ambtenaren en regeling van kunne rechts positie De heer Bos sloot zich aan bij het be toog van den heer Be Klerk omtrent de wet telijke regeling der pandjeshuizen. 's Avonds to 8 uur werden de algeuieeno beschouwingen over hoofdstuk V voortgezet. De heeren Passtoors eu Va».ui de e 1 d e steunde dcu aandrang lot lotsverbe- icring van de gemeente-veldwachters. Laatst genoemde betreurde voorts de intrekking van do bedrijven wet, welke zaak hij zeer urgent actitle, omdiat dagelijks door cUrectiên van gvmoeul olijke bedrij.. aiuaeld wordt in stnjd met de gemeentewet. Nog bepleitte hij et h andere inrichting van don Burgerlijken Stand. De beer van Idsinga drong ook aan i-p betere waarborgen voor een juist beheer der gemeentebedrijven, vroeg of de minister van plan is de inspectie van de Drankwet op te heffen eu of er niet een commissie kan worden benoemd 0111 te onderzoeken, hoe ver do grenzen der vivisectie mogen gaan. De min. van binnonl. zak e n (do beer Kink) beantwoordde de verschillende vragen en opmerkingen. De noodzakelij k.- heid eouer herziening van de Armenwet be aamt Spr. ten volle. Of de inspectie van de Drankwet opgeheven zal worden, kon Spr. nog niet zeggen, liet Kon besluit naar aanleiding van de Drankwet, dat door den, heer Bolsius zoo kras was veroordeeld, zal herzien worden. Enkele hardheden zullen worden weggenomen. De herziening der Ge meentewet bevindt' zich nog in het aanvangs stadium. De pensionneoring van de gemeente-amb tenaren zal later in de Kamer aan do orde komen. Hel scheidsgerecht moet naar het oordeel van den voorzitter niet alleen voor do werklieden, maar ook voor de ambtenaren noodig zijn. Vaststelling van een minimum salaris voor gemeente-veldwachters acht de minister niet noodzakelijk en een regeling van rijkswege is heel moeielijk. Omtrent dc waterverontreiniging wachti do minister nog op advies van den Contra* Ion gezondheidsraad. Beperking der ^jvisectie vindt bij Spr. een goed gehoor. Ten aanzien van de pandjesbuizen erkende Spr. dat dio veel doen, dat niet goed is en afkeuring ver dient, maar zij zijn zóó ingeworteld in het maatschappelijke leven, dat bij een herzie ning der wettelijke bepalingen, daarmee re kening gehouden moet worden. Bij de replieken wees de heer V a n A 3 c h v a n W ij c k er op, dat de minister voor do Zondagswet een avanb-pnojet van minister Kuyper had gevonden. De heer Talm a had niet begrepen wat de minister bedoelde met de meer humanitai re begrippen van armenzorg en meende, dat als do minister den algemeenen maatregel van bestuur, ten aanzien van de Drankwet-, afkeurt, hij dien moest intrekken. Het ging met aan om dén mensch te zeggen dat men zich aan tien maatregel niet behoefde te. houden. Ten sterkste waarschuwde hij tegen opheffing der Drankwet-inspectie. Do heer van Idsinga drong aan op oen afzonderlijke regeling voor de gemeente bedrijven. De hoeren Do Klerk en Bos uitten hunne teleurstelling omtrent hetgeen de mi nister over de pandjeshuizen had gezegd. Zij hadden een spoedige regeling verwacht. De heer T i e u b dixuig mede aan op par tieel© wijziging van de gemeentewet tem be hoeve van tte gemeentebedrijvon! om ten aan zien vau den rechtstoestand van de gemeente ambtenaren. De heer v. d. boreb van Verwoldc gal eenige inlichtingen omtrent een st-ukje grond te Arnhem, over dom eigendom) waar over getwist werd De heer Schaper vroeg mede om een minimum-salaris voor gemeente-veldwachters en om instelling van een scheidsgerecht voor gemeente-ambtenaren en werklieden. Ophef fing der Drank wet-inspectie achtte hij voor- loopig niet aanbevelenswaardig. Db heer Van de Velde bleef de intrek king van de bedrijven»-wet betreuren. De lieer Van dor Zwang had van dén lieer Talma andere, meer humane denkbeel den verwacht, ern protesteerde tegen dé ver gunning verleend aan den liaagscheu schouw burg. Do Minister antwoordde nog, dat hij zioh met het ontwcrp-Zondagswei niet had kunnen vereenigen. Do Efrankwet zal de mi nister strong' handhaven, maar er zijot bepa lingen in die niet waardig kunnen worden toegepast,. Eto jongste wijziging strekte ook reeds om een onnoodigc hardheid weg te ne men onl de meniichen niet noodeloos in hun bedrijf tc belemmeren. Nadat de heer T a 1 m a nog eens verklaard' had dat dc armenzorg boter kon worden toe ver I rouwd aan de kerk en particulieren dan aan den Staatwerden de algemeen© beraad slagingen gesloten. Bi j do artikelen werd eenige discussie ge voerd over een amendement van deni koer V a n A s c b v a n \V ij c k, om art. 2 te ver minderen met f 2000, do jaarwedde voor een door den minister meer noodig geoordecldcn commies. Nadat de heer Schaper zich bij do discussie een vermaning' op den hals ge haald had vsi". don voerzitter, wegens de wijf- ze waarop hij, de oppositie der rechterzijde (die hij misselijk noemde) betitelde, _verklaar- de de minister dat do dienst schade aou lijden als die commies geweigerd werd, -waar op de voorsteller zijn amendement introk. Bij de 2de afdeehng word de beraasdlaging verdaagd tot heden morgen. Berichten. De Staatscourant van Donderdag 14 December -1905 bevat de volgende Kou. besluiten benoemd tot ontvanger der invoerrechten te Sint-Pie ter A. J. II. Hagdorn, thans waarnemend adjunct-controleur van hot ka daster te Maastricht. op verzoek eervol ontslagen de ontvanger der directe "belastingen J. Bekaar tc Noord- wellen, on F. Licfrinck. registratie-inspecteur 3o kl te Leeuwarden benoemd tot burgemeester vaat Oterloek S Brak, van Hulst; F van Waesberghe, van Bosi-hkapell© on Stoppel wijk B, J. B. van Scttsbeealc j herbenoemd tot schoolopziener in het ar- rondutfpnujut Zuidhorn, mr. S. Andrcae te Zuiifhorn bevorderd tot officier van gezondheid le klasse die der 2e kl. bij de zeemacht F. Sik- keuna. Do gewone audiëntie van den minis ter van marine zal Vrijdag en die van den minister van binnenlaudscbe zaken Zater dag niet plaats hebben. In de Memorie vaat Antwoord op bet V. V. van de begrootiug Hoofdstuk LaJid- bouw. Nijverheid en Handel, wordt o. m. het volgende medegedeeldIn bet- belang van den landbouw zal spoedig ingediend worden het wetsontwerp tot afschafing der tienden', zullen voorstellen gedaan werden tot bescher ming van vogels, tot bevordering der botcr- contróle en tot verplichte keuring van voor uitvoer bestemd vleeech, mede iu verband met binnonl a ndsch verbruik. Wanneer de staatscommissie voor de jacht gereed is, zal de minister ook dit onderwerp ter hand nemen en de invoering van de eveti- tueele wet tot verzekering van personen, in» het landbouwbedrijf werkzaam, tegen de gel delijke gevolgen van ongevallen zooveel mo gelijk bespoedigen. Bij de voorgenomen regeling tot bescher ming van vogels wordt beoogd de beteuge ling van het doodeu van vogels op groote schaal, behoudens de tchadclijke vogels en zoo mogelijk in aansluiting aan een interna tionale overeenkomst. De Min. zal gestadig alles doen, wat in liet belang van liet veearts-etuijkundig onder wijs kan geacht worden, en omtrent de orga nisatie der school hoopt hij wel tot een be vredigende oplossing te kunnen komen. C o m i t é-G eneraal. Bij zijn aan sporing tot bekorting der discussies heeft de voorzitter der Kamer Vrijdag jl. er op gewezen hoeveel werkzaamheden nog vóór Kerstmis van de Kamer zullen worden ge vergd „hetzij in de sectiën, hetzij voor de openbare behandeling van andere ontwerpen van wet, hetzij in comité-generaal". Naar de ,,N. Ct." meldt, strekt het in uitzicht gestelde comité-generaal uitsluitend tot het afdoen van eenige huishoudelijke za ken, o. m. in verband met de vacatures, in het personeel der griffie ontstaan door het bedanken van mr. Schepel als commies-grif fier en van den heer H. Schol Jr. als ad junct-commies. In aansluiting aan de mededeeling van den minister van Koloniën in de zitting van de Tweede Kamer der Sta te n - Genor a al van den len dezerbetreffende de niet-toe- lating van Curajaosche zeilschepen in de havens van Venezuela, wordt bekend ge maakt, dat bij het departement van Kolo niën een telegram is ontvangen van den gouverneur van Curasao, d.d. 12 dezer, lui- t dende: „De zeilscheepvaart op Venezuela is her opend." De Staatscourant no. 293 bevat een Kon. besluit van 5 dezer, tot het stellen van nadere regelen inzake de pensionneering van onderwijzers, verbonden aan bijzondere la gere scholen en aan bijzondere kweekscholen en van hunne weduwen en weezen. Dc geschorste ouderwijzers. De gemeenteraad van Amsterdam was gisterenmiddag bijeengeroepen om o. m. de zoo gerucht makende zaak aan school letter T te behandelen. Men weet dat de onderwijzers Edelman eu Ti&an- berg door burgemeester en wethouders voor- loopig werden geschorst, met het oog op hun stelselmatige tartende houding jegens het hoofd der school, den heer Holtzappel, welke schorsing werd gevolgd door een- voordracht tot definitief ontslag dezer onderwijzers. De Raad nu moest zich heden hieromtrent uit spa-eken De belangstelling van bet publiek was zoo enorm groot, dat reeds een uur voor den aanvang der zitting de Candida ten voor do tribune, dio voor de raadszaal in de hoofd stad erbarmelijk klein is, queue maakten op straat. Honderden stonden een uur lang in dichte rijen geduldig te wachten op de uit- óecling der volgnummers. Toen het bepaalde aantal was toegelaten bleef de massa, natuur lijk voor het grootste deel onderwijzers, den ganschen middag voor de deur staan, in de hoop later op den middag nog een plaatsje te kunnen bemachtigen. De zit ting ving onder merkbare spanning aan. Dc eerste spreker bij dit punt der agenda was mr L. W. van Gigch, die mededeelde, dat deze voordracht tot ontslag werd ingediend op advies der meerderheid L»n de betreffende raadscommissie. De minder heid, bestaande uit de heeren de Sauvage Nolting, Wormser en Van Gigch, was van oordeel dat de voordracht niet kon worden g-oedgekcurd. Daar de beechuldigingcn te vaag waren. Allereerst, bestaat in deze zaak geen proces-verbaal. Wel zijn er stenografische aan- teekeningen overlegd, maar die vormen geen bepaald geheel en zijn bovendien niet ter kennis gebracht van de betrokken onderwij zers. De minderheid ontried derhalve de in diening dezer voordracht, zooals die nu luidt, omdat gemist wordt het noodzakelijke ver band tusschen het onderzoek dat vooraf is gegaan en deze voordracht. Doch afgeschei- hiervan, waren de onwelwillendheden en on- heuschheden waoraan do heer Holtzappel bloot stond», zoo talrijk en zoo overtuigend, dat spreker niet had geaarzeld deze voor dracht goed te keuren. Do heer Caroli uitte zijn bevreemding over dcu vorm van proces, die in deze zaak was toegepast. Het. niet ter inzage stellen van dc aajiteekeningen voor de betrokken onder wijzen? doet denken aan een procesvorm, zoo als wij dien in Rusland kennen. Do wethou der van onderwals had bovendien oorder die nen in te grijpen. Spr. achtte het bewijs- materiecl rDn Raad overgelegd onvoldoende om daarop een zoo gewichtige beslissing tc gronden en zou daarom afwachten wat mo gelijk ter zitting nog als toelichting zou wor den verstrekt. Deze proccsvorm werd nog door meerdere leden minder gelukkig ver klaard, die evenwel toch meenden het aan nemen der voordracht te moeten bepleiten. De heer Smit was van meening dat de wethouder van onderwijs, mr. J. N. van Hall, in der© zaak wraak wilde nemen op de vele onaangenaamheden die hem bij de be handeling van de quacstie-Ploeger tc boeren werden gegeven. De voordracht draagt vol gens dezen spreker duidelijk het karakter van een daad waaruit gelezen moot worden ,,De Raad zal nu eeie zien dat bij mij "het gezag op de openbare school iu veilige han den is, waaraan jelui bij dc zaak-Ploeger twijfelde" Door deze genoegdoening van de zijde van den' wethouder Is den onderwijzers Edelman en Traanberg een straf toegedacht die niet. in» verhouding staat tot de hun ten laste gelegde feiten. Spreker zou derhadve deze genoegdoening niet aocepteeren en zijn stem aan do voordracht onthouden Do lieer Jacobus Polak. sprekende namens de meerderheid van de Raadscom missie, betreurde evenzeer dat de -stenografi- shc© aanteekoningen niet ter kennis werden gebracht van de aangeklaagden. Thans komt de heer De Sou vage Nolting (schoolopziener) aan liet woord. Het door hem gesprokene had in de zaal aller aandacht. Deze spreker liet allereerst een krachtig woord van protest hooren tegen de wijze waarop van zekere zijde is getracht de zaak Ploeger in verband te brengen met de quaestie Edelman en Traanberg, om al dus het openbare onderwijs in de hoofdstad een hak te retten. Van die zijde heeft inen de openbare school voorgesteld als de spot vogel van tucht en goede orde en heeft men acb en wee geroepen voor het. arme school kind. Hoe verregaand valsch deze voorstel ling is moge blijken uit het feit, dat bij een ingesteld onderzoek bij 177 openbare Amsterdamsche scholen aan 170 scholen de verhouding tusschen hoofd en onderwijzers volkomen goed werd bevonden. Van de 7 overige scholen waren er 5 twijfelachtig in hun antwoord, 2 bepaald slecht. Waar alzoo sprekende feiten het tegendeel bewijzen, daar is het eenvoudig ongehoord de openbare school te beoordeelen op een wijze, zooals de laatste weken in eenige persorganen is gedaan. Spr. was het met den heer Van Gigch eens, dat de voordracht, zooals zij daar ligt, niet. inhoudt een qualifi- catie waarop uitspraak kan worden gedaan. Wel zou Spr. zijn stem geven aan het be sluit van die voordracht, zij het dan ook op anders gemotiveerde gronden dan Burge meester en Wethouders hadden aangevoerd. Spr. ging vervolgens in den breede de ge schiedenis aan school letter T na, memo reerde nog eens de vele feiten in de stukken opgesomd en kwam ten slotte tot de con clusie, dat het optreden der bewuste onder wijzers schadelijk was te noemen voor kin deren en onderwijs, een optreden dat toch feitelijk in de hoofdzaken niet kon worden ontkend en derhalve volkomen in het schuldregister van Edelman en Traanberg viel te boeken. De heer Holtzappel, volgens het alge- meene oordeel in de schoolwereld een zeer kundig hoofd, mocht wellicht niet van en kele. tactische fouten zijn vrij te pleiten, het gebeurde werd daardoor allerminst ge wettigd en diende daarom streng te worden gestraft. Spr. zou de voordracht goedkeu ren, tenzij de vergadering hem nog zou kun nen overtuigen, dat de houding der onder wijzers een niet zoo krachtig ingrijpen nood zakelijk maakte. Prof. F a b i u s deelde in een uitvoe rige rede als zijn opinie mede, dat Burge meester en Wethouders het verwijt treft, dat zij aan een school een hoofd benoemen, die zoo ganschelijk bevangen was door den geest van de aan die school verbonden onderwij zers, dat dit hoofd zelfs een rondschrijven aan het personeel onderteekende met ver schuldigde gevoelens' uw dienstwillige, enz. Dit is eenvoudig belachelijk. Zoo behoort niet te worden onderteekend. Indien de verhouding tusschen chef en personeel is zooals zij zijn moet, dan behoort er kortweg te staan Het schoolhoofd. Meer niet. Maar iemand die zich noemtMet verschuldigde gevoelens nw dienstwillige enz., moet wel noodwendig de speelbal worden van het aan hem ondergeschikte personeel. En deze toe stand nu moet worden toegeschreven aan een min oordeelkundige handelwijze van Burge meester en Wethouders, dio nimmer zulk een man als hoofd voor school letter T had moeten voordragen. Spr. sprak de hoop uit, dat B. en W. uit dezen loop van zaken eens de leering zouden trekken, dat op onderwijs gebied een andere richting behoort te wor den ingeslagen. Spr. keurde de voordracht volkomen goed. Een onderwijzer, die geen gezag erkent en zich daaronder niet wenscht te buigen is ten eenenmale ongeschikt voor onderwijskracht. De lieer Wormser achtte het een groote fout, dat bij bet vooronderzoek vier onderwijzers aan school T als getuigen zijn gehoord cn vier collega's aan dezelfde school werden thuisgelaten. Waarom is dit geschied In de tweede plaats spreekt uit de data's in deze zaak een zonderlinge chronologische volgorde, wanneer men ze legt naast de da tums uit de quaestic-Ploeger. En dit gaf Spr. aanleiding nadrukkelijk te verklaren, dat hij zich niet. wenschte te leenen tot een krachtproef, die dc wethouder van onderwijs bij do behandeling van de zaak-Ploeger den raad in 't uitzicht stelde. (Men herinnert zich dat de wethouder Van Hall bij die gelegenheid zei den raad te zullen toonen, dat het gezag op de school bij hem in veilige handen was). De hoer P. L. Tak zag in dc houding van het dagelijksche bestuur der gemeente het bewijs, dat men in de laatste jaren niet weet wat men wil ten opzichte van de ver houding tusschen schoolhoofd en personeel, en Spr. voor zich was te dien opzichte niet geheel gerust in het beleid van B. en W. Met tal van sprekers was de heer Tak het eens, dat in de stukken feiten zijn te beri gebracht, waaromtrent de aangeklaagden niet in de gelegenheid waren zich te ver dedigen Uit de stenografische aanteekenin- gen blijkt intusschen, dat de wethouder bij het verhoor herhaalde malen deze gevolg trekking trokJe hebt dit gezegd en zal dus dat wel gedacht hebben. Deze onuitge sproken gedachten mogen in de redeneer wijze van den wethouder gebruikelijk zijn, zij geven allerminst een houvast waarop i-i deze zaak recht kan worden gedaan. En die losheid, die onsamenhangendheid der ver schillende feiten kenmerkt het gansche dos sier in dit proces. Trouwens het geheele beleid van B. en W. op schoolgebied draagt bet karakter van slapheid, die o. m hieruit spreekt, dat men het openbare onderwijs in de hoofdstad bestuurt, van uit het stadhuis met papier en inkt. Die bureaucratie ver- dwijne in het belang van het onderwijs. Ge zien de zonderlinge bijeenvoeging der feiten en hot weinige vertrouwen in het beleid van het. dagelijksche bestuur, vond Spr. niet een deugdelijk gemotiveerde grond aanwezig om vonnis te vellen. Daarvoor moesten B. en W. den raad een behoorlijk gedocumenteerd dossier overleggen, waarin een formeele aanklacht met sterk sprekende feiten. De zitting werd tc 5 uur verdaagd tot 's avonds 8 uur. Gisterenavond acht uur werd de zitting van den gemeenteraad weder hervat. Zoo mogelijk was de belangstelling van het publiek nog grooter dan 's middags. Want thans stonden reeds te zes uur de menschen in rijen voor liet ijzeren hek te wachten. Honderden moesten onverrichter zake naar huis gaan. Was 's middags de vergadering voltallig, in de avondzitting mankeerde één lid, nl. de heer Z. van den Bergh. Ö9 discussie, klokke acht uur heropend, duurde onafgebroken voort tot 11 uur. De wethouder van onderwijs mr. Van Hall, aan wien dadelijk het woord werd verleend, meende, dat blijkens het gespro kene in de middagzitting, het groote pu bliek nog een derden schuldige zoekt, naast di twee bewuste onderwijzers, een derde per soon, die thans voor de vergadering sprak. Die schuldige zou alle verdachtmakingen echter met volkomen kalmte van zich af wijzen, omdat hij enkel en alleen handelde in liet belang van het onderwijs, volstrekt niet voor eigen voordeel, om zich zelf te red don. B. en W. waren aanvankelijk niet voor nemens het rapport van het verhoor in zijn kamer aan den Raad over te leggen; hij had dat verhoor laten maken, om een juist verslag te kunnen overleggen aan B. en W en hij had degenen, die bij dat verhoor tegenwoordig waren, laten constateeren, dat alles onpartijdig was gegaan. Dat stencgra- phische verslag is aan de Raadscommissie en aan den Raad overgelegd op verzoek der commissie; het was dus wel eigenaardig dat nu de heer Van Gigch aandrong op het over leggen van een onnoodig résumé. Verder deelde de heer Van Hall mede, dat hij met verontwaardiging van de hand "wees de verdenking, alsof deze geheele zaak door hem opzettelijk was doorgedreven, in verband met de quaestie Ploeger. De heeren die in dezen geest spraken, kunnen zioh de „oer" toerekenen, spreker's eerlijkheid van karakter verdacht te hebben gemaakt. Op di opmerking, waarom niet eerder werd in gegrepen, antwoordde de wethouder, dat de inspecteur Van Goor de heeren aan school letter T herhaaldelijk waarschuwde. De heer Holtzappel had aanvankelijk vertrou wen zelf den wantoestand aan zijn school te kunnen veranderen en daarom ontikield de wethouder zich van ingrijpen, totdat het bleek, dat dit dringend noodzakelijk was. Eenige leden verweten spreker slap heid" in zijn beleid. SVeluu, hiertegenover kan gezet worden de mededeeling, dat door spreker's persoonlijk optreden aan menig© sobool de toestand verbeterde, getuige het oordeel der hoofden, die daarover hunne biijdschap uitspraken. Bovendien, de cijfers door den heer de Sauvage Nolting 's mid dags gegeven, spraken reeds voor zich zelf. Spreker zou liet een schande noemen als de voordracht werd verworpen. Gedurende den verderen loop der debat ten werden een tweetal moties ingediend a-j eerste ingediend door den heer Wormser en luidende „De Raad gezienlo. den brief van het hoofd der school letter T van 3 November, 2o. gezien het rapport van den inspecteur v Goor, noodïgt B. en W. uit hun voor dracht terug te nemen, teneinde naar aan leiding van bocvengenoemde stukken oen disciplinair onderzoek te openen togen het geheele personeel van school T." Verder een motie Simons-Zimmerman, be doelende „de geiheele zaak te verwijzen naai d> Commissie van Rijstand voor onderwijs tei fine van nader onderzoek en rapport. De heer L. Simons drong sterk op een nieuw onderzoek aan, daar hij van den wet houder geen afdoende bewijzen had ge hoord, hoewel hij die toch verwachtte; de heer Loopuijt bleef de meening toegedaan, dat men in deze zaak naar slachtoffers had gezocht, misnoegd als men was, dat de heer Holtzappel het aan deze school niet klaar speelde, hetwelk te wijten was aan de wijze, waarop deze van den beginne af jegens het personeel was opgetredende heer Worm ser handhaafde zijn oordeel, dat de inlich tingen voor zulk een zwaar vonnis onvol doende waren en de straf dus nimmer zou kunnen berusten op rechtvaardige berech ting. De heer Van Gigch stelde de volgende motie voor: „De Raad, gezien het schorsingsbesluit van 18 November; gezien de voordracht van B. en W.gezien de overgelegde stukken van onderzoekoverwegende dat de Raad overtuigd is, dat genoemde onderwijzers niet te handhaven zijngelet op artikel 29c L. O., besluit B. en W. uit te noodigen hun voordracht in dien zin te wijzigen." De Voorzitter geloofde, dat men de discussies niet langer behoefde te rekken. Behoudens één lid had niemand gepoogd hier de handelingen der twee onderwijzers goed te praten, maar de quaestie was een voudig of het gedrag, door deze beide man nen aan den dag gelegd, hen wel geschikt maakte om langer werkzaam te zijn in de school. Die vraag zou zeker niet ontkennend beantwoord kunnen worden. Immers het handhaven dezer mannen zou schade doen aan de belangen aan hen toevertrouwd. Men zag hier de feiten voor zich cn de vraag was voor den Raad alleen of deze personen biuikbaar zijn op de plaats, waar zij zijn en als zij schade hebben berokkend, dau behoorde dat ontslag te zijn on-eervol. Spr. kon de motie-Wormser niet onder schrijven. Zeker, bet andere personeel van letter T ging zeker niet vrij uit, met dat andere personeel hadden B. en W. dan ook nog niet afgerekend (bravo's), doch B. en W hadden nog wel wat anders te doen dan a! hun tijd zoek te brengen aan de „aardig heden" van deze heeren. B. cn W. zouden echter bereid zijn de voordracht te wijzigingen, in den geest van het voorstel van mr. Van Gigch. Bij de thans volgende stemmingen werden de moties Wormser en Simons-Zimmerman met groote meerderheid verworpen, do voor dracht vap B. eu W. (definitief ontslag) aangenomen met 36 tegen 5 stemmen. De onderwijzers Edelman en Traanberg zijn dus oneervol uit hun betrekking bij bet open baar lager onderwijs te Amsterdam ontsla gen. (Tot de tegenstemmers behoorden de heeren Ilenri Polak, Tak, Kamerlingh On nes, Lr.opuit en Smit). Eenige leden, n.i. d? heeren Wormser, Harmscn en Simons hadden vóór de stemming de zaal verlaten. De uitslag werd te middernacht nog door een bulletin van het Handelsblad in de stad bekend gemaakt. In de groote café's in het centrum, was dc quaestie, dio den Raad den ganschen middag en avond had bezig ge houden, nog lang het onderwerp van menig gesprek. Bij de gisteren gehouden herstemming voor de verkiezing van een lid van den ge meenteraad van Groningen voor district III tusschen den heer J. Bomers (anti-rev.) en den heer L. W. Schaper (soc.-dem.) werden uitgebracht 1577 geldige stemmen. Hiervan verkreeg eerstgenoemde 851, laatstgenoemde 726, zoodat de heer J. Bomers is gekozen. Het corps mariniers. Zondag was het 240 jaar geleden, dat het korps ma riniers werd opgericht, zij het ook niet in zijn tegenwoordigen vorm. Dit feit werd heden, overeenkomstig het verlangen van den oommandant, niet op officieele, doch op huishoudelijke wijze herdacht door het hou den van verschillende wedstrijden op mili tair gebiedschieten, gymnastiek en scher men. De prijzen daarvoor en de middelen om den manschappen een aan gen amen dag Le bezorgen, werden gevonden uit geld, door den commandant daartoe voor iedere afdee- ling beschikbaar gesteld. De minister van Marine zond een telegram van gelukwensch aan den commandant. Daarin liet Z.Exc. zioh op de hoogst waar- deerende wijze uit over de verdiensten van hot korps. Dit telegram is bij dagorder aan het korps ter kennis gebracht. Ook van andere autoriteiten wei 'en tele grammen van gelukwensch ontvangen. De Dinsdag vernielde comnrssie van burgerlijke eu militaire leden voor bezuini ging op kleeding en uitrusting der nrlitie eu welke te 's Gravenhage vergadert, onder voorzittersohap van don gep. generaal-majoor L. de Vlaming, zal zoo mogelijk vóór 1 Juni 1906 met haar arbeid gereed moeten zijn. Door de ministers van Landbouw, Nij verheid en Handel, van Financiën, van Ko loniën en van Buitenlandsche Zaken is 1. aan den heer mr. M. Mees, te Rotter dam, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van de commissie voor de handels politiek, ingesteld bij Kon. besluit van 27 April 1891 no. 21, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen gewichtige dien sten; benoemd tot lid dier commissie, de heer G. H. Hintzen, oud-lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, oud-wethouder en bankier te Rotterdam. Prof. d r. P. Zeeman. Aan prof. dv P. Zeeman, buitengewoon hoogleeraar in du natuurkunde aan de gemeentelijke Uni versiteit te Amsterdam is, naar het N. v. N. vorneemt, een onderscheiding ten deel ge vallen. Hem is n.l. Zaterdag door de philo- sophische faculteit der Universiteit te Göt- tingen het doctoraat in de wijsbegeerte honoris oausa verleend. Aanleiding hiertoe was de plechtige opening van het nieuwe natuurkundige laboratorium der universiteit aldaar, waarbij tegenwoordig waren verte genwoordigers der hooge regeering en een aantal Duitsche natuurkundigen en belang stellenden. Ook prof. dr. Zeeman was tegen woordig. Dezelfde onderscheiding werd verleend aan prof. Becquerel te Parijs, Oliver lleavisdde te Newton Abbot qn prof. J. J. Thomson to Cambridge. Behalve dcae onderscheiding viel aan prof. Zeeman nog zeer onlangs de eer te beurt te worden aangezocht om den beken den natuurkundige prof. Svante Arrhenius te Stockholm op te volgen. De jaarvergadering der „Evangelische Unie" zal gehouden worden op Dinsdag 19 December a.s. te Amsterdam. In deze vergadering zal ds. A. J. Adriani, pred. te Warmenhuisen, spreken over: „De Prov. vereen, van vrijz. Herv. en de Evaug Unie." Het Christ. Letterkundige V p r b o p d lfoudt. een algemeene vergade ring op Donderdag 28 December a.s., 's mor gens 10^, in het gebouw der Chr. Jonge! Ver. „Excelsior," Keizersgracht 2Ó7,~te Am sterdam. Behandeld zullen o. a. wordenBespre king van het referaat van den heer G. J. Uit den Boogaard in de vergadering te Driebergen, gehouden over „Christendom" eu kunst." Referaat door ds A. Brummelkamp„De Kunst en hare taak. Verder eenige huishoudelijke onderwor pen. Het dagelijksche bestuur vaim den Ne<k Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius" bestaat thans uit de heeren M. Geoverding, voorzitter, E. J. Sanson, secre taris, en H. C. H. Rover, penningmeester, allen te Rotterdam. Eenigen tijd geleden werden in de bladen mededeeiiugen gedaan omtrent eene in Febr. e.k. door het Fransche dagblad „Le Gaulois" te organiseereu en in Parijs te houden inter nationale tentoonstelling van kunstwerken, vervaardigd door vrouwen, tevens een wed strijd vormend, waaraan belooningeu zijn ver houden. Thans zijn wij in staat gesteld de volgen de personen te noemen, die zich, op verzoek definitief hebben beschikbaar gesteld fot het vormen van een comité, inet het tlojl om in zendingen uit ons land te bevorderen. Presidente van het comité is B"° Michicls van Vei-duynen, Langa Vijverborg 15 tel Gravenhage. De overige leden zijn B"° van der Goes van Dirxland, Bezuidcnhout 56, 's Graven hage mevr. van ReonenVölker, Bergen; mevr. GalléeGeertsema, Maliebaan 84, Utrecht; jonkvr. Huyssen van Kattendijke 8:"), Avenue Friedland, Parijs, en de heeren J. II. Brom, Utrecht, W. Kromhout Cz., Amsterdam, J. J. Weve, Nijmegen. Van het reglement en programma der ten-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 2