3 venschte do voorwerpen, op lijst A voorko mende, te behouden. Ik heb voor dait voor stel gestemd, omdat ik met de landere regen ten, den directeur en de overste van de congregatie de zaak eerst wilde bespreken, ook om te weten of het nuttig en wensclie- lijk was de voorwerpen voor de stichting in het 'bezit te krijgen. Wiji zijn nu overeenge komen eene eigen zieken verpleging tot stand te brengen. De daarvoor noodige lokalen zijn beschikbaar gesteld en aangeboden aan de overste van Sipb-Jozef. Op dien grond hebben Regenten gemeend, dat zi? de schen king van het gemeentebestuur gerust kon den aanvaarden, omdat de verschillende voorwerpen goed gebruikt konden worden en omdat zij in goede handen komen. Do zusters, die van het St.-Elizaibethsgasthuiis zijn teruggekomen, zijn wel bevoegd, om te gaan met de voorwerpen, die op lijst A zijn aangeteekend. Dientengevolge heeft het bestuur van het Liefdehuis een schrij ven tot B. en W. gericht, om mede te doe len, dat het gaarne 'bereid is al de voor werpen, die op lijst A vermeld zijn, te aan vaarden, wanneer de raad daarvan de schen king wil doen. De heer .Rol an dus Hagedoorn Mijnheer de voorzitter, na de uitvoerige meded-eeling, die door den heer Hameis is gedaan, moet ik opmerken, dat er niets is gezegd, waardoor afbreuk wordt gedaan aan •de stelling, die ik de vorige maal heb ver kondigd. Wij hooren nu, dat het Liefdehuis de schenking zal aanvaarden. Ik dacht-, dat de zusters en het Liefdehuis beiden apart waren en dat de voorwerpen zouden gege ven worden, aan de zusters, niet aan het Liefdehuis. Dat doet echter minder ter zake. De bedoeling is de voorwerpen over te dra gen aan de zusters, omdat zij zelve eene ■verpleging willen oprichten. Het zij'n de zelfde zusters, die in het- oude St.-Eliza- bethsgasthuis geholpen hebben; die zullen met de verpleging belast worden. Ik blijf daarom op mijn standpunt. Aan deze zus ters kan alles gegeven wordenalleen wat twee dingen betreft, zou dat verkeerd zijn, omdat zij er geen goed' gebruik van kun nen makennamelijk de sterilisator met toebehooren en de elastieke ziwachtels. Die kunnen alleen dn handen van deskundige, geschoolde verpleegsters waarde hebben. Wanneer de voorwerpen ten geschenke zijn aangeboden door het gemeentebestuur, dan is dat gedaan om de groot© diensben, die door de zusters bewezen zijn. Aan den anderen kant zou het St.-Elizabethsgastbuis ze gaarne in ontvangst genomen hebben1 en zelfs een billijken prijs er voor hebben willen geven. Ik stem -echter toe, dat waar de bewezen diensten zoo groot zijn, zeer zeker die van het oude gasthuis, dat meer dan honderd jaren zoo vele armlastige patiënten geholpen heeft, het wel op onzen weg ligt de voor werpen aan de zusters van het oude gast huis te geven. Er zijn echter voorwerpen, die wel nuttig gebruikt kunnen worden in han den van de verpleegsters van het Groene Kruis, maar niet in die van -de zusters van het Liefdehuis. Het zal niet lang meer duren of het Groene Kruis krijgt een eigen gebouw. Het is eene inrichting, die duizend en meer leden telt, waarvan honderden pro testanten en katholieken deel uitmaken, di« voor Amersfoort in het algemeen van grooö belang is. Daai'om stel ik voor met onzen grooten dank de voorwerpen aan het Lief dehuis aan te bieden, behalve de sterilisator met toebehooren en dé gummi,-zwachte's De heer Hamers. Mijnheer de voorzit ter, het is zeei- goed mogelijk, dat die zaken ook gebruikt kunnen worden door het Groene Kruis. Daar gaat het hier echter niet om. Als de zusters van het oude gast huis een eigen verpleging willen daarstel- -len, dan hebben zij. die zaken noodig. Men zegt-: ,,Ja, zij zijn niet 'bevoegd." Maar als zij zoovele jaren de verpleging hebben waar genomen, zou dan de bevoegdheid ook niet komen? Moet die alleen door het diploma verkregen worden? Ik persisteer bij hetgeen ik heb gezegd; naar mijne meening moet het Liefdehuis alles krijgen of niets. De heer Plomp. Mijnheer de voorzit ter, ik zal voor het voorsteL van B. en W. stemmen. Ik vind de zaak van te weinig be lang om nu het bestuur van het Liefdehuis, op de vraag die -het is gedaan, heeft ver klaard dat het prijs stelt op het ontvangen van alle in lijst A genoemde voorwerpen, er onzerzijds eene andere meening op na te houden. De heer Roland us Hagedoorn. Ik wil alleen nog opmerken, dat de zusters de voorwerpen krijgen, niet het Liefdehuis. Dat zijn twee verschillende zaken. De heer 'Hamers. Dat staat volkomen gelijk. Het zijn twee instellingen, maar rij werken altijd samen. De Voorzitter. Ik zal het voorstel van B. en W. het eerst dn stemming brengen Dan kan de raad uitmaken of al de voor werpen, die in lijst A zijn opgenomen, zul len worden gegeven aan het Liefdehuis. Het voorstel van B. en W. wordt met tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stem den de heereuHagedoorn, Heyligers, van Eek, van Esveld en -Gerritsen. 'De heeren Jorisaen en Hamers hielden zich 'buiten stemming. De Voorzitter. Het voorstel van den heer Hagedoorn is hierdoor vervallen. 3. Voorstel van B. en W. tot uitbe taling van vaoaturegelden tot een bedrag van f 94.22 Aaan de politie. Wordt z. h. o. conform besloten. 4. Voorstel van B. en W. tot het geve a van eervol ontslag, op verzoek, aan de on derwijzeres C. W. Westenberg (meisjes school) met ingang van 15 Augustus. Wordt z. h. o. conform besloten. 5. Voorstel van R. en W. tot het geven van eervol ontslag, op verzoek aan den on derwijzer H. G. Verhaar (school Puntenbur gerlaan), met ingang van 14 Juli. Wordt z. h. o. conform besloten. 6. Voorstel van B. en W. tot het geven van verlof wegens ziekte aan den onderwij zei- O. Akkerman tot 28 Mei met behoud van jaarwedde. Dei heer Jorissen. 28 Mei, dat -is van daag. De Voorzitter. Het verlof wordt in derdaad niet langer verleend dan tot van daag. Maar het verzoek is tijdig ingekomen. Wordt z. h. o. couform besloten. 7. Voorstel van B1. en W. tot het niet houden van overigangsexaimens aan het gym nasium' voor den cursus 1906/1907. In afwachting van eeue geheele herzie ning van biet -reglement, stellen. BI. en W. voor, overeenkomstig het advies vani curato ren in) 1907 geen overgangsexamens te doen houiden en de regeling van dé ibevordering der leerlingen over te laten aan' curatoren. De Voorzitter. In het vorige jaar is diaartoe ook besloten, in afwachting van eene herziening van het reglement, welke in voorbereiding is. Wordt z k. o. conform1 besloten. 8. Rapport van- B. en W. betreffende wij- zigiug der pensioen-verordéninig. B. en W. nooddgen den' Raad uit: 1. ten aanzien van- het in' art 13 geregelde uit te spreken of en zoo ja welke regeling gewenscht wordt; 2. te besluiten' de gelegenheid tot het in- koopen van lijdelijke dienjsten eventueel open te stellen in afwijking van' art. 12 en tevens dé gelegenheid! open, te stellen tot intrek king van de in art. 15 bedoelde, indérbijd opgelegde verklaring voor die ambtenaren, voer wie, tengevolge van het onder 1 beslo- tene, gunstige pensioenbepalingen worden' vastgesteld'. De lieer Plom p. Mijnbeer de voorzitter, ik wil gaarne beginnen met B. en' W. danlk te betuigen voor de door hen verstrekte op gave van personen, die vallen ondier de be palingen van de artikelen 12, 13 en 15, en in de tweede plaats voor de door hen, naar aanleiding van mijn vooqstel, geleverde be schouwingen. B. en W. houden zich vrij; on zijdig. Zij stellen verschil lende gevallen, die het gevolg 'kunnen- zijn naarmate van de beslissing, die zal worden' genomen, om aan het slot te kennen te geven- dat zij1, zoodra de raad dé beslissing zal hébben g;enomen, dienovereenkomstig bepalingen zullen- ont werpen. Drie gievallen worden door B. en W. ge steld. In de eerste plaats: het stelsel te handhaven, dat in art. 13 dier verordening is neergelegd. Ik geloof niet, dat B. en W. dat zelf zullen willen. Zij erkennen volmon dig, dat zich daarbij moeielijkheden zullen voordtoen en dat. dan aan menschen -pensioen zal worden onthouden, dat 'hun naar de te genwoordige begrippen' toekomt. Dat is juist de gedachte ge'weest waarom men tot veran dering wil komen. In de tweede plaats: het maken van eene regeling, waarbij de zeker heid bestaat, dat de ambtenaar na pensio- neering door de gemeente, -een pensioen zal genieten, berekend) naar -den grondslag jvan zijn gemeente-traktement en het totaal aan tal jaren in pensioengerechtigde betrekkin gen doorgebracht. Ook dat is een dénkbeeld, dat slechts matige- -bewondering kan genie ten. Wiji vervallen- dan altijd in hetzelfde euvel, d'a-t -rekening gehouden wordt met dén pensioensgrondslag van de eerste betrek king. Dat- za-1 ten -gevolge hébben, dat als er een ambtenaar komt, die vroeger een hoogeren grondslag van pensioen bad, latei* minder pensioen geniet dan -een ambtenaar, die zonder -dat in dienst bij' de gemeente treedt. Wanneer men' aanneemt, dat bet pensioen een gedeelte van bet salaris uit maakt-, en dat de ambtenaar -daarop recht, heeft als gevolg van zijne betrekking en van de kortingen, die hem- zijn- opgelegd, dan is het meest juiste beginsel, dat ieder ambtenaar in dienst, van de gemeente het zelfde recht heeft. Daarom stel ik voor art. 13 eenvoudig te doen vervallen. Met de tijdelijke dienstjaren is het een ander geval. Ik ben het- eens, dat daar van recht geen sprake is'; het -is ©en gunst, die verleend iwordt als daarvoor pensioen' wordt toegekend. IMaar de vraag is of het belang van de gemeente kan meebrengen' die -gunst te verleenen. Wat is nu het geval? Sinds 1899, toen onze pensioenverordening in wer king getreden is, zijn de inzichten omtrent pension-eering .belangrijk gewijzigd. Wat vroeger beschouwd werd als een gunst, wordt nu als een recht erken-d!. Van alle kanten wordt er gewerkt, om dé werkgevers te ver plichten hunne werklieden1 pensioen- te geven. Wanneer dat onder particulieren veld wint, dan past. het hen, d'ie in openbare colleges zitting hebben', -medé te werken' om aan de ambtenaren ook voor bunnen tijdelijik'en dienst- pensioen, deelachtig te doen worden. Nog een ander begrip heeft wijziging ondergaan namelijk da-t. omtrent den leeftijd waar op de dienstbetrekking moet eindigen Éérst bij de booger onderwijswet, later -bij 1. ©sluiten is de leeftijdsgrens aangenomen. Met. recht. In een tijd, waarin de nieuwe denkbeelden elkaar snel opvolgen', verliest, een ambténaar spoediger de geschikt heid1 om' zich diie veranderde denkbeelden eigen- te maken. Wanneer de gemeente met vrucht dergelijke beginselen wil toepassen, dan moet zij zorgen, dat hare ambtenaren op zekeren leeftijd aanspraak kunnen maken op een behoorlijk pensioen. Zonder eene re geling, die dé rechten van de ambtenaren- in dit opzicht verzekert-, komen wij tot- een toestand, die in de praktijk verderfelijk is. Ik zou er daarom voor zijn, dat ook wat den tijde lijken diensttijd betreft, gunstige bepa lingen betreffende het pensioen gemaakt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 5