Uit den omtrek.
STADSNIEUWS."
overal niets anders dan mist. 't Was om er
hopeloos onder te worden. Teneinde de ver
veling te verdrijven, gingen sommigen in de
kajuit kaart spelen, maar daar kwam ook
weer een eind aan en dan toog men op
nieuw naar het dek en zag mist Dat ge
luid van leven rondom je, en niets te
,zien, volstrekt niets!
Hoe 't stond met de proviand aan boord,
vraagt U?
O, dat ging best de eerste dagen, maar
op eens 23 man méér te eten te moeten ge
ven, dat is geen kleinigheidWij zouden
voor vandaag (Vrijdag) nog voldoende heb
ben gehad, desnoods óók nog wel voor
morgen (Zaterdag) Maar dan hadden we t
zuinig aan moeten doen. en voor Zondag
was de voorraad uitgeput geweest; de melk
raakte van morgen bijvoorbeeld al op, maar
er was nog scheepsbeschuit, dat was dan
toch altijd nog iets. Maar om op Donder
dag terug te komen. wij hoorden 's mid
dags enkele booten voor anker gaan, je
hoorde zeer duidelijk de kettingen oprol
len en daarna de signalen op de stoomfluit
geven, ten teeken dat. de boot in beweging
was gesteld. Dan hoorden we haar passce-
ren op eenigen afstand, maar zien niets
hoer i Van binnenkomende of uitgaande
Harwichbooten hebben wij totaal niets be
merkt. Zoodra wij iets hoorden, werden er
aan boord van de „Songa" allerlei signa
len gegeven, maar die bleven deels onbeant
woord, omdat men op andere schepen niets
zag en dus cok niet wist waarheen zich te
wenden. Wij hebben herhaaldelijk om een
loodsboot gefloten, want om den Waterweg
te kunnen binnenstoomen, moest er een
loods aan boord wezen om te peilen, maar
ook die signalen zijn onbeantwoord geble
ven 'tZal Donderdagavpnd geweest zijn,
tegen zessentoen kapitein Erland verande
ring van weer meende te bespeuren, hij kon
de mastlichten van de boot op het dek zien,
wat tot dusver nog niet het geval was ge
weest, dit was dan ook een gunstig teeken,
waarbij zich het feit kwam voegen, dat er
een flauw windzuchtje was te voelen, wel
zéér gering, maar toch niet te ontkennen.
Bovendien was er iets in de lucht, dat den
ervaren zeelui verandering voorspelde. Er
kwam in ons een greintje hoop. Later
op den avond, zoowat tegen tienen, zagen
wij door den nevel eenrg licht van een lan
taarn, uiterst zwak, maar beslist een licht
schijnsel; ook hoorden we een flauw geluid
van fluiten. Er verliepen eenige minuten,
maar het licht verdween en kwam niet meer
terag, signalen onzerzijds bleven zonder re
sultaat. De nacht ging weder in met weinig
hoopwij sliepen zoo goed en kwaad als
het ging, maar zagen het morgenlicht sche
meren, zonder dat een verkwikkende rust
ons had gesterkt. Velen onzer voelden dan
ook de vermoeienis van de laatste dagen.
Tegen zes uur in den ochtend hoorde ik in
de kajuit het signaalgefluit van een loods
boot wij gingen naar dek, maar konden
evenmin als daags te voren iets op zee on
derscheiden, al bracht de morgen méér lioht
dan de voorgaande dagen. Kapitein Erland
deed een donderbus ontploffen, het schot
knalde en rolde over het kalm-golvend
water, waarna het weer even stil werd als te
voren, stil en eenzaam in de omhulling van
deu mist, die door het aanhoudend vriezende
weder zoo lang boven de zee bleef hangen.
Vrijdag was aangebroken. Wat zou bet wor
den? Was het in den vroegen ochbend iet
wat lichter geweest, daar volgde een uur
van weer nieuwe duisternis op, als trok de
ne*-el zich weer te dichter samen rondom de
boot, die zoo rustig voor anker lag, als wa
ren we op een binnenmeer de zee was merk
waardig stil, ternauwernood gerimpeld, een
groen-getinte waterplas met zilverrand hier
en daar. W ij zagen weinig vooruitgang bij
gisteren, maar de kapitein meende in den
ietwat toenemenden wind een gunstig teeken
te mogen zien. En ja, waarlijk, langzaam,
o tergend langzaam, werd de mist rondom
ons dunner, kwam nu en dan even de wind
blazen over de zee en zagen wij den nevel
opgejaagd naaT boven. Dat gaf moed, dat
schonk heer lijs nieuw vertrouwen, dat deed
je trillen van hoopvol verwachten, dat beur
de je het hoofd op en deed je den blik slaan
naar de masttoppen, of daar niet méér van
was te zien dan den avond te voren. En o,
wonderdadig geluk kwam daar niet de
zon door de mistnevelen breken, de zon,
waarnaar je dagen had verlangd en uitge
zien met de gedachten aan huis
Eeu half uur verliep; de menschen ston
den allen aau dek, tuurden, tuurden maar
aldoor naar zee, en werden verrukt bij de
ontdekking, dal de mist hand voor hand
week, als rolde zich bij iedeien minuut het
gordijn langzaam op, dat etmalen lang, de
wereld aan het oog had onttrokken. Maar
ziet, na een half uur ging de zon weer schuil,
daalde de nevel weer zachtens neer, gleed
de lichtglans over zee terug en werd het
duister door der mist, die een traan deed op
wellen in het oog. „Houdt maar moed!" zei
die eerlijke zoemansborst, die ons aller har
telijke vriend was geworden, ,.ik twijfel er
nog niet aan.''
E»j wederom vei liep een kwartier, mis
schien wel twee, ik weet dat niet precise zoo
imeei. En opnieuw gloorde een weinig licht
door oe nevelen, die ijler werdlen, luchtiger,
n u weer afdreven en i a u weer naderbij
kwamen, voor ons menschen niet zichtbaar
ui indien, maar voor den kapitein en z'n
mannen een hoopvol teeken dat betere tij
den beloofde. Als er maar wisseling kwaan.
deining in de lucht, dan was het ergste ge
leden. En dat op en neder gaan van deu
mist braoht inderdaad verandering. Tegen
tien uur word het bepaald helder weer; wij
konden een mijl ver in zee zien, zagen de
schimmen van ons omringende schepen al
scherper en scherper naar voren komen, wij
bestudeerden ieder punt, wezen elkander op
d 11 en op dat, op dichtbij en op ver af,
er was nieuw leven over ons gekomen. Het
den scheepskijker was den omtrek zelfs tot
op grooten afstand te zien de zonneglans
streek over het al verend water, danste in de
zachte wiegeling der licht-bewogen golven,
dat een groen weerkaatsen gaf. En ziet
daar verschijnt op de commandobrug van de
„Songa" kapitein Erland, die het weer aan
dorst vandaar zijn bevelen te geven. Hem
word een jubel-ovatie gebracht, met harte
lijk, geestdriftig gejuich. Uit de stoompijp
kronkelde de rook naar boven, de vuren wa
ren weer aangemaakt en als de heerlijksohe
muziek klonk ons het gezucht van de zware
machines tegen, die weldra in regelmatig
gedreun hun ouden gang hadden gekregen.
Twee korte, krachtige stooten op de stoom
fluit, als sein dat men tot opvaren gereed
was. Een nieuw sein oen de hulp van een
loodsboot te vragen. De kapitein on..'-kt
van zijn hooge brug de nadering van een
'oodskotter, ziet de uit den nevel opdoe
mende boot althans voor een loodsvaartuig
aan.... Men roept daar van boord: ,.Heb
je ook reizigers van de Amsterdam opge
pikt?" Eu donderend klinkt het juichend
antwoord terug: „Ja, die zijn h En
door den roeper klinkt, het: „Hoeveel .zijn
er aan boord?" Wat wordt beantwoord met
„23 man." ALLEN DUS TERECHT. Het
is de „Gouwzee" die naderbij komt, draait
en langs zij komt. Van beider sciepcii stijgt
een jubel op, een innig-hartelijke welkomst
groet Goddank, allemaal tohoudenDe
„Gouwzee" was volledig uitgerust als hoe-
pitaalschipeen dokter aan boord met alle
middelen om terstond zoo noodig geno:«skun-
dige hulp te kunnen bieden, proviand, ver
warmende dranken enz. enz. Gelukkig was
er geen enkel ernstig geval op de „L >ngia",
die alle schipbreukelingen behouden en wel
kon afleveren. In tegenwoordigheid van de
geheele bemanning van de Noorsohe boot
werd afscheid genomen van kap.' 1 Er
land, die aller harten had veroverd. Wij
drukten hem allemaal lang en krachtig de
hand, dit moment was een oogenblik van
groote ontroeringgezagvoerder en équi
page werd warmen dank gebraoht voor
hunne menschlievendlheid. Onder de opva
renden, van de passagiers van de Harwich-
boot was tevoren geld ingezameld, dat aan
den kapitein van de „Songa" werd t*_. hand
gesteld ter uitdeeling aan de bemanning.
Etn kapitein Eiland zelf ontvangt heden (Za
terdag) te Rotterdam, waar hij eenige dagen
met zijn boot blijft liggen, een zilveren thee
servies als blijk van groote dankbaarheid van
de 23 passagiers, die hij met zoo groote gast
vrijheid op de „Songa" opnam. Voor dit
geschenk brachten de passagiers meer dan
tweehonderd gulden bijeen.
Hot was ruim elf uur toen wij op de
„Gouwzee" overgingen; de „Songa" Jgde
ons op den voet en stoomde ons statig
achterop, den Waterweg binnen. De Har
wich boot. die inmiddels in het zicht was ge
komen, haalde ons weldra in en kwan\ ge
lijktijdig met ons voor den steiger, achter
het station van de Hoek va.n Holland, waar
ik zeker niet had gedacht onmiddeli.jX door
een journalist in beslag te zullen worden ge
nomen, maar welke brutaliteit ik hem echter
gaarne vergeef door mij dadelijk door hem
te laten interviewen, waarvoor ik den hoer
De Jong mijn besten dank betuig.
Tot zoover het interview.
De aankomst van de gc-reddea bracht aan
het station een onbeschrijflijke levendig
heid teweeg. Het plankier zag zwart vati
de menschen. De passagiers door de „Gouw
zee" aan wal gezet, werden met gejuich be
groet, menigeen drukte hen de hand. Het
bureau van den stationchef kon niet allen
bergen, die telegrammen kwamen aanbie
den, om de heuglijke tijding naar alle oor
den van de wereld te romen. In een ooge.i
blik tijds lagen er stapels dépêches gereed,
om aan de draad te worden .oevertrouwd,
de ambtenaren tikten duizenden woorden
aan het Morse-toestel naar het Rijkstele
graafkantoor te Rotterdam, vanwaar ze
werden verspreid over verschillende rich
tingen. Do toevloed van telegrammen was
zóó enorm, dat men ten slotte het aan
nemen moest weigeren, omdat anders niet
door den berg van werk \.as heen te komen
Het telegrapheeren ondervond toch reeds
groote belemmering, omdat verscheidene
lijnen, wegens het breken van de draden
door den ijzel, wareu gestoord. De vrien
delijke en bereidvaardige chef van den Hoek
deed wat hij kon om de ^enschen tevreden
te stellen eu vlug te helpen. De restauratie
zaal was het algemeen punt van samen
komst; ieder van de geredden moest in
een broeden kring van nieuwsgierige belang
stellenden zijn wed?rvaren vertellen, de
reporters bevochten elkander l .b recht van
interview, zelfs zóó hardnekkig, dat i k ge
noodzaakt was m ij n slachtoffer te brengen
naar een rustig plokje buiten, waar ik niet
de risico liep mijn buit to zien betwist door
kapers, die er op loerden mij m'n vangst
afhandig te maken, waar ik mij in de restau
ratiezaal als het ware met hand en tand'
tegen moest verdedigen. Buiten, op het
plankier langs den steiger, heb ik rustig
geinterviewd
Resten nog kleine aanvullingen In de
douanenloodsen ondervom .1 de Amster
dam-passagiers de meest igelijke welwil
lendheid. Men had gelegenheid onmiddellijk
zijn bagage in ontvangst nemen, waar
mede men dan zonder controle mocht pas
seereu. -Gemakheidshalve waren alle kof-
fors. tasschen en citybags in een vertrek uit
gestald, waar men zijn eigendom aanstonds
zonder zoeken kon herkennen Hier ver
namen wij nog, dat in zee een sloep met
bagage van de „Amsterdam is omgesla
gen enkele stukken spoelden reeds aan.
Des morgens vroeg was aan boord van de
„Songa" het denkbeeld overwogen een sloep
uit te zetten, waarin ier man zouden trach
ten het strand te bereiken om telegrammen
van de opvarenden jver te brengen en de
assistentie van een loodsboot in te roepen.
Gelukkig behoefde dit plan niet ten uit
voer te worden gebracut.
Twee punten van het geschrevene moet ik
meer in net bijzonder onder de aandacht van
onze lezers brengen, omdat zij van zeer ern
stige "beteekenis zijn, wat men bij opper
vlakkig lezen niet zou vermoeden. "Wij deel
den dan mede, en wel uit zeer ver
trouwbare bron, hoe in de reddings
sloep van de Harwichboot bleek defect te
zijn de lamp, die in de daarvoor bestemde
kist was geborgen en hoe in de tweede plaats
levensmiddelen bleken niet aanwezig te zijn.
Beido deze feiten zijn van het hoogste be
lang en kunnen niet genoeg in het licht
worden gesteld, omdat er ten duidelijkste
uit blijkt, dat de sloepet. aan de Harwich-
boot niet verkeerden in den toestand waarin
ze behoorden te verkeeren. Vooral het ont
breken van levensmiddelen is wel de groot
ste grief, die tegen het toezicht op de boo
ten moet worden ingebracht.
Met den middagtrein van 1.24 vertrok
ken do meesten naar Rotterdam en ging ik
naar Utrecht terug. De mist nam weer toe,
hulde het landschap weder in nevelen eo
doezelde lijn en vorm weg voor het oog
Met oen dankbaar gestemd gemoed voor den
gelukkigen afloop van dit scheepsongeval,
feisde men weg van den Hoek, met de stille
hoop in het harte, clat Nederland in lange j
jaren zal worden gespaard voor ongelukken
op dit door den zeeman zoo zeer gevrees
de punt aan de kust.
Moge die hoop worden bewaarheid. I
De Print aan den Hoek.
De bijzondere verslaggever van de N. R. 1
Ct. seinde nog omtrent het bezoek van Prins I
Hendrik
Eén ding vond men jammer aan den
HoekDat Prins Hendrik, na om half- j
twaalf terugkomende van Zijn moeilijk be
zoek aan de „Amsterdam", juist weer per
automobiel naar Den Haag was vertrokken,
toen do „Gouwzee" met het blijde nieuws
binnenkwam
De Prins immers stelde zoo echt warm
hartelijk be^ng in wat men vermoedde een
nieuwe ramp te zijn. En na de „Berlin"
is Zijne Hoogheid aan den Hoek met men- 1
schen en toestanden zoo volkomen ver- 1
trouwd. Men had Prin Hendrik met de
beide heeren en den burgemeester, zonder 1
©enig opzien te wekken, moeten zien wan- j
delen langs het Kanaal naar den steiger
van de „Caland". Hoe hij zonder formali
teiten rond en vriendelijk een ieder aan
spreekt, den kapitein, zoowel als een dek-
knecht, wanneer die aan boord toevallig in
zijn buurt kwam, en er viel wat van de
schepen te vragen.
De Prins was van plan eerst naar de
„Amsterdam" over te steken, en dan, mee-
zoekonde, buitenuit in Scheveningen te lan
den. Dat dit voor den aanwezigen journa
list een bezwaar zou wezen, om nu weg te
varen uit den Hoek, was mee een reden,
waarom de Prins dan maar weer terug zou
keeren naar den steiger.
„Eén ding is het echter niet" zei
Z. H het is geen „Berlin"-weer. Zooals
het toen geweest is, dat beleven we nooit
meer
Om op de „Amsterdam" te komen was
een zeer bedenkelijke klauterpartij noodig
over een losliggende plank, waarbij over de
beijzelde slang van de pompende schepen
moest worden hee 11 geklommen. Monter ging
de prins voor, klauterde binnen door het
nauwe poortje, bleef in stikke donker van
de tunnel voorop. Niemand wist van het
hooge bezoek. Een steward kwam Prins
Hendrik toevallig tegen, die dadelijk als
gids werd aangeklampt, naar de kritieke
plaatsen. Overal was het glad van ijs, en
met lucifers moest telkens bijgelicht wor
den. In den salon zat de kapitein te ontbij
ten Hartelijk van deelneming sprak de
Prins hem aan en verzocht hem voort te
eten.
Aan dek, bij de indeuking, herkende Z. H.
Sperling. Met de armen van blijdschap uit
geslagen ging hij op hem toe, schudde hem
de hand en sprak een tijdlang over de Fe-
bruard-ramp, en over de geredden, die de
Prins nog telkens opzoekt. Alles zonder
ceremonieel, en als volkomen kameraad-'
schappelijk.
Na een poosje de klauterpartij weer te
rug. Met de hand boven de oogen uitzien
naar de file vau schepen die binnenkwam
doOr den mist. „Zou het Je „Gouwzee"
soms wezen Zouden ze iets weten van die
arme menschen?" Aan allen, die toeval
lig bij hem stonden, vroeg de Prins het.
Maar de burgemeester zei: de „Gouwzee"
kon nog zoo lang uitblijven, en de kans op
goed nieuws was zoo gering.
Toen de Prins op hot paleis terug was
vond hij het telegramalle vermisten zijn
gezond en wel aan den wal.
De „Amsterdam."
Van den Hoek van Holland wordt ge
meld, dat L. Smit Co.'s Bergingsdiens*
gisterenmiddag geslaagd is het st omschip
Amsterdam droog te pompen. Wanneer het
weder het toelaat, wordt het schip morgen
naar Rotterdam opgesleept.
De „Songa" en do „Axminster" zijn
I beido binnen, doch do dikke mist maakte
het onmogelijk naar Rotterdam op te stoo-
men, waarom zij bij Maassluis geankerd
zijn.
Da N. R Ot. vertelt het volgend*
omtrent Jao. Upscm, oen matroos ram de
„Amsterdam", die alleen in een redding
boot wegdreef en die Woensdagmiddag door
den oud-kapitfein Bakker op de Nooraerpier
aangetroffen werd.
Woensdag ochtend te vier uur had Jac.
op de „Amsterdam" d.© wacht te kooi. De
going van het vuurschip wekte hem. Dade
lijk daarop wordt gecommandeerd: alle
hens aan dek en teen hij boven was, zag
hij de aanvaring gebeuren. Toen moest de
bêmamming weldra de passagiers aan de red-
diingqgordels helpen.
En het volgend beviel was: Allle man bij
de booten. Jac. had die aobste boot. Hij
werd daarin neergelaten. IAxjIi ongelukki
gerwijs ent brak. de vanglijn, die de boot
aan het schip 1 moet verbdndten, en hij dreef
weg.
Er waren vier riemen in, maar otm te
roeden was de boot voor één man te zwaar.
En ook hleit zeiltuig diende hem niet, want
er was gean wand. In cm oogenblik zag of
hoorde hij niets meer.
Toen heeft Jac. met zijn knipmes een
wrikgat gekorven. Jhi wrikkende st uurdie hij
die Ijoot.
Als hij doodimoe was, ging dij op de zei
len liggen, dekte er zich ra/e© toe. D«n zong
hij om er den moed in te houden.
Het ongeluk was echter dat er geen kom
pas was in de reddingboot, maar even kwam
de zon door. Toe., wist Jac. waar de waJ
was. Hij voelde meteen dat de wind uit den
wal kwaan en nu koerste hij a.l wrikkende f
in dleai wind op, berekenende* dat, toen hij
's morgens cxm de Noorc ging, ae vloed liep.
Hij had wel geen horloge, maar nu moest
hfet eb zijn. Zoo navigeerde dè clevere jon
gen en koerste om benoorden den Waterweg
uit te komen, want daar binnen kon hij
wrikkende niets uitrichten.
Gelukkig hoorde hij toen den misthoorn, 1
maar die zweeg plotseling on dat bracht
hem vam streek. Toen, na een paar uur, het j
geluid weer kwam, stuurde hij aan wal.
Daar trof hem aan het Noorderhoofd i
kapitein Bakker. He„ zweet gutste Jac. van
het gezicht, zijn armen waren a's ontwricht 1
maar door zijn overleg heeft deze twintig
jarige zeeman zijn leven gered De familie
Bakker nam hem gastvrij op, nu ligt hij op
die „Amsterdam" te .:ooi.
De toest and'voor den N. Wa
terweg. Kapitein John Scobbie, gezag
voerder op het s.s. Rotterdam", van de
geregelde vaait van Rotterdam op Grange- 1
mi uth, schrijft, naar „Scheepvaart" meldt,
het volgende aan de heeren D. Burger j
xn
Zooals de zeelieden weten, is een mist-
hoorn geplaatst op het lichtschip „Maas",
en eveneens een aan den Hoek van Holland.
Op Zondagavond 19 dezer, waren geen
van deze beide misthoorns in werking. Het
is een betreurenswaardig feit en een alge-
meezie klacht van de op deze haven varende.
schepen, dat de misthoorns, geplaatst aan
d n ingang van den Nieuwen Waterweg, niet
betrouwbaar zijn. Ik stuur koers van het
lichtschip „Maas" naar de Noorderpier,
ver.vachtende den misthoorn daar geplaatst,
te zuilen hooren, doch, niettegenstaande det)
dikken mist, had deze opgehouden te blazen,
dat zeer bedriegelijk is voor den zeeman en
hem doet twij'elen aan zijne positie, terwijl
hij coor te stoomen, groote kans op ongeluk
keu krijgt.
Daar ik bet mistsignaal niet hoorde,
ankerde ik ten 11 uur 's avonds op een paar
scheepslengten van de boei, welke van hare
gew >ne plaats, weggenomen, nu geplaatst is
op een wrak. en het was eenigen tijd na
middernacht, alvorens de misthoorns weder J
gehooid werden
Geregeld sedert vele jaren op de Holland-
sche kust varende, kan ik verklaren, dat ik
zeer dikwijls in dikken mist vlak bij het
lichtschip „Maas" geweest ben, zonder dat
daar mistsignaal gebruikt werd. Men kan er
niet op rekenen dat de mistsignalen gebla
zen worden zooals dat behoort en zooals dat
geecb'ed op alie andere mij bekende toegan
gen uic zee van het begin van mist of sneeuw
af, totdat het weder helder is. Aan den
Hoek van Holland schijnt men bevreesd d£
mistsignalen le doen hooren.
Wij gebruiken allen den welbekenden gids
van Dirkzwager voor den Nieuwen Water
weg waarin dt automatische licht-brulboei
duidelijk is aangegeven en ik ben van mee
ning dat deze belangrijke boei onder geen
beding verplaatst mag worden, zooals nu ge-
schied is, zonder behoorlijke kennisgeving
aan d-_ kapiteins van de geregelde lijnen, die
dik? ijls toch zonder loods hebben binnen te
k -en
Men zegt mij. dat reserve-materiaal zeer
kostbaar is, en dat zulk een boei ongeveer
f 17.000 kost, maar wat beduidt dit alles,
vergeleken bij het wagen van menschen-
levons, schepen en ladingen, zooals dit aau
-en Hoek van Holland gebeurt.
Hoe spoediger deze toestand verholpen
wordt, des beter".
Varen in mist. De oud-gezag
voerder A. Bakker, aan den Hoek, die veer
tig jaar lang de zee heeft gediend, vroeg
naar aanleiding van dit n'euwe onheil aan
de N. R. Ct., toch nog eens ernstig deze
woorden over te brengen
Varen in mist, dat deden wij vroeger
niet; nu doen ze het wel en ge ziet de ge
volgen. Laat daarom de gezagvoerders en de
reederijen en het publiek eindelijk toch lee-
ren. Laat de kapiteins weigeren, al worden
zij ook met ontslag bedreigder hangen te
veel menschenlevens af en .-'s het publiek
dit voldoende aan het verstand is gebracht,
dan zal het niet meer prijzen aoch laken de
stoomvaartlijnen, wier booten op tijd varen
als het zóó dik van mist is.
Rivierberiohten.
24 Januari.
Arnhem, blank water Vreeswijk, ijs
vast. Kampen, idem. Schoonhoven,
vol drijfijs. Krimpen, ©enig drijfijs.
Moerdijk, drijfijs over een tiende der rivier
breedte. Hellevoetsluis, idem over een
tweede idem.
aGedeputeerde Staten hebben goedge
vonden te bepalen, dat de verkiezing van
drie leden der Provinciale Staten van
Utrecht, in het kiesdistrict Breukelen, zal
geschieden op Donderdag den 20. Februari
1908, zullende de stemming zoo noodig ge
schieden op Dinsdag den 3en Maart 1908 en
de herstemming zoo noodig op Donderdag
den 12en Maart 1908.
aT^ot den dag van gisten n is bij het
comité voor de werkloozen te Utrecht ont
vangen ruim f 15000.
Gis toren is alleen f 3P00 uitgekeerd, dat
is f 800 meer dan de laatste maal
Er blijft desniettemin nog veel noodig
Hilversum. I11 verband met de eeni
ge dagen geleden gedane inbraak in de
Leeuwenstraat te Hilversum, 13 gearres
teerd M. de J. aldajax. Aan de stukgeslagen
ruit waren bloedsporen, terwijl de aange
houdene oen wond aan zijn hand bad en
tevens bij de ondervraging op het erf zeide
te zijn geweest. Overigens ontkende hij alle
schuld. Bij het onderzoek op het politie-
burocl maakte de verdachte gebruik van de
openstaande deur om plotseling de vlucht
te nemen. De recherche ging hem achter
na, doch mocht er niet in slagen hem weder
te vatten. Gisterennacnb meldde hij zich
echter zelf weder aan, doch neemt nu alle
gedauo verklaringen terug. Hbl.
B ussum. De pl. aldeelmg van de S. D.
A. P. heeft besloten haar winkel alhier te
liquideenem.
A ini e r o n g e n. Tot 'hoofd! van die Öhr.
school alhieir is benoemd de iheeir M. 't Hooft
vaai Breda.
Voort huizen. Benoemd tot onderwij
zeres aan de Ghr. Sdhool; mej. H. H- Bol,
1e Utrecht.
De Staats-Ct. no. 21 bevat de wetten
van 14 Januari, waarbij de hoedanigaeid
van Nederlander worat verleend o. m. aan
mevrouw Francisca Elisabetn Munzebrock
(weduwe van Johann Wilhelm Hubert Maas-
se 11), zonder beroep, geboren te Amsterdam,
thans wonende te Amersfoort.
Benoemd zijn tot 1ste luitenant: de
2e luit. plaatselijk adjudant C. A. J. J.
van der landen en de reserve-2de luit. van
het 5e regiment infanterie A. H. F. Craa-
nen.
De heer J. W. van Bisselick, oud-
leerling der H. B. S. alhier, legae met gun
stig gevolg het le gedeelte arts-examen af
aan ao Kijks-Univeisiteit te Utrecht.
Naar wij vernemen, zal ds. Hooijkaas
a.s. Dinsdag een vooraraaht hounen in de
Arend, voor ae leden van ae onderotiiciers-
veieeingaug „Ons Belang".
Naar wij, vernemen, zal het sympthonie
orchest Jubal op 12 en 13 Februari een con
cert. geven in iunacitia. Waarneer we nu het
lijstje van concerten eens nagaan, aan sd&at
ons in den eersten tijd neg heel wait, "tie wach
ten op muzikaal geoied: 30 dan. en 2 Febr.
Ajmeituioartftioüe xViuzwökvareenigpig 12 ja
rig airiecteurschap van oen heer jodnoius)
31 Jan. Alg. iViucoiekvereenagang, voorheen
Stumipff en Kooning, te Aimsuiraaun12 en
13 Febr. Jubal; 21 Febr. Schafer (póano) en
Hexking (aal.).
Le zangx-ereaniging van Toonkunst, doe
haar tweeoe uitvoering aanvankelijk op 27
en 28 Fohr. had bepaald, heeft oezie 'tnans
uitgesteld tot 29 en 30 Apiril.
Quick moet morgen in de competitie
spelen tegen U D., te Deventer.
De secr.-penuingm. van den Nederl. Voet
balbond heeft uitdrukkelijk medegedeeld,
dat in geen geval uitstel zal woraen ver
leend wegens ijsvermaak. De keuring van
de velden is dus, als gewoonlijk, aan de
oonsuls overgelaten.
Tengevolge van den mist zijn in de
laatste dagen vele treuien met vertraging
aangekomeu. Als een cnmiaaellijk gevolg
daarvan kwamen ae groote butueu soms
meer dan een uur te laat. in handen van de
abonne's.
De ij zei is oorzaak dat telegraaf- ©u tele
foonverkeer, zoowel met binnen- als buiten
land, grootenüeels gestoord zijn.
Uok hier ter steae was op verschillende
telefoonlijnen geen aansluiting te krijgen.
Steuu uau werkioozen.
Dinsdag 7 Januari werd in do zaal
der sociëteit „Vereemging" het comité uit
de AmerSooriaohe burgerij, gevormd, dat
zou trachten de geauineai van aie handwerks
lieden voor 0.1 en ae en onaergang te behoe
den, die de onschuldige eu weer.ooae slacht
offers zijn van de maatschappelijke misstan
den. waardoor de tijdelijke staistand oer
bouw- en aan verwaai te vakken veroorzaakt
wordt.
Thans, na twee en een halve week, is het
mogelijk een kort overzicht te geven van
do werkzaamheaen van het comité, wat voor-
zoker door onze medeburgers met belang
stelling aal worden vernomen.
Het fabeltje, dat enkele personen in den
beginne traentten te verspreiden, als zoude
d« nood, veroorzaakt door gedwongen werk
loosheid, niet zoo groot zijn, wordt thans
door cijfers voor goed weersproken.
Reeds den eersten Zateruag, nadat het
comité ©en oproeping had gedaan, is reeda
de eerste steun veneend in die huisgezin
nen, waar het 'het meest noodig was. Ouder,
stand werd verleend aan 13 personen met
60 kinderende tweede week werden reeds
78 personen met 185 kinderen geholpen en
gisteren waren die getallen geklommen tot
90 personen met 25o kinderen.
En gasteren moest het desbetreffend sub
comité weer beslissen over de aanvragen van
18 personen met 58 kinderen.
Natuurlijk zijn veel meer personen zich
komen aanmelden. Het waren niet minder
dan 217 gezinnen, voor wie ondersteuning
werd gevraagd, maar daar het comiité ge
bonden was aan eene motie, waarin de cate-
gVwde van degenen, die voor hulp in aanmer
king kwamen, duidelijk is afgeperkt, krómp-
dat getal in tot 142. Tien gezinnen moesten.