Dinsdag 10 Maart 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. DE SVENSSONS. IX". 356. 6d' Jaargang. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pêr 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franoo per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deae Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, meded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrectitschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. PolltUk Overzicht. De reis van Koning Alfonso naar Barcelona. Gisteren is Koning Alfonso van Spanje op reis gegaan naar Barcelona. De metropolis van Catalonië heeft als zetel van handel en pij verheid groote 'be teekenis, maar is daarnaast berucht als brandpunt van het anarchisme en van de in Catalonië zeer krachtige sepa ratistische beweging. Dit maakt., dat er aan het brengen van een koninklijk bezoek aan Barcelona, groote bezwaren verbonden zijn. 1 Onwillekeurig komt de gedachte op van Daniël in den leeuwenkuil, wanneer men den jongen Koning van Spanje zich naar Barcelona', ziet begeven. In dé Madridsclie pers heeft men van deze reis op verschillende wijden verklarin gen trachten te geven. El Mundo deelt offi cieus mede, dat den lOen een eskader van de oorlogsvloot van Oostenrijk Hongarije te Barcelona aankomt. Het bezoek van deae oorlogsschepen geschiedt op verlangen van Keizer Frans Jozef als antwoord op het bezoek, dat Koning Alfonso hem in het vo rige jaar had willen brengen en dat toen achterwege is moeten blijven, omdat de ge zondheidstoestand van den Keizer hem niet toeliet bezoeken te ontvangen. Koning Al fonso besloot het Oostenrijksche eskader te begroeten in die eerste Spaansche haven, die het zal aandoen. El Liberal wil weten, dat het kon nklijke bezoek aan boord van de Oostenrijiksch-Hongaaische oorlogsschepen niet enkel een beleefdheids bezoek is, maar ook nog praktisch het bij komende doel zal hebben het geschut te be zichtigen van de Oostenrijlksch-Hongaarsche oorlogsvloot, dat onovertroffen heet te zijn, met het oog op de aanschaffing van artille rie voor het nieuw te bouwen Spaansche es kader. De minister van marine en eene tech nische comniiss'e zullen den Koning naar Barcelona, vergezellen, e: wanneer, zooals te verwiachten is, het onderzoek van de kanon nen gunstig uitvalt, dan zal Spanje eene belangrijke 'bestelling daarvan doen. Eene d'eirde lezing cindJelijk houdt in, dat het stedelijk bestuur van Barcelona dien wensch heeft uitgedrukt, dat Koning Alfonso per soonlijk dé belangrijke werken lot uitbrei ding van de stad, die in den laatsten tijd zijn verricht, zou komen inwijden. Al deze verklaringen li ebben dit gemeen, dat daarin heel wat overblijft wat nadere opheldering zou verdienen. De vraag rijst bijv.Waarom moewt hot Oostenrijksche es kader door den Koning begroet worden in de eerste Spaansche haven, die het aandoet? Had dit niet even good kunnen geschieden in Cartagena, waar de vloot ook zal biunen- loopen? Het bericht van de uitnoodiging, die door het gemeentebestuur van Barcelona zou zijn gedaan, ia met ongeloovigen twijfel begroet. Immers liet bekend, dat de meer derheid van het gemeentebestuur in Barce lona. anti-koningsgezind is en weinige weken geleden op den verjaardag van den Koning, ofschoon door het centrale gezag daarop was aangedrongen, geweigerd had de vlag uit te steken. Aan uiteenloopor.de beoordceldngen is geen gebrek. Sommigen zien voor de reis geen reden, anderen beschouwen haar als eene uitdaging, weder anderen noemen haar on nut en zelfs nadeelig. Maar allen zijn 't er over eens, dat het eene gevaarlijke onder neming is. Daarop legt de Diario de Corner- cio, een te Barcelona verschijnend blad, den nadruk, die er prijs op stelt te constateeren, dat 'het besluit van den jeugdigen Koning een daad van burgerzin is, een los voor de gansche wereld en eene gebeurtenis van groote heteekenis voor Catalonië en vooral voor Barcelona. Uit het lachende, vreed zame Seville, waar de Koning en zijne ge malin het voorwerp van dagelijks nieuwe oplettendheden en huldigingen waren, naar Barcelona te k temen op een tijd, waarop binnen- en buitenlandse he pleizicrrcizigers de stad ontwijken; vrijwilig te vertoeven in eene stad, waar men voor zaken slechts door den nood gedwongen en zoo kort mogelijk verblijft; eene stad te bezoeken, waarvan men in Spanje en in de gansche wereld meent, dat het bijna onmogelijk is er te leven; zich te begeven naar een©plaats, waar nog kort geleden bomaanslagen zijn voor gekomen en de mogelijkheid van nieuwe 'terroristische aanslagen maar al te zeer voor de hand ligt, dat beteeken t- het hoofd bieden aan gevaren en de legende, die Bar celona als onbewoonbaar kenschetst, logen straffen, het beteekent het leveren van het bewijs, dat men weer kan gaan naar de hoofdstad van Catalonië. De reis moet eeno overdrijvende, rumoer makende pers de les prediken, dat men aan de zwaar getroffen stad den gtootsten dienst bewijst en de aan slagen het best bestrijdt, door er over te zwijgen. Het geluk is met de stoutmoedigen, en het blijk van moed, dat Koning Alfonso geeft door deze reis te ondernemen, roept bij het gros der bevolking van Barcelona gevoe lens wakker, die spreken ten zijnen gunste. Maaraanslagen zijn altijd het werk van eeuigc weinigen, en de gedachte aan Lissabon is nog verscli. Dit maakt, dat men eerst gerust zal zijn, als deze reis voorbij is. Duitscéiland. De Köhi. Zbg. kondigt officieus aan, o'a,t de rijiksregetering. vast besloten is bet one werp der veretenigiingswet in te trekken, wanneer art. 7 van idlie wet niet wordt aan genomen in een vorm, waarmee zij zich kan vereenigenDe rijlksregeeniug dringt er op aan, dalt duidelijk zal iwterden uitge drukt in die wet, dat id'e taai, dlie in open bare vergaderingen moet worden gdbrui'kt, do Dudtsdhe is en dat het aan de verschil lende bondsregeeringen moet worden over gelaten uitzonderingen van dit beginsel toe te laten. Tot toelichting van dit stand punt wondt gtezeigd ,,\Vij behooren niet tot hen, die in over wegend Foolsohe landstreken het gebruik van de Foolsche taal in openbare vergade ringen wallen uitsluiten. Wij gelooveu ook niet, dat in zulke streklen, waarin bocih hoofdzakelijk ambtenaren, dlie de Poolsidhe taal machtig zijn, moeten worden aange steld, het houden van toezicht op Poolsche vergaderingen onmogelijk zou zijn." Voor art. 7 wordt de volgende redactie in over weging gegeven: „De beraadslagingen in de openbare vergaderingen snoeten in de Duitsche taal gevoerd worden. Uitzonde ringen kunnen worden toegelaten in gte- mengd-tabge deel en van heb Duitsche rijk door middel van de Hands wetgevingAls geimengd-talliig zijn te beschouwen bepaalde gedeelten van EILzas-Lotharingen en van de Pruisische provinciën Posen, Oost-Prui sen, West-Pruisen en Sleeswijlk-Holstedn." Het vonnis van de rechtbank tegen den gewezen luitenant-generaal graaf ^Vilhelm von Heliemanispreekt zijne verwijdtering'uit den offieierstand uit en ontzegt hom het recht tot het dragen van orden en eeret-ee- kenen. Het pensioen als luitenant-generaal blijft graaf Hohenau genieten, omdat dit slechts verloren gaat bij veroordeeding tot tuchthuisstraf wegens hoogverraad, land verraad of verraon van militaire gelhei- men; daarentegen is hij niet gerechtigd zijne militaire titels vorder te voeren. Dit vonnis is door den Keizer bekrachtigd. Zooals men zich zal herinneren, was de militaire strafrechter in do zaak tegen graaf Hohenau gekomen tot vrijspraak wegens ge- kek aan bewijs. O* brief van den Dultschen Kaiser. Londen, 9 Maart. Li het hoogerhuïs legde lord Tweedinouth eene verklaring af gelijkluidende met die van minister Asquith m de vergadering van het lagerhuis van 6 dezen*. Hij deelde mede, diat hij op 20 Febr. een Keizer had .geantwoord en voegdle daar aan toe,Ik wensch het huis de verzeke ring te geven, dat ik vast overtuigd ben, dat de door mij gevolgde weg de goede was en ten doel bad om dlatgene te doen, Wat wij allen zoozeer wenschennamelijk alles te doen wat wij kunnen om de goede ver- standhouding tussclhen het Duitsche rijk u ons te bevorderen Lord Lansdowne zeide, dat de oppositie er bij lord Tweedimouth niet o<p zou aan dringen zijn plan te laten varen om de brief wisseling niet te publiceer onPI ij vrees de, dat lord Tweedmouth zich zijn eigen geheim had laten ontvallen, of anderen 'e legenheid had gtegeven het voor hem aao den dag te brongen, en d,at had een zeer on gelukkig gevolg gehad. Allen, die met lor! Tweedmoubh ernstig wenschen, dat de be trekkingen tusschen Groot-Brittannië en Duitschland van dén meest vrieudschappe- 1 ijken aard zullen zijn, moeten ten zeerste iiebreuren, dat het giébeiurde aanleiding heeft gegeven oan de openbare rneeuing te verontrustenDe oppositie wenscht niets te doen of te zeggen, wat deae opgewondenheid kan verergeren of de ongelegenheid, waarin let gebeurde de regeering heeft gebracht, ie ver groeten. Lord Roseberry stak den draak met de dwaze gevolgtrekkingen, dio uit deze een voudige zaak waren gemaakt, en sprak af keuring uit over d;e pogingen van een deel van de pers van beide 1 andten om oneenig- heid tusschen 'beide landen te zaaien. Daar mede eindigde het debat over dit onderwerp. In het lagerhuis zeide minister Asquith, in antwoord op de hem gestelde vragen, dat- hij niets had toe te voegen aan zijne j.l. Vrijdag afgelegde verklaring, behalve diat lord Tweadmjou'tk onmiddellijk na ont vangst van des Keizer's brief eai voor dat hij dien beantwoordde, den brief aan Sir Edward Grey, den minister van buiten Laud- sclie zakeai, had getoond. Deze was het met lord Tweedinouth eens, dat de brief geen officieel karakter liad en beschouwd behoor de te worden als van particulieren aard. (Toejuichingen). Daaraan voegde de minister nog toe, dat er natuurlijk geen sprak© van kon zijn een particuliere en strikt persoon lijke briefwisseling aan het huis over te leggen Londen, 1 O M a a t. De peis is heden morgén algemeen geneigd het incident, dat d'oor' den brief van den Keizer aan lord Tweedinouth is ontstaan, als geloten te be schouwen- De Times verklaart echter, dat lord Rosebery, toen hij gewaagde van den brief als een impulsief strak op schertsenden toon gesteld, sprak zonder kennis van de zaak. Ofschoon de brief scherts bevatte, hield hij toch in hoofdzaak een lang en za kelijk betoog in. diat 'bedoelde lord Tweed- mouth te overtuigen, a at de Duitsche vloot- toerustingen Engeland) niet bedreigen en EUgela-nd niet behoeven te bewegen zijne vloot evenredig te vei sterken. De Times doet uit komen, dat de Duitecke vloot met koorts achtige haast wordt gebouwd met het spe ciale doel om een aanvalsmachb te vormen, voor eene onderneming op korten afstand, o per eer en de in de n bijheid van hare basis. De Times wijst op Duitschlands houding op de Haagsche eoirferenti en op den toon va.n de Duitsche pers als niet vertrouwen inboezemend, althans niet meer dan de ar gumenten, die op een kritiek tijdstip tot Tweedmouth zijn gericht met het doel hem in slaap te sussen. Het blad segt, dat er al te veel indirect diplomatiek beleid door de Duitsckers aan dten -dag gelegd is in den laatsten tijd; het drukt de hoop uit, dat het aam den dag brengen van dit voorbeeld van Duitschlands laatstelijk toegepaste me thode iets zal bijdragen om van het stelsel te doen afzien. Duttaohland en Engeland. De onder beschermheerschap van den Duïtschen rijkskanselier en den minister van onderwijs opgerichte Vereenigiing voor rechts- en staatswetensdhappel ijkte herha lingscursussen, zal in dit voorjaar eene twaalfdaaigsohe reis naar Engelland en Sdliot- Haud ondernemeninzonderheid zullen Londen, Ediniburg en Liverpool bezodht worden. Men hoopt, dat ook dit bezoek zall bijidragen om de betrekkingen tusschen de beide landen te verbeteren. Zeventig hoo gtere staats- en gemeenteambtenaren zullen aan de-zen todht deelnemen. De Norcld. Allg, Zeitung haalt de woor den aan. die de Engelsche kanselier der schatkist Asquith bij de behandeling va,n de marinebegrooling in het lagerhuis heeft ge wijd aan de Duitsche vlteotpo'ltiek, en knoopt daaraan deze opmerking vast: ,.Htet door d'en heer Asquith uitgedrukt vertrouwen van eene voortgaande toenade ring van cle beide natiën tot elkaar, wordt in Duitschland gedeeld. Eveneens erkent men de volledige correctheid van de opvat ting, die de Engelsche staatsman kenbaar maakt ten aanzien van den Duitsc-hen vloot- bouw, waarvoor precies hetzelfde geldt wat de heer Asquith van de Engelsche vlteotpo- litiek zeide: dat zij namelijk voor zuivere defenitieve doeleinden dient. Des te merk waardiger moet het voorkomen, dat ©enig© Engelsche bladen de door den kanselier der schatkist uitgedrukte wenschen tot beper king van de vloottoerustingem als „waar- schuw'ngeri' en wenken" juist aan het adres va.n Duitschland kenschetsen. Wij heb ben reeds meermalen er op gewezen, dat de aanvragen van geld voor de Duitsche vloot, als niets anders zijn te kenschetsen dan als uitvoering van de sedert a-oht jaren van kracht zijnde vlootwet, en dat de verhoo gd ug van 't geen daaraan wordt besteed enkel veroorzaakt is door de door E.igeland zelf het eerst in praktijk gebrachte techni sche verbeteringen. Bovendien echter is het niet goed begrijpelijk, waarom in dit ver band steeds weer op Duitschland gewezen wovdt, ofschoon toch ieder weet, dat ande re staten, zooals Frankrijk, Rusland, de Vereenigde Staten en Japan, hunne zee macht zeer belangrijk versterken. Menige onnoodige gedachten wisseling zou achterwe ge blijven, als de door dten heer Asquith voorgestane meening erkend werd, dat ieder land het recht heeft zijne krijgstoerustingen in te richten naar den maatstaf van zijne eigen belangen. Yan Duitsche zijde wordt dit recht immers aan geen anderen staat betwist. Het is te hopen, flat met de ver- lbijóende verbetering der wederzijdsche ver standhouding van het Engelsche en het Duitsche volk ook in Engeland d©zo opvat ting gemeen goed zal worden, vooral omdat de heer Asquith met recht op het feit kan wijzen, dat Engolands heerschappij ter zee voor het heden en voor de toekomst verzo- kerd is." Duitschland en Italië. Het Giornale d'Italia wijdt aan de ont moeting van den Duitschen Keizer met den Koning van Italië een artilkél, waarin ge zegd wordt, -dat het bondgenootsohap tus schen Duitschland en Italië niet slechts be antwoordt aan cle gemeenschappelijk© vre des/bedoeling, maar ook geen van de beide staten heilet zijne eigen beliangen te beschèr- men. Helt is opmerkelijk, dat bij de diplo matieke oud eihamidtelingien over de Balkan spoorwegen betreffende de overeenstem mi cg tusschen Italië en Rusland die Donau-Ad.ua- spoorweg in Berlijn niet het geringste vol zet vond. Daarom heeft- thans die terstond op deze onderhandelingicn volgende ontme- tmg eene politieke betedkewis. Gewagende van het bericht, diat de Kei zer zich naar Epirus zal begeven en Ja.nina zal bezoeken, knoopt het Giornale d'Italia daaraan deze opmerking vast: ,,De Keizer dealt heden niet meer cle moening van Bis marck, dat de Oostersche kwestie niet het offer van een Pommersohen grenadier waard is. Intusschen zouden de uit-munttend© be trekkingen, die bestaan tusschen Berlijn en Konstantinopelhem kunnen vrijstellen van dezen tocht. TVl-a« smm ]>ij _njmln.gi*k rlö rwis in Epirus 'kunnen vergieiLijlkten met de reis in Palestina en met den uitstag naar Tanger, ofschoon vergelijkingen misleidend kunnen zij|n, maar in dit gieval zo-u de overeenkomst een© zekere betoekemis hebben rVaaUrUk. De Kamer heeft thans de beide eerste ar tikelen van het wetsontwerp op de inkom stenbelasting aangenomen. Het eerste arti kel, hetwelk bepaalt, dat met de invoering van doze wet zijn afgeschaft de grondbelas ting op gebouwde en ongebouwde eigendom men, de personeels belasting van de patent belasting werd aangenomen met 458 tegen 64 stemmen. Daarna werd, met 430 tegen 71 stemmen aangenomen artikel 2, bepalen de dat ter vervanging van deze verschillen de belastingen wordt ingesteld eene alge- meene belasting op de inkomsten van alle categioriën, waarbij gevraagd wordt eeno aan- yullnigsbelasting op het totale inkomen van ieder gezinshoofd. Frankrijk en Duitschland. Uit Berlijn wordt aan de Temps be richt, dat, om de onderhandelingen over do grensregeling tusschen Fransch Congo en Kamenoen te veqgieanaklk el ijkten, de Fnan- ecthe en Duitsche regteerimgien er van héb ben afgezien elkaar wedenkeerig schadever goedingen te wagen voor d© grensschen- diugen en andere overtredingen, dlie zijn Naar hét Eweedsch 16 FM. W IJ 8 H A N. Toen hij de zomerlucht een paar dagen had' ingeademd en een weinig minder zwak scheen, veitéidten zijl hét hem van de 500 Mark. Yoor het eerst werd hij nu ernstig 'boos op zijn; eendg kind! Hét hielp niet of dokter Lars al ikwam praten en. hem hunne lichtzinnige stréken allé studenten, ook met ihtet oog op igeld uitgeven, pp zijn eigen vroo- lijike marnier in herinnering bracht. Het haatte niet of die gotedte i^kolldgren er nog het nooddge bij verzon. De baron was ver drietig, hij achtte -zilch bedrogen door zijn eigen vleesoh en blbed. Lieve hemel, houd! je dan toch: bedaard, Lidvig! Htet ,is toch geten misdaad een paar duiten meer uit te gteven dan men- strikt ge nomen heeft; als men nog j|ong is en oner varen, Tenminste niet!" zeidte dokter Lars goedig. „Er scheelt niet véél aan, SköMgren. De Harmingékblden van Ekostad zijn in som mige tijidten zoo arm geweest, dat zijl geen be hoorlijke kflceding naar hun stand kodden betalenéén van hen; heeft zéllfs zijn hoofd onder het zwaard van dien 'beul gebogen. Maart* nimmer heeft oem hunner -gold ge bruikt dat hem niet toébehoorde." ,Maar voor den drammel, diat heeft Thor- sten ook niet gadlaan. Ilijj is toch je eeuige- erfgenaam." Hij wist er niets van in hoever ik er toe genegen zoude zijn liem te latten erven zoo- Hang ik nog leef." Mbar binnen enkele dagen lag de .baron 'wederom op het -ziekbed en tb en bad hij, God olm -vergiffenis -vteor élk 'hard woord, dalt hij' tegen zijn zoon geuit had'. Hiji sdhrea:de en bad, nog te mpgien leven. Hij zo-u er nu ale© v'oor ovter hebben gehad hem gezond en wel in de anm-eai. te mogen sluiten, zelfs ail had bijl geen tehuis giehad om hem aan te baedten. Want- Thorsten was ziék gewordenHij, •llag ziek -in hel -vreemde laud; niet ver van Berlijn; tot zoover wiaSi hij op de thuisreis gekomen. Maar voor den gezichtskring der öundéby-bewoners was dit tooh nog verba zend ver weg. Zijn iHaahste brief was ktert en let Aan ■dnideliiikbleid veel- te wensdheu over. Hiji nloemde de ziekte niet waaraan hiji leed; of hiji bedlegerig was; boe lang héb nog zlou moeiten duren eer hij' naar huis mocht gaanof iwiat de dokter eilvan zedde. Yan dat allies .meldde de brief niets. Het wiais -eten noodkreet in den donkeren natelit. Al léén het briefpapier van htet hoibefll onder richtte hen van zijn adresen dan had hiji onderaan, misschien onder den indruk van de bezorgdheid die zijn sébrijiven th-uiis wekken kon, er bijgevoegd, dat hét niét® gelviaariijlks wals. Alleein gevoélde hij zich zoo erg verlaten. Zijne oudfers moesten zidh vooral niet ongerust maken. -Mevrouw Si-grid's géliaab werd vaailbleek van angst,. Onwilllékenrig. légde zij de han den op hare iboiist, als om zich te ovorfcui- igen dat het hairt daarin nog klopte. Deze twee ziéküiedden, het eene zoo nabij en het andere zote oiittzéttend ver, terwijl het van beide heette dat er ,,geén gevaar" iwas, joegen haar een doodél"ijken selirik aan. Toc-h was de keuzle niet moeilijk. Hier w'as ihéb de gjoede veratandige dloklt-er Lars die verklaarde dar er ,,geeai gevakar bij' was"; gindé een jong menscih, zonder erva ring en niét in staat zijn eigen toestand te beoor- doelen. Ziji knielde bij hét bed van haren echtgenoot neer en vroeg hem iwat hiji iwenscililte dat zij doen zon, vteor het eerst in al die jaren van haar hufwélijlk zich on- vteoriwaiardélajk aan zijne beslissing onder werpende, vast bestoken hom te-gdhoorza- meti, zonder bezwaar te maken. Oiver baron Ludvig's d'roevlige, Sla.}>i>e trékken gleed een zeer filauiw, wteeantecdig laidlije, toen hi; zeide: ,Uk héb SköMgren en Thollda en mijn eigen tehuis en alles. Ilij' heeft ndots, mijn ar ine jongten. Je mloet naltuuriijlk niaar ous kind gaan, S'igriid, Ihoe :moteifl!ijk het otek gaat." .'Het govolg hienvan was dat dokter Lars «den anderen morgen het voorhuis voil zag «taan mét- koffers, reista-ssclien en hteeden- dooeen. ,,Wlajfc is liiei te doen, juffrouw Tliiilda?" Hij- weid op de Ivoogte gebracht en vroeg -of hij- de barones eens afzonderlijk mteékt spréken. „Hm,... Het ziet er 'le-eilïjlk uit voor die •reik. Niét alleen, dat Ludiviigi zoo zwak is; dat htet kan gebeuren dat bij wegzakt, zon der eigenlijke ziekte. Maar u-zélf kunt niet zonder gevaai, op iiiw leteftijd en zooals u sedert .jaren aan uwe gewloontten en kalm, 'laat mij wegge,p eentonig leven gewend zijt, plltetseOing worden oipgerawecipt voor zullk -eene reis en voor 't geen u daar te wiach- ten staat. Laat Tlvilda gaan, meivrouiw. U zijt er beuscilï riiot tegen besitand." „Geen kwes'tdc van, dokter! Ik moét, gaan. Ik ben niet ziék. Het is imimers on- deuklbaar d'at zteo'n jong meisje „Gezond zijló u niet, mevrouw; en Vtel- I strékt net kiraélitig. Én... toten ik straks bij Luldlvig kwiam lag liiji te schreien en toen vertelde hij «mij, dat u op reis ging, nég eer hij iets van Thonsten zeide." De barones viensdhlotet van kleur. Ja, dat 'had |zij all vermloedhaar man vond haar (weiggaan verschrikkelijk, al toonde hij ook niet dat hij; over oen andere mogelijiklheid diaicht. ,,Wil't u héb voor uw verantwoording nienren, mij van «het ziéklbed vian. mijn zoon terug te houden, doktor?.,." Zij wiiijdte nog iet» meer zeggen, maar een snik bellétte haar verder te spréken, bij de gedachte aan het aWterergste. „Neen, niet dat laatste, waaraan heb moederhart zelfs niet waagde te denken. E|n otek niet van dit ziekbed af. Ik zou het echter otek niet gaarne voor mijne rekening wiilllen nemen de rois nog oen dag uit tte stelllenhoewel dit misséhien verstankliig wqzen zou, omdiat iwij im dien bijid eon uit spraak van den Beriijiisohen dokter kun nen ontvangen," zeide dokter Lars. En toen niiaaklt© hij in alle haast een plan, diat de baron en zelfs dé barones niét goed begrepen oer hij hum ter goedkeuring twee opgestelde telegrammen vteoriogdé, het eene aan Thlorsten, het anldere aan een jongen bloedverwant van hem die tc Ber lijn bij hot Ziweedsche Gezantschap go- pllaaltst was. 'Beide waren ten. naastonhij van den/zölSfden inhouid!dringend verzoek 'om zoo dra, mojgölijik liet oordeel vaoi een ver'brouwiba.ren arts te willlen lelegrapheeron en toezegging dat er spoödig iemand van téhudis zou ever komen. De uren eter ide antwoorden kwamen duurden wel lang; t.oteh was er iöt® kail- méörends in toen zij er eindelijk warén. De on'gestéldllieid ,wa© waai-schijai'lijlk het ge- vollg van „te griotete inspanning, en druk te". É-utet en kallmte waren alléten noodig. Geen rqdten tot bezOrgdllieid. Thorstens eigen téllqg,raiu eindigide met de woorden „Mbédier mag niét komen." „Thans neean alk liet vteor mijne vonan-t- woordiing dat onls juffertje naar hem toe gaat, indien er tenmLnsite iemand moét gaan," zeide dolklter Lars. Dé barones zat mo(g ad door het teltegtram te herltezeiii. Zij, klon mlaar niet begrijpen wc'lk een toestand bedoélld werd' mét door „te grteoite inspanarng en dnikte" teweeg gébraiciht. -Een wteimig geiaistgte-itélid was zaj zeik er, maar tooh „Vermoeid van dat reizen en van dat all te druk bezoeken van museums," dacht dltekiter Lars. „Moeder mag, niét over ktemen."" Waarom mocht zijlne moeder juist niet bij hom komen Waarsdliijt lijk, omdat hij voor haar het raeeiït beztergd is. Gve,ragen© is tusschen de regel© te lozen dat hij de overkomst van iemand o'nnteodig vindt. Hij weet d'at zijn vaider niet kar en nu 'kan hij bezwlaarlijk verwachtten dat iemand anders dit vteor hem zal, doen," zeide Sktelldgreu tamelijk, kort af. MJaa-r toch zetJt© hij- een bedenkelijk ge zicht en had er hoegenaamd niets tegén toen Thorstens ouders er op aandrtengen, dat Tliilda cc heen zou jgaan dam wisten zij zéker dat zij, berichten onitreiit huil zoon izouden onbvangen, die onvaarwaard©- 1 i jik gel otef verdien den Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1