Maandag 9 Maart 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
m°. 255.
G'" Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, meded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
Gezien de missive van den Commissaris der
Koningin in de provincie l'trecht van den 6.
Maart 1908, 4e afdeeling, no. 997,711, betref
fende versterking van hot blijvend gedeelte bij
het wapen der Infanterie
Brengt ter algemeene kennis:
dat door Hare Majesteit de Koningin voor
loopig» is goedgekeurd een ontwerp van Besluit,
houdende bepalingen, krachtens welke miliciens
van het wapen der Infanterie ter versterking
van het blijvend gedeelte bij dat wapen gedu
rende het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908
onder de wapenen kunnen komen of blijven,
welke bepalingen met de daaraan door den
Minister van Oorlog toegevoegde uitvoerings-
voorschrifteu in hoofdzaak neerkomen op het
volgende
lo. De miliciens, wien wordt toegestaan om
van 27 Maart tot 25 Juli 1908 vrijwillig onder
de wapenen te komen of te blijven, ontvangen
eeno premie van honderd twintig gulden f 120).
Komt vóór 25 Juli 1908 door omstandigheden,
van hun wil onafhankelijk (bijv. door ziekte) een
einde aan hun verblijf onder de wapenen, dan
bedraagt de premie één gulden If 1.voor elkea
dag van hun vrijwillig verblijf.
2o. De premie wordt in eens uitbetaald bi)
vertrek niet groot verlof of, bij voortgezet ver
blijf onder dc wapenen op 25 Juli 1908.
3o. De verlofgangers, die dit jaar vcor her
bal ingsoef en ingen worden opgeroepen en die tot
het vrijwillig verblijf als hiervoren bedoeld zijn
toegelaten, mogen voor liet volbrengen dier
oefeningen dadelijk na 25 Juli onder de wape
nen blijven.
lo. In, het geheel kunnen tot bedoeld vrijwil
lig verblijf worden toegelaten ten hoogste 2200
man, om het even tot welke lichting der militie
zij behooren.
Melden zich meer dan het vereischte getal
aan, dan hebben zij, die zich het eerst aanmel
den, den voorrang, boven hen die later komen.
5o. De aanmelding van verlofgangers ge
schiedt bij don Korpscommandant per brief
waarin hun volledig adres duidelijk is vermeld
on waarbij is ingesloten een bewijs van, goed
gedrag, dat ter Gemeente-Secretarie moet wor
den gevraagd.
Geschiedende deze kennisgeving ingevolge
machtiging van Hare Majesteit, om aan boven
vermelde voorloopig door Hoogstdezelve goed
gekeurde bepalingen reeds thans algemeene be
kendheid te geven, onder beding, dat bij die
bekendmaking mededeeliug worde gedaan, ge
lijk bij deze nadrukkelijk geschiedt, van het voor
inhoud, dat liet vrijwillig verblijf onder de wape
nen op den hierbedoelden voet alleen dan kan
geschieden, zoo voor de daaraan verbonden pre
mie benoodigde gelden door de Wetgevende
Macht worden toegestaan.
Wordende bij deze voorts bepaald, dat gega
digden, aan wie eene spoedige aanmelding ten
zeerste wordt aanbevolen, ter Gemeente-Secre
tarie nadere inlichtingen bunnon verkrijgen en
dat aldaar desgewenscht zorg zal worden gedra
gen voor de opzending van den brief van aan
melding.
Amersfoort, den 7. Maart 1908.
De Burgemeester voornoemd
WÜIJ TIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
brengt, ter voldoening aan do aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, d.d. 5 Maart 1908, 4e afdeeling, no.
986/707, ter kennis van belanghebbenden, dat in
de gemeente Baarn. een geval van miltvuur is
voorgekomen.
Amersfoort, den 7. Maart 1908.
De Burgemeester voornoemd
WUI.J TIERS.
Politiek Overzicht
Een ultimatum van Japan.
'De Japansche regeering heeft een ultima
tum gericht' aan het hoofd van het Chinee-
scho ministerie van buiitenlandsche zaken, .i
in verband met de inbeslagneming \nan het
Japansche stoomschip' „Tatsoe Maroe".
Men heeft in dit blad de geschiedenis
van het incident met de Tatsoe Maroe kun
nen leoeai. I" het begin van Februari
wend deze Japansche stoomboot dii©
ter redde van Ma^ao in P'oritugeesdke
wateren (naar verzekerd wordt) geankerd
lag, in beslag genomen door vier öhineesdhe
kanonneeTbooten en naar Kanton opge
bracht, waar zij op het oogeaïblik nog is.
Op de Tatsoe Maroe werd aangetroffen eene
lading van dertig 'kisten, geweren en veer
tig Msten patronen, welke, Volgens zeggen
der Ohineeaen, binnengesimclkfkölid werden
voor opéttandelingen in Zuid-Ghina, terwijl
de Japanners de voorstelling van Clhinee-
scbe zijde loochenen. De wapenen zouden
bestemd zijn voor een Ohineeeoh handels
huis te Macao, de Porbugeosche overheden
zouden de vereischte volmacht vioor den in
voer van wapenen en schietvoorraad hébben
gegeven en bovendien zou de aanhouding
hebben plaats ge-had in Fortugcesche, niet
in Chinccsdbe wateren, in welke laatste be
wering do Japanners worden gesteund door
don Portugeeschen getaanit te Peking.
Er is bij deze aanhouding neg al radicaal
goh and elder zijn schoten getost, inaar wat
erger isdc Japansche vlag op de Tatsoe
Maroe is dcoi de Chineeraen neergehaald.
Dadelijk nadat oen en ander was geschied,
eisclite Japar. vrijlating van het schip, ver
ontschuldiging en eene schadevergoeding.
In den loop der onderhandelirugen zond het
een kruiser naar de watereu van Kanton,
hetgeen nu juist niet tot een oplossing van
hei geschil ui der minne zal hebben bijge
dragen. Integendeel, de Chineesche bevol-
king werd hierdoor zeer geprikkeld, zoo
danig, dat toen, naar gameid wordt, van
uit. Peking opdracht kwaan liet Japansche
stoomschip vrij te laten alleen het be
slag op de lading zou dan scheids rechterlijk
worden béhandéld de onderkoning van
Kanton het niet waagde in strijd met de
openbare meening te handelen.
Van de Obdneesche regoering moet ge
zegd worden dat dezie hare oude politiek
van dralen niet heeft verloochend. Zij bad
bëloofd vóór 29 Februari mét haar ant
woord gereed te zijn, maar het bleef op
den vastgestelden tijd. achterwege.
Toen ging het gerucht, dat Japan een
ultimatum zou hébben ingedien Het werd
terstond door de regoering tegengesproken
er wend nog aan toegevoegd, dat aan de
regeering te Peking hoegenaamd geen be
dreiging was gericht. Dat Japan werkelijik
een ultimatum tot de Ghinessohe regeering
heeft gericht, komt dus wél als eene ver-
rausing te meer daar het in deze zaak niet
zeer sterile staat en de schijn ©oer tegen do
Japanners is
China hiart den ei&cöi gestéld, diat de
zaak aan een scheidsgerecht zou worden on
derworpen.
Toegeven aan den eisoh van Japan zou
immers dezelfde be-teekenis gehad hebben als
'een toestaan van dien smokkelhandel, ten
ba.t© van Ohineesche opstandelingen.
Japan vond echtor tegen zulk eene scheids
rechterlijke beslissing een beletsel in het ge
beurde met dc vlag.
Is het den Japanners uitsluitend te deen
oin recht te krijgen in de onderhavige kwes
tie, of zocht het aanmatigende rijk men
denke aan Koiea een aanleiding om zich
macht ta verschaffen in andere Chineesche
aangelegenheden, can enkel maar te noemen
de spoorwegen-kwestie in Mandsjoerije, die
m den laatsten tijd weer aan de orde is Het
heeft voel var. dit laatste en het lijkt zeer
zonderling bij een bevriende natie, welke op
standelingen te bestrijden heeft, een geschil
als het tlhans bestaande, op te werpen, 'e
meer daar het- bijna zco klaar is als de dag,
dat de wapenen etn patronen voor opstan
delingen bestemd waren. De kommandan
ten van de kanon neerbooten mogen wat kras
zijn opgetreden, hunne handelwijze was, zoo
al niet te rechtvaardigen, dan toah te ver
goelijken.
Naar uit Peking gem olid wordt, bestaat
het minimum der eischen, in het Ja
pansche ultimatum gesteld, iu cle terug
gave van stoomschip en lading, en betaling
et>nor schadeloosstelling binnen bepaalden
tijd. In geval van nalatigheid of vertraging
zaUJapan, overeenkomstig de in het ultima
tum gestelde voorwaarden, onmiddellijk de
noodige maatiegélen nemenHet blijft staan
op eene voldoening voor het neerhalen dei-
Ja,pansche vtag. Het wil geen bemiddeling
aanvaarden, omdat het het standpunt in
neemt, dat China ongetwijfeld in dwaling
verkeert. Bij de overreilking van het ultima
tum moet burggraaf Hayashi aan de Chi-
ne-esche regeering uiting hébben gege
ven aan de sympathie van Japan in zake de
aangelegenheid der waponsmckkelarijmaar
tevens verklaard hebben, dat China geen be
middeling koa verwachten, zoo'ang het eeno
deelname van Portugal hieraan niet toelaat.
Uit een in den Hoop van den morgen van
heden ingekomen telegram blijkt, dat China,
na aanvankelijk weer te hebben gedraald,
zijn volledigs excuses heeft aangeboden. Al
leen moet nog worden geantwoord in zake
het beslag op de wapenen en munitie. Het
geval zal vermoedelijk dus met een sisser
a floopen.
Een conclusie kan echter allicht zondet
schroom uit het gebeurde worden getrok
keu Namelijk deze. dat de, na de Russisch-
«J ap nsche oorlog ontstane vrees vicor een
Pan-Mongoolsche beweging, voorloopig wel
niet zal worden bewaarheid.
Duitschland.
Wiïlielmshaven, 7 Maart. In
tegenwoordigheid van den groothertog en
do groothertogin van Baden en Prins Hen
drik der Nederlanden liep het- .verbouwde
linieschip liayern hedenmorgen 11 uur ge
lukkig van stapel. De opp er p resid ent
Hengstenberg hield de feestrede. De groot
hertogin doopte het schip met den naam J
„Nassau".
Tweede telegram. Bij het op het
van stapel loopen gevolgde ontbijt in het,
ofli- ierencasino bracht de Keizer een drie-
voudjg hoera, uit op de gastenPrins
Hendrik der Nederlanden, den groothertog
van Baden, en voor alles de allerdoorluch-
tigste dcopmccder, de groothertogin van Ba
den. De groothertog dankte voor deze vrien
delijk© woorden en bracht een drievoudig
hoera op den Keizer uit.
Biarritz, 7 Maart. Koning Eduard
is heden avond om 9.50 hier aangekomen.
De brief van den Duitschen Keizer.
liet onschuldige kattebelletje van Keizer
Wilhelm aan lord Tweedmouth heeft in kor
ten tijd al heel wat gemoederen en als ge
volg daarvan pennen in beweging g.bracht.
Dat de Duibsche eere-acuniraa! der Britsche
vh/ot bet inderdaazou hebben gewaagd
zich met üijn vloot te bemoeien op andere
wijze dan de ©e re-betrekking waarin hij tot
haar staat mag doen verwachten en pleegt
mee te brengen, zal wel geen verstandig man,
ok in Engeland zelf niet, een «ogenblik heb
ben geloofd. Men zou over het gebeurde niet
veel behoeven fee spreken wanneer er niet een
commentaar aan was vast.geknoc.pt door een
orgaan der Engelsche dagbladpers, dat, al
moge het in een laat6ten tijd meer en meer
kwijnen, nog altijd aanzie: naar buiten heeft,
dat nog immer zijne verklaringen als uitin
gen van een weloverwogen publieke raeening
wil zien beschouwd en zich tor- het middel
punt van eene kleino ma'ar onvermoeibare
groep heeft gevormd, welke den strijd tegen
Duitschland als haie levenstaak beschouwt.
Het artikel van de „Times'' L een nieuw
bewijs van den fanatiek en har tegen de
Eniitschers, waaraan dit blad ich heeft over
gegeven, «en haat, velke dikwijle in zijn
blindheid, „ijn doel nrst, dikwijls genoeg
echter ook het onheil sticht, «at hij c-.uvt
wil Wel merkwaardig i* het dat in F au1- -
rijk, waar men het ja.ir '870 e.. nog zooveel
meer heeft te verduwen gehad geen blad
zo bitter en giftig tegen den nabuur is als
in Engeland de ,Ti>
Reuter seinde reeds hoe het boos-sensatio-
neelo artikel van de Times in Engeland geen
goede pers heeft, al zou men aao des Keizer's
brief zelf gaarne openbaarheid zien verleend.
Zeer juist schreef o. a. nog de „Evening
Standard" „niemand kan lichtgeloovig ge
noeg zijn, om aan te nemen dat zelfs een
impulsieve persoon li jküeid als de Duitséhe
Keizer, een stap zou hebben ge© aan zoo wei
nig gerechtvaardigd door 'he' diplomatiek
gebruik en 's lands gevoel van welvoeglijk
heid, maar nog voel miuder da< een minis
ter der Britsche kroon zich de viijheid zou
hebben veroorloofd i i zulk een zonderlinge
bri *fwisselinor te treden zonder de goedkeu
ring der volksvertegenwoordiging" en het
blad eischt opheldering, zelf zij oordeel op
schortende tot er meer omtrent, die briefwis
seling bekend zal zijn."
Die „opheldering" zal nauwelijks noodig
zijn.
Alle partijen laken de onbescheidenheid
en den kwaadwilligen toon van de Times.
Dé Daily News vaart, hevig tegen de Times
uit en zegt dat dit blad gehandeld heeft als
ee:i plat sensatieblad.
Door de Fransche bladen wordt het geval,
behoudens enkele onbeteekenende uitzonde
ringen, met gToote reserve en zonder over
drijving van de beteeken is er va n opgeno
men. De Temps o. a. betoogt dat het inci
dent na de verklaring van Asquith zijne
praktische beteekenis heeft verloren. Er zal
echter bij het Engelsche publiek eene ont
stemming blijven bestaan, welke voor de
bcmoeiiü',en van liberal© zijde om eene
betere verstandhouding met Duitschland te
bewerken, hinderlijk zal zijn.
Uit Berlijn wordt aan de lomps geseind
dat de Keizer ook na zijn verb'ijf op Engel-
schen bodem, briefwisseling hieid met ver
schillende personen, o. a. in ret binzonder
met lord Tweedmouth over onderwerpen
waarover 'hij met die hoeren gesproken had
tijdens zijn bezoek. Eu dus zal het bewuste
briefje ook wel niet anders zij.' geweest d!a.n
de anderen en geenszins het sensationeel© ka
rakter hébben gehad da/t Times er aan tracht
te geven.
Intusechen werd lieuter's correspondent
te Berlijn gemachtigd tot de volgende mede-
deeling die het algemeen uitgesproken ver
moeden der Duitsche pers rechtvaardigt
„Dat de Keizer een brief heeft geschreven
aan lord Tweedmouth voor ©enigen tijd is
waar De bewering van de Times echter dat
de Keizer een poging gedaan heeft invloed
te oefenen op de Engelsche vlootplannen is
onjuist. In den brief heeft de Keizer alleen
bepaalde onjuiste voorstellingen die in En
geland bestaan over de D'uitscHe vlootplan-
nen willen weerleggen, in marinezaken is de
Keizer geen leek en hij had het volle recht
tot de stap die hij deed als vakman, als hoe
danig men hem ook in Engeland beschouwt.
Evenals Keizer '.Vilhelm elk.- poging uit
het buitenland gedaan om mede te beslissen,
over het vlootprogram zou afwijzen, zoo zou
het ook niet bij hen opkomen zich te men
gen in de zaken van de Britsche vloot.'
In ambtelijke kringen heeft men te Ber
lijn niet bet minste bezwaar tegen publica
tie van de brief door de Engc-lsChe pers gc-
©ischt, maar beschouwt dat als een zaak
waarin alleen de Keizer en Lord Tweew-
mouth te beslissen hebben.
Bovenstaande mededeeling woidt ten over
vloede neg bevestigd door een schrijven van
den heer Arnold White, „een der over mari
nezaken het best ingelichte medewerkers" van
de „Dailv Chroniole". Deze zegt, dat Lord
Tweedmouth, alvorens den brief van den
Keizer te beantwoorden, den inhoud bad
medegedeeld aan Koning Edward en den mi
nister van buitenlandsche zaken.
Over den inhoud van den brief deelt de
beer White 'het volgende mede „Men meent
te weten, dat de Keizer in den brief zijn
leedwezen uitspreekt over de perscommenta
ren op de marine van beide mogendheden,
met het doel om daardoor haat te zaaien
tusschen de twee staten, die nooit met elkan
der strijd hebben geveerd, en daarom mede
deelt dat Duitschland zijn oude schepen door
nieuwe vervangt met het oog op de behoef
ten van den zich voortdurend uitbreidenden
handel.
De heer White voegt hieraan toe, dat het,
volgens zijn meening, onwaarschijnlijk is, dat
deze correspondentie zal worden gepu
bliceerd.
Lord Tweedmouth heeft het volgende tele
gram gezonden aan den hoofdredacteur van
de Daily Chronicle
Brief zuiver particulier, niet officieel,
staat in geenerlei verband met dc begroo
ting van marine. Er zal omtrent deze zaak
geen nieuwe verklaring worden afgelegd voor
Maandag a. s iu de vergadering van hot
Heerenhuis.
De Times verklaart, natuurlijk met groot©
voldoening, dat èn uit het officieel© commu
niqué uit Berlijn èn uit de verklaring van
minister Asquith blijkt, dat hare mededee-
ling juist was. Naiair aanleiding van de op
merking van genoemden minister, dat de
beg'rooting reeds vastgesteld, was vóór de
ontvangst van den brief, merkt het blad op,
dat in zijn kolommen niets was gezegd, dat
de brief van den Keizer van invloed was
geweest op de marine-begrooting, maar het
houdt vol, dat er een poging is gedaan om
invloed uit te oefenen.
verklaring van minister Asquith",
Naar htt Zwttdsch
35 DSOB
PH. W IJ S HI A N.
De doklter was maar 'vast naar den ba
ron in de andere kaan er gegaanHij vond
hem wél iets opgewekteren toen hij na
liet eten naar huis zou terugkeeren, zeide
'hij tegen de barones:
„Nu heb fk u Svenssons Thiillda voor den
•tweeden koe»- géhimllit, mevrouw. Hm
hét is wel eene groote verantwoordelijk
heid, die men op szicih neemt door zulk een
jonge plant unt haar natuurlijken grond
over te aetltcn. Ik iweut waarlijk nadt of ik
'daar goed aan heb gedaan. Walt dunkt u,
mevrouw1?"
„De baak van dokter Lars is, als altijd,
het goede te doen," antwoordde zij, klem
hartelijk op den scihbuider kloppend; en
fluisterend voegde zij erbij: „wat het ver
standigste is weet God alleenwij kunnen
niet meer doen <fan naar ons beperkt weten
te werk gaan."
Wanneer men liet ndet aan de hoornen
getzaeti bad wier bladeren grooter wieildien,
en aan de bloemen die weliger bloeiden
en het gras dat booger werd, clan zou men
op Sundéby biet gemerkt hébbon dat de
tijd omging, zoo langzaam en gelijkmatig
tikte de huisklok en zoo volkomen gelijk
verliepen de dagen. Het voorjaar „pakte"
baron Ludvig eerst wél, maar daarna
sdheen hij: waarlijk weder sterker te wor
den.
„Miag hij nu niet haast eens opstaan?"
vroeg' de barones dokter La.rs.
„Zieker. Als hij hét wensoht. Maar wij
magen hem niet jachtenalleen ons best
doen hem wat óp te wékken. Ik zal juf
frouw Tkiida leeren dannmenvoor die les
pTaatsen wij ons bij. het bed. Dalt. geeft een
weinig afleiding en 't is een proefneming,
of hij; het spel volgen kan. Wanneer hij
dan om zijne laarzen vraagt, géven wij
hem die, zeer gewoon."
Op zékeren dag kwam er een brief van
Thoröten met het poststempel van DusseT-
dorp erop. Dit oude .middelpunt der kunöt
was sedert lang niet meer „de heriilSg©
stad" waarheen reetolgetoovige, mlodeme
kunstenaars hunne bedevaartsgaaigon richt
ten. Maar Thorsten had de sohi'deredhool
en het museum mét luide bewondering
hooren roemen door ©enig© veteranen onzer
eigene schoolen hij had zich tot de daar
aanwezige producten zoo zeer aangetrokken
gevoeld, dat hij op zijne thuisrréis nog
een langen tijd in Duaseldorp gebleven was.
Want hij was thans op weg naar huis;
en hij verlangde ook naar huis. Toéh was
hij blijde dat de toestand van zijn vader
niet, verontrustend waswant. hij wdldo
nog gaarne een paar dagen in Duaseldorp
blijiven en dan nog op zijn gemak de mu
seums en galerijen te Dresden zienhij
had daarvan sleobts een vludhtig kijkje ge
nomen op de heenreishij verlangde toen
al te zeer naai Parijs en Rome. Dan zou
hij ook gaarne fee Berlijn wat willen uit
rusten. Die tentoonstellingen in Moalbit
waren de moeite wel waard en al waren
de musea niet zóó beroemd, er waren toéh
ook nog' bezienswaardige stukken.
In een afzonderlijk briefje aan zijne moe
der vroeg hij dringend hem 500 mark te
zenden „posterestamtete Dresden. Hetrei-
zeu in Duitschland was zoo ontizettend
duur; hij kon onmogélijik uitkomen met
zijn ontvangen reisgeld. Nu had hij dit aan
zijne moeder afzonderlijk geschréven; daai
kon zij' het beste oogenibHik kiezen om er
met papa Ludvig over te spreken, omdat
hij nu nog zwak was
Het voorhoofd der barones wérd bewolkt
toen zij dit i«gestoten briefje las, dat zij
behendig uit den algemecnon brief, die in
de ziekenkamer geopend .was, had weten
te smoikkéton. Nog. onlangs was Thorsten's
inkomen verhoogd op eene wijtze die Voor
de geldelijke omstandigheden van Sundéby
lang niet onverschillig wasen haar een
voudige jongen, die voor twee jaren géle-
Sn nog zeer bedeesd en angstvallig om
eon ,paar tientjes, en nog .wel met tusschen -
poorzengevraagd had, scheen tegenwoor
dig Volstrekt geen rekening meer te houden
mét de offers, die zijne oudere zich voor
hem getroost hatdden. Maar, hét was waar
mijnheer Wennerbom had dit altijd ge
zegd rékenen .was bij Tliorsten con zeer
zwak punt..
In 'baar ééntje mocht Thiida dcai go-
héélen brief lezen. Zij keerde en wendde
hem, duidelijk zoekend naar iets wat er
niét in was Hm Hij liet haar de harte
lijke groeten doen, zooals hij altijd deed.
Maar geen enkel woord stond er van in,
diat zij nu weder bij, zijne ouders was;
geen wéordje van dank. Voor hare hulp en
haar geeélsohap. Thiida schaamde zich. Zij
werd /vuurrood en bedekte haar gelaat met
beide hanldén toen zij zich op die leélijke
gedachten betrapte. Voorheen, toen zij nog
Voortdurend oj deze haar zoé dierbaar ge-
wt'rdene plaats had gewoond, zou zij nooit
zulke dedhte dingen gedacht hebbendat
wist zij zeker. Maar hij had er toch althans
iets van moeten zeggen in dien brief. Die
eiscli mocht zij gerust stellenen na de
ikkxmst wall dien oingelliukdbrief waren er
«ogenblikken waarin blaar hart dn opstand
kwaan en waarin baar geweten haar zeide
dat dé aangewezen plaats voor Svenssons
Thiida was téhuis, waar hare helpende
hand voor die arme ouders zoo noodig
was Maar lang .mocht zij zich aan die ge-
daicihte niet overgeven. Doorvoor waren
twee hartien elkander te innig nader geko
men. Toén zij in liare booze stemming in
liet salon trad en daar do lieve vrouw in
éhkaar gezakt zag zit,ten, met, diepe rimpels
over het Voérhoafd en met bedroefde oogen
Voor zich uibstarende, boen smolt alle trots
en ïmisnoegld'hei'd in haar on zachtjes kniel
de zij op bet tapijt naast de canapé, Vlijde
haar hoofld op den schoot vau Thlorstens
moedor en fluisterde:
„Hij krijgt liet. toch, niet waar. lieve
mevrouw?'Het is niet. anders mogelijk dan
datfe hij het geld krijgt f'
Ileél zacht en lieflkoozeud strooiden de
vingers der barones het glaa*2igö haar van
'het jonge meisje. Ten slotte prevelde zij, na
een poosje te hebben gezwegen
„Hoe gelukkig zou ik zijn, kindliefd, in
dien ik, zooals jij, alleen mocht luisteren
naar de stem van mijn hart. Geloof je niet.
dat dit hetzelfde zegt als jij? Maar ik word
gekweld door twijfel aan wat goed is en ver
standig. Ik weet niet of ik mag dben wat ik
zou wiililen."
Den volgenden dag, ©er er nog iets was
gedaan, kwam dokter Laa-s Hij moest, alles
weten.
..Ludvig mag niet. verontrust worden. In
dien de jonge baron het gelid hebben moet,
daji moet li ij ,'het op een door mij bezorgden
wissel ontvangen."
.Hartelijk, hartelijk dank."
„Volstrekt geen dank, 'lieve barones. De
ouidé Sköldengren heeft goou geld fe leenen
of t© verlieaen. Het is eenvoudig eene ma
nier om ©on vriend', dde mij voorfieen vaak
uit werkelijke financdeele moeilijkheden ge
holpen heeft, voor eenige wéken voor zorgen
te vrijwaren, die ik, als dokter, zoo mogelijk
vooikomen moet.
Wederom verliepen er een aantal dagen
zonder andere afwisseling dan dat baron-
Ludvig op een morgen in hot begin van Mei
aangekleed werd. Hij wasaiiet zoo veel beter,
maar het langdurig liggen verveelde hem en
nu liet hij zich in oen oud wagentjo met een
paard rondrijden langs de velden waar het
vroege koren geelgroen begrm op te schieten.
Wordt vervolgd.