M SOI. Dinsdag 22 Januari 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag. 9** Jnarxaug. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden toop Amersfoortf 1.2ft, Idem franco per pos*- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor 'a morgens bij de Uitgevers in ie zenden. Uitgevers: VALKHOFF C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIE Van 15 regelsf 0.73. Elke regel meer0.15. Groote let'ers naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Eaa politiek aohanlaal in Hongarije. Men is gewoon zich don minister van jus titie voor te stellen als don hoogsten dienaar der gerechtigheid, een man van smettelooze reinheid. In Hongarije schijnt dat anders te zijn. Daar staat sedert weldra een jaar een man aan het hoofd van het departement van justitie, wiens verleden alles behalve vlekkeloos is. De minister van justitie Po- lcmyi is steeds, ook toen hij eenvoudig ad vocaat en afgevaardigde was, het mikpunt van verwijten geweest, omdat hij, zooals al gemeen beweerd werd, zijne openbare be trekkingen als lid van den rijksdag en van den gemeenteraad van Budapest misbruikte tot bevordering van zijne private belangen, inzonderheid van de belangen zijner cliën ten. I., den laatsten tijd is een man van aanzien als aanklager tegen hem opgetre den. Een oud-burgemeester van Budapest, Halmes genaamd, verklaarde, toen er in een gesprek sprake van was, dat zijne positie in dertijd zwak had gestaan, omdat hij niet meedeed aan den strijd tegen den vroegeren minister-president Fejervary, dat Polonyi hem zijn steun had aangeboden, onder voor waarde dat Halmos ter wille van een zijner c. aten, medewerking verleende oim eene oj) het gebied der hoofdstad gelegen fabriek naar elders te verplaatsen. Hij verklaarde ten stelligste, dat Polonyi dergelijke dingen meermalen had uitgevoerd, en hij weigerde daarom den minister van justitie het- eer herstel, dat deze verlangde, onder opmer king, dat hij bereid was voor den rechter het bewijs, te leveren van de waarheid zijner bewering Het vooruitzicht, dat de zaak voor den rechter zou komen, was Polonyi volstrekt niet naar den zin. Hij wilde de zaak laten doodbloeden, maar daar kwamen ©enigen van zijne ambtgenooten tegen op, die eisch - ten, dat hij den beleediger voor den rechter zou dagen. Goede raad was duur. Het scheen dat het recht zijn loop moest hebben. Po lonyi zon op middelen om gedaan te krijgen, dat de zaak althans niet voor eene jury zou behoeven te komenhij wilde zijne klacht zóó inrichten, dat slechts een enkel punt te berde zou komen, zoodat niet zijn geheele openbaar en bijzonder leven zou worden opgerakeld. Maar het geluk was hem gunstig; er is een bondgenoot voor hem op gestaan in den huisdokter van Halmos. Die vreesde, dat de opwinding van een proces de gezondheid van zijn cliënt, ja zelfs diens leven iin gevaar zou brengen. Op zijn aan dringen heeft Halmos zijne beschuldigingen ingetrokken. Polonyi hoeft de schriftelijke verklaring daarvan in zijn bezit en behoeft dus de onaangename gevolgen niet meer te duchten, die hem dreigden. Maar dit geval verspreidt een eigenaardig licht over do politieke moraal, die in Hon garije geldt. Men heeft daar blijkbaar een anderen maatstaf voor politieke eerlijkheid en onkreukbaarheid dan elders. Dit. blijkt ook uit het hier volgende, dat aan de os- si sche Ztg. over deze zaak geschreven is: „Het opmerkelijke in dit geval is, dat eerst het optreden van den oud-burgemeester do (nu voorbijgedreven) crisis veroorzaakte. Want tegen Polonyi werden van den dag af waarop zijne benoeming tot minister van justitie in April 1906 geschiedde, aanhou- deud soortgelijke aanklachten gericht. Er verloopt geen week, dat niet een oppositie blad gevallen aanvoert, waarin hij zich als advocaat, als afgevaardigde, als raadslid aan moreel zeer afkeurenswaardige handelingen schuldig maakte. In andere landen zou de minister- van justitie zoo lang niet hebben mogen zwijgen. Opmerkelijk is ook, dat de advocaten, de vroegere ambtgenooten van Polonyi, van den eersten dag af partij na men tegen hem en er volstrekt geen geheim van maakten, dat het voor de advocaten van Hongarije geen eer was, dat juist Polo nyi belast was met net beheer van het departement van justitie. Algemeen was de verbazinv over zijne benoeming, maar in de blijdschap, waarin Hongarije verkeerde toen het. half absolutistische kalbinet-Fejer- vairy door eene regeering uit de rijen dei- coalitie vervangen werd, werkten de protes ten niets uit. Men wist, dat Polonyi de on derhandelingen tussehen Fejervary en de coalitie gevoerd had, dat hij de voorberei dende stappen had gedaan en dat de leiders der coalitie hem hadden gebruikt voor werk zaamheden waaraan zij zich zelf liever ont trokken zij wenschten den val van Fejer vary, maar wilden voor zich den schijn ver mijden alsof zij belust waren op de aan vaarding van het bewind. Polonyi kende dezen schroom niet en zoo werd' hij in de oplossing van de politieke crisis en wat een aantal andere netelige zaken betreft, een man, die veel wist en daarvan voor zijne positie handig gebruik maakte. Hij liet zich bij de samenstelling van het ministerie niet op zijde zetten., en -daar hij sedert vele jaren lid is van de onafhankelijkheidspartij, en men in die kringen zijne manier van zaken doen kende, moeten zijne oude vrienden, of zij willen of niet, hem beschermen omdat zij niet kunnen ontkennen, dat zij het groot ste gedeelte van het nu te berde gekomen schandaal reeds vroeger geweten hebben. „Wat Halmos Polonyi verweet, wordt in Hongarije eigenlijk niet als ongeoorloofd be schouwd. Er zijn in de openbare lichamen niet vele onkreukbare mannen, die hunne cliënten weigeren hun politie ken invloed ten hunnen gunste aan te wenden. Dat is het wat de vrienden '-an Polonyi voor hem aan voeren, en dat is ook de reden waarom hem onlangs, toen hij' in den rijksdag kwam, door de leden van de onafhankelijkheidspartij een soort, ovatie werd bereid men was in gevaar, dat in Polonyi praktijken zouden worden veroordeeld, die ook door anderen veel worden toegepast. De opvatting over deze zaken is in Hongarije wel wat laks." De (weede Haagsche conferentie. Petersburg, 21 Jan. Prof. von Martens is naar het buitenland vertrokken om als ge machtigde van den Czaar in Berlijn, Wee- ncn, Londen en Parijs voorbereidende on derhandelingen over de vredesconferentie te voeren. Weenen, 21 Jan. In een onderhoud met. een berichtgever van de „Neue Freis Presse" over de tweede vredesconferentie te 'sGra- venhage verklaarde de gezant van Neder land, jhi mr. Van Weede van Berencamp, dat de datum der conferentie en do regeling van sommige bijzonderheden afhangen van de beslissing van Rusland. De conferentie zal een groote taak te ver vullen hebben, vooral thans na den Rus sisch- Japanschen oorlog, waardoor allerlei vragen aar- de orde zijn gekomen, bijv. be treffende de drijvende mijnen en den smok kelhandel op het tijdstip, dat de vijandelijk heden ais begonnen zijn te beschouwen. De vraag van de onzijdigheid van Nederland zal zeker ooit besproken worden. Betreffende de deelneming van den Heili gen Stoel aan de conferentie is nog niets be slist., maar zij is n;et waarschijnlijk Duitschland. Wij laten nog eenige perioden volgen uit de rede van vorst Bülow, tot aanvulling van het daarover opgenomen telegram en om de strekking van het betoog beter te doen be grijp:». Met aanhaling van het woord van Goethe: „Wat is uw plicht? De eisoh van dec dag", zeide de rijkskanselier: Een rijksdag, wiens meerderheid in natio nale vragen ons niet in den steek laat, dat is de eisch van den dag. Wie deze overtui ging is toegestaan, die volge haar en wachte niet op waardeering en beloften voor de toe komst, maar zij mans genoeg zich zelf te doen gelden. Het centrum is ook in den tijd, toen het den doorslag gaf in den rijksdag, gebleven wat het altijd waseene onberekenbare partij. Het. komt op voor aristocratische en democratische, reactionaire en liberale, ui- tramontaansche en nationale eischen. Slechte ééne politieke richting is niet vertegenwoor digd de sociaal-democratische. Des te op vallender is het-, dat het centrum de aan godsdienst en staat vijandige partij der sociaal-democratie bevordert. Hoe vader landslievende katholieken daarover denken, bewijst het Dusseldorfsche manifest. De Duitsche politiek mag niet tot speelbal van de belangen eener fractie gemaakt worden, die van haar godsdienstig en confessioneel standpunt uit de sociaal-democratie ten scherpste zou moeten bestrijden, maar haar niettemin oin tauctische redenen tot invloed brengt in de levensvragen der natie. De sociaal-democratische partij heeft in positieven zin niets tot stand gebracht. Waar zich in hare rijen geneigdheid toont tot medewerking aan positieve hervormin gen, daar tracht het despotisme, de revo lutionaire overmoed van de leiders die te verstikken Hoe lang zal die slavernij van millioenen Duiteche arbeiders nog duren? Het zou een geluk zijn, wanneer eindelijk deze tcoverring losser werd, wanneer de Duiteche arbeiders meer en meer inzagen, dat de sociaal-democratie de belangen van den arbeid slecht vertegenwoordigt, omdat zij zelf geen positieven arbeid verricht, wan neer inzonderheid het groote aantal meeflöo- pers zich er van bewust werd, dat de tegen woordige toestand van orde en wet, van con- stitutioneele vrijheid en stijgenden welstand, van zorg voor de armen en noodlijdenden in ieder geval beter is dan de ruwe dwang, zon der welken de verwezenlijking en het. be staan van communistische toekomstutopieën niet denkbaar zou zijn. Te streven naar volkswelvaart beschouw ik als plicht van den staat. De sociale hervormingen zullen, hoop ik, ondanks den niete dan verguizing tot stand brengenden tegenstand van de sociaal democratische partij, niet stil staan. Mijne heeren, gij zult niet zonder tot nadenken gestemd te zijn, waargenomen heb ben welke verwachtingen het Duitschland slecht gezinde deel van de buitenlandische pers put uit de Duiteche verkiezingsbeweging. De Duiteche Keizei*, de verbondon regoorin- gen moeten in deze verkiezingen een les krij gen. Alle goede wenschen vergezellen do sociaal-democratie en het centrum in den verkiezingsveldtocht. Het- is alsof men voor mogelijk hield, dat het volk der denkers en dichters weer zal vervallen in de vroegere tijden van politieke verdeeldheid en on macht. In ieder geval heerscht de overtui ging, dat elke overwinning der oppositie van 13 December de ontplooiing der nationale krachten van het Duiteche volk, van Duil- sehen ondernemingszin en Duitechen geest zal belemmeren en beletten. Zulke stemmen drin gen uit landen en volken tot ons door, die zelf bewonderenswaardige voorbeelden van stoïsche gelijkmoedigheid en heldhaftige offervaardigheid in 't volhouden van groote koloniale oorlogen hebben gegeven. Het is ook duidelijk, dat inderdaad de in het bui tenland gehoopte beslissing van de Duitsche kiezers ter. gunste van de internationale so ciaal- democratie en van het fractie-egoisme eene benadeeling van het aanzien en een in gevaar brengen van den vrede van het Duiteche volk zou beteekenen Na eene dankbetuiging aan de vertegen woordigers van wetenschap en kunst voor de gedane uitnoo-diging om in hun midden zijne denkbeelden te ontvouwen, van wie hij getuigde, dat zij hot best bevoegd waren om in dienst van den politioken eisch van den dag het oude Duitsche noodlot van den partijgeest en den fractietwist tegen te wer ken en her geloof te helpen wegruimen, dat de Duitschers weer enkel een volk van den kers, dichters en droomers worden en niet ook eene groote, vreedzaam strevende en in moeielijko tijden eensgezinde en dappere natie zouden kunnen blijven, eindigde vorst Bülow aldus: Mogen, gelijk gij hier, alle nationale elementen van de conservatieve rechterzijde tot de vrijzinnige linkerzijde zonder aanzien der religie bij de verkiezin gen hunne bijzondere belangen achterstellen bij den nationaloD plicht. Op de vraagWanneer is de oorlog in Zuidwest-Afrika ten einde? antwoordt de re gee ring in de Nordd. Alljg. Ztg. De toestand is op verblijdende wijze ver beterd. De belangrijikste tegenstander hei fr. zich onderworpen. De verwachting van de regeering en van den aanvoerder der troe pen heeft zich bevestigd. Reeds nu is tot eene verdere vermindering van de troepen macht met 600 man beneden het voor April geraamde getal van 8000 man, besloten en het laat zich aanzien, dat voor het dienstjaar 1907 reeds kan worden gerekend op eene ver dere aanmerkelijke vermindering. De regee ring zal haar woord gestand doen Intus- sohen is ook thans nog eene zekere voor zichtigheid in de vermindering van de troe pensterkte geboden. Nog staan verscheidene benden, bovenal de Franzmann-Hottentot- ten onder Simon Copper, tegen ons in het veld, het groote getal van de in Kaapland geïnterneerden zal terugkeeren, het bren gen van het geheele gebied in beveiligden toestand eisaht nog geruimen tijd, cn op flikkeren van den opstand hier en daar is niet geheel uitgesloten en moet, wannee. het voorkomt, terstond onderdrukt worden Er zijn nog te veel onzekere elementen in nol grensgebied aanwezig, die bij het voordu ren van den oorlogstoestand een groot be lang hebben en de opstandelingen tot den strijd aansporen Slechts naar mate van de omstandigheden zal daarom stap voor stap de troepenmacht verminderd kunnen wor den. Eene vermindering tot 2500 man is echter ook nu nog voor de regeering aanne melijk. BulgarljB. De minisiei van onderwijs Sohiscbmanow, heeft zijn ontslag genomen wegens eene so cialistische manifestatie van studenten bij do opening van den nationalen schouwburg. De schuld van de ontwikkeling van het socia lisme onder de studenten wordt aan zijn be leid toegeschreven. Aan de Voasische Ztg. wordt uit Sofia bericht, dat de regeering ten gevolge van de jongste incidenten zeer zenuwachtig is. Er is bevel gegeven tot het ontslag van vele politie-amibtenarenMen wil door een strenger optreden van de politie althans publiek schandaal voorkomen. Als eigenlijke oorzaak van het kwaad wordt de al te groote vrijheid beschouwd, die aan de studenten to'" dusver gelaten is, en dit meent men te kunnen tegengaan door beperking van de zelfstandigheid der universiteit en door aanste'ling van Europeesche professo ren. Om voor het reinigingsproces, dat is voor genomen, zich de gelegenheid te verschaffen, heeft de regeering de universiteit voor eeu half jaar gesloten en aan alle professoren ontslag verleend. D© rector heeft de sleutels van het universiteitsgebouw niet dan onder protest aar den regeeringscomm issaris afge staan de academische senaat heeft zich bij dit- protest aangesloten en het- besluit der regering onwettig verklaard. Rusland. Admiraal Alexejew, de beruchte voorma lige stadhouder van het uiterste oosten, komt in aanmerking als chef van het te her vormen departement van marine. Minister van oorlog ca' generaal Harenkampf en ohef van den gereralen staf generaal Poliwanow Uit het door de commissie tot onderzoek van de graanleverantiën van Lidwall blijkt, da1- de adjunct-minister Goerko de levering van 10 millioen poed rogge heeft opgedrar gen aan de firma Lidwall, zonder vooraf in- xonnatiëu over haar te hebben ingewonnen. Zooals nu gebleken is, is deze firma eene naamlooze vennootschap met een kapitaal van slechts 1500 roebel. In het door Goerko bekrachtigde verdrag met Lidwall worden duidelijkheid, omzichtigheid en inachtne ming van de belangen van de staatskas ge mist; afspraken van beteekenis zijn niet schriftelijk opgemaakt. Goerko's eerste mede werker, d" referendaris Litwinow, wordt be schuldigd met de grootste nalatigheid te hebben gehandeld bij 't opstellen van het verdrag van Lidwall. Tegen de gouvernour van Nishni Nowgorod, baron Fredericks, en eenige aan dezen ondergeschikte ambtenaren wordt de aanklacht gedaan., dat hij met Lid wall een contract- over de levering van 500,000 poed rogge gesloten en hein een voor schot van 75,000 roebel verleend hebben, zonder zich vooraf te hebben vergewist, dat de firma in staat zou zijn rare verplichtingen na te komen. In de verklaringen, die Goerko voor de commissie heeft afgelegd, verklaarde hij, dat zijne keuzo bij het toestaan van de leverantie op Lidwall is gevallen, omdat de aanbiedin- Een verhaal van de OtUrlide Pastorie 19 Uit het Deensch door BET8T BAKKER—NORT. Oom Dtaan greep haar bij- de schouders eu tilde haar op over de blauwe lavendel „We willen naar de heide!" stelde de schilder voor, „ik wil' de heide eens in Zon- diags-stemming zien." „O, nee," verzocht Vbrrae. „Op dè heide is het eiken dag Zoudlag. De stilte en de plechtigheid zijn dlaar 's Maandlags even groot- als op een. feestdiag. Nu blijven we bij tante Thea en haar graven. Ze is altijd zoo gelukkig, als er menschen bij baar zijn, die vriendelijk tegen haar zijn, zelfs al zegt ze niete." „Nee," verklaarde hij beslist, „nu til ik u boven de blauwe lavendel der dooden e>n draag u in het roode headerijk der leven den." Zij wilde ziich verzetten maar hij dlroeg haar reecL op zijn arm. „Wanneer de houtvester het .mag dan mag ik het t-och zeker ook wel Oom Daan -lachte, terwijl hij de asch uit zijn korte pijp klopte. Tante Thea zat op een graf uit te rusten met gevouwen handen en den gieter aan haar voeten. „Zie!" riep de vreemde, terwijl hij zoo met haar -liep, „dit beeld wil ik schilderen 'als ilk thuis weer tot rust kom; een man, die een jonge vrouw over een kerkhof draagt. E/n zij moet lachen en haar armen vast om zijn hals leggen„Jeugd" zal het lieeten Jeugd, die over de dboden stapt-, en zelf vooruit wil!" „Is de jeugd zoo ruw?" vroeg Vbnne ernstig, -terwijl zij zich bij heb hek vtan het kerkhof van zijn arm liet glijden, „dam zou ik wenschen, dat- ik een kind was ge bleven." „Ja," zei hij, ,,dè jeugd is ruw, maar overigens tradi ik toch slechts over de dooden op -de levenden trapt men niet, hoe oud ze ook zijn. Hoe ouder ze worden, hoe eerbiediger men hen voorbij moet gaan. Men kan zich niet 'diep genoeg buigen voor de smart-, die b.v. im het oude gezicht van tante Thea runen heeft gegriflt." Vonne keek verwonderd: naar hem' op. Zoo had ze hem nog niet gezien, nooit had1 ze1 gedacht, dat zijn gedachten zulke diepe we gen betraden, dat ze tante Thea's ziel door den bevenden mond en de scliuiwe oogen konden vinden. „Vertel mij eensik hoop niet, dat u het vreemd! vindt, dat ik het u vraag maar hoe 'heet u eigenlijk? Ik heb dat giste reu niet gloed' verstaan in dë vestibule van LynighoTt. „Troels ForumOnder kameraden alge meen Petit Chinois" genaamd. Ik kreeg dien naam op een studiereis in Montmartre. Niet waar dien naam. past. wel? M'n schuine oogen, m'n gele huid en het pik zwarte haarde jukbeenderen zijn oak niet volkomen zuiver ze ziju een streepje over het normale ,,Le petiit Ohinois" past niet?" Ze keek hem aan. „Ik weet het niet, ik heb er nog niet over nagedacht. Heeft u geem zusters of "broers?" ,,Ja, ik heb een broermaar hij is dokter. U vraagt zoo grappig, juffrouw Vonne, zonder woorden," vervolgde hij na een poosje, „uw heel© kleine persoon vraagt miij, wat dat „maar" moet beteekenen. Ja ik zal' het u zeggenik haat dat. ras. Van» het ©ogenblik, dlaib mijn broer dokter werd, heb ik niete meer met hem tte malken gehad. Ja zeker is het hier Zondag op de heide" hij bleef staan en keek om. zich heen. „Indien ik jarenlang gereisd had zonder eeu vermoeden -te hebben van tijd) of datum en plotseling in de heide stond dan zou ik aan me zelf voelen, dat het buiten, feest dag was." Zie gingen op die lielling, zitten, die steil naar het Lidemeer overboogplotseling hief hij ziju hoofd op en wees verrast in de verte. Daar, een eindje vóór hen, was het of een open plek dicht bedekt was met grauwe stoe- neai „die steenhoop' heeft daar eerst niet gelegen, waar is die vandaan gekomen?" „Dat zijn pluvieren, zei ze stil. Plotseling verhieven de steeweu zich ze spreidden de vleugels uit slechts een ©ogenblik toonden ze duidelijk, dat ze vo gels w-a-ren toen werden ze een grauwe wolk, die zich vereenigde met- de andere zware wolken aan den hemel, terwijl de echo van eon langen, klagendon kreet tus sehen de heuvels wegstierf. Vonne kijkt hen lang na en zucht. De vreemde ziet haar aan, zoodat Vonne wed glimlachen moet. ,,U kan ook vragen zonder woorden Hij knifct. „Ze zijn met zoo velen zegt ze, stil ver klarend ..En zijn zoo vele eenzame menschen hier," vervolgde ze even daarna „zoo vreeselijk veel. De heide bestaat uit duizen- de heidestruikjes, de vdsschen glijden in. dichte scholen door het Lidemeer, en de vogels vliegen in scharen, zelfs de droef geestige pluvieren liggen in eeu dichte mas sa op de open- heide. Alleen de mensch is eenzaam, te midden van 'tgekrioel van let leven Maar u zou me nog vertellen, waarom u (Loktoren haat," viel zij zich zelf in. de rede. „Ja," beloofde hij. „Nu zal ik u dat ver- tellen. U moet weten, juffrouw Vonne, dat I ik oen oude moeder heb gehad, die eenige jaren geleden ■gestorven is. Wanneer men zoo gelukkig is geweest-, iemand dien naam te kunnen geven, behoef ik u zeker niet te vertellen, dat ik degene, die dien naam j droeg, boven alles in de wereld liefhad. Ik had oen oude moeder, juffrouw Vonne, die jarenlang aan -haar stoel geketend was, haar handen waren gebonden, niet van ouderdom, maar van pi ju, era haar rug was dieper gebogen dan die van tante Thea. Toch) was het '.niet 'tgewicht van de jaren, dat haar drukte, maar verzuimde verple ging, en de ruwheid der jeugd, die niet op dooden, maar op levenden treedt." Hij zweeg, de zon scheen op zijn gelige hugaf die een warmen glans en viel op zijn oogen, de bruine pupillen verguldend. „Vertel verder'" verzocht ze en legde haar hand op zijn arm. En hij vertelde. „I-k 'ben uit een arm geaaa," begon hij', „in armoede ben ik geboren en opgevoed. Mijn vroegste herinneringen gaan tot aan mijn vijfde jaar. Wij woonden op een zolder verdieping, mijn ouders en ikmijn broer was acht jaar, toen dat gebeurde, wat; ik nu zal vertellen. Ik had' de mazelen, 'k was ziek en koort sig. Naast de kamer waar ik lag, was een klein nommelkamertje. Ik horiner mijl nog duidelijk de plank met twee kruikje» met flierbessoi.sap, die moeder elk jaar maakte van de bessen, geplukt van den vlierboom op grcotmoeders's graf. Het was op een laten avond, ik Lag in koorts, toen moeder zonder licht op de lad der kroop, die t-egen de plank stond, om 't vruchtensap voor mij te krijgen. Ze strui kelde, kou. geen houvast- vinden, en stortto van de bovenste trede op den vloer, tussehen oud: ijzer en (gebroken stoelen. Vader droeg haar naar binnen en legdle haar op 'bed'. Zij klaagde onophoudelijk over pijn. Vader wist geen raad. Wij waren in een ziekenfonds, het ziekenfonds van de armen, waarvoor de dokter alleen in hoogst nood zakelijke gevallen, en liefst niet, wanneer het. uitgesteld kon wordënin den nacht ge haald mocht, worden. Ik herinner mij raogi, hoe moeder jammer de- en' voor den eersten keer zag ik vadler schreden „Ik moet gaan," zei hij. „Ik kan je niet zien lijden zonder hulp." En hij ging. een tijd' later kwam hij al leen. terug. Wordt ervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1