BINNENLAND.
oosten vertrekken en hot goederenvervoer
moet worden beperkt.
De Xowja W rem ja bericht., dat Engeleohe
expeditiën Siberië "bereizen tot het aankoo-
pen van goud- en kopermijnen. Groote aan-
koopen zijn reeds geschied. Het bestuur van
d© mijnen zai door Engelschen gevoerd wor-
den Russen zullen slechts als werklieden ge
bezigd worden. Een technisch kantoor ver
leent. zijne tmsckenkomst bij deze aankoo
pt 11 Do Xowoje Wremja spreekt-, naar aan
leiding hiervan, van ne ver. vering van
Sil/erië door de Engelschen.
In M"sko*i werden op de Bas man na.ja-brug
©enige loopers van den spoorwegdienst-, die
onder geleide van bewakers eene som van
97.000 roebels «overbrachten, door eene bende
van 25 gewapende lieden overvallen. Dank
zij het vrzot. dat de bewakers boden, slaag
den do roovers or slechts in omstreeks 1000
rebels meester te worden. Eon reover werd
god» <xldrie werden gewond.
Petersburg16 April. Hcdennamiddag
'kwamen vier jongelieden de kamer van den
kassier der universiteit binnen zij bedreig
den dezen en zijne ambtenaren onder den
toeroep ..handen omhoog" met revolvers,
namen 2000 Rbl. weg en maakten zich daarna
.uit de voeten
Oost-Azië.
Ook de Russische troepen hebben Mand-
sjoerije nu ontruimd, op de spoorwegwacht
na. Het Chineesche bestuur is weer inge
steld Er zijn Chineescho troepen naa. Hei-
loeng-kiang gezonden, om de Russische
troepen te vervangen. Daar zullen een aan
tal goed afger.chte Chineosöhe soldaten in
garnizoen komen te liggen.
Allerlei.
vDe vijf bronzen standbeoldon van de
Oranjes, die langs den oprit van het paleis te
Potsdam komer te staan, zullen in het laatst
van Mei onthuld worden.
vVolgens do .Correspond «et Rtisse'
laten vele hooge ambtenaren en opp./s.;ie-
maunen in Rusland zich bij Amerikaansche
maatschappijen verzekeren tegen den dood
door moord. Plehwe was voor 15.000 roebel
verzekerd, Herzenstein voor 50.000 roebel
en Jolles voor 10.000. To Moskou hebben
do groote mannen der oppositie een onder
ling waarborgfonds gevormd. Niets dan zul
ke dingen kan beter bewijzen wat een ge
woon verschijnsel een politieke moord in
Rusland gewordon is.
vDo zaak van den millionnair-moorde-
naar Thaw zal, naar men verwacht, niet
weer voor een Now-Yorksahe jury komen,
maar naar een ander hof verwezen worden.
vDelmas, do Californische advocaat, zal
bij een tweede proces Thaw niet meer optre
den als verdediger van den beklaagde.
Het proces, dat nu voor een tijdje achter
den rug is, heeft tenminste tot een goed ding
geleid." Bijna allo Amerikaansche couranten
van bcteekenis zijn een campagne begonnen
ter verkrijging van een hervorming en ver
betering van do bestaande strafprocedure.
vDe transportboot ..Duncan" heeft
in zee drie man van do Spaansche stoom
boot ,,Andalucia", gezonken op 75 mijlen
ton westen van Kaap Finistero, opgenomen.
Wat er van de rest dor bemanning i9 ge
worden, weet men niet.
vVolgons een bericht uit New-York is
er Zaterdag te Kingston op Jaimaica de etg-
sto schok van aardbeving gevoeld die er na
14 Januari geweest is. Er gingen geen meu-
sch en levens verloren
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Do Tweede Kamer ia gieteren (Dinedag)
weer bijeengekomen.
Mededeel ing wordt gedaan van de sedert
de laatste bijeenkomst ingekomen beschei
den.
Rogeeringsverklaring
Do Min. van 'Financiën (de heer
Do Meester) tijdelijk voorzitter van den
ministerraad, legt do volgende verklaring
af
Mijuheer de Voorzitter.
Mede namens mijne ambtgenooten ver
oorloof ik mij aan de Kamer de volgende
mededoelingen te doen omtrent den loop en
de beëindiging der kabinetscrisis.
Na de collectieve ontslagaanvrage op 11
Februari j.l„ waarvan ik den 12en dier
maand aan do Kamer kennis gaf, heeft
Hare Majesteit de Koningin do voorzitters
van do beide Kamers dor Staten-Genoraal,
den vice-president van den Raad van State
en «*>nige leden van deze Kamer geraad
pleegd.
Op 21 Februari mocht ik van Hare Majes
teit vernemen, dat de heer baron Schim -
melpenninck van der Oye van Hoevelaken,
voorzitter der Eerste Kamer, op eeno des
betreffende hem gestelde vraag, bij rap
port van 17 Februari had medegedeeld, dat
en waarom er naar zijn oordeel geen ge-
noegzamo gronden bestonden om de rech
terzijde in de gelegenheid te stellen do be
stuurstaak over te nemen, on dat', naar aan-
liding van dat rapport en van de overige
door de Koningin ontvangen adviezen, door
lïare Majesteit was in overweging genomen
het kabinet- schriftelijk uit te noodigen van
zijne ontslagaanvrage terug te komen.
Na overleg in den RaAd van Ministers
heb ik, in eene op 26 Februari mij ver
leende audiëntie onder de hooge aandacht
der Koningin gebracht, dat, naar het dien
Raad voorkwam, na het in de Eerste Kamer
der Staten-Generaal omtrent do oorlogsbe-
grooting voor 1907 uitgebrachte votum, de
rechterzijde in de gelegenheid behoorde te
worden gesteld een Kabinet, te vormen en
er alleen dan, wanneer gebleken mocht zijn,
dat de rechterzijde niet geneigd was de be
stuurstaak over te nemen, van een terug
komen op de ontslagaanvrage do rede zou
kunnen zijn. Op dien grond werd aan Hare
Majesteit eerbiedig in overweging gegeven
om. alvorens een uitnoodiging als voormeld
tot het Kabinet te richten, do rechterzijde
ir do gelegenheid te stellen het bewind over
te nemen, desverlangd met vrijlating om
aan de Koningin eene oordracht te doen
tot ontbinding van de Tweede Kamer der
Stat en - Generaal
Op 27 Februari heeft daarop de Koningin
aan de rechterzijde in den persoon van den
heer Baron Schimmelpenninek van der Oye
van Hoevelaken de opdracht gedaan tot vor
ming van een kabinet. Den 1. Maart- be
richtte de heer Scha manelpenninck van der
Oye aan de Koningin, dat hij, na raadple
ging met aangewezen leiders in dease Kamer
van de groepen der rechterzijde, verzociht
hem van de vervulling der vereerende op
dracht wel te willen ontslaanTevens werd
door hom te kennen gegeven, dat de rech
terzijde niet eerder tot- oplossing van de en-
sis zon kunnen medewerken, dan nadat zou
gebleken zijn, dat de partijen, die in 1905
do meerderheid behaalkfen, zich niet bij
machte gevoelden een, zoo niet parlemen
tair, dan extra-parlementair kabnët te vor
men.
Daama behaagde het de Koningin don
heer mr. P. W. A. Cort van der Linden, lid
van den Raad van State, to raadplegen of
hij bereid zou zijn een extrarparlementair
kabinet te vormen, en ontving deze staats
man op 18 Maart een opdracht tot vorming
van een gemengd kabinet, van welke op
dracht hij don 21. Maart- verzocht te mo
gen worden ontheven.
Inmiddels hadden de ministère nadat
hun was medegedeelddat en met welk ge
volg aan de rechterzijde eon opdracht tot
kabinots-formatie was gedaan, en dat do
vorming van oen extra-parlementair kabinet
in overweging was, op den 16. Maart
aan de Koningin, op daartoe van Hoogst
Dcrzelver ontvangen verzoek, hunne ziens
wijze doen kennen omtrent de gedragslijn,
welke zon zijn te volgen, wanneer Hare
Majesteit hen mocht uitnoodigen van de
ontslagaanvrage terug te komen, met bijvoe
ging evenwel, dat de minister van oorlog,
do heer H. P. Staal, zeer beslist, verklaard
had in de bestaande omstandigheden bij
zijn verzoek om ontslag te willen volhardlem.
Die gedragslijn beoogde de benoeming,
ter vervanging van den heer Staal, van een
minister van oorlog, die, mede voor het
overige instemmende met het programma
vam het kabinet, bereid zou zijn zoo spoodiig
doenlijk, indien eenigszins mogelijk, tege
lijk met het op de leeöt der onlangs tot
stand gekomen credietwet te schoeien wets
ontwerp tot definitieve vaststelling der oor-
logsbegrooting voor 1907, bij d© Staten-
Generaal, voor zoover van hem afhangt-,
voor te brengen en aldaar te verdedigen een
afzonderlijk wetsontwerp, waarbij de quaes-
tie van het blijvend gedeelte dor militie op
nieuw aan het oordeel van de St-aten-Gene-
raal wordt onderworpen en daaromtrent,
met volledige toelichting van do zaalk, zoo
wel nu-t betrekking tot het beginsel als tot
do wijze van uitvoering, eeno beslissing
wordt voorgesteld in den geest van het ka
binet.
Den 28en Maart deed de Koningin, die
intusschen met den heer Sdhimmelpenninok
van der Oye nog naden- overleg pleegde, be
richten, dat Hare Majesteit zich vereonigde
met liet volgeu der boven omschreven ge
dragslijn, die ministère, dien van oorlog
overeenkomstig zijn wensch uitgezonderd,
verzocht hunne ontslag-aanvrage terug te
nemen
In den hoer W. F. Ridder van Rappard,
generaal-majoor, commandant van de stel
ling var» Amsterdam, bevelhebber in de eer
ste militaire afdeeling, word de gewenschte
minister van oorlog gevonden. Nadat de
KoniDgin den Raad van ministère had ge
machtigd, dozen opper-offieder ter benoe
ming tot dat amibt voor te dragen, volgde
de intrekking van het verzoek om ontslag
en daarop bij Kon. besluit van 4 Api-il jl.
no. 3, het eervol ontslag van den heer Staal
en de benoeming van den hoer Van Rap
pard
Het ligt in hot plan der regeering, dat
het afzonderlijk wetsontwerp, waarvan ik
zoo even gewaagde, zal zijn oen ontwerp
tot wijziging van de oorlogsbe-grooting voor
1907
De heer De Savornin Lehman
wenscht naar aanleiding van deze mededee-
ling het woord, waartoe de Voorzitter
hem in do gelegenheid zal stellen in de ver
gadering van morgen 11 ure.
De heer Heemskerk meent dat 't doel
matiger ware geweest den heer Lohman da
delijk gelegenheid te geven het woord te
voeren, om opheldering te vragen op eenige
naar Spr.'s meening onvolledige punten.
De Voorzitter antwoordt dat zijn
voorat©] niet dam na rijp beraad genomen is.
Spr. herinnert aan hetgeen op 29 Mei 1883
is voorgevallen "bij een dergelijke gelegenheid.
Ilij meent dat het- de voorkeur verdient niet
dadelijk op do mededeeling discussie te doen
volgen.
Do heer De Savornin. Lohman
antwoordt, dat hij volstrekt geen discussie
wenscht, maar slechts eenige aanvulling van
de modedeeung wenséht te doecn.
De Voorzitter geeft daartoe don heer
Lohman het woord.
De heer Lohm an verdedigt uitvoerig de
houding der rechterzijde gedurende do crisis.
Voorop stelt Spa. dat hetgeen tusschen H. M.
de Koningin en Hare raadslieden in bespro
ken geheim moot blijven. Zoo die geheim
houding .niet werd geëerbiedigd, zou v ooi taan
elke t pon hartige bespreking niet H. M. de
Koningin onmogelijk worden. In den laat
st en tijd heeft zich echter bij de linkerzijde
een zucht geopenbaard om betreffende ver-
schillondo zaken welke zij als publiek be
schouwde mededoelingen te deen. Toen dan
ook aan de rechterzijde werd verzocht mede
te werken aan de oplossing der crisis heeft
zij zich voorbehouden mededeeling to doen
van hetgeen haar omcieel werd verzocht.
Op 27 Febr hoeft II. M. de Koningin
door tusschen komst van den heer Schimmel-
penuinck v. d Oye, voorzitter der Eerste
Kamer, aan de rechterzijde de vorming van
een kabinet opgedragen. De heer S. v. d. O.
raadpleegde daartoe de hoeren Heemskerk,
Loeft, Talma. Kolkman en Spreker. Daar de
rechterzijde het voorgcvallene in de Eerste
Kamer met de oorlogsbegrooting niet be
schouwde als oen daad gericht tegen hot
kabinet, maar als een daad van afkeuring
van persoonlijkheid van een maatregel, welke
geen verband hield met het program der re-
geering, 'heeft de hoer Schimmelpenni ïck
geantwoord in overleg met genoemde heeren,
dat de rechterzijde niet- in de eerste plaats
geroepen was de regeoringstaak over te ne
men daar noch in de Ereste, noch in de
Tweede Kamer iets was voorgevallen wat
streed met het program van het Kabinet. De
heer S. v. d.O. verzocht dus van zijn op
dracht ontslagen te worden. In dezen stand
van zaken schijnen van andere zijde pogin
gen'tot Kabinetsformatie gedaan te zijn, het
geen Spr slechts zijdelings bekend was. Don
26en Maart beeft de heer S. v. d. O. op
dracht ontvangen om aan do rechterzijde de
voorwaarden voor te leggen waaronder het
demission nair kabinet behalve minister
Staal zich geroepen achtte de ontslagaanvrage
terug te nemen. Uit een schrijven van het
Kabinet, dd 16 Maart, -bleek toen dat het
bereid was op de ontslagaanvrage terug te
komen, doch dat minister Staal bij zijn ont-
s! ugaanvrage bleef volharden en dat het Ka
binet een geestverwant van minister Staal
wilde voordragen, die overigens instemde met
het program van het Kabinet, en dat dazs
zoo spoedig mogelijk liefst tegelijk met een
ontwerp voor definitieve vaststelling der oor-
logsbegrooting 1907 de quaestie van het blij
vend gedeelte opnieuw aan de orde zou stel
len in een afzonderlijk wetsontwerp. Tevens
werd aan de rechterzijde medegedeeld oen
schrijven van den lieer Cort van der Linden,
waaruit bleek dat dozo met de samenstelling
van een gemengd Kabinet niet was geslaagd,
daar hem gébleKei was dat bij de overgroot©
meerderhe d der vrijzinnigen de meening
heerschte, dat elke oplossing der crisis onvol
doende moet worden geacht waarbij inper
king van het blijvend gedeelte voorloopig ter
zijde moest worden gesteld.
Da^ schrijven heeft de heer Schimmelpen-
ninok aan de zes heeren medegedeeld en
vooral de slotwoorden waren overwegend.
Daarin stond toch, dat H. M. de Koningin
stilzwijgend een wet zou hebben te bekrach
tigen, waarvan Zij den inhoud niet kende,
zonder d'at de Raad van State was géhoord
en zonder dat de Tweede Kamer in de ge
legenheid /as geweest eene beslissing te ne
men. De landsverdediging zou aldus onderge
schikt worden gemaakt aan de politiek en
H. M. de Kcningin zou het recht van veto
geheel worden ontnomen. De mogelijkheid ie
niet uitgesloten, dat het Kabinet een andere
opvatting heeft omtrent de koninklijke
macht dan wij, het is ook mogelijk dat wij
met een niet goed doordachte zinsnede te
doen hebben gehad, wat echter moexelij'k 'B
te veronderstellen, daar het geheele Kabinet
aan dit schrijven had medegewerkt. Onder die
advisee rende leden is overlegd, dat dit ant
woord dadelijk overname van de beotuure-
taak beslis; eisohte, maar ten slotte achtte
men het beter dat de regeering de gelegen
heid moest worden gelaten zich nader te ver
klaren. In dien zin heeft de heer S. v. d.
Oye H. M. 28 Maart geadviseerd. De slotsom
is geweest, dat H. M de Koningin het Kabi
net verzocht bee't de ontslagaanvrage te
rug te komen. Wij waren van oordeel, dat
de rechterzijde alleen dan verplicht was de
bestuurstaak over te nemen, indien men in
de nieuwe voordracht van den minister van
Oorlog tevens had te zien een voorafgaande
verplichting van H. M. de Koningin tot be
krachtiging van een afzonderlijk wetsont
werp.
Het rec^t van veto der Koningin toch
moet onverkort blijven. En wanneer het de
missionaire Kabinet dit betwist of betwijfelt,
eerst dan zou op de rechterzijde de verplich
ting rusten de bestuurstaak over te nemen.
De Min. van Financiën protes
teerde tegen de afmetingen, welke de heer
Lohman een hoogsteenvoudige zaak heeft
doTti aannemen. Er is niet anders geweest
dan een misverstand, dat spoedig is opge
helderd. Spr. behoeft niet te zeggen, dat
welke ged achten wissel n ge n er ook zijn ge
voerd tusschen de Kroon en Hare raadslie
den, er geen oogenblik aan gedacht is de
rechten, welke aan H. M. de Koningin bij
de wet zijn gewaarborgd, aan te tasten.
Do afdeelingen werden daarna opnieuw
samengesteldtot voorzitters zijn gekozen
dt heeren Kolkman, Drucker, Smidt, Loh
man en Piereontot onder-voorzitters de
heeren: v. d. Borch, Plate, Tydeman,
Heemskerk en Bos.
Morgen de beraadslaging over de regee-
ringsmededcelingen en sectie-onderzoek van
vroeger medegedeelde wetsontwerpen
Bij het eerste afdeelings-onderzoek zal on
derzocht worden het wetsontwerp betreffen
de de verbreeding van de Oosterdoksluis.
Bij deze gelegenheid zullen ook onder
zocht worden de wetsontwerpen betreffende
ziekte-verzekering en wijziging der ongeval
lenwet. Na het afdeel in gsonderzoek komen
een aantal wetsontwerpen in openbare be
handeling.
De heer Schokking drong aan. op
plaatsing van het wetsontwerp betreffende
onderzoek naar het vaderschap op de
agenda.
De heer Duymaer van Twist wil
het wetsontwerp betreffende de visscherijen
daaraan nog toevoegenterwijl de heer
L i m'i u r g er op aandringt er het wetsont
werp betreffende het onderzoek naar het
vaderschap in elk geval dit zittingsjaar nog
te behandelen.
Heden 11 u.ur debat rtver de Rogeerings
verklaring.
Berichten.
D - Staatscourant van Woensdag 17
April 1907 bevat o. m. de volgende Kon.
besluiten
benoemd tot hoogleeraar in de letteren en
wijsbegeerte aan do Rijksuniversiteit te
Utrecht (aesthetiek en kunstgeschiedenis)
dr. W. Vogelsang, onder-directeur van het
museum voor geschiedenis en kunst, privaat
docent te Amsterdam
tot lid van de Rijkscommissie voor graad
meting en waterpassing dr. J. C. Kapteijn
hoogleeraar in de sterrekundë aan de Rijks
universiteit te Groningen
tot d van de Commissie van toezicht in
gevolge art. 201 der Hooger Onderwijswet
dr. J D. van der Waals, hcogleeraar te
Amsterdam
benoemd tot districts-inspecteur der spoor
wegdiensten R. Ie Poole. te Rotterdam
op verzoek eer-ol ontslagen dr. A. H. van
der Weerd. officier van gezondheid le klasse
bij het Ned. Indische leger, geplaatst bij do
reconvalescenten-ald '.ing der Koloniale Ro-
serve;
en L. C. van Es, hoofdingenieur 2o
klasse bij den waterstaat in Ned.-Indië, a la
suite met verlof.
op non-activiteit gesteld de le luitenant
G. van lden, van de grenadiers en jagers;
eervol ontslagen cp vrrzoek met pensioen
de kolonel op nou-activiteit J. P. van den
Hoff, de luitenant-kolonel van de infanterie
F. J C. ten Raa, van het. 10e regiment;
de luiten at-kolonel H. A. J. A. Timmer-
mau van het 6e regiment infanterie; de
kapitein x... A. de Jong van Lier van het
7e regiment, C. F. J. der Thouare van het
8o regiment J. Regie van het. 6© regi
ment infanterie; de luitenant-kolonels A.
W. Pitlo en E. van Rijssen, van het 2e en
3o regiment infanterie; de kapitein-kwar
tiermeester J. M. van Baak, van het 4e regi
ment infanterie
benoor d tot reserve-luitennnt-kolonel bij
het 6o regiment infanterie do luit-kolonel
Timmermantot reserve-kapitein als com
pagnies-commandant in het 32e landweer-
district, de kapitein Pliester
verleend de majoorsrang aan L. A. do
Jong van Lier en C. F. J de Thenars.
Naar wordt medegedeeld, zal H. M.
de Koningin gedurende haar aanstaand ver
blijf in Amsterdam, bezoeken brengen aan
dc tentoonstelling in ,,Arti", aan de Rijks
postspaarbank, aan de Artillerie-inrichtin
gen aan de Hembrug en aan het Blinden
instituut. in de Vossiusstraat. Ook zal de
Koningin een matinee van Toonkunst" in
hef Concertgebouw bijwonen.
II, M. de Koningin-Moeder bracht gis
terenmiddag met gevolg een bezoek aan de
tentoonstelling, die door de vereeniging van
den II. Vincentius van Paulo te 's G raven-
bage telken jare ten voordeele van hare lief
dewerken in hare lokalen aan het Westeinde
wo rdit georganiseerd
Koningin Emma, die ontvangen werd door
den heer II. J. Wene, president van den
Bij zonderen Raad voor 's Gravemfhage. met
nog eenige heeren vam het tentoonstellings-
en loterij-comité, nam niet groote belang
stelling de uitgestalde en te verloten voor
werpen in oogenschouw. H. M. liet zich met
de meeste nauwkeurigheid inlichten om
trent de bestemming der gelden enz. Ook
in de tei gelegenheid van de tentoonstelling
ingerichte ontspanningslcikailen, waar ver
schillende spelen den bezoekere ten dienste
staan, vert-oefde de Koninklijke Vrouwe
©enigen tijd em deed ook hier door belang
stellende vragen van Hare ingenomenheid
met het. liefdadige doel blijken.
Van hier begaf de Hooge Bezoekster zich
naar de Concertzaal, waar op het podium
een jongenskoor geschaard stond, dat onder
leiding van Broeder Leo een gedeelte der
De-Ruvter-cantate, woorden en muziek van
een tweetal leeraren aan de Middelbnrgsche
Kweekschool voor onderwijzers, aanhief en
ten slotte eindigde met het Wilhelmus. Door
het dochtertje van den heer Weve werd hier
een prachtige bouquet van roaen aan de
Koninklijke Vrouwe aapgebcfcllen, die bij
den ingang der zaal was ontvamgen door den
heer Wirtz Jr.
Verder werden het Brobkenhuis en het
algemeen magazijn der Vereeniging bezich
tigd. Toen H. M. ook deze inrichtingen met
de meeste belangstelling had in oogenschouw
genomen, gaf zij den wensch te kennen, ook
oen bezoek te brengen aan de schoollokalen.
De broedor-overste, hoofd der onderwijs
inrichtingen, leidde hier Koningin Emma
rond. Op vriendelijke wijze onderhield de
Vorstin zich in elk lokaal met de broeders-
ouderwijzers, vroeg hun belangstellend naar
de vorderingen en het gedrag der leerlingen
en grootte dan met. een lach en een hoofd
knik de jeugdige scholieren.
De rondgang door de sohoolvertrekken
was volbracht en reeds roden de rijtuigen
voor, toen II. M. de rondleidende heeren
vroeg naar de armenschool der vereeniging
en of daar op het oogenblik onderwijs werd
gegeven. Op het bevestigend antwoord gaf
de Vorstin te kennen, dat Zij 't onvriende
lijk zou vinden deze arme kleinen over te
slaan. Vriendelijk lachte II. M. de kinderen
toe en onderhield rich ook hier belaoigstel-
lenid met de leeken-onderwijzers.
Nadat aan alle op de bovenverdieping ge
legen schoollokalen een bezoek was gebracht,
vertrok II. M., aan het beetuuir en den broe
der-overste Hare groote ingenomenheid met
de vereeniging te kennen gevende. Wel had
TT. M. zich door geschriften en persoonlijke
inlichtingen op de hoogte gesteld van het
doel en van de stichtingen van „Vencen-
tius", doch het was Mij, aldus betuigde
Koningin Emxna. een groot genoegen geweest
eens door persoonlijke aanschouwing nader
vam de liefdadige werken van do vereeni
ging kennis te nemen.
Op verlangen van H. M. was aan de leer
lingen na#afloop van het bezoek, dat onge
veer anderhalf uur «luurde, vrij-af gegeven.
Gemeld wordt nader, dat de Prins
l;et aanbod van een gedenkpenning met al
bum van den National en Oranjebond gaarne
aanvaard heeft, doch hot herinneringsvoor-
werp zelf aan Z. K. H. nog niet overhan
digd is.
De Prins, bescherm hooi- van hot in
Mei te s Gravenhage te houden internatio
naal Olympisch congres, heeft zijn adjudant
baron Van Asbeck aangewezen Z. K. H.
bij het comité te vertegenwoordigen. Ter
gelegenheid van dit congres worden verschil
lende feesten gegeven.
Ter vergadering komen de plannen ter
tafel en het programma voor de aanstaan
de olympische spelen te Londen.
Ingediend is een gewijzigd ontwerp
van wet tot verandering der grens tusschen
de gemeente Maastricht en de gemeenten
Meereen en Hoer.
Bij de Tweede Kamer zijn sinds de
vorige 'bijeenkomst o. a nog ingekomen de
wetsontwerpen tot voorziening met betrek
king tot de tiendrechten behoorende tot het
Kroondomein en tot verkoop van domein
grond te Princenhage aan L. Das, hotelhou
der aldaar.
Stelling van Amsterdam.
Eindverslag is verschenen 'betreffende het
wetsontwerp houdende instelling van een
fonds tot spoedige afwerking van de stelling
van Amsterdam, waarbij geen nadere op
merkingen worden gemaakt.
D'r. Kuyper en de crisis. De
Standaard schrijft
„Nu men van liberale zijde den naam van
den voorzitter der Eerste Kamer in verband
met de crisis noemt, en ook de mim-correct©
correspondent van de Zeeuwische Ct. dezen
zelfden naam telegrafisch naar Goes had ge
seind. verzoekt dr. Kuyper ons mede te dee-
len. dat al de weken van de crisis baron
Sch i m meijen ïi nck niet één woord over de
crisis met hem gesproken heeft, noch ook
eenige schriftuur met hem heeft gewisseld.
„Tusschen beide mededeelungen kan alzoo
geenerlei verband bestaan."
Het Kamerlid P a s s t o o r s.
„Land en Volk" schrijft:
„Naar aanleiding der tegenspraak omtrent
ons bericht van het bedanken van het Kamer
lid Passtoors, meldt onze berichtgever, dat
hij het bericht kreeg van een bekend partij
genoot van den heer Passtoors, die op do
hoogte kan zijn. De tegenspraak meende deze
is blijkbaar gegeven, omdat alles nog niet
klaar is. De toekomst zal echter uitwijzen
wie gelijk heeft."
De kapitein J. A. A. Lodéwijlks, belast
met het bevel ever het kol on iaal - werfdepot
te Harderwijk, zal binnenkort den actie ven
oioutI verlaten.
Hoogare Krijgsschool.
Het gisteren door ons uit het Handels
blad overgenomen bericht betreffende het
admissie-exa-nien voor de Hoogere Krijgs
school was in vele opzichten onjuist.
Zoo zijn geslaagde de le luitenant J. J. G.
baron van Voorst tot Voorst, van het 10de
regiment infanterie, toegevoegd aan den in
specteur der infanterie, en niet, zooals ge
meld werd, de le luitenant-adjudant C. E.
W. 'baron van Voorst tot Voorst, van het 9de
regiment
de le luitenant K. H. Bolt, van het le
regiment infanterie, en niet de kapitein W.
A. F. G. Bolken, van dat regiment;
terwijl verder nog toegelaten werden voor
de krijgskundige studiën de le luitenant ad
judant A. P. Seyffardt, van het 10e regi
ment infanterie, en voor den intendance-cur
sus de le luitenant-adjudant W. Dozy, van
het 4e regiment infanterie.
Geslaagd zijn dus (alfabetische volgorde)
voor de krijgskundige studiën
K. H. Bolt-, le luitenant le regiment 'n
fanterio;
J. H. A. van Breda, le luitenant 3e reg.
veld-arbillerie;
H. van Dam, le luitenant der grenadiers;
A. Dohna, le luitenant-adjudant 4e regi
ment. infantei-ie;
C. J. H. van der Harst, le luitenant-adja-
dant 10e regiment infanterie;
J. C. J. Kempees, le luitenant le regi
ment veld-artillerie;
T. L. van Mkaren, le luitenant 8e regi
ment infanterie;
F. J. Quanjes, le luitenant der jagers;
H. Rooseboom, le luitenant-adjudant le
regiment infanterie;
A. P. Seyffardt, le luitenant-adjudant 10e
regiment infanterie;
J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, le
luitenant 10 regiment infanterie, toegevoegd!
aan den inspecteur, en voor den intendance-
cursus
W. Dozy, le luitenant-adjudant 4e regi
ment, infanterie.
Toelatingsexamen tot de Koninklijke
Militaire Academie, den Hoofdourane
in de Cadettensehool in 1907.
De aandacht van belanghebbenden
wordt er op gevestigd, dat in de Neder-
landsche Staatscourant van Woensdag 6
Maart 1907, no. 55, en van Donderdag 4
April 1907, no. 78, is opgenomen eene aan
kondiging betreffende de hierboven vermel
de examens, voor zoover deze hier te lande
zullen worden afgenomen.
Voorts zijn in vorenbedoelde aankondi
ging, voor zooveel de toelatingsexamens tot
de Koninklijke Militaire Academie en de
Cadettenschool betreft, ook opgenomen, de
examen-programma's, de modellen van de
door belanghebbenden in te dienen beschei
den, alsmede de verdere regelingen van
beide laatstgenoemde examens.
Schietoefeningen. Naar aan
leiding van de veralagen der schietoefenin
gen tot verhooging van 's lands weerkracht,
waarvan door den minister van oorlog Staal,
met belangstelling werd kennis genomen,
heeft déze bewindsman aan de commandan
ten der wapens eenige mediedeelingen doen
toekomen.
Uit hot meerendeel der ingekomen versla
gen is hem geblekendat dbor doelmatige
bekendmaking en dioor het houden van voor
drachten of leringen op inrichtingen van an
derwijs, in schiet-, gymnastiek of weerbaar-
lieidsvereenigingenin 1906 belangrijk méér
jongelieden aan deze schietoefeningen heb
ben deelgenomen, dan is voorgaande jaren
het. geval was.
Todh kan van eene eenigszins algemeen©
deelname nog geen sprake zijn, hetgeen zeer
zeker moet worden betreurd.
Bij voortduring blijft de Min. dian ook
de evonbedoelde schietoefeningen in hunne
belangstelling en zorg aanbevelen.
Déze schietoefeningen zullen, in afwach
ting van de tot standkoming van eene rege
ling van het z.g. „vrijwillig schieten" in
hoofdzaak op de bestaande wijze zijn te hou
den
Identiteitsplaatjes. De
jongst afgetreden minister van Oorlog, heeft
de bepalingen omtrent identdteitsplaatjes,
herzien.
O.a. wordt bepaald:
Ten behoeve van dé Landanaohit worden
vastgesteld identiteitsplaaitjes, van celluloid
vervaardigd, van rechtllioékigen vomn, aan
de hoeken afgerond.
Het identiteitsplaatje behoort tot de uit
rusting van den man en is bestemd, om door
hem, aan wien het wordit uitgereikt, bij mo
bilisatie aan een rond koordje, om den hals
en op het bloote lichaam te wórden gedragen.
Het identiteitsplaatjo wordt-, ter weers
zijden, voorzien van een opsdhrift, de ver-