S3. Donderdag 21 Maart 1907. ~B UIT EN LAN D FEUILLETON. De Kranige Chauffeur. 9** Jnariaag. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABOmriHBIf TBPBIJg -»««»»■ imnlHrt1 l.M. Ar«inl«HW iwMH«.«9. Dm Oomat TWMhjjDl Dagaljk., mat aitaoadariag iu Z©»- «a Vaartdagen. Admededteliagen «na, gektr* man tMt 1% nr Morgwu b| d« Uitgever* k «e teudta. Uitgevara: VALKHOFF C<». UtraohteahMtraat 1. Intercomm. Talephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTEHTIJÈJf V*a 1—5 regel*f 9.79m like regel meer- Groot® letter* naar plaafcrnimte. Voor handel en bedrijf bestaan Toordeelige bepaling*» krt het herhaald adrerte&ren in dit Blad bij abonnement. MM oironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aan toegeionden. Aan hendie met I April a. s. op dit blad inteeke- nan, worden de nummer» die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnenKOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicht Bulgarije na den msord op Petkow. De leemte, die door den tegen Petkow ge- richten moordenden kogel was ontstaan in de regeering en het voi*stendom Bulgarije, is weder aangevuld. Aan het hoofd van het nieuwe kabinet, waarin meerendeels de leden van het oude kabinet zijn overgegaan, is de voorzitter van de Kamer Gudew opge treden, een vriend en geestverwant van den gestorven staatsman. De regeering zal in Petkow's geest verder worden gevoerd. Maar men zal moeten afwachten, of dit nieuwe ministerie in de volksvertegenwoordiging den steun zal blijven genieten, dien het tot dusver had. Gemakkelijk is zijne po sitie niet; het heeft eene krachtige opposi tie tegenover zich en zal waarschijnlijk er mee moeten rekenen, dat de aanhang, dien het tot dusver had, het niet trouw zal blij ven. In de Voesische Ztg. wordt de toe stand zoodanig gekenschetst, dat de Stam- boedo wasten, die nu aan het bewind zijn, de overwegende meerderheid bezitten in de So- branje, maar de overwegende meerderheid van het land tegen zich hebben, en dat ook de vorst volstrekt niet meer onvoorwaarde lijk aan hunne zijde staat, omdat hij schran der genoeg is de gevaren niet te miskennen, die uit de voortzetting van de tot dusver gevolgde regeeringsanethode kunnen ont staan. Over de stemming van vorst Ferdinand doet de Neue Freie Prosse eeniige medodee- lingen, die steunen op gesprekken, die de vorst te Wenen heeft gevoerd toen hij daar op zijne doorreis om terug te koeren naar zijn land nadat de doodstijding van zijn eersten minister hem had bereikt, een dag vertoefde. Daarin wordt opgemerkt, dat de vorst den indruk maakte van groote neer slachtigheid. Hii schijnt er van overtuigd te zijn. dat de vermoording van Petkow een zeer ernetigen poldtieken achtergrond heeft. Volgens de opvatting van den vorst lijdt de regeering van Bulgarije onder de groote moeielijkheid om eenerzijds naar den wensch van de mogendheden en tot tevredenheid van dezen het verlangen van zekere heet hoofdige elementen in Bulgarije naar eene verandering van den toestand in Macedonië te beteugelen, en aan den anderen kant breede kringen van het Bulgaarsohe volk te ontstemmen, wien een krachtiger optre den voor de rasgenooten in Macedonië, al ware 't ook in een oorlogsconflict, welkom zou zijn. Met ijzeren hand heeft Petkow alle elementen tegen gehouden, die de rust in Macedonië willen storenhij heeft daar mee ook lof verworven van de Europeesche kabinetten, maar groote ontevredenheid verwekt onder de Bulgaren zelf. Dat nu deze ontstemming tegen hem hand over hand is toegenomen, dat de ontevredenheid zich in daden zou kunnen uiten, schijnt in de omgeving van den vorst reeds sedert lang te zijn gevreesd. Reeds sints maanden heeft de regeering van den vorst eene groote beroering in het land kunnen comstateerenDe straf, die werd opgelegd aan professoren en studenten van. de universiteit te Sofia, nadat de demon stration in den schouwburg waren voorge vallen, zouden niet zoo streng zijn uitgeval len, wanneer niet de vorst en zijne regeering de overtuiging haddon gekregen f dat onder de studenten van de hoogeschool eene zeer radicale stemming hecrschte. In de vergade ringen van de studenten werd niet alleen het vermoorden van de ministers, maar ook dat van den vorst zeil besproken, en het einde was, dat de regeering overging tot het ontslag van alle professoren, een maat regel, zooals nog yooit tegenover ééne hooge school ter wereld door een-ige regeering ge nomen is. Wanneer de regeering zoo handelde, dan meende zij dit te moeten r' als eene daadi van wanhopige 'noodweer, ""elen van d© weg gezonden studenten zochten de hoogeschool van Belgrado op; z.j hielden op vreemden grond hunne bijeenkomsten, en men was in Sofia voldoende ingelicht ever den dreigen den en gevaarlijken aard van deze bijeen komsten. De regeer mg van vorst Ferdinand had ook de overtuiging gekregen, dat vam Rus land uit afgezanten in Bulgarije optraden, die het land in revolutionairen zin bewerk ten. Het was niet zooals in de dagen van vorst Alexander van Battenberg en van Kaulba-rs, toen de Ilussisc" regeering zelve de hand in het spel had om in Bulgarije on tevredenheid met den bestaanden toestand te klweeken. Niet de Russische regeering, maar revolutionaire, om niet te zeggen anar chistische elementen spreidden en spreiden het net van hunne beweging over geheel Bul garije uit en preekten in Bulgarije vorsten- en minastermoord. Dat doen zij nog naar de opvatting van vorst Ferdinand en. zijne re- geeriug. De kabinetten schijnen ook van Sofia uit ingelicht te zijn over den waren toestand in Bulgarije en zich geen illusie te maken over den ernstigen toestand waarin vorst Ferdi nand zdoh bevindt. Wel kon de vorst juist in de laatste maanden aan zijn land menig bewijs leveren, dat hij op zijne vele buiten- landsche reizen niet zonder succes opkomt voor de belangen van Bulgarije en dat hij veel bereikt heeft, zooals bijv. de afschaf fing van de capdtulatiën. blaar dat alles schijnt de klimmende opgewondenheid in Bulgarije niet. tot staan te hebben gebracht. Vorst Ferdinand zal veel 'geestkracht noo dig hebben om vast te houden aan de po litiek der laatste jaren, die, zich aansluiten de bij de tradiltdën van Stainiboelow, goede betrekkingen met Turkije wil onderhouden en voor het Bulgaarsohe element in Bulga rije slechts door tusschenkomst van de mo gendheden goede uitkomsten tracht te ver krijgen. Maar deze politiek der bezon nenheid wordt meer gewaardeerd in Europa, dan zij populair is in Bulgarije. Breede kringen in Bulgarije zouden de voorkeur geven aan eene politiek, die in Macedonië actief optrad, den Russischen invloed boven alles stelde en pansla-vistische neigingen be verderde. Vorst Ferdinand schijnt- ook verder ge zind te handelen in den zin van eene poli tiek, die Europa ter wille is en den vrede aan den Balkan niet bedreigt. Maar de gevaren van den toestand zijn niet te on derschatten. De vorst ziet, aan het einde van het twintigste jaar zijner rejgeering, eenigszins somber in de toekomst. Zich wel bewust van de groote vorderingen, die Bul garije onder zijne regeering heeft gemaakt, vraagt hij zich bezorgd af, of hij als loon voor zijne bemoeiingen ten behoeve van het land niets anders zal oogsten dan persoon lijke onveiligheid voor zich en zijne minis ters. DuNeeèhmd. Berlijn, 20 Maart. De Rijksdag benoemde in zijne vergadering van heden het voorloo- pig presidium definitief voor den duur van de geheele zitting. De voorloopige begroo ting werd aangenomen, waarna de rijksdag uiteenging tot 10 April. Bij de belba.nidel.ing van do interpellatie van de Foolsohe fractie in den rijksdag over d? verwijdering van Boolsche leerlin gen uit de inrichtingen van ihooger en mid delbaar onderwijl wegens deelneming van hunne jongere broertjes of zusjes aan de schoo'staking bij het godsdienstonderwijs in de lagere school, verklaarde staatssecretaris Posadowéky, dat de rijkskanselier weigerde de interpellatie te beantwoorden, omdat zij eene zuiver Pruisische zaak betrof. De Poolsche leden hadden gelegenheid hun hart te -luchten over dezen maatregel. De firma Tippelskiroh, die in de kolo niale schandalen, voordat Dernburg als di recteur van het depairtement optrad, eene groote rol heeft gespeeld en» voornamelijk do openbare aandacht heeft getrokken we gens het feit, dat de vrouiw van minister von Podbielski deelgenoot van de firma was, heeft opgehouden te bestaan. De nog loopende contracten zijn door het opperbe vel van de koloniale troepenmacht overge nomen. Bolgtt Brussel, 20 Maart. De betrekkingen tus- schen de regeering en den Koning zijn zeer gespannen. De Koning acht de concession door het hoofd van het kabinet aan de parlementaire Congo-com missie gedaan, overdreven. Deze denkt in de laatste week aan aftreden. De toestand zal niet voor de terugkomst van den Koning tot oplossing komen. Frankrijk. De ministerraad heeft besloten bij de be handeling van de door Jaurès in de Kamer voorgestelde motie tot benoeming van eene parlementaire commissie om de bij mgr. tylon- tagnini in beslag genomen papieren van de voormalige pauselijke nuntiatuur, die niet teruggegeven zijn, te onderzoeken en, zoo noodig, bekend te maken, te verklaren, dat de regeering zich niet zal verzetten tegen de benoeming van zulk eene commissie. Intua- schen zal daarbij het voorbehoud gemaakt worden, dat de commissie, indien de Kamer mocht besluiten haar te benoemen, eerst me dedeel'ng van deze papieren zal ontvangen, wanneer het proces, dat nu hangende is, ge ëindigd zal zijn. Als toelichting voegt eene nota van Havas hieraan toe, dat de regeering tot dezen stap hoeft besloten, omdat zij van meening is, dat zij zich niet kan verzetten tegen de bekend making van deze stukken, nu de officieuse organen van het Vabicaan gedreigd hebben diplomatieke stukken békend te zullen ma ken, wanneer deze papieren worden gepubli ceerd. Parijs, 20 Maart. In antwoord op eene interpellatie van Gayraud ten gunste van de vrijheid van godsdienst, naar aanleiding van de raimp van de Jena, zeide de minister van marine, dat den katholieken volledige vrij heid was gelaten om het bezoek van den priester te ontvangen en dat dus de vrijheid van godsdienst onaangetast was gebleven. Eene door Gayraud ingediende motie werd verworpen met 378 tegen 154 étemmen. In zijn antwoord op de interpellatie van Jaurès over de papieren van mgr. Monta- gnini schetste de minister van buitenlandsche zaken wat bij de huiszoeking gebeurd was. Hij verdedigde de houding der regeering en sprak beslist hét gerucht tegen, dat de huis zoeking onder de Europeeséhe diplomatie be roering zou hebben verwekt. Op voorstel van Jaurès besloot de Kamer met 370 tegen 164 stemmen eene commissie van 22 leden te be noemen, die de politieke strekking van de in de vroegere nuntiatuur in beslag genomen papieren zal onderzoeken. Bij de behandeling van het contract tus- sdhen het gemeentebestuur van Parijs en de op te richten electriciteitsmaatschappij is te gemoetgekomen aan de wensohen betref fende de pensioneering en de wederaanstel ling van de onder de wapenen geroepenen, die de electriciens hadden kenbaar gemaakt en waaraan zij door de bij verrassing afge kondigde staking kracht 'hadden bijgezet. Daarmede is het gevaar, dat de staking zich zal heibalen, vervallen. lri(»Ian<L Dr. Mac Namara, de parlementaire se cretaris van het departement van plaatselijk bestuur, is lid vau de vereenigde Iersche liga geworden. Dit is het eerste geval, waar in een lid van het Engelsche ministerie zich bij een nationalistisch Ierscih verbond heeft aangesloten Londen, 20 Maart. Troepen suffragettes trachtten heden weder het parlementsge bouw binnen te dringen. Er hadden ern stige gevechten met de politie plaats, 66 vrouwen werden gearresteerd Rutland. Petersburg20 Maart. De Doema beraad slaagde heden over de te benoemen commis sion. Het voorstel om eene bijzondere com missie te benoemen voor de organisatie van het hulpbetoon in de door hongersnood ge teisterde districten, gaf aanleiding tot eeti langdurig debat, waarin de afgevaardigde Fedorow Rusland als het klassieke land der hongersnooden bestempelt, evenals Indië en China. Vele sprekers houden heftige redevoerin gen. Roditschew spoort de Doema aan, ver antwoording van de uitgegeven gelden te verlangen om de in het ministerie van bin- nenlandsche zaken bestaande afdeeling tot leniging van den hongersnood te kunnen oon- troleeren. Daarop volgt nog een zeer gerekt debat, dat duurt tot het einde van de ver gadering. De afgevaardigde van Moskou Kiesewetter sloot zich aan bij het betoog vau Roditschew en wees inzonderheid op de nood zakelijkheid om de maatregelen der regeering aan controle te onderwerpenhij eindig de met de woorden .Wanneer wij misbrui keu zien, zullen wij de regeering niet toe roepen „Handen omhoog!", zooals gisteren, minister Stolypin, maar „Handen aan den ploeg!" De president bracht tan slotte een voorstel-R oditschew tob verdaging van het debat in stemming. De doema nam dit voor stel aan tegen den zin der linkerzijde, die voortzetting der behandeling verlangde. Op voorstel van liet centrum en de rech terzijde werd de vergadering om 6 uur 's avonds verdaagd tot Vrijdag. Do Russische Oorrespondenz heeft ver nomen, dat graaf Witte in de financieele commissie van den rijksraad het verzoek heef-, gedaan hem geen werk op te dragen, omdat hij waarschijnlijk Petersburg voor geruimen tijd zou verlaten. Marokko. Een medewerker van het Petit Journal, René Lebaut, die eene reis naar Marokko heeft ondernomen om zich op de hoogte te stellen van den toestand, heeft getracht zijne landslieden aan het verstand te bren gen, dat men hem om politieke redenen, wel eens bij den neus heeft gehad. Hij ver klaart o.a. Het is tijd een einde te maken aan de legende, die Marokko voorstelt als het land der onveiligheid bij uitnemendheid. Deze legende is ontstaan in den tijd, toen de akte van Algeciras de oprichting van eene Europeesehe politie nog niet voorschreef, maar thans, nu de kaders van deze politie gevormd zijn, zou het een misdadige grap zijn aan hare verdere verspreiding mee te doen. De buiten-boulevards in Parijs en de Cannebière t© Marseille zijn veel gevaarlij ker voor de wandelaars dan de moest af gelegen en donkerste schuilhoeken der Kas hall van Tanger, Mogodor en Fez; men geniet eene veel grootere veiligheid midden in het pahnenbosch van Marrekesch dan aan den zoom van het bosoli van Vincen- nes. Wat voor verschrikkelijks is toch eigen lijk in de laatste jaren gebeurt in het land van het maghzen. De wegvoering van Per- dicaris, de vermoording van Cherbannier, de aanranding van Lassela, vee- en paarden diefstallen en eenige brandstichtingen. Al deze gebeurtenissen zijn zeker te betreuren, maar de slachtoffers zijn allen schadeloos gesteld. Kan men dan verzekeren, dat onze koloniën niet het tooneel van veel meer be klagenswaardige en veel talrijker gebeurte nissen van dien aard zijn Is er eene en kele van de regelmatig bestuurde steden van Europa, met Parijs te beginnen, die niet meer misdaden op hare rekening heeft dan het primitieve Marokko? Ik zou 'fc mij nooit vergeven als ik het stilzwijgen be waarde over het laatste voorval van den dag. Aan de gansohe wereld is per tele graaf de vreeselijke tijding medegedeeld, dat eeti Franschman in den omtrek van Tan ger lastig gevallen is, omdat hij een inboor ling wilde photografeeren. De kaid heeft verontschuldigingen gemaakt. Onze lands man had toch kunnen weten, dat men dik wijls, door een objectief op Mohammedanen te richten, het godsdienstig gevoel van deze lieden kwetst In Frankrijk had eene der gelijke beleediging nog veel ernstiger gevol gen voor hem kunnen hebbennaar alle waarschijnlijkheid zooi hij daarbij een flinke dracht slagen in plaats van verontschuldi gingen opgeloopen hebben. Ook op het douane-kantoor te Tanger is een gedeelte van het materieel voor het station voor vonken-telegrafie in beslag ge nomen Een and**»- deel was reeds doorge zonden. Perzlë' Londen, 20 Maart. Vice-minister Runci- ma-n deelde mede, dat de Britsche gezant van C. N. en W. M. WILLIAMSON. Naar hst Amtrihaantth 24 dook mitbovw HEUVKLINCK. En nu, geduldige oude heer, 'ben ik einde lijk klaar met mijn gebabbel. Ik schaam me bijna, dat mijn brief zoo lang geworden, is, maar ik zit warm ingestopt te schrijven, onder een tilloul in den slottuin, waar men mijl heeft toegestaan mijn vouwstoel neer te zetten. Weet u wat een tilleul is? Ik geloof het niet. Ik wist het vroeger ook niet maar ik vertel het u niet, slechts wil ik u zeggen dat de naam alleen mij reeds doet denken aan eon dolce far niënte en aan ronddrentelende hovelingen. U moet naar Frankrijk komen en voor uzelf zien en mij dan meteen halen om mee naar huis te gaan maar nu nog niet, alsjeblieft nu nog niet. En wat de tilleul betreft, als u nog een sprankje romantiek heeft overge houden, zou u er zeker ook graag onder zit ten zelfs in den winter. Als het zomer was en de linden bloeiden wel ik kan mij» gevoel niet beter beschrijven dan door te zeggen dat, als op oen Juni-avond in deri maneschijn, onder een tilleul, een man, dien ik haatte, mij vroeg zijn vrouw te worden, zeker op dat oogen'blik gelooven zou hem lief te hébben en „Ja-ja!" zou ant woorden. Schrikt u maar niet, 'tis zomer noch maneschijn en er is geen enkele man behalve 'Brown binnen een afstand van hon derd mijlen van uw dwaze Molly. Molly Randolph aan haar vader. Tours, 8 December. 't Is nog maar drie dagen geleden, sinds ik u schreef, mijn lieven ouden man, doch het lijkt- wel drie keer drie, want al onze uren waren zoo bezet ongeveer zóó als u in mijn 'kinderjaren gewoon was met Kerst mis 'mijn kousen vol te proppen. Wij konden dien dag niet verder gaan dan Amboise, zooals we gehoopt hadden, want dé banden kwamen eerst laat in den avond. Wetend, dat het oen lastig en tijdroovend werk is ze om de wielen te leggen, dacht- ik er volstrekt niet aan den volgenden ochtend te vertfeik|cenmaar toen de morgen aan brak en het kamermeisje mij warm water bracht, gaf zij mij tevens een 'briefje van Brown, met vrij wat fraaier hand geschreven dan .mijn armen „poot", mij mededoelend dat het rijtuig gereed was en ..eerbiedig" verzoekend om als ik van ec-n verrassing hield, zoo spoedig mogelijk beneden te ko men. U kan begrijpen, dat ik niet lang treuzelde. Mijn haar kruldle van verbazing dat het zoo gauw gedaan, was, en ik had zoo'n haast dat ik bijna ik zeg bijna langs de leuning naar beneden gleed. Brown stond bij de voordeur mot de auto, netjes opgepoetst en met haar dikke, nieuwe banden er uitziend of ze op haar teenen stond. Doch hoe netjes dé wagen ook was, hiji kwam in geen: vergelijking met den chauffeur. Hij leek wel -een mannelijke Cin derella op het oogenblik nadat de toover- godin haar staf had gezwaaid, maar in plaats van een baljapon gaf zij hem voor zijn zwart leeren pak een grijs costuUm zoo'» hjoogeni omgtjsl aigen boord als ik een knap man zoo graag zie dragen; een d!on- kere das en wat wij een „Derby" hoed, maar de Engelsehen een fantasiéhoed noe men. Hij zag er keurig uit. Ik weet niet of ik een goede kenstcr ben van manskieeren, maar zijn pak scheen mij toe van een snit te zijn, die dé beste kleermaker ter wereld niet vei beteren kon. Misschien kreeg hij het wel va» den weledelgeboren John. Arme jo»ugen! Hij is werkelijk veel te goed1 om eens anders afgedankte kleeren te dragenmaar de he mel zal het wel het best weten- en in iedér geval ben ik overtuigd dat onze waarde John er niet- half zoo goed heeft uitgezien in dat pak als hij. Birow» keek een beetje geheimzinnig, wat bij' de kleeren scheen, te beboerenen vroeg of ik er iets op tegen had' een, kleinen rit met hem te maken, zonder vooraf te weten waarheen. Ik antwoordde het juist aardig te vinden. Dat scheen hem plezier te doen. Hij hielp mij instappen (wat eigenlijk volstrekt niet noodig was) en bracht, door een enkele manipulatie den wagen in beweging; wij reden door de straten- der stad, achter het kasteel, en- ik verkeerde iu voortdurende spamnhig waar wij toch heen zoude» gaan. Toen ik het, eerst, in deze aut*? gezeten had, roden wij „op de velgen", zooals u weet. Maar .nu met de vier gloednieuwe Michelms van Parijs was het of je in een ballon zat, zoo (Zacht- gleden we zelfs over dit slechte plaveisel. Om den hoogen muur van dén burcht draaiend, kwamen we na enkele minuten voor een enonmo poort. Toen wij onze snel heid verminderden, ging zij op geheimzin nig wijze open en oen schemerig verlichte weg werd zichtbaar, die in schroefwendin gen naar boven liep. Ik opende mijn mond tot het uiten van een verbaasde vraag, maar vond' hert beter mij stil te houden en zweeg dus; doch ik weet zeker dat mijn oogen glinsterden, toen Brown werkelijk 'het, rijtuig naar binnen stuurde. Als door too- verij viel de poort, kletterend achter ons dicht, ons in het half donker opsluitend, en waarlijk, daar gingen we hot heli-end vlak in den grooten toren op, waarlangs sinds de dagen van Maria Stuart- misschien niemand meer gereden had. Was het niet aardig van Brown aan uiijn wensoh (dien ik al weer vergeten was) om den boren op te rijden, te denken? Hoe kon ik heui genoeg danken voor de nieuwe, vreémdé ge w aar wordingwelke mij doortril de itoen ik daar, lioogcr en hooger stijgend1, scheen te zweven in de uitgestrekte ruimte van dén toren, owdér het rhytniiséli ge-< stamp van onzen motor, dat. door het prach tig gebeeldhouwde gewelf werd weerkaatst? Doch vóór wij den top bereikten (wat maar al tc spoedig het geval was) kou ik hem slechts in mijn geest dank zeggen, want ik wilde de bekoring niet door woord-en verbreken. Tk geloof echter d'at Brown wel begreej). hoe ik genoot en op prip stelde wat hij tioed. Boven stond naast, een groote open poort een van die deftige, oude grijpaards, die ze ker tot bewaarders van het kasteel zij» aan gesteld, omdat zij zoo good in de omgeving passen. Toch vond ik dat hij er anders uit zag dan dén vorigen dag; hij leek door hét een of ander ver'biisterd, ja zelfs verschrikt ik denk door dé auto en het ongewone vau het gevalmaar Brown reed netjes naar buiten en hield stil n. den tuin. „Aan die deur," zei de vriendelijke oude mam, ,,omt- ving Frans I van Frankrijk 'Hendrik VTII van Engeland, die met. een gevolg van -hon derd ridders den hellenden weg in den toren opreed. Het is vandaag de eerste keer dat hier een automobiel is geweest, dus, made moiselle, heeft u deelgenomen aan een histo risch feit." En hij boog zoo sierlijk, dat ik wel had kunnen schreien, omdat ik mijn beurs niet- bij mij had' oin hom een „beloo ning" te geven; dat zou het eenige geweest zijn, waarmee ik hem had kunnen danken. Gelukkig had Brown geld bij zichiets geels glinsterde, toen hot- van hand tot hand ging, en de oude Franschman (even goed oomedièspeler als de meesten zijner landge- nootem) boog weer en nani zijn hoed ,met oen zwaai af. Als het iets niet geel maar slechts wit was geweest, gel-oof ik niet d'at hij ons dien prachtigen rit door den tui» had laten maken, vóór wij weer terugkeer den 'n de koele schemering van den toren. O, die terugweg' Zelfs bij de herinnering houd ik mijn adem nog in, maar toch was het heerlijk, zoo iets alsof je op een slede van een berg afglijdt- maar nog prettiger. Brown reéd met ©en verschrikkelijke vaart naar benedentoch was ik ïn het geheel niet bang. want ik vertrouw hem volkomen als chauffeur. Als hij') mij verzekerde mij veilig over de Niagara-vallcn te kunnen brengen en hij keek mij daarbij aan op zijn gewone manier, da» zou ik het wagen, ge loof ik, tenzij u er tegen had natuurlijk! Word vtrvolyd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1