ambtenaren en regeling van kunne rechts
positie
De heer Bos sloot zich aan bij het be
toog van den heer Be Klerk omtrent de wet
telijke regeling der pandjeshuizen.
's Avonds to 8 uur werden de algeuieeno
beschouwingen over hoofdstuk V voortgezet.
De heeren Passtoors eu Va».ui de
e 1 d e steunde dcu aandrang lot lotsverbe-
icring van de gemeente-veldwachters. Laatst
genoemde betreurde voorts de intrekking van
do bedrijven wet, welke zaak hij zeer urgent
actitle, omdiat dagelijks door cUrectiên van
gvmoeul olijke bedrij.. aiuaeld wordt in
stnjd met de gemeentewet. Nog bepleitte hij
et h andere inrichting van don Burgerlijken
Stand.
De beer van Idsinga drong ook aan
i-p betere waarborgen voor een juist beheer
der gemeentebedrijven, vroeg of de minister
van plan is de inspectie van de Drankwet
op te heffen eu of er niet een commissie kan
worden benoemd 0111 te onderzoeken, hoe ver
do grenzen der vivisectie mogen gaan.
De min. van binnonl. zak e n (do
beer Kink) beantwoordde de verschillende
vragen en opmerkingen. De noodzakelij k.-
heid eouer herziening van de Armenwet be
aamt Spr. ten volle. Of de inspectie van
de Drankwet opgeheven zal worden, kon
Spr. nog niet zeggen, liet Kon besluit naar
aanleiding van de Drankwet, dat door den,
heer Bolsius zoo kras was veroordeeld, zal
herzien worden. Enkele hardheden zullen
worden weggenomen. De herziening der Ge
meentewet bevindt' zich nog in het aanvangs
stadium.
De pensionneoring van de gemeente-amb
tenaren zal later in de Kamer aan do orde
komen. Hel scheidsgerecht moet naar het
oordeel van den voorzitter niet alleen voor
do werklieden, maar ook voor de ambtenaren
noodig zijn. Vaststelling van een minimum
salaris voor gemeente-veldwachters acht de
minister niet noodzakelijk en een regeling
van rijkswege is heel moeielijk.
Omtrent dc waterverontreiniging wachti
do minister nog op advies van den Contra*
Ion gezondheidsraad. Beperking der ^jvisectie
vindt bij Spr. een goed gehoor. Ten aanzien
van de pandjesbuizen erkende Spr. dat dio
veel doen, dat niet goed is en afkeuring ver
dient, maar zij zijn zóó ingeworteld in het
maatschappelijke leven, dat bij een herzie
ning der wettelijke bepalingen, daarmee re
kening gehouden moet worden.
Bij de replieken wees de heer V a n A 3 c h
v a n W ij c k er op, dat de minister voor do
Zondagswet een avanb-pnojet van minister
Kuyper had gevonden.
De heer Talm a had niet begrepen wat
de minister bedoelde met de meer humanitai
re begrippen van armenzorg en meende, dat
als do minister den algemeenen maatregel
van bestuur, ten aanzien van de Drankwet-,
afkeurt, hij dien moest intrekken. Het ging
met aan om dén mensch te zeggen dat men
zich aan tien maatregel niet behoefde te.
houden. Ten sterkste waarschuwde hij tegen
opheffing der Drankwet-inspectie.
Do heer van Idsinga drong aan op
oen afzonderlijke regeling voor de gemeente
bedrijven.
De hoeren Do Klerk en Bos uitten
hunne teleurstelling omtrent hetgeen de mi
nister over de pandjeshuizen had gezegd. Zij
hadden een spoedige regeling verwacht.
De heer T i e u b dixuig mede aan op par
tieel© wijziging van de gemeentewet tem be
hoeve van tte gemeentebedrijvon! om ten aan
zien vau den rechtstoestand van de gemeente
ambtenaren.
De heer v. d. boreb van Verwoldc
gal eenige inlichtingen omtrent een st-ukje
grond te Arnhem, over dom eigendom) waar
over getwist werd
De heer Schaper vroeg mede om een
minimum-salaris voor gemeente-veldwachters
en om instelling van een scheidsgerecht voor
gemeente-ambtenaren en werklieden. Ophef
fing der Drank wet-inspectie achtte hij voor-
loopig niet aanbevelenswaardig.
Db heer Van de Velde bleef de intrek
king van de bedrijven»-wet betreuren.
De lieer Van dor Zwang had van dén
lieer Talma andere, meer humane denkbeel
den verwacht, ern protesteerde tegen dé ver
gunning verleend aan den liaagscheu schouw
burg.
Do Minister antwoordde nog, dat hij
zioh met het ontwcrp-Zondagswei niet had
kunnen vereenigen. Do Efrankwet zal de mi
nister strong' handhaven, maar er zijot bepa
lingen in die niet waardig kunnen worden
toegepast,. Eto jongste wijziging strekte ook
reeds om een onnoodigc hardheid weg te ne
men onl de meniichen niet noodeloos in hun
bedrijf tc belemmeren.
Nadat de heer T a 1 m a nog eens verklaard'
had dat dc armenzorg boter kon worden toe
ver I rouwd aan de kerk en particulieren dan
aan den Staatwerden de algemeen© beraad
slagingen gesloten.
Bi j do artikelen werd eenige discussie ge
voerd over een amendement van deni koer
V a n A s c b v a n \V ij c k, om art. 2 te ver
minderen met f 2000, do jaarwedde voor een
door den minister meer noodig geoordecldcn
commies. Nadat de heer Schaper zich bij
do discussie een vermaning' op den hals ge
haald had vsi". don voerzitter, wegens de wijf-
ze waarop hij, de oppositie der rechterzijde
(die hij misselijk noemde) betitelde, _verklaar-
de de minister dat do dienst schade aou
lijden als die commies geweigerd werd, -waar
op de voorsteller zijn amendement introk.
Bij de 2de afdeehng word de beraasdlaging
verdaagd tot heden morgen.
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag 14
December -1905 bevat de volgende Kou.
besluiten
benoemd tot ontvanger der invoerrechten
te Sint-Pie ter A. J. II. Hagdorn, thans
waarnemend adjunct-controleur van hot ka
daster te Maastricht.
op verzoek eervol ontslagen de ontvanger
der directe "belastingen J. Bekaar tc Noord-
wellen, on F. Licfrinck. registratie-inspecteur
3o kl te Leeuwarden
benoemd tot burgemeester vaat Oterloek
S Brak, van Hulst; F van Waesberghe, van
Bosi-hkapell© on Stoppel wijk B, J. B. van
Scttsbeealc j
herbenoemd tot schoolopziener in het ar-
rondutfpnujut Zuidhorn, mr. S. Andrcae te
Zuiifhorn
bevorderd tot officier van gezondheid le
klasse die der 2e kl. bij de zeemacht F. Sik-
keuna.
Do gewone audiëntie van den minis
ter van marine zal Vrijdag en die van den
minister van binnenlaudscbe zaken Zater
dag niet plaats hebben.
In de Memorie vaat Antwoord op bet
V. V. van de begrootiug Hoofdstuk LaJid-
bouw. Nijverheid en Handel, wordt o. m. het
volgende medegedeeldIn bet- belang van
den landbouw zal spoedig ingediend worden
het wetsontwerp tot afschafing der tienden',
zullen voorstellen gedaan werden tot bescher
ming van vogels, tot bevordering der botcr-
contróle en tot verplichte keuring van voor
uitvoer bestemd vleeech, mede iu verband
met binnonl a ndsch verbruik.
Wanneer de staatscommissie voor de jacht
gereed is, zal de minister ook dit onderwerp
ter hand nemen en de invoering van de eveti-
tueele wet tot verzekering van personen, in»
het landbouwbedrijf werkzaam, tegen de gel
delijke gevolgen van ongevallen zooveel mo
gelijk bespoedigen.
Bij de voorgenomen regeling tot bescher
ming van vogels wordt beoogd de beteuge
ling van het doodeu van vogels op groote
schaal, behoudens de tchadclijke vogels en
zoo mogelijk in aansluiting aan een interna
tionale overeenkomst.
De Min. zal gestadig alles doen, wat in
liet belang van liet veearts-etuijkundig onder
wijs kan geacht worden, en omtrent de orga
nisatie der school hoopt hij wel tot een be
vredigende oplossing te kunnen komen.
C o m i t é-G eneraal. Bij zijn aan
sporing tot bekorting der discussies heeft
de voorzitter der Kamer Vrijdag jl. er op
gewezen hoeveel werkzaamheden nog vóór
Kerstmis van de Kamer zullen worden ge
vergd „hetzij in de sectiën, hetzij voor de
openbare behandeling van andere ontwerpen
van wet, hetzij in comité-generaal".
Naar de ,,N. Ct." meldt, strekt het in
uitzicht gestelde comité-generaal uitsluitend
tot het afdoen van eenige huishoudelijke za
ken, o. m. in verband met de vacatures, in
het personeel der griffie ontstaan door het
bedanken van mr. Schepel als commies-grif
fier en van den heer H. Schol Jr. als ad
junct-commies.
In aansluiting aan de mededeeling
van den minister van Koloniën in de zitting
van de Tweede Kamer der Sta te n - Genor a al
van den len dezerbetreffende de niet-toe-
lating van Curajaosche zeilschepen in de
havens van Venezuela, wordt bekend ge
maakt, dat bij het departement van Kolo
niën een telegram is ontvangen van den
gouverneur van Curasao, d.d. 12 dezer, lui-
t dende:
„De zeilscheepvaart op Venezuela is her
opend."
De Staatscourant no. 293 bevat een
Kon. besluit van 5 dezer, tot het stellen van
nadere regelen inzake de pensionneering van
onderwijzers, verbonden aan bijzondere la
gere scholen en aan bijzondere kweekscholen
en van hunne weduwen en weezen.
Dc geschorste ouderwijzers.
De gemeenteraad van Amsterdam was
gisterenmiddag bijeengeroepen om o. m.
de zoo gerucht makende zaak aan
school letter T te behandelen. Men
weet dat de onderwijzers Edelman eu Ti&an-
berg door burgemeester en wethouders voor-
loopig werden geschorst, met het oog op hun
stelselmatige tartende houding jegens het
hoofd der school, den heer Holtzappel, welke
schorsing werd gevolgd door een- voordracht
tot definitief ontslag dezer onderwijzers. De
Raad nu moest zich heden hieromtrent uit
spa-eken De belangstelling van bet publiek
was zoo enorm groot, dat reeds een uur voor
den aanvang der zitting de Candida ten voor
do tribune, dio voor de raadszaal in de hoofd
stad erbarmelijk klein is, queue maakten op
straat. Honderden stonden een uur lang in
dichte rijen geduldig te wachten op de uit-
óecling der volgnummers. Toen het bepaalde
aantal was toegelaten bleef de massa, natuur
lijk voor het grootste deel onderwijzers, den
ganschen middag voor de deur staan, in
de hoop later op den middag nog een
plaatsje te kunnen bemachtigen. De zit
ting ving onder merkbare spanning aan.
Dc eerste spreker bij dit punt der
agenda was mr L. W. van Gigch, die
mededeelde, dat deze voordracht tot ontslag
werd ingediend op advies der meerderheid L»n
de betreffende raadscommissie. De minder
heid, bestaande uit de heeren de Sauvage
Nolting, Wormser en Van Gigch, was van
oordeel dat de voordracht niet kon worden
g-oedgekcurd. Daar de beechuldigingcn te vaag
waren. Allereerst, bestaat in deze zaak geen
proces-verbaal. Wel zijn er stenografische aan-
teekeningen overlegd, maar die vormen geen
bepaald geheel en zijn bovendien niet ter
kennis gebracht van de betrokken onderwij
zers. De minderheid ontried derhalve de in
diening dezer voordracht, zooals die nu luidt,
omdat gemist wordt het noodzakelijke ver
band tusschen het onderzoek dat vooraf is
gegaan en deze voordracht. Doch afgeschei-
hiervan, waren de onwelwillendheden en on-
heuschheden waoraan do heer Holtzappel
bloot stond», zoo talrijk en zoo overtuigend,
dat spreker niet had geaarzeld deze voor
dracht goed te keuren.
Do heer Caroli uitte zijn bevreemding over
dcu vorm van proces, die in deze zaak was
toegepast. Het. niet ter inzage stellen van
dc aajiteekeningen voor de betrokken onder
wijzen? doet denken aan een procesvorm, zoo
als wij dien in Rusland kennen. Do wethou
der van onderwals had bovendien oorder die
nen in te grijpen. Spr. achtte het bewijs-
materiecl rDn Raad overgelegd onvoldoende
om daarop een zoo gewichtige beslissing tc
gronden en zou daarom afwachten wat mo
gelijk ter zitting nog als toelichting zou wor
den verstrekt. Deze proccsvorm werd nog
door meerdere leden minder gelukkig ver
klaard, die evenwel toch meenden het aan
nemen der voordracht te moeten bepleiten.
De heer Smit was van meening dat de
wethouder van onderwijs, mr. J. N. van
Hall, in der© zaak wraak wilde nemen op de
vele onaangenaamheden die hem bij de be
handeling van de quacstie-Ploeger tc boeren
werden gegeven. De voordracht draagt vol
gens dezen spreker duidelijk het karakter
van een daad waaruit gelezen moot worden
,,De Raad zal nu eeie zien dat bij mij "het
gezag op de openbare school iu veilige han
den is, waaraan jelui bij dc zaak-Ploeger
twijfelde" Door deze genoegdoening van de
zijde van den' wethouder Is den onderwijzers
Edelman en Traanberg een straf toegedacht
die niet. in» verhouding staat tot de hun ten
laste gelegde feiten. Spreker zou derhadve
deze genoegdoening niet aocepteeren en zijn
stem aan do voordracht onthouden
Do lieer Jacobus Polak. sprekende
namens de meerderheid van de Raadscom
missie, betreurde evenzeer dat de -stenografi-
shc© aanteekoningen niet ter kennis werden
gebracht van de aangeklaagden.
Thans komt de heer De Sou vage
Nolting (schoolopziener) aan liet woord.
Het door hem gesprokene had in de zaal
aller aandacht. Deze spreker liet allereerst
een krachtig woord van protest hooren tegen
de wijze waarop van zekere zijde is getracht
de zaak Ploeger in verband te brengen met
de quaestie Edelman en Traanberg, om al
dus het openbare onderwijs in de hoofdstad
een hak te retten. Van die zijde heeft inen
de openbare school voorgesteld als de spot
vogel van tucht en goede orde en heeft men
acb en wee geroepen voor het. arme school
kind. Hoe verregaand valsch deze voorstel
ling is moge blijken uit het feit, dat bij
een ingesteld onderzoek bij 177 openbare
Amsterdamsche scholen aan 170 scholen de
verhouding tusschen hoofd en onderwijzers
volkomen goed werd bevonden. Van de 7
overige scholen waren er 5 twijfelachtig in
hun antwoord, 2 bepaald slecht.
Waar alzoo sprekende feiten het tegendeel
bewijzen, daar is het eenvoudig ongehoord
de openbare school te beoordeelen op een
wijze, zooals de laatste weken in eenige
persorganen is gedaan. Spr. was het met den
heer Van Gigch eens, dat de voordracht,
zooals zij daar ligt, niet. inhoudt een qualifi-
catie waarop uitspraak kan worden gedaan.
Wel zou Spr. zijn stem geven aan het be
sluit van die voordracht, zij het dan ook op
anders gemotiveerde gronden dan Burge
meester en Wethouders hadden aangevoerd.
Spr. ging vervolgens in den breede de ge
schiedenis aan school letter T na, memo
reerde nog eens de vele feiten in de stukken
opgesomd en kwam ten slotte tot de con
clusie, dat het optreden der bewuste onder
wijzers schadelijk was te noemen voor kin
deren en onderwijs, een optreden dat toch
feitelijk in de hoofdzaken niet kon worden
ontkend en derhalve volkomen in het
schuldregister van Edelman en Traanberg
viel te boeken.
De heer Holtzappel, volgens het alge-
meene oordeel in de schoolwereld een zeer
kundig hoofd, mocht wellicht niet van en
kele. tactische fouten zijn vrij te pleiten,
het gebeurde werd daardoor allerminst ge
wettigd en diende daarom streng te worden
gestraft. Spr. zou de voordracht goedkeu
ren, tenzij de vergadering hem nog zou kun
nen overtuigen, dat de houding der onder
wijzers een niet zoo krachtig ingrijpen nood
zakelijk maakte.
Prof. F a b i u s deelde in een uitvoe
rige rede als zijn opinie mede, dat Burge
meester en Wethouders het verwijt treft, dat
zij aan een school een hoofd benoemen, die
zoo ganschelijk bevangen was door den geest
van de aan die school verbonden onderwij
zers, dat dit hoofd zelfs een rondschrijven
aan het personeel onderteekende met ver
schuldigde gevoelens' uw dienstwillige, enz.
Dit is eenvoudig belachelijk. Zoo behoort
niet te worden onderteekend. Indien de
verhouding tusschen chef en personeel is
zooals zij zijn moet, dan behoort er kortweg
te staan Het schoolhoofd. Meer niet. Maar
iemand die zich noemtMet verschuldigde
gevoelens nw dienstwillige enz., moet wel
noodwendig de speelbal worden van het aan
hem ondergeschikte personeel. En deze toe
stand nu moet worden toegeschreven aan een
min oordeelkundige handelwijze van Burge
meester en Wethouders, dio nimmer zulk
een man als hoofd voor school letter T had
moeten voordragen. Spr. sprak de hoop uit,
dat B. en W. uit dezen loop van zaken eens
de leering zouden trekken, dat op onderwijs
gebied een andere richting behoort te wor
den ingeslagen. Spr. keurde de voordracht
volkomen goed. Een onderwijzer, die geen
gezag erkent en zich daaronder niet wenscht
te buigen is ten eenenmale ongeschikt voor
onderwijskracht.
De lieer Wormser achtte het een
groote fout, dat bij bet vooronderzoek vier
onderwijzers aan school T als getuigen zijn
gehoord cn vier collega's aan dezelfde school
werden thuisgelaten. Waarom is dit geschied
In de tweede plaats spreekt uit de data's in
deze zaak een zonderlinge chronologische
volgorde, wanneer men ze legt naast de da
tums uit de quaestic-Ploeger. En dit gaf
Spr. aanleiding nadrukkelijk te verklaren,
dat hij zich niet. wenschte te leenen tot een
krachtproef, die dc wethouder van onderwijs
bij do behandeling van de zaak-Ploeger den
raad in 't uitzicht stelde.
(Men herinnert zich dat de wethouder
Van Hall bij die gelegenheid zei den raad
te zullen toonen, dat het gezag op de school
bij hem in veilige handen was).
De hoer P. L. Tak zag in dc houding
van het dagelijksche bestuur der gemeente
het bewijs, dat men in de laatste jaren niet
weet wat men wil ten opzichte van de ver
houding tusschen schoolhoofd en personeel,
en Spr. voor zich was te dien opzichte niet
geheel gerust in het beleid van B. en W.
Met tal van sprekers was de heer Tak het
eens, dat in de stukken feiten zijn te beri
gebracht, waaromtrent de aangeklaagden
niet in de gelegenheid waren zich te ver
dedigen Uit de stenografische aanteekenin-
gen blijkt intusschen, dat de wethouder bij
het verhoor herhaalde malen deze gevolg
trekking trokJe hebt dit gezegd en zal
dus dat wel gedacht hebben. Deze onuitge
sproken gedachten mogen in de redeneer
wijze van den wethouder gebruikelijk zijn,
zij geven allerminst een houvast waarop i-i
deze zaak recht kan worden gedaan. En die
losheid, die onsamenhangendheid der ver
schillende feiten kenmerkt het gansche dos
sier in dit proces. Trouwens het geheele
beleid van B. en W. op schoolgebied draagt
bet karakter van slapheid, die o. m hieruit
spreekt, dat men het openbare onderwijs in
de hoofdstad bestuurt, van uit het stadhuis
met papier en inkt. Die bureaucratie ver-
dwijne in het belang van het onderwijs. Ge
zien de zonderlinge bijeenvoeging der feiten
en hot weinige vertrouwen in het beleid van
het. dagelijksche bestuur, vond Spr. niet een
deugdelijk gemotiveerde grond aanwezig om
vonnis te vellen. Daarvoor moesten B. en
W. den raad een behoorlijk gedocumenteerd
dossier overleggen, waarin een formeele
aanklacht met sterk sprekende feiten.
De zitting werd tc 5 uur verdaagd tot
's avonds 8 uur.
Gisterenavond acht uur werd de zitting
van den gemeenteraad weder hervat. Zoo
mogelijk was de belangstelling van het
publiek nog grooter dan 's middags. Want
thans stonden reeds te zes uur de menschen
in rijen voor liet ijzeren hek te wachten.
Honderden moesten onverrichter zake naar
huis gaan. Was 's middags de vergadering
voltallig, in de avondzitting mankeerde één
lid, nl. de heer Z. van den Bergh.
Ö9 discussie, klokke acht uur heropend,
duurde onafgebroken voort tot 11 uur.
De wethouder van onderwijs mr. Van
Hall, aan wien dadelijk het woord werd
verleend, meende, dat blijkens het gespro
kene in de middagzitting, het groote pu
bliek nog een derden schuldige zoekt, naast
di twee bewuste onderwijzers, een derde per
soon, die thans voor de vergadering sprak.
Die schuldige zou alle verdachtmakingen
echter met volkomen kalmte van zich af
wijzen, omdat hij enkel en alleen handelde
in liet belang van het onderwijs, volstrekt
niet voor eigen voordeel, om zich zelf te
red don.
B. en W. waren aanvankelijk niet voor
nemens het rapport van het verhoor in zijn
kamer aan den Raad over te leggen; hij
had dat verhoor laten maken, om een juist
verslag te kunnen overleggen aan B. en
W en hij had degenen, die bij dat verhoor
tegenwoordig waren, laten constateeren, dat
alles onpartijdig was gegaan. Dat stencgra-
phische verslag is aan de Raadscommissie en
aan den Raad overgelegd op verzoek der
commissie; het was dus wel eigenaardig dat
nu de heer Van Gigch aandrong op het over
leggen van een onnoodig résumé.
Verder deelde de heer Van Hall mede,
dat hij met verontwaardiging van de hand
"wees de verdenking, alsof deze geheele zaak
door hem opzettelijk was doorgedreven, in
verband met de quaestie Ploeger. De heeren
die in dezen geest spraken, kunnen zioh de
„oer" toerekenen, spreker's eerlijkheid van
karakter verdacht te hebben gemaakt. Op
di opmerking, waarom niet eerder werd in
gegrepen, antwoordde de wethouder, dat de
inspecteur Van Goor de heeren aan school
letter T herhaaldelijk waarschuwde. De
heer Holtzappel had aanvankelijk vertrou
wen zelf den wantoestand aan zijn school te
kunnen veranderen en daarom ontikield de
wethouder zich van ingrijpen, totdat het
bleek, dat dit dringend noodzakelijk was.
Eenige leden verweten spreker slap
heid" in zijn beleid. SVeluu, hiertegenover
kan gezet worden de mededeeling, dat door
spreker's persoonlijk optreden aan menig©
sobool de toestand verbeterde, getuige het
oordeel der hoofden, die daarover hunne
biijdschap uitspraken. Bovendien, de cijfers
door den heer de Sauvage Nolting 's mid
dags gegeven, spraken reeds voor zich zelf.
Spreker zou liet een schande noemen als de
voordracht werd verworpen.
Gedurende den verderen loop der debat
ten werden een tweetal moties ingediend
a-j eerste ingediend door den heer Wormser
en luidende
„De Raad gezienlo. den brief van het
hoofd der school letter T van 3 November,
2o. gezien het rapport van den inspecteur
v Goor, noodïgt B. en W. uit hun voor
dracht terug te nemen, teneinde naar aan
leiding van bocvengenoemde stukken oen
disciplinair onderzoek te openen togen het
geheele personeel van school T."
Verder een motie Simons-Zimmerman, be
doelende „de geiheele zaak te verwijzen naai
d> Commissie van Rijstand voor onderwijs
tei fine van nader onderzoek en rapport.
De heer L. Simons drong sterk op een
nieuw onderzoek aan, daar hij van den wet
houder geen afdoende bewijzen had ge
hoord, hoewel hij die toch verwachtte; de
heer Loopuijt bleef de meening toegedaan,
dat men in deze zaak naar slachtoffers had
gezocht, misnoegd als men was, dat de heer
Holtzappel het aan deze school niet klaar
speelde, hetwelk te wijten was aan de wijze,
waarop deze van den beginne af jegens het
personeel was opgetredende heer Worm
ser handhaafde zijn oordeel, dat de inlich
tingen voor zulk een zwaar vonnis onvol
doende waren en de straf dus nimmer zou
kunnen berusten op rechtvaardige berech
ting.
De heer Van Gigch stelde de volgende
motie voor:
„De Raad, gezien het schorsingsbesluit
van 18 November; gezien de voordracht van
B. en W.gezien de overgelegde stukken
van onderzoekoverwegende dat de Raad
overtuigd is, dat genoemde onderwijzers niet
te handhaven zijngelet op artikel 29c L.
O., besluit B. en W. uit te noodigen hun
voordracht in dien zin te wijzigen."
De Voorzitter geloofde, dat men de
discussies niet langer behoefde te rekken.
Behoudens één lid had niemand gepoogd
hier de handelingen der twee onderwijzers
goed te praten, maar de quaestie was een
voudig of het gedrag, door deze beide man
nen aan den dag gelegd, hen wel geschikt
maakte om langer werkzaam te zijn in de
school. Die vraag zou zeker niet ontkennend
beantwoord kunnen worden. Immers het
handhaven dezer mannen zou schade doen
aan de belangen aan hen toevertrouwd. Men
zag hier de feiten voor zich cn de vraag was
voor den Raad alleen of deze personen
biuikbaar zijn op de plaats, waar zij zijn
en als zij schade hebben berokkend, dau
behoorde dat ontslag te zijn on-eervol.
Spr. kon de motie-Wormser niet onder
schrijven. Zeker, bet andere personeel van
letter T ging zeker niet vrij uit, met dat
andere personeel hadden B. en W. dan ook
nog niet afgerekend (bravo's), doch B. en
W hadden nog wel wat anders te doen dan
a! hun tijd zoek te brengen aan de „aardig
heden" van deze heeren.
B. cn W. zouden echter bereid zijn de
voordracht te wijzigingen, in den geest van
het voorstel van mr. Van Gigch.
Bij de thans volgende stemmingen werden
de moties Wormser en Simons-Zimmerman
met groote meerderheid verworpen, do voor
dracht vap B. eu W. (definitief ontslag)
aangenomen met 36 tegen 5 stemmen. De
onderwijzers Edelman en Traanberg zijn
dus oneervol uit hun betrekking bij bet open
baar lager onderwijs te Amsterdam ontsla
gen. (Tot de tegenstemmers behoorden de
heeren Ilenri Polak, Tak, Kamerlingh On
nes, Lr.opuit en Smit). Eenige leden, n.i.
d? heeren Wormser, Harmscn en Simons
hadden vóór de stemming de zaal verlaten.
De uitslag werd te middernacht nog door
een bulletin van het Handelsblad in de stad
bekend gemaakt. In de groote café's in het
centrum, was dc quaestie, dio den Raad den
ganschen middag en avond had bezig ge
houden, nog lang het onderwerp van menig
gesprek.
Bij de gisteren gehouden herstemming
voor de verkiezing van een lid van den ge
meenteraad van Groningen voor district III
tusschen den heer J. Bomers (anti-rev.) en
den heer L. W. Schaper (soc.-dem.) werden
uitgebracht 1577 geldige stemmen. Hiervan
verkreeg eerstgenoemde 851, laatstgenoemde
726, zoodat de heer J. Bomers is gekozen.
Het corps mariniers. Zondag
was het 240 jaar geleden, dat het korps ma
riniers werd opgericht, zij het ook niet in
zijn tegenwoordigen vorm. Dit feit werd
heden, overeenkomstig het verlangen van
den oommandant, niet op officieele, doch op
huishoudelijke wijze herdacht door het hou
den van verschillende wedstrijden op mili
tair gebiedschieten, gymnastiek en scher
men. De prijzen daarvoor en de middelen
om den manschappen een aan gen amen dag
Le bezorgen, werden gevonden uit geld, door
den commandant daartoe voor iedere afdee-
ling beschikbaar gesteld.
De minister van Marine zond een telegram
van gelukwensch aan den commandant.
Daarin liet Z.Exc. zioh op de hoogst waar-
deerende wijze uit over de verdiensten van
hot korps. Dit telegram is bij dagorder aan
het korps ter kennis gebracht.
Ook van andere autoriteiten wei 'en tele
grammen van gelukwensch ontvangen.
De Dinsdag vernielde comnrssie van
burgerlijke eu militaire leden voor bezuini
ging op kleeding en uitrusting der nrlitie
eu welke te 's Gravenhage vergadert, onder
voorzittersohap van don gep. generaal-majoor
L. de Vlaming, zal zoo mogelijk vóór 1 Juni
1906 met haar arbeid gereed moeten zijn.
Door de ministers van Landbouw, Nij
verheid en Handel, van Financiën, van Ko
loniën en van Buitenlandsche Zaken is
1. aan den heer mr. M. Mees, te Rotter
dam, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als lid van de commissie voor de handels
politiek, ingesteld bij Kon. besluit van 27
April 1891 no. 21, onder dankbetuiging voor
de als zoodanig bewezen gewichtige dien
sten;
benoemd tot lid dier commissie, de heer
G. H. Hintzen, oud-lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, oud-wethouder en
bankier te Rotterdam.
Prof. d r. P. Zeeman. Aan prof.
dv P. Zeeman, buitengewoon hoogleeraar in
du natuurkunde aan de gemeentelijke Uni
versiteit te Amsterdam is, naar het N. v. N.
vorneemt, een onderscheiding ten deel ge
vallen. Hem is n.l. Zaterdag door de philo-
sophische faculteit der Universiteit te Göt-
tingen het doctoraat in de wijsbegeerte
honoris oausa verleend. Aanleiding hiertoe
was de plechtige opening van het nieuwe
natuurkundige laboratorium der universiteit
aldaar, waarbij tegenwoordig waren verte
genwoordigers der hooge regeering en een
aantal Duitsche natuurkundigen en belang
stellenden. Ook prof. dr. Zeeman was tegen
woordig.
Dezelfde onderscheiding werd verleend aan
prof. Becquerel te Parijs, Oliver lleavisdde
te Newton Abbot qn prof. J. J. Thomson
to Cambridge.
Behalve dcae onderscheiding viel aan
prof. Zeeman nog zeer onlangs de eer te
beurt te worden aangezocht om den beken
den natuurkundige prof. Svante Arrhenius
te Stockholm op te volgen.
De jaarvergadering der „Evangelische
Unie" zal gehouden worden op Dinsdag 19
December a.s. te Amsterdam.
In deze vergadering zal ds. A. J. Adriani,
pred. te Warmenhuisen, spreken over: „De
Prov. vereen, van vrijz. Herv. en de Evaug
Unie."
Het Christ. Letterkundige
V p r b o p d lfoudt. een algemeene vergade
ring op Donderdag 28 December a.s., 's mor
gens 10^, in het gebouw der Chr. Jonge!
Ver. „Excelsior," Keizersgracht 2Ó7,~te Am
sterdam.
Behandeld zullen o. a. wordenBespre
king van het referaat van den heer G. J.
Uit den Boogaard in de vergadering te
Driebergen, gehouden over „Christendom"
eu kunst."
Referaat door ds A. Brummelkamp„De
Kunst en hare taak.
Verder eenige huishoudelijke onderwor
pen.
Het dagelijksche bestuur vaim den Ne<k
Bond van Handels- en Kantoorbedienden
„Mercurius" bestaat thans uit de heeren M.
Geoverding, voorzitter, E. J. Sanson, secre
taris, en H. C. H. Rover, penningmeester,
allen te Rotterdam.
Eenigen tijd geleden werden in de bladen
mededeeiiugen gedaan omtrent eene in Febr.
e.k. door het Fransche dagblad „Le Gaulois"
te organiseereu en in Parijs te houden inter
nationale tentoonstelling van kunstwerken,
vervaardigd door vrouwen, tevens een wed
strijd vormend, waaraan belooningeu zijn ver
houden.
Thans zijn wij in staat gesteld de volgen
de personen te noemen, die zich, op verzoek
definitief hebben beschikbaar gesteld fot het
vormen van een comité, inet het tlojl om in
zendingen uit ons land te bevorderen.
Presidente van het comité is B"° Michicls
van Vei-duynen, Langa Vijverborg 15 tel
Gravenhage.
De overige leden zijn B"° van der Goes
van Dirxland, Bezuidcnhout 56, 's Graven
hage mevr. van ReonenVölker, Bergen;
mevr. GalléeGeertsema, Maliebaan 84,
Utrecht; jonkvr. Huyssen van Kattendijke
8:"), Avenue Friedland, Parijs, en de heeren
J. II. Brom, Utrecht, W. Kromhout Cz.,
Amsterdam, J. J. Weve, Nijmegen.
Van het reglement en programma der ten-