4 deze adressanten. Het is een feit, dat de adressanten het eerst met hun verzoek hij, B. en W. gekomen; zijnDaarna, heeft het bestuur van de school een verzoek ingediend om eene schutting te mogen plaatsen. Toen is door B. en W. overijld daartoe vergun - ning gegeven. Het is zeker waar, dat een schutting veel gelegenheid biedt om er on behoorlijke woorden op te schrijven. Daarom is er m. i. wel reden om het plaatsen1 van een steenen muur te gelasten. De heer Visser. Mijnheer de voorzit ter, de adressanten vragen, 'dat er geen schutting zal worden geplaatst, omdat zij, dan geen behoorlijk uitzicht hebben. Maar dat verzoek valt geheel in 't water, want alsi er geen schutting; was gezet, dan. zou er een muur gekomen zijn als afscheiding daartoe heeft de eigenaar liet recht, en het uitzicht zou hun op die wijze evengoed benomen zijn. Wat het groote bezwaar tegen eene schut ting is .met het. oog op het plegen van on zedelijkheid, weet ik niet. B. en W. waren -Mam meening, dat zij de Maatschappij tot Nut .van 't Algemeen, die een kostbaar ge bouw heeft gezet, niet op grootere kosten moesten' jagen, dbor haar het bouwen van een muur op te leggen. Diat is de eenige reden waarom B. en W. vergunning onegeven hebben tot het plaatsen van eene schutting. De heer Kroes. Mijnheer de voorzitter, ik geloof, d'at de heer Ruys eene' verkeerde voorstelling geeft van hel idee der adres santen. Zij vragen niet een muur maar een ijzeren hek. Wanneer B. en W. dispensatie hebben verleend van het voorschrift tot het plaatsen van een muur of van een ijzeren hek op steenen voet, dan hebben zij gebruik gemaakt van een recht, dat de verordening hen toekent, door vergunning te geven tot het plaatsen van een schutting. Men kan een particulier niet aan banden leggen, door hem te gelasten een ijzeren hek te maken. De verordening; spreekt van een muur of een ijzeren hek op steenen voet en laat voor beiden afwijking toe. Het blijft voor B. en W. eene moeielijke zaak. Maar door een hek te verlangen, zou men geen, rekening houden met het "belang van; hen, die de af scheiding -van hun terrein verlangen. Hiet is) bezwaarlijk een terrein van den openbaren weg af te scheiden met een hek. De Maat schappij. tot Nut van, 't Algemeen wil op de speelplaats van hare school liare vrijheid houden, evenals ieder burger. De kwestie is tusschen een hek of een schutting, en met het oog- op de fraaiheid zou ik een hek wen- schelijk hebben geacht, doch adressanten hebben .geen recht dit te eischen. De heer. Visser. Mijnheer de voorzit ter, ik wil tot toelichting nog medèdeelen, dat B. en YVgeen ijzeren hek kou demi voor schrijven. Art. 2 van de bouwverordening luidt: ,,Alle erven, aan openbare straten of wegen gelegen, zullen daarvan moeten wor den afgesloten door gemetselde muren ter hoogte van twee Meters uit de straat of den weg en ter dikte van minstens een ijsel- steen, o;f door een op steenen voet geplaatst ijzeren hek ter aelfdër hoogte. Met toestem ming van B. en W. kan van deze bepaling worden afgeweken." Dus het voorschrijven van een ijzeren hek ligt buiten de 'bevoegd heid van B. en W. Wij hadden niet kunnen voldaan aan het verzoek van de adressanten. Wordt z. h. o. conform het voorstel van B. en W. besloten. 15. Voorstel van B. en W. tot benoeming van eene commissie in zake onbewoonbaar verklaring Van het perceel, ge'legien aan de Hellestraat no. 2. Op voorstel van den Voorzitter worden tot leden van de commissie benoemd de hee- ren Tromp van Holst, Kroes en Salomons. 16. Voorstel van B. en W. tot -het geven van eervol ontslag aan de onderwijzeres J. M- E. van Etok (school: 2e soort Hellestraat) met ingang van 20 April. Wordt z. h. o. conform het voorstel be sloten. Niets .meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Electrache Drukkerij L. E. 3USCH ZOON.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 8