9S4. Tweede Blad.
5de Jaargang.
Zaterdag 16 Maart 1907.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Kranige Chauffeur.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummersU.U5.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor
's morgens bij de Uitgevers m te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 15 regels0.75.
Elke regel meer0.15.
Oroote letters naar plaatsrnimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bil abonnement Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
op Woensdag. 3 April 1907, van des middags 12
tot 12£ ure, ten Raadhuize gelegenheid zal wor
den gegeven om ten overstaan van eene Com
missie uit het College van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, bezwaren in te brengen tegen de
door het Departement van Oorlog voorgenomen
uitbreiding van de Hoefsmidschool in net per
ceel, kadastraal bekend gemeente Amersfoort,
«ectie B, no. 1792, ter vermeerdering van de
bestaande vuren met twee dubbele smidsen.
Amersfoort, 15 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESK. WUIJTIERS.
Buige me es ter en Wethouders van Amersfoort-,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
ingevolge de wet van 8 November 1815 (Staats
blad no. 51) alle vorderingen ten laste van het
Rijk over het jaar 1906 vóór den 1. Juli e. k.
moeten worden ingedaend bij de autoriteiten,
door wie de bevelen tot het doen van leveran-
tien zijn gegeven, en dat de belanghebbenden,
die hiertoj^_van de tusschenkomst van het ge
meentebestuur wensohen gebruik te maken
hunne declaration vóór den 30. Juni a. s. ter
Secretarie behooren in te leveren.
Amersfoort, 15 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
OOST-INDlE.
Midden-Celebes.
Blijkens een uit ederlandsch-Indië
ontvamgen telegram is bij de vermeestering
van het Allah rotacomplex in Midden-Celebes
1 inlandsche militair gesneuveld, en zijn
ewaar gewond 2 Europoeeche en 1 inland
sche, era liohit gewond 7 i-.landsche militai
rera, allen beneden den vang vara officier.
De vijiamd liet 280 Wooden, waaronder vele
hoofden van het verzet, e 65 geweren ach
ter.
Gevangen genomen were. 72 mannen en
200 vrouwen.
„Het Allah-rotsoomplex is te zoeken in
de z.g. Sidenrengsche Toradjalanden te wieten
in het midden der lijn, welke te trekken zou
zijn tusschen de Golf van Mandar en de
Paloppo-baai.
Uit een telegram d.d. 13 Februari j l
weten wij, dat de beruchte Poeang Tikoe
zich naar dat rots-complex teruggetrokken
had, nadat hij uit andere in den omtrek
gelegene was verdreven.
Of hij thans, levend of dood in onze han
den gevallen is, blijkt uit het ontvangeu
telegram niet. Het is niet waarschijnlijk, an
ders zou het er wel bij vermeld staan.
Gelijk men zich herinneren zal, is hij het
invloedrijk Toradja-lioofd, die van de eene
versterking naar de andere verjaagd, onze
krijgmacht maandenlang bij Baroepoe bezig
hield, welke buitengewoon sterke vesting
eindelijk door een geregeld beleg bedwongen
werd (26 October). Poeang Tikoe werd toen
door den gouverneur van Celebes, overste
Swart, die zelf bij de overgave tegenwoordig
vas geweest in genade aangenomen hopen
de van zijn invloed ten bate van het bestuur
gebruik te kunnen maken. In het begin van
Januari echter ontvluchtte hij uit het hem
tot verblijfplaats aangewezene Tondong, en
hoewel men aanvankelijk meende, dat hij
zich geen aanhang meer zou weten te ver
werven, heeft de ondervinding anders ge
leerd.
Welk een invloed hij nog bezat blijkt ge
noegzaam uit de groote massa volk, welke
zicli mot hem in het thans vermeesterde Al
lah-complex had teruggetrokken. Het tele
gram maakt toch melding van 280 dooden
ei een ovefn groot aantal gevangenen.
Waar het te bejammeren valt., dat zoovele
slachtoffers worden geëischt, heeft het an-
dtrsdeels zijn goede zijde, dat deze, wat ter
rein en bevolking betreft, tot de moeilijkste
doelen van Celebes behoorende landstreek,
een bijzonder flinke beurt zou krijgen en
men gedwongen zij den eenen hoek na den
anderen terdege schoon te maken. Onze
krijgsmacht blijkt tot dit moeilijke werfc
zeer goed in staat en lijdt daarbij slechts
zeer geringe verliezen.
Eenmaal meester van de schuilhoeken
zijnde, zal de arbeid om ord« en rust ra
het land te bewaren ons bestuur veel min
der inspanning kosten."
Het opstootje te Btron.
De Soerabajasohe dagbladen, die speci
ale correspondenten zonden naar de plaats
der onlusten, bevatten uitvoerige verslagen
van het gebeurde. De Java-Bode heeft er
het volgende relaas uit samengesteld
De extra-trein, die den 30en Januari 's mor
gens om 11 uur van Soerabaja vertrok, nam te
7*ert,06ono den resident van Kediri op en kwam
te 1.45 in den middag bij Baron aan. Op ver
zoek van den resident werd doorgestoomd naar
een i unt, 3 kilometers voorbij Baron waar men
zich vlak bij het terrein van het oproer bevond,
op nauwelijks één kilometer afstand. Op de
spoorbaan werd uitgestapt. Hier vond men den
c. ïiroleur van Kertosono, den recent van Ber-
bek en eenige politiemacht. Verder waren in
zeer grooten getale gewapende bevoL:ngspa-
trouilles aanwezig, die de .-erwegen -■> den
spoorweg en de signalen bewaakten en verder
een cordon vormden om het huis, waarin zich
de oproerlingen bevonden. Tot van een afstand
van 25 paal was de bevolking opgeroepen en
naar schatting werd het cordon gevormd door
circa 5000 man.
Gelijk gezegd, was de afstand van de spoor
baan tot het bamboehuis, yaarin zich de op
roerige lieden ophielden, zeer gering, zoodat de
troepen reeds omstreeks 2 .ur in den middag
vóór de woning stonden.
Alvorens te verhalen, hoe het verzet gedempt
werd, het een en ander over het in den morgen
gebeurde. De assistent-resident un Berbek, de
regent van Berbek. de controleur van Kertosomo
en eenige wedono's met hunne oppassers na
derden het huis. Toen de heer Henny-de lieden
sommeerde zich over te geven, kwamen zij naar
buiten en omringden de bestuursambtenaren
met hunne weinige helpers. Dezen bevonden zich
toen in een benarde positie.
De assistent-resident Henny werd aangegre
pen en, vóór hij zich verweren kon, zwaar ver
wond eenige oppassers droegen hem weg. Een
d wedono's, die van Berbek, ontving een zwa-
r.i houw met een klewang onder in den hals
en was kort hierna een lijk. i/e wedóno van
N.gan <ek werd aangegrepen en naar binnen
gesleept, waar hij -.rera getintjangd. De onge
lukkige werd gekorven als een visch o. a. had
hij breede s.ieden over de borst zijn later in
de open lucht gevonden lijk bood een afgrijse
lijken aanblik.
Een aasistent-wedono werd op liet erf gewond.
De controleur had er bijna et leven bij inge
schoten één der oproerlingen had hem reeds
in «'e borst gegrepen om hem een slai toe te
brengen, toen de regent ztin revolver op den
aanvaller richtte en den i an neerlegde.
De controleur en de regent zagen z'ch genood
zaakt te retireeren. Er as geen tijd om ae leeg
geschoten revolvers opnieuw te vullen. In twee
richtingen trok liet gesplitste troepje terug, op
de spoorbaan af. Toen hier een trein uit het
Westen aankwam, wenkte de controleur om halt.
te houden, hetgeen geschiedde. Men begaf zich
nu naar Kertosono, om hulp te gaan halen en
de bevolking te waarschuwen
Van alle kanten kwamen lieden toesnellen en
de Europeanen deden braaf mee. Hun wapens
vertoonden een bonte verscheidenheid, zooals
licht te begrijpen is.
Onderweg, voordat men voor het erf van
Dermodjojo kwam. zag men op verschillende
plaatsen de vreeselijk verminkte lijken van 2
kampongpolitiemenschen on den weg liggen.
Ove 1 heerschte een drukkende stilte. Aan de
velden werd niet gearbeid, de huizen waren pot
dicht gesloten, op de erven, waar men langs
schreed, nergens bewoners tzien hef was een
lange warme tocht. Luisterde men goed, dun
kon men een zacht gegons van menschelijke
stemmen vernemen, ian tijd tot l d afgewisseld
door gefluit, 1 lijkbaar signalen van de muiters.
Nog een hoek van den weg omgeslagen, werd
(iet gegons sterker in tusschen zag men al het
kolossale huis van Dermodjojo. den hoofdmui-
ter, staan meer nabij gekomen zag men vóór
den ruimen pendopo, van voren slechts ge
opend, tal van menschen. oogenschijnlijk een
dertigtal, met lansen, krissen en zwaarden heen
en weer loopend. La illalah roepend, anderen
weer krijgskreten uitstootend.
Eindelijk kwam men voor het uitgestrekte erf.
van den weg door een lagen levenden pagger
gescheiden, ae erf poort was geopend. Heel ra de
verte zag men hier en daar, ver in den omtrek
van de woning, de punten van de lansen der
dcsapoliti' in de felle zon schitteren.
Het wa6 toen bij half drie. Dermodjojo stond
vooraan, met zjn zwaard zwaaiende, omringd
door zijn volgelingen, maar schreed niet vooruit,
led v een zweeg, net was een drukkende stilte.
Toen hoorde men door den resident in goed Ja-
.vaansch de bende toespreken, hen aanmanend
de wapens neer te leggen daarna de regent
toen weer de resident, steefe herhaalde malen
afwisselend. De troepen werden onderwijl in
twee verspreide gelederen voor den pagger ge
plaatst
Wij, niet-militairen, allen tusschen de man
schappen. Vele minuten werden nog gewacht
6terker zwaaiden de muiters met hunne zwaar
den. Men mocht niet langer talmen en de
geweren werden geladen, een kort bevel „vuur!"
een knetterend geluid daarop, en een 10-tal
muiters beten in 't zand. De hoofd... titer viel
onmiddellijk dood i eer met een kogel in het
hoofd. Verscheidene die neervielen, richtten
zich weer op, weer zwaaiende met de zwaarden
en krissen- Nogmaals werd hun toegeroepen
zich te onderwerpen, maar vergeefs, een tweede
salvo knetterde nog meer vielen ter aarde.
Velen vluchtten in het huis, slechts twee ble
ven blijkbaar ongedeerd, standhouden, maar
een paar goed gerichte schoten deed hen ter
aarde tuimelen.
Het vermoeden, dat de muiters van vuurwa
pens waren voorzien, bleek niet bewaarheid.
Voorzichtig, stap voor stap, drong een gedeelte
van de troepen het erf binnen bet grootste ge
deelte bleef voor het erf, om voor een overval
in den rug op zijn qui vive te blijven.
Het eerst, wat men od het erf een weinig
link6 zag. was het vreeselijk verminkte lijk van
den wedono van Ngandjoek. Het hui6 werd om
singeld, een van *de getroffen muitere trachtte
n g met zijn zwaard om zich hem te slaan, een
goed gericht genadeschot maakte een einde
daaraan.
Toen werd het huis-staande uit een
drietal vrouwen familieleden van den
hoofdmuiter, en nog enkele vluchtenden, die
min of meer gewond naar de sawahs en riettui-
i,en trachtten te loopen, maar door het cordon
van de desapolitie werden opgevat.
Op het erf naast dat van Dermodjojo, in een
atappen hui6. werden nog tal van vrouwen en
kinderen en een 3-tal muitere verborgen gevon
den w. o. ook een hoofdmuiteling. Men zou
hem kunnen noemen den 2en chef van de ben
de. een familielid van Dermodjojo, genaamd
Sonidi, die een schampschot aan het. hoofd be
komen heeit.
In het geheel heeft men15 gesneuvelden
7 zwaar gewonden 66 gevangen genomen.
Lit maakt 88 lieden. Waarschijnlijk moeten
hierbij nog enkelen worden opgeteld, doch dui
delijk is het, dat het getal oproerlingen beneden
100 is geweest. Het getal 500, dat genoemd
werd, is dus voor vier vijfden het resultaat van
de menschelijke verbeelding.
De gewonden zagen er vreeselijk uit. Eén van
de lieden had een schot in den schouder ge
kregen dat gedeelte van het lichaam was uit-
eengesciieurd en de arm hing er bij te bengelen.
Behalve de officier van gezondheid De Koek.
die met een ziekenoppasser (geen verpleegster,
zoo lö gemeld werd) naar Baron was mecjegaan.
hadden zich derwaarts begeven de geneesheer
van Kediri, dr. Van 3uuren. en een pleegzus
ter De laatsten keerden des avonds naar Ke
diri terug de heer De Koek en zijn helper zijn
nog gebleven.
Te kwart over vijf mancheerde de troep van
Baron af en om 6 uur vertrok de extratrein, die
zoo lang gewacht had De Chinecsche adminis
trateur van do suikerfabriek Barong had, ge
dreven door zijn dankbaarheid, gezegd voor
rijst met vleesch, alsmede de noodtgc dranken.
Te 8.40 in den avond was de troep te Soerabaja
terug.
Onder de oproermakers was een jongetje, dat
merkwaardigerwijze door geen enkelen Icogel ge
raakt werd. Het ventje liep na het tweede salvo
kalm weg en werd kort daarna opgevat. Hij was
uiterst rustig geen zweem van onwinding werd
bij hem waargenomen.
Nadat de oproerige lieden gevlucht waren
deden zich nog eigenaardige tooneelen voor. Zóó
werd er één opgebracht door een penghoeloe.
die niet minder dan 200 mensch. a om zich heen
had. Het is begrijpelijk dat de gevangene niet
ontvlucht is.
De lijken der gesneuvelden waren op rijen ge
legd dat van Dermodjojo bevond zich in net
midden. Hij was een oude man met grijze haren,
zeer welgesteld, zooals de aanwezigheid van
koeien, karbouwen, enz. op het erf bewees.
Sommige lijken waren vreeselijk verminkt, van
een was de kaak weggeschoten.
Achter het huis bevindt zich een riviertje, dat
men moet overgaan om ra de riettuinen te ge
raken. Wanneer een oproerling werd gevonden,
ging een gejuich op. Met de gewonden werd
door de inlanders even ruw omgesprongen als
de geneesheeren hen zorgvuldig behandelden
Ik zag een gewonde, die ternauwernood nog
leefde, en die toch nog werd geslagen en bij zijn
haren voortgetrokken- Een ander werd aan
zwakke bamboes 'gebonden en zoo door politie
oppassers weggebracht. Bij sommigen kwamen
de ingewanden te voorschijn, doch dit scheen
de Javaan6che rpeurdere met pieken gewapend,
koud te laten.
De eigenlijke bevolking dit is klaar ge
bleken had met 't opstootje niet te maken-
Ontevredenheid is niet aan 't licht gekomen.
Men deelt aan de Nieuwe Soerab. Courant
mede. dat wellicht een verklaring voor het op
roer kan verkregen worden door het volgende
feit
Dermodjojo was bij herhaling, tegen den zin
van het inlandsch bestuur, bij meerderheid van
stemmen, tot petinggi gekozen, doch telkens
was de verkiezing te niet gedaan en werd een
ander benoemd.
Dat heeft kwaad bloed gezet, niet alleen bij
Dermodjojo, maar ook bij de bevolking. Te
recht? Dat dient onderzocht.
Nu wilde het geval dat de zoon van Dermod
jojo niet lang geladen droomde dat zijn vader,
de rijkste man van de desa, radja worden zou.
Dat was een gebeurtenis en Dermodjojo ge
loofde daaraan x>zeer, dat hij twee karbouwen
slachten liet. zonder vergunning van het be
stuur. Dat was niet meer noodig, naar ztjn oor
deel.
Daarvoor werd hij voor de rol gebracht.
Toen was de maat vol en werd nog slechts
gewacht op een gunstigen dag om de beweging
te beginnen.
De Locomotief van 2 Februari schrijft aan
het slot van een hoofdartikel over den opstand
te Baron
,,Wij hebben vooralsnog onze beschouwingen
beperkt tot het feit dat ook de opstand te Ba
ron voor het Europeesch bestuur eene verrassing
was dat men tevoren niets wist en pas ge
waarschuwd werd door de inlandsche beambten,
toen het te laat was. Naar de oorzaken van het
oproer en in 't bizonder naar den. invloed dien
de nabyhe-id der Chineesche suikerfabriek Baron
op het gebeurde kan hebben, hebben wij een
onderzoek ter plaatse ingesteld, dat echter op
dit oogenblik nog niet geheel beëindigd is. Zoo
spoedig mogelijk zullen wij den uitslag van dat
onderzoek mededeelen."
•rettaHratla van a«n au4e kark.
Men schrijft uit Epe op de Veluwe
aa.ii De TeJ.
Dooi kerkvoogden en notabelen der Her
voin.de gemeente is alhier uit de inwoners»
een commissie aangewezen, met het doel
gelden 'bijeen te zamelen tot liet horstellen
van bei" overoude kerkgebouw, dat t.haras in
vrij vervallen toestand verkeert, en, hoewel
in- en uitwendig eenvoudig van vorm, toch
uit een bouwkundig oogpunt zijn belangrijk
heid heeft..
De kerk is hoofdzakelijk uit tufsteen op
gebouwd en bestaat uit een vierkanten to
ren. waarin vroeger de hoofdtoegang was,
een middenschip met twee zijschepen, door
steeueu kolommen in vier traveeën verdeeld
en een in 't verlengde van 't middenschip
gelegen koor, hetwelk door een halven zes
hoek wordt afgesloten
De toren is door een achthoekige spits
bekroond, terwijil do schepen en 't koor on
der éér dak zijn geplaatst.
'I Jaar der stichting is niet bekend Maar
uit een schrijven, van Godefridus, bisschop
van Utrecht, in 't jaar 1176, blijkt, dat het
toen reeds bestond. In het Privilegiën'boefc,
biz 7, word het de moederkerk genoemd van
Hergke (Heerde), Gaesberg en Verrichten,
aan welke doppen veroorloofd werd, zioli af
te scheiden en een eigen kerspelkerk te Heb
ben, terwijl aan Fasen (Vaassen) en Unen
(Oene) werd bevolen de kerk te Epe als hun
moederkerk te beschouwen en mee te onder
houden
Uit de architectonische vormen blijkt, dat.
het voorgedeelte met toren 't oudste is
later iö 't middenschip met de zijschepen en
eindelijk 't koor gebouwd. In den toren
komen nog Romaansohe vormen voor
De commissie heeft zich verzekerd van do
voorlichting en raad van den heer I. C.
van Dorssen Az., architect en hoofdleeraar
aan de Academie van Beeldende Kunsten
en Technische Wetenschappen te Rotter
dam. die bereid is bevonden de noodige
planner te ontwerpen.
De in- en uitwendige herstelling zal to
taal f 10.000 kosten, waarvan reeds een be
drag van f 3708.25 aar» vrijwillige giften,
is toegezegd.
School- en Kerknieuw*.
Na het overlijden van professor Bakhuis
Roozeboom is <len heer J. J. van Laar, privaat
docent in de mathematische chemie aan de ge
meentelijke unirereiteit te Amsterdam, voorloo-
pig de voortzetting opgedragen van prof. Rooze-
boom's college over de phasenleer.
Na het bedanken van prof. Sehreinemakere
voor den hem aangeboden leerstoel is voort-s
dezer dagen door de doctorandi en candidaten
in de chemie te Amsterdam tot curatoren oen
adres gericht dat ondersteund zal worden
door een adres van adhaesie, geteekend door
ccn aantal oud-leerlingen van tien heer Van
Laar waarin aan curatoren verzocht wordt,
onafhankelijk n de vervulling der hoofdvaca-
ture, vooretellen te willen doe» tot het instellen
van een buitengewonen leerstoel voor de theore
tische chemie en eventueel tot het bezetten
daarvan den heer Van Laar, den j&renlangen
raadsman op theoretisch gebied van wijlen prof.
Roozeboom, uit te noodtgen. (N. v. <L D.)
van C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Naar het Amerikaanseh
20 DOOR
Mrvrouw HEUVELINCK
En de gedachte diait Brown in de schuur
snep en als het ongeluk daar gebeurd was,
hij in zijn slaap ha<d kunnen verbrandengaf
me een gewaarwording (als zou ik flauw
vallen, enkel maar dloor het mij voor te
stellen
Maar ilk viel niet flauw. Ik vloog de ka
mer uit .zoodra dik mijin langen], met bont
gpvoerden rijibuigimanteli, over mijn „nacihit-
costuum" ihiad aaulgetroikken, en schreeuw
de zoo hard ik kk>n „Brand maar ik ver
gat in helt Fransch te sobreeuwenl, dlus kooi
den de menschen ,.in dé boerderij niet. wetten
wat er te dloen was, .tenzij ze van uit hunne
rameni thed Jicht hadden gezien. Hoewdl liet
donken was in het huis, wisM, ik de trap af
te komen en ,de deur te vinden, die wij den
vorige» avond alien tegelijk waren binnen
gegaan Niemand was nog vereclienen, (wel
meende ik tante Mary ails een dólle te hoo-
ren gillen) waaruit ik opmaakte, dat voor
den boer en zijn vrouw de dagtaak op het
land al was begonnen, want de Pnansche
boeren staan geflïjk met den dageraad op,
soms nog vroegen-.
Ik rukte de deur open. en het licht van
het ,*Uur scheen me vlak in de oogen», die
juist gewend waren aan de duisternis in de
gang. Daar verhief zich de vuurkolom, jooo
hel en recht en .hoog als oodt, zonder dat
mwdidenin zelfs ihe|t geringste spoor van den
wagen te zien wias, .maar scherp afgeteekend
tegen het gouden schijnsel van dë vlam, zag
ik een lange, izwarite figuur Brown Hij
stond onbeweeglijk, bedaard itoe/zicmle en
op vdat oogenibliik met zijn handen in. zijn
zak, in plaats'van 'te trachten het vuur te
1 doovenIk was als niet .stomheid geslagen,
want onder alle omstandigheden had hij al
tijd raad weten .te schaffen.
Ooi: ik 'bleef onbeweeglijk staan, want
werkelijk, ik was verbaasd. Tante Mary had
een van de vensters opengemaakt en leed i
aan een. .zenuwtoevalmeneer Talleyrand j
scheen me op "de hielen gevolgd, 2ooals later
bleek, maar op dat oogen blik jpiét ik hól
niet
Het. luid geloei van do vlam, gevoed! dioor
gallons benzine, klonk inl mijn ooren, maar
het eeniige ,wat werkelijk indruk op me
maakte, was Brown met zijm handen in zijm
zak, terwijl anijn auto in ,brand stond. Ik
hield niét van hdt ding. tenhninste n'iet
meer, en den vorigen avond had ik 't op al
les behalve damesachtige manier behandeld,
maar 't zou me onmogelijk geweest zijn Jhot
ra vlaimmen ite aienl opgaan zonder hulp .te
bieden
„O Brown'" hijgde ilk, .naar hem toeloo- i
pend, zoo dicht bii hem dat he*, vuur haast 1
mijn gezicht schroeide. „O, Brown, hoe kun
je dat doen? Iedereen zal denken, dat je
blij bent." I
„En dat is hij'" ,riep een stem in het
i
Fransch acKter mij. „Hij heeft' uw auto-
mobiel in brand gestoken, mademoiselle.
Ik zelf zag het liera doen."
Ik draaide mij, om, en daar stond meneer
Tallevrand, er zeer schilderachtig uitziende
in een tooneël-negligé en beschenen door den
hellen vuurgloed precies een vertoonüng
op de planken.
Birown keerde zich oan, en op hetzelfde
oogenblik ginlgen, zeker door gclbrek" aan
benzine, de vlam/men ploitselling] uit; en 't
werd wonderlijk étiil na. het wioeden. van het
vuur, dat als een stormvlaag had gehuild.
Hot. houtwerk van het .rijituig, de banken,
het bovengedeelte, dé houten wielen; alles
was verdwenende vlammen hadden het
verzwelgen en verteerd Van mijn mooi ge
lakte, deftig© automobiel .was niets overge
bleven dan wat gebogen, en gekronkelde
stukjes rood-g.loeiend ijeer. En wij zelf zullen
er ,111 den valen morgeuHtoud wel uitgezien
hebben als heksen, vorschijnlemcl op een ge
heime god'delooee samenkomst. Het uitgaan
van het .licht maakte een eeniigiszins belache
lijk effect. Toen meneer Talleyrand zijn be
schuldiging' Browm naar het hoofd slinger
de, ging zijn kin de luoht in en deed de
vuurgloed zijp oog en glinsteren als vonken.
Maar tegelijk mett het. diooven vart hdt vuur
stierf de glans wog en een loelijlke asch-grijze
kleur overbopg zijn gelaat. Een minuut later
kéék ik naar Brown, nu glooiden zijn oogen.
maar hdt licht soliecó inwendig te branden.
Ik weet .niet. of ik u schroef dat Brown
zoo'n knap uiterlijk hoeft, eigenlijk veel te
luiap voor iemand die chauffeur is. Zijn ge
zicht ii als zijn maam. bruin, zijn oogen zijn.
ook bruin en kunnen bijna spreken. Onwil
lekeurig lat. men! die dingen1 op, al ds ,het
dan ook bij je eigen chauffeur ,\Vas hij geen
chauffeur, dan zou mem hem voor een heer
kunnen houden. Ja enkele dingen ui het le
ven zijn werkelijk jammer! Enfin, niets aan
•te doen.
Brown koek meneer Talleyrand strak aan
en aeade: „U 'bemt een leugenaar." Lieve
hemel, ik dacht, dlat er moord pp zou vóligera.
Meneer Talleyrand sprong op hem af. 1
„Schurk, verachtelijke kérel, canaille!"
siste hij tusscJien zijjni tandem, en 'bevend
over zijn geheele lichaam. c„Beleedigct te
wordei cloor een Enigelsohen ploert, een ge
wonen chauffeur, die .door een heer niet ter
verantwoording kan, wordeni genoepen, eera
brandstichter
Hier viel Brown hom in de rede mét een
„zwijg'" waardoor ik bijna opsprong. En
de vermakelijke zijde van het geval .was,
dat hij de heer scheen en me peer Talleyrand
de ploert precies een kleine, gemeene
ploer. ofschoon hij werkelijk mooi is en
wimpers heeft, die men met de el zou kun
nen uitmeten D!ait ontzagwekkende „zwijg!"
smeed de iwoorden .van zijn. lippen, als nam
do wind ae .mee. en terwijl! hij Itrachtt© op
adem te kamen., deed Brown een tweeden
uitval, ditmaal gericht tot mij.
„Gelooft u wat die lafaalrd' zegt?" .wierp
hij me toe, zonder er „juffrouw" bij te
voegen. Ontsteld door den strijd tusschen
de twee mannen, snokte ik in mijn opge
wondenheid in plaats van tc antwoorden
weiiicht dacht hij, zwijgen is koestemmen
een heel ouderwotsche theorie, vooral als het
meisjes bétreft Hoe <Tau ock, hij scheen drie
of vier duim grootcr te worden en zijn kin
werd zuiver vierkant. „iMijilen ver van de
gedachte om uw automobiel te verbranden,"
zei hij (elk woord leek wel een ét uk ijs). „Ik
ben naar Amboise geweest />m een motor
rijtuig voor u to huren en prees mcoelf al
gelukkig dat tk dien van mijn ouden mees
ter heb kunnen krijgen.. Aangezien die tocht
den geheelen nacht in beslag' heeft geno
men, ontbraïk hot mij werkelijk aan tijd
om zulk .een plan itc smeden!, zélfs al was
er redci» ivoor geweest-, en 'behoorde ik tot
die soort mannen, geschikt en (genegeni voor
zulk werkIk hoopte dait u me tot zoo
iets niet in eitaait zou achten. Maar daar"
hij wees tiaar dé openstaande poort
„staat de auto van mijn meeéter op den
weg en de motor is nog warm genoeg om
u te 'bewijzen
„Ik heb geen bewijs noodng," -ein
delijk 'had tk inijn étcm weer tot mijn ge
bruik „Naituwrlijk weet jk dat je mijn
wagen niét an 'brand liébt gestoken
„En als ik p toch zeg dat ik het hem
zag doen," viel meneer Talleyrand in.
„Bfu!" zei ik, omldait gieen enkel woord
in mijn geest- kwam cl alt. beter" doel kon tref-
fom Mét een ,paar passen, etoidd ik naast
Brown en vervolg)d© haasitiig „Het- hinderde
me zoo je met je handen in je ,zak or bij
tc zien staan. Dat /leek hoelemaal niet. op
je manier vanl doen 7'
Word vervolgd.