
ven, ligt voor de hand.
Het loont wel de moeite, om eens en
kele die) bladen de revue te laten passeeren.
Sommige erkennen, dot Von Biilow gelijk
had, anderen komen daartegen op. Zoo ver
klaren èn de Siècle èn de Gaiulois, dat Del
cassé door zijn politiek de oorzaak geweest
is der verwikkelingen. En de Action zegt
zelfs, dat de verklaringen van Von Biilow
een verpletterend bewijs daarvan leveren, dat
Delcassé niet zal kunnen weerleggen. Nu.,
Delcassé denkt daaraan ook niet. Hij" beeft
immers wij vermeldden het gisteren
reeds tegenover een vriend zich uitgela
ten. dat tegenspraak zijnerzijds een zelfver
dediging zou worden die hij niet wilde, en
dat men de feiten moest laten spreken ge
lijk die reeds spraken. Terecht vroeg de
Kö'n. Ztg. welke dan deze feiten waren.
Delcasié had die meteen wel even mogen
noemen
Er zijn natuurlijk ook bladen, die in an
deren zin spreken. Zoo de République Fran-
?aise, die op heel naicven toon vraagt:
..Maar wie heeft dan toch Duitschland wil
len iso.'eeren en wie heeft tegen Duitsckland
vijandige plannen gesmeed? Frankrijk en
1 het Fransohe volk toch zeker niet."
Ook hetgeen Von Biilow zeide ten aan
zien var de verhouding tusschen Duitsch
land en Frankrijk in het algemeen, wordt
verschillend beoordeeld. In de Echo de Pa
ris schrijft ,.een diplomaat" over hetgeen
Von Bülow daarvan zei o.a.„Men bewijst
ons slecht te kennen, als men gelooft, dat
Frankrijk bereid is den plotselinge®. omme
keer in de kooi ding van Duifcseh.land te er
kennen Was de heftige perscampagne aan
de overzijde van den Rijn tegen ons gevoerd
dan slechts een droom? Von Biilow moet de
scherpe artikelen in de Duitsche officieuse
bladen nog maar eens nalezen. Hij poogt
ons thans te winnen met zoete woordjes. Wij
betwijfelen het niet, als Duitschland zegt,
dat kei oprecht is, maar wij zullen eerst
eens afwachten of het op de conferentie
daarvan het bewijs zal Leverei."
Ook de Figaro toont zich in dat opzicht
wantrouwend en vraagt naar bewijzen voor
de bewering van Von Bülow, dat Duitsch
land reeds lang in zijn politiek gestreefd
heeft naar verbetering der betrekkingen met
Frankrijk. De Köln. Ztg. merkt hiertegen
over op dat het blad die bewijfzen in over
vloed kan vindien in de dossiers op den
Quiai d'Orsay.
De Figaro eindigt aldus: „Vorst Von Bü
low wil, dat Frankrijk de vredesduif tus-
sohen Engeland n Duitschland zal wor
den Maar hij zwijgt over het loon, dat
De rijkskanselier sprak tegenover den
medewerker van den Temps ook over de alge
meene politiek van Duitschland. Wij hebben
den eerlijken makelaar toekomt, diat daarop
schijnt te zullen neerkomen, dat men ons
het naakte leven laat."
De République Franjaise gaat nog verder
en legt de woorden van den rijkskanselier over
de rol, die Frankrijk in de betrekkingen tus-
schen Engeland en Duitschland zou kunnen
spelen wit, als een verborgen herhaling van
hetgeen de Duitsche professor Schiemann
gezegd heeft, nl. dat Frankrijk kiezen
moet tusschen Duitschland en Engeland. Het
blad eindigt echter met de verklaring, dat
Frankrijk den vrede wil.
Ook hier zijn weer de Gaulois en de Siècle
het met Von Bülow eens, dat het de plicht
va.n Frankrijk is om zelf mede te werken
aan dei, vrede. De Gaulois zegt o. a.„Zou
den wij niet een pressie op Engeland kun
ne'- uitoefenen in dien zin, dat het zijn
twistpunten met Duitsckland, die van eoo-
nomischen aard zijn, op economisch gebied
uitvecht? Onze plicht is het dit te probee-
ren. en opdat onze pogingen gevolg zullen
hebben, moeten wij luide verklaren, dat de
Fransohe soldaten, slechts aan Frankrijk be-
hooren en vreemde mogendheden niet bij
ons de landtroepen, die zdj| noodig hebbek,
kunnen halen." En de Siècle vraagt„Zou
niet juist Frankrijk een benijdenswaardige
rol spelen, en voor Europa, zoowel als voor
de ganecbe wereld nuttig werken, als het
zijn welwillende bemiddeling aanbood tus
schen Engeland en Duitschland?
Van de Fransche pers willen wij ten slot
te nog bet Journal des Débats aanhalen,
dat verklaart, dat de verklaringen van Von
Bülow over de oorzaken, die Duitschland
leidde tot zijn stelling nemen in de Marok-
kaanscue quaestie, gerechtvaardigd zijn; het
blad heeft zelf steeds de politiek, die Von Bü
low voo.- Duitschland beleedigend verklaarde,
afgekeurd. „Wij erkennen volmondig, dat
onze politiek, die aam één enkel persoon was
overgelaten, de Marokkaansche quaestie on-
noodig op een voor Duitschland onvriende
lijke wijze behandeld heeft," zegt het blad.
Ten aanzien van de algemeene verhouding
tusschen Duitschland en Frankrijk zegt het
Journal des Débats, dat niemand er zich
gisteren in ons overzicht alleen vermeld, wat
over de betrekkingen tot Frankrijk gezegd werd.
Ten aanzien van de verhouding tot Engeland
zeide Von Bülow
„Gij hebt mij gezegd, dat men zich in Frank
rijk afvraagt, of er in Duitschland niet de bij
gedachte bestaat, dat wij u zouden willen dwin
gen om partij te kiezen voor ons tegen Enge
land, u mee te sleepen in een conflict, dat naar
men zegt, onvermijdelijk is. Over dit punt wil
ik mij gaarne uitspreken.
Ik weet wel, dat er menschen zijn die een
noodlottigen oorlog voorspellen tusschen Enge
land en Duitschland. Minister Tittoni zeide
Zaterdag, dat hij niet aan dezen oorlog geloofde.
Ik voor mij ga verder, ik zeg dat het een dwaas
heid is dien oorlog als onvermijdelijk voor te
stellen. Duitschland en Engeland zouden elkan
der te veel afbreuk doen "zij zullen deze proef
niet wagen, en ik durf verzekeren dat de regee
ringen te Londen en te Berlijn te veel verant
woordelijkheidsgevoel ^bben om zich te laten
influenceeren door d heftigheid van de pers
en de opgewondenheid van het publiek.
Uw land heeft bovendien de nuttige rol te
spelen om bevredigend tusschen beide te treden.
De internationale solidariteit is te sterk, dan
dat men zich zou kunnen vleien, den ,,tertiu»
gaudens" te zijn bij een twist, welke die ook
zou zijn.
Zoo er tusschen Engelschen en Duitsoïïers
misverstanden bestaan, die vroeg of laat zullen
verdwijnen, kan Frankrijk medehelpen om die
uit den weg te ruimen."
over kan verwond eren. dait de rijkskanselier
niet aau de noodzakelijkheid van een oorlog
tusschen Duiteohland en Engeland gelooft.
„Opda'. echter het wederzijdsche vertrouwen,
dat do rijkskanselier wensaht, hersteld kan
worden, mag men er zich niet mee verge
noegen te wenschen, dat wij niet den rol van
den „tertius gaudens" (zich verheugende der
del zullen spelen, maar moet men ons dui
delijk toonen, dat men onze goede diensten
wil aanvaarden, en dat bet niet de quaestio
is ons met een aanval te bedreigen, waar
van in het artikel van prof. Schiemann spra
ke was."
Het blad eindigt aldus: „De verklaringen
van den Duitsdhen rijkskanselier bevatten
veelbelovende aanwijzingen voor de toe
komst. Zij bereiden de verwezenlijking van
de wenschen, die zij bevatten voor, maar na
de crisis, die wij zoo juist doorgemaakt heb
ben, kunnen wij deze van verzoening ade
mende verklaringen wel reeds als een gun
stig voerteeken, dodh niet als eeu oplossing
beschouwen."
Duitschland.
Vorst Von Bülow heeft in den morgen
van den 4eu October een deputatie ontvan
gen van de Straateburger zangvereeniging.
Nadat buiten het hotel verschillende liede
ren gezonden waren, overhandigde de presi
dent aan Von Bülow het diploma van eere
lid der vereeniging en hield daarbij e»en toe
spraak tintelend van vaderlandsliefde. De
Rijkskanselier gaf hierop bet volgende ant
woord „Ik ben er trotsch op lidl te zijn
van de Straatsburger zangvereeniging, en
dat. niet slechts in mijn hoedanigheid van
Rijkskanselier, maar ook als Duitscher,
want Straatsburg en het Rijksland gaat iede
re» goeden Duitscher aau het hart. De
Duitsche liederen leggen een band, waarvan
de kracht meermalen gebleken is in de ge
schiedenis van de beweging naar de natio
nale eenheid. Daarbij weet ik dat de Straats
burger zangers van ouds bekend zijn om hun
patriottische, echt Duitsche gevoelens en ik
ben overtuigd dat- elk uwer ook in de toe
komst in zijn land de apostel van het ger
manisme zal blijven. Tk hoop derhalve dat
de betrekkingen tusschen het Rijksland en
het oude Duitschland steeds nauwer en har
telijker zullen worden."
Berlijn, 6 Oct. Van 5 tot 6 October 's mid
dags zijn in Pruisen 2 nieuwe cholera-geval
len aangegeven.
Frankrijk.
De Lanessan, de oud-minister van marine,
schrijft in de Matin over de les van het con
flict. Met dat conflict bedoelt hij de jongste
wrijving tusschen Frankrijk en Duitschland
over Marokko. Hij stelt de vraag, of Duitsch
land bedreigingen had durven uiten, indien
Frankrijk niet verzuimd had zijn strijdmacht
te land en ter zee in voldoenden staat te hou
den. Onze democratie, meent bij, beeft al t©
willig geluisterd naar internationalistische
toespraken en wilde zich wel in 9laap laten
wiegen met de zinsbegoocheling, dat alle vol
ken en alle regeeringen even verstandig wa
ren als zijzelf. Als Frankrijk den staat van
zijm leger en vloot ernstig onderzoekt, na
gaat hoe het staat met de grenstroepen, de
kustverdedigingsmiddelen, de forten die den
eersten schok van een vijandelijken aanval
te verduren zouden hebben, de batterijen,
wier rol bet is de havenes te verdedigen tegen
eeu invallende strijdmacht, dan zal het on
getwijfeld begrijpen, waarom het bloot heeft
gestaan aan dreigementen, die zijn trots
kwetsten en zal het erkennen, wat gedaan
moet worden om nieuwe conflicten in de toe
komst te voorkomen.
Een vriend van den oud-minister heeft
dezen, naar aanleiding van de woorden van
Von Bülow, een brief geschreven om hem te
vragen of hij thans het oogenblik niet ge
komen acht om verklaringen te geven.
Delcassé antwoordde echter„Verklarin
gen zouden een pleidooi wordenHet is
beter do feiten te laten spreken, welker wel
sprekendheid groot genoeg is."
Naar aanleiding van deze uitlating,
merkt do Köln. Zeit. op
Wanneer de heer Delcassé nu maar de fei
ten had aangewezen, die naar zijn meening
welsprekend genoeg zijn. Thans moet worden
geconstateerd, dat de vroegere minister van
buitenlandsche zaken ook nu zwijgt, zooals
hij gezwegen heeft tegenover de eenstemmige
veroordeeling van zijne politiek door den be
voegden rechter van zijn land, het parlement
en de openbare meening in Frankrijk. Dit
oordeel van Frankrijk echter was in dertij 1
hetzelfde als hetgeen gisteren door den Duit-
schen rijkskanselier werd geveld over het
karakter van Delcassé's politiek met betrek
king tot Duitschland. Dat i9 een historisch
feit dat spreekt, al schijnen velen in Frank
rijk dat thans reeds weer vergeten te zijn.
Engeland.
Ook de Engelsche pers bespreekt de ver
klaringen van Von Bülow, maar niet op een
bijstoi' hartelijke wijze Alleen de Daily News
kan er een paar vriendelijke woorden voor
vinden, en spreekt van de „vriendelijke en
openhartige verklaringen van den rijkskan
selier," zonder echter ook verder van eenige
ingenomenheid te doen blijken. Alle andere
bladen zijn zelfs opvallend scherp.
De Times en de Daily Mail, die in de
campagne tegen Duitschland steeds aan de
spits gaan, zien in de verklaringen van Von
Bülow heel iets anders dan er mee bedoeld
is. De Tijnes zegt, verrukt te zijn over de
geestige causeriën van den rijkskanselier, die
daarmee aan Heine herinnert, maar trekt
toch de oprechtheid van Von Bülow sterk in
twijfel. De Daily Mail trekt uit de inter
views de conclusie, dat de Duitsche staats
lieden erkennen dat zij een groote fout ge
maakt hebben, torn zij de vijandige stem
ming in Duitschland tegen Engeland aange
wakkerd hebben. En verder zegt dat blad,
dat Duitschland de laatste weken vergeefs
getracht heeft een „kartel'' tegen het Eu
gelsch-Japansche verdrag te vormen.
Ten slotte zegt het blad nog, dat Enge
land deze jongste toenadering met genoegen
zal zien, maar als de stemming verbeteren
zal, moeten op de woorden ook daden vol
gen.
De Standard is van oordeel, dat het zeker
vleiend is, dat Duitschland Engeland's voor
beeld op het pad der verzoening wil volgen,
maar dat dit zoo openlijk, zoo eenvoudig en
zoo snel geschiedt, geeft te denken.
De Daily Graphic beschuldigd den ijks-
kanselier openlijk van kwade trouw in do
Marokkaansche aangelegenheid, waardoor
voor langen tijd het vertrouwen tusschen
Duitschland en Frankrijk verloren is gegaan.
Wat de Duitech-Engelsche betrekkingen aan
gaat, plaatst de Daily Graphic tegenover de
scherpe uitlatingen van den Vorst regen de
Engelsche ophitsers, de houding van de Duit
sche regeering ten opzichte van de Duitsche
bladen tijdens don Boeren-oorlog. De houding
der Engelsche anti-Duitsche pers zou zeker
weinig aandacht hoblien getrokken, als niet
ook aan de overzijde menig scherp woord ge
vallen was. De vriendschappelijke toenadering
van den man, die deze uitingen ingaf, moet
daarom met voorbehoud worden opgenomen.
De Daily Telegraph ten slotte, zegt sarcas
tisch Vorst von Bülow is plotseling eeu
aanhanger der nieuwe diplomatie geworden,
die men destijds jui9t in Berlijn zoo scherp
afkeurde in Chamberlain, ofschoon deze niet
do leider der buitenlandsche politiek was.
Wat Von Bülow zeide van de groote schade,
die een oorlog tusschen Engeland en Duitsch
land voor beide volken zou hebben, daar
tegen is niet® iu te brengen, zegt de Daily
Telegraph. Maar dit argument moet, als het
ten gunste van een toenadering te berde ge
bracht wordt, men schel ijker opgevat worden.
Niet in het belang van den vrede, die niet
bedreigd is, maar met het oog op de weder
zijdsche goede betrekkingen, moet gezegd
worden, dat zulke weinig gelukkige rede
wendingen van den rijkskanseliers meer ont
stemming veroorzaken, dan hij gedroomd
heeft. Do ruwheid der Duitsche politieke
methoden zou in Engeland minder opvallen,
als niet het feit duidelijk was, dat ze bijna
alleen tegen Engeland en zijn vrienden in
toepassing werden gebracht."
Men ziet uit het bovenstaande, dat Von
Bülow speciaal in Engeland geen bonne
presse" heeft. Nu dit was ook niet te ver
wachten.
Spanje.
De Spaansche ministerraad heeft onder
voorzitterschap van den Koning zich in zijn
jongste vergadering bezig gehouden met
quaesties van binnenlandsoh© politiek, do
troon lede en de tactiek die de regeering zal
hebben te volgen tegenover bet parlement.
Ten aanzien van de buitenlandsche politiek
werden speciaal de uitnoodiging tot deelne
ming aan de conferentie te 's G raven li age en
de aanwijzing van Algcsiras als plaats van
bijeenkomst voor de Marokko-conferentie be
sproken.
De Duitsche en de Fransche gezant heb
ben aan dd regeering het. programma voor
de Marokko-conferentie overhandigd en toe
stemming gevraagd dat de conferentie te AI-
gesiras bijeen zal komen.
üe ministerraad zou over dit verzoek be
raadslagen.
Madrid, G Oct. Do Spaansche regeering
heeft het programma voor de Marokko-con
ferentie goedgekeurd ou het voorstel om die
te Algesiras te houden, bereidwillig aange
nomen.
De Engelsche Koning is benoemd tot eere
kolonel van het 8st© regiment infanterie van
Zamora.
Oosten rij ic.
Parijscho bladen hebben uit Italiaansche
bron vernomjen, dat Keizer Franz Joseph
het voornemen zou hebben den winter in
San Réino door te brengen.
De Neuo Freie Presso meldt, dat in goed
ingelichte kringen te Wcenen dat bericht
als onjuist wordt beschouwd.
Wcenen, G Oct. De beraadslagingen over
do dringeudverklaring van do moties betref
fende het algemeen kiesrecht werden voort
gezet.
De verschillende sprekers beantwoordende,
herhaalde do minister-president zijne vroe-
7 DOOK
VIRGINIE LOVELING.
„Ja, ik ben 'tzei mijnheer Connehaye, de
eene uitgestoken, kreupele hand! nauw dur
vend aan te raken„ik breng" het. zelf," voeg
de Hij. er bij, zich naar het oiretig toeziende
meisje omwendend, terwijl! hij. in zij|n. vestzak
tastte En toen stale hij vermanend den wijs
vinger op, als wilde Hii| haar geem verwijt.-n
doen' iu tegenwoordigheid der oude vrouw,
maar schudde 't hoofd, dat hij niet meer zou
geven.
,,'tls voor den dokter." zei Malviba luid
in, antwoord op zijn heimelijke berisping.
Ben uur later belde mij'niheer Connehaye
aan het. huis vani reohter Slock. De meisjes
waren juist van haar koffiepartijtje terugge
komen. met- hoed en mantel aan. rechtstaan
de in de eetzaal, het ginder gefbeurde en ver
handelde vertellend.
„Modeste Connehaye. directeur de la Ban
pue générale du crédit." las haar vader, ver
baasd het hem overhandigd kaartje aansta
rend.
„Connehaye!" de verwondering was alge
meen. „Connehiaye!" hij| kwam daar nooit.
En de bevreemding veranderde in zegevie
rende verwachting, toen dé meid mededeelde
dat hij naar madame gevraagd hiajd
De oogen der meisjes blonken, er werd ge-
g'icheld en gefluisterd. Zou mama bij, hem
gaan?"
„Ja."
„Neen, neen."
„Zou men hem in de intimiteit brengen;
Ja.
Én ei'wdelijik, nadat Hoeden en manteis
weggedragen waren, het een en andier in orde
gebracht, Luoette een boek genomicu had,
mama een Handwerk, terwijl' Euphemie een
paar actoorden op de piano sloeg, trok papa
Slock om den bezoeker, die weldra, groetend
en buigend, ook met een zegevierende gewaar
wording, rijn intrede deed.
En nu was het., of de Vader hem op zijn
eigen, raad, zonder plicHtpilegiinigem als eoni ha
bitué aanvaardde, zoo naturlijk scheen het
verzameld gezelschap verrast over die komst.
Mijnheer Connehaye was niet ver'egen, hij
was dat nergens, waar of hij zich ook mocht
bevinden. Welopgevoed, man van- T-ormeu,
wat gereisd, kundig in rijtn vak, met tal van
algemeene hoewel oppervlakkige kundigheden
toegerust, kon Hij over alles medeprateu. Hij
beaat een natuurlijke welfciprekendkeid1, of be
ter gezogd een groote vaardigheid om wat hij
zeggen wilde in een gekozen, zwierige» vorm
uit te drukken onbewust van zijfn ietwat- on
gunstig uiterlijk deed hij rich onbedwongen
voor.
Het hoffelijke van zijn zelfvertrouwen, het
onwrikbaar bewustzijn zijner eigenwaarde
deden bet gebrek aan bescheidenheid bij hem
aldra vergeten.
Hij had' goed gevonden rijn bezoek alhier
door een boertig optreden te kruiden.
„Hij was een bandiét." bekende hij, ,,er
was een roof gepleegd ent hij gaf zich in de
handen van 't gerechts" met een woordenspel
op 't ambt des vaders, als zijnde de schuldige
en tevens reikte hij Euphemie het- carnet je.
Hij wiist er ook iets aangenaams voor haar bij
te voegen!: hij was nieuwsgierig geweest, hij
had het doorbladerd en hare menigvuldige
dansers geteld. Neen, dat mocht liij] haar niet
ontstelen, duit was een herinnering aan 't bal
©li het succès, dat ze er had genoten.
En; Euphemie nam het blozend) aan, terwijl
ale moeder zalig glimlachte, terwijl Lucette
met Het oog op mijnheer Connehaye rich af
vroeg', waarom de belachelijkheid het deel van
onkelen uitmaakt, die het in 't- geheel niet of
minder verdienen dan sommige anderen.
Er werd gepraat, gezotmgen alles im 't
fransch muziek gespeeld. Eindlelijk, ma do
pendule gerlaad^ileegid' te hebben, Stomdl me
vrouw Slock stilletjes op, slipte weg zonde»'
gerucht, om ordé-rs te geven Voor het avond
maal enliet was immers beter, dat de
drie jongste» beneden atom Toen z terug
kwam, had mijnheer Connehaye reeds zijn
pelsrok aan en hield hii rijn hoed in de han-i
„Welnu. hij wilde toch riiet weg zeker? Hij
zou toch blijven soupee-ren Hij was immers
een oude vriend van mijnheer SlockZij Had
vaak van hem hooren spreken, zij wist, dat
ze in de club samen soms met de kha.it speel
den
Mijtoiheer Slock ook drong nu aan.
..Bien oblige,'hij zou niets beter verlangd
hebben, maar hij mocht nietdringende be
zigheden, gaf Hiil voor, rijn hoed strijkend, on
wankelbaar dn riünl besluit, ondanks den lek
keren geur van gebraad, d'ie bovenkwam, door
do half-geopende dient, hem met een verrader
lijken schurkenstreek opi eens er aam herinne
rend.. diat een omelet geen diner uitmaakt en
dat hij "bepaald honger li ad.
Hij liet echter geen wankelmoed toe en
nam een heldhaftig besluit en een kort af
scheid.
Mijnheer Connehaye aanvaardde zelden
iets elders en. bood nooit iets aan in rijn huis,
en lioewel niemand bereidwilliger dan hij
zijne danseressen op. bals of soirees ijsroom f
cnampagnewij|n of ander lekkernijen hielp be
zorgen, proefde hij aldaar zelf, misschien uit
hooghartigheid, van niet». Hij- ging door voor
een gierigaard, niet voor eeu tafelschuimer.
De vier huisgenooten zagen elkander veel-
beteekeneind aan zoodra hij heen wao.
„Hij durft inaet aannemen, hij. is verlegen,
lrii i& verliefd," verzekerde mevrouw Slock.
„Een knap man," meende vader.
„Et qui a tie la conversation," zei de moe-
dier
„En sympathiek, svmpatlviekriep Luoet
te, in geestdrift voor den vermoedelijke n
zwager Ontvlamd, terwijl een aandrang van
teederheid haar eigen hart- naar Maurice
dreef.
„Eu leelijk, leelijk!" meesmuilde Euphe
mie.
„Wat. leelijk?" herhaalde haar vader, de
schouders ophalend, als vond Hij dé op werping
a-1 te gering om wederlegd! te worden.
„Ja, en belachelijk," hield zij vol.
„Gij zijt belachelijk," sprak hij', heel ern
stig. „iemand volgens oen moer of minder
fraaie gestalte of een. regelmatig of niet- regel
matig aangericht te beoordeelen. En ik hoop,
mijn dochter, dat indien de kans u gunstig
blijft en mijpilieor Connehaye, wat ik vensch
en vurig veaiamig voor uw geluk, ja uw g©
luk," hernami hiil een glimlach, op haar lippen
ziende, „ik hoop dat gij» niet. zoo dwaas zult
wezen een eerlijk man. met schoone positie in
de wereld uit moedwil tot ecHfgtenoot te wei
geren,"
Neen, weigeren zou ze niet-, rij was er vast
toe besloten, al wou ze 't niet bekennen
maar dat opdagen van Ccamehaye als vermoe
delijk pretendent verijdelde hare vage levens
plau'nen, verstoorde hare gedrooonde idealen
in een mengsel van voldanen hoogmoed en
teleurgestelde geringschatting voor Wait het
noodlot haar bood'.
vn.
Zom'ervreugdo.
Het ging niet- zoo gereedélijk van stapel als
meoii in 'haar huis in den roes dor verrassing
dien- avond gedacht had. Wel scheen mijn
heer Connehaye elke geLegenliid waar tc ne
men om do juffrouw Slock tc naderen in ge
zelschap hij bevondi riclh op. haai' weg en
hielp haar te recht, allsi rij ecini nog ledige
plaats zochten in die concertzaalHij kwam
tusschen de bedrijven eons op hare lov? tik
ken in liet theater, waar hij telkens scheen te
weten dat ziji er zijfn zoudén want hij ont
brak or zelden. De oogen van de beide meis
jes zochten hem reeds van bij Het binnen tre
ilen op een feestelijke gelegenheid.
Lu eet.te vooral, en zij wees hom heimelijk
aan Euphemie. Naar haar huis ging" Hij niet,
'hoewel i u 't algemeen dlaarioe door dé ouders
uitgenoodigdhij schuwde misschien het ver
wekken van opspraak, zoodht, wanneer de
lente in aantocht was. het zeer twijfelbaar
werd. of er van het- zoo gereedelijk gevormd
huwelijksplan der familie Slock wel iets ko
men z°u.
.Tordi vervolgd.