4
wordenHet eenvoudigste zou zijn, wan
neer B. en W. voorstellen deden waardoor
de toestand gewettigd zou worden voor hen,
die profiteeren van de bepaling van art. 13.
Alle ambtenaren moeten gelijk zijn. Wan
neer B. en W. eene zwenking maken voor
den een, dan moet dat ook voor den ander
gebeuren. Het bezwaar, dat men telkens de
gelegenheid) om tijdelijke diensten in te koo-
j.en zal moeten openstellen, wordt door mij
niet gedeeld. Ik zou nu daartoe gelegenheid
willen geve», omdat het andere inzicht, dat
gekomen i» omtrent de pensioneering dat
m. i. easchtMaar wanneer wij aan allen' het
recht geven daarvan te profiteerendan is
er geen aanleiding om, als sommigen dat
nalaten, voor dezen later op nieuw de gele
genheid open te stellen. Tegenover die per
sonen kan men dan zeggen„Gij hebt. de
gelegenheid ongebruikt gelaten; rnt is die
voor u afgesneden." Ik geef dJus in overwe
ging art. 13 in te trekken en- voor tijdelijke
diensten alsnog gelegenheid) te geven, zich,
in te koopen.
De Voorzitter. Mag ik den heer
Plomp verzoeken een voorstel in te dienen,
waarbij B. en W. worden uitgenoodigd eene
nadere regeling voor te stellen overeenkom
stig het- denkbeeld, door hem ontwikkeld?
De heer P 1 om p. Mijnheer die vooratter,
ik heb daaraan niet gedacht. Dat terstond
te formuleeren,, is moeielijk. Zou ik niet
kunnen volstaan niet de uitnoodiging te
doen op de wijze zooals ik die heb uitge
drukt.
De Voorzitter. Art. .13 kaan niet in
getrokken, maar zal gewijzigd' moeten wor
den. Dat is zeker de bedoeling.
De heer Plomp. Ja. Mag ik dan voor
stellen, R. en W. uit te noodigen. eene rege
ling te ontwerpen, overeenkomstig het in
de derde plaats door B. en W. aaugiegeven
denkbeeld, dat in 't geheel geen rekening
gehouden woiklt met andere pensioenen, en
waarbij voort^ de gelegenheid wordt open
gesteld tot het inkoopen van tijdelijke dien
sten in afwijking van art. 12.
Bte heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de voorzitter, in principe «ben, ik
't volkomen eens met dien heer Plomp. Al
leen wil ik er nog iets aan toevoegen. Wan
neer een nieuwe ambtenaar wordt aange
steld, dan heeft hij twee maanden den tijd
om zich te decideeren cf hij. zich wil laten
opnemen in de pensioenregeling. Dat is te
kort. Als een jong mensch in Juli aange
steld wordt .als leéraar aan de H. B. school,
dan is hij. pas in. dienst of dé twee maanden
zijn reeds om. Zou het niet kunnen gebeu
ren, dat men bij de aanstelling gewaarschuwd
wordt, dat men op dien termijn moet letten?
Anders zal het dikwijls voorkomen, dat een
nieuwe leeraar de verordening niet kent
en dat de twee maanden om zijn., voor
dat hij, er om denkt. Als de termijn op
een jaar werd gesteld, dan' zou het beter
zijn. Ik Ken gevallen, die gebeurd zijn 't is
niet maar een losse onderstelling, die mij,
beweegt om deze opmerking te maken.
De Voorzitter. Ik zou er de voorkeur
aan geven, als de termijn op een half jaar
werd gebracht-.
De heer van E s v e 1 d. Mijnheer de voor
zitter, ik ben van meening, dat een termijn
van .drie maanden voor iemand, die eene
tijdelijke aanstelling heeft, lang genoeg is.
Het komt er voornamelijk op aan, dat, de
belangstellende gewaarschuwd wordt. Mén
zou hem .bij de aanstelling een exemplaar
van de pensioenverordenng moeten toezen
den, en hem daarbij uitdrukkelijk moeten
wijzen, opt de bepaling, die hier in aanmer-
kirtg komt.
De Voorzitter. Dat kan, nader be
sproken worden biji de behandeling van het
voorstel tot wijziging der verordening. De
hoofdzaak is nu, of de vergadering zich zal
vereenigen met het voorstel van den heer
Plomp. Ik zal dat voorstel in.omvraag bren
gen.
Bij de stemming wordt het voorstel vam
den heer Plomp aangenomen met algemeene
stemmen.
De Voorzitter. B. "en W. zullen dus,
overeenkomstig het genomen besluit, een
voorstel indienen.
9. Voorstel van B. en W. tot onderhaud-
scke verpachting van een terrein tijdens de
jaarmarkten 19081910.
Het voorstel strekt om aan K. Beniner,
te Roermond, onderhands te verpachten ge
durende de jaarmarkten 1908, 1909 en 1910
dé plaats aan te wijzen voor een stoom
caroussel, tegen een jaarlijkse he pachtsom'
van f 3000 en verder onder eenige voor
waarden, in het raadsbesluit omschreven.
De Voorzitter. Dn overeenstemming
met eene opmerking van den heer Plomp is
in de voorwaarden eenige wijziging ge
bracht. In punt 3 wordt namelijk voorge
steld het bedrag van de waarborgsom, door
•Benner te storten, te verhoogen tot f 1000.
Verder wordt voorgesteld het, vierde punt
aldus te lezen:
4o. Indien K. Benner voornoemd zijne
verplichtingen niet nakomt, zal deze waar
borgsom of de waardevolle papieren in 't ge
heel ten bate van de gemeente komen, onver
schillig in welk pacht jaar dé niet nakoming
plaats heeft
Voorts wordt voorgesteld een geheel nieuw
punt in te lasschen, luidende:
5o. Onverminderd het onder 4 bepaalde is
do pacht van rechtswege ontbonden, wan
neer de waarborgsom of de pachtsom niet
tijdig betaald' is, zoodat de gemeente bevoegd
is, zich te gedragen als had er geen pacht
overeenkomst bestaan.
Eindelijk wordt voorgesteld a,an het slot
in te voegen als negende punt: ,,De aan te
wijzen plaats mag uitsluitend voor stoorn-
caroussel gebruikt worden."
De heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de voorzitter, waartoe is dat ne
gende punt noodig? Er staat reeds in den
aanhef, dat de raad besluit aan K. Benner
de plaats aan te wijzen voor een stoom
caroussel.
Do heer Plomp. De opneming van punt
9 is noodig, omdat het eerste eene eenvou
dige plaatsbepaling is. Om zeker te zijn,, dat
de aan, ,te wijzen plaats niet voor' iets an
ders zal worden gebruikt, is de opneming
van punt. 9 gewenscht.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Het staat er positief: „de plaats aan te
wijzen voor een stoomcaroussel'
De heer Plomp. Ieder jaar wordt de
plaats voor een stoomcaroussel aangewezen.
Maar als men de plaats verpacht, dan moet
er bij staan, dat zij niet voor een. andér doel
mag worden gebruikt.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Ik blijf er bij, dat tweemaal hetzelfde wordt
gezegd. Maar ik zal niet verder aandringen.
De heer van Esveld. Mijnheer de vcor
zitter, kunt u miji ook inlichten of Benner
deze voorwaarden heeft, aangenomen?
De Voorzitter. De voorwaarden, die
B. en W. hebben medegedeeld, zijn in over
leg met Benner vastgesteld. Hij heeft alleen
verlangd, dat de gemeente zich zou verban
den in die drie jaren geeU velocipèdetenten
op dé jaarmarkt toe te laten'. Daaraan is
voldaan. De wijzigingen, die in overleg niet,
den heer Plomp zijn voorgesteld, zijn niet van
zoo ingrijpenden aard, dat do heer Benner
daarmee geen genoegen zou nemen.
De heer van Eek. Mijnheer de voorzit
ter, is de bedoeling, dat de stoomcaroussel
alleen op den Hof mag worden geplaatst?
Mag niet op een andere plaats een veloci
pede-tent komen
De Voorzitter. De bedoeling is, dat
er in 't geheel geen velocipede tent zal ko
men.
De heer Rolandus Hagedoorn
Mijnheer de voorzitter, ik ben het in prin
cipe geheel met het voorstel eens. Maar wijl
hebben geen- zékerheid, dat Benner het zal
aannemen, zooals het nu gewijzigd' is.
Dfe V oorzitter. Als Benner het voor
stel zoo niet aanneemt, dan zal het opnieuw
ter tafel moeten, komen.
De heer Roland'us Hagedoorn.
Het is een zonderling standpunt, dat wij ons
zullen uitspreken over iets, waarvan wij niet
weten of de andere partij; het aanneemt.
De Voorzitter. Als de heer Benner
wijziging verlangt, dan zal de raad dat kun
nen 1 eoordeelenIk geloof niet, dat dit be
zwaar kan opleveren.
De heer Rolandus Hagedioorn.
Ik vind dat niet den juisten, weg, mijnheer
de voorzitter.
Het voorstel wordt aangenomen' met alge
meene stemmen.
10. Rapport van B. en W. 'betreffende een,
adres van J. Dekkers tot afstaan van een
staanplaats voor de a. s. jaarmarkt.
Onder opmerking, dat de gunning der
plaatsen volkomen geschied1 is volgens het
besluit van 4 April 1907, stellen B. en W.
voor het verzoek te wijzen, van de hand.
Wordt, z. h. o. conform' ibetsloten.
11. Rapport en voorstel van B. en W.
betreffende eene reclame vam L. G. Hebing
tegen zijn aanslag in het vergunningsrecht.
B. en W. stellen voor, alvorens eene be
slissing te nemen, een herschatter te benoe
men.
Ala zoodanig wordt met algemeene stem
men benoemd de heer D. de Groot.
12. Voorstel van B. en W. tot het geven
van een crediet van x 150 voor subsidie
voor het in 19Ö7 te houden gymiiiastiekfeest.
Het subsidie zal worden' vei'leenld) onder
bepaling, dat het bedrag zal1 worden uitge
keerd, indien ter beoordeel ing van B. en W.
'blijkt uit de over te leggen rekening en
verantwoording, dat de uitkeeriug noodig is
ter bestrijding van de gemaakte onkosten.
Wordt z. h. o. conform besloten.
13. Voorstel van B. en W. tot het be
schikbaar stellen van eene medaille ter ge
legenheid) van het in. 1907 te houden inter
nationale kegelconcours.
Er zal beschikbaar gesteld) worden eene
gouden medaille ter waarde van f 35 a f 40.
14. Rapport en voorstel betreffende wijzi
ging van 'besteksbepalingen.
Het aangeboden ontwerp-besluit tot vast
stelling van voorwaarden, die bij het ten
uitvoer brengen van door de gemeente in'
't openbaar aanbesteed werk nagekomen
moeten worden, strekt ter vervanging van
de bestek voorwaarden, die zijn vastgesteld'
bij raadsbesluit van 5 December 1901, no.
390.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zatter, ik heb zeer zeker geen opdracht daar
toe gekregen, maar ik weet beslist uit naam
van de arbeiders te spreken, 'wanneer ik B.
en W. hartelijk dank zeg voor de wijze
waarop zij er naar gestreefd hebben voldoe
ning te schenken aan de wenschen, die hun
waren kenbaar gemaakt. Niet alleen zijn de
meeste wenschen van de werklieden inge
willigd, maar dikwijls zij-n B. en W. zelfs
verder gegaan. Het is inderdaad een mooi
stuk werk, dat hier geleverd is. De be
staande besteksbepalingen hébben goed ge
werkt, niettegenstaande de ,vele bezwaren,
die daarvan gevreesd werden. Dat kon ook
moeielijik anders, nu de uitvoering van die
bepalingen was opgedragen aan den gemeen
te-architect, die zeer zeker de belangen van
de gemeente behartigde, maar daarnaast ook
een open oog had voor de belangen van den
werkman. Moge het. voorbeeld van de ge-