Vrijdag 8 Maart 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Kranige Chauffeur. m°. *45. 8* Jnargany. AIERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maMiden tow Amewfrortf l.Sf. Idem 8mm per poet1.75. Afionderlgke nvnunem0.05. Deae Coeeent Temohgnt Dagelijks, met eitsonderimg ven 2cm- ©n Feestdagen. Adrertentidn, mededselingen ens., gokere men vóór 10 nir morgens b| de Uitgevers in te sen den. Uitgevers: VALKHOFF C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEN TIÉN Van 15 regelsf ©.75. Elke regel meer - ©*15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelijre bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Am ere foor t brengen ter openbare kennis, dat de bescheiden, vermeld sub la tot en met 4a van art. 5 dór Hinderwet, betreffende de uitbreiding door het Departement van Oorlog van de Hoefemidschool, bij het perceel kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie B, no. 1792, ter vermeerde ring der bestaande vuren met twee dubbele 6inid6en. op de secretarie der gemeente ter in zage zijn nedergelegd. Amersfoort, 6 Maart 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. <i. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht Het ontwapeningevraagatuk op de vredesconferentie. De Russische staatsraad von Martens heeft zijne rondreis tot voorbereiding der agenda voor de tweede vredesconferentie, die in het begin van Juni te 's Gravenihag© zal bijeenkomeu, volbracht; hij vertoeft nu in Berlijn, zijn laatste stationBij deae voor bereidende besprekingen speelt het vraag stuk der beperking van de bewapeningen eeue groote rol. Sir Henry Campbe 11 - Bann erin ande eer ste minister van Engeland, die verleden jaar op de interparlementaire conferentie te Lon den met grooten nadruk er voor is opge komen, dat de mogendheden hun wedstrijd zouden staken om elkaar te overtroeven in hunne toebereidselen tot een mogelijken oor log, zet in woord en schrift zijne pogingen voort om te verkrijgen, dat dit vraagstuk althans op de agenda dei' conferentie zal worden geplaatst. In een brief, die in de Nation, een mouw liberaal weekblad, is op genomen. heeft hij de redenen opgegeven, waarom hij de bezwaren ongegrond acht, die tegen de behandeling van dit vraagstuk op de conferentie worden opgeworpen. Em in den loop van deae week, bij de behande ling van de marinebegrooting in het lager huis, heeft hij nader daarop aangedrongen. Hij zeide toen „Wel verre dat het eenig nadeel zal doen het vraagstuk te berde te brengen, meen ik, dat het onze plicht is dat te doen, met het oog op do meen in gen di© wij voorstaan, en omdat wij van oordeel zijn, dat er eene groo te beweging is onder alle denkende men- schen van alle natiën, ©eno groote beweging ten gunste van de arbitrage en van de vreedzame beslechting van geschillen en ook om eenigszins te worden verlost van d© reus achtige uitgaven, die met de bewapeningen gemoeid zijn. Ziende dat die beweging be staat, had ik mijnerzijds niet kunnen den ken dat ik goed deed, en had ik niet de po sitie, die ik bekleed, kunnen blijven vervul len, wanneer ik niet de macht, die ik bezit, had gebruikt om dat gevoelen aan te moedi gen en, zooveel als ik kon, te steunen. „Er bestaat geen booze bedoeling bij dit land. Wij begeeren niet eenigen staat eene vermindering van vloot of leger op te drin gen, zelfs al konden wij dat. Wij begee ren niet ons te mengen in de overwegingen van hen, die het best hunne eigen belangen kennen en met de gevoelens en wensohen van hun land bekend zijn, zooals wij dat zijn met de gevoelens en wenschen van de bevolking van dit land. Wij hebben ver langd, en verlangen nog, ons in de eerste rij te plaatsen van hen, die nieeuen, dat de oorlogszuchtige houding van de mogendhe den tegenover elkander, die aan den dag komt in de buitensporige toeneming van de bewapeningen, een vloek is, en dat die hoe eerder hos beter moet worden gestuit, ook al gaat men daarbij bescheiden te werk." In hoever deze wensch der Engelsche re- goering kans heeft op verwezenlijking, kan men vernemen uit den mond van staatsraad von Marlens. Hij heeft zich in nagenoeg alle hoofdsteden, waar hij op zijne rondreis is stil geweest, laten interviewen. Te Weenen heeft hij, tegenover een medewerker van do Neue Freie Presse, zich vrij uitvoerig uitgelaten over het onderwerp, dat Sir Henry Camp bell Bannerman zoo na aan het hart ligt. Hij heeft dat aldus gedaan „Het ligt in de bedoeling van Stir Henry, dat. de bespreking van eene eventueele be perking der bewapeningen niet van de agenda zal worden uitgesloten. Ook ik kan mij niet ontveinzen, dat zulk eene discussie, als de omstandigheden gunstig zijn, vrucht baar zou kunnen zijn. Bij de eerste Haagsche conferentie was het. Rusland, dat de kwestie op het tapijt bracht. Maar het Russischo voorstel heeft, al werd het welwillend be oordeeld, geen praktisch resultaat gehad en gij zult begrijpen, dat mijne regeering thans niet opnieuw met. een dergelijk voorstel voor den dag zou kunnen komen. Ik meen intus- schen, dat de discussie over de ontwapening vooreerst geen praktische resultaten zal heb ben. Eigenlijk is het thans volstrekt niet te doen can ontwapening, maar om een blijven staan van de toerustingen 'bij het thans be reikte punt, d. w. z. de staten moeten met hunne toerustingen niet verder voortgaan. Nu, zooals de zaken thans staan, geloof ik volstrekt niet, dat zulk ©en voorstel kans zoii hebben te worden aangenomenDli'tanaal zul len twintig staten meer aan de conferentie deelnemen dan in 1899. Wanneer nu van de 46 staten, waarbij nog het in ©ene verhou ding van suzereiniteit tot Turkije staande Bulgarije als no. 47 komt, slechts twee sta ten weigeren laat ons zeggen Guatemala en Costarica in het voorstel too te stem men, dan blijft alles bij het oude. Deze twee staten zouden met hunne toerustingen voort gaan wanneer dat hen paste. Bij de Haagsdhe conferentie is het meerderheidsbeginsel im mers uitgesloten. Slechts de volledige een stemmigheid beslist. Een eenstemmig besluit voor inkrimping of beperking van de toerus tingen is onder de huidige omstandigheden niet te bereiken. „Maar daarom mag men toch een even tueel initiatief van Engeland met blijdschap 'begroeten, want een discussie daarover zal voor latere ontwikkelingen zeer zeker vrucht baar blijven. Wat de tweede Haagsche con ferentie niet. bereikt, kan aan eene latere zijn voorbehouden, en wanneer het. ideaal, dat heden nog niet voor verwezenlijking vat baar is, morgen of overmorgen verwezen lijkt wordt, dan zal de menschheid met dankbaarheid den man noemen, die hiertoe het initiatief genomen hoeft. Wij zien im mers, dat do tweede Haagsche conferentie zidh voorbereidt om vee! uit. te voeren wat op de eerste slechts besproken, maar nog niet aangenomen was." Deze laatste zinsneden zijn de suiker, die de bitterheid moeten verzoeten van de pil, die de beer Yon Martens in het eerste deel van zijn betoog Sir Henry te slikken geeft. Hij geeft te kennen, dat het vraagstuk wel besproken kan worden, maar dat bij voor baat vast staat, dat er nieits van komen kan. Hij kleedt zijne afwijzing in uiterst welwail- lenden vorm. Minder welwillend klinken de woorden, waarin de Temps haar afwijzend advies kleedt. Het Pariische blad schrijft „Laat ons aan de conferentie van 'sGraven- liage ha.' karakter laten van ©ene vereeni- ■ging van juristen, in staat om nuttigen, maar beperkten arbeid te verrichten. Maar wij moeten ons er niet aan blootstellen bij het publiek hersenschimmen op te wekken, die de werkelijkheid zal wegvagen. De con ferentie zal de wetten van den oorlog kun nen codificeeren en daardoor een grooten dienst bewijzen aan dc zaak der menschheid. Zij zal niet het stelsel van de wereldvrede stichten. Wanneer die legende wortel vatte, dan zou de ontgoocheling wreed zijn. Om dat te vermijden, is er slechts één middel de waarheid zeggen. Dat doen wij en dat zullen wij doen." Het is wel opmerkelijk, dat het een orgaan is, dat de Fransch-Engelsche entente cor diale met warmte heeft bepleit, dat deze pijl toezendt aan Engelands eersten minister. De voorbereiding der tweede vredesconferentie. Een correspondent van de Franlkf. Ztg. 'bericht, dat staatsraad Von Martens, vóór zijn vertrok uit Weenen, zich heeft uitgela ten, dlait als d© Engedsohe regoering officieel het voorstel tot behandeling van liet- vraag stuk van do beperking der be wapeningen in Petersburg te berde mocht brengen. Rusland aan de betrokken staten het voorstel zal doen de bespreking van dleze kwestie op het pro gramma van de conferentie te brengen.. De Köln. Ztg. bevat over déze zaak een artikel, dat waarschijnlijk een leiddraad geeft hoe de Duitsche regeering over dte zaak denkt. Na te hebben opgemerkt, dat men zich or thans nog geen goede voorstelling van kan maken van welken aard de voorstellen zijtn, die Engeland van plan is te doen, gaat het blad aldus voort: „Wij nemen aan, dat men zich niet zal bepalen tot den vromen wensch naar do ontwapening, maar eem programma zal brengen, dat op de zaak ingaat. Wij hou den 't voor buitengewoon moerielijlk, een. der gelijk programma op te stellen, dat met alle verschillende omstandigheden rekening houdt, en wij twijfelen er aan, dlat het den Engelschen minister-president zal gelukken zulk een programma te formuleeren. luidden wij ons in deze verwachting mochten hebben vergist, dan zouden wij gaarne onze dwaling erkennen en den man dankbaar zijn, wien het gelulkt was een vraagstuk op te lossen, dlat nog wel wat moeielijker is dan dat van het en van Goilutmlbus. In dat geval zouden de Duitschers de eersten zijn om in verdere ern stig© onderhandelingen te treden, waarbij wij ook in zóóverre belang zouden hebben, om dat dan de ijdele praat jes alsof Duitschland zich zou verzetten tegen pogingen ten gun ste van den vredé, zouden moeten verstom men Wij komen er met recht tegen op te worden voorgesteld als vredeverstoorders, wat wij niet zijn en niet willen zijn. Wij hebben er echter evenzeer belang bij ons 'bij den te- giemwoordligen toestand niet te mengen in be sprekingen, di© geen succes 'bedoven en waar van nil hun aa/rd het einde niet zou zijn te overzien. Geen behandeling is beter dan eene onnutte behandeling, on het gevaar, dat de bespreking nutteloos zou worden, wordt in 't bijzonder daardoor verhoogd, dat daaraan t elke grondslag ontbreekt, die naar onze mee ning slechts door voorafgaande onderhande- lamger tusschen de mogendheden kan worden gelegd Wanneer men ons echter geniale en boiHijke voorstellen toont, die onze bezorgd heid weerleggen, dan zou het Strijdig zijn met de Duitsche belangen ze op grond van vroeger gekoesterde meeningen af te wijzen. Minder dan misschien deze of gene andere staat behoefden wij ons daarbij te laten leiden door bijgedachten, omdat alles ons welkom kan zijn wat tot handhaving van den vred© en tot verhooging van hot economische wel zijn dei volken bijdraagt." Duitschland. Bij den rijksdag zijn de ontworpen inge diend van credietwetitei. voor do maanden April en Mei 1907, de beide oorste maan den van het nieuwe dienstjaar, zoowel voor den rijksdienst als voor den kolonialen dienst. Berlijn, 7 Maart. In do begrotingscom missie van den rijksdag verklaard© de mi nister van buitenlandsche zaken Von Tschirschky, dat do twee officieren, die on langs naar Marokko vertrokken zijn, als ingenieurs gegaan zijn en niet als hervor mers van het Marokkaansche leger. De uitnoodigiug tot deelneming aan do Haagsche vredesconferentie was gebaseerd op het uitvoerige programma van de zijde van Rusland. Duitschland zal ieder voorstelr dat. tea- conferentie gedaan zal worden, ern stig overwegen en op welwillend© wijze medewerken. Over enkele vraagstukken van bijzonde ren aard is men nog niet tot overee nstem - ming gekomen. De quaestio van de vermin- doring der legersterkte staat niet op het programma. EtolgUk De besluiten van de Kamer bet-reffendo den arbeidsduur in de mijnen, waarvan gis teren ondei de telegrammen melding ge maakt werd, betref feu het nieuw ontdekie en nog niet ontgonnen mijngebied in de pro vinciën Limburg en Antwerpen. Een voor stel van Beernaent cm de regeering volmacht te geven, bij gebreke van eeno bijzondere wet den arbeidstijd bij koninklijk besluit te bepalen, den mijnraad gehoord, werd met 79 tegen 46 stemmen aangenomen. Een an der voorstel va/n "audervelde, inhoudende dat de arbeidstijd van de houwers niet. meei dan acht uren mag bedragen, werd eveneens aangenomen De regeering had de beide voorstellen be streden, omdat zij slechts op eene bepaalde streek betrekking hacueu en omdat daar eerst over eenige jaren de mijnen in exploi tatie zullen komen zij wenschte, dat de zaak vcor alle mijnbekkens gelijktijdig zou wor den geregeld. Het 1 c sluit au de Kamer is mtusschen nog niet cfinit-cf; het moet nog bij de tweede leizing bekrachtigd worden. Verder moet ook de Sena.t het besluit nog goedkeu reu. Engeland. Londen, 7 Maart Na een uitvoerig debat nam het Lagerhuis met algemecne stemmen eene motie aan, waarbij de sterkte van de bemanning der vloot wordt vastgesteld op 128.000 man, zooals door de regeering was verlangd. Italië. Rome, 7 Maart. Do h. Gaillo, minister van justitie, is aan een beroerte overleden. Rusland. De opening van de eerste vergadering van de rijksdoema is door den geheimraad Go- loebew geschied met deze woorden,Na mij de eer te hebben aangedaan mij op te dragmi de zitting van do rijksdoema te openen, heeft Z M. de Keizer mij bevolen zijne goede wer. schen over -o brengen aan de leden van de dooma. Moge met Gods hulp uw aroeid vruohtbaar zijn voor het welzijn van is dierbaar Rusland." De rede, waarmee de heer Golowin het voorzitterschap hoeft aanvaard, luirtt in haar geheel aldus „De wil van de rijksdoema is we', voo- ieder van hare leden. Doordrongen van deze waarheid, aarzel ik niet do verplichtingen van voorzitter der doema te aanvaarden. De eer, die gij mij aandoet, is groot en groot is mijne erkentelijkheid. Ik zal alles deen wat ik kan om uw vertrouwen to rechtvaar digen. Ondanks het verschil van meening, dal ons verdeelt, houdt ecu gemeenschappelijk doel ons samen en dat eenige doel het welzijn van het land, verwezenlijkt dooi middel van den constitutionoelen arbeid Terwijl ik er naar zal streven uwe debat ten zonder hartstocht te leiden en dc vrij heid van spreken te beveiligen, zal ik er op bedacht zijn zonder zwakheid do waar digheid van de dooma te handhaven. Wij weten allen met welk een ongeduld ons land van de doema de verlichting van zijne kwalen verwacht. De rechte weg nu, die leidt naar het beoogde doel, is aar.ge wezen door de eerste doema, en die weg blijft de zelfde op bet huidige tijdstip. Leven geven aan do constitutioneelo beginselen, door het manifest van 30 October verkon digd, en eene sociale wetgeving uitdenken, dat was de groote taak, die do oerste doema zich had gesteld. Wij zullen alles doen, op dat zij worde verricht door do tweed doema. De volksvertegenwoordiging is eene groote macht. Eenmaal in hot leven geroe pen, zal zij niet sterven. Gezamenlijk met den monarch zal zij zonder to verslappen den wil en de gedachten van het volk ver wezenlijken." De heer Golowin is afgevaardigde, niet van de stad, maar van het gouvernement Moskou. Dc grieven, die de socialisten heb ben tegen de afgevaardigden van de stad Moskou, treffen hem dus niet. Persoonlijk geniet hij vee' sympathie. Volgens berichten in de dagbladon be trekt Stolvpin de vertrekken in het Tau- rische paleis, die tot dusver door hofdames worden bewoond, om in de rijksdoema ie kunnen verschijnen, zonder dat hij do straat behoeft over te gaan. Midden-Amerika Uit New-York wordt gemeld, dat to ver wachten is dat Guatemala, Costa-Rica en San Salvador vermoedelijk mot Honduras tegen Nicaragua, partij zullen kiezen. Allerlei. vIn dc meeste staten van Duitschland i hebben do paitroonsvereenigingen in de hout- bewerkersvakken plan met 1 April alle arbei ders in bum bedrijven uit t sluiten, waar door te Leipzig 4000, te Dresden 2000, te Görlitz i200, to li alle 700, te Guben 200, te Oldenburg 150 arbeiders zonder werk ko men. De arbeiders wilden geen genoegen nemen mot het voorstel t :n den I n April afloopend© contracten te doen eindigen op 15 Januari, iegelijk n.et het nieuwe contract, te Berlijn en men wil van den kant der ran C. N. en W. M. WILLIAMSON. Naar het Amtriltaanseh 13 door Mrraorw HEUVELINCK. In dat heerlijke uur, .toon we door de hol klinkende zalen van Gliaimibord dwaalden, de wohderschoone dubbele trap beklommen en het ingewikkeld» dalk omliepen', .was ik niet James Brown, de gehuurde mechanicus, maar John Winston, een particulier in goe den doen. die gaarne reist. Het was een hard gelag toen ik ine -moest "herinneren dat ik zelf me gemaakt had tot een van de „An deren", tot een van -hen 'die niet- meetellen in de .wereld. .De schemering begon te vallen en we móesten nog naar BQois met ©en auto, waarmee elk oogenblik (het een of .ander kon gebeuren. Maar hoe vreemd' ook, ze hield zich goed, was gemakkelijk aan den gang te brengen en reed geleidelijk door. De wel wat gekalmeerde Fransdhman vertrok even voor ons op zijn Oldsmobile en was spoedig uit het gezicht. We keerden terug naar St. Die, volgden den weg langs de Loire, en toen de avond viel, gingen we over Üe koog© brug over den ibreedeu stroom en kwamen langs de Rue Denis Pépin de oude srtad Blois binnen. Van de rivierzijde ziet men. het kastéél niet °p zijn voordeeligst. ingesloten als het is door andere huizen, waaroan ik voorbij ons hotel naar 'het schoone, groene plein reed, waar ,het grootsohe gebouw met zijn. talrijke vousters op zijn kolossale fundamenten om- hoog rijst. „Het .beroemd» kasteel van Blois, de oude woonplaats der,Franscihe koningen", zei ik, er met. een handbeweging naar wij- I zend. In stille 'bewondering zagen wij, op I naar den zwijgenden steenen kolos, terwijl de laatste stralen van1 het. daglicht do hel dere kleuren van zijn verlaten vensters nog deden gloeien. „Ik onderstel dat. 'het nu nog slechts door geesten wordt, bewoond", merkte juffrouw Randolph op. „Ik verbeeld mij 'de misdadige i Catharina do Medicis naar ons te zien kijken i uit dat hooge venster bij' dón toren. l Dab was een passende inleiding tot do kennismaking met een van de grootste monu menten van Frankrijk, en nadat wij er nog ■eenige oogen'blifcken naar gekeken hadden, deed ik de auto keeren en reed naar de bin nenplaats van het Grand Hotel de Blois, waar tamme patrijzen het voedsel van dón grond oppikten, verscheiden honden, rond sprongen en vreemde vogels in aparte kooien schetterden en vochten. Bij den ingang stond de Fransóhmau met zijn .groote oogen en lange wimpers, die, .ons ziende, snel toe- i schoot om juffrouw Randolph te helpen bij. hét uitstappen. Ik werd letterlijk wee van dezen opper- vlakkigen, ingebeelden cael, die niets wist J van zijn eigen land. Het. vermoeden kwam bij me ,op dat hijhoewel een heer naar hot uiterlijk, niets anders was dan een gewoon gelukzoeker, of misschien nóg wel erger, j Toeval lag een mooi Amerikaansóli meisje ont moetend', dat per automobiel reisclo en geen ander geleide had dan eon 'dwaze volgzame tante, meende hij zeker dat ze gemakkelijk ten prooi zou vallen aan zijn bestudeerde manieren en lange oogharen. Wétend dat j wij naar de „Grand" .zouden gaan, ihad ik Almond gezegd' met den 9pyker naar de „France" te rijden, en daar mijn werk voor dien dag geëindigd was, wilde ik me juist daarheen begeven om .mij te verkleeden en te eten, toen ik juffrouw Randolph in de vestibule zag. Met een enkel woord vernam ik van haar, dat- dó mooiste vertrekken wa ren ingenomen door een rijk Engelschman met zijn dochter en dat zij tot haar ergernis zich tevreden molest stellen met tweede-rangs kamers. „En die arme .monsieur Talleyrand", eindigde zij, „heeft niet veel meer dan een. groote kast om in te .slapenTalleyrand! heette dus de Fransohman. „O, blijft hij hier?" vroeg ik. „En zijn plan was in eens door te gaan naar Biarritz." „Hij is van plan .veranderd. Chambond heeft zoo'n in druk op hom gemaakt, zegt hij, dat hij het jammer zou vinden de andere kasteelen niet te gaan zien, die van even .groote bet eekenis zijn Voor do geschiedenis van zijn eigen land'. Hij vroeg aan tante Mary o'f wij er 'ets tegen hadden dat bij -ze in ons gezelschap ■bezocht. Natuurlijk zei ze van niet." En dit. alles vertelde ze met. zulk een onschuldig gezichtje, dat i'k werkelijk gelóóf aan haar volkomen oprechtheid. „Wat zei ze?" vroeg ik, in mijn drift mijn positie vergetend. „Zij zeide", herhaalde juffrouw Ran dolph langzaam en deftig, „dat wij er niets tegen hadden als hij in ons gezelschap de kasteelen bezichtigde. Waarom zouden wij er wat tegen hebben De arme jonge .man zal ons geen kwaad, dóen, en hij heeft groot ge lijk zijn eig»n kasteelen te wil'leni zien, want daar heeft hij in ieder geval veel' meer recht op dan wij." Ik was nog steeds buiten mij zelf of juister buiten Brown. „Maar hoe :s heit. mógelijk, imijn beste juf frouw Randolph", was ik dwaas genoeg uit te roepen (te voren :had ik het. nooit verder gebracht dan tot een nederig juffrouw), dat u en juffrouw Kedison geloof kunnen slaan aan zulk ©en doorzichtig voorwendsel. De kasteelen „Ja, de kasteelen1", herhaalde pe, me zeer gevat het woord ontnemenden het ergste was dat ze volkomen gelijk had me flink op mijn plaats te zetten. ..Ik verbaas mij ten zeerste over je. Brmvm. Jo bent ©en uitstekend mechanicus en en ie hebt zoo veel gelezen en gerersd', dat je tevens een zeer goede gids bent, en omdat ik ons ge lukkig prijs dat wij je gevonden hebben, be handel ik je heel andei's clan een gewonen chauffeur. (Als .je eens had kunnen hooren op welk een toon zij dat „gewonen" uit sprak Ondanks mijn vernedering gaf het mij toch weer een beetje 'hóop, maar ik durf de mijn eerbiedig neergeslagen oogen niet op slaan). Maar je moet niet vergoten, alsje- 11)11 eft, dat je bent aangenomen voor zekere werkzaamheden en voor niets andere. Als ik ©en beschermer noodüg hób, behalve tante Mary, zal i'k je wel waarschuwen." Ik had liet wel kunnen uitschateren van het. lachen, toen ik het arme kind dat hoorde -/.eggen, maar ik bedwong me on waagdó het .alleen om op een toon van zoetsappige nede righeid, hopend daardoor de onbeschaamd heid mijner woorden te bedekken, te ant woorden „vergeef mij, juffrouw, ik hoop dat u zich niet bcleedigd gevoelt, maar zoo- aU u -zegt, ik heb nog al eens gereisd en .ik ken dó Fransdhen een beetje, /tij .begrijpen de Amerikaanscbc jong» damos niet- altijd ooo goed als „Zoo goed als de Engelsahen wil je zeker zeggen", beet ze me toe, terwijl haar gelaat, een uitdrukking van hoogheid aannam, die ik er nog nooit op gezien had. „Maar irion sieur Talleyrand, 'hoewel oen Franschman, is een gentleman.' j Dat kroeg ik te hooren, mijn jongen, en ik had er uit to verstaan dat ©en Fransch j heer op zijn 'minst genomen toch altijd1 nog oen eind boven ten Engclsoh werkman staat, en na dit complimentje draaide ze mij don rug toe en snelde de trap op met zulk oen geritsel van onzichtbare zijden kleoren, dat ik een gevoel kreeg of zelfs haar lókken vol verontwaardiging ruiischton. Ik had haar wel dóór elkaar kunnen schud den. en wat ik, naar mijn hótel gaande, al j bij mezelf zeide. zal <"k maar niet herhalen, de brievenzak kon er wel door in brand ge raken, en ik geloof dat brandbare zaken niet. worden toegelaten in 'het- postverkeer. lik hezwoer mezelf dat één zoo'n 'bestraffing ge noeg was. Als juffrouw Randolph zich gaarne in groote verlegenheid wilde brengen, moest re baar gang maar gaan, doch 'ik was niet van plan het kalm aan te zien, dat die glim lachende duivel haar en haar tante voor d'en gek hieid. Ik ging er morgen van door en i liet kon me geen zier scholen of ze mijn be drog ontdokte of niet. In diie stemming b'oef j ik ongeveer tien 'minuten, waarna ik begon I te begrijpen, dat als er spraJke was van een j duivel, er ook zoo een. 'onder mijn loeren ja- school en daJt als er oen door elkaar geschud' moest worden, het John Winsten was en niet dat aardige, kleine cling. Ik /was verplicht i op mijn plaats te blijven en haar te beschor- men, on of ze al dan niet wist, ibe-dherming t e behoeven buiten die van tante Mary (lieve hemel), deed er niets'tóe. Daarenboven was het voor h,t oogenlblik do ©enige manier om in haar gezelschap te vertoeven, en waar Talleyrand was, daar zou ik ook zijn, zoolang hij In haar nabijheid blerf. I Word vervul yd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1