tv°. lie. Maandag 11 December 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. MET VOLLE ZEILEN. ERSFOORTSCH 4" Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS Per S maanden roor Amersfoortf l.JKJ. Idem franco per poit1.75. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. AdvertentiSn, mededoelingen en*., gelieve men vóór 10 uur *a morgens bij de Uitgevers in te «enden. Uitgevers) VALKHOFF 6 Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEHTENTIÊN: Tan 1—5 regels0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tol het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement Eenn circulaire, bevattende Je voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die mei I Januari a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Decem ber nog zullen verschijnen KOSTELOOS toegezonden. Politiek Overzicht Oe aoheiding van Kerk en Staat in Frankrijk. De wet tot regeling van do scheiding van Kerk en Staat in Frankrijk is door den Se naat onveranderd aangenomen, in den vorm zooals zij door de Kamer van afgevaardigden was vastgesteld.. Daaruit mag echter niet worden afgeleid, dat de Senaat zich met den Franschen slag van deze gewichtige zaak heeft afgemaakt. De behandeling in de open bare zitting is door eene commissie grondig voorbereid, en de beraadslagingen in de twintig zittingen, die door den Senaat aan dezo zaak zijn gewijd, zijn, ofschoon daar door in den tekst van de wet geene veran deringen gebracht zijn, toch niet zonder nut geweest. Het debat heeft over een aantal artikelen eene authentieke interpretatie ge leverd, die voor de uitlegging en de toepas sing van de wet en voor de jurisprudentie van groote beteekenis zijn. De Senaat heeft van zijn recht om den tekst van de wet te verbeteren, geen gebruik gemaakt om de mogelijkheid te scheppen, dat de nieuwe wet zonder verwijl kan wor den afgekondigd en met 1 Januari 1906 in werking kan treden. De vraag is opgeworpen of, nu de scheiding gevoteerd is, nog eene opzegging van het concordaat noodig is. De tegenstanders van de scheiding hebben dit beweerd. De voorstanders voeren daartegen aan, dat het concordaat door den eersten consul, die het den 26en Messidor van het jaar IX met den Paus gesloten had, niet als een verdrag aan het wetgevend lichaam is voorgelegd. Hij heeft het ingelascht in de wet van 18 Germinal van het jaar X (8 April 1902) en als bestanddeel van deze wet is het in het Bulletin des lois opgenomen. Eene wet nu wordt niet opgezegdmen schaft haar af. Van eene opzegging zou slechts sprake kunnen zijn, wanneer het verdrag van 26 Messidor IX een diplomatiek stuk werk gebleven was, dat als zoodanig door de toenmalige wetgevende macht was goedgekeurd. Nu het echter een deel uit maakt van de wet, was het tegënwoordige wetgevende gezag bevoegd het wederom door eene wet op te heffen. Nu de vertegenwoor diging tot de scheiding besloten heeft, heeft het concordaat, dat de betrekkingen tus- schen Kerk en Staat regelde, opgehouden te bestaan, zonder dat daartoe nog eene uit drukkelijke opzegging noodig is. Het ver dwijnt met de wet van 18 Germinal X, waarvan het een bestanddeel vormde. Men kan dus met de afkondiging van de wet, waarover de Senaat in zijne vergade ring van 6 December de eindstemming ge houden heeft, do scheiding tusschen de we reldlijke en de kerkelijke macht als een vol dongen feit beschouwen. Men heeft deze wet genoemd een werk van strijd en ver volging. Een werk van strijd is zij zeer ze ker, want gedurende dertig jaren heeft de scheiding, die nu voltrokken is, op de poli tieke programma's gestaan. Maar een werk van vervolging? Kort voor de eindstemming is de voorzitter van de commissie, die de behandeling in den Senaat heeft voorbereid, do oud-minister van justitie Vallé, met na druk tegen deze kwalificatie opgekomen. Hij verklaarde, dat het hem verbaasde, dat o:>k republikeinen instemden met de klacht, dat door deze wet de Kerk vervolgd en de ge- loovigen getiranniseerd worden. De wet geeft aan de Kerk veel meer, dan de wet van 1901 aan de gewone vereenigingen toe slaat. De Kerk is heden haast even rijk als vóór de revolutie, en is dan de vrijheid, die zij nu verkrijgt, in 't geheel niets? De Paus van nu af geheel vrij om de bisschoppen t? benoemen, en deze kunnen vrij met het Vaticaan en met elkaar in gemeenschap tre den. En daarbij waarborgt art. 4 van de wet, dat de kerkelijke gemeenten, om in Let genot te kunnen treden van de gebou wen, die de Staat voor de uitoefening van den eeredienst beschikbaar blijft stellen, conform de regelen van de algemeene orga nisatie van hun kerkgenootschap gevormd moeten zijn. Ook de rapporteur van de commissie dtr Kamer, Aristide Briand, heeft er prijs op gesteld aan den vooravond van het in w^i king treden der wet, in welker tot stand komen hij een belangrijk aandeel heeft ge had, in een artikel, dat ook voor de buiten landsche pers bestemd was, er nadruk op te leggen, dat het doel waarnaar bij de regs- ling der scheiding is gestreefd, is den kerk genootschappen de vrijheid te verschaffen, die zij behoeven om hunne bestemming te vervullen. De nieuwe regeling is opgebouwd op den grondslag van de vrije Kerk in den vrijen Staat. Het staat den kerkgenootschap pen vrij zich te ontwikkelen of te vergaan geen ingrijpen van den Staat zal hun bloei belemmeren of hun ondergang tegen gaan. Onder de banden, die geslaakt worden, is intusschen ook de zilveren band, waarvan het hoofdstuk Eeredienst op de staatsbegroo- ting de uitdrukking is. De uitkeeringen uit de staatskas ten behoeve van de kerkgenoot schappen, die op de begrooting van 1905 stonden uitgetrokken voor 37,817,000 frs., worden in 1906 verminderd met 7,964,929 frs. Die vermindering zal ieder jaar grooter worden, totdat eindelijk het hoofdstuk Eere dienst geheel verdwenen zal zijn. Dan zullen de betrekkingen tusschen Staat en Kerk in Frankrijk geheel hebben opgehouden. DnltschlamL De Münchener Neueste Nachrichten be vat eene kennisgeving van den prins-regent van Beieren naar aanleiding van het hon derdjarig bestaan van Beieren als konink rijk. In dit stuk wordt gewezen op den hoo- gen trap van ontwikkeling en welvaart tot- welken het land zich in die eeuw heeft op gewerkt Van eene feestviering mag evenwel, met het oog op den treurigen toestand waarin de Koning zich bevindt, geen sprake zijn. Berlijn9 Dec. In het voortgezette alge meen debat over de begrooting, het vlootont- werp en de hervorming der Rijksfinanciën, nam na eene rede van den nationaal-libera- len afgevaardigde Bassermann, die instem ming betuigde met de uitbreiding van de vloot en de hervorming der rijksfinanciën, de rijkskanselier weder het woord. Hij zeide o.a. ,,Om elk misverstand te voorkomen, wijs ik er uitdrukkelijk op, dat ik dc reis van den Keizer naar Tanger, die reeds in Februari was overwogen en die ik, nadat de Marakko- quaestie buiten onze schuld een meer acuten vorm had aangenomen, had aangeraden, met mijne volle politieke verantwoordelijkheid dek. Dit bezoek heeft niet anders dan nuttig gewerkt en de Keizer heeft, door persoonlijk op te komen voor de Duitsche belangen, zich zoer verdienstelijk gemaakt jegens het land." De Regeering heeft in de quaeslie-Jaurès haren plicht gedaanzij heeft niet toegela ten, dat de buitenlandsche politiek werd ge- stooid door do sociaal-democratie, die het sprookje trachtte te verspreiden, dat zij licht vaardige oorlogsneigingen van de Regeering had verhinderd. Aan de sociaal-democratie, die niet staat op het standpunt der nationale belangen, maar die handelt naar partijdogma's, mag de buitenlandsche politiek niet worden over geleverd. Bebel zeide, dat de vlootvermeer- dering tegen Engeland was gericht. Indien eene premie werd gesteld op uitlatingen, die het meest geschikt waren ontstemming te verwekken tusschen Engeland en Duitscli- land, dan kon Bebel daarop aanspraak ma ken. (Stormachtige toejuichingen.) „Ik kan der sociaal-democratie, wanneer zij in het geval van oorlog, overleg wil ple gen of zij zich aan landverraad zal schuldig maken, slechts aanraden hare daartoe strek kende neigingen niet kenbaar te maken bui ten het bereik van de parlementaire on schendbaarheid. Ik zou ook aan het buiten land den raad willen geven, geen hoop te bouwen op zulke holle aanmatigingen. Indien de sociaal-democratie mocht willen beproe ven naar het Russische voorbeeld plunderin gen en inassa-betoogingen in Duitschland fn te burgeren, dan zullen dergelijke pogingen schipbreuk lijden op de standvastigheid en vastberadenheid onzer regeeringen en de ge zonde opvattingen van ong volk." (Storm achtige toejuichingen.) Nadat nog de afgevaardigden Müller-Sa- gan en Kardorff het woord hadden gevoerd, werd de voortzetting van het debat tot Maan dag verdaagd. Frankrijk. De heer Combes, gewezen minister-presi dent, heeft in de salie des Pas-Perdus van de Kaauer in antwoord op eene vraag, die hem was gedaan, verklaard, dat het bericht onjuist is, dat hij candidaat zou zijn voor het presidentschap van de republiek. Zijn caudidaat voor dat ambt is de heer FaJlières, de voorzitter van den Senaat. De wet tot regeling van. de scheiding van Kerk en Staat zal mil het laatst van deze week afgekondigd worden. Een besluit tot uitvoering van de wet zal binnen drie maan den uitgevaardigd /veten worden, maar een aantal bepalingen van de wet treden, omaf- hankelij|k daarvan, reeds dadelijk in werking. Verleden Woensdag berichtte een Parijsch telegram over de 'beraadslagingen in den Franvchen ministerraad o. a., dat volgens de informaitiën van den minister-presi dent Rouvier reeds de Russischo dépots bij vreemde bankinstellingen den rentedienst- gedurende twee a drie jaren verzekeren. De Matin geeft deze .mededeeling in eenigszims anderen vorm weerRem vier zooi namelijk gezegd hebben, dat de Russische coupon die ast door de bij de banken gedeponeerde bedragen niet voor 2 a 3 jaren, maar voor 2 a 3 semesters geaekt is. Engeland. Bij koninklijk besluit is de rang van den eersten minister aan het hof voor het eerst omschreven. Tot dusver was er officieel in Engeland geen eerste minister, ofschoon reeds Pitt moeite deed om de erkenning van dat ambt te verkrijgen. In het Berlijnsche verdrag werd lord Beaconsfield als eerste lord van de schatkamer en eerste minister van Engeland" aangeduid, om zijne positie begrijpelijk te maken, ofschoon dit officieel incorrect was. Toen het kabinet van lord Salisbury in 1900 gereconstrueerd werd, werd hij voor het eerst in de Court circular genoemd „eerste minister". Nu is de eerste minister voor 't eerst officieel erkend. Be halve de leden van de koninklijke familie, gaan alleen de ambassadeurs, de aartsbis schop van Canterbury, de lord-kanselier en de aartsbisschop van York hun in rang voor. Londen, 10 Dec. Het nieuwe kabinet is aldus samengesteldlord-kanselier Sir Ro bert Reid, kanselier der schatkist Asquith, home office Gladstone, buitenlandsche zaken Sir Edward Grey, koloniën graaf Elgin, oor log Haldane, Indië John Morley, marine lord Tweedmouth, handel Lloyd George, local government John Burns (werklieden partij), Schotland Sinclair, landbouw graaf barrington, posterijen Sydney Buxton, Ier land Bryce, voorzitter van den geheimen raad graaf Crewe, lord privy seal (zegelbe waarder) markies van Ripon, onderwijs Augustine Birrell, kanselier van het hertog dom Lancaster Sir Henry Fowler. Sir Henry Campbell Bannerman is eerste minister en eerste lord van de schatkamer. Ministers zonder rang en leden van het kabinet zijnde onderkoning van Ierland, graaf Aberdeen, de kanselier van Ierland lord justice Walker, de eerste commissioner of works It. V. Harcourt. 11 Dec. Van alle zijden wordt erkend, dat Campbell Bannerman de beste leden van do partij in zijn kabinet heeft opgenomen, wanneer men lord Rosebery uitzondert. Zelfs de conservatieve organen stemmen toe, dat do nieuwe ministers goede en bekwame man nen zijn Rome, 9 Dcc. Het bij dei Kamer ingediende financieele overzicht geeft voor 1904/05 een saldo aan van 47 millioen boven de werke lijke uitgaven. De begrooting van 1905/06 sluit met een overschot van 6 millioen voor 1906/07 wordt een voordeelig saldo van 4 millioen verwacht. Rusland. Petersburg, 10 Dec., via Eydtkuhnen. (Petersburgsch telcgraafagentschap). De he den openbaar gemaakte voorloopige opgave van de voorloopige uitkomsten van den Rus- sischen financieelen dienst in den loop van de eerste acht maanden, geeft betrekkelijk zeer gunstige uitkomsten aan. In den gewo nen dienst bedragen de inkomsten in mil- lioenen roebels 1296 (70 meer dan verleden jaar), de uitgaven 1195 (16 minder). In den buitengewonen dienst bedragen de inkom sten 717 (378 meer), de uitgaven 789 (259 Petersburg (via Eydtkuhnen), 9 Der. Een keizerlijke ukase stelt voorloopige maat regelen, vast voor do periodieke pers. De alge meene en bijzondere preventieve censuur voor periodieke publicaties, teekendngen en hout sneden is afgeschakt, met uitzondtering van publicaties, die in de provincie verschijnen. Administratieve belemmeringen en bestraffin gen voor de periodieke pers zijn afgeschaft. Do verantwoordelijkheid voor peredelicten wordt uitsluitend vastgesteld door de gerechtsho ven. Het recht van den minister van binnen- landsche zaken om de publicatie of d© bespre king van zaken, oio de regcering; raken, to verbieden, wordt geheel opgeheven. Ton slotte wordt een lang© reeks van bij zondere gevallen opgesomd, dtie gerechtelijke» vervolging ten gövolge hobbetni; de daaiop gestelde straffen bewegen zich tusschen een geldboete van 300 Rbl. en gevangenisstraf of deportatie. Petersburg, 8 Dee. Geruchten over eene voorgenomen contra-revolutie gaan in de laatste dagen bijzonder hardnekkig door do residentie. Het woord „militaire dictatuur" wordt steeds veelvuldiger vernomen De Russ bericht heden, dat er tusschen graaf Witte en den minister van binnen- landsche zaken Doernowo verschillen van meening zijn ontstaan wegens de staking der post- en telegraafambtenaren. Witte had gis teren plan, bij den Keizer het ontslag van Doernowo ter sprake te brengen. De staking is zichtbaar aan 't verloopen. Gisteren waren bijna onlusten uitgebroken onder de vlootequipages no. 14 en no. 18, die naar Kroonstad zouden worden gebracht. De matrozen weigerden beslist aan dit be vel te gehoorzamen, zoolang Kroonstad zich in staat van beleg bevond. Het incident eindigde hiermede, dat de troepen, die de kazernes omringden, bevel kregen om in te rukken en dat de matrozen in Petersburg bleven. Petersburg (via Eydtkuhnen.), 9 Dee. lm de vergadering der stakende post- en tele- graaf-ambtenaren werd, besloten d!e staking te doen voortduren, totdat do Bond erkend is en de gestelde eischen ingewilligd zijn. Petersburg (via Eydtkuhnen), 10 Dec. (Petersburgsch Tclegraafagentschap.) Een dagorder van minister Doernowo van den 9. verklaart beslist, dat de bond van post- on telegraaf-ambtenaren onder geene omstan digheden zal worden toegestaan. De ambte naren, die do staking voortzetten, zullen on voorwaardelijk van den dienst uitgesloten worden. Zij, die tot onlusten aanspoorden en de beschadiging van do leidingen en van de dure toestellen veroorzaakten, zullen ook nog gerechtelijk vervolgd worden. Zulke han delingen beteekenen openlijk verzet on rebel lie. Half November zijn 500.000 roebels aan gewezen voor ondersteuningen van post- en telegraafambtenaren. Bij de verdeeling van die som zullen van de weer in dienst treden de ambtenaren slechts diegenen in aanmer king komen, die zich vroeger door dienstijver hebben onderscheiden. Petersburg (via Eydtkuhnen), 9 Dec. (Petersburgsch Tclegraafagentschap.) Donder, dag kregen de matrozen der 14ae equipage bevel zich naar Kroonstad te begeven, maar zij weigerden dit bevel op to volgen. Do admi raals Bartoechewicz en Niedermuller ver maanden de matrozen naar Kroonstad te ver trekken, echter zonder succes. Do matrozen zonden daarop een deputatie aan de 18de equipage, met hot verzoek zich bij hun pro test aan te sluitenhier spoorden echter do officieren de matrozen tot trouw en plichts betrachting aan. Do 18de equipage sloot (Naar het Ztcetdseh 12 door PH. WIJSMAN. Nu vertelde hij haar dat hij bij een vriend, die in het Zuidelijk gecWte va»; de stad woonde, voor 't ontbijt genoodigd was Als zij er niet tegen had kondei zij zoover sani'-u gaan. Anders moest zij 't-gerust zeg gen ZeggenWat zoude zij kunnen zeggen» Dat zijn gezelschap haar niet onaangenaam wao, dit zeide haar gelaat zeker zonder woorden. Dus zij gingen tezamen naar huis Het was een verrukkelijke dagZooals zij nu in den zonneschijn wandelden en dio heerlijke, gezonde lucht inademden, hadden zij beide 't gevoel van bot heden niet te heb ben geweten wat feestvreugde en Zondags rust was. Geen rammelende vrachtkarren waren er te zienover de schoone pleinen en straten reden alleen équipages en huurrijtuigen vol vioolijke mensclien die „uitgingen." Over de trottoirs vervolgden de vele wandelaars langzaam hunnen weg. Waarom zou men zich haasten? Men had allen tijd om goed rond te zien, van zijh vrijen dag te genieten, hier en daar even een praatje te houden met een goeden bekende, die ook schik in zijn j leven had. Zelfs de boomen in de stadsparken had den iets plechtigs; tusschen de afgevallen bladeren staande, strekten zij. hunne armen tot den_ blauwen hemel. Zij schenen te zeg gen „Hier staan wij, krachtig en mooi. Wij hebben onze versleten aardscho lompen afge schud en zijn bereid het hemelsche wit kleed te dragen, als dit komt. Laat het maar ko men, bij dag of bij nachtwij zijn gereed 1" En de beide jonge menschen, die niet ge weten hadden wat Zondags-vrede was, ver volgden hunnen weg onder den indruk der nieuwe gewaarwording. Zij1 gaf een verhoog den glans aan hunne oogen, een eigenaardi- gen klank aan hunne stem. Veel spraken zij niet. Het was vreemd, maar deze stemming duldde niet veel woorden. Hoe verder zij lie pen, hoe minder levendig werd hun gesprek en toen zij de brug naar den zuidelijken oever van Saltsjön overstaken, spraken zij geen woord meer. Beider gedachten waren vervuld met iets dat niet gezegd kon worden. Bij een kruispunt aarzelde Nina om voort te gaan. Zij wist niet waar zijn weg van den haren afweek. Maar hij liep door. Zij had den waarschijnlijk denzelfden weg nog een eind langer. Ten laatste sloeg zij de straat in waar zij woonde. Hij bleef naast haar voort gaan. Bij de poort gekomen van hare woning bleef zij staan. Nu stond hij ook stil. Maar toen zij hem goeden dag wenschte nam hij zijn hoed niet af. „Nu heb ik u zoover gebracht," zeide hii. ,.Nu kunt u mij ook wol een eindje bren- gen." „Hebt u mij thuis gebracht? Maar dit was immers uw weg?" „Geen kwestie van!" Hij stapte dc straat verder door en zij ver gezelde hem. Waarheen zij liepen wist geen van beidenalleen dat zij in oostelijke rich ting voortwandelden. Het plaveisel werd on gelijk en met kuilen; de huizen waren klein en stonden ongeregeld; nu kreeg men een bouwvallig steenen huisje met beschadigd dak te zien, dan een roodgeschilderde hou ten hut, die door een begroeide schutting was 'omheind. Onophoudelijk leverde de kromme straat het gezicht op stegen en heu velen die naar het strand toe afdaalden en ten laatste lag Saltsjön in haar volle schitte rende pracht voor hunne oogen, nadat hun gezichtskring eenige malen ingesloten en we der verruimd was. Hier hielden de huizen vooreerst op en zij waren nu op een berg vlakte aangekomen waar een paar kinderen speelden en waar lappen zeildoek over een paar oude staken te drogen hingenverder was er niets te zien dan enkele, kale, kra kende iepen. Het was een fraai, ruim gezicht op de stad die met haar binnenwateren, hare eilanden, hare bochten en met ^lien prachtige» arm der zee, die tot vlak aan de huizenrij, was doorgedrongen, aan hunne voeten lag. Ginds gilde de stoomfluit van een de<r groote booten aan de kadedaar snolden kleine locaalboot- jes heen en weer en daar strekten de zeilsche pen, die op den vloed wachtten, hunne mas ten naar de wolken en hun steven naar het strand. Zij wandelden het platau verder op en juist nu begonnen de klokken weder te lui den. Het was alsof die oude welbekende stad plotseling een levend wezen, met longen en stem en velerlei tenen, geworden was. Toch hoorden zij slechts écn lied en zij verstonden duidelijk wat dit was. „Kom toch, kom! Kom kom I" bruisck- te het, nu machtiger, aan flauwer, maar zoo, dat het overal gehoord werd. Zij riep al hare kinderen die in de scheeren verspreid wo nen. Daar was het kil en eenzaam. Daar zou de winter weldra ziin intocht houden zonder dat men zijne strengheid kon afwee- ren. In1 de stad was men lekker wann beschut. Zij wilde die allen opnemen en koo- steren. Die stemming van aansluiten in vrede en liefde beheerschte ook de beide menschen- kiuderen op de bergvlakte. Hij boog zijn hoofd tot haar over en zocht haar blik „Is 't nu niet goed, dat u met mij zijt modegegaan ,,Ja hot is heerlijk!" Zacht trok hij haar arm onder den zijnen. „Zouden wij dat dan niet voor goed kun nen doen; zoo lang als wij leven met elkan der samen gaan?" De klokken luidden voortdurend haar „Kom toch, komMaar zij luisterden er niet naar, die twee menschen op do berg vlakte. Zwijgend stonden zij daar, met de oogen wederkeerig op elkanders blik govos- In de eerstvolgende week kwam Nina ge regeld te laat thuis voor hot etensuur. Maar niemand zeide er iets van, want men wist de reden. Deze was aan de ouders, aan Johan en aan Selma medegedeeldverder wensch te men de zaak nog geheim to houden. Garvell zou hunne verloving liever bekend gemaakt hebben. Hij stelde voor om over enkele weken te trouwen, maar bij nader overleg bleek dat overhaasten ondoelmatig, om de al te kleine woning en om andere re denen van practisohen aard. Zij zouden nu hun huwelijk tot den volgenden herfst uit stellen. Hij onderwierp zich protestcerendo, maar 'wildo althans zijn geluk aan de wereld mededeelen. Doch ook dit werd voorloopig uitgesteld. Nina zag er tegen op hare jonge liefde zoo spoedig aan de beoordeeling van anderen prijs to geven. Dezen eersten tijd, dio haar een heerlijk droombeeld, nog geen werkelijk heid, scheen te zijn, wilde zij rustig genie- ton. Zij wilde niet tot een voorwerp van nieuwsgierigheid worden, juist nu hunne ge negenheid tot ontwikkeling kwam. In haro oogen zou hierdoor het frissche waas dat over hare liefde beschermend rustte, wordon weggevaagd. Vooreerst wilde zij haar go- heim als haar grootstcn schat bewaren. La ter over hoe lang wist zij nu nog niet zoude zij er trotsch op zijn, de inmiddels krachtig gegroeide genegenheid aan de ge- hoele wereld te tooncn nu had zij daar toe den moed nog niet. „Welnu, dan zullen wij onze verlovings kaarten als Kerst- of Niouwejaarsprcsentjen uitdcelen," zeide Garvell, nadat hij geduldig naar hare bezwaren geluisterd had; hij gaf aan haar fijner inzicht de eer, en waar het hier eene zaak van 't gevoel en niet van het verstand gold, kon hij niet anders dan haar gelijk geven. ,,Ja dat zou heel aardig zijn," lachte Nina. Wordt entolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1