tv°. lie.
Maandag 11 December 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MET VOLLE ZEILEN.
ERSFOORTSCH
4" Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden roor Amersfoortf l.JKJ.
Idem franco per poit1.75.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
AdvertentiSn, mededoelingen en*., gelieve men vóór 10 uur
*a morgens bij de Uitgevers in te «enden.
Uitgevers) VALKHOFF 6 Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEHTENTIÊN:
Tan 1—5 regels0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tol
het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement Eenn
circulaire, bevattende Je voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die mei I Januari
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Decem
ber nog zullen verschijnen
KOSTELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
Oe aoheiding van Kerk en Staat
in Frankrijk.
De wet tot regeling van do scheiding van
Kerk en Staat in Frankrijk is door den Se
naat onveranderd aangenomen, in den vorm
zooals zij door de Kamer van afgevaardigden
was vastgesteld.. Daaruit mag echter niet
worden afgeleid, dat de Senaat zich met den
Franschen slag van deze gewichtige zaak
heeft afgemaakt. De behandeling in de open
bare zitting is door eene commissie grondig
voorbereid, en de beraadslagingen in de
twintig zittingen, die door den Senaat aan
dezo zaak zijn gewijd, zijn, ofschoon daar
door in den tekst van de wet geene veran
deringen gebracht zijn, toch niet zonder nut
geweest. Het debat heeft over een aantal
artikelen eene authentieke interpretatie ge
leverd, die voor de uitlegging en de toepas
sing van de wet en voor de jurisprudentie
van groote beteekenis zijn.
De Senaat heeft van zijn recht om den
tekst van de wet te verbeteren, geen gebruik
gemaakt om de mogelijkheid te scheppen,
dat de nieuwe wet zonder verwijl kan wor
den afgekondigd en met 1 Januari 1906 in
werking kan treden. De vraag is opgeworpen
of, nu de scheiding gevoteerd is, nog eene
opzegging van het concordaat noodig is. De
tegenstanders van de scheiding hebben dit
beweerd. De voorstanders voeren daartegen
aan, dat het concordaat door den eersten
consul, die het den 26en Messidor van het
jaar IX met den Paus gesloten had, niet als
een verdrag aan het wetgevend lichaam is
voorgelegd. Hij heeft het ingelascht in de
wet van 18 Germinal van het jaar X (8
April 1902) en als bestanddeel van deze wet
is het in het Bulletin des lois opgenomen.
Eene wet nu wordt niet opgezegdmen
schaft haar af. Van eene opzegging zou
slechts sprake kunnen zijn, wanneer het
verdrag van 26 Messidor IX een diplomatiek
stuk werk gebleven was, dat als zoodanig
door de toenmalige wetgevende macht was
goedgekeurd. Nu het echter een deel uit
maakt van de wet, was het tegënwoordige
wetgevende gezag bevoegd het wederom door
eene wet op te heffen. Nu de vertegenwoor
diging tot de scheiding besloten heeft, heeft
het concordaat, dat de betrekkingen tus-
schen Kerk en Staat regelde, opgehouden te
bestaan, zonder dat daartoe nog eene uit
drukkelijke opzegging noodig is. Het ver
dwijnt met de wet van 18 Germinal X,
waarvan het een bestanddeel vormde.
Men kan dus met de afkondiging van de
wet, waarover de Senaat in zijne vergade
ring van 6 December de eindstemming ge
houden heeft, do scheiding tusschen de we
reldlijke en de kerkelijke macht als een vol
dongen feit beschouwen. Men heeft deze
wet genoemd een werk van strijd en ver
volging. Een werk van strijd is zij zeer ze
ker, want gedurende dertig jaren heeft de
scheiding, die nu voltrokken is, op de poli
tieke programma's gestaan. Maar een werk
van vervolging? Kort voor de eindstemming
is de voorzitter van de commissie, die de
behandeling in den Senaat heeft voorbereid,
do oud-minister van justitie Vallé, met na
druk tegen deze kwalificatie opgekomen. Hij
verklaarde, dat het hem verbaasde, dat o:>k
republikeinen instemden met de klacht, dat
door deze wet de Kerk vervolgd en de ge-
loovigen getiranniseerd worden. De wet
geeft aan de Kerk veel meer, dan de wet
van 1901 aan de gewone vereenigingen toe
slaat. De Kerk is heden haast even rijk als
vóór de revolutie, en is dan de vrijheid, die
zij nu verkrijgt, in 't geheel niets? De Paus
van nu af geheel vrij om de bisschoppen
t? benoemen, en deze kunnen vrij met het
Vaticaan en met elkaar in gemeenschap tre
den. En daarbij waarborgt art. 4 van de
wet, dat de kerkelijke gemeenten, om in
Let genot te kunnen treden van de gebou
wen, die de Staat voor de uitoefening van
den eeredienst beschikbaar blijft stellen,
conform de regelen van de algemeene orga
nisatie van hun kerkgenootschap gevormd
moeten zijn.
Ook de rapporteur van de commissie dtr
Kamer, Aristide Briand, heeft er prijs op
gesteld aan den vooravond van het in w^i
king treden der wet, in welker tot stand
komen hij een belangrijk aandeel heeft ge
had, in een artikel, dat ook voor de buiten
landsche pers bestemd was, er nadruk op te
leggen, dat het doel waarnaar bij de regs-
ling der scheiding is gestreefd, is den kerk
genootschappen de vrijheid te verschaffen,
die zij behoeven om hunne bestemming te
vervullen. De nieuwe regeling is opgebouwd
op den grondslag van de vrije Kerk in den
vrijen Staat. Het staat den kerkgenootschap
pen vrij zich te ontwikkelen of te vergaan
geen ingrijpen van den Staat zal hun bloei
belemmeren of hun ondergang tegen gaan.
Onder de banden, die geslaakt worden, is
intusschen ook de zilveren band, waarvan
het hoofdstuk Eeredienst op de staatsbegroo-
ting de uitdrukking is. De uitkeeringen uit
de staatskas ten behoeve van de kerkgenoot
schappen, die op de begrooting van 1905
stonden uitgetrokken voor 37,817,000 frs.,
worden in 1906 verminderd met 7,964,929
frs. Die vermindering zal ieder jaar grooter
worden, totdat eindelijk het hoofdstuk Eere
dienst geheel verdwenen zal zijn. Dan zullen
de betrekkingen tusschen Staat en Kerk in
Frankrijk geheel hebben opgehouden.
DnltschlamL
De Münchener Neueste Nachrichten be
vat eene kennisgeving van den prins-regent
van Beieren naar aanleiding van het hon
derdjarig bestaan van Beieren als konink
rijk. In dit stuk wordt gewezen op den hoo-
gen trap van ontwikkeling en welvaart tot-
welken het land zich in die eeuw heeft op
gewerkt
Van eene feestviering mag evenwel, met
het oog op den treurigen toestand waarin
de Koning zich bevindt, geen sprake zijn.
Berlijn9 Dec. In het voortgezette alge
meen debat over de begrooting, het vlootont-
werp en de hervorming der Rijksfinanciën,
nam na eene rede van den nationaal-libera-
len afgevaardigde Bassermann, die instem
ming betuigde met de uitbreiding van de
vloot en de hervorming der rijksfinanciën, de
rijkskanselier weder het woord. Hij zeide o.a.
,,Om elk misverstand te voorkomen, wijs ik
er uitdrukkelijk op, dat ik dc reis van den
Keizer naar Tanger, die reeds in Februari
was overwogen en die ik, nadat de Marakko-
quaestie buiten onze schuld een meer acuten
vorm had aangenomen, had aangeraden, met
mijne volle politieke verantwoordelijkheid
dek. Dit bezoek heeft niet anders dan nuttig
gewerkt en de Keizer heeft, door persoonlijk
op te komen voor de Duitsche belangen, zich
zoer verdienstelijk gemaakt jegens het land."
De Regeering heeft in de quaeslie-Jaurès
haren plicht gedaanzij heeft niet toegela
ten, dat de buitenlandsche politiek werd ge-
stooid door do sociaal-democratie, die het
sprookje trachtte te verspreiden, dat zij licht
vaardige oorlogsneigingen van de Regeering
had verhinderd.
Aan de sociaal-democratie, die niet staat
op het standpunt der nationale belangen,
maar die handelt naar partijdogma's, mag
de buitenlandsche politiek niet worden over
geleverd. Bebel zeide, dat de vlootvermeer-
dering tegen Engeland was gericht. Indien
eene premie werd gesteld op uitlatingen, die
het meest geschikt waren ontstemming te
verwekken tusschen Engeland en Duitscli-
land, dan kon Bebel daarop aanspraak ma
ken. (Stormachtige toejuichingen.)
„Ik kan der sociaal-democratie, wanneer
zij in het geval van oorlog, overleg wil ple
gen of zij zich aan landverraad zal schuldig
maken, slechts aanraden hare daartoe strek
kende neigingen niet kenbaar te maken bui
ten het bereik van de parlementaire on
schendbaarheid. Ik zou ook aan het buiten
land den raad willen geven, geen hoop te
bouwen op zulke holle aanmatigingen. Indien
de sociaal-democratie mocht willen beproe
ven naar het Russische voorbeeld plunderin
gen en inassa-betoogingen in Duitschland fn
te burgeren, dan zullen dergelijke pogingen
schipbreuk lijden op de standvastigheid en
vastberadenheid onzer regeeringen en de ge
zonde opvattingen van ong volk." (Storm
achtige toejuichingen.)
Nadat nog de afgevaardigden Müller-Sa-
gan en Kardorff het woord hadden gevoerd,
werd de voortzetting van het debat tot Maan
dag verdaagd.
Frankrijk.
De heer Combes, gewezen minister-presi
dent, heeft in de salie des Pas-Perdus van
de Kaauer in antwoord op eene vraag, die
hem was gedaan, verklaard, dat het bericht
onjuist is, dat hij candidaat zou zijn voor
het presidentschap van de republiek. Zijn
caudidaat voor dat ambt is de heer FaJlières,
de voorzitter van den Senaat.
De wet tot regeling van. de scheiding van
Kerk en Staat zal mil het laatst van deze
week afgekondigd worden. Een besluit tot
uitvoering van de wet zal binnen drie maan
den uitgevaardigd /veten worden, maar een
aantal bepalingen van de wet treden, omaf-
hankelij|k daarvan, reeds dadelijk in werking.
Verleden Woensdag berichtte een Parijsch
telegram over de 'beraadslagingen in den
Franvchen ministerraad o. a., dat volgens
de informaitiën van den minister-presi
dent Rouvier reeds de Russischo dépots
bij vreemde bankinstellingen den rentedienst-
gedurende twee a drie jaren verzekeren. De
Matin geeft deze .mededeeling in eenigszims
anderen vorm weerRem vier zooi namelijk
gezegd hebben, dat de Russische coupon
die ast door de bij de banken gedeponeerde
bedragen niet voor 2 a 3 jaren, maar voor
2 a 3 semesters geaekt is.
Engeland.
Bij koninklijk besluit is de rang van den
eersten minister aan het hof voor het eerst
omschreven. Tot dusver was er officieel in
Engeland geen eerste minister, ofschoon
reeds Pitt moeite deed om de erkenning van
dat ambt te verkrijgen. In het Berlijnsche
verdrag werd lord Beaconsfield als eerste
lord van de schatkamer en eerste minister
van Engeland" aangeduid, om zijne positie
begrijpelijk te maken, ofschoon dit officieel
incorrect was. Toen het kabinet van lord
Salisbury in 1900 gereconstrueerd werd,
werd hij voor het eerst in de Court circular
genoemd „eerste minister". Nu is de eerste
minister voor 't eerst officieel erkend. Be
halve de leden van de koninklijke familie,
gaan alleen de ambassadeurs, de aartsbis
schop van Canterbury, de lord-kanselier en
de aartsbisschop van York hun in rang voor.
Londen, 10 Dec. Het nieuwe kabinet is
aldus samengesteldlord-kanselier Sir Ro
bert Reid, kanselier der schatkist Asquith,
home office Gladstone, buitenlandsche zaken
Sir Edward Grey, koloniën graaf Elgin, oor
log Haldane, Indië John Morley, marine
lord Tweedmouth, handel Lloyd George,
local government John Burns (werklieden
partij), Schotland Sinclair, landbouw graaf
barrington, posterijen Sydney Buxton, Ier
land Bryce, voorzitter van den geheimen
raad graaf Crewe, lord privy seal (zegelbe
waarder) markies van Ripon, onderwijs
Augustine Birrell, kanselier van het hertog
dom Lancaster Sir Henry Fowler.
Sir Henry Campbell Bannerman is eerste
minister en eerste lord van de schatkamer.
Ministers zonder rang en leden van het
kabinet zijnde onderkoning van Ierland,
graaf Aberdeen, de kanselier van Ierland
lord justice Walker, de eerste commissioner
of works It. V. Harcourt.
11 Dec. Van alle zijden wordt erkend, dat
Campbell Bannerman de beste leden van
do partij in zijn kabinet heeft opgenomen,
wanneer men lord Rosebery uitzondert. Zelfs
de conservatieve organen stemmen toe, dat
do nieuwe ministers goede en bekwame man
nen zijn
Rome, 9 Dcc. Het bij dei Kamer ingediende
financieele overzicht geeft voor 1904/05 een
saldo aan van 47 millioen boven de werke
lijke uitgaven. De begrooting van 1905/06
sluit met een overschot van 6 millioen
voor 1906/07 wordt een voordeelig saldo van
4 millioen verwacht.
Rusland.
Petersburg, 10 Dec., via Eydtkuhnen.
(Petersburgsch telcgraafagentschap). De he
den openbaar gemaakte voorloopige opgave
van de voorloopige uitkomsten van den Rus-
sischen financieelen dienst in den loop van
de eerste acht maanden, geeft betrekkelijk
zeer gunstige uitkomsten aan. In den gewo
nen dienst bedragen de inkomsten in mil-
lioenen roebels 1296 (70 meer dan verleden
jaar), de uitgaven 1195 (16 minder). In den
buitengewonen dienst bedragen de inkom
sten 717 (378 meer), de uitgaven 789 (259
Petersburg (via Eydtkuhnen), 9 Der.
Een keizerlijke ukase stelt voorloopige maat
regelen, vast voor do periodieke pers. De alge
meene en bijzondere preventieve censuur voor
periodieke publicaties, teekendngen en hout
sneden is afgeschakt, met uitzondtering van
publicaties, die in de provincie verschijnen.
Administratieve belemmeringen en bestraffin
gen voor de periodieke pers zijn afgeschaft. Do
verantwoordelijkheid voor peredelicten wordt
uitsluitend vastgesteld door de gerechtsho
ven. Het recht van den minister van binnen-
landsche zaken om de publicatie of d© bespre
king van zaken, oio de regcering; raken, to
verbieden, wordt geheel opgeheven.
Ton slotte wordt een lang© reeks van bij
zondere gevallen opgesomd, dtie gerechtelijke»
vervolging ten gövolge hobbetni; de daaiop
gestelde straffen bewegen zich tusschen een
geldboete van 300 Rbl. en gevangenisstraf
of deportatie.
Petersburg, 8 Dee. Geruchten over eene
voorgenomen contra-revolutie gaan in de
laatste dagen bijzonder hardnekkig door do
residentie. Het woord „militaire dictatuur"
wordt steeds veelvuldiger vernomen
De Russ bericht heden, dat er tusschen
graaf Witte en den minister van binnen-
landsche zaken Doernowo verschillen van
meening zijn ontstaan wegens de staking der
post- en telegraafambtenaren. Witte had gis
teren plan, bij den Keizer het ontslag van
Doernowo ter sprake te brengen.
De staking is zichtbaar aan 't verloopen.
Gisteren waren bijna onlusten uitgebroken
onder de vlootequipages no. 14 en no. 18,
die naar Kroonstad zouden worden gebracht.
De matrozen weigerden beslist aan dit be
vel te gehoorzamen, zoolang Kroonstad zich
in staat van beleg bevond. Het incident
eindigde hiermede, dat de troepen, die de
kazernes omringden, bevel kregen om in
te rukken en dat de matrozen in Petersburg
bleven.
Petersburg (via Eydtkuhnen.), 9 Dee.
lm de vergadering der stakende post- en tele-
graaf-ambtenaren werd, besloten d!e staking
te doen voortduren, totdat do Bond erkend
is en de gestelde eischen ingewilligd zijn.
Petersburg (via Eydtkuhnen), 10 Dec.
(Petersburgsch Tclegraafagentschap.) Een
dagorder van minister Doernowo van den 9.
verklaart beslist, dat de bond van post- on
telegraaf-ambtenaren onder geene omstan
digheden zal worden toegestaan. De ambte
naren, die do staking voortzetten, zullen on
voorwaardelijk van den dienst uitgesloten
worden. Zij, die tot onlusten aanspoorden en
de beschadiging van do leidingen en van
de dure toestellen veroorzaakten, zullen ook
nog gerechtelijk vervolgd worden. Zulke han
delingen beteekenen openlijk verzet on rebel
lie.
Half November zijn 500.000 roebels aan
gewezen voor ondersteuningen van post- en
telegraafambtenaren. Bij de verdeeling van
die som zullen van de weer in dienst treden
de ambtenaren slechts diegenen in aanmer
king komen, die zich vroeger door dienstijver
hebben onderscheiden.
Petersburg (via Eydtkuhnen), 9 Dec.
(Petersburgsch Tclegraafagentschap.) Donder,
dag kregen de matrozen der 14ae equipage
bevel zich naar Kroonstad te begeven, maar
zij weigerden dit bevel op to volgen. Do admi
raals Bartoechewicz en Niedermuller ver
maanden de matrozen naar Kroonstad te ver
trekken, echter zonder succes. Do matrozen
zonden daarop een deputatie aan de 18de
equipage, met hot verzoek zich bij hun pro
test aan te sluitenhier spoorden echter do
officieren de matrozen tot trouw en plichts
betrachting aan. Do 18de equipage sloot
(Naar het Ztcetdseh
12 door
PH. WIJSMAN.
Nu vertelde hij haar dat hij bij een
vriend, die in het Zuidelijk gecWte va»; de
stad woonde, voor 't ontbijt genoodigd was
Als zij er niet tegen had kondei zij zoover
sani'-u gaan. Anders moest zij 't-gerust zeg
gen
ZeggenWat zoude zij kunnen zeggen»
Dat zijn gezelschap haar niet onaangenaam
wao, dit zeide haar gelaat zeker zonder
woorden.
Dus zij gingen tezamen naar huis
Het was een verrukkelijke dagZooals
zij nu in den zonneschijn wandelden en dio
heerlijke, gezonde lucht inademden, hadden
zij beide 't gevoel van bot heden niet te heb
ben geweten wat feestvreugde en Zondags
rust was.
Geen rammelende vrachtkarren waren er
te zienover de schoone pleinen en straten
reden alleen équipages en huurrijtuigen vol
vioolijke mensclien die „uitgingen." Over
de trottoirs vervolgden de vele wandelaars
langzaam hunnen weg. Waarom zou men
zich haasten? Men had allen tijd om goed
rond te zien, van zijh vrijen dag te genieten,
hier en daar even een praatje te houden met
een goeden bekende, die ook schik in zijn
j leven had.
Zelfs de boomen in de stadsparken had
den iets plechtigs; tusschen de afgevallen
bladeren staande, strekten zij. hunne armen
tot den_ blauwen hemel. Zij schenen te zeg
gen „Hier staan wij, krachtig en mooi. Wij
hebben onze versleten aardscho lompen afge
schud en zijn bereid het hemelsche wit kleed
te dragen, als dit komt. Laat het maar ko
men, bij dag of bij nachtwij zijn gereed 1"
En de beide jonge menschen, die niet ge
weten hadden wat Zondags-vrede was, ver
volgden hunnen weg onder den indruk der
nieuwe gewaarwording. Zij1 gaf een verhoog
den glans aan hunne oogen, een eigenaardi-
gen klank aan hunne stem. Veel spraken zij
niet. Het was vreemd, maar deze stemming
duldde niet veel woorden. Hoe verder zij lie
pen, hoe minder levendig werd hun gesprek
en toen zij de brug naar den zuidelijken
oever van Saltsjön overstaken, spraken zij
geen woord meer. Beider gedachten waren
vervuld met iets dat niet gezegd kon worden.
Bij een kruispunt aarzelde Nina om voort te
gaan. Zij wist niet waar zijn weg van den
haren afweek. Maar hij liep door. Zij had
den waarschijnlijk denzelfden weg nog een
eind langer. Ten laatste sloeg zij de straat in
waar zij woonde. Hij bleef naast haar voort
gaan. Bij de poort gekomen van hare woning
bleef zij staan. Nu stond hij ook stil. Maar
toen zij hem goeden dag wenschte nam hij
zijn hoed niet af.
„Nu heb ik u zoover gebracht," zeide hii.
,.Nu kunt u mij ook wol een eindje bren-
gen."
„Hebt u mij thuis gebracht? Maar dit was
immers uw weg?"
„Geen kwestie van!"
Hij stapte dc straat verder door en zij ver
gezelde hem. Waarheen zij liepen wist geen
van beidenalleen dat zij in oostelijke rich
ting voortwandelden. Het plaveisel werd on
gelijk en met kuilen; de huizen waren klein
en stonden ongeregeld; nu kreeg men een
bouwvallig steenen huisje met beschadigd
dak te zien, dan een roodgeschilderde hou
ten hut, die door een begroeide schutting
was 'omheind. Onophoudelijk leverde de
kromme straat het gezicht op stegen en heu
velen die naar het strand toe afdaalden en
ten laatste lag Saltsjön in haar volle schitte
rende pracht voor hunne oogen, nadat hun
gezichtskring eenige malen ingesloten en we
der verruimd was. Hier hielden de huizen
vooreerst op en zij waren nu op een berg
vlakte aangekomen waar een paar kinderen
speelden en waar lappen zeildoek over een
paar oude staken te drogen hingenverder
was er niets te zien dan enkele, kale, kra
kende iepen.
Het was een fraai, ruim gezicht op de stad
die met haar binnenwateren, hare eilanden,
hare bochten en met ^lien prachtige» arm
der zee, die tot vlak aan de huizenrij, was
doorgedrongen, aan hunne voeten lag. Ginds
gilde de stoomfluit van een de<r groote booten
aan de kadedaar snolden kleine locaalboot-
jes heen en weer en daar strekten de zeilsche
pen, die op den vloed wachtten, hunne mas
ten naar de wolken en hun steven naar het
strand.
Zij wandelden het platau verder op en
juist nu begonnen de klokken weder te lui
den.
Het was alsof die oude welbekende stad
plotseling een levend wezen, met longen en
stem en velerlei tenen, geworden was. Toch
hoorden zij slechts écn lied en zij verstonden
duidelijk wat dit was.
„Kom toch, kom! Kom kom I" bruisck-
te het, nu machtiger, aan flauwer, maar zoo,
dat het overal gehoord werd. Zij riep al hare
kinderen die in de scheeren verspreid wo
nen. Daar was het kil en eenzaam. Daar
zou de winter weldra ziin intocht houden
zonder dat men zijne strengheid kon afwee-
ren. In1 de stad was men lekker wann
beschut. Zij wilde die allen opnemen en koo-
steren.
Die stemming van aansluiten in vrede en
liefde beheerschte ook de beide menschen-
kiuderen op de bergvlakte. Hij boog zijn
hoofd tot haar over en zocht haar blik
„Is 't nu niet goed, dat u met mij zijt
modegegaan
,,Ja hot is heerlijk!"
Zacht trok hij haar arm onder den zijnen.
„Zouden wij dat dan niet voor goed kun
nen doen; zoo lang als wij leven met elkan
der samen gaan?"
De klokken luidden voortdurend haar
„Kom toch, komMaar zij luisterden er
niet naar, die twee menschen op do berg
vlakte. Zwijgend stonden zij daar, met de
oogen wederkeerig op elkanders blik govos-
In de eerstvolgende week kwam Nina ge
regeld te laat thuis voor hot etensuur. Maar
niemand zeide er iets van, want men wist de
reden. Deze was aan de ouders, aan Johan
en aan Selma medegedeeldverder wensch
te men de zaak nog geheim to houden.
Garvell zou hunne verloving liever bekend
gemaakt hebben. Hij stelde voor om over
enkele weken te trouwen, maar bij nader
overleg bleek dat overhaasten ondoelmatig,
om de al te kleine woning en om andere re
denen van practisohen aard. Zij zouden nu
hun huwelijk tot den volgenden herfst uit
stellen. Hij onderwierp zich protestcerendo,
maar 'wildo althans zijn geluk aan de wereld
mededeelen. Doch ook dit werd voorloopig
uitgesteld.
Nina zag er tegen op hare jonge liefde
zoo spoedig aan de beoordeeling van anderen
prijs to geven. Dezen eersten tijd, dio haar
een heerlijk droombeeld, nog geen werkelijk
heid, scheen te zijn, wilde zij rustig genie-
ton. Zij wilde niet tot een voorwerp van
nieuwsgierigheid worden, juist nu hunne ge
negenheid tot ontwikkeling kwam. In haro
oogen zou hierdoor het frissche waas dat
over hare liefde beschermend rustte, wordon
weggevaagd. Vooreerst wilde zij haar go-
heim als haar grootstcn schat bewaren. La
ter over hoe lang wist zij nu nog niet
zoude zij er trotsch op zijn, de inmiddels
krachtig gegroeide genegenheid aan de ge-
hoele wereld te tooncn nu had zij daar
toe den moed nog niet.
„Welnu, dan zullen wij onze verlovings
kaarten als Kerst- of Niouwejaarsprcsentjen
uitdcelen," zeide Garvell, nadat hij geduldig
naar hare bezwaren geluisterd had; hij gaf
aan haar fijner inzicht de eer, en waar het
hier eene zaak van 't gevoel en niet van het
verstand gold, kon hij niet anders dan haar
gelijk geven.
,,Ja dat zou heel aardig zijn," lachte
Nina.
Wordt entolgd.