Uit den omtrek. STADSNIEUWS." overal niets anders dan mist. 't Was om er hopeloos onder te worden. Teneinde de ver veling te verdrijven, gingen sommigen in de kajuit kaart spelen, maar daar kwam ook weer een eind aan en dan toog men op nieuw naar het dek en zag mist Dat ge luid van leven rondom je, en niets te ,zien, volstrekt niets! Hoe 't stond met de proviand aan boord, vraagt U? O, dat ging best de eerste dagen, maar op eens 23 man méér te eten te moeten ge ven, dat is geen kleinigheidWij zouden voor vandaag (Vrijdag) nog voldoende heb ben gehad, desnoods óók nog wel voor morgen (Zaterdag) Maar dan hadden we t zuinig aan moeten doen. en voor Zondag was de voorraad uitgeput geweest; de melk raakte van morgen bijvoorbeeld al op, maar er was nog scheepsbeschuit, dat was dan toch altijd nog iets. Maar om op Donder dag terug te komen. wij hoorden 's mid dags enkele booten voor anker gaan, je hoorde zeer duidelijk de kettingen oprol len en daarna de signalen op de stoomfluit geven, ten teeken dat. de boot in beweging was gesteld. Dan hoorden we haar passce- ren op eenigen afstand, maar zien niets hoer i Van binnenkomende of uitgaande Harwichbooten hebben wij totaal niets be merkt. Zoodra wij iets hoorden, werden er aan boord van de „Songa" allerlei signa len gegeven, maar die bleven deels onbeant woord, omdat men op andere schepen niets zag en dus cok niet wist waarheen zich te wenden. Wij hebben herhaaldelijk om een loodsboot gefloten, want om den Waterweg te kunnen binnenstoomen, moest er een loods aan boord wezen om te peilen, maar ook die signalen zijn onbeantwoord geble ven 'tZal Donderdagavpnd geweest zijn, tegen zessentoen kapitein Erland verande ring van weer meende te bespeuren, hij kon de mastlichten van de boot op het dek zien, wat tot dusver nog niet het geval was ge weest, dit was dan ook een gunstig teeken, waarbij zich het feit kwam voegen, dat er een flauw windzuchtje was te voelen, wel zéér gering, maar toch niet te ontkennen. Bovendien was er iets in de lucht, dat den ervaren zeelui verandering voorspelde. Er kwam in ons een greintje hoop. Later op den avond, zoowat tegen tienen, zagen wij door den nevel eenrg licht van een lan taarn, uiterst zwak, maar beslist een licht schijnsel; ook hoorden we een flauw geluid van fluiten. Er verliepen eenige minuten, maar het licht verdween en kwam niet meer terag, signalen onzerzijds bleven zonder re sultaat. De nacht ging weder in met weinig hoopwij sliepen zoo goed en kwaad als het ging, maar zagen het morgenlicht sche meren, zonder dat een verkwikkende rust ons had gesterkt. Velen onzer voelden dan ook de vermoeienis van de laatste dagen. Tegen zes uur in den ochtend hoorde ik in de kajuit het signaalgefluit van een loods boot wij gingen naar dek, maar konden evenmin als daags te voren iets op zee on derscheiden, al bracht de morgen méér lioht dan de voorgaande dagen. Kapitein Erland deed een donderbus ontploffen, het schot knalde en rolde over het kalm-golvend water, waarna het weer even stil werd als te voren, stil en eenzaam in de omhulling van deu mist, die door het aanhoudend vriezende weder zoo lang boven de zee bleef hangen. Vrijdag was aangebroken. Wat zou bet wor den? Was het in den vroegen ochbend iet wat lichter geweest, daar volgde een uur van weer nieuwe duisternis op, als trok de ne*-el zich weer te dichter samen rondom de boot, die zoo rustig voor anker lag, als wa ren we op een binnenmeer de zee was merk waardig stil, ternauwernood gerimpeld, een groen-getinte waterplas met zilverrand hier en daar. W ij zagen weinig vooruitgang bij gisteren, maar de kapitein meende in den ietwat toenemenden wind een gunstig teeken te mogen zien. En ja, waarlijk, langzaam, o tergend langzaam, werd de mist rondom ons dunner, kwam nu en dan even de wind blazen over de zee en zagen wij den nevel opgejaagd naaT boven. Dat gaf moed, dat schonk heer lijs nieuw vertrouwen, dat deed je trillen van hoopvol verwachten, dat beur de je het hoofd op en deed je den blik slaan naar de masttoppen, of daar niet méér van was te zien dan den avond te voren. En o, wonderdadig geluk kwam daar niet de zon door de mistnevelen breken, de zon, waarnaar je dagen had verlangd en uitge zien met de gedachten aan huis Eeu half uur verliep; de menschen ston den allen aau dek, tuurden, tuurden maar aldoor naar zee, en werden verrukt bij de ontdekking, dal de mist hand voor hand week, als rolde zich bij iedeien minuut het gordijn langzaam op, dat etmalen lang, de wereld aan het oog had onttrokken. Maar ziet, na een half uur ging de zon weer schuil, daalde de nevel weer zachtens neer, gleed de lichtglans over zee terug en werd het duister door der mist, die een traan deed op wellen in het oog. „Houdt maar moed!" zei die eerlijke zoemansborst, die ons aller har telijke vriend was geworden, ,.ik twijfel er nog niet aan.'' E»j wederom vei liep een kwartier, mis schien wel twee, ik weet dat niet precise zoo imeei. En opnieuw gloorde een weinig licht door oe nevelen, die ijler werdlen, luchtiger, n u weer afdreven en i a u weer naderbij kwamen, voor ons menschen niet zichtbaar ui indien, maar voor den kapitein en z'n mannen een hoopvol teeken dat betere tij den beloofde. Als er maar wisseling kwaan. deining in de lucht, dan was het ergste ge leden. En dat op en neder gaan van deu mist braoht inderdaad verandering. Tegen tien uur word het bepaald helder weer; wij konden een mijl ver in zee zien, zagen de schimmen van ons omringende schepen al scherper en scherper naar voren komen, wij bestudeerden ieder punt, wezen elkander op d 11 en op dat, op dichtbij en op ver af, er was nieuw leven over ons gekomen. Het den scheepskijker was den omtrek zelfs tot op grooten afstand te zien de zonneglans streek over het al verend water, danste in de zachte wiegeling der licht-bewogen golven, dat een groen weerkaatsen gaf. En ziet daar verschijnt op de commandobrug van de „Songa" kapitein Erland, die het weer aan dorst vandaar zijn bevelen te geven. Hem word een jubel-ovatie gebracht, met harte lijk, geestdriftig gejuich. Uit de stoompijp kronkelde de rook naar boven, de vuren wa ren weer aangemaakt en als de heerlijksohe muziek klonk ons het gezucht van de zware machines tegen, die weldra in regelmatig gedreun hun ouden gang hadden gekregen. Twee korte, krachtige stooten op de stoom fluit, als sein dat men tot opvaren gereed was. Een nieuw sein oen de hulp van een loodsboot te vragen. De kapitein on..'-kt van zijn hooge brug de nadering van een 'oodskotter, ziet de uit den nevel opdoe mende boot althans voor een loodsvaartuig aan.... Men roept daar van boord: ,.Heb je ook reizigers van de Amsterdam opge pikt?" Eu donderend klinkt het juichend antwoord terug: „Ja, die zijn h En door den roeper klinkt, het: „Hoeveel .zijn er aan boord?" Wat wordt beantwoord met „23 man." ALLEN DUS TERECHT. Het is de „Gouwzee" die naderbij komt, draait en langs zij komt. Van beider sciepcii stijgt een jubel op, een innig-hartelijke welkomst groet Goddank, allemaal tohoudenDe „Gouwzee" was volledig uitgerust als hoe- pitaalschipeen dokter aan boord met alle middelen om terstond zoo noodig geno:«skun- dige hulp te kunnen bieden, proviand, ver warmende dranken enz. enz. Gelukkig was er geen enkel ernstig geval op de „L >ngia", die alle schipbreukelingen behouden en wel kon afleveren. In tegenwoordigheid van de geheele bemanning van de Noorsohe boot werd afscheid genomen van kap.' 1 Er land, die aller harten had veroverd. Wij drukten hem allemaal lang en krachtig de hand, dit moment was een oogenblik van groote ontroeringgezagvoerder en équi page werd warmen dank gebraoht voor hunne menschlievendlheid. Onder de opva renden, van de passagiers van de Harwich- boot was tevoren geld ingezameld, dat aan den kapitein van de „Songa" werd t*_. hand gesteld ter uitdeeling aan de bemanning. Etn kapitein Eiland zelf ontvangt heden (Za terdag) te Rotterdam, waar hij eenige dagen met zijn boot blijft liggen, een zilveren thee servies als blijk van groote dankbaarheid van de 23 passagiers, die hij met zoo groote gast vrijheid op de „Songa" opnam. Voor dit geschenk brachten de passagiers meer dan tweehonderd gulden bijeen. Hot was ruim elf uur toen wij op de „Gouwzee" overgingen; de „Songa" Jgde ons op den voet en stoomde ons statig achterop, den Waterweg binnen. De Har wich boot. die inmiddels in het zicht was ge komen, haalde ons weldra in en kwan\ ge lijktijdig met ons voor den steiger, achter het station van de Hoek va.n Holland, waar ik zeker niet had gedacht onmiddeli.jX door een journalist in beslag te zullen worden ge nomen, maar welke brutaliteit ik hem echter gaarne vergeef door mij dadelijk door hem te laten interviewen, waarvoor ik den hoer De Jong mijn besten dank betuig. Tot zoover het interview. De aankomst van de gc-reddea bracht aan het station een onbeschrijflijke levendig heid teweeg. Het plankier zag zwart vati de menschen. De passagiers door de „Gouw zee" aan wal gezet, werden met gejuich be groet, menigeen drukte hen de hand. Het bureau van den stationchef kon niet allen bergen, die telegrammen kwamen aanbie den, om de heuglijke tijding naar alle oor den van de wereld te romen. In een ooge.i blik tijds lagen er stapels dépêches gereed, om aan de draad te worden .oevertrouwd, de ambtenaren tikten duizenden woorden aan het Morse-toestel naar het Rijkstele graafkantoor te Rotterdam, vanwaar ze werden verspreid over verschillende rich tingen. Do toevloed van telegrammen was zóó enorm, dat men ten slotte het aan nemen moest weigeren, omdat anders niet door den berg van werk \.as heen te komen Het telegrapheeren ondervond toch reeds groote belemmering, omdat verscheidene lijnen, wegens het breken van de draden door den ijzel, wareu gestoord. De vrien delijke en bereidvaardige chef van den Hoek deed wat hij kon om de ^enschen tevreden te stellen eu vlug te helpen. De restauratie zaal was het algemeen punt van samen komst; ieder van de geredden moest in een broeden kring van nieuwsgierige belang stellenden zijn wed?rvaren vertellen, de reporters bevochten elkander l .b recht van interview, zelfs zóó hardnekkig, dat i k ge noodzaakt was m ij n slachtoffer te brengen naar een rustig plokje buiten, waar ik niet de risico liep mijn buit to zien betwist door kapers, die er op loerden mij m'n vangst afhandig te maken, waar ik mij in de restau ratiezaal als het ware met hand en tand' tegen moest verdedigen. Buiten, op het plankier langs den steiger, heb ik rustig geinterviewd Resten nog kleine aanvullingen In de douanenloodsen ondervom .1 de Amster dam-passagiers de meest igelijke welwil lendheid. Men had gelegenheid onmiddellijk zijn bagage in ontvangst nemen, waar mede men dan zonder controle mocht pas seereu. -Gemakheidshalve waren alle kof- fors. tasschen en citybags in een vertrek uit gestald, waar men zijn eigendom aanstonds zonder zoeken kon herkennen Hier ver namen wij nog, dat in zee een sloep met bagage van de „Amsterdam is omgesla gen enkele stukken spoelden reeds aan. Des morgens vroeg was aan boord van de „Songa" het denkbeeld overwogen een sloep uit te zetten, waarin ier man zouden trach ten het strand te bereiken om telegrammen van de opvarenden jver te brengen en de assistentie van een loodsboot in te roepen. Gelukkig behoefde dit plan niet ten uit voer te worden gebracut. Twee punten van het geschrevene moet ik meer in net bijzonder onder de aandacht van onze lezers brengen, omdat zij van zeer ern stige "beteekenis zijn, wat men bij opper vlakkig lezen niet zou vermoeden. "Wij deel den dan mede, en wel uit zeer ver trouwbare bron, hoe in de reddings sloep van de Harwichboot bleek defect te zijn de lamp, die in de daarvoor bestemde kist was geborgen en hoe in de tweede plaats levensmiddelen bleken niet aanwezig te zijn. Beido deze feiten zijn van het hoogste be lang en kunnen niet genoeg in het licht worden gesteld, omdat er ten duidelijkste uit blijkt, dat de sloepet. aan de Harwich- boot niet verkeerden in den toestand waarin ze behoorden te verkeeren. Vooral het ont breken van levensmiddelen is wel de groot ste grief, die tegen het toezicht op de boo ten moet worden ingebracht. Met den middagtrein van 1.24 vertrok ken do meesten naar Rotterdam en ging ik naar Utrecht terug. De mist nam weer toe, hulde het landschap weder in nevelen eo doezelde lijn en vorm weg voor het oog Met oen dankbaar gestemd gemoed voor den gelukkigen afloop van dit scheepsongeval, feisde men weg van den Hoek, met de stille hoop in het harte, clat Nederland in lange j jaren zal worden gespaard voor ongelukken op dit door den zeeman zoo zeer gevrees de punt aan de kust. Moge die hoop worden bewaarheid. I De Print aan den Hoek. De bijzondere verslaggever van de N. R. 1 Ct. seinde nog omtrent het bezoek van Prins I Hendrik Eén ding vond men jammer aan den HoekDat Prins Hendrik, na om half- j twaalf terugkomende van Zijn moeilijk be zoek aan de „Amsterdam", juist weer per automobiel naar Den Haag was vertrokken, toen do „Gouwzee" met het blijde nieuws binnenkwam De Prins immers stelde zoo echt warm hartelijk be^ng in wat men vermoedde een nieuwe ramp te zijn. En na de „Berlin" is Zijne Hoogheid aan den Hoek met men- 1 schen en toestanden zoo volkomen ver- 1 trouwd. Men had Prin Hendrik met de beide heeren en den burgemeester, zonder 1 ©enig opzien te wekken, moeten zien wan- j delen langs het Kanaal naar den steiger van de „Caland". Hoe hij zonder formali teiten rond en vriendelijk een ieder aan spreekt, den kapitein, zoowel als een dek- knecht, wanneer die aan boord toevallig in zijn buurt kwam, en er viel wat van de schepen te vragen. De Prins was van plan eerst naar de „Amsterdam" over te steken, en dan, mee- zoekonde, buitenuit in Scheveningen te lan den. Dat dit voor den aanwezigen journa list een bezwaar zou wezen, om nu weg te varen uit den Hoek, was mee een reden, waarom de Prins dan maar weer terug zou keeren naar den steiger. „Eén ding is het echter niet" zei Z. H het is geen „Berlin"-weer. Zooals het toen geweest is, dat beleven we nooit meer Om op de „Amsterdam" te komen was een zeer bedenkelijke klauterpartij noodig over een losliggende plank, waarbij over de beijzelde slang van de pompende schepen moest worden hee 11 geklommen. Monter ging de prins voor, klauterde binnen door het nauwe poortje, bleef in stikke donker van de tunnel voorop. Niemand wist van het hooge bezoek. Een steward kwam Prins Hendrik toevallig tegen, die dadelijk als gids werd aangeklampt, naar de kritieke plaatsen. Overal was het glad van ijs, en met lucifers moest telkens bijgelicht wor den. In den salon zat de kapitein te ontbij ten Hartelijk van deelneming sprak de Prins hem aan en verzocht hem voort te eten. Aan dek, bij de indeuking, herkende Z. H. Sperling. Met de armen van blijdschap uit geslagen ging hij op hem toe, schudde hem de hand en sprak een tijdlang over de Fe- bruard-ramp, en over de geredden, die de Prins nog telkens opzoekt. Alles zonder ceremonieel, en als volkomen kameraad-' schappelijk. Na een poosje de klauterpartij weer te rug. Met de hand boven de oogen uitzien naar de file vau schepen die binnenkwam doOr den mist. „Zou het Je „Gouwzee" soms wezen Zouden ze iets weten van die arme menschen?" Aan allen, die toeval lig bij hem stonden, vroeg de Prins het. Maar de burgemeester zei: de „Gouwzee" kon nog zoo lang uitblijven, en de kans op goed nieuws was zoo gering. Toen de Prins op hot paleis terug was vond hij het telegramalle vermisten zijn gezond en wel aan den wal. De „Amsterdam." Van den Hoek van Holland wordt ge meld, dat L. Smit Co.'s Bergingsdiens* gisterenmiddag geslaagd is het st omschip Amsterdam droog te pompen. Wanneer het weder het toelaat, wordt het schip morgen naar Rotterdam opgesleept. De „Songa" en do „Axminster" zijn I beido binnen, doch do dikke mist maakte het onmogelijk naar Rotterdam op te stoo- men, waarom zij bij Maassluis geankerd zijn. Da N. R Ot. vertelt het volgend* omtrent Jao. Upscm, oen matroos ram de „Amsterdam", die alleen in een redding boot wegdreef en die Woensdagmiddag door den oud-kapitfein Bakker op de Nooraerpier aangetroffen werd. Woensdag ochtend te vier uur had Jac. op de „Amsterdam" d.© wacht te kooi. De going van het vuurschip wekte hem. Dade lijk daarop wordt gecommandeerd: alle hens aan dek en teen hij boven was, zag hij de aanvaring gebeuren. Toen moest de bêmamming weldra de passagiers aan de red- diingqgordels helpen. En het volgend beviel was: Allle man bij de booten. Jac. had die aobste boot. Hij werd daarin neergelaten. IAxjIi ongelukki gerwijs ent brak. de vanglijn, die de boot aan het schip 1 moet verbdndten, en hij dreef weg. Er waren vier riemen in, maar otm te roeden was de boot voor één man te zwaar. En ook hleit zeiltuig diende hem niet, want er was gean wand. In cm oogenblik zag of hoorde hij niets meer. Toen heeft Jac. met zijn knipmes een wrikgat gekorven. Jhi wrikkende st uurdie hij die Ijoot. Als hij doodimoe was, ging dij op de zei len liggen, dekte er zich ra/e© toe. D«n zong hij om er den moed in te houden. Het ongeluk was echter dat er geen kom pas was in de reddingboot, maar even kwam de zon door. Toe., wist Jac. waar de waJ was. Hij voelde meteen dat de wind uit den wal kwaan en nu koerste hij a.l wrikkende f in dleai wind op, berekenende* dat, toen hij 's morgens cxm de Noorc ging, ae vloed liep. Hij had wel geen horloge, maar nu moest hfet eb zijn. Zoo navigeerde dè clevere jon gen en koerste om benoorden den Waterweg uit te komen, want daar binnen kon hij wrikkende niets uitrichten. Gelukkig hoorde hij toen den misthoorn, 1 maar die zweeg plotseling on dat bracht hem vam streek. Toen, na een paar uur, het j geluid weer kwam, stuurde hij aan wal. Daar trof hem aan het Noorderhoofd i kapitein Bakker. He„ zweet gutste Jac. van het gezicht, zijn armen waren a's ontwricht 1 maar door zijn overleg heeft deze twintig jarige zeeman zijn leven gered De familie Bakker nam hem gastvrij op, nu ligt hij op die „Amsterdam" te .:ooi. De toest and'voor den N. Wa terweg. Kapitein John Scobbie, gezag voerder op het s.s. Rotterdam", van de geregelde vaait van Rotterdam op Grange- 1 mi uth, schrijft, naar „Scheepvaart" meldt, het volgende aan de heeren D. Burger j xn Zooals de zeelieden weten, is een mist- hoorn geplaatst op het lichtschip „Maas", en eveneens een aan den Hoek van Holland. Op Zondagavond 19 dezer, waren geen van deze beide misthoorns in werking. Het is een betreurenswaardig feit en een alge- meezie klacht van de op deze haven varende. schepen, dat de misthoorns, geplaatst aan d n ingang van den Nieuwen Waterweg, niet betrouwbaar zijn. Ik stuur koers van het lichtschip „Maas" naar de Noorderpier, ver.vachtende den misthoorn daar geplaatst, te zuilen hooren, doch, niettegenstaande det) dikken mist, had deze opgehouden te blazen, dat zeer bedriegelijk is voor den zeeman en hem doet twij'elen aan zijne positie, terwijl hij coor te stoomen, groote kans op ongeluk keu krijgt. Daar ik bet mistsignaal niet hoorde, ankerde ik ten 11 uur 's avonds op een paar scheepslengten van de boei, welke van hare gew >ne plaats, weggenomen, nu geplaatst is op een wrak. en het was eenigen tijd na middernacht, alvorens de misthoorns weder J gehooid werden Geregeld sedert vele jaren op de Holland- sche kust varende, kan ik verklaren, dat ik zeer dikwijls in dikken mist vlak bij het lichtschip „Maas" geweest ben, zonder dat daar mistsignaal gebruikt werd. Men kan er niet op rekenen dat de mistsignalen gebla zen worden zooals dat behoort en zooals dat geecb'ed op alie andere mij bekende toegan gen uic zee van het begin van mist of sneeuw af, totdat het weder helder is. Aan den Hoek van Holland schijnt men bevreesd d£ mistsignalen le doen hooren. Wij gebruiken allen den welbekenden gids van Dirkzwager voor den Nieuwen Water weg waarin dt automatische licht-brulboei duidelijk is aangegeven en ik ben van mee ning dat deze belangrijke boei onder geen beding verplaatst mag worden, zooals nu ge- schied is, zonder behoorlijke kennisgeving aan d-_ kapiteins van de geregelde lijnen, die dik? ijls toch zonder loods hebben binnen te k -en Men zegt mij. dat reserve-materiaal zeer kostbaar is, en dat zulk een boei ongeveer f 17.000 kost, maar wat beduidt dit alles, vergeleken bij het wagen van menschen- levons, schepen en ladingen, zooals dit aau -en Hoek van Holland gebeurt. Hoe spoediger deze toestand verholpen wordt, des beter". Varen in mist. De oud-gezag voerder A. Bakker, aan den Hoek, die veer tig jaar lang de zee heeft gediend, vroeg naar aanleiding van dit n'euwe onheil aan de N. R. Ct., toch nog eens ernstig deze woorden over te brengen Varen in mist, dat deden wij vroeger niet; nu doen ze het wel en ge ziet de ge volgen. Laat daarom de gezagvoerders en de reederijen en het publiek eindelijk toch lee- ren. Laat de kapiteins weigeren, al worden zij ook met ontslag bedreigder hangen te veel menschenlevens af en .-'s het publiek dit voldoende aan het verstand is gebracht, dan zal het niet meer prijzen aoch laken de stoomvaartlijnen, wier booten op tijd varen als het zóó dik van mist is. Rivierberiohten. 24 Januari. Arnhem, blank water Vreeswijk, ijs vast. Kampen, idem. Schoonhoven, vol drijfijs. Krimpen, ©enig drijfijs. Moerdijk, drijfijs over een tiende der rivier breedte. Hellevoetsluis, idem over een tweede idem. aGedeputeerde Staten hebben goedge vonden te bepalen, dat de verkiezing van drie leden der Provinciale Staten van Utrecht, in het kiesdistrict Breukelen, zal geschieden op Donderdag den 20. Februari 1908, zullende de stemming zoo noodig ge schieden op Dinsdag den 3en Maart 1908 en de herstemming zoo noodig op Donderdag den 12en Maart 1908. aT^ot den dag van gisten n is bij het comité voor de werkloozen te Utrecht ont vangen ruim f 15000. Gis toren is alleen f 3P00 uitgekeerd, dat is f 800 meer dan de laatste maal Er blijft desniettemin nog veel noodig Hilversum. I11 verband met de eeni ge dagen geleden gedane inbraak in de Leeuwenstraat te Hilversum, 13 gearres teerd M. de J. aldajax. Aan de stukgeslagen ruit waren bloedsporen, terwijl de aange houdene oen wond aan zijn hand bad en tevens bij de ondervraging op het erf zeide te zijn geweest. Overigens ontkende hij alle schuld. Bij het onderzoek op het politie- burocl maakte de verdachte gebruik van de openstaande deur om plotseling de vlucht te nemen. De recherche ging hem achter na, doch mocht er niet in slagen hem weder te vatten. Gisterennacnb meldde hij zich echter zelf weder aan, doch neemt nu alle gedauo verklaringen terug. Hbl. B ussum. De pl. aldeelmg van de S. D. A. P. heeft besloten haar winkel alhier te liquideenem. A ini e r o n g e n. Tot 'hoofd! van die Öhr. school alhieir is benoemd de iheeir M. 't Hooft vaai Breda. Voort huizen. Benoemd tot onderwij zeres aan de Ghr. Sdhool; mej. H. H- Bol, 1e Utrecht. De Staats-Ct. no. 21 bevat de wetten van 14 Januari, waarbij de hoedanigaeid van Nederlander worat verleend o. m. aan mevrouw Francisca Elisabetn Munzebrock (weduwe van Johann Wilhelm Hubert Maas- se 11), zonder beroep, geboren te Amsterdam, thans wonende te Amersfoort. Benoemd zijn tot 1ste luitenant: de 2e luit. plaatselijk adjudant C. A. J. J. van der landen en de reserve-2de luit. van het 5e regiment infanterie A. H. F. Craa- nen. De heer J. W. van Bisselick, oud- leerling der H. B. S. alhier, legae met gun stig gevolg het le gedeelte arts-examen af aan ao Kijks-Univeisiteit te Utrecht. Naar wij vernemen, zal ds. Hooijkaas a.s. Dinsdag een vooraraaht hounen in de Arend, voor ae leden van ae onderotiiciers- veieeingaug „Ons Belang". Naar wij, vernemen, zal het sympthonie orchest Jubal op 12 en 13 Februari een con cert. geven in iunacitia. Waarneer we nu het lijstje van concerten eens nagaan, aan sd&at ons in den eersten tijd neg heel wait, "tie wach ten op muzikaal geoied: 30 dan. en 2 Febr. Ajmeituioartftioüe xViuzwökvareenigpig 12 ja rig airiecteurschap van oen heer jodnoius) 31 Jan. Alg. iViucoiekvereenagang, voorheen Stumipff en Kooning, te Aimsuiraaun12 en 13 Febr. Jubal; 21 Febr. Schafer (póano) en Hexking (aal.). Le zangx-ereaniging van Toonkunst, doe haar tweeoe uitvoering aanvankelijk op 27 en 28 Fohr. had bepaald, heeft oezie 'tnans uitgesteld tot 29 en 30 Apiril. Quick moet morgen in de competitie spelen tegen U D., te Deventer. De secr.-penuingm. van den Nederl. Voet balbond heeft uitdrukkelijk medegedeeld, dat in geen geval uitstel zal woraen ver leend wegens ijsvermaak. De keuring van de velden is dus, als gewoonlijk, aan de oonsuls overgelaten. Tengevolge van den mist zijn in de laatste dagen vele treuien met vertraging aangekomeu. Als een cnmiaaellijk gevolg daarvan kwamen ae groote butueu soms meer dan een uur te laat. in handen van de abonne's. De ij zei is oorzaak dat telegraaf- ©u tele foonverkeer, zoowel met binnen- als buiten land, grootenüeels gestoord zijn. Uok hier ter steae was op verschillende telefoonlijnen geen aansluiting te krijgen. Steuu uau werkioozen. Dinsdag 7 Januari werd in do zaal der sociëteit „Vereemging" het comité uit de AmerSooriaohe burgerij, gevormd, dat zou trachten de geauineai van aie handwerks lieden voor 0.1 en ae en onaergang te behoe den, die de onschuldige eu weer.ooae slacht offers zijn van de maatschappelijke misstan den. waardoor de tijdelijke staistand oer bouw- en aan verwaai te vakken veroorzaakt wordt. Thans, na twee en een halve week, is het mogelijk een kort overzicht te geven van do werkzaamheaen van het comité, wat voor- zoker door onze medeburgers met belang stelling aal worden vernomen. Het fabeltje, dat enkele personen in den beginne traentten te verspreiden, als zoude d« nood, veroorzaakt door gedwongen werk loosheid, niet zoo groot zijn, wordt thans door cijfers voor goed weersproken. Reeds den eersten Zateruag, nadat het comité ©en oproeping had gedaan, is reeda de eerste steun veneend in die huisgezin nen, waar het 'het meest noodig was. Ouder, stand werd verleend aan 13 personen met 60 kinderende tweede week werden reeds 78 personen met 185 kinderen geholpen en gisteren waren die getallen geklommen tot 90 personen met 25o kinderen. En gasteren moest het desbetreffend sub comité weer beslissen over de aanvragen van 18 personen met 58 kinderen. Natuurlijk zijn veel meer personen zich komen aanmelden. Het waren niet minder dan 217 gezinnen, voor wie ondersteuning werd gevraagd, maar daar het comiité ge bonden was aan eene motie, waarin de cate- gVwde van degenen, die voor hulp in aanmer king kwamen, duidelijk is afgeperkt, krómp- dat getal in tot 142. Tien gezinnen moesten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 3