I*. 988.
Vrijdag 1 Maart 1907.
BUITENLAND.
De Kranige Chauffeur.
5-e J) mi »r« i jg.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden roor Amewfeort 1.25.
Idem franco per post
Afzonderlijke nsmmers0.05.
Deze Courant Terechgnt Dagel^ke, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
AdvertentiSn, mededeelingen en*., gelieve men vóór 10 nor
morgens bij de Uitgever* in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utreehtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEHTIÈS:
Van 15 regels0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De Duiteche rijksdag.
Het algemeen delbat in den rijksdag over
de Duitsölie rijkslhegrooting duurt nog altijid
voort D© wijtze, waarop de rijksdag is samen
gesteld, brengt dat mee. Alle fraétiën van
den rijksdag en men weet dat die er velen
zijn stellen er prijs op zióh in dit delbat
te doen boo ren. Maar hoe langer bet delbat
duurt, des te meer verflauwt de belangstel
ling. Men kan vedlag beweren, dat d'e vrijwel
was uitgeput na de beide eerste dagen, die
de met spanning verwachte afrekening brach
ten van den rijkskanselier met bet centrum
en de sociaal-democraten, de 'beide hoofdlbe-
standdee'len van de meerderheid, die ;n de
vergadering van 13 Decemlber de regieering
de door baar verlangde koloniale credieten
weigerde en. die nu tengevolge van die ont
binding minderlhedd geworden is.
Op dde beide dagen stond vorst Biilow mid
den in den strijd, en bij bleek strijdvaardi
ger te zijn dan ooit. Na den 5en April 1906,
toen do rijkskanselier in de zaal van den
rijksdag bewusteloos neerzakte, zijn er maan
den voorbijgegaan, waarin de geruchten niet
wilden verstommen, dat vorst Biilow een
ziekelijk man geworden was, die niet in staat
zou zijn op dien duur zijn ambt te blijven
vervullen. Indien er nog twijfelaars mochten
zijn overgebleven, die niet wilden gelooven
aan zijn volledig herstel, dan zijin zij door
de debatten van deze week.'bekeerd. Nog
nooit heeft de eerste staatsman van het
Duitsohe rijk flinker en klemmender gespro
ken dan bij deze debattennog nooit leverde
hij duidelijker bewijs, dat hij van plan is
zijn eigen weg te gaan bij liet sturen van
het sobip van staat en dat biji dit doet in
het volle bezit van zijne kracht.
Den eersten dag trok vorst Biilow van leer
tegen het centrum, den tweeden dag tegen
de sociaal-democratie. De meerderheid van
13 December bad hare beste woordvoerders
uitgekozen het centrum den heer Spahn, de
sociaal-demooraiten don heer Bebol. Maai" als
spreker toonde vorst Biilow za.dk tegen beiden
opgewassen, en wat hij zedde schonk de over
tuiging, dat inderdaad do richting een an
dere geworden is, waarin Voortaan het re-
geerinigsbeleid zal worden gevoerd. Dat het
voorhij is met den overwegenden invloed,
dien het centrum zoo lang heeft uitgeoefend,
dat het centrum heeft opgehouden regieerend©
partij te zijn, heeft vorst Biilow ondubbel
zinnig kenbaar gemaakt. Zoo duidelijk, dat
men hem niet kan misverstaan, gaf hij t©
kennen, dat het motief van d© ontbinding
was geweest, dat d© regeering niet langer
zich den druk van het centrum kon laten
welgevallen.
Aan Bebel hield vorst Biilow zijne
gebofte voor, op den partijdag der so
ciaal-democraten te Dresden afgelegd, dat
hij tot het einde van zijn leven de
dbodsvijiand van de burgerlijke maat
schappij zou blijven. De rijkskanselier
knoopte daaraan een betoog vast, dat, zoo
lang de sociaal-democratie principieel gekant
is tegen de monarchie, zoolang zij niet in
vrede wil leven met de bestaande orde in
staat en maatschappij, zoolang zij niet in
de eerste plaats op nationalen grondslag wil
staan, eene verzoening met die partij niet
mogelijk zal zijn. Maar, terwij|l hij den vori-
gen dag had betoogd, d'at de strijd tegen het
centrum niet beteefcende een strijd tegen het
katholicisme, legde hij er thans den nadruk
op, dat do strijd tegen de sociaal-democratie
niet was een strijd tegen de arbeiders. In
tegendeel, de regeering beschouwt het als
hare eerste en voornaamste taak het groote
werk der sociale wetgeving, dat reeds onder
de regeering van den eersten Keizer is aan
gevat, te verbeteren en te voltooien
Daarmee gaf vorst Btilow een onderdeel
aan van het programma van positieven ar
beid, dat hij zich voorstelt met dezen rijks
dag to verwezenlijken. Dat program luidt
ongeveer aldus: Homogene meerderheden
zijn bij de in den rijksdag bestaande ver
houdingen niet mogelijk. Dat belet echter
niet, dat conservatieven en liberalen tot
positieven arbeid zioh kunnen aaneensluiten.
Dat is de wensch van vorst Biilow. Hij wil
niet, zooals hij tot geruststelling van de rech
terzijde verklaarde, van een agrariër plotse
ling een vrijhandelaar worden. Hij wil de
economische politiek, die hij gevoerd heeft,
niet te niet doen, hij wil den landbouw
blijven beschermen, maar dat sluit niet uit,
dat hij ook rekening wil houden met de
wenschen van de burgerlijk© linkerzijde. Hij
denkt b.v. aan eene hervorming van het
recht van vereeniging en vergadering, aan
een© hervorming van het strafrecht en de
strafrechtsvordering, aan besparing ©n ver
eenvoudiging in do verschil lende diensttak
ken, ook bij het leger, aan verbetering van
de ambtenaarsorganisatie en verhooging van
d© ambtenaarstraktementen, en naast eene
krachtige voortzetting van de sociale politiek
verlangt hij ook eene verandering van de
beui-swet, die den lianüel de mededinging
op de internationale markt gemakkelijker
z maken. Dit waren enkele aanwijzigingen,
hce de rijkskanselier denkt met de nieuwe
meerderheid eene vruchtbare politiek te
kunnen voeren. Daarbij roemde hij den tijd,
waarin de liberale met den conservatieven
geest gepaard was, als het beste en vruoht-
dragendst© tijdperk op wetgevend gebied in
Duitschland. Hij oogstte hiermede, bet suc
ces, dat de vergadering niet karig was met
bijvalsbetuigingen. Misschien golden die in
de eerste plaats den boeienden spreker en
gevatten debater. Maar toch zeker ook den
staatsman, die ditmaal met een nadruk op
trad en van eene wilskracht deed blijken,
zooals men tot beden niet van hem
had.
Wat :n deze debatten het minst de aan
dacht schijnt te trekken, is de toestand van
de rijks financiën, ofschoon die van een be-
grootingsdehat eigenlijk den grondslag be
hoort uit te maken. Die schade zal men later
moeten inhalen, wat >d© financileele toe
stand geeft tot ernstige beschouwingen alle
aanleiding. Ondanks de aanzienlijke verhoo
ging van lasten, waartoe in het vorige jaar
besloten is, is er een bedrag van 57 millioen
aan gewone uitgaven, dat door de gewone
inkomsten niet gedekt is. Voor dit jaar wil
men eene nieuwe belasting verliooging ver
mijden het ontbrekende zal gevonden wor
den door eene verbooging van de bijdragen
der bondsstaten, de zoogenaamd© „Matri-
kularbeitrage." Maar het bedrag van die
bijdrage overtreft met 32£ millioen het cij
fer, dat na de verleden jaar tot stand ge
brachte hervorming van de rijks financiën
werd aangenomen als het normale bedrag
daarvan. Rooskleurig is de financieel© toe
stand dus niet.
De vredesconferentie.
Renter's Agentschap te Londen zegt, dat
het bericht, als zouden eenige staten vóór
de Haagsche vredesconferentie trachten het
over beperking van oorlogstoerastigen eens
te worden, niet bevestigd wordt.
Doltsehl&nd»
Bei-lijn, 28 Febr. De bondsraad, die heden
eene vergadering Meld onder voorzitterschap
van vorst Builow, heeft heden oivereenfkamstig
he; voorstel van de rapporteur Vitzhum van
Eckstadt beslist, dat door de brieven van den
hertog van GuimberiLand aan den Keizer van
2 October 1906 en aan het Brunöwijksche mi
nisterie van 15 December" 1906 eene afdoende
verandering in den zaikelijken en den rechts
toestand, die de grondslag is van het besluit
van den bondsraad' van 2 Juli 1885, niet is
ingetreden.
Dit besluit werd eenstemmig genomen, ter
wij.i de vertegenwoordiger® van Brunswijk
zich van medestemmen onthielden.
In eene mededeeling van een Berlijnsch
eoinrespondenitiebureaudli© kennelijk geïnspi
reerd is, wordt verzekerd, dat het nog niet
vaststaiait, of de Pruisische regeering bij den
landdag een wetsontwerp zal indienen, waar
door aan de vol kplanitingscommisSie in de
Poolsche landstreken een recht tot onteige
ning zal worden verleend. Ben correspondent
vian de Fraukf. Ztg. toekent daarbij aan
Dat is juist. Het laatst© besluit is nog niet
genomen. Men ondier handelt er over met die
vertegenwoordigers van de partijen dei" meer
derheid. De bedoelde mededieeling wil slechts
geruststellend verzekeren, dat de wets voor
dracht niet een onbeperkt omtedgeuingsrecbt
'tegen alle Poolsche bezitters zal inhouden.
Dat heeft ook niemand verwacht, maar de
principieel© 'bedenkingen tegen de voorgeno
men inbreuk op den bij zonderen eigendom
worden niet uit dien weg geruimd doordat
men haar tot bepaalde gevallen wil' bejierkien
en slechts wil gebruiken om de aankoopen
van de volkpl anhingecomnLissie af te ronden,,
d. w. z. Poolsche grondeigenaars door dwang
te onteigenen, wier binnen een volkpliamtings-
complex gelegen goederen ander? niet te krijl-
gen zijn.
Frankrijk.
De Messider maakt eenige stukken uit
de voormalige pauselijke nuntiatuur in be
slag genomen papieren publiek. Zij bestaan
uit brieven van staatssecretaris Merry del
Yal aan den secretaris van de nuntiatuur
Montagnini en bevatten raadgevingen be
treffende de voeling, die moet worden on
derhouden met het comité der action li
bérale" bij de laatste verkiezingspropagan
da en betreffende den aankoop van de bla
den Patri© en Press© door een clerioaal con
sortium. Mgr. Merry del Yal beklaagt zich
verder over de gematigde houding .van den
secretaris van den Parijschen aartsbisschop
mgr. Amette.
Engeland.
Londen, 28 Febr. De begroeting van ma
rine wiijst eene vermindering aan vian
1,427,091 pd. st. en 1000 man.
In de begroeting wordt voor naetfwen aan
bouw uitgetrokken8,100.000 pd. st. tegen
9,235.000 pd. st. in het vorige jaar. Daar
voor zullen werden gebouwd1 twee, of indien
de zeemogendheden op de Htagsohe confe
rentie naet tot overeenstemming geraken,
over vermindering van die toerustingen,
drie verbeterde, eenigszin? grootere „Dread
noughts", een zwaar gepantserde kru/iser,
vijf oceaan-torpediojagers, twaalf torpedéboo-
ten en twaalf omderzeesche 'booten.
Het lagerhuis heeft een besluit genomen,
waar bij de effectieve Sterkte van het staande
leger wordt bepaald op 190.000 man, zooals
door de regeierimg bij: die1 begroeting was voor
gesteld. In het debiat, dat aan dit besluit
voorafging, werd' het plan van minister Hal-
dam over 't geheel gunstig beoordeeld.
Londen, 28 Febr. In antwoord op de vra
gen over de samenstelling van het. Hooger-
huis van de Transvaalsohe wetgevende macht,
waartegen „het Volk" en die Transvaalsohe
nationalisten waren opgekomen., verklaarde
die vice-minister OhurcMll, dat de minister
van koloniën Lord Elgin ten volle overtuigd!
was dat die benoemdén behoorlijk vertegen
woordigen de verschillende politieke richtin
gen en dat de gouverneur Lord Selbomne ge
seand had, dat het zijn vaste overtuiging is,
dait de Tweede Kamer hare taak rechtvaar
dig en onpartijdig zal vervullen. Elr ikan
thans geen sprake zijn van herziening der
benoemingende regeering neemt de volle
verantwoordelijkheid' voor deze benoemingen
op zich.
Lord Curzon, de gewezen onderkoning van
Indië, heeft een brrief geschreven aan lord
Newton, die door de bladen bekend wordt
'gemaakt en waarin' hij zijine volle instemming
uitdrukt met diens plan tot hervorming van
het hoogerhuds. Hij is van oordeel, dat liet
belang van de unionistische partij meebrengt
deze hervorming te steunen, die beslist nood
zakelijk geworden is. Hij zou aan de door
lord Newton voorgestelde maatregelen willen
toevoegen de toekenning van het recht aan
de regeering om een aanzienlijk aantal peers
voor hun leven te benoemen, ten einde meer
gelijkheid 'te brengen in de politieke richting
van de beide Kamers.
Bij de in Brigg gehouden aanvullingsver-
kiezing voor liet lagerhuis is de unionist Sir
BerlceLey Sheffield gekozen met 5389 stem
men. De liberale tegen,candidiaat Guest kreeg
5273 stemmen. Deae uitslag is een succes
voor de unionisten, die een zetel winnen.
Servië.
Te Kragoejewatz is de degradatie voltrok
ken van 4 officieren en 29 onderofficieren,
die betrokken zijn geweest in eene samen
zwering, welke onder leiding stond van den
kapitein Maotimovics, den schoonzoon van
den gewezen minister-president generaal
Zinzar Markowics. De samenzweerders had
den plan alle bevelvoerende officieren van
het garnizoen te Kragoejewatz af te zet
ten, zioh meester te maken van het' mili
taire en het burgerlijke bestuur in de stad
en dan naar Belgrado op te trekken. Door
verraad werd dit complot ontdekt, voordat
het tot rijpheid was gekomen. Na eene in
structie, die maanden heeft geduurd, wer
den deze 4 officieren en 29 onderoffi
cieren tot zware straffen veroordeeld, som
migen zelfs tot 20 jaren gevangenisstraf in
boeienEen aantal anderen werden tot lich
tere straffen veroordeeld, ai© geen degrada
tie tengevolge hadden. De Koning maakte
van zijn recht om gratie te verleenen, geen
gebruik. Dit was wel geschied in het geval
van de samenzwering te Niscih in 1903. Men
schrijft de harde straffen, die in dit geval
zijn uitgesproken, toe aan den invloed van
de koningsmoordenaars, die zich op deze
wijze onvoorwaardelijke gehoorzaamheid in
het leger willen verschaffen.
Ruftland.
Volgens offieiecle berichten is de bedrij
ver van den mislukten aanslag op den Kei
zerlijken spoorweg met behulp van een val
se hen sleutel op het station Zarskoje Solo
gekomen en legde hij de bom enkele minu
ten voor het vertrek van grootvorst Nico-
laas Nicolajewitech, den chef van het Pe-
tersburgsche militaire district o,p de sporen
van het naar het Keizerlijke paviljoen voe
rende baanvak. De hoof doen ducteur van den
trein, waarmee de grootvorst zou reizen,
ontdekte den mam. De man werd vervolgd,
maar ontkwam in eene gereedstaande slede.
Grootvorst Nicolaas, ©en neef van den
Czaar, is meermalen genoemd als dictator
voor het geval, dat de Clzaar de revolutie
niet mocht kunnen bedwingen.
Graaf Witte ontvangt, volgens de Rirshe-
wija Wjedomosti, na den laatste® aanslag,
aanhoudend dreigbrieven, waarin hem wordt
aangeraden terstond naar het buitenland
te vertrekken, omdat het hem anders slecht
zal gaan.
Het werk van de krijgsraden gaat onver
poosd zijn gang. Die krijgsraad te Witau
heeft in een groot proces tegen d© revolu
tionairen van Altautz van de 60 beklaagden
zes tot dén dood door ophanging veroor
deeld. Achttien personen werden veroordeeld
tot zwaren dwangarbeid of naar Siberië ver
bannen. De overigen werden vrijgesproken.
Te Warschau werden den 26. Februari
negen pier son en door den krijgsraad ter dood
veroordeeld. De socialistische partij aldaar
heeft officieel verklaard, dat de laatste over
val van een postkantoor het werk van ban
dieten geweest is. Vier medeplichtigen moe
ten gevangen genomen zijn.
Marokko.
De Portugeesche regeering heeft voldaan
aan den wensch van den Zwitserschen bonds
raad en er in toegestemd, dat de inspecteur-
generaal van de Marokkaansche politie en
zijn adjudant onder de jurisdictie van den
consul van Portugal te Tanger worden ge
steld, doch alleen voor de persoonlijke aan
gelegenheden van de beide officieren. Wan
neer er verschillen tusschen hen en hot
maghzen mocht ontstaan over hunne be
voegdheden of over de uitlegging van hunne
akte van aanstelling, dan zal de inspecteur -
generaal daarvan bericht moeten geven aan
den bondsraad, die zich in dait geval do noo-
dige stappen voorbehoudt.
Te Parijs os de constitu%erende vergadering
van de Mairokkaanscke staatsbank gehouden.
Daarna kwamen de leden van den raad van
bestuur bijeen, om hun bureau te kiezen.
Tot voorzitter werd gekozen Leopold Re-
no'uard, tot ouder-voorzitters Ffisclieluit
Berlijm, Amezquieta y Nieto on Sydney Peel.
Vereenigde Staten*
Nadat de vraag of het Panama-kanaal
een niveau- of een sluizenkanaal zou wor
den, opgelost was ten gunste van een slui
zenkanaal, moest uitgemaakt worden door
de regeering der Vereenigde Staten of de
regeering zelf den aanleg zou ondernemen
dan wel den aanleg aan particuliere aanne
mers zou opdragen. De regeering heeft nu
besloten geen aanbiedingen voor den aanleg
te aanvaarden. Het werk zal dus worden
van C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Naar het Amtrikaanseh
7 DOOR
Mbtroüw HEUVELINCK.
„Ik geloof dat die afschuwelijke kruk-as
weer warm loopt," zei ik. „Weet je zeker
dat ze niet gesmeerd moet wérden?"
„Zeker, juffrouw. De kruk-as scheelt niets.
Dat gepiep is van geen beteekends; miaak u
niet ongerust."
Dus zette ik mijn angst op zij|; wij rolden1
nog iwel een twihltilg minutentoen bintneniin
iets brak en de wiagen stopte. Het was de
kruk-ap, die 'bijna roodgloeiend stond. De
kruk was afgeknapt als een wortel. Ik was
te ontmoedigd en ik geloof ook te hooghar
tig, om zelfs maar een, enkele aanmerking
tegen Rattray te maken, ofschoon de raimp
riet gebeurd zou zijn, wanneer hij; gezorgd
bad, dat de smeerinriobting behoorlijk had
kunnen werken.
Gelukkig waren we even te voren, biji de
Pont de Suresues, een groote garage gepas
seerd, daar gleden we heen den heuvel af
'Uaar natuurlijk was onze machine verlamd
Voor den eorSten keer toondi© Rattray zich
onderwerpen. -Hij wist dat de schuld aan
hem lag, en ©enigszins verlege'i stelde hij1
voor met de electrische tram naar Parijs
terug te gaan en te trachten een nieuwe
kruk-as te koopen; kon dat niet, dan' moest
er een gemaakt worden wat minstens twee
a drie dagen tijdverlies zou kosten. Ijskoud
en uit dè hoogte zeide ik hem, dat wij' in
dat geval de reis niet zouden voortzetten eni
hij' naar Engeland kon terugkeeren. Gewoon
lijk geeft hij, als ik maar een schijn van on
genoegen' laat blijken, een scherp antwoord,
ditmaal echter vroeg hij onderdianig of ik
hem geld wou geven otm een nieuwe as te
fcoopen, als hij er een krijgen kon.
Mijn gewisseld gel'd! had ik uitgegeven op
een paar goudstukjes na en een bankbiljet
van vijfhonderd1 franc, dus dat gaf dk hem
en hij beloofde over één, 'hoogstens twee uur
terug te zijn. Somber gestemd gingen tante
Mary en ik op pad' en. kwamen terecht in
een klein., derde-klas restaurant, wiaar we
koffie da én ken eni wat alten. Langzaam, kroop
de tijd om, maar geen Rattray verscheen.
N:ai twee uur gewacht te hebben' liep ik terug
naar de garage, maar de eigenaar ervan
had evenmin iets van hem gehoord. Die auto
stond' nog op diezelfde plaats waar ze hem
gezet hadden, ik steeg in «n ging op die ach
terbank zitten, met een' allesbehalve aange
naam gevoel en overtuigd1, dat ik niet naar,
tante Mairy kom teruggaan, voor er iets ge
beurd was. En er gebeurde iets, maar niet
diatgeen waarnaar ik verlangde. Dezelfde
auto, die meer dan, een week geleden, en heel
aan dén anderen kant van Parijs, gestopt
had, teen wij. op dien lieuvel tegenover de
smederij in moeilijkheden zaten, glééd nu
zonder gedruisch en heel behaaglijk de remi
se binnen..
Dezelfde twee met leeren petten' en jassen
uitgedoste mannen zaten er in, vermoedelijk
de eigenaar en zijn chaffeur. De mevrouw
van de inrichting hield een vriendelijk praat-
I i
je met me, wat niet wegnam dat ik de stem
hoorde van den mam (hem had ik voor dén
eigenaar aangezien) die zijn hulp had! aange
boden, en nu in heb Fransch informeer dé
naar een bizonder soort benzine. Verder ver
stand ik niets meer, omdat hij en de eige
naar van ,dë garage op gedempten. toon- spra
ken en de mevrouw met eeiri, schelle stem eri
een stortvloed' van woorden mij haar deelne
ming in, het ongeval betuigde. Met nadruk
gaf ze als haar meening te kennen, dat mijn
chauffeur met mijn geld was weggeloopemi
en ik nooit meer zijn gezicht zou weerzien,
ten zij er kans bestond hem achterna te zet
ten. Ik wenschte vam harte dat ze haar mond
zou houden, tenminste tot dé fortuinlijke,
alls koningen in 'hun. wagen gezeten automo
bilisten vertrokken waren. Maar ik kon haan
het zwijgen niet opleggen en wist zeker dlat
hét tweetal heel de jammerklacht hoordé.
Zelfs verbeeldde ik. miij, dat ziji heb gesprek
over eigen aangelegenheden' hadden laten va
ren, terwiïl© van de mijne, want tersluiks
zag ik dat de eigenaar in het vuur van zijn
rede meermalen met een hoofdbeweging mijn
auto aanwees, waarin ik zonder eenige glorie
op mijn Rooge bank zat als een. soort gevan
gen Zenohaa.
Het scheen ©en gewichtige zaak om' ben
zine te koopens, het kostte tenminste heel
I wat itijid; hoe het ook zij, plotseling werdl
mijin vrees 'bewaarheid. De mam die op dien
moodlottigen heuvel tegeni mij' gesproken had
kwam nader en. nam zijn. pet af, precies op|
dezeflfd© manier en met, precies dezelfde half
schuwe, half bdlanigsteHendo uitdrukking op
het gelaat.
Hij. zeide eens of tweemaal „hm", eu
deelde me toen mee, d!at de eigenaar hem
had verteld in wélke verlegenheid' ik mij be
vond of zoo iets dergelijks. Hij bood me aan)
met zijn auto uaar Parijs te rijden, wat maar
een rib van eenige minuten was naar de
plaats te gaan waar mijn chaffeur van plan
was de kruk-as te ltoopen, te 'hooien' of hij
er geweest was, en zoo ja, te vragen wat hem
weerhield terug te komen. Mocht er iets niet
iti den haak zijn, dan zou hij terugkeeren)
om miji op de hoogte stellen.
Ik zeide da.t ik hean niet zooveel moeite
wilde veroorzaken, maar hij wilde nauwelijks
naai* me luisteren. Do garage-man' had hem
het adres opgegeven, want hijzelf had het
aan Rattray .gerecommandeerd, en. 'haast voor
ik wist wat er gebeurde waren, de auto en de
bestoven, in leer gekleed© mannen, verdwe
nen.
Voor mij zat er niets ander» op da.n naar
tante Mary terug te keeren, wat ik in een
verre van gelukkige gemoedsstemming deed'.
Die „Spyker" moet gevlogen hebben alsof
de duivel haai" achterna zat, want eer nog
een uur voorbij was, r:eed ze voor heb restau
rant. Eén van dé twee mannen sprong er uit
en betrad de kamer waar tante Mary en ik,
om den tijd te korten, oude Fransche cou
ranten zaten te lezen.
„Het spijit me u te moeten meedeelen,"
zei hij met zijn beschaafde stem, „d'at uw
chauffeur een schurk schijnt t© zijni. Hij is
niet bij. Le Sage geweest, noch bij iemand'
ander?, waar ik naar lieni; informeerde. Ik
vrees dab hij met uw geld op den> loop is, en
de eenige manier om het terug te krijgen zal
wézen om hem door een detectieve te laten
opsporen."
„Ik begeer hem niet ie laten opsporen!",
luidde mijn antwoord, „en evenmin hem
j weer te zien en het geld kau me .niet sche
len, Ik zal een .anderen chauffeur engagee-
ren te Parijs zullen er genoeg zijn.
I Terwijl ik. dit zeide kwam een eigenaardige
l trek op zijn gezicht, toen begreep ik dien
niet-, later wel. „Ik vrees dat er maar enke-
j len zijn due de constructie van uw rijtuig
kennen.," 'begon hij opeens, „het :s Duitséh)
fabrikaat en - en nu j.uist niet van den
allerlaatst©!! tijd."
j „Ik geloof alles wat u er van zeggen zult.
Maar aangezien de krukas stuk is en..."
„Ik was zoo vrij een andere mee te brein-
gen, die wij uit een zelfde soort wagein heb-
ben genomen," viel de man mij in do rede.
„De eigenaar van de garage aan den over-
kamt van den weg gelooft wel, dat hij: ze er
j kan inzetten, zoo niet, dan zal ik hem hel-
I pen, want indertijd heb ik niet een auto ge-
reden als de uwe en heb alle reden me dat
j te .'herinneren
Ik overstelpte hem met een vloed van
dankbetuigingen, en toen ik ongeveer alle
I bijvoeglijke naainwoordén had gebruikt, die
mij ini den zin kwamen', vroeg ik hoe laai» de
reparatie wel duren zou. Hij; dacht oen paar
uurtjes en meende dat wij in den. namidag
onzen tocht, zouden kunnen voortzetten
I Van blijdschap klapte ik in mijn. handen;
j een moment later voelde ik mijn gezicht be-
trekken. (Een grappige uitdrukking, niet?
j bijna zoo belachelijk als: „Ik sloeg mijn
O'ogan neertoch den kik dat ik ook dat
deed). „Hoe heerlijk-" riep ik uiit. En toen:
„maar wat helpt het als ik geen. chauffeur
kan krijgen?"
Word vervolgd.