M SOI.
Dinsdag 22 Januari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag.
9** Jnarxaug.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden toop Amersfoortf 1.2ft,
Idem franco per pos*- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor
'a morgens bij de Uitgevers in ie zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIE
Van 15 regelsf 0.73.
Elke regel meer0.15.
Groote let'ers naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Eaa politiek aohanlaal in Hongarije.
Men is gewoon zich don minister van jus
titie voor te stellen als don hoogsten dienaar
der gerechtigheid, een man van smettelooze
reinheid. In Hongarije schijnt dat anders
te zijn. Daar staat sedert weldra een jaar
een man aan het hoofd van het departement
van justitie, wiens verleden alles behalve
vlekkeloos is. De minister van justitie Po-
lcmyi is steeds, ook toen hij eenvoudig ad
vocaat en afgevaardigde was, het mikpunt
van verwijten geweest, omdat hij, zooals al
gemeen beweerd werd, zijne openbare be
trekkingen als lid van den rijksdag en van
den gemeenteraad van Budapest misbruikte
tot bevordering van zijne private belangen,
inzonderheid van de belangen zijner cliën
ten. I., den laatsten tijd is een man van
aanzien als aanklager tegen hem opgetre
den. Een oud-burgemeester van Budapest,
Halmes genaamd, verklaarde, toen er in een
gesprek sprake van was, dat zijne positie in
dertijd zwak had gestaan, omdat hij niet
meedeed aan den strijd tegen den vroegeren
minister-president Fejervary, dat Polonyi
hem zijn steun had aangeboden, onder voor
waarde dat Halmos ter wille van een zijner
c. aten, medewerking verleende oim eene
oj) het gebied der hoofdstad gelegen fabriek
naar elders te verplaatsen. Hij verklaarde
ten stelligste, dat Polonyi dergelijke dingen
meermalen had uitgevoerd, en hij weigerde
daarom den minister van justitie het- eer
herstel, dat deze verlangde, onder opmer
king, dat hij bereid was voor den rechter
het bewijs, te leveren van de waarheid zijner
bewering
Het vooruitzicht, dat de zaak voor den
rechter zou komen, was Polonyi volstrekt
niet naar den zin. Hij wilde de zaak laten
doodbloeden, maar daar kwamen ©enigen
van zijne ambtgenooten tegen op, die eisch -
ten, dat hij den beleediger voor den rechter
zou dagen. Goede raad was duur. Het scheen
dat het recht zijn loop moest hebben. Po
lonyi zon op middelen om gedaan te krijgen,
dat de zaak althans niet voor eene jury
zou behoeven te komenhij wilde zijne
klacht zóó inrichten, dat slechts een enkel
punt te berde zou komen, zoodat niet zijn
geheele openbaar en bijzonder leven zou
worden opgerakeld. Maar het geluk was hem
gunstig; er is een bondgenoot voor hem op
gestaan in den huisdokter van Halmos. Die
vreesde, dat de opwinding van een proces
de gezondheid van zijn cliënt, ja zelfs diens
leven iin gevaar zou brengen. Op zijn aan
dringen heeft Halmos zijne beschuldigingen
ingetrokken. Polonyi hoeft de schriftelijke
verklaring daarvan in zijn bezit en behoeft
dus de onaangename gevolgen niet meer te
duchten, die hem dreigden.
Maar dit geval verspreidt een eigenaardig
licht over do politieke moraal, die in Hon
garije geldt. Men heeft daar blijkbaar een
anderen maatstaf voor politieke eerlijkheid
en onkreukbaarheid dan elders. Dit. blijkt
ook uit het hier volgende, dat aan de os-
si sche Ztg. over deze zaak geschreven is:
„Het opmerkelijke in dit geval is, dat
eerst het optreden van den oud-burgemeester
do (nu voorbijgedreven) crisis veroorzaakte.
Want tegen Polonyi werden van den dag af
waarop zijne benoeming tot minister van
justitie in April 1906 geschiedde, aanhou-
deud soortgelijke aanklachten gericht. Er
verloopt geen week, dat niet een oppositie
blad gevallen aanvoert, waarin hij zich als
advocaat, als afgevaardigde, als raadslid aan
moreel zeer afkeurenswaardige handelingen
schuldig maakte. In andere landen zou de
minister- van justitie zoo lang niet hebben
mogen zwijgen. Opmerkelijk is ook, dat de
advocaten, de vroegere ambtgenooten van
Polonyi, van den eersten dag af partij na
men tegen hem en er volstrekt geen geheim
van maakten, dat het voor de advocaten
van Hongarije geen eer was, dat juist Polo
nyi belast was met net beheer van het
departement van justitie. Algemeen was de
verbazinv over zijne benoeming, maar in
de blijdschap, waarin Hongarije verkeerde
toen het. half absolutistische kalbinet-Fejer-
vairy door eene regeering uit de rijen dei-
coalitie vervangen werd, werkten de protes
ten niets uit. Men wist, dat Polonyi de on
derhandelingen tussehen Fejervary en de
coalitie gevoerd had, dat hij de voorberei
dende stappen had gedaan en dat de leiders
der coalitie hem hadden gebruikt voor werk
zaamheden waaraan zij zich zelf liever ont
trokken zij wenschten den val van Fejer
vary, maar wilden voor zich den schijn ver
mijden alsof zij belust waren op de aan
vaarding van het bewind. Polonyi kende
dezen schroom niet en zoo werd' hij in de
oplossing van de politieke crisis en wat een
aantal andere netelige zaken betreft, een
man, die veel wist en daarvan voor zijne
positie handig gebruik maakte. Hij liet zich
bij de samenstelling van het ministerie niet
op zijde zetten., en -daar hij sedert vele jaren
lid is van de onafhankelijkheidspartij, en
men in die kringen zijne manier van zaken
doen kende, moeten zijne oude vrienden, of
zij willen of niet, hem beschermen omdat
zij niet kunnen ontkennen, dat zij het groot
ste gedeelte van het nu te berde gekomen
schandaal reeds vroeger geweten hebben.
„Wat Halmos Polonyi verweet, wordt in
Hongarije eigenlijk niet als ongeoorloofd be
schouwd. Er zijn in de openbare lichamen
niet vele onkreukbare mannen, die hunne
cliënten weigeren hun politie ken invloed ten
hunnen gunste aan te wenden. Dat is het
wat de vrienden '-an Polonyi voor hem aan
voeren, en dat is ook de reden waarom hem
onlangs, toen hij' in den rijksdag kwam,
door de leden van de onafhankelijkheidspartij
een soort, ovatie werd bereid men was in
gevaar, dat in Polonyi praktijken zouden
worden veroordeeld, die ook door anderen
veel worden toegepast. De opvatting over
deze zaken is in Hongarije wel wat laks."
De (weede Haagsche conferentie.
Petersburg, 21 Jan. Prof. von Martens is
naar het buitenland vertrokken om als ge
machtigde van den Czaar in Berlijn, Wee-
ncn, Londen en Parijs voorbereidende on
derhandelingen over de vredesconferentie te
voeren.
Weenen, 21 Jan. In een onderhoud met.
een berichtgever van de „Neue Freis Presse"
over de tweede vredesconferentie te 'sGra-
venhage verklaarde de gezant van Neder
land, jhi mr. Van Weede van Berencamp,
dat de datum der conferentie en do regeling
van sommige bijzonderheden afhangen van
de beslissing van Rusland.
De conferentie zal een groote taak te ver
vullen hebben, vooral thans na den Rus
sisch- Japanschen oorlog, waardoor allerlei
vragen aar- de orde zijn gekomen, bijv. be
treffende de drijvende mijnen en den smok
kelhandel op het tijdstip, dat de vijandelijk
heden ais begonnen zijn te beschouwen. De
vraag van de onzijdigheid van Nederland zal
zeker ooit besproken worden.
Betreffende de deelneming van den Heili
gen Stoel aan de conferentie is nog niets be
slist., maar zij is n;et waarschijnlijk
Duitschland.
Wij laten nog eenige perioden volgen uit
de rede van vorst Bülow, tot aanvulling van
het daarover opgenomen telegram en om de
strekking van het betoog beter te doen be
grijp:». Met aanhaling van het woord van
Goethe: „Wat is uw plicht? De eisoh
van dec dag", zeide de rijkskanselier:
Een rijksdag, wiens meerderheid in natio
nale vragen ons niet in den steek laat, dat
is de eisch van den dag. Wie deze overtui
ging is toegestaan, die volge haar en wachte
niet op waardeering en beloften voor de toe
komst, maar zij mans genoeg zich zelf te
doen gelden.
Het centrum is ook in den tijd, toen het
den doorslag gaf in den rijksdag, gebleven
wat het altijd waseene onberekenbare
partij. Het. komt op voor aristocratische en
democratische, reactionaire en liberale, ui-
tramontaansche en nationale eischen. Slechte
ééne politieke richting is niet vertegenwoor
digd de sociaal-democratische. Des te op
vallender is het-, dat het centrum de aan
godsdienst en staat vijandige partij der
sociaal-democratie bevordert. Hoe vader
landslievende katholieken daarover denken,
bewijst het Dusseldorfsche manifest. De
Duitsche politiek mag niet tot speelbal van
de belangen eener fractie gemaakt worden,
die van haar godsdienstig en confessioneel
standpunt uit de sociaal-democratie ten
scherpste zou moeten bestrijden, maar haar
niettemin oin tauctische redenen tot invloed
brengt in de levensvragen der natie.
De sociaal-democratische partij heeft
in positieven zin niets tot stand gebracht.
Waar zich in hare rijen geneigdheid toont
tot medewerking aan positieve hervormin
gen, daar tracht het despotisme, de revo
lutionaire overmoed van de leiders die te
verstikken Hoe lang zal die slavernij van
millioenen Duiteche arbeiders nog duren?
Het zou een geluk zijn, wanneer eindelijk
deze tcoverring losser werd, wanneer de
Duiteche arbeiders meer en meer inzagen,
dat de sociaal-democratie de belangen van
den arbeid slecht vertegenwoordigt, omdat
zij zelf geen positieven arbeid verricht, wan
neer inzonderheid het groote aantal meeflöo-
pers zich er van bewust werd, dat de tegen
woordige toestand van orde en wet, van con-
stitutioneele vrijheid en stijgenden welstand,
van zorg voor de armen en noodlijdenden in
ieder geval beter is dan de ruwe dwang, zon
der welken de verwezenlijking en het. be
staan van communistische toekomstutopieën
niet denkbaar zou zijn. Te streven naar
volkswelvaart beschouw ik als plicht van
den staat. De sociale hervormingen zullen,
hoop ik, ondanks den niete dan verguizing tot
stand brengenden tegenstand van de sociaal
democratische partij, niet stil staan.
Mijne heeren, gij zult niet zonder tot
nadenken gestemd te zijn, waargenomen heb
ben welke verwachtingen het Duitschland
slecht gezinde deel van de buitenlandische
pers put uit de Duiteche verkiezingsbeweging.
De Duiteche Keizei*, de verbondon regoorin-
gen moeten in deze verkiezingen een les krij
gen. Alle goede wenschen vergezellen do
sociaal-democratie en het centrum in den
verkiezingsveldtocht. Het- is alsof men voor
mogelijk hield, dat het volk der denkers en
dichters weer zal vervallen in de vroegere
tijden van politieke verdeeldheid en on
macht. In ieder geval heerscht de overtui
ging, dat elke overwinning der oppositie van
13 December de ontplooiing der nationale
krachten van het Duiteche volk, van Duil-
sehen ondernemingszin en Duitechen geest zal
belemmeren en beletten. Zulke stemmen drin
gen uit landen en volken tot ons door, die
zelf bewonderenswaardige voorbeelden van
stoïsche gelijkmoedigheid en heldhaftige
offervaardigheid in 't volhouden van groote
koloniale oorlogen hebben gegeven. Het is
ook duidelijk, dat inderdaad de in het bui
tenland gehoopte beslissing van de Duitsche
kiezers ter. gunste van de internationale so
ciaal- democratie en van het fractie-egoisme
eene benadeeling van het aanzien en een in
gevaar brengen van den vrede van het
Duiteche volk zou beteekenen
Na eene dankbetuiging aan de vertegen
woordigers van wetenschap en kunst voor
de gedane uitnoo-diging om in hun midden
zijne denkbeelden te ontvouwen, van wie
hij getuigde, dat zij hot best bevoegd waren
om in dienst van den politioken eisch van
den dag het oude Duitsche noodlot van den
partijgeest en den fractietwist tegen te wer
ken en her geloof te helpen wegruimen, dat
de Duitschers weer enkel een volk van den
kers, dichters en droomers worden en niet
ook eene groote, vreedzaam strevende en in
moeielijko tijden eensgezinde en dappere
natie zouden kunnen blijven, eindigde vorst
Bülow aldus: Mogen, gelijk gij hier, alle
nationale elementen van de conservatieve
rechterzijde tot de vrijzinnige linkerzijde
zonder aanzien der religie bij de verkiezin
gen hunne bijzondere belangen achterstellen
bij den nationaloD plicht.
Op de vraagWanneer is de oorlog in
Zuidwest-Afrika ten einde? antwoordt de re
gee ring in de Nordd. Alljg. Ztg.
De toestand is op verblijdende wijze ver
beterd. De belangrijikste tegenstander hei fr.
zich onderworpen. De verwachting van de
regeering en van den aanvoerder der troe
pen heeft zich bevestigd. Reeds nu is tot
eene verdere vermindering van de troepen
macht met 600 man beneden het voor April
geraamde getal van 8000 man, besloten en
het laat zich aanzien, dat voor het dienstjaar
1907 reeds kan worden gerekend op eene ver
dere aanmerkelijke vermindering. De regee
ring zal haar woord gestand doen Intus-
sohen is ook thans nog eene zekere voor
zichtigheid in de vermindering van de troe
pensterkte geboden. Nog staan verscheidene
benden, bovenal de Franzmann-Hottentot-
ten onder Simon Copper, tegen ons in het
veld, het groote getal van de in Kaapland
geïnterneerden zal terugkeeren, het bren
gen van het geheele gebied in beveiligden
toestand eisaht nog geruimen tijd, cn op
flikkeren van den opstand hier en daar is niet
geheel uitgesloten en moet, wannee. het
voorkomt, terstond onderdrukt worden Er
zijn nog te veel onzekere elementen in nol
grensgebied aanwezig, die bij het voordu
ren van den oorlogstoestand een groot be
lang hebben en de opstandelingen tot den
strijd aansporen Slechts naar mate van de
omstandigheden zal daarom stap voor stap
de troepenmacht verminderd kunnen wor
den. Eene vermindering tot 2500 man is
echter ook nu nog voor de regeering aanne
melijk.
BulgarljB.
De minisiei van onderwijs Sohiscbmanow,
heeft zijn ontslag genomen wegens eene so
cialistische manifestatie van studenten bij do
opening van den nationalen schouwburg. De
schuld van de ontwikkeling van het socia
lisme onder de studenten wordt aan zijn be
leid toegeschreven. Aan de Voasische Ztg.
wordt uit Sofia bericht, dat de regeering
ten gevolge van de jongste incidenten zeer
zenuwachtig is. Er is bevel gegeven tot het
ontslag van vele politie-amibtenarenMen
wil door een strenger optreden van de politie
althans publiek schandaal voorkomen. Als
eigenlijke oorzaak van het kwaad wordt de
al te groote vrijheid beschouwd, die aan de
studenten to'" dusver gelaten is, en dit meent
men te kunnen tegengaan door beperking
van de zelfstandigheid der universiteit en
door aanste'ling van Europeesche professo
ren.
Om voor het reinigingsproces, dat is voor
genomen, zich de gelegenheid te verschaffen,
heeft de regeering de universiteit voor eeu
half jaar gesloten en aan alle professoren
ontslag verleend. D© rector heeft de sleutels
van het universiteitsgebouw niet dan onder
protest aar den regeeringscomm issaris afge
staan de academische senaat heeft zich bij
dit- protest aangesloten en het- besluit der
regering onwettig verklaard.
Rusland.
Admiraal Alexejew, de beruchte voorma
lige stadhouder van het uiterste oosten,
komt in aanmerking als chef van het te her
vormen departement van marine. Minister
van oorlog ca' generaal Harenkampf en ohef
van den gereralen staf generaal Poliwanow
Uit het door de commissie tot onderzoek
van de graanleverantiën van Lidwall blijkt,
da1- de adjunct-minister Goerko de levering
van 10 millioen poed rogge heeft opgedrar
gen aan de firma Lidwall, zonder vooraf in-
xonnatiëu over haar te hebben ingewonnen.
Zooals nu gebleken is, is deze firma eene
naamlooze vennootschap met een kapitaal
van slechts 1500 roebel. In het door Goerko
bekrachtigde verdrag met Lidwall worden
duidelijkheid, omzichtigheid en inachtne
ming van de belangen van de staatskas ge
mist; afspraken van beteekenis zijn niet
schriftelijk opgemaakt. Goerko's eerste mede
werker, d" referendaris Litwinow, wordt be
schuldigd met de grootste nalatigheid te
hebben gehandeld bij 't opstellen van het
verdrag van Lidwall. Tegen de gouvernour
van Nishni Nowgorod, baron Fredericks, en
eenige aan dezen ondergeschikte ambtenaren
wordt de aanklacht gedaan., dat hij met Lid
wall een contract- over de levering van
500,000 poed rogge gesloten en hein een voor
schot van 75,000 roebel verleend hebben,
zonder zich vooraf te hebben vergewist, dat
de firma in staat zou zijn rare verplichtingen
na te komen.
In de verklaringen, die Goerko voor de
commissie heeft afgelegd, verklaarde hij, dat
zijne keuzo bij het toestaan van de leverantie
op Lidwall is gevallen, omdat de aanbiedin-
Een verhaal van de OtUrlide Pastorie
19 Uit het Deensch
door
BET8T BAKKER—NORT.
Oom Dtaan greep haar bij- de schouders eu
tilde haar op over de blauwe lavendel
„We willen naar de heide!" stelde de
schilder voor, „ik wil' de heide eens in Zon-
diags-stemming zien."
„O, nee," verzocht Vbrrae. „Op dè heide
is het eiken dag Zoudlag. De stilte en de
plechtigheid zijn dlaar 's Maandlags even
groot- als op een. feestdiag. Nu blijven we bij
tante Thea en haar graven. Ze is altijd zoo
gelukkig, als er menschen bij baar zijn, die
vriendelijk tegen haar zijn, zelfs al zegt ze
niete."
„Nee," verklaarde hij beslist, „nu til ik
u boven de blauwe lavendel der dooden e>n
draag u in het roode headerijk der leven
den."
Zij wilde ziich verzetten maar hij dlroeg
haar reecL op zijn arm.
„Wanneer de houtvester het .mag dan
mag ik het t-och zeker ook wel
Oom Daan -lachte, terwijl hij de asch uit
zijn korte pijp klopte.
Tante Thea zat op een graf uit te rusten
met gevouwen handen en den gieter aan
haar voeten.
„Zie!" riep de vreemde, terwijl hij zoo
met haar -liep, „dit beeld wil ik schilderen
'als ilk thuis weer tot rust kom; een man,
die een jonge vrouw over een kerkhof
draagt. E/n zij moet lachen en haar armen
vast om zijn hals leggen„Jeugd" zal
het lieeten Jeugd, die over de dboden stapt-,
en zelf vooruit wil!"
„Is de jeugd zoo ruw?" vroeg Vbnne
ernstig, -terwijl zij zich bij heb hek vtan het
kerkhof van zijn arm liet glijden, „dam
zou ik wenschen, dat- ik een kind was ge
bleven."
„Ja," zei hij, ,,dè jeugd is ruw, maar
overigens tradi ik toch slechts over de
dooden op -de levenden trapt men niet, hoe
oud ze ook zijn. Hoe ouder ze worden, hoe
eerbiediger men hen voorbij moet gaan. Men
kan zich niet 'diep genoeg buigen voor de
smart-, die b.v. im het oude gezicht van tante
Thea runen heeft gegriflt."
Vonne keek verwonderd: naar hem' op. Zoo
had ze hem nog niet gezien, nooit had1 ze1
gedacht, dat zijn gedachten zulke diepe we
gen betraden, dat ze tante Thea's ziel door
den bevenden mond en de scliuiwe oogen
konden vinden.
„Vertel mij eensik hoop niet, dat
u het vreemd! vindt, dat ik het u vraag
maar hoe 'heet u eigenlijk? Ik heb dat giste
reu niet gloed' verstaan in dë vestibule van
LynighoTt.
„Troels ForumOnder kameraden alge
meen Petit Chinois" genaamd. Ik kreeg
dien naam op een studiereis in Montmartre.
Niet waar dien naam. past. wel? M'n
schuine oogen, m'n gele huid en het pik
zwarte haarde jukbeenderen zijn oak
niet volkomen zuiver ze ziju een streepje
over het normale ,,Le petiit Ohinois" past
niet?"
Ze keek hem aan. „Ik weet het niet, ik
heb er nog niet over nagedacht. Heeft u geem
zusters of "broers?"
,,Ja, ik heb een broermaar hij is
dokter. U vraagt zoo grappig, juffrouw
Vonne, zonder woorden," vervolgde hij na
een poosje, „uw heel© kleine persoon vraagt
miij, wat dat „maar" moet beteekenen. Ja
ik zal' het u zeggenik haat dat. ras. Van»
het ©ogenblik, dlaib mijn broer dokter werd,
heb ik niete meer met hem tte malken gehad.
Ja zeker is het hier Zondag op de heide"
hij bleef staan en keek om. zich heen.
„Indien ik jarenlang gereisd had zonder
eeu vermoeden -te hebben van tijd) of datum
en plotseling in de heide stond dan zou
ik aan me zelf voelen, dat het buiten, feest
dag was."
Zie gingen op die lielling, zitten, die steil
naar het Lidemeer overboogplotseling
hief hij ziju hoofd op en wees verrast in de
verte.
Daar, een eindje vóór hen, was het of een
open plek dicht bedekt was met grauwe stoe-
neai „die steenhoop' heeft daar eerst niet
gelegen, waar is die vandaan gekomen?"
„Dat zijn pluvieren, zei ze stil.
Plotseling verhieven de steeweu zich ze
spreidden de vleugels uit slechts een
©ogenblik toonden ze duidelijk, dat ze vo
gels w-a-ren toen werden ze een grauwe
wolk, die zich vereenigde met- de andere
zware wolken aan den hemel, terwijl de
echo van eon langen, klagendon kreet tus
sehen de heuvels wegstierf.
Vonne kijkt hen lang na en zucht.
De vreemde ziet haar aan, zoodat Vonne
wed glimlachen moet.
,,U kan ook vragen zonder woorden Hij
knifct.
„Ze zijn met zoo velen zegt ze, stil ver
klarend
..En zijn zoo vele eenzame menschen
hier," vervolgde ze even daarna „zoo
vreeselijk veel. De heide bestaat uit duizen-
de heidestruikjes, de vdsschen glijden in.
dichte scholen door het Lidemeer, en de
vogels vliegen in scharen, zelfs de droef
geestige pluvieren liggen in eeu dichte mas
sa op de open- heide. Alleen de mensch is
eenzaam, te midden van 'tgekrioel van let
leven
Maar u zou me nog vertellen, waarom u
(Loktoren haat," viel zij zich zelf in. de rede.
„Ja," beloofde hij. „Nu zal ik u dat ver-
tellen. U moet weten, juffrouw Vonne, dat
I ik oen oude moeder heb gehad, die eenige
jaren geleden ■gestorven is. Wanneer men
zoo gelukkig is geweest-, iemand dien naam
te kunnen geven, behoef ik u zeker niet te
vertellen, dat ik degene, die dien naam
j droeg, boven alles in de wereld liefhad.
Ik had oen oude moeder, juffrouw Vonne,
die jarenlang aan -haar stoel geketend was,
haar handen waren gebonden, niet van
ouderdom, maar van pi ju, era haar rug was
dieper gebogen dan die van tante Thea.
Toch) was het '.niet 'tgewicht van de jaren,
dat haar drukte, maar verzuimde verple
ging, en de ruwheid der jeugd, die niet op
dooden, maar op levenden treedt."
Hij zweeg, de zon scheen op zijn gelige
hugaf die een warmen glans en viel op
zijn oogen, de bruine pupillen verguldend.
„Vertel verder'" verzocht ze en legde haar
hand op zijn arm.
En hij vertelde.
„I-k 'ben uit een arm geaaa," begon hij',
„in armoede ben ik geboren en opgevoed.
Mijn vroegste herinneringen gaan tot aan
mijn vijfde jaar. Wij woonden op een zolder
verdieping, mijn ouders en ikmijn broer
was acht jaar, toen dat gebeurde, wat; ik
nu zal vertellen.
Ik had' de mazelen, 'k was ziek en koort
sig. Naast de kamer waar ik lag, was een
klein nommelkamertje. Ik horiner mijl nog
duidelijk de plank met twee kruikje» met
flierbessoi.sap, die moeder elk jaar maakte
van de bessen, geplukt van den vlierboom
op grcotmoeders's graf.
Het was op een laten avond, ik Lag in
koorts, toen moeder zonder licht op de lad
der kroop, die t-egen de plank stond, om 't
vruchtensap voor mij te krijgen. Ze strui
kelde, kou. geen houvast- vinden, en stortto
van de bovenste trede op den vloer, tussehen
oud: ijzer en (gebroken stoelen. Vader droeg
haar naar binnen en legdle haar op 'bed'. Zij
klaagde onophoudelijk over pijn.
Vader wist geen raad. Wij waren in een
ziekenfonds, het ziekenfonds van de armen,
waarvoor de dokter alleen in hoogst nood
zakelijke gevallen, en liefst niet, wanneer
het. uitgesteld kon wordënin den nacht ge
haald mocht, worden.
Ik herinner mij raogi, hoe moeder jammer
de- en' voor den eersten keer zag ik vadler
schreden
„Ik moet gaan," zei hij. „Ik kan je niet
zien lijden zonder hulp."
En hij ging. een tijd' later kwam hij al
leen. terug.
Wordt ervolgd