dagschool "behoeven op te richten, dan zullen
wij meer vrijheid hebben om aan d© am
bachtsschool voor deze zaak steun te verlee-
nen. Het. komt B. en W. daarom het best
voor te wachten, -totdat, wij de beslissing
van de regeering hierop zullen kennen, alvo
rens over de zaak. van den metselcursus een
besluit te nemen.
De heer Veis Hey n. Mijnheer de voor
zitter, kunnen- B. en W. ook medèdeelen
hoe lang de beschikking van de regeering
op ons adres betreffende de Burgerdagschool
zal uitblijven
De Voorzitter. Het rekest, dat in de
vorige vergadering is vastgesteld, i9 zoo spoe
dig mogtelijik verzonden. In het begin van
Januari kan op het- verzoek van den raad
de beschikking van II. M. de Koningin ko
men). Den heer Heyligers wil ik opmerken,
dat B. em W. nog geen 'besluit genomen hebben
omtrent het al of niet steunen van den met
selcursus. Wij hebben die zaak in t. midden
gelateu. Ons standpunt is, dat de voorzich
tigheid meebrengt, te wachten met het ter
hand nemen van die zaak, totdat de beslis
sing van de regeering over de oprichting van
eene Burgerdagschool en de hoogere eischen
voor de Burgeravondschool bekend zullen zijn.
Dat is, naar onze meening. in het belang
van de gemeente.
De heer Veis H e y n. Als het uitstel
niet langer behoeft te duren, dan heb ik
voor mij- volstrekt geen bezwaar de beslis
sing van de regeering af -te wachten. Dlan
zal de raad geheel anders voor deze zaak
staan. Ik ben het eens, dat als er een zoo
'bezwarend incident voor dè gemeente komt
als de verplichte oprichting van eene Bur
gerdagschool. men in de eerste plaats moet
rekenen met wat noodig1 moet gebeuren.
Wordt de gemeente daarvan ontslagen, dan
zullen wij geheel anders staan tegenover den
metselcursus. Ik zal dus stemmen voor hel
voorstel om met de beslissing nog te wachten.
De heer Rol an dus Haged'oorn.
Mijnheer die voorzitter, ik zou gaarne den
heer Gerritsen willen vragen of, als dit voor
stel wordt afgestemd, de steun, die door de
regeering is toegezegd, komt te vervallen.
Dan zou de beslissing als spoedeischend moe
ten worden .beschouwd. Wanneer vóór den
len Januari geen steun is verleend door de
gemeente, zal daarvan dan het gevolg zij!n,
dat de regeering de som, die op de begroo
ting is gebracht, niet meer zal uitbel-alen,
zoodat, als de beslissing in Februari geno
men wordt, men het subsidie van het Rijk
zaïl moeten missen? Het. zal mij- aangenaam
zijn daarover te worden ingelicht-.
De Voorzitter. Ik kan op die vraag
geen antwoord1 geven.
De heer Ce losse. Mijnheer de voorzit
ter, ik geloof, dat- ik op. deze vraag wel eenige
inlichting kan geven. Wanneer niet dadelijk
wordt beschikt over den post, dan wil dat
niet zeggen, dat in den loop van het. jaar
er niet over zou mogen 'worden, beschikt. Do
minister zal het tijdstip van de beschikking
over den post aanwijzen.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, ik wil een enkel woord zeggen tot
beantwoording van de bestrijding, die mijn
voorstel heeft gevonden. Wanneer wij de
stemming nagaan van Juni vau dit jaar, dan
zien wij, dat met groot© meerderheid het
voorstel van B. en W. om te besluiten, dat
er geen metselcursus moest komen, verwor
pen is. De groot© meerderheid van den raad
heeft dhs toen beslist, dat er wel een metsel
cursus moet komen.
De heer Plomp. Neen, volst-rekt niet.
De heer Gerritsen. Daarna is besloten
de beslissing over de vraagt wanneer de met
selcursus zal worden opgericht, uit te stellen
in verband met de onzekerheid, die bestaat of
do gemeente verplicht zal zijn een Burger-
dagschooi op te richten. Waarom wil ik nu
haast maken met de zaak? De heeren, die
weten hoe langzaam de staatsmachine werkt,
zullen dat begrijpen. Men zegt., dat het Subsi
die toch wel aal worden uitgekeerd, al houdt
de raad de beslissing over den steun- van de
gemeente ook aan. ik geloof er niets van.
Ook al besluit de raad terstond tot het ver-
leenen van het gevraagde subsidie, dan zal
het nog maanden duren voordat men klaar
is. Er moet. gebouwd wordende zaak moet
worden voorbereid. De metselcursus zal niet
vóór Juli of Augustus kunnen beginnen
Maar wanneer zoolang wordt gewacht als het
besluit beoo-gt., dat op voorstel van den heer
Plomp genomen is, dan kunnen wijl er op
rekenen, dat wij in 1907 het rijkssubsidie
niet -zulleui krijgen, dat op de begrooting ge
bracht is.
De Voorzitter. Het is mij nog niet
duidelijk, waarom er zoo'n haast is met het
oprichten van den metselcursus. In het ge
heel© land zijn nog sleohts drie gemeenten,
waar metselenrsuseen zijn-. In kan niet in
zien, dat er zoo'n groote urgentie bestaat
om nu reeds een beslissing te nemen.
De heer Ge-r ritsen. Mijnheer de voor
zitter, wij mogen gelukkig zijn, dat in Amers
foort een metselcursus kan komen. De Amers-
foortsche ambachtsschool staat bekend als
een van de eersten van het land. Dat is voor
den minister eene aanleiding om een nieuwe
subsidie van f 1500 beschikbaar te stellen.
Dat moeten wij apprecieeren, en dan moeten
wij daarop een ander antwoord geven dan
„Ik dank u welik zal er eens oVer
denken."
D'o heer Plomp. Mijnheer de voorzitter,
de heer Gerritsen zeide, dat in Juni de groote
meerderheid van den raad het voorstel om
den metselcursus niet te steunen zou hebben
verworpen. Ik kan alleen spreken over mijd
eigen stem. Maar voor mij zelf kan ik be
slist verzekeren, dat als er toen eene princi
pieels beslissing had kunnen genomen wor
den, ik tegen het verleenen va-n steun aan
den metselcursus zou hebben gestemd om
financieele redenen, zooals ik straks ook heb
aangegeven. Ik heb toen gevraagd of mijn
voorstel niet eerder in stemming kon wor
den gebracht dan dat van B. en W. Toen
daartegen bezwaar werd gemaakt, heb. ik,
ofschoon ik in beginsel op hetzelfde stand
punt stond als R en W., mede gewerkt om
hun' voorstel -te verwerpen om daardoor do
aanneming van mijn voorstel mogelijk te
maken.
De heer van Duinen. Mijnheer de
voorzitter, ik wil gaarne nog een enkel woord
over het voorstel zeggen. Ik ben in Juni mee
gegaan met het voorstel van den heer Plomp.
Ik had echter gedacht, dat de beslissing over
de Burgerdagschcol eerder zoude zijn geval
len. Ik heb de desbetreffend© stukken allen
lilog eens nagelezen, maar ik heb geen ver
band kunnen ontdekken t-usschen- de beslis
sing omtrent de Burgerd'agschool en- den
metselcursus, behalve het financieele motief,
waarop door den heer Plomp gewezen is.
Dtedb motief acht ik echter niet van dien aard
dat men daarom de oprichting, vani den
metselcursus langer zou mogen uitstellen. Ik
wil volgaarne mijne stem geven aan het
voorstel om de beslissing daarover niet uit te
stellen. Wanneer de heeren de vergadering
hadden bijgewoond, die in November 1905
hier gehouden is, dan hadden zij- kunnen
hooren hoe nuttig een metselcursus door
vaklieden wordt geacht. Zij waren 't er al
len over eens. Daar is nu een groot jaar over
heengegaan, en het zal wel anderhalf jaar
worden voordat wij zoo ver zijn, dat de cur
sus er is. Het is daarom, raadzaam de beslis
sing niet langer te verschuiven en niet te
wachten totdat er antwoord zal zijn gekomen
over de Burger dagschool.
De heer C e 1 o s s o. Mijnheer de voor
zatter, een enkel woord nog naar aanlei
ding van het gezegde door den heer Plomp.
Ik wil niet gaarne den indruk geven, dat
ik tegen de oprichting van een metselcursus
ben. Integendeel, ik zou het zeer aange
naam vinden als die cursus kon worden
opgericht. Miaar in de omstandigheden,
waarin wij ons nu bewinden, terwijl de in
specteur van het middelbaar onderwijs ons
dreigt met de oprichting van eene Burger-
dagschool, acht ik het voorbarig om thans
een besluit te nemen tob het verHeenen van
steun aan den metselcursus.
De heer P 1 o an p. Mijnheer de Voorzit
ter, wat ik zou willen zeggen, durf ik
eigenlijk niet uit te spreken in eene open
bare vergadering.
Do heer van Esveld. Mijjnheer do
voorzitter, ik zou op één punt nog gaarne
eene opheldering ontvangenEr wordt ge
sproken van een bedrag van f 4000, dab
aan de ambachtsschool moet worden ge
leend. Koant de betaling in rente en aflos
sing van die leening ten laste van de ge
meente of van de ambachtsschool
De heer Gerritsen. Ten laste van de
ambachtsschool
De heer van Esveld. Dlan komt de
heele kwestie dus neer op een bedrag van
f 500, dat van de gemeente jaarlijks als
subsidie wordt gevraagd.
De Voorzitter. Neen, de zaak loopt
ook over de f 4000, die de amibaokiisschool
ter leen vraagt tegen eene annuïteit van
f 250. De gemeente moet dus beginnen met
die f 4000 voor te schieten. Daarom zijn B.
en W. op het denkbeeld gekomen, als de
plannen, die bestaan betreffende de H. B.
school en de Industrieschool tot uitvoering
komen, in het Werkhuis lokalen be
schikbaar te stellen voor den metsel
cursus. Diat zal in het belang zijn zoowel
van de gemeente als van de ambachtsschool.
De heer van Esveld. Die f4000 ko
men niet ten laste van de gemeente-, want
de ambachtsschool loet zo af. Dat gaat
buiten de gemeente om. Do gemeente leent
het geld en draagt het af aan de Ambachts
school die zorgt voor de betaling van aflos
sing en rente. Feitelijk loopt de kwestie
alleen over de f 500 subsidie.
De Voorzitter. Dat is minder juist,
want de gemeente moet do leening sluiten
en zelf de rente en aflossing betalen.
De heer van Esveld. Het geld daar
voor krijgt zij terug.
De heer Ploanp. Men moet zich voor
stellen hoe de zaak in de begrooting zal zijn
geregeld. Aan do creditzijde koant f 250 als
annuïteit van dè aflossing der ambachts
school. Aan de debetzijde komt het subsi
die van f 500 benevens het bedrag, dat de
gemeente voor rente en aflossing van de
door haar gesloten leening moet betalen.
Wanneer men de posten aan de debet- en
creditzijde van elkaar aftrekt, dan zal er
meer dan 500 overblijven.
De heer van Esveld. Dat kan niet.
Dè heer Gerritsen. Het kan mis
schien eene kleinigheid schelen, maar do
bedoeling is, dat de gemeente alles terug
krijgt wat voor rent© en aflossing noodig is.
De heer van Esve-ld. Als do am
bachtsschool zorgt voor rente en aflossing,
dan kost dat- aan de gemeente geen halve
cent