3 mij ;0p dit oogenblik gevaarlijk voor. Laat ons aannemen, dat er eene regeling moet worden gemaakt om het voortbestaan van de tram mogelijk te maken. Als de gemeen te dan te weinig subsidie geeft, dan kan de tram toch niet op de been gehouden wor den. Maar de vraag, waarop het. in de eerste plaats aankomt, is of de tram voorziet in eene behoefte in de gemeente. Als wij het daarover eens zijn, dan zal het andere van zelf volgen. Daarom komt het mij voor, dat het voorstel van den heer Gerritsen het meest aannemelijke is. De Voorzitter. Ik kan mij zeer goed vereenigen met hetgeen door den heer Oelosse in "t midden is gebracht. De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter, de heer Celosse spreekt van een voorsteldat ik zou hebben gedaan. Dat is niet juist. Ik heb alleen gevraagd of 't niet beter was, dat B. en W. het onderzoek instelden, dat de heer Gerritsen verlangt, en waarom zij dat niet wilden doen. De Voorzitter. Dus u stelt voor het onderzoek aan JB'. en W. op te dragen De heer Plomp. Neen, mijnheer de voor zitter, volstrekt niet. Ik vraag alleen in lichting, waarom B. en W. dat onderzoek siiet zouden instellen. De heer Ce losse. Dan heb ik mij ver gist. Ik meende, dat door u werd voorge steld het onderzoek aan B. en \V. op te dragen. De heer Plom p. In beginsel wil ik gaarne liet donkbeeld van den heer Gerrit sen steunen. Ik verlangde alleen inlichting waarom men aan B. en W. dit onderzoek niet wil opdragen, die, naar mijne meening, over meer gegevens kunnen beschikken dan eene raadscommissie. De Voorzitter. Het voorstel van den heer Gerritsen strekt eene raadscommissie te benoemen, ten einde den raad voor te lichten omtrent de wenschelijkheid tot het voortbestaan van de tram. Ik kan mededee- len, dat dit voorstel door B. en W. wordt overgenomen. Het voorstel wordt met algemeene stem men aangenomen. De Voorzitter benoemt tot leden van de commissie de heeren Gerritsen, Plomp, van Esveld, van Duinen en Oosterveen. De benoemden verklaren zich, voor zoo ver zij aanwezig zijn, bereid het mandaat te aanvaarden. 8. Rapport en voorstel van B. en W. be treffende een adres van leden van het be stuur van den bond van Nederlandse he ge meentewerklieden, afdeeling Amersfoort, in houdende het verzoek eene nieuwe loonsrege- ling te ontwerpen voor verschillende cate gorieën werklieden, werkzaam aan gasfa briek en reinigingsdienst. B. en W. brengen in hun rapport in herin nering, dat1in art. 2 der verordening, regelende de benoeming en bet ontslag van bet personeel der gemeentegasfabriek, de vaststelling der bezoldiging aan B. en W., gehoord de commissie van bijstand, is op gedragen, 2. in artikel 4 van de verordening op het beheer van den dienst van de ge meen tereiniging, de bezoldiging van de werk lieden bij de reiniging en van het stalperso neel aan B. en W. is opgedragen. Op grond daarvan stellen B. en W. voor het adres ter afdoening in hunne handen te stellen. De Voorzitter. Ik heb mede te dee- len, dat ik van den heer van Esveld een voorstel heb ontvangen, aldus luidende: ,,De Raad der gemeente Amersfoort', gezien het adres der gemeente-werklieden, kennis genomen hebbende van het advies van Burgemeester en Wethouders, besluit uit zijn midden eene commissie van vijf leden te benoemen om te overwegen of en zoo ja, welke voorstellen aan den Raad moeten worden voorgelegd, om den toestand te regelen, zoowel van de gemeen te-ambte naren als van de gemeen te-werklieden, wat betreft de salarissen of looneu, de vergoeding in geval van ziekte, de verloven, de boeten enz." Naar aanleiding daarvan stel ik voor het voorstel van B. en W. heden niet te bek aai - delen, pi aar het aan de orde te stellen in eene volgende vergadering tegelijk met dit voorstel, waarbij B. en W. hun advies zul len voegen. Wordt z. h. o. conform besloten. 9. a. Rapport on voorstel van B. en W. betreffende een adres van het Amersfoort- sche Vrijwilligerskorps tot het verkrijgen van goederen, eertijds in gebruik bij do schutterij b. Behandeling van het voorstel van B. en W. tot verkoop van verder brandweer materiaal en van goederen, die bij de schut terij in gebruik zijn geweest. B. en W. hebben geen termen gevonden tot inwilliging van het verzoek te advisee- renbovendien zijn zij bevreesd, dat eene gunstige beschikking op dit verzoek later als een antecedent zal beschouwd worden tot verdere subsidieering van gemeentewege. Zij stellen daarom voor afwijzend te beschikken op het verzoek. Wat den verkoop van de goederen betreft, stellen B. en W. voor tot onderhaudschen verkoop te besluiten. De heer Roland us Hagedoorn. Mijnheer de Voorzitter, ik voel mij niet zeer aangetrokken tot dit advies. B. en W. ver klaren, dat zij niet kunnen adviseeren op het verzoek om 60 jassen enz. aan de weer- baarheidsvereeniging af te staan, gunstig te beschikken, omdat zij bang zijn een ante cedent te stellen tot verdere subsidieering van die vereeniging. In de vorige vergade ring is het rekest voorgelezen. Wij' hebben teen de gronden gehoord, waarop het ver zoek is gedaan. Dit is daarvan bij mij blij ven hangen, dat deze vereeniging eene nut tige vereeniging is, zelfs zoo, dab hooge auto riteiten in den lande haar steunen. Wij we ten, dat deze weer baar heidsvereenigingen geheel volgens de wet geregeld zijn. Do of ficieren en minderen, die leden van de ver eeniging zijn, hebben dezelfde verplichtin gen als de officieren en minderen van het leger. Het is een georganiseerd geheel. Dte jongelieden, die deel uitmaken van de ver eeniging, zijn uit een stand, waardoor zij niet in staat zijn zelf de kosten van hunne uitrusting te dragen anders dan bij gedeel ten, iedere week eene kleinigheid. Wanneer men hen de verplichting oplegt .nieuwe uni formen aan te schaffen, dan wordt de zaak onmogelijk. Wat door de vereeniging wordt gevraagd, is op verschillende plaatsen toegestaan. De schutterij gaat op een prachtig oogenblik voor deze vereeniging weg. De oude sckut- tersuniformen, die voor de gemeente eene luttele waarde hebben, kunnen aan deze ver eeniging nog goede diensten bewijzen. Het is geene subsidie die wordt gevraagd, maar slechts eene weinig kostbare» hulp ten be hoeve van ingezetenen, die van de vereeni ging eenige militaire opleiding zullen ont vangen, zooals voor ieder burger goed is om in tijd van nood het vaderland steun te kunnen verschaffen. Ik kan niet begrijpen, dat eene dergelijke kleine hulp niet ver strekt zou kunnen worden. Het kan, dunkt mij, B. en W. niet moeielijk vallen op hun afwijzend advies terug te komen. Wat zul len deze uitrustingsstukken, die moeten wor den afgedankt, bij verkoop opbrengen? Het zal zeker geen groot kapitaal zijn, dat in die oude jassen eu broeken zit. Straks werd er gesproken van een subsidie van f 2000, dat gegeven zou worden aan de tram. En dan zouden wij bezwaar maken, omdat wij misschien 25 a 50 gulden zullen moeten mis sen, steun te verleenen voor oen dei-gelijk goed doel Ik kan mij' bij dit advies niet neerleggen Die heer Plom p. Mijnheer de Voorzit ter, in de vorige vergadering heb ik voor gesteld de behandeling van deze zaak aan te houden en het adres te renvoyeeren aan B. en W., om daarop eenige nadere inlich tingen te ontvangen. Ik had mij voorgesteld, dat die inlichtingen iets wijdlwopiger zouden zijn, dan mij gebleken is uit de stukken, die wij ontvangen hebben. Ik heb niets an ders gezien dan een reglement. Daarin wordt verwezen naar de statuten van de vereeni ging Volksweerbaarheid en naar een huis houdelijk reglement, dat ik geen van bei den heb gevonden. Ik zou gaarne geweten hebben, hoe de zaak in elkaar zit, wat dooi den Staat gedaan wordt ten behoeve van deze weerbaai'heidisvereeaiagingcn. Wat is het doel van deze vereeniging? Welke bijdrage heft zij van de leden? Uit welk soort menadien recruteert zij zich? Zijn de ieden verplicht biji de oefeningen uniformen te dragen? Dat zijn allen dingen, die het wenschelijk zou zijn te weten, oni over dit verzoek te kunnen oordeelen. Ik deel wel eenigszins het gevoelen van den heer Hage doorn. dat B. en W. zich van de zaak afge maakt hebben door te zeggen, dat hier een bedekt subsidie gevraagd wordt. De heer Hagedoorn schat de waarde van die zestig jassen enz., zeer gering. Ik geloof niet, dat het de bedoeling is, dat de gemeente oude jassen zal geven. Er zal zeker bedoeld zijn, dat nieuwe jassen enz. zullen worden verstrekt, en dan is liet. de vraag of de waarde van dezen steun zoo gering is als men meeat Als men dit alles ovérweegt, zou het dan niet beter zijn deze zaak nog eeiis aan te houden Dan kunnen inlichtingen gegeven worden op de vragen, die ik stelde, en kan onderzocht worden welke waarde aan den steun4 die vaa de gemeente gevraagd wordt, moet wor den toegekend, alvorens wij beslisseiT over het verzoek. De V oorzitt er. Het is mij niet moge lijk al de vragen, die door den heer Plomp werden gedaan, op dit oogenblik volledig te beantwoorden. B. en W. zijn niet zoo licht over de zaak heengegaan als het geachte lid meent. Wie lid wordt van de vereeniging, draagt zooveel bij1 als zijne krachten toela ten. Dat is echter te weinig om daaruit uniformen aan te schaffen. Men heeft ge tracht Hen daarin tegemoet te komen, maar de kas van cie vereeniging is reeds uitgeput. Dat heeft het bestuur aanleiding gegeven, om steun te vragen van de gemeente. Nu meenen B. en W., dat de hier bedoel de ver eeniging weinig levensvatbaarheid heeft en dat het daarom niet- wenschelijk is haar te steunen. De heer Celosse. Mijnheer de Voor zitter, als de heer Plomp zich de vorige maal zoo uitvoerig had uitgelaten als nu over de inlichtingen, die hij wenschte <te ontvangen, dan zouden B. en W. getracht hebben zich daarvan op de hoogte te stellen. Ik vindt wat de heer Plomp nu zegt nogal van betee- kenis. Daarom komt het mij het. beste voor haast biji de beslissing is er niet dat B. en W. hun advies nog eens in overwe ging nemen, om op al de vragen, die de heer Plomp van belang acht, nauwkeurig te kunnen antwoorden. De heer van Esveld. Mijnheer de Voorzitter, wanneer mocht worden besloten de zaak later af te doen, dan zou men zich misschien den tijd ten nutte kunnen maken om de waarde te laten schatten van de goe deren, waarvan de vereeniging kosteloozen afstand vraagt. Dan kunnen wiji beoordee- len welk offer van de gemeente wordt ver langd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 7