S3.
Donderdag 21 Maart 1907.
~B UIT EN LAN D
FEUILLETON.
De Kranige Chauffeur.
9** Jnariaag.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABOmriHBIf TBPBIJg
-»««»»■ imnlHrt1 l.M.
Ar«inl«HW iwMH«.«9.
Dm Oomat TWMhjjDl Dagaljk., mat aitaoadariag iu
Z©»- «a Vaartdagen.
Admededteliagen «na, gektr* man tMt 1% nr
Morgwu b| d« Uitgever* k «e teudta.
Uitgevara: VALKHOFF C<».
UtraohteahMtraat 1. Intercomm. Talephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTEHTIJÈJf
V*a 1—5 regel*f 9.79m
like regel meer-
Groot® letter* naar plaafcrnimte.
Voor handel en bedrijf bestaan Toordeelige bepaling*» krt
het herhaald adrerte&ren in dit Blad bij abonnement. MM
oironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aan
toegeionden.
Aan hendie met I April
a. s. op dit blad inteeke-
nan, worden de nummer» die
gedurende de maand Maart
nog zullen verschijnenKOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
Bulgarije na den msord op Petkow.
De leemte, die door den tegen Petkow ge-
richten moordenden kogel was ontstaan in
de regeering en het voi*stendom Bulgarije,
is weder aangevuld. Aan het hoofd van het
nieuwe kabinet, waarin meerendeels de leden
van het oude kabinet zijn overgegaan, is
de voorzitter van de Kamer Gudew opge
treden, een vriend en geestverwant van den
gestorven staatsman. De regeering zal in
Petkow's geest verder worden gevoerd. Maar
men zal moeten afwachten, of dit nieuwe
ministerie in de volksvertegenwoordiging
den steun zal blijven genieten, dien het
tot dusver had. Gemakkelijk is zijne po
sitie niet; het heeft eene krachtige opposi
tie tegenover zich en zal waarschijnlijk er
mee moeten rekenen, dat de aanhang, dien
het tot dusver had, het niet trouw zal blij
ven. In de Voesische Ztg. wordt de toe
stand zoodanig gekenschetst, dat de Stam-
boedo wasten, die nu aan het bewind zijn, de
overwegende meerderheid bezitten in de So-
branje, maar de overwegende meerderheid
van het land tegen zich hebben, en dat ook
de vorst volstrekt niet meer onvoorwaarde
lijk aan hunne zijde staat, omdat hij schran
der genoeg is de gevaren niet te miskennen,
die uit de voortzetting van de tot dusver
gevolgde regeeringsanethode kunnen ont
staan.
Over de stemming van vorst Ferdinand
doet de Neue Freie Prosse eeniige medodee-
lingen, die steunen op gesprekken, die de
vorst te Wenen heeft gevoerd toen hij daar
op zijne doorreis om terug te koeren naar
zijn land nadat de doodstijding van zijn
eersten minister hem had bereikt, een dag
vertoefde. Daarin wordt opgemerkt, dat de
vorst den indruk maakte van groote neer
slachtigheid. Hii schijnt er van overtuigd te
zijn. dat de vermoording van Petkow een
zeer ernetigen poldtieken achtergrond heeft.
Volgens de opvatting van den vorst lijdt
de regeering van Bulgarije onder de groote
moeielijkheid om eenerzijds naar den wensch
van de mogendheden en tot tevredenheid
van dezen het verlangen van zekere heet
hoofdige elementen in Bulgarije naar eene
verandering van den toestand in Macedonië
te beteugelen, en aan den anderen kant
breede kringen van het Bulgaarsohe volk
te ontstemmen, wien een krachtiger optre
den voor de rasgenooten in Macedonië, al
ware 't ook in een oorlogsconflict, welkom
zou zijn. Met ijzeren hand heeft Petkow
alle elementen tegen gehouden, die de rust
in Macedonië willen storenhij heeft daar
mee ook lof verworven van de Europeesche
kabinetten, maar groote ontevredenheid
verwekt onder de Bulgaren zelf. Dat nu
deze ontstemming tegen hem hand over hand
is toegenomen, dat de ontevredenheid zich
in daden zou kunnen uiten, schijnt in de
omgeving van den vorst reeds sedert lang
te zijn gevreesd.
Reeds sints maanden heeft de regeering
van den vorst eene groote beroering in het
land kunnen comstateerenDe straf, die
werd opgelegd aan professoren en studenten
van. de universiteit te Sofia, nadat de demon
stration in den schouwburg waren voorge
vallen, zouden niet zoo streng zijn uitgeval
len, wanneer niet de vorst en zijne regeering
de overtuiging haddon gekregen f dat onder
de studenten van de hoogeschool eene zeer
radicale stemming hecrschte. In de vergade
ringen van de studenten werd niet alleen
het vermoorden van de ministers, maar ook
dat van den vorst zeil besproken, en het
einde was, dat de regeering overging tot het
ontslag van alle professoren, een maat
regel, zooals nog yooit tegenover ééne hooge
school ter wereld door een-ige regeering ge
nomen is.
Wanneer de regeering zoo handelde, dan
meende zij dit te moeten r' als eene daadi
van wanhopige 'noodweer, ""elen van d© weg
gezonden studenten zochten de hoogeschool
van Belgrado op; z.j hielden op vreemden
grond hunne bijeenkomsten, en men was in
Sofia voldoende ingelicht ever den dreigen
den en gevaarlijken aard van deze bijeen
komsten.
De regeer mg van vorst Ferdinand had
ook de overtuiging gekregen, dat vam Rus
land uit afgezanten in Bulgarije optraden,
die het land in revolutionairen zin bewerk
ten. Het was niet zooals in de dagen van
vorst Alexander van Battenberg en van
Kaulba-rs, toen de Ilussisc" regeering zelve
de hand in het spel had om in Bulgarije on
tevredenheid met den bestaanden toestand
te klweeken. Niet de Russische regeering,
maar revolutionaire, om niet te zeggen anar
chistische elementen spreidden en spreiden
het net van hunne beweging over geheel Bul
garije uit en preekten in Bulgarije vorsten-
en minastermoord. Dat doen zij nog naar de
opvatting van vorst Ferdinand en. zijne re-
geeriug.
De kabinetten schijnen ook van Sofia uit
ingelicht te zijn over den waren toestand in
Bulgarije en zich geen illusie te maken over
den ernstigen toestand waarin vorst Ferdi
nand zdoh bevindt. Wel kon de vorst juist
in de laatste maanden aan zijn land menig
bewijs leveren, dat hij op zijne vele buiten-
landsche reizen niet zonder succes opkomt
voor de belangen van Bulgarije en dat hij
veel bereikt heeft, zooals bijv. de afschaf
fing van de capdtulatiën. blaar dat alles
schijnt de klimmende opgewondenheid in
Bulgarije niet. tot staan te hebben gebracht.
Vorst Ferdinand zal veel 'geestkracht noo
dig hebben om vast te houden aan de po
litiek der laatste jaren, die, zich aansluiten
de bij de tradiltdën van Stainiboelow, goede
betrekkingen met Turkije wil onderhouden
en voor het Bulgaarsohe element in Bulga
rije slechts door tusschenkomst van de mo
gendheden goede uitkomsten tracht te ver
krijgen. Maar deze politiek der bezon
nenheid wordt meer gewaardeerd in Europa,
dan zij populair is in Bulgarije. Breede
kringen in Bulgarije zouden de voorkeur
geven aan eene politiek, die in Macedonië
actief optrad, den Russischen invloed boven
alles stelde en pansla-vistische neigingen be
verderde.
Vorst Ferdinand schijnt- ook verder ge
zind te handelen in den zin van eene poli
tiek, die Europa ter wille is en den vrede
aan den Balkan niet bedreigt. Maar de
gevaren van den toestand zijn niet te on
derschatten. De vorst ziet, aan het einde
van het twintigste jaar zijner rejgeering,
eenigszins somber in de toekomst. Zich wel
bewust van de groote vorderingen, die Bul
garije onder zijne regeering heeft gemaakt,
vraagt hij zich bezorgd af, of hij als loon
voor zijne bemoeiingen ten behoeve van het
land niets anders zal oogsten dan persoon
lijke onveiligheid voor zich en zijne minis
ters.
DuNeeèhmd.
Berlijn, 20 Maart. De Rijksdag benoemde
in zijne vergadering van heden het voorloo-
pig presidium definitief voor den duur van
de geheele zitting. De voorloopige begroo
ting werd aangenomen, waarna de rijksdag
uiteenging tot 10 April.
Bij de belba.nidel.ing van do interpellatie
van de Foolsohe fractie in den rijksdag
over d? verwijdering van Boolsche leerlin
gen uit de inrichtingen van ihooger en mid
delbaar onderwijl wegens deelneming van
hunne jongere broertjes of zusjes aan de
schoo'staking bij het godsdienstonderwijs in
de lagere school, verklaarde staatssecretaris
Posadowéky, dat de rijkskanselier weigerde
de interpellatie te beantwoorden, omdat zij
eene zuiver Pruisische zaak betrof.
De Poolsche leden hadden gelegenheid
hun hart te -luchten over dezen maatregel.
De firma Tippelskiroh, die in de kolo
niale schandalen, voordat Dernburg als di
recteur van het depairtement optrad, eene
groote rol heeft gespeeld en» voornamelijk
do openbare aandacht heeft getrokken we
gens het feit, dat de vrouiw van minister
von Podbielski deelgenoot van de firma
was, heeft opgehouden te bestaan. De nog
loopende contracten zijn door het opperbe
vel van de koloniale troepenmacht overge
nomen.
Bolgtt
Brussel, 20 Maart. De betrekkingen tus-
schen de regeering en den Koning zijn zeer
gespannen. De Koning acht de concession
door het hoofd van het kabinet aan de
parlementaire Congo-com missie gedaan,
overdreven. Deze denkt in de laatste week
aan aftreden. De toestand zal niet voor de
terugkomst van den Koning tot oplossing
komen.
Frankrijk.
De ministerraad heeft besloten bij de be
handeling van de door Jaurès in de Kamer
voorgestelde motie tot benoeming van eene
parlementaire commissie om de bij mgr. tylon-
tagnini in beslag genomen papieren van de
voormalige pauselijke nuntiatuur, die niet
teruggegeven zijn, te onderzoeken en, zoo
noodig, bekend te maken, te verklaren, dat
de regeering zich niet zal verzetten tegen de
benoeming van zulk eene commissie. Intua-
schen zal daarbij het voorbehoud gemaakt
worden, dat de commissie, indien de Kamer
mocht besluiten haar te benoemen, eerst me
dedeel'ng van deze papieren zal ontvangen,
wanneer het proces, dat nu hangende is, ge
ëindigd zal zijn.
Als toelichting voegt eene nota van Havas
hieraan toe, dat de regeering tot dezen stap
hoeft besloten, omdat zij van meening is, dat
zij zich niet kan verzetten tegen de bekend
making van deze stukken, nu de officieuse
organen van het Vabicaan gedreigd hebben
diplomatieke stukken békend te zullen ma
ken, wanneer deze papieren worden gepubli
ceerd.
Parijs, 20 Maart. In antwoord op eene
interpellatie van Gayraud ten gunste van de
vrijheid van godsdienst, naar aanleiding van
de raimp van de Jena, zeide de minister van
marine, dat den katholieken volledige vrij
heid was gelaten om het bezoek van den
priester te ontvangen en dat dus de vrijheid
van godsdienst onaangetast was gebleven.
Eene door Gayraud ingediende motie werd
verworpen met 378 tegen 154 étemmen.
In zijn antwoord op de interpellatie van
Jaurès over de papieren van mgr. Monta-
gnini schetste de minister van buitenlandsche
zaken wat bij de huiszoeking gebeurd was.
Hij verdedigde de houding der regeering en
sprak beslist hét gerucht tegen, dat de huis
zoeking onder de Europeeséhe diplomatie be
roering zou hebben verwekt. Op voorstel van
Jaurès besloot de Kamer met 370 tegen 164
stemmen eene commissie van 22 leden te be
noemen, die de politieke strekking van de in
de vroegere nuntiatuur in beslag genomen
papieren zal onderzoeken.
Bij de behandeling van het contract tus-
sdhen het gemeentebestuur van Parijs en de
op te richten electriciteitsmaatschappij is te
gemoetgekomen aan de wensohen betref
fende de pensioneering en de wederaanstel
ling van de onder de wapenen geroepenen,
die de electriciens hadden kenbaar gemaakt
en waaraan zij door de bij verrassing afge
kondigde staking kracht 'hadden bijgezet.
Daarmede is het gevaar, dat de staking zich
zal heibalen, vervallen.
lri(»Ian<L
Dr. Mac Namara, de parlementaire se
cretaris van het departement van plaatselijk
bestuur, is lid vau de vereenigde Iersche
liga geworden. Dit is het eerste geval, waar
in een lid van het Engelsche ministerie zich
bij een nationalistisch Ierscih verbond heeft
aangesloten
Londen, 20 Maart. Troepen suffragettes
trachtten heden weder het parlementsge
bouw binnen te dringen. Er hadden ern
stige gevechten met de politie plaats, 66
vrouwen werden gearresteerd
Rutland.
Petersburg20 Maart. De Doema beraad
slaagde heden over de te benoemen commis
sion. Het voorstel om eene bijzondere com
missie te benoemen voor de organisatie van
het hulpbetoon in de door hongersnood ge
teisterde districten, gaf aanleiding tot eeti
langdurig debat, waarin de afgevaardigde
Fedorow Rusland als het klassieke land der
hongersnooden bestempelt, evenals Indië en
China.
Vele sprekers houden heftige redevoerin
gen. Roditschew spoort de Doema aan, ver
antwoording van de uitgegeven gelden te
verlangen om de in het ministerie van bin-
nenlandsche zaken bestaande afdeeling tot
leniging van den hongersnood te kunnen oon-
troleeren. Daarop volgt nog een zeer gerekt
debat, dat duurt tot het einde van de ver
gadering. De afgevaardigde van Moskou
Kiesewetter sloot zich aan bij het betoog vau
Roditschew en wees inzonderheid op de nood
zakelijkheid om de maatregelen der regeering
aan controle te onderwerpenhij eindig
de met de woorden .Wanneer wij misbrui
keu zien, zullen wij de regeering niet toe
roepen „Handen omhoog!", zooals gisteren,
minister Stolypin, maar „Handen aan den
ploeg!" De president bracht tan slotte een
voorstel-R oditschew tob verdaging van het
debat in stemming. De doema nam dit voor
stel aan tegen den zin der linkerzijde, die
voortzetting der behandeling verlangde.
Op voorstel van liet centrum en de rech
terzijde werd de vergadering om 6 uur
's avonds verdaagd tot Vrijdag.
Do Russische Oorrespondenz heeft ver
nomen, dat graaf Witte in de financieele
commissie van den rijksraad het verzoek
heef-, gedaan hem geen werk op te dragen,
omdat hij waarschijnlijk Petersburg voor
geruimen tijd zou verlaten.
Marokko.
Een medewerker van het Petit Journal,
René Lebaut, die eene reis naar Marokko
heeft ondernomen om zich op de hoogte te
stellen van den toestand, heeft getracht
zijne landslieden aan het verstand te bren
gen, dat men hem om politieke redenen,
wel eens bij den neus heeft gehad. Hij ver
klaart o.a.
Het is tijd een einde te maken aan de
legende, die Marokko voorstelt als het land
der onveiligheid bij uitnemendheid. Deze
legende is ontstaan in den tijd, toen de
akte van Algeciras de oprichting van eene
Europeesehe politie nog niet voorschreef,
maar thans, nu de kaders van deze politie
gevormd zijn, zou het een misdadige grap
zijn aan hare verdere verspreiding mee te
doen. De buiten-boulevards in Parijs en de
Cannebière t© Marseille zijn veel gevaarlij
ker voor de wandelaars dan de moest af
gelegen en donkerste schuilhoeken der Kas
hall van Tanger, Mogodor en Fez; men
geniet eene veel grootere veiligheid midden
in het pahnenbosch van Marrekesch dan
aan den zoom van het bosoli van Vincen-
nes. Wat voor verschrikkelijks is toch eigen
lijk in de laatste jaren gebeurt in het land
van het maghzen. De wegvoering van Per-
dicaris, de vermoording van Cherbannier,
de aanranding van Lassela, vee- en paarden
diefstallen en eenige brandstichtingen. Al
deze gebeurtenissen zijn zeker te betreuren,
maar de slachtoffers zijn allen schadeloos
gesteld. Kan men dan verzekeren, dat onze
koloniën niet het tooneel van veel meer be
klagenswaardige en veel talrijker gebeurte
nissen van dien aard zijn Is er eene en
kele van de regelmatig bestuurde steden
van Europa, met Parijs te beginnen, die
niet meer misdaden op hare rekening heeft
dan het primitieve Marokko? Ik zou 'fc mij
nooit vergeven als ik het stilzwijgen be
waarde over het laatste voorval van den
dag. Aan de gansohe wereld is per tele
graaf de vreeselijke tijding medegedeeld, dat
eeti Franschman in den omtrek van Tan
ger lastig gevallen is, omdat hij een inboor
ling wilde photografeeren. De kaid heeft
verontschuldigingen gemaakt. Onze lands
man had toch kunnen weten, dat men dik
wijls, door een objectief op Mohammedanen
te richten, het godsdienstig gevoel van deze
lieden kwetst In Frankrijk had eene der
gelijke beleediging nog veel ernstiger gevol
gen voor hem kunnen hebbennaar alle
waarschijnlijkheid zooi hij daarbij een flinke
dracht slagen in plaats van verontschuldi
gingen opgeloopen hebben.
Ook op het douane-kantoor te Tanger is
een gedeelte van het materieel voor het
station voor vonken-telegrafie in beslag ge
nomen Een and**»- deel was reeds doorge
zonden.
Perzlë'
Londen, 20 Maart. Vice-minister Runci-
ma-n deelde mede, dat de Britsche gezant
van C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Naar hst Amtrihaantth
24 dook
mitbovw HEUVKLINCK.
En nu, geduldige oude heer, 'ben ik einde
lijk klaar met mijn gebabbel. Ik schaam me
bijna, dat mijn brief zoo lang geworden, is,
maar ik zit warm ingestopt te schrijven,
onder een tilloul in den slottuin, waar men
mijl heeft toegestaan mijn vouwstoel neer te
zetten. Weet u wat een tilleul is? Ik geloof
het niet. Ik wist het vroeger ook niet
maar ik vertel het u niet, slechts wil ik u
zeggen dat de naam alleen mij reeds doet
denken aan eon dolce far niënte en aan
ronddrentelende hovelingen. U moet naar
Frankrijk komen en voor uzelf zien en
mij dan meteen halen om mee naar huis te
gaan maar nu nog niet, alsjeblieft nu
nog niet. En wat de tilleul betreft, als u
nog een sprankje romantiek heeft overge
houden, zou u er zeker ook graag onder zit
ten zelfs in den winter. Als het zomer was
en de linden bloeiden wel ik kan mij»
gevoel niet beter beschrijven dan door te
zeggen dat, als op oen Juni-avond in deri
maneschijn, onder een tilleul, een man,
dien ik haatte, mij vroeg zijn vrouw te
worden, zeker op dat oogen'blik gelooven
zou hem lief te hébben en „Ja-ja!" zou ant
woorden. Schrikt u maar niet, 'tis zomer
noch maneschijn en er is geen enkele man
behalve 'Brown binnen een afstand van hon
derd mijlen van uw dwaze
Molly.
Molly Randolph aan haar vader.
Tours, 8 December.
't Is nog maar drie dagen geleden, sinds
ik u schreef, mijn lieven ouden man, doch
het lijkt- wel drie keer drie, want al onze
uren waren zoo bezet ongeveer zóó als
u in mijn 'kinderjaren gewoon was met Kerst
mis 'mijn kousen vol te proppen.
Wij konden dien dag niet verder gaan dan
Amboise, zooals we gehoopt hadden, want dé
banden kwamen eerst laat in den avond.
Wetend, dat het oen lastig en tijdroovend
werk is ze om de wielen te leggen, dacht- ik
er volstrekt niet aan den volgenden ochtend
te vertfeik|cenmaar toen de morgen aan
brak en het kamermeisje mij warm water
bracht, gaf zij mij tevens een 'briefje van
Brown, met vrij wat fraaier hand geschreven
dan .mijn armen „poot", mij mededoelend
dat het rijtuig gereed was en ..eerbiedig"
verzoekend om als ik van ec-n verrassing
hield, zoo spoedig mogelijk beneden te ko
men. U kan begrijpen, dat ik niet lang
treuzelde. Mijn haar kruldle van verbazing
dat het zoo gauw gedaan, was, en ik had
zoo'n haast dat ik bijna ik zeg bijna
langs de leuning naar beneden gleed.
Brown stond bij de voordeur mot de auto,
netjes opgepoetst en met haar dikke, nieuwe
banden er uitziend of ze op haar teenen
stond. Doch hoe netjes dé wagen ook was,
hiji kwam in geen: vergelijking met den
chauffeur. Hij leek wel -een mannelijke Cin
derella op het oogenblik nadat de toover-
godin haar staf had gezwaaid, maar in
plaats van een baljapon gaf zij hem voor
zijn zwart leeren pak een grijs costuUm
zoo'» hjoogeni omgtjsl aigen boord als ik een
knap man zoo graag zie dragen; een d!on-
kere das en wat wij een „Derby" hoed,
maar de Engelsehen een fantasiéhoed noe
men. Hij zag er keurig uit. Ik weet niet of
ik een goede kenstcr ben van manskieeren,
maar zijn pak scheen mij toe van een snit te
zijn, die dé beste kleermaker ter wereld niet
vei beteren kon. Misschien kreeg hij het wel
va» den weledelgeboren John. Arme jo»ugen!
Hij is werkelijk veel te goed1 om eens anders
afgedankte kleeren te dragenmaar de he
mel zal het wel het best weten- en in iedér
geval ben ik overtuigd dat onze waarde
John er niet- half zoo goed heeft uitgezien
in dat pak als hij.
Birow» keek een beetje geheimzinnig, wat
bij' de kleeren scheen, te beboerenen vroeg
of ik er iets op tegen had' een, kleinen rit
met hem te maken, zonder vooraf te weten
waarheen. Ik antwoordde het juist aardig te
vinden. Dat scheen hem plezier te doen. Hij
hielp mij instappen (wat eigenlijk volstrekt
niet noodig was) en bracht, door een enkele
manipulatie den wagen in beweging; wij
reden door de straten- der stad, achter het
kasteel, en- ik verkeerde iu voortdurende
spamnhig waar wij toch heen zoude» gaan.
Toen ik het, eerst, in deze aut*? gezeten had,
roden wij „op de velgen", zooals u weet.
Maar .nu met de vier gloednieuwe Michelms
van Parijs was het of je in een ballon zat,
zoo (Zacht- gleden we zelfs over dit slechte
plaveisel.
Om den hoogen muur van dén burcht
draaiend, kwamen we na enkele minuten
voor een enonmo poort. Toen wij onze snel
heid verminderden, ging zij op geheimzin
nig wijze open en oen schemerig verlichte
weg werd zichtbaar, die in schroefwendin
gen naar boven liep. Ik opende mijn mond
tot het uiten van een verbaasde vraag,
maar vond' hert beter mij stil te houden en
zweeg dus; doch ik weet zeker dat mijn
oogen glinsterden, toen Brown werkelijk 'het,
rijtuig naar binnen stuurde. Als door too-
verij viel de poort, kletterend achter ons
dicht, ons in het half donker opsluitend, en
waarlijk, daar gingen we hot heli-end vlak
in den grooten toren op, waarlangs sinds de
dagen van Maria Stuart- misschien niemand
meer gereden had.
Was het niet aardig van Brown aan uiijn
wensoh (dien ik al weer vergeten was) om
den boren op te rijden, te denken? Hoe kon
ik heui genoeg danken voor de nieuwe,
vreémdé ge w aar wordingwelke mij doortril
de itoen ik daar, lioogcr en hooger stijgend1,
scheen te zweven in de uitgestrekte ruimte
van dén toren, owdér het rhytniiséli ge-<
stamp van onzen motor, dat. door het prach
tig gebeeldhouwde gewelf werd weerkaatst?
Doch vóór wij den top bereikten (wat
maar al tc spoedig het geval was) kou ik
hem slechts in mijn geest dank zeggen,
want ik wilde de bekoring niet door woord-en
verbreken. Tk geloof echter d'at Brown wel
begreej). hoe ik genoot en op prip stelde
wat hij tioed.
Boven stond naast, een groote open poort
een van die deftige, oude grijpaards, die ze
ker tot bewaarders van het kasteel zij» aan
gesteld, omdat zij zoo good in de omgeving
passen. Toch vond ik dat hij er anders uit
zag dan dén vorigen dag; hij leek door hét
een of ander ver'biisterd, ja zelfs verschrikt
ik denk door dé auto en het ongewone vau
het gevalmaar Brown reed netjes naar
buiten en hield stil n. den tuin. „Aan die
deur," zei de vriendelijke oude mam, ,,omt-
ving Frans I van Frankrijk 'Hendrik VTII
van Engeland, die met. een gevolg van -hon
derd ridders den hellenden weg in den toren
opreed. Het is vandaag de eerste keer dat
hier een automobiel is geweest, dus, made
moiselle, heeft u deelgenomen aan een histo
risch feit." En hij boog zoo sierlijk, dat ik
wel had kunnen schreien, omdat ik mijn
beurs niet- bij mij had' oin hom een „beloo
ning" te geven; dat zou het eenige geweest
zijn, waarmee ik hem had kunnen danken.
Gelukkig had Brown geld bij zichiets geels
glinsterde, toen hot- van hand tot hand
ging, en de oude Franschman (even goed
oomedièspeler als de meesten zijner landge-
nootem) boog weer en nani zijn hoed ,met
oen zwaai af. Als het iets niet geel maar
slechts wit was geweest, gel-oof ik niet d'at
hij ons dien prachtigen rit door den tui»
had laten maken, vóór wij weer terugkeer
den 'n de koele schemering van den toren.
O, die terugweg' Zelfs bij de herinnering
houd ik mijn adem nog in, maar toch was
het heerlijk, zoo iets alsof je op een slede
van een berg afglijdt- maar nog prettiger.
Brown reéd met ©en verschrikkelijke vaart
naar benedentoch was ik ïn het geheel
niet bang. want ik vertrouw hem volkomen
als chauffeur. Als hij') mij verzekerde mij
veilig over de Niagara-vallcn te kunnen
brengen en hij keek mij daarbij aan op zijn
gewone manier, da» zou ik het wagen, ge
loof ik, tenzij u er tegen had natuurlijk!
Word vtrvolyd.