N 159. Eerste Blad.
41" Jaargang.
Zaterdag 9 December 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Herfsttinten.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers9.05.
Doze Couiant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers ih te zenden.
Uitgeverss VALKHOFF 6 O».
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIE
Van 1—5 regell
Elke regel meer
Oroote/etters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf
het herhaald adyerteei
circulaire, bevattende
toegezonden.
f 0.75.
- 0.15.
Aan hendie met I Januari
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Decem
ber nog zullen verschijnen
KO TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
D® scheiding van Kerk en Staat
in Frankrijk.
De Fransche Senaat heeft den 6en Decem
ber zijn beslissend woord gesproken over het
wetsontwerp tot regeling van de scheiding
van Kerk en Staat. Het ontwerp is aange
nomen met eene niet onbelangrijke meerder
heid 182 tegen 102 steromen. De commissie,
ciic de behandeling heeft voorbereid, was in
haar rapport tot de conclusie gekomen, dat
het wetsontwerp ,,in den vorm, waarin het
door de groot© meerderheid vam de Kamer
van afgevaardigden is aangenomen, onder
verstandige oorwaarden en door billijke
ir aatregelen de gewei ensvrij,heid van <ie bur
gers en de onafhankelijkheid van den staat
verzekert'-. Zij adviseerde daarom het ont
werp ongewijzigd aan, te nemen. Dit advies
is door den Senaat gevolgd. Verder overleg
tr.ssehen de beide takken der volksvertegen
woordiging is d!us onnoodig, en de afkondi
ging van de wet wacht nu nog slechts op
hare bekrachtiging door president Loubet,
die zeker niet zal uitblijven.
De groote vraag is mmWelke houding
zullen de kerkgenootschappen, met name de
katholieke kerk waarop het hier in de eerste
plaats aankomt, aannemen tegenover de nieu
we wet, die den tot dusver met den staat
bcstaanden band losmaakt Dat hangt af van
den geeist, dien, deze wet ademt. Hiervoor
is inzonderheid van gewicht artikel 4 van
de wet, hetwelk bepaalt, dat de kerkgebou
wen en kerkfabrieken moeten worden toege
wezen aan die kerkelijke gemeenten. „die
zijn ingericht overeenkomstig de algemeene
regt len tot organisatie van den c eredienst,
dien zij bestemd is uit te oefenen". Bij de
oprichting van katholieke gemeenten, op
grond van de bepalingen der nieuwe wet,
zal dus den doorslag geven de meening vau
den pauselijke» curie en van de bisschoppen
om to beslissen, of eene gemeente, die aan
spraak maakt op hot gebruiken van een ka
tholiek kerkgebouw, is ingericht overeenkom
stig de algemeene regelen van de organisatie
der katholiek© kerk, dus beantwoordt aan
hare dogma's en hare leer. De bedoeling van
dat artikel is te beletten, dat aan schisma-
tieken kerkgebouw,n worden toegewezen, die
lot dusver voor den, roomsch-katholieken
©eredienst bestemd waren.
Op dat artikel wordt de nadruk gelegd
in eene correspondentie van den Temps uit
Rome, die handelt over de houding van den
Paus tegenover de sche'ding. Daarin wordt
„Men volgt met groote aandacht in liet
Yaticaan de debatten over de scheiding. Men
heeft met voldoening kennis genomen van
de aanneming van art. 4 door den Senaat.
Wanneer de Paus, als de wet afgekondigd
zal zijn, haar niet volstrekt onaannemelijk
en geheel onbestaanbaar met de organisatie
van de Kek verklaart, dan zal men
dat te danken hebben aan artikel 4.
Niet dat dit art,ikcl kan volstaan om de
wet hier te beschouwen als voldoende vrij
gevig en bijgevol.» aannemelijk, maar het zal
den Heiligen Stoel geneigd maken de schei-
dingswet niet aan te nemen, maar zich er
bij neer te leggen, zooals de Romeinse he the
ologen zeggen
Na de afkondiging van de wet zal de Paus
in algemeene en tamelijk gematigde termen
protesteeren tegen de verbreking van het
concordaat. Hij zal met kracht de zoo dik
wijls in Frankrijk opgeworpen beschuldiging
terugwijzen, dat de Heilige Stoel die ver
breking heeft gewild en uitgelokt, door de
bepalingen van het verdrag niet na te ko
men. Hij zal een beroep doen op de wijsheid
vau de bisschoppen en van de geestelijkheid
voor de nieuwe regeling van den katholie
ken eeredienst en zal de geloovigen bezweren
in geest en hart vereenigd te blijven met
de bisschoppen in gemeenschap met Rome,
opdat door aller krachtsinspanning de Fran-
sche regeering eenmaal worde gebracht tot
eene ruimere erkenning van de rechten der
Kerk
Dat is de nieening, die overheerscht in de
hooge sferen van de geestelijke wereld te
Rome. De afstand is dus groot van de bedrei
ging met een algemeenen opstand tegen de
wet, dien sommige Fransche bladen aankon
digden. Wel is waar worden sommige straf
bepalingen van de wet levendig betreurd,
inzonderheid art. 36men vraagt zich ook
met eenige ongerustheid af hoe de overdracht
van de goederen der kerkfabrieken en van
de bisschoppelijke tafels in haar werk zal
gaan. Maar in de oogen van Rome zijn dit
alles bijzakenhoofdzaak is, dat de ver-
eeniging met Rome wordt bewaard. En art.
4 laat toe te meenen, dat hot zoo zal zijn.
De Osservatore romano schrijft daarover, dat
,,de katholieken zich slechts kunnen geluk-
wenschen met de sanctie, die de Senaat ge
geven heeft aan die bepaling, niet zonder
billijkhe'd, die met gezond verstand begiftig
de afgevaardigden in het ontwerp der regee
ring hebben doen opnemen."
De Schr. stelt er te meer prijs op de-ze
stemming van het Vaticaan te vermelden,
omdat iedereen in Parijs en in Rome be
kend is met de pogingen, die zijn aangewend
op den Paus tot eene eeheel andere houding
te brengc-n. Maar de Romeïnsi-he bezadigd-
he;d heeft de overhand hehemden. En zeker
zal hot art. 4 der scheidingswet zijn, dat den
Heiligen Stoel er toe zal brengen de geeste-
hjkhe'd on de katholieken aan te raden deze
wet te dulden of zich er bij neer te leggen
met de bedoeling er zoo goed mogelijk partij
van te trokken en te trachten hare bepa
lingen te verbeteren
Doltochtend.
Bij den rijksdag is een voorstel ingediend
tot verlenging van de voorloopige regeling
op handelsgebied met Engeland, die den
31en December afloopt, met twee jaren.
Daar er geen handelsverdrag met Engeland
tot stand gekomen is, blijft er niets over
dan verlenging van de wederzijdsche behan
deling op den voet der meest begunstigde
natie, als men geen tariefoorlog verlangt.
De rijkskanselier heeft, naar aanleiding
van de redevoeringen waarmee hij verleden
Woensdag de algemeene beraadslagingen in
den rijksdag heeft geopend, eene goede
pers". Nagenoeg alle organen van- de pers,
niet uitzondering van de Vorwarts, verkla
ren hunne instemming met de uiteenzetting,
die vorst Bülow gegeven heeft van de be
ginselen, waarnaar de buitenlandsche poli-
IZ7
tiek van het Duitsche rijk moet worden ge
leid, en van haar doel en streven. Ook leg
gen zij zich er bij neer, dat niet meer dan de
grondslagen aangeduid werden. Tegen het
vermoeden, dat de rede van den rijkskanse
lier geïnfuenceerd was door de bedoeling,
stemming te maken voor het vlootplan, komt
o. a. de Kreuz-Zeityng op, die er op wijst,
dat de meerderheid van den rijksdag bij
voorbaat gunstig gestemd is voor de verster
king van de vloot.
Anders is het intusschen gesteld met het
vraagstuk der dekking van de kosten gaat
de Kreuz-Zeitung voort. Na de rede van het
lid van het centrum Fritzen zou men moe
ten vreezen, dat de verhooging van de be
lasting op tabak en van die op het bier door
den rijksdag niet zal worden toegestaan en
dat daarmee de geheele financieele hervor
ming zal mislukken of althans in ernstig ge
vaar zal worden gebracht. Maar na de onder
vinding van vroegere jaren gelooven wij te
moeten aannemen, dat het centrum gisteren
zijn laatste woord nog niet heeft gesproken."
rrankrfjk.
De Kamer van afgevaardigden heeft het
eerste Artikel van het wetsontwerp tot rege
ling van de ouderdomspensioenen met 542
tegen 14 stemmen aangenomen. Dit artikel
bepaalt in beginsel, dat dit pensioen op 60-
jarigen leeftijd ingaat.
Parijs8 Dec. Op verzoek van minister
president Rouvier is de interpel'atie van den
heer Faune over de buitenlaiii-dsche politiek,
meer bepaaldelijk over Marokko, uitgesteld
tot bij de behandeling dier begrooting van
buitenlandsche zaken. De afgevaardigde
Faure, de redenen voor zijne interpellatie uit
eenzettende, wees op het bekend worden van
de dépêche van don gezant Cambon, door
Scmbat eenige dagen geleden in de Kamer
geconstateerdhij voegde hieraan toe, dat
Deloassé, Loubet of Rouvier hieraan schul
dig zijn, en verlangde dat Rouvier in staat
van beschuldiging zc/u worden gesteld, maar
zag ten slotte van dien eisoh af.
Met betrekkin;» tot het bekend worden der
genoemde dépêche verklaarde minister Rou
vier, dat geen enke1© mogendheid om op
helderingen heeft gevraagd en dat de Regee-
nng er "eene heeft verstrekt.
Als toelichting van het bericht onder de
telegrammen over de zitting van de Fransche
Kamer van gisteren, kan dienen het vol
gende citaat uit de rede, die do afgevaardigae
Sembat onlangs in de Kamer heeft gehou
den hij zeide daarin naar aanleiding van
ern bericht in de Dépêche de Toulouse:
„Het behoeft dus volstrekt geen ver
wondering te baren, dat precies zeven dagen
voor den ministerraad van 7 Juni, de heer
Cambon, onze gezant te Londen, aan zijne
regeering kon seinen, dab hij, met het oog
op de houding van Duitschland gemachtigd
was te verklaren, dat de Engelsche regee
ring bereid was een verdrag te overwegen,
waarbij zou worden bepaald, dat Engeland
en Frankrijk elkanders wederzijdsche belan
gen, indien deze bedreigd mochten worden,
zouden steunen.
Dat telegram werd op den dag, dat de
koning van Spanje te Parijs aankwam, door
den heer Delcassé aan den president der re
publiek en aan den heer Rouvier medege
deeld. Den daarop volgenden dag was het
reedT te Berlijn bekend. Hoe en door wien
werd men in Berlijn daarvan in kennis ge
steld? Men heeft het vooralsnog niet kun
nen uitmaken.
De begrooting van eeredienst ondergaat
door de aanneming van de wet tot regeling
van de scheiding van Kerk en Staat terstond
eene vermindering met 8.3 millioen frs. Dit
bedrag zal van jaar tot jaar grooter worden
naarmate de pensioenen, die zijn toegezegd
aan de thans in dienst zijnde geestelijken,
verminderen.
Engeland.
Londen, 8 Dec. Het schijnt, dat c.e samen
stelling van het kabinet bezwaar ondervindt
ten gevolge van dè weigering van Sir Edward
Grey om lid te worden van het kabinet. Dit
"brengt den samensteller van het kabinet in
eene lastigo positie en noodzaakt hem de
reeds gemaakte schikkingen met het oog op
die bezetting van het departement van bui
tenlandsche aaken geheel om te werken:.
Londen, 8 Dec. De hoeren Asquith en Grey
bezochten heden Sir Henry Campbell Banner-
man. Er wordt thans medegedeeld, dat Sir
Edward Grey minder bezwaar maakt tegen
zijne opneming in het kabinet, dian heden
morgen werd bericht. De „Westminster Ga-
zette" verneemt uit gezaghebbende bron, dat
alle moeilijkheden over de samenstelling van
het kabinet zijn opgelost.
Londen, 9 Dec. De Times bericht, dat er
reden is om te gelooven, dat Sir Edward
Grey zijn besluit in nadere overweging ge
nomen heeft en in het kabinet zal optreden
als minister van buitenlandsche zaken.
Noorwegen.
In alle kerken van Christiania heeft ver
leden Donderdag een dankstond plaats ge
had voor den gelukkigen uitslag der verkie
zing van den Koning. In de Verlosserskerk
woonden de Koning, de ministers, de leden
van den storthing en van den gemeenteraad
van Christiania de godsdienstoefening bij.
Rusland.
Petersburg, 7 Dec., via Eydtkuhnen. De
besliste houding van de regeering en de
aansluiting van den bond van post- en tele
graafambtenaren aan den raad van de ar
beiders-gedelegeerden, waardoor oneenigheid
onder de post- en telegraafambtenaren ver
oorzaakt is, schijnt er op te doelen aan de
staking een einde te bereiden. Deze mee
ning werd ook in den ministerraad van gis
teren voorgestaan, die besloot te volharden
bij het besluit om den bond van post- en
telegraafambtenaren niet goed te keuren.
De directeur van het postkantoor heeft
besloten ruim 200 postambtenaren uit hunne
in de postgebouwen aanwezige woningen te
zetten en 323 ambtenaren van het postkan
toor en 800 brievenbestellers te ontslaan.
De bestellers zullen dadelijk weer in dienst
genomen kunnen worden, de ambtenaren op
een daartoe strekkend verzoekschrift, wan
neer de mate, waarin zij betrokken zijn bij
di staking, dat toelaat. Gisteren heeft een
gedeelte van de ambtenaren het werk hervat.
De post- en telegraafambtenaren in Finland
hebben beslist geweigerd zich aan te slui
ten bij de Russische werklieden.
Admiraal Dubassow is benoemd tot gou
verneur-generaal van Moskou.
Er is eenig succes te bespeuren van de
maatregelen van tegenweer, die de overheid
neemt tegen de staking van de post- en
telegraaf beambten. De conservatieve partij
heeft haren bijstand aangeboden om den
dienst te vervullen, zoolang de groote meer
derheid der stakers blijft volharden in hare
weigerende houding. Maar aan oen norma
len dienst is met de middelen, die beschik
baar zijn, in dc verste verte niet te denken.
De staking van den dienst langs de Trans-
Siberische telegraaflijn wordt geconstateerd
door de Great Eastern telegraafmaatschap-
pij, die met die lijn hare Japansche lijn via
Kiachta heeft verbonden.
De correspondent van de Vossischc Ztg.
bericht uit Petersburg van 5 December
Naar het uiterlijke beschouwd, is de toe
stand verbeterd. Witte gaat, naar het schijnt
ongestoord zijn gang, en aan het vaste mid
delpunt beginnen de moleculen van de sa
menleving zich vast te hechten. De minis
ter-president overlegt bijna uitsluitend met
vertegenwoordigers van de zoogenaamde
zemstwo-minderheid. Van de meer radicale
groepen weet hij zich niet zonder handig
heid op een afstand te houden. Dat ver
schaft hem dagelijks telegrammen van in
stemming uit de provincie. Het spreekt van
zelf, dat dergelijke dépêches door het tot
werken gezinde personeel, dat door de sol
daten beschermd wordt, gaarne overgebracht
worden.
Tegenover de revolutionaire vergaderingen
begint ook een scherpere wind te waaien.
Gisteren werden stakende postambtonaren
bij het Vrije economische genootschap door
kozakken uit elkaar gedreven, en vandaag
hadden in verschillende streken van de stad
arrestatiën plaats, zonder dat het publiek
tegen de politie zich verzette. Op de Pe-
tersburgsche zijde stelden zich op verschil
lende plaatsen ook de handelaars in levens
middelen, zooals bakkers en slagers, krach
tig to weer, toen eenige personen van hen
eischten, dat zij hunne winkels zouden slui
ten.
De correspondent van de Köln. Ztg. maakt
melding van eene vergadering van 5000 le
den van de „zwarte honderd", die den 6en
December in de Michaëls-manége heeft plaats
gehad. Daar werden redevoeringen gehou
den, waarin werd losgevaren tegen de in
telligentie en tegen de Joden. Onder de aan
wezigen waren ook officiereneen der vo
calen van. het gezelschap was Kruschowan, de
bekende Jodenvreter van Kischinew. Klaar
blijkelijk bereidt deze in de residentie eene
drijfjacht voor, hetgeen hem wel zal geluk
ken, wanneer Doernowo aan het roer blijft.
Dc verbittering togen Doernowo neemt meer
6M meer toe; haast geen blad verschijnt,
dat niet met nadruk zijne afzetting eischt.
Wat den algemeenen toestand betreft,
die is volgens dezen correspondent volstrekt
niet beter. Alles stuurt in Rusland met volle
zeilen op de anarchie los.
De „Times" oatvangt heb volgende bericht
uit Petersburg via Eidtkuhnen
De boeren in bet gouvernement Saratow
en andere gouvernementen stalen al het vee
dat zij meester konden worden, zo slachtten
al de beesten, en namen er zooveel van mee
als zo noodig hadden voor hunne voeding,
terwijl zij de rest op het veld lieten liggen,
alleen maar om aan de landeigenaars schade
te berokkenen. Ook hebben zij groot© voor
raden koren verbrand en een massa land
bouwwerktuigen vernield.
Stockholm, 9 Dec. Aftonbladet heeft uit
Helsingfors bericht ontvangen, dat de
nieuwe gouverneur-generaal op 6 Dec. daar
i3 aangekomen. Bij de ontvangst van den
Senaat verklaarde hij, dat hij met alle macht
de autoriteiten zou steunen bij de handha
ving van rust en orde.
XXIV.
Onlangs had ik een soort twistgesprek met
een mijner goede vrienden. We hadden het
over de natuur en wij konden liet maar niet
eens worden, wanneer zij eigenlijk op haar
schoonst is. Hij en ik zijn beide hartstochte
lijke bewonderaars van al wat moeder na
tuur ons te genieten geeft, doch wij bezien
haar beiden van een gausch ander stand
punt. Stel ons voor als twee schilders, die
hetzelfde stukje herfstlandschap op doek
hebben gebracht. De een geeft het weer met
breeden toets, met sterke effecten, met zon-
doorgloeiendo lichtvlakken, met stralen als
van vloeibaar goud, neerschietend op de van
eiken- en wingerdbladen bloedbeplekten
grond; en daarnaast ziet ge datzelfde stukje
natuur in al den weemoed van den sterven
den zomer, nog eenmaal oplevend in al zijn
schittering vóór haar killen winterslaap. De
koude wind schijnt reeds de kale takken te
doorhuiveren. De zonnestralen zijn als van
matgoud, half opgeslorpt door de herfstne-
vels, die als tastbare sluiers de boomstam
men omwaden. Het is dezelfde natuur en
toch zoo anders.
Hij en ik zijn beide goede wandelaars, on
danks onze steeds grijzer wordende haren.
„Als de lento komt", zegt hij, dan voel ik
me wel tien jaar jonger, dan is 't me of ik
den grond nauwelijks aanraak, dan moet ik
mezelf beteugelen om niet steeds door te loo-
pen en te denken aan mijn tijd. Dat mooie,
jonge, ijle groen is als fonkelende wijnhet
stijgt me naar het hoofd. Midden in het
bosch krijg ik lust hardop te lachen of te
zingen, soms zou ik een heuveltje willen af-
loopen met een vaartje."
„De lente maakt mij, loom en moe", zei
ik, de zwoelte van een vroeg warmen lente
dag drukt op me, het is alsof ik stoom in
adem, in plaats van frissche lucht. Als de
blaadjes pas uit de knoppen zijn losgebars
ten, hangen ze slap neer, ze zijn nog te
zwak om zich op te heffen. Zoo voel ik me
ook. De lentelucht maakt me slap en
energieloos. Met een gevoel van ik kan niet,
zou ik kunnen schreien van onmacht en
lusteloosheid. Ik moet eerst wennen aan dien
zachteren adem der natuur. De winterkoude
maakt je hard en sterk en onderdrukt de
weekheid, die je 's zomers zoo kan overval
len, en daarom is 't me telkens weer, bij
iedere komende lente, alsof ik me eerst wat
moet acclimatizeeren bij die blauwe luchten
en warmen zonneschijn.
Maar hij voelt gansch anders dan ik.
De herfst met zijn windvlagen en regen-
stormen, die mij strijdlustig maken, de ko
mende koude, die me aanzet tot stevig door-
loopen, die me een kleur op de wangen
jaagt en mijn bloed sneller doet stroomen,
de herfstzon, die me tot zich trekt, zoodat
ik overal de plekjes opzoek, waar hare nog
koesterende stralen vallen, dat alles maakt
me zoo opgewekt, geeft me zulk een open
oog van de prachtige najaarskleuren, doet
me nog eens echt genieten van 't mooie weer
in het wegvliedend warme jaargetijde. Ik
voel me verwant aan de herfst. Als je zelf
oud wordt, heb je sympathie voor alles wat
met je oud wordt, en dio heerlijke zon en
tintenrijke herfst overtuigt me, dat ook
mijn ouderdom zon- en tintenrijk kan zijn,
dat ik met mijn groot aantal jaren nog niet
behoef te verkillen tot winterstemmingen,
dat mijn hart nog warm kan kloppen ook
voor anderen, dat mijn oud gezicht, waarin
het leven reeds vele rimpels sneed, zich toch
nog wel kan plooien tot een vriendelijken
glimlachdat mijn stem, schoon versleten
soms van klank, toch nog vroolijk en opge
wekt kan klinken en in staat is lieve dingen
te zeggendat mijn gemoed, schoon de stor
men des levens er overheen gegierd hebben,
schoon vele bloemen van geluk zijn afgerukt
en verdord, nog ontvankelijk blijft voor de
koesterende warmte dor zonne, die nog
straalt aan mijn levenshemel, die zelfs nog
stralen kan bij een helderen, vriezende win
terdag.
Mijn vriend is anders aangelegd. Als de
koude adem van den herfstwind langs hem
heen strijkt, huivert hij, als dc regen de we
gen en straten doorweekt, voelt hij neiging
om te weenen over al 't mooie, dat verrot,
verflenst, verslijkt, ten doodo is opgeschre
ven, zijn hart schreit om de droevig, be
drieglijk mooie kleuren, dio de zon nog eens
toovert op boom en blad, als wilde zij doen
gelooven dat 't eerst volzomer is, om daarna
zich te verschuilen achter wolk en nevelen,
waar kaar adem verkilt en haar warmte
wordt geabsorbeerd door waterdamp.
En in do hevigheid van zijn weemoed
over de stervende natuur, wordt hij geïnspi
reerd tot dichten, moet hij uiten wat hij
zoo in zich voelt weenen, moet hij zeggen
wat zijn hart vervult van tot schreiens toe
droevige ontroering. Hij, een Fransckman
van geboorte, dicht in liet Fransch, zijn
lievelingstaal, ofschoon hij 't grootste deel
van zijn leven in Holland doorbracht. „Bon
sang ne peut mentir", glimlacht hij, een
beetje pedant, als ik hem vraag waarom hij
in het Fransch dicht:
C'est l'autommc,qui va venir;
C'est l'été que passe
C'est le vont qui soupire,
Eit la pluie est lasse
De tremper les fleurs
Et les feuilles qui meurent.
L'automme est venu,
Et la nature plcure.
En een ander, dat hij genoemd heeft:
Nature mourante.
La pluie saus cesse tombe
9ur la tombe de l'été.
Le vent chasse les feuilles
Au cercueil, saus gaité.
La forêt teint son toit
La dernièrc fois en ambre et or.
Dans lc ruisseau
'Bordé d'rosoaux le soleil luit encore.
Avec ses rayons mats et gris,
Envahis paf la brumo
De l'automme, qui donne
A ma plume cc douloureux cri.
Et© passé I
L'autommo venu!
L'hiver venir.
Jounesse passée
Voillesse vonue
Mo'n cocur soupire.
Ik schreef ze over, niet omdat die verzen
uit een dichterlijk oogpunt zoo mooi zijn.
Ik heb geen verstand van dichtkunst. De
rijim gaat misschien wel mank en ik weet
niet of de groote critiek ze wel maatvast
zou vinden. Maar toch spreken ze tot mij1,
die simpele verzen, omdat ik er de weemoed
uit voel, die hem bezield moet hebben.
„En ge vindt de herfst niet mooi!" riep
ik uit, toen ik die regelen gelezen had.
„Ge hebt de herfst lief, meer dan ge zelf
vermoedt, want zij inspireerde u tot uiting
van uwe gevoelens in schoonen vorm, al
reikt de schoonheid niet tot het ideale. In
de herfst hebt ge de kunst liefgekregen, de
kunst, die het edelste en het mooiste in ons
opwekt, wat daar is in 's mcnschen ziel. Zij
is bovendien de poëzie des lovons, en waar
ge in een scheidende zonnestraal, in een ster
vend blad, in een geknakte bloem, in een
huilende windvlaag, in een ontbladerde
boom, in een tastbare nevel iets ziet, iets
voelt, wat u stemt tot dichten, zoo ligt
daarin het bewijs, dat juist do herfst iets
voor u beeft, wat do lente voor u mist. Phy-
siek geniet ge meer van de lente, maar do
herfst grijpt uwe ziel aan. En staat do ziel
niet hooger dan het lichaam? Gaan de aan
doeningen des geestes niet boven do aan
doeningen dee lichaams? Wat baat het u, of
uw lichaam zich goeddoet in do wordende
natuur, zoo uwo ziel onaangeroerd blijft?
„Ge treurt om de herfst, ge treurt om uw
ouderdom. Is het een memento mori, dat u
aangrijpt? Of vreest ge dat de komende
lento u niet meer verjongen zal, u niet meer
vernieuwde kracht zal schenken?
„Maar ge weet immers dat do lento al
tijd wéér komt, dat de zon eindelijk toch
door do nevelen heenbreekt. Behoud uw
pliysioke kracht, zorg dat ze niet kan in
werken op uw herfst weemoed, laat uw