M ar\ «as. 9" Jaargang. Vrijdag 15 Februari 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Ptr 8 maanden roor Amenrftortf 1.85. Idem fame* per poet1.75. Afconderl$ke nummers0.05. Dexe Oourant rewchynt Dagel|ks, met mtiondering ran Zon- ea Feestdagen. Adrartentiln, medsdsalingen en*., gelieve men r66r 10 aim morgen* b| de Uitgorers in te eenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utreehtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—5 regenf 0.79. Elke regel meer- O.I5. Groote letters naar plaats ruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adrorteeren in dit Bkd bij abonnement. Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De Engelsche Troonrede. Van de rede waarmee Koning Edrward VII Dinsdag het Engelsche parlement heeft geopend, zijn door Reuter de hoofdzaken geseind. Nu de géheele inhoud daarvan be kend is, wenschen wij daar met enkele woor den nog even op terug te komen. Zij begint met de geruststellende vérklai ring dat de betrekkingen met de vreemde mogendheden van vriendschappelijken aard zijn. In dat opzicht is er dus reden tot tevre denheid en is de toestandl beter dan verle den jaar, toen. de Marokko-wolk den polifcie- ken horizon van Europa verduisterde. Onmiddellijk daarop werd door den Ko ning herinnerd aan de ramp, die de kolonie Jamaica getroffen heeft. Na zijn deelneming te hebben uitgesproken over het verlies van menschen levens en de materieele schade ver klaarde hij met voldoening te hebben gezien dat de gouverneur en de ambtenaren het be wijs hebben geleverd van moed en toewij ding. *ok erkende de Koning met groote dankbaarheid de sympathie, betoond door het volk der Vereen igde Staten en de spoe dige hulp die door hunne maritieme autori teiten 'bewezen was. Toen Koning Edward dezen passus voor las, richtte hij zich duicielijk merkbaar naar den kant, waar de Amerikaansche gezant ge zeten was en knikte hij met heb hoofd in diens ri'chting. Deze woorden halden dan ook een grootere beteeken is dan alleen een uiting van het mensohelijke gevoel van dank baarheid. Men zal zich herinneren dat juist die spoedige hulpverleenii. j door den com mandant van het Amerikaansche eskader dat bij; Kingston lag tot een onaangenaam con flict aanleiding heeft gegeven tusschen den gouverneur van Jamaica en den Amerikaan- scheu vlootvoogd. De laatste had' mariniers aan wal gezet om de orde mede te helpen handhaven. De gou verneur had echter den admiraal beleefd ver zocht om zijn mannen maar weer aan boord terug te roepen, omdat hij het alleen best af kon. Deze, boos geworden, riep niet al leen zijn mannen terug, maar lichtte boven dien het anker en stoomde weg. Het werd aanvankelijk in Ainerika zelf nog al hoog opgenomen en de zending van levensmidde len en andere voorraden, werd zelfs onder den eersten indruk der ondergane onhoffe lijkheid vertraagd. Gelukkig echter in deze omstandigheden is alzoo gebleken dat misverstand aan de eene, en lichtgeraaktheid aan de andere zijde aanleiding waren geweest tot heb on aangename incident, en de woorden des Ko- nings hébben bewezen dat de herinnering daaraan uitgewischt moet worden en dat de onaangename naklank is weggestorven. Toen in de 's namiddags gehouden bijeen komst van het Lagerhuis de Speaker de •troonrede nog eens voorlas, werd deze zin snede over de Amerikaansche hulp luide toegejuicht. De politieke 'beteekenis van het bezoek van den Emir van Afghanistan aan Engelsch- Indië werd behoorlijk onderstreept. Toch ligt ook daarin niet de belangrijkheid van dé troonrede. Het meest interessante was natuurlijk het gedeelte dat betrekking had op de ongelukkige geschillen", die gekozen zijn tusschen de beide Huizen. In de troonrede zelf werd' daarover niet veel gezegd. „Mijne ministers houden zich op_ dit oogenblik bezig met dat belang rijke onderwerp, om een oplossing voor die moeielijkheid te vinden." Van welken aard die oplossing zou zijn, daaromtrent bevatte dé troonrede niels. Bij de discussies in het Lagerhuis over het adres van antwoord, is de premier, Sir Henry Campbell Bannermann, iets uitvoe riger geweest, over dit punt. Balfour, als leider der oppositie, opende het débat over die quaestie en verklaarde te hopen, dat de regeering die zaak grondlig zou bestudeeren en er weinig over zou spre ken Den procureur-generaal Walton, die zich tijdens het reces zeer scherp over het Hoogerhuis had uitgelaten, noemde hij een vermomden Robespierre, en hij achtte het voorts onmogelijk, dat het Hoogerhuis niet somtijds van meening zou kunnen verschil len met het Lagerhuis. Sir Henry antwoordde, dat de quaesitie tusschen de beide Huizen geregeld moest warden. Do tegenwoordige toestand was ge vaarlijk en demorailaseerend. Een wijziging in de betrekkingen tusschen Hooger- en La gerhuis was daarom noodzakelijk, ten einde met de gewenschte harmonie de vervulling van de wenschen van het volk mogelijk te maken. Het vraagstuk, dat opgelost moet worden, zou echter geen betrekking hebben op de samenstelling van het Huis der Lords, die onverschillig is. Wel echter oip de verhoudingen tusschen de beide Huizen. Hij herinnerde er verder aan, dat het Hooger huis twee belangrijke wetsontwerpen, die uit drukking waren van den volkswil (nl. de Onderwijswet en de Wet tot afschaffing van her meervoudige stemrecht) had verworpen. Die houding noemde de premier nieuw. Se dert twee jaar had het Hoogerhuis de ge woonte gehad om zich .kalm neer te leggen 'bij alles wat de regeering voorstelde. Maar nu was opeens de waakhond, die zoo lang geslapen had, ontwaakt en was hij aange grepen door een plotselinge» aanval van woede. Die boosaardigheid, volgende op een tijdperk van slaperigheid is echter onduld baar en toonde aan, dat er eenige gebréken zijn in de Grondwet. Iedereen zou het er over eens zijn, dat er dus aanleiding voor was om dé Grondwet in 's lands belang te wijzigen. Over den aard der voor te stellen wijzi gingen liet ook die premier zich niet verder uit. Men mag echter wel aannemen, dat de be perking van de macht van het Hoogerhuis daarin zal .bestaan, dat zijn „veto" slechts een opschortend karakter zal krijgen en ^een beslissend meer, zoodat,, indien een wetsont werp bij herhaling door het direct gekozen Lagerhuis zal zijn aangenomen, het na goed keuring door den Koning wet, zal kunnen worden, ook zonder dat het- Hoogerhuis er zijn zegel aan heeft gehecht. Om thans weer tot de troonrede terug te keeren, heeft liet-, in verband met het boven staande, een vreemden indruk gemaakt., dat er van de twee onderwerpen, d'ie het Con flict hébben veroorzaakt, in dé troonrede geen melding is gemaakt. Noch de onder wijswet, noch de wet tot afschaffing van het meervoudige stemrecht zijn daarin ge noemd als te zullen uitmaken een onderwerp van beraadslaging. Intusschen blijft de re geering natuurlijk vrij om ze, ook zorader dat ze in de troonrede genoemd zijn, op nieuw in te dienen. Wat verder van veel beteekenis is, was de aankondiging van de verdere uitbreiding van de zelfstandigheid van Ierland in de inwendige 'bestuursaangelegenheden. Het is geen „Home Rule" zooals Gladstone die voorstond. De opperhoogheid vau liet Par lement van het Yereenigde Koninkrijk aal blijven gehandhaafd. Home rule, zooals de Ieren zich die wenschen,, met een eigen par lement en een eigen verantwoordtelijk uitvoe rend gezag, is voorloopig nog iets onbereik baars. Yele liberalen zijn daartegen. Dat de Ieren met den voorgestélden maatregel niet tevreden zullen zijn, ligt voor do hand en John Redmond gaf dat in het Lagerhuis al dadelijk te kennen. Zou de aankondiging van do instelling van een (katholieke) Iersche hoogeschiool wellicht als pleister op de won de beschouwd moeten worden? Van de verdere aangekondigde wetsont werpen is dat tot instelling van een Hof voor hooger beroep in strafzaken zeker wel een der belangrijkste. De betreurenswaardige rechter lijke dwaling in het geval-Beck, die bewezen is en de zeer waarschijnlijke rechterlijke dwaling in de zaak-Edalji, die men nog hoopt te bewijzen, hebben de noodzakelijk heid daarvan ten duidelijkste aangetoond. Duitschland. Keizer Wilhelm zal in het voorjaar zijn gewone zeereis maken, maar het is nog niet uitgemaakt of hij naar de Middellandsche zee zal gaan. Indien hij daartoe besluit, en men weet dat hij daarvoor een voorkeur heeft, zal hij waarschijnlijk tevens het be zoek, dat de Koning van Spanje te Berlijn gebracht heeft, beantwoorden. Dc Bulgaarsche minister van buitenlaud- scha zaken Stanciof is Maandag te Berlijn aangekomen. Hij heeft Dinsdag bij den Duit- schen minister van buitenlandsclie zaken von Tschirschky gedejeuneerd en zal zoowél door den rijkskanselier als door den Keizer in audiëntie worden ontvangen. Op het bericht, dat D'uitschers concessie hadden gekregen voor een spoorweg in Ma rokko van Tanger naar Larasj, heeft de Berlijnsche correspondent van de Matin zich naar het departement van buiten landsclie za ken begeven. Daar kreeg hij ten antwoord, dat men niets van de zaak wist, Duitschland zich strikt aan de besluiten van Algeciras zou houden en de regeering een dergelijke con cessie .-.an Duitsche onderdanen, niet zou toe laten. Frankrijk. Volgens een particulier telegTam uit Parijs aan de „Voss. Zeitung" liep daar ter stede Woensdag het gerucht, dat het ministerie zou aftreden. Eerst dacht men aan een beursman oeuvre, maar later bleek, dat ;n welingelichte kringen de indruk bleef heer- schen, dat tusschen den minister-president Clemenceau en minister Briand ernstig ver schil van meening heersoht over de meerde re of mindere tegemoetkomendheid, die de regeering in zake de overeenkomsten met de bisschoppen over het vruchtgebruik der ker ken zal betoonen. Clemenceau schijnt den heer Briand niet meer te willen steunen, daar deze zich al te meegaande betoont, ter wijl het ministerie geheel op de hand van dezen laatste is. Parijs, Ik Febr. Na de algemeene bespre king over het wetsontwerp op de openbare bijeenkomsten gaat men over tot de arti- kelsgewijze behandeling. Het eerste gedeel te van art. 1 wordt aangenomen met 168 .stemmen tegen 128 en het overige gedeelte wordt daarop door den Senaat naar de com missie verzonden. Engeland. Londen, Ik Frbr. In het Lageriiuis heeft de heer Birrell, minister voor Ierland, uit drukkelijk verklaard een wetsontwerp te zullen indienen op de instelling van een Iersckeu Raad. Dit. bevestigt het reeds sinds langen tijd loopende gerucht, dat do regee ring zich voorstelt een Iersche vertegenwoor diging in het leven te roepen met zokere administratieve bevoegdheden. Hen onderstelt, dat de verhouding van de gekozen elementen in die veretgenwoor- diging tot die van de benoemde, en eveneons de zaken over welke de financdeele con trole zal loopen thans bij de regeering een punt van behandeling uitmaken. Londen, lk Febr. Yan gezaghebbende zijde wordt medegedeeld, dat admiraal Beresford reeds in September voorwaardelijk het bevel over de Kanaalvloot had aangenomen en dat er sedert dien tijd besprekingen zijn gehou den met de admiraliteit over de sterkte van de vloot. De meeningsversdhillen zijn thans op bevredigende wijze uit- den weg geruimd. Admiraal Beresford heeft nooit werkelijk het commando geweigerd. De sterkte van de vloot 'blijft, numeriek zooals ze is voorgesteld, maar zal toch grooter zijn dan toen ze van admiraal Wilson werd overgenomen. Boven dien zal op bepaalde tijdstippen de home- vloot gecombineerd worden met- de Kan aal - vloot onder bevel van admiraal Beresford. De gisteren gedane mededeeldngen berus ten vermoedelijk op den toestand tijdens een vroegere periode der onderhandelinigon Rusland. Ec liberale pers te St. Petersburg begroot mei geestdrift de overwinning, die de con stitutioneel-democraten Maandag in tal van plaatsen in Rusland heeft behaald. Vooral he^ succes der cadetten te Moocou is verbluf fend geweest. Hol blad Strana, dat onlangs geconfis- keerd is geworden, en thans verschijnt, ander den naam van Telegraaf, zegt van deze over winning, dat zij een volledige breuk vormt mot her verleden en 'met het bureaucratische bestuur, dat gedwongen door den druk van he: Russische volk, noodzakelijk zal moeten wijken. Het vo'k, dat eindelijk zijn kracht voelt, beweert zelf zijn lotgevallen te willen besturen, onder eon erfelijk Keizer, wiens bescherming zich uitstrekt over de algemee ne belangen, zoowel als over de particuliere bélangen. De Rjetech noemt do overwinning te Moa- cou een tweede Tsoesjima voor de almacht der Russische bureaucratie. De Rouss wekt het Russische volk op ora al zijn krachten te vereenigen, opdat de nieuwe Doema sterk zal zijn 011 gezag zal hebben om zijn taak te vervullen. In Odessa werden in het begin dezer maand vier personen door den „veidkrijgs- Taad" ter dood veroordeeld, welk vonnis onmiddellijk ten uitvoer werd gebracht. Nadat dit had plaats gehad bleek dat de ter dood gebrachten onschuldig waren. Het waren noch revolutionairen, noch roo- vers. Hunne eenige schuld bestond daarin, dat zij getracht hadden te vluchten uit een huis dat door de politie beschoten werd. Zij waren ongewapend en uit niets bleek dat zij behoorden tot een revolutionaire partij. Zij behoorden tot geen enkele partij maar desniettemin heeft de krijgsraad hen schul dig verklaard aan moord op een politie agent en hen deswege ter dood veroordeeld. Sterk steekt daarbij af het feit, dat een gewapende bende reed:; maandenlang de stra ten van Odessa onveilig maakt on de vreed zame burgers op de brutaalste wijze mis handelt en berooft, zonder datdeze bende door de anders zoo kranige politie van Odessa kan worden gepakt en voor den krijgsraad worden gebracht. Deze bende vindt tijd en ongestoorde ge legenheid do lieden op straat, vooral wan neer dat joden zijn, te fouilkeren en met gummi-stokken af to ranselen De al weten- do politie merkt daar niets van, hoort hot wanhopige hulpgeschreeuw der ongelukkige slachtoffers niet en is niet in -staat doz© mis dadige bende, die in de drukste straten der stad haar streken uithaalt, op hot spoor te komen. De politie heeft op niemand ver denking en heeft nog niemand gearresteerd die in betrekking staat tot doz* bende. Dat moge raadselachtig zijn maar toch is er niets geheimzinnigs in de zaak. De ver klaring ligt daarin dat al deze ongehoorde geweldplegingen worden bedreven door do leden van den beruchten „Bond van heb Russische volk" en dat aan het hoofd van. het bestuur van Odessa een man staat, die het met het optreden van den Bond geheel eens is. Die man is generaal Koulbars, die dat alles maar toelaat, zonder er iets tegen t«, doen, Odessa is trouwens niet de eenige stad waar het zoo toegaat. Het stadje Alex an - drowsk in het gouvernement Jekaterinoslaw stookt Odessa in dit opzicht naar do kroon. Daar heerscht als een kleine Kaulbars de ritmeester der gendarmerie Budagowski, die zich reeds vroeger beroemd gemaakt heeft door de organisatie van een groot program in Alexandre wsk. Hij heeft er zoo den schrik onder dat op den dag der verkiezingen geen jood zich uit zijn huis durfde wagen, het geen tengevolge had dat enkel kiesmannen, bchoorende tot den Bond van het Russische volk, gekozen werden. De Russische „Korrospondenz" doet me- dedeelingen over afschuwelijke folteringen, die politieke gevangenen in de gevangenis to Riga moeten hebben ondergaanHet Had be richt daarbijdat ook „landgoedbezitters en baronnen" aan die folteringen deelnemen. Op 29 November, toen de pijnigingen bijzonder wreed wa.reu, was baron Raden daarbij te genwoordig. en het blad is in staat om meer dere namen te kunnen noemen. De Russische revolutionair Tscherniak, wegens deelneming aan eene samenzwering in Rusland, in Zweden aangehouden, doch daarna door de Zweedsche regeering in vrij heid gestéld, omdat, de Russische regeering de voor de uitlevering gestelde voorwaarden niet wilde inwilligen, is aan boord van do „Olaf Wyk" van Göteborg naat Antwerpen, met nog vier andere passagiers der eerste klasse, door vergiftige gaeseu, veroorzaakt door de lading, die voor een groot deel uit lucifers bestond, overleden. |£tot verhaal tan de Osterlide Pastorie 37 Uit hst Deemoh door BETSY BAKKER—NORT. Eiken dag, dié verliep, had dit verlangen haar om vrede gesmeekt, haar verscheiden keeren de pen in de hand gedreven maar dap was dé liefde tot haar vader stil komen aansluipen, en had haar zoo diep bedroefd in de oogen gestaard. „Hoe kan je?" had die gefluisterd „hoe kan je je handen in die van een vreem de 'leggen, nog vóór zijm handen koud in 't graf zijn? Hoe kan je liet geluk in twee vreemde oogen zoeken, in hetzelfde uur, dat het licht in de zijne is uitgedoofd van hem, die im de lange kinderjaren je levens vreugde, je eenige vriend was? Als hij' je nu kon zien., zou hij, dan niet. dénken, dat het. Laatste levensjaar, dat God hem schonk, voor jou een uitstel was van de vervulling van je geheimste wenschen zou hiji dan nieb •lijden door hetgeen zijn zieleoog aanschouw de?" En ze had de pen weer neergelegd, en was naar moeders kamertje gegaan. En ze had plaats genomen in den leunstoel bij. het raam, waar moeder hare warme kussen op he1 hoofd van het kindje geademd had, en waar dé dood zijn' koude lippen op vaders mond, en zijn sterke handen in de zijne had gedrukt. Ze had de oogen gesloten en gedroomd, dat zij. het kind was, dat op moeders schoot. Lag te sluimeren onder de zaolite liefkoozin- gcn. Maar op een avond! was ze onder het. een tonige gekraak van den stoel i nslaap geval len en had ze een vreemden droom gehad!. Ze droomde dat ze liep aan liet. Lddemeor de wind kwam met koude rukken uit de kloven, het water 'bruiste diep onder haar en ao nacht was nabij. In het witte lichtschijnsel zag Von-ne, dat aan den anderen oever eon man lag uitge strekt, dicht bij het meer, zwaar leunend op zijn eenen arm, terwijl zijn blik smartelijk zoekend over het water gleed', als een boot aie van land gestooten wordt, maar aan een steen op hét strand vastgemaakt, is, zoodlat zc nooit verder komt. Zijn zand-grauwe kiel werd door eeoi gor del van steenen vastgehouden, en was om boord met. schuimwiltle zoomenmaar zijn oogen waren donker en zwaar als de nacht over de heide, en om zijn mond' waren smar telijke, diepe groeven Hij opende zijn lippen met. ctm geluid, dat kionik als de kreet, der trekvogels, wanneer ze in dén herfst over het meer vliegen.. Op hetzelfde oogenblik verhief een der golven zich, al hooger en hooger, en VoUme zag. dat het een vrouw was met groene, diepe oogen, waarin al de sprookjes der zee als levende droomen in te lezen waren. Ze haa een Vochtige 11, grooten diep-rooden mond, waaruit de lach onophoudelijk ge dempt parelde als eeni stroompje in 'f zand. Haar kleed was staalblauw en, glad' als een slangenhuidheur haar glansde in het licht, nu eens wit, stroom end als een beek in mane schijn, dan goudsprankelend als golven in dé Ze bereikte het strand, klauterde langs d'e witte steenen, en legde haar armen om zijn hals, diep blikkend in zijn diroeve oogen, die oe bange nachtdroomen der heide in hun «iepte verborgen. „Waarom kom je nooit?" fluisterde zij ,,'t is zoo keud buten:, zoo koud! Als jij komt, is het warm en goed!" Ein ze lachte met haar parelenden lach, en wiegde zijm zwaar, Steak lichaam heen en weer in haar tengere armen. „Tk kan immers niet'" klonk hot klagend uit zijn droeven mond! „je weet immers, Mereta, dat ik geketend ben Hot strand is gebonden, maar de golf vrij daarom moet- de golf bij: het. strand komen, .als ze elkaar wil ion ontmoetten." En weer verhief hij: zich op zijn, ellebogen, en toonde de zware ketens die déor groote onwrikbare steenen in het zand! vastgehouden werden „Och arme," fluisterde'zij, en oen oogen blik verstomde haar lach „ja, hoe kon ik dat zoo .lang vergeten'" eni zo 'boog haar gelaat, over hot zijne en haar sterke levens krachtige mond drukte zich zoo vast, en fee der op dén zijne, als wilde ze alle droevige verlangens uit de schaal varn zij,n lippen drinken en ze maakte zijn steenen gordel los en t rok hem verder maar de groote stee nen, opdat de kétenen hom niet zouden knellen. „Te laat, Mereta1" fluisterde hij en trachtte te glimlachen, „te Laat!" Maar ze slingerde haar lange, schui inlicht e haren over zijn, voorhoofd, zoo cl at de treu righeid zijnor oogen er door beschaduwd werd. en drukte zich tegen hem aan haar zonnig-blauw kleed lag als een doorzichtige sluier over zijn grauwe kiel met don zwaren steenen gordel. En ze glimlachte, zoodat haar tanden, wit en heidér als het pairlemoer der zee, lichtten. „Waarom kom je nu?" fluisterde hij', „al tijd heb ik je liefde toegedragenal eeuwen geleden, toen ik zelf een golf was gel ijk jij. Maar je vergat mij, Mereta,ik woohf-fe en wachtte, je beloofde te .roepen maar nooit, kwam je, Mereta, in dien, tijd toen ik nog vrij' was als jij, en wij elkaar omhelzen konden. Maar nu mijn ziel versteend, mijn omarming hard, mijn tranen opgedroogd en mijn handen gebonden zijn on zware ketenen mij vasthouden nu kom je en verlangt liefde. Te laat, Mereta, te laat Leg je hand op mijn hart, en voel, alles is steen, diep in mij. Slechts zoo, veel léven is over, dat ik het verlorene kan beweenen. Misschien wanneer je dé volgende maal komt, is ook dat steen geworden. Te laat, Mereta' te laat! De jonge vrouw gleed' langzaam terug, ze verborg het. gezicht, achter haar armen toen dook ze onder, en kwam weer boven, onkenbaar tusschen de oudere golven van het. meer. Maar de man met. zij.n ketenen zonk 'terug in hét zand' en een zucht, als de kreet der trekvogels over 't meer, klonk dbor de luohib. En zachter en zachter gleden de golven. Vorne meende op 't laatst, dat ze haar ja pon grepen en haar mee wilden trékken. Ze wilde roepen maar ze wiegden haar slechts heel zacht, in hun vochtige omhelzing een koude wind streek over haar gezicht op hetzelfde oogenblik ontwaakte ze. Daar zat ze in mama's ouden, stoel, en schommelde zoo zacht heen en weer, als had zij dien in den droom in beweging gezet. Het. raam stond open, een geurige, maar scherpe voorjaarslucht stroomde naar binnen. Maar plotseling werd zij zich don droom bewust, ze vloog op. Als het waar was' In dien hij had gewacht-, tot zijn hart versteend was, de tranen in zij.n oogen gedroogd! was hij .nu misschien al gebonden door stee nen, die hem drukten, en d'ie hij. niét meer af kon werpen?" En op hetzeflde oogenblik werd er een be- sluat in haar geboren. Al het. andere vergat ze, slechts dit wist ze, dat ze or dadelijk heen moest- gaan dodelijk, van avond nog. NÜet schrijven, niet roepono nee, zelf er heen gaan en haar hand op zijn hart leg gen om te voelen of het nog sloegzich dicht tegen hem aandrukken, zijn ketenen losma ken, en de steenen. van hem nemen, hoe zwaar ze ook waren. Niemand zou weten waar ze hoenging, slechts aan haar oude dienstbode wilde ze zeggen, dat ze naar tante Yvonne in Kopen hagen ging, waar zo later voor altijd zou wonen. Aan wien was ze anders rekenschap schuldig?" Dadelijk na vaders dood was oom Daan ge komen om haan- te halen, voor den. 'tijd tof. ze naar haar foute zou gaan. Maar Vonne had zich niet laten overreden. „Waarom wil je hier blijven, Vonne?" h«ad hij gevraagd, „alleen in die groote, ioege kamers, jij die altijd zoo bang voor eonzaamhejd was waarom wil je nu zelf alleen blijven?" Vonne had hem aangekekem. „Oom Daan vergeet, mijn herinneringen zei ze. „Nu héb ik -geleerd, dat indien men slechts één monsch im de wereld bemind heeft, men in werkelijkheid nooit «Heen kan zijn." Slot volgt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1