K*. 146. Tweede Blad.
4rde Jaargang, j
Zaterdag 25 November 1905.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Schuman's Faustscènen.
RSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort 1.29.
Idem franco per post. - 1./9.
Afzonderlijke nummers- 0.09.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regel.0.75.
Elke regel meer0.19.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad hij abonnement. Eene
circnlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-IND1É.
Goa.
De volgende telegrammen zijn ontleend
aaai het Bat. Nbld.
Buitenzorg, 19 Oct.
De gouverneur van Celebes seinde lieden
De radja van Goa, tegen Dinsdag 17 dezer,
oui tien uur opgeroepen, zond om elf uur
een brief dat hij ziek was en njiet komen
kon. Hij erkende de echtheid zijner h and-
teekening op den brief aan den regent van
Bontbaiu en verzocht mij ten zijnent te ko
men. Hem is geantwoord, dat ik hem tijd,
gaf om bij mij te komen tot Woensdagna
middag vijf uur, omdat mij bekend was dat
hij niet ziek was. Indieti hij niet zou komen,
dan zou ik ten zijnent komen, voorafgegaan
door troepen. Nog Dinsdagavond ontving ik
antwoord van den radja met verzoek te ko
men zooals vroeger steeds gebruikelijk was.
Dit verzoek is niet bsanti -oord. P radja
was er gisteren niet op den aangegeven tijd,
zoodat hedenochtend kolonel Van Loepen
met een bataljon, cavalerie en artillerie C a,
is binnengerukt. Ik verwacht opening dor
vijandelijkheden, zoodra de Goasclie grens
wordt overschreden.
Buitenzorg. 19 -"Ut.
De gouverneur van Cel hes seinde nader
aan de Regeering:
Do radja van Goa wacht mij in zijn wo
ning, Ik ga derwaarts.
Makassar, 19 Oot.
De radja van Goa, door den gouverneur
opgeroepen om zich te verantwoorden over
zijn houding in den laatsten tijd, weigerde
te komen onder voorwendsel van ziekte. D
gouvereur gaf hem nogmaals tijd tot Wc us-
dagnamiddag vijf uur, onder mededeel;ng
dab, als hij niet kwam, de gouverneur tot
hem zou komen, voorafgegaan door troepen.
De troepen staan nu tot den afnviaoh ge
reed hevige tegenstand wordt venvacht
zoodra do Goasche grens is overschreden.
Tweede telegram.
Hedenmorgen om acht uur zijn drie com-
pagniën van het negende bxtalion, ej:i com
pagnie van het achtste bataljon, twee pele-
tons eaevalerie, artillerie en genie en trein
naar Goa opgerukt. Dj gewestelijke com
mandant overste Michielsen is mede gegaan.
De vorst van Goa heeft zich heden goed
schiks overgegeven. De rijksbestierder en
diens aanhang zijn door onze troepen nog
uieb ontmoet. Men verwacht tegenstand.
Makassar, 20 Oct.
Op de conferentie van den gouverneur
Krcese en den vorst van C - wend een nieuw
contract geteckend.
De gouverneur ei :hte de uitlevering van
alle vuurwapens binnen ecu etmaal.
Gisterenavond echter kwam een spoedbe
richt uit het hoofdkwartier, meldende dat
de vorst gevlucht was. Men verwachtte toen
een aanval zoowel op het bivak te Djongaja
als op Makarir, en diensvolgens werd van/
elf uur 's avonds tot vijf uur in den morgen
do grens bewaakt door troepen van hier.
De nacht verstreek echter rustig.
Makassar, 21 Oct.
Den 19en October werd uitgerukt met
vier compagniën infanterie en hulpwagens
naar Djongala, waar de radja van Goa in
zijn „paleis"' werd aangetroffen. Na onder
handel ngen met den gouverneur werd de
vorst beboet met tienduizend gulden den
volgenden dag te betalen. Hij toekende de
At joh-verklaring, doch vluchtte 's nachts.
Den 20en October werd 00°. rukt naar
Goenoegsari en Pandjang. De vijand 1 >ori
tegenstand, waarbij Gesneuveld zijn twee
minderen en vijf paarden, gewond werden
vijf minderen. De verliezen des vijands wor
den op 150 dooden geschat. De antilleriq
11am krachtdadig deel aan het gevecht, dab
tot twee uur duurde. De nacht van 20 op 21.
dezer verliep rustig.
Bali.
Aan het kort verslag der afdeelinj.:: Boe-
leleng en Djembrana der residentie Bali en
Lombok, over de maand Augustus, zijn de
navolgende bijzonderheden ontleend:
Do politieke toestand van Badoeng bleef
onveranderd. Bij brief van 18 Augustus j.l.
verzetten do radja's zich tegen het heffen,
van uitvoerrechten door het gouvernement
binnen hunne territoriale wateren en ander
maal tegen de inbeslagneming door Hr. Ms.
„-iataram" van goederen, waarmede over
treding was gepleegd van d: ordonnantie in
Staatsblad 1905 no. 309 en verzoohten
spoedige teruggave va.n de huns inziens on
rechtmatig geheven goederen. Verder ver
klaarden zij niet genege,, en ook niet 1 n
staat te zijn de kcj'.:n van de blok koerend©
schepen te vergoeden, zelfs al hadden zij de
belangrijke schade ten gevolge van de afslui
ting van hun land niet geleden en herhaal
den het verzoek om de schepen terug to roe
pen en spoedig eene rechtvaardige beslissing
te nemen in zake de schade en het leed aanj
hen en aan de bevolking veroorzaakt.
Op dit schrijven, dat in substantie eene
herhaling is van vroeger ontvangen on reeds
beantwoorde brieven, is geen beschetil ge
geven.
Ten einde te voorkomen, dat onzerzijds
tolrechten geheven worden, hebben de rad
ja's volgens van verschillende zijden ontvan
gen informaties dien uitvoer over Z3e verbo
den, tenzij de uitvoerders z:oh verbinden
geene uitvoerrechten aan de schepen te be
talen. Van 20 tot en nvt 31 Augustus jl. is
dan ook niets uitgevoerd, ondanks ter reede
Benoea vele wangkangs zijn gekomen om lar
ding te halen. Op aandringen van Chinec-
sche en Boegineesche handelaren moet 11a
laatstgemelde 11 datum de concessie gedaan,
zijn om de producten voor de uitvaardiging)
van het verbod opgekocht te verschepen.
Twee vaartii'gien hebben daarop, een op 2 en
een op 5 dezer, Bonce x en ti--rangan met la
ding verlaten. Sedert korten tijd is ook di
uitvoer ov?r land van Badoeng na&r Gianjar
verboden en zijn voor de handhaving daar
van in eenige grensdesrsa's wachtposten op
gericht. Volgens de berichten worden weder
producten naar Tabauan vervoerd en van>
dat landschap nog steeds de bencod'gde im-
v oer artikelen betrokken.
Ceram.
Van den resident van Amboina werd 21
October het volgende te'er am ontvangen,
gedateerd 14 October.
Op 3 October hebben zich onderworpen de
radja's van Honitetoe en Rocmatitou, eiland
Oer aan. Laatstgenoemd landschap behoort
tot Honitetoe. Zij zijn per ..Arend,, her
waarts overgevoerd, hunne onderwerping is
aangenomen onder nader vast te stellen voor
waarden. Thans rc .'.s zullen maatregelen
worden genomen tot aanleg van wegen met
behulp der onderworpen .titifoere van Honi-
tetcedeze thans tot ontwapening te dwin
gen. acht de colonne-commandani eerst mo
gelijk, wanneer vol dom de macht aanwezig is
0111 gelijktijdig de overige, thans nog nieb
onderworpen stammen, te ontwapenenan
ders blijft ons de verplichting Honitetoe ten,
allen tijde tegen hem vjr.ndig© Alifoeroe-
stammen te beschermen. Immers in verband
met haar onderwerping als een gevolg van;
ons optreden, zijn thm overige stam
men in het buitenland haar vijandig gezimd.
De beid© onderworpen Radja's zijn heden
naar Honitetoe teruggekeerd.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 24 November.
Geopend ll£ ure.
Indische begrooting 1906.
Hoofdstuk II (uitgaven in Indië.)
De behandeling wordt voortgezet.
Bij de IVe Afdceling (Binnenlandsch Be
stuur) herhaalt de heer Van Kol zijn
klacht over de onveiligheid op Java en ver
zoekt hij den Min. nu eens te trachten daar
in afdoende verbetering te brengen. Voorts
verzoekt hij dat de Reg. in Indië als bemid
delaar zal optreden bij het verhuren van
gronden aan inlanders. Spr. bepleit Staats-
explo-tatie van de suikerindustrie. Verder
wijst hij op de bloedige- onlusten op Soera-
ba ja, tengevolge van daar bestaande mis
standen.
Terwille van enkele kapitalisten mag niet
zulk eeu ondragelijke druk op de inlanders
gelegd worden. Gaarne ontving- Spr. eenige
inlichtingen omtrent de voorgenomen reor
ganisatie van het Binnenl. Best au»
De heer Van Deventer zou liet niet
wenschelijk achten hier over onderd-. tien der
reorganisatie van het B. B. te spreken zon
der dat de Ind. Reg. daarover geraadpleegd
is. Wij moeten ons voorloopig tevreden stel
len met de toezegging, dat het hofdbegtn-
sel der reorganisatie zal zijn een d©>' der
taak van het B. B. over te brengen op goed
onderlegde inlandsche ambtenaren. S|> .-kei
wijst op een adres van ambtenare 1 bij Iet
B. B. waarin op lotsverbetering wordt aan
gedrongen. Ongeschikte ambtenaren zou Spr
zoo spoedig mogelijk willen pensionueeren
met vervanging door geschikter jongere
krachten.
Gaarne zaïg Spr. de grond huurtormijrn in
ééns ingekort met tegemoetkoming aan <te>
daardoor ontstane bezwaren door het van
Regeeringswege geven van rentelo 7n voor
schotten.
Een derde bezwaar is de premie aan het
dessahoofd voor sawa-verbuur, een stelsel dat
aanvaard wordt als een noodzakelijk kwaad.
Spr. zon aan die su ikerfafbrikanten een bouws-
ge ijizo belasting en daaruit de dessalioofden
willen betalen.. Dian voorkomt mem clandesti
ne handelingen der desahoofden. Verder
pleit hij voor afstand van een zeker percen
tage van de winst dér suikerfabrikanten aan
de grondbezitters. Op die manier zal de hav-
m - .ie werden hersteld en belangstellii.g voor
ae suikerindustrie worden gekweekt.
Minister zou gaarne oe klach
ten "in de ambtenaren tegemoet komen. Zoo
wel in het belang van die personen als in
bet belang van den dienst.
Be vraag is echter- door de aange
geven maatregelen het doel bereikt zou wor
den, maar afgescheiden daarvan zou oé pen
sioenkast enorm worden verhoogd. Het
systeem is, zoovee! mogelijk inlanders in het
bestuur te brengen onder Europeesch toe
zicht tot het minimum teruggebracht. Dit
gaat ecb'ter niet in één dag. In vei der© bij
zonderheden omtrent de reorganisatie vin
het B. B. kan, ae minister thans riet treden.
Voor de veiligheid op Java zal zooveel moge
lijk worden gewaakt. De opmerkingen om
trent do landhuur ,enz. zullen met. den lieer
Van Rees, hier te land© aanwezig, besproken
worden. Het gerechtelijk onderzoek inzake
die onlusten is hangende. Die schuldigen zul
len zeer zeker gestraft worden.
Bij artikel 40 (Europeesch bestuur) wijst
do heer Van Kol op onpractisch optreden
van ambtenaren op Sumatra's Westkust. De
oude Maleische bestuursinrichting behoorde
door ons gehandhaafd te worden. Geweste
lijke decentralisatie is gewenscht. De belas
ting, die geheven wordt, moet ten bate van
de bevolking worden aangewend en niet voor
expedities worden gebruikt, die slechts wrok
en haat kweeken.
D© heer Van Limburg Stirum
vraagt om den wensch der Rhijnsche zending
om de landen noordelijk van Tapanoeli aan
die residentie toe te voegen, nog eens in de
welwillende aandacht van den gouverneur-
genieraal aan te bevelen.
De Minister antwoordt dat de klach
ten, waarop de heer Van Kol wees, in onder
zoek zijn. Van opdringen der belasting op
Sumatra's Westkust met- de bajonet zal geen
sprake zijn. Een belasting, die wrok en wre
vel wekt, zal niet geheven worden en zou de
Minister niet aan de Kamer durven voor
stellen. Decentralisatie op Sumatra's West
kust in de eerste plaats Westelijk, zou de
Minister niet wensohelijk achten. Aan plaat
selijke decentralisatie wordt de voorkeur ge
geven.
De wenschen der Rhijnlandsche zending
zullen worden overwogen.
Bij artikel 41 (Emigratie en Koeliewer-
ving) klaagt de heer Van Kol over wille
keur, krenking van rechten en schending
van contracten.
D© heer Pier son zegt, dat geen enkele
post op de begrooting hem zooveel zorg baart
als artikel 41. Hij verwacht niet veel van
de oplossing van het emigratie-vraagstuk
De Minis ter zal doen onderzoeken of de
klacht van den heer Van Kol gegrond is
Blijkt zij gegrond, dan zal herhaling voor
komen worden. Het verheugt den minister,
dat de heer Pierson tooh met den post zal
meegaan. Of de emigratie zal slagen, moet
worden afgewacht.
Bij art. 45 (uitgaven in verband met den
afkoop van heerendiensten) vraagt de beer
V an Deventer of reeds is tot stand ge
komen de afkoop van heerendiensten dessa's
ge wijze en zoo mogelijk onderdistrictsgewijze.
Spr. hoopt dat deze hatelijke en drukkende
heerendiensten zullen worden opgeheven.
De Minister antwoordt, dat de be
doelde regeling reeds is tot stand gekomen.
Omtrent de andere punten hoopt de minis
ter het volgende jaar inlichtingen te geven.
Bij de Ve afdeeling (onderwijs, eeredienst
en nijverheid) spreekt de heer Van den
Bergh (Rotterdam) over de exploitatie
van de kolen, de zoutfabrieken en het tin
van Staatswege. Hij kan die exploitatie niet
bewonderen,, omdat hij er initiatief en sa
menwerking bij mist. Waarom worden er
zoo weinig dwangarbeiders aan werkzaam
gesteld? Zijn die weer noodig voor de expe-
ditiën. Ook voor de eerstvolgende jaren
schijnt niet op die goedkoope werkgracht
van dwangarbeiders gerekend te kun
nen worden, want men is de handenarbeid
in de mijnen gaan vervangen door dure me
chanische werkkrachten, waarvan de minis
ter een grooteu vooruitgang verwacht. Spr.
vreest, dat die verwachting niet zal worden,
verwezenlijkt en dat do exploitatie hoe lan
ger hoe duurder zal worden. Thans de tin
exploitatie op Bamka..
De Voorzitter verzoekt bij dit hoofd
stuk niet te zeer rf te dalen in bijzonder
heden.
De heer Van den Bergh vervolgende,
zegt, dat de tin-exploitatie op Banka tie
treurigste bladzijde is in onze exploitatie.
Dit jaar hebben wij een minus van 3 milliocn
aan tin, juist nu het tin zoo gewild is. Ieder
ander zou juist nu zooveel mogelijk tin aan
de mijjn onttrokken hebben. Dat dit niet ge
schied is, is een groote fout onzer exploi
tatie.
De Voorzitter verzoekt Spr. bij arti
kel 70 op dit punt terug te komen.
De Minister zal dan antwoordon
Bij art. 60 (Europeesch onderwijs) klaagt
de heer Ter Laan over de stiefmoeder
lijke behandeling van het Europeesch on
derwijs in Indië.
Do begrooting voor onderwijs, gelijk zij)
door diezen min. wordt aangeboden kan spr.'3
goedkeuring nieb wegdragen. Goedkeuring
van het leerplan wenscht Spr. voor het
Europeesch bijzonder onderwijs.
De heer Van Deventer zou het mede
betreuren wanneer de positie der onderwij
zers in Indië door bezuiniging minder zc-u
wordiem dan die van met hen gelijkstaande
ambtenaren. Worat heb tractemein van allen
verminderd, dan hoopt spreker dat de voor
gangers der kinderen daarin zullen berusten.
In tegenstelling -au den heer Ter Laan, zou
spreker juist, de indo-kinderen wel op tie
Europeesch© scholen willen toelaten, omdat
die veelal de eenige gelegenheid voer hen is
om de Nederlandse he taal te loeren. Voor
eene scheiding van, inlandsche en Europee
sch© kinderen is veel te zeggen. Dit zou kun
nen geschieden door een verkorting van leer
tijd voor de Europeesch© kinderen, en lie
overige uren dan te besteden aan <'e iula.id-
scho kinderen.
Voor het onderwijzend personeel aou dit
niet vermoeiender zijn.
De heer Roossingh vraagt verhooging
voor de particuliere meisjesscholen te Batavia.
De heer De Waal Malefijt maakt "be
zwaar tegen de goedkeuring van hot leerplan
der bijizondere scholen.
Do Minister wenscht het Europeesch
onderwijs eerder uit te breiden dan te be
snoeien. Een zeevaartschool zal juist zijn in
het belang d.r indo-Europeanen.
Het voorstel om 't aaatal on 'erwijzers l<s
klasse te vermeerderen staat nog niet vast.
Bijl schade voor het onderwijl lal ae minister
het niet toestaan. Hoogare uitgaveu voor
school/belioeften zijn indet .noodig. Het denk
beeld tot goedkeuring van, het leerplan voor
de bijzondere scholen zal de minister aan
den gouverneur-generaal overbrengen Ver
meerdering der subsidie voor de meisjesschool
te Batavia- zal de minister overwegen. Do
positie van de onderwijzers wil do minister
niet beknibbelen, maar wordt algemeen© be
zuiniging noodig geacht, dan zuilen ook tij
zich die nioetem getroosten.
Dinsdag 10 uur voortzetting.
Woensdag 10 uur zullen in dë afdeelingen
eenige wetsontwerpen van kleinen omvang
worden onderzocht.
Donderdag a. s. en volgende dagen, begin
nen de apenbare vergadering om 10 uur en
ook zal Zaterdag 2 Dec. vergaderd worden.
Nu in den loop der vo'lgënde maand de
afdeeling Amersfoort der Mij. telt 'bevorde
ring der Toonkunst van plan is voor de
eerste maal hier ter stede een uitvoering te
geven van Schumann's Scenen aus Goethe's
Faust, mag het misschien niet geheel en al
overbodig heetten vooraf een korte "beschou
wing te geven over dit belangrijk werk.
Het 'behoeft zeker nauwelijks vermeld te
worden, dat deze muzikale bewerking van
Goethe's Faust niets heeft uit te staan met
de opera door Gounod: gecomponeerdSchu
mann heeft- niet de Faust tot eene op>era
willen 'bewerken, maar slechts enkele lyri
sche gedeelten muzikaal geïllustreerd, waar
uit van zelf volgt, dat niet liet eerste, meer
draima/tisaluei geicléelt© vanl Goethe's Faust
het leeuwendeel kreeg (zdoals bij Gounodl),
maar 'het tweede, waarin lyriek, mystiek enu
pluloeophio voortdurend aan het woord zijn,
In den zomer van 1844 met het compo-
neeren 'begonnen, voltooide Schumann zijn
werk eerst in 1853het laatst de Ouverture,
die hem zeer groote moeielijkiheden had op
geleverd. Toch is hij er op schitterende wijze
in geslaagd in die vrij korte inleiding het.
'beeld van zijn iheld weer te geven, van dén
„überstndierten Dokter'', die téornia zijn
foliant dichtslaat, waarin hiji tevergeefs naar
de oplossing van liet levensraadsel heeft ge
zocht, dan de scholastiek den rug toekeert
om liet volle, rijke mensclienleven in te gaan.
Daarna schetst de componist1 ons in een
liefelijk tweede thema, klaarblijkelijk het
beeld van Gretchen. Slechts koot duurt de
vervoering van Faust bij het zien., van dat
schoone beeld'; twijfelzucht en levensmoe
heid komen weer boven en voeren te
rug tot het eerste hoofdthema van de ouver
ture, dat eindelijk overgaat in een zoor
schoon slot, cms Faust's verheerlijking, als
eene apotheose schilderend.
Schumann heeft zijn werk in 3 af deelin
gen verdeeld alleen voor de eerste hiervan
ontleende hij zijne stof aan 'het eerste deel
van Goethe's tragedie, de beidé laatste ge
ven uitsluitend scènes uitj het tweede, diep
zinnige gedeelte van 'het werk van den Duit-
schen dichter.
I. Uit het eerste deel der tragedie koos
Schumann in dë eerste plaats het, laatste
deel van de tuinscènein een bekoorlijk
duet teekent de toondichter ons hier de
beide hoofdfiguren, de onstuimige, naar liefde
dorstende Faust en het eenvoudige, onschul
dige burgermeisje, dat het bloemenorakel
raadpleegt en eindelijk in een jubelend „Er
li ebt mich" uitbreekt. (Schitterend is bij dit
duet ook de orkestrale 'begeleiding, waarin
we van tijd tot tijd het angstige kloppen van
Gretchen's hart kunnen kooren.
Het tweede tooneel der 1ste afdeeling
schildert- ons Gretchen neergeknield voër het
beeld der Mater dolorosa, waar zij in innig
aardoemlijko strofen uiting geeft aan haar
wanhoop en 'kommer. Ook hier is de 'bege
leiding van zeer groote beteek en is, waar zijl
ens nu eens een, roerend tranenmotief, dan
voer een hartstochtelijk smartmotief doet
hooren. Wild' schreeuwt eindelijk Gretchen
haar smart uit in hot/ aangrijpendë„fiilf
rotte mich van Schmach und Tod"daarna
keert weer ka-lmte en berusting in haar ge
folterd hart terug en klaagt ze nog eenmaal
zacht en vol diepe bekommering haar noëd
aan de moeder Gods: ,,Aok neig©. Du
Sohmcrzcnsreiche, Dein Anti it 0 gnadig mei-
ner Not-h
De 3de scène der eerste afdeeling is de
„Scène im Dom", eene zeer indrukwekkende
muzikale schildering. Hier treedt voor de
eerste maal het koor op, dati in forsche klan
ken zingt, van de verschrikkingen van den
dag des oordeels (Dies irae); tussohen het
koorgezang dóór klinkt demonisch de stem
van den boo ze 11 geest-, Gretchen's diepst ver
borgene gedachten meedoogenloos openba
rende en 'haar daarmede kwellende 011 tot-
vertwijfeling brengende; treffend wordt ook
weer hier de angst en radeloosheid van
Gretchen in de begeleiding geschilderd.
II. De 2de afdeeling begint met den aan
vang van het tweede deel der Tragedie, waar
Faust, door zelfverwijt diep geschokt,, na, het
tragische tooneel in de gevangenis (niet door
Schumann bewerkt), door Ariël en zijne
luchtgeesten verpleegd' en genezen wordt. Na
eene korte, instrumentale inleiding, die ons
de liefelijk vreedzame stemming van een.
avondlandschap -brengt, volgt een, solo van
Ariël. waarin hij de luchtgeesten bevolen
geeft ten behoeve van Faust; zij geven
daaraan gehoor en uiten dat in 4 achtereen
volgende strofen (solostemmen en koor),
waarin Faust eerst de zoo noodig© slaap wordt
gegeven, daarna hem het zelfverwijt wordt
ontnomen en rust wordt geschonken met ver
getelheid' voor zijne vroegere levensdaden,
tot hij eindelijk in dë 4de strofe wordt op
geroepen uit den slaap en bezield met
nieuwe levenslust en kracht. Op geniale
Fclrildert ?ohumaun dm hel aanbre
ken van den dag en het opgaan van de zon;
Faust ont,waakt, verjongd! en gesterkt, en
uit zijne levensvreugde in krachtige, man
nelijke tonen („Des Lebens Pulse schlagen
frisoh lebendig").
Dë tweede scène dezer afdeeling vormt
oen machtige tegenstelling mot de vooraf
gaande. 't Is middernacht. Sombere, gehon
zinnige, spookachtige klanken doen zich hoo
ren. Achtereenvolgens treden, dan „die vier
granen Weiber" op: Zorg, Nood. Schuld en
Gebrek, die zich dringende doen hooren voor
het paleis, waar Faust woont als machtig
gebieder van het land, dat hij aan de zeo
heeft ontrukt. Maar te vergeefs dreigen ze
hein met zijn naderenden dood, zelfs de Zorg
slaagt er niet in hem vrees aan te jagen';
Faust weet ach aan haar invloed te ont
rukken, waarvoor zij echter wraak neemt
door zich van hare demonische macht te be
dienen en hem blind te maken. Ondanks zijne
blindheid is Faust echter nog niet overwon
nen, en nog eenmaal klinkt zijn zang, krach
tig en fier, om de werklieden aan te sporen
het door hem ontworpen kanaal te voltooien.
In do derde en laatste scène van deze af
deeling behandelt dë componist de laatste
oogenlblikken van Faust's leven.
Mephisto, als opzichter, komt met zijne
Lom ure 11 (booze geesten) maar laat hen niet
graven aan het door Faust ontworpen ka
naal, doch, aan het voor 'hem bestemde graf.
Bitter en spottend klinkt hun doodgravers-
lied, terwijl men in de begeleiding het doffe
geluid hoort der in deugrond! gestoken spa
den. Faust., meonende dat het zijne arbei
ders zijn, die zijn werk voltooien;, stelt zich
de schoone toekomst voor, die de vruobti
v.-.t ri"-j wcrkziair-hoid z-'l ziinin
h vorvoji tiig roept hij eindelijk uit:
„lm Vorgefiihl vou solchem liolien Glück Ge-
niess' ic-h jetzt- den hoohsten Augewblick".
Hiermede is, volgens het met Mephistoplie-
les gesloten verdrag, het einde van zijn aard-
sche leven gekomenop aangrijpende wijze
wordt ons dan door orkest en koor het ster
ven van dén. rusteloos strevenden en zoeken
den Faust! gofteekend, terwijl in ihet heerlijke
naspel het opstijgen van zijne ziel, naar de
hemelse he gewesten wordt gesymboliseerd.
III. De 3do afdeeling behandelt het laat
ste. innig mystieke doel der tragedie: de
loutering van Faust's, aan de machten der
duisternis ontwortelde ziel.
Na eene korte inleiding, die den hóorder
in opstijgende accoorden ver 'boven al het
aardëche wegvoert-, volgt liet wonderschoon©
koor der Anachoreten op den louterings
berg („Waldung, si© sohwiaaikt lieran").
Achtereenvolgens treden nu verschillende
mystisohe figuren op, de Pa tree Exstaticus,
Profundus en Seraphicus, (vertegenwoordi
gende de verschillende sferen waarin de gees
ten in den hemel leven), waarvan de -beide
eersten de Hoogste Licfdesmaolit inroepen
ora hun de hoogst© zaligheid te doen, deel
achtig werdén. (So ist ca die allmachU'gd
Liebo. Die Allee 'bildet, Alles liegt). Dam
nadert eene schare zalige knapen, die in ecu
verrukkelijk koorgezang den Pater Seraphi-
cus vragen lien tot hoogere, reinere af eren op
të voeren.
Nauwelijks is hun gezang verstomd, of oen
andere koorzang doet zioli jubelend hooren,
die van d© engelen, welke Faust's ziel van
den duivel -hebben gered) („Gerettet ist das
od'le Glied") en haar nu juichend met zich
medevoeren'. Faust (na riyi© louWiug dr.
MV t ..'nu go'u 'i n), nu tot d.- h ogrto ixxig-
ten opgovotad. kondigt ons op aangrijpende