«34:.
6" Jaargang.
Vrijdag 7 Februari 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SYENSSONS.
RSFOORT
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden roer Amersfoortf 1.85.
Idem franse per pest1.75.
Afzonderlijke nmaners - 0.05.
Ueie Coarant yersehgat Dagelgks, met «itconderiog ren
r,-na- es Feestdagen.
Ad verten tiia, mededeeliagen enz., gelieve men vóór 10 uur
'n morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»! VALKHOTF ft C».
Utroohteofaostraat 1. In ter co mm. Talcphoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTlfiN:
Tan 1—6 regels f •.75»
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaats ruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bg abonnement Eene
oircalaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De derde rijksdoema.
Do derde rijksdoema heeft haren arbeid
hervat. In zoover is zij gelukkiger dan hare
beid© voorgangers, die beiden naar huis wer
den gezonden om niet weer terug te kee-
ren. Aan dezo doema is althans de gelegen
heid gegeven om te toonen wat zij vermag.
Zij heeft, naclat zij zich had geconstitueerd,
het verstandige besluit genomen om slechts
een paar openbare vergaderingen in de week
te houden en den overigen tijd te besteden
aan den arbeid in de commissiën. Die zijn
in 't leven geroepen ten getale van om
streeks dertig om, ieder voor hun deel, den
arbeid, dien de doema zal- hebben te ver
richten, voor te bereiden. Maar de wijze,
waarop zij werken, schijnt wel tot eritiek
aanleiding te geven. In de Temps wordt als
een verwijt tegen doze commissiën aange
voerd, dat ieder vau hen, eene vergadering
in 't klein, in haar boezem dezelfde wrij
vingen teruggeeft, die den goeden gang van
de parlementaire machine belemmeren.
Daarbij toont geene van ae oommissiën ge-
noeg geestkracht en initiatief om de groote
vraagstukken aan te pakken. Bij gebreke
van eene eenstemmige meening en een ge
meenschappelijk ideaal, bepalen zij zich tot
eon routine-werk, dat hen eerder doet ge
lijken op eene kanselarij van een ministerieel
departement, dan )p een orgaan van de
wetgevende macht. Wanneer er b.v. gehan
deld moet worden over de credieten voor
den herbouw van de vloot, dan beraadslaagt
de subcommissie voor de marinebegrooting
met de commissie voor de landsverdediging.
Zij weten geen van beiden wat zij willen,
Om zich uit de verlegenheid te redden, on
dervragen zij de vertegenwoordigers van het
ministerie van marine, die er even weinig
van weten. Zoo is de doema, in plaats van
ten aanzien van de Russische bureaucratio
zich met het voeren van toezicht te belas
ten, eerder geneigd zich te laten leiden do^r
deze bureaucratie. ,,Den 21en Januari even*
goed als den 29en November blijft de doema
verlamd door dezelfde oorzaken van zwak
heid haar gemis van eigen cohesie en de
groote mate van afhankelijkheid, waarin de
regeering haar houdt".
Er is intussohen nog een derde reden,
die een verlammenden invloed doet gelden
het spook der ontbinding van de doema. De
regeering heeft, zooals bekend is, een wets
ontwerp ingediend over den herbouw van
eeno vloot van pantserschepen, waarvan do
kosten natuurlijk loopen in de honderden
miliioenen. De linker- en de rechterzijde
van do doema stommen hierin overeen, dat
zij van zulk een plan niets willen weten
do octobristen zijn er al even weinig mee
ingenomen. „Voorbereiding tot een .iieuw
Tsoesjima", was do titel van eene voor
dracht in eene reactionaire vereeniging,
waarin ernstige bezwaren werden ingebracht
tegen een nieuwe vloot met do oude onbe
kwame officieren
Do Petersburgsch© bladen hebben inter
views gebracht met 'eiders van de partijen
in de doema over deze kwestie. Graaf Jewa-
row (Octoberverbond) geeft onomwonden
toe, dat men zijne partij duidelijk heeft
te verstaan gegeven, dat de doema, als zij
niet voor het vlootplan wil stemmen, dade
lijk zal worden ontbonden. Het gedeelte
van de octobristen, dat nu to Petersburg is,
is volgens zijne meening tegen de voor
dracht; hij zelf zal er in ieder geval tegen
stemmen. Wat de meerderheid van de par
tij zal doen als de doema werkelijk met
ernstig gevaar wordt bedreigd, kan hij niet
zeggen hij meent, dat ae heerschende stem
ming, die tegen de voordracht is gericht,
zal aanhouden, al lieeft het dreigement op
sommige leden der partij zijne uitwerking
niet gemist.
Graaf Bohrinski (recihiterzijde) is zeer opti
mistisch gestemd). Hij meent), clat de ont
binding van de doema nog in wijde zakken
is. De verwenpang van de voordracht is vol
strekt geen uitgemaakte zaïak, en als liet
daartoe mocht komen, dam zal er veel af
hangen van den vorm, waarin de verwerping
zal geschieden. Maar in het algemeen ge
looft hij niet aan de verwerping.
L. Nisselowitsch (fcaidielt) vat de geruchten,
over de mogelijke ontbinding vam de doema,
als 'het vlootplan niet wordt goedgekeurd,
op als eene poging om de openbare meeniing
over deze zaak te leeren kennen. Als de xe-
geering ziet hoe eenstemmig het afkeurend
.oordeel luidt, dan zal zij nooit wagen een
dergelijken stap als de ontbinding van die
doema te doen:. De kadetten zullen natuur
lijk do voor dracht verwerpen, en hetzelfde
meent hij ook van de octobristen te mogen
aannemen.
Men ziet dus, dat de afgevaardigden zelf
de toekomst nog al optimistisch inzien. De
strijd beweegt zich hoofdzakelijk om twee
vragen. In de eerste plaats is de vraagZal
men aan het departement van marine, dat
door zijne organisatie Rusland aan den af
grond van Tsoesjima heeft gebracht, geld
kunnen toestaan, of moet eene reorganisatie
van het marinebest uur voorafgaan als eer
ste voorwaarde oan tot eene herschepping
van Ruslandö marine te komen? De tweede
vraag isWelk type moet' worden aangeno
men voor de te bouwen vloot; zal men' eene
slag'vloot bouwen of zich beperken tot de
kustverdediging
Er wordt ijverig naar gestreefd om de re
geering en de vertegenwoordiging tot elkaar
te brengen. De commissie van de rijksdoema
voor de landsverdediging heeft besloten eeni-
ge vergaderingen met gesloten deuren te
houden, om de regeering gelegenheid te
geven hare plannen toe te lichten. Aam den
anderen kant doet de vertegenwoordiger van
den minister van marine, vice-acUmlraal
Boström, zijn best. oan ae commissie te over
tuigen van den goedèn wil van het marine-
bestuur om het departement 'beter in te
•richten, anetl het oog op de nieuwe eisahen
waaraan het moet voldoen. Hij heeft maat
regelen toegezegd tot net tegengaan van
misbruiken op de werven; hij heeft uitzicht
gegeven op eene volledige reorganisatie van
•net centrale bestuur en op eene geheel nieu
we regeling van de opleiding der zee-officie
ren. Wal' van die zijd© geschiedt, schijnt aan
te duiden, dat de goede wil aanwezig is om
zich over .het vraagstuk met de rijksdoema: te
veisfiaan. Intusscheii mag niet word'en voorbij
gezien, dat er ook nog elementen zijn van
groeten invloed, die elke gelegenhe'di cm de
doema niet sleclhlta te ontbinden maar de
geheel© instelling van de doema tot het ver
leden te doen beboeren, met groote vreugde
zouden aangrijpen. Deze elementeai zouden
zich eene zo o gunstig© gelegen beid oan a an
te sturen op een conflict dat er toe kan lei
den dat die doema verdwijnt', bezwaarlijk la
ten ontgaan, want eene „gehoorzamer" doe
ma zou niet gemakkelijk tl© vinden zijn.
DuiU^hland.
Altenburg, 7 Febr, Hertog Ernst
is heden nacht om half een gestorven.
De minister van oorlog, generaal von
Einem, zal het verlof, da them is toegestaan,
in Cairo doorbrengen. Of hij zal aanblij
ven, zal enkel afhangen van zijn gezond
heidstoestand, maar in alle toongevende
kringen bestaat de wensch, dat hij zijn
ambt zal blijven vervullen.
Uit Berlijn wordt aan de Frankf. Ztg., be
richt, dat er nog geen beslissing genomen is
over het tijdstip van liet aftreden van baron
von Stengel, den staatssecretaris düe aan
het hoofd staat van het rijksdepartement
van financiën. Er wordt naar een opvolger
gezocht, maar die is nog naet gevonden.
De vrijzinnige volkspartij leeft in het
huis van afgevaardigden van den Pruisi-
schen' landdag oen voorstel ingediend tot
facultatieve toelating van de lijkverbran
ding in Pruisen.
In den Landesausschuss van Elzas-Lotha-
ringen heeft staatssecretaris v. Köller bij
de eerst© lezing van de begrooting medege
deeld, van den rijkskanselier vernomen te
hebben, dat hij de voorstellen tot wijziging
van do grondwet in Elzas-Lotharingen aan
den Bondsraad had voorgelegd. Een deel
van de voorstellen van den Landesausschuss
op dat. stuk worden daar als aannemelijk
beschouwd; een ander deel ondervindt ech
ter moeilijkheden. In elk geval bestaat de
hoop om binnen zekere grenzen aan het
verlangen van den Landesausschuss tege
moet te kunnen komen.
rrankrijk.
Parijs, 6 Febr. De Sènaat heeft het
wetsontwerp aangenomen, waarbij de eerste
oefemiingstijd der reservisten wordt bepaald
op 23 dagen, de tweede op 17 dagen en de
cefeningstijd voor de landweer op 9 dagen.
Frankrijk en Rusland.
De Fransche gezant t© Petersburg Born-
.pard, zal worden teruggeroepen en door een
ander vervangen worden. In verband daar
mee verdient het de aandacht, dat de direc
teur van de streng-conservatieve Grashda-
nin, vorst Mestscherski, in zijn blad deu
vertegenwoordiger van Frankrijk „demon
stratief uitgedrukte sympathie voor de
sische ultra-liberalen" heeft verweten, waar
bij de gezant „vergat of liever er uiet
aan wilde denken dat deze liberalen
in de eerste plaats de vijanden zijn van den
monarch, bij wien hij is geaccrediteerd"
Verder verklaarde Mestscherski, dat „vau
den vrcegeren driebond niet slechts niets is
overgebleven dan half vergeten herinnerin
gen", maar dat ook „het tegenwoordige
hoofd der regeering, de heer Clemenceau,
niet slechts een vijand van Rusland is, maar
ook, als de gelegenheid zich voordoet,
Frankrijk compromitteert voor de eer om
tot den handkus bij Zijne Engelsche Majes
teit to worden toegelaten".
De gezant diende hierover eene Lh.ckt
in bij den minister van buitenlandsche za
ken en verzochit bescherming wegens dè
bem toegevoegde boleediging. Hij tving
daarop tot antwoord de mededeling, dat
den directeur van de Grashdanin '-:ne boete
van 1000 roebels was opgelegd.
Eitgdand.
Do eerste minister Sir Campboll-Banner-
man heeft tot toelichting van zijn voorstel
ter zake van den koningsmoord in Portu
gal het volgende gezegd
„Het zou moeilijk, zoo niet onmogelijk
zijn, om woorden te vinden, voldoende om
do afschuw en verontwaardiging uit te spre
ken waarmee het bericht van deze ver
dwaasde en weerzinwekkende misdaad in de
beschaafde wereld is ontvangen. Het is een
tafereel, haast zonder wedergade in de ge
schiedenis. Do Koning, een manhaftig, goed,
innemend Koning, een man met groote
gaven en verdiensten, trouw toegedaan aan
zijn volk, is, zooals hij daar zat, doodelijk
getroffen, en met hem zijn zoon, zoo vol
jonge hoop en belofte".
„Zulk een tooneel brengt schande over
het mensohdom. (Instemming van alle zij
den van het huis). Het tafereel werd alleen
verhelderd door den kalmen moed van een
edele vrouw.
„Portugal is onze vriend van ouds de
vriend van ouds van het Engelsche volk.
De Koning was een boezemvriend van on
zen souverein, en de door rouw getroffen
Koningin was geboren en opgevoed aan
onze stranden. Men mag wel zeggen, dat
een groot deel van hare opvattingen, hare
genegenheid en haar voorkeur Engelsch
was. Wij wenschen de van haren gemaal be
roofde Koningin en don jongen Koning en
het volk van Portugal te doen weten, dat
men hun nergens meer goed9 wenscht of
hartelijker genegen is dan in het F.ngelsche
Lagerhuis".
Londen, 6 F e b r. Lord C'urzon lever
de een scherpe kritiek over het Engelsch-
Russische verdrag, vooral uit een Britsch
liandtelsoogpunt.
Lord Fitzmaurice weersprak, dat liet ver
drag schadelijk was voor de Britsche belan
gen en verklaarde, dat er geen gevaar be
stond voor toeneming vau de binnenland-
sche ongeregeldheden in Perzië en de moei
lijkheden aan de Turksch-Perzisobe grens,
nu Groot-Brittannie en Rusland een zelfde
staatkunde volgen
Het debat werd verdaagd tot 10 dezer.
De minister van buitenlandsche zaken Sir
EdwaM Grev, verklaarde in antwoord op
eene vraag, dlat d© regeering een wetsont
werp tot bekrachtiging van die additionneole
act© op de suiker-conventie binnen eenige
dagen zou indienen.
In den loop van het debat over het adres
van antwoord op de troonrede zeide minis
ter Grey bij de behandeling van het vraag
stuk van de onaantastbaarheid van den par
ticulieren eigendom op zee in tijd van oor
log, dat indien de Britsch© zeemacht niets
andiers zou zijn dan ©en middel van verde
diging en Groot-Brittannië zich zelf beroof
de van de middelen om druk uit te oefenen
op andere mogendheden door hare handels-
marine, sommige groote mogendheden een
oorlog met Engeland konden beginnen, en
daarbij zelf slechts gering gevaar loopen.
Wel was hij van meening, dat Engeland
zicli op het oogenblik mocht verheugen in
eene goede verstandhouding met alle mo
gendheden en geloofde hij niet, dat er ééne
groote mogendheid was, bezield met vijan
dige gevoelens jegens Engeland (toejuichin
gen), maar desniettemin bleef die regeering
hare inzichtexi bandhaven en mocht zij, met.
liet oog op d© veiligheid van het Rijk, de
v< •antwoordelijikheid niet op zich nemen
voor het gevaar, dat hot gevolg kon zijn van
de voorgestelde verandering.
Nadat het debat nog eenigen tijd waa
voortgezet, werd het adres aangenomen.
Portugal.
Lissabon, 5 Febr. De \orgadering ..n
den ministerraad van heden w s zeer laag
cn zeer gewichtig. De gelieple tegenwoor
dige politieke toestand werd uit alle ge
zichtspunten bekeken en gaf aanleiding tob
een zeer nauwkeurig en zorgvuldig t ver
zoek. Do overeenstemming was o'.komen,
ofschoon de houders van de verschillende
portefeuilles behooren tot onderscheidene
groepen. Do directeurs-generaal an bin-
nenl andfiche zaken 'en justitie werden in den
loop van do beraadslagingen binnengeroe
pen om inlichtingen to verschaffen.
Do beslissingen, die werden genomen,
zijn geformuleerd in ©en drietal konink" rfko
besluiten, die toen de vergadering gesloten
was, door den minister-president naar den
Koning gebracht werden om door Z. M. te
worden onderteekend.
Lissabon, 6 Fo'br. De Staatscourant
maakt een brief tolkend van den Kooiing
aan den president van den niinisterraad,
waarin hij verklaart te weuscben, dat do
thesaurie van het koninklijk paleis alleen
zal beschikken over middelen, toegestaan
door het parlement
Lissabon, 6 Feor. De arreelaitiën,
die verricht zijn bij de huiszoekingen, ge
daan ton gevolge van den aanslag van ver
leden Zaterdag, worden niet gehandhaafd1.
De personen, die gevangen gehouden wor
den, zijn zaji, die vallen onder de well tegen
die anarchisten.
Drie republikeinsohe afgevaardigden zijni
in vrijheid gestold' ©n vender de republikein-
scho dagbladschrijvers Borges en Ghargas.
De beid© difi&ideinte progressisten Moniz ©n
Teixeira Brava zullen in den loop vam dèn
avond in vrijheid' gesteld worden.
Uit Lissabon wordt bericht, dat de rouw
kapel in heb koninklijke paleis geheel met
zwart fluweel, met zilver bestikt, is uitge<-
dost. Met dezelfde kostbare stof is ook het
altaar en liet koor behangen. Aan zes zij
altaren worden voortdurend missen gelezen,
ook door den patriarch van Lissabon. Van
de zoldering hangt een reusachtige konings
kroon neer met lang rouwfloers, aan de
wanden bevestigd Het bovengedeelte van
het koor is in twee galerijen verdeeld voor
de koninklijke fami'ie en de diplomaten. Het
hoofdaltaar verdwijnt bijna onder het zwart,
waarmee het behangen is. Daar staan reus
achtig© kandelabers uit gedreven zilver. In
het midden van liet koor zijn twee baren
opgesteld, eveneens met zwart fluweel uit
gedost. Hier rusten de beide lijken, door
veertien gouden kandelabers omgevenan
dere kandelabers staan aan de zijwanden.
Tusschen de beide lijken, <lie met d© Por-
tugeesch© vlag gedekt zijn, verheft zich een
groot kruis. De plechtig© stilte wordt slechts
door het luiden der rouwk,lokken onder
broken.
Correspondenten, die uit Parijs te Lissa
bon zijn aangekomen, berichten, dat do
rouw slechts in acht genomen wordt door
de met het hof in betrekking staande krin
gen. In die A urea- en de Garrett-straa t, do
beide hoofd verkeersaderen van de stad,
ziet men geen enkele zwarte vlag of ander
rouwteeken
Naar h$t Zwetdtch
12
PH. ff IJ 8 M A X.
„Je hebt een goed hoofd', dlumktl mij."
,Dat heb' ik zeker. lie heb heb van vader
want vader is student geweest en liij heeft
bijna een examen in "Uppsala: gedaan."
„In onze familie doen zij meest examen te
Karl berg."
„Zou dat wel even goed zijln?"
„Dab wel; als men maar met zakt. Ilc
ben daar gezakt tot in de derae."
„O hemel!" riep Tnalda met ongeveinsd©
verwondering.
„Doetl het pijn? Is liet erg akdliig?"
Thorsten Ludvigsson af Êmcstad vond
geen geschikt antwoord) op die vraag. Rid
derlijk nam, hij; zijne gast. bij de hand! ©n
bracht haar naar zijn© kamer. Met instinct
matig "besef dat zij jonger was dan hij en
minder ervaring hadl van wereldsche ver
maken, niet hij haar allerlei spoeilgoedi zien.,
waarvoor hij1 zich t© groot achtteeene
pcstzegol-vcrzanneling, ©en paar spelletjes en
legkaarten. Nadat zij, vruchten en ander
lekkers gekregen 'hadden liet hij haar mopi
plaatwerk zien.
Baaon Ludvig was opgewekt, ©n spraak
zaam; hij ging geen oogenblik de kamer uit
en toch zoude de Barones gaarne haar on
derhoud1 met dokter Lars onder vier oogeh
hebben, willen vervolgen. Hij begreep dit ©n
bracht het gesprek op een ander onderwerp.
Zoo was het tijd voor met' avondmaal gewor
den,. De doktor en de gastvrouw gingen naar
de deur oor kamer, vanwaar mem de kinde
ren kan hooren praten. Daar zaten zij:
naast elkander op die kleine, witverlakt©
canapé, anelbveel drukte die bladen, uit een
groot prentenboek om te slaan, met de
hoofden dicht bij elkaar. Svenssons Thilda
was één en al verrukking over al het moois
dat zij t© zien kreeg; en met bewondleiring
zag zij oji tot den knaap, <tie over deze
prachtige kasteelen en die fraai gekleurde
landschappen sprak, alsof heb de meest; alle
daagse!) o dingen waren;. En Thorsten Har-
mingsköld af Ekestad', die .gewoonlijk voor
onwetend gehouden werd; die ook maar al
'te vaak niet. wiist te antwoorden op de vra.-
gen die zijn leermeester hem deed, en die
d'an telkens verdrietige woorden over' zijne
vergeetachtigheid te hooren kreeg, was ver
bazend in zijn schik als Thilda hem vroeg
wat die Fransche woorden., onder d© pla
ten, 'lieteekenden. Hetl was een gevoel voor
hem alsof hij. groeide, toen Thilda. hare ver
standige oogeu bewonderend tot, hem op
sloeg en met. een zucht uitriep: „O, wab
moeit, het heerlijk zijn dlit alles zoo goed te
weten, als jij!"
Mevrouw Harmiingsköld genoot toen zij:
haar zoon zoo vroolijk en levendig zag. Die
gloed in zijne oogon getuigde immers van
oen opgewekter geest. Het was toch niet t©
geloovcn, dat die mooie, vroolijike jongen
voor altijd Hopeloos en ongeneeslijk stomp
zinnig was? Vragend' richtte zij haar blik
tot dokter Lars.
„O, foei; ik had liaar bijna vergetenU
neemt het mij. toch niet kwalijk, dokter?
Wlie ds dat aardiige meisje?"
„Zij is het geneesmiddel, dait ik bedacht
heb, mevrouw. Hetl ziet er waarlijk naar uit
alsof die. ©erste lepel vam liet. drankje den
jon,gen Baron goed bekomt, meesmuilde
dlokter La-rs.
IV.
Twee kinderen.
Het is ©en© waarheid! dat d© tijd onop
houdelijk zijn loop. vervolgt, om bet even of
hij, licht of duisternis, blijdschap of smart
oplevert, voor ons, nienschenkiind'erenMaar
groot© kracht- en zwakheid! van. vermogens
hebben dezo evea-eenkomst, dat beid© min-
dier zichtbaar door hetl voortgaan der jaren
getroffen schijnen dian bij, lichamelijk en
geestelijkj gewoon ontwikkeld© menschen
helt geval is. Dc groot© kracht dloet denken
aan den golfbreker van graniet waartegen
de hevigste zee langen tijd niets vermag!.
Slapte is gelijk aam net buigzame stra nd -
riet, dat metl zijne zachte toegevendheid
niet eer .breekt dan wanneer d© herfst komt
met zijn, verwelkenden invloed! en de win
ter lliet van alle kanton tusschen !h©t ijs
klemt.
Om deze treden verliep de winter, de Lente
en d'e zomer en het werd' wderom winter
cn de zon, diie door dc ruiten van de leer
kamer op Stère Sundeby naar "b'nnen keek,
zag nog altijd he;t smalle, blonde .hoofd van
Kandidaat Wennerbom met do kort© roese
hanen, uitsteken, boven d'en rug van een
verkleurden uit <1© huiskamer verbannen,
ouden leuningstoel.
Van het weder opvatten zijner eigen, stu
die was mets gekoimemhet droombeeld vacu
het kanselarij-examen was voor altijd uit
zijin gezich f (kring, achter de bergen verdwe
nen. Hij las in de dagbladen do vermelding
der afgenomen examens en de naimen van
zijne vroegere medestudenten die geslaagd
waren, ten naastenbij met dezelfde gewaar
wording, waarmede de tamme ©end den kop
oplicht als hij! het. snateren in dè ludhit
hoort van een zwerm wildé eendvogels, die
hunne reis naari een anderen luchtstreek on
dernemen.
De Kandidaat leefde tegenwoordig in den
treurigen toestand van onverschilligheid,
die zich de meestien onzer ook wel eens zul
len herinneren,, nat dc dagen toen de toe
komst ons zoo hopeloos donkea* toescheen dat
wij, om ons niet dood te kniezen, poogden
niet langer dan één dag vooruit te denken i
en wij ons niet wilden plagen met venmoe-
dons, omtrent hetgeen later met ons zou
kunnen gebeuren.
E.n diti caat langzamerhand waarlijk beter
daai men denkt: als het .lichaam 'behoorlijk
ontvangt waaraan het oehoefte heeft, dan
dwingt het den geest zachtkens tot doffe
rust; het hart bloedt en verzwakt en jslaaH
hoe langer hoe flauwervoor een, tijd al- I
thans.
Hoe dit wezen moge, op den duur kan
zelfs de onverschilligste zijne behoefte om
te blijven hopen, niet ontkennen. lAle d©
moedelooze ©en tijdlang aldus gesoesd heeft,
bcAiwt hij onwil lakeurtff weder zijn lucht-
kastetl op uii( het puin zijner teleurgestelde
verwachtingen,
De Kandidaat deedl Hieraan tioulw mede.
Zijn luohtslot had tweeerlei vormen. Het
eerste werd gebouwd op die beloften van een
paar vriendelijke menscnen, dlat zij bun beet
zouden uoen hem benoemd' te krijgen tot
controleur over de alcoholische dïranken.
Het andere werd) getimmerd met het mate-
riaal, dat een paar aindère heeron, die tijde
lijk te Skralby waren, geleverd hadden,
toen mijnheer Jobnsteoi op een toon van
beschermend© meerderheid' gezegd had', dat
vriend' Wennerbom klerk bij hem. op het
kantoor moest worden. Hij. zoude icleme
kennisgevingen kunnen optellen, en het! ju
ridisch examen dan gemakkelijk kunnen
doen, omdat dit in dè Kanselarij afgenomen
werd'; wie weet of hij; dan later niet tot
werkelijk ambtenaar bevorderd zoude wor-
dèn en het tot dè merkwaardige hoogte van
den, kleinen wethoudèr Johnstedt zoudè
brengen?
Lit trot&cho vooruitzicht gaf aan Kandi
daat Wennerbom een zedèlijken en rn.aa.t-
eohappelijken ruggegraat- en beveiligd© hem
tegen den invloed van den tand des tijds.
Op Store Sundeby zaten in de leerkamer,
behalve de onderwijzer, twee knappe jonge
menschen, die evenwel in hunne bezigheid
hun werk, hunne houding en geheel hun
toon jegens mijnheer Weunerbcm duidelijk
deden zien, dat zij nog niet meer dan twee
kinderen waren. Zij waren zijn© leer
lingen. Zij. waren dit nu omstreeks twee ja
ren geweest; het meisje oen paar maanden
korter. Thorsten Harmingsköld en Thilda
Svensson kregen lee in dè aardrijkskuud© op
dien zachten Maartsclien dag, toen de win
ter* op het punt sahoen in de lente over t<e
gaan.
tyêrtH vruvlyd.