2Hfl. Tweede blad,
6"" Jaargang^.
Woensdag 1 April 1908.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
AG B LAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers iil te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 rogels f 0.50.
Elke regel meer - O.lOx
Uionstaanbiodingen on aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tol
het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
O OST-IN DIE.
Atjeh.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Ba.ta.via seinde gisteren
Een klewang-aanval op een troep onder
sergeant Zijlstra in Tapatoean, werd zonder
verliezen afgeslagen. De vijand bad 10 doo-
den.
Een aanval van een bende van 60 man
op de keude te Kandang Kloeët, werd door
de bevolking zelve afgeslagen. De vijand
bad 18 dooden, waaronder 1 Panglima. 4
geweren werden buit gemaakt. Door e-n pa
trouille werden nog zeven vijanden neerge
legd en drie gevangen genomen.
Kameroverzicht
Eerste Kamer.
Maandag was aan de orde het wetsont
werp tot goedkeuring van heb protocol no
pe us de toetreding van Rusland tot de Sui
ker-conventie.
Minister Kolkman beantwoordde
de in de afdeeling gemaakte opmerking.
Ook do regeering betreurt het speciale Ru»
eiscli-Duitsch verdrag, waarvan hij echter
'niet voel nadeel voor onze Vaderlandsche
industrie verwachtte; mocht deee industrie
Wel bedreigd worden, dan zal de Regeering
niet nalaten maatregelen te nemen, 't Is
best mogelijk, dat de Regeer»ng met een
voorstel zal komen tot verlaging van den
suikeraccijna, zonder equivalent te zoeken
in verhooging van drankacoijns.
Do heer van der Biesen bepleitte
de surtaxeheffing, waarvan niemand nadeel
en de Staat voordeel heeft.
Hot ontwerp is goedgekeurd.
Aan de orde kwam de noodwet blijvend
gedeelte.
De Min. van Oorlog, de heer Sa-
bron, begon met de verantwoording van het
versiag.
Nader verdedigende de noodzakelijkheid
van voldoende troepen voor mobilisatie,
achtte de minister een groote troepenmacht
voor Amsterdam onnoodig
De Voorzitter zal, zoo noodig, in
den loop van het openbaar debat een oomité-
gene ra al beleggen
De heer V a u Löben Seis, het optre
den van dit kabinet met voldoening ziende,
ook van dezen minister van oorlog, meen
de, dat geen strijd over de landsverdediging
zou ontstaan zijn, indien Kuyper's defensie-
denkboo'de.- waren gevolgd.
Spr. zal doii minister de voor de defensie
benoodigde middelen toestaan. Hij verwacht
echter moeilijkheden van de opkomst van
twee ploegen, maar acht overigens de rege
ling geheel overeenkomstig de Militiewet.
De heer Van Voorst tot Voorst
steunt het ontwerp. Hij ontvouwt de nadoe
len der beperking van het blijvend gedeelte
en betoogt, dat het a la minute onder de war
pens komen van verlofgangers een hersen
schim is, terwijl binnen 24 uur een Duitsche
girenstroopenmacht te Utrecht kan zijn. Het
ontwerp bespoedigt die opkomst.
De lieer Staal verdedigde zijn beleid
als minister van oorlog tegen de daarop ge
oefende critiek. Als minister mocht hij
Blechts het noodige voor de defensie uitge
ven.
De heer v. d. Biesen in terrum poeren -
de, roept: ,,Eln daarvoor moest ge den hoe
len boel bederven
Spr. betoogt uitvoerig, dat de staatsvei
ligheid de voorgestelde versterking niet
eischt en is zeker, dat bij mobilisatie geen
opkomstvertragiag te vreezen is. Hij reha
biliteerde voorts minister Wentholt, door
te verklaren dat deze ook vroeger tegen be
perking van het blijvend gedeelte was
Voor handlangenswerk zijn geen volledig
geoefende miliciens noodig; het Kader is
bestemd voor de mobilisatie-werkzaamheden.
Men vraagt dus 2200 handlangers; ergo is
het ontwerp onnoodig en dus ook de 4 A ton.
En dat bij eene slecht gevulde schatkist als
thans. Overtuigd, dab daardoor 's lands de
fensie tiet bevorderd wordt, stemt spreker
zonder aarzelen tegen het ontwerp.
D© heer Van Wassen a er stemt
vóór, mits voldoende ingelicht in comité-
generaal
De heer Van Voorst doet opmerken,
dat, bij afstemming van het ontwerp, de
hai
langer niet krijgt.
heer Staal toch ook de gewenschte hand-
Na een gedachteu wisseling tusschen do
heeren Van Voorst en 8taal over de
tijdsruimte bij mobilisatie, bestreed de M i-
nister van Oorlog het optimisme van
den heer Staal, die consequent in 1906 het
geheele blijvend gedeelte had moeten heen
zenden.
De Minister aanvaardt geen verantwoor
delijkheid voor met-tijdige opkomst de'' mi
litie bij mobilisatie. De defensiebelangen
eischen de vrij hooge kosten van den maat
regel.
Minister Heemskerk kwam in het
debat om op te komen tegen de qualificatie
van dit ministerie door den heer Staal als
een schuins-rechts kabinet en verzekert, dat
dit kabinet een rechts kabinet ia.
De heer Staal erkent dit. maar acht
het kabinet toch niet heelemaal rechts, ge
tuigen de ,,Standaard"-artikelen. Iets demi-
greerends bedoelde hij niet.
Hiervan neemt de minister Heems
kerk akte.
De Kamer gaat alsnu over in comité-gene
raal.
Na heropening der openbare vergadering
werd het wetsontwerp aangenomen met 32
tegen 11 stemmen.
Vóór stemden de heeren: Van Löben Sela,
S'ckenga, Raaymakers, Prinzen, Haffmaus,
't Hooft van Velzen, Reekers, v. d. Biesen,
Waller, Vermeulen, van Voorst tot Voorst,
Heerkens, Franssen Regout, von Fiseine,
van Wassenaar van Rosande, van Heecke-
ren, Kist, Stork Michiels van Kessenich,
HaveLaar, van Lansweerde, Woltjer, Hovy,
vau Asch van Wijck, van der Does de
Willebois, Merkelbach, Godin de Beaufort,
van Weideren Rengers, van Waterschoot
van der Gracht en de Voorzitter.
Tegen de heeren Staal, Breebaart, van
Beyma, Laan, De Jong, Welt, Pelinck,
Scholten van Nierop, Bloembergen en Dojes.
De vergadering ia tot nadere bijeenroeping
verdaagd.
Tweede Kamer.
Aan de orde was gisteren de interpeMatie-
Drucker omtrent den achterstand bij eenige
rechterlijke colleges.
De interpellaut wees met eenige voor
beelden op de eehadelijke gevolgen der te
genwoordige langzaamheid in de rechtspraak
bij burgerlijke processen. Onze burgerlijke
rechtspraak is door en door verouderd. In
den laatsten tijd is de aanvulling van rech
terlijke colleges ook niet geschied uit de
allerbeste juristen; bovendien is onze bur
gerlijke rechtsvordering geheel verouderd.
Na deze vooropstelling bepaalde de inter-
peliant zien meer hoofdzakelijk tot de be
spreking van het groote euvel van het uit
stellen door rechter en advocaat.
Uit eene door spreker ingestelde enquête
bleek, dat wanneer men den termijn om tot
pleidooi te komen bijvoorbeeld bepaalt op
2 a 3 maanden, dan is over het algemeen
de toestand bij ae rechterlijke colleges be
vredigend; maar er bestaat achterstand bij
de rechtbanken te Haarlem, Arnhem,
Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Amster
dam, waar men respectievelijk 4, 6, 10, 9,
10 en 13 maar n op pleidooi moet wach
ten:
- Sprekers vraag was nuwat de Regeering
voornemens is te doen om aan deaen achter
stand een einde te maken.
Al dacht spreker nu op dit oogeublik niet
aan onmiddellijke blijvende versterking,
oordeelde spreker toch, dat er nog wel an
dere middelen zijn om in deze dringende be
hoefte te voorzien
De Minister van Justitie, de
heer N e li s s e stelde in het licht dat de
trage procesgang aan verschillende oorzaken
i3 te wijten; oorzaken, die buiten de be
moeiing der Regeering liggen. Slechts dan
wanneer de oorzaak gelegen is in geringe
bezetting van de rechterlijke ooileges, is de
Regeering etr bij betroKken. En in dit op
zicht erkent en betreurt de Regeering, dat
de toestand bij de rechtbanken te 's Graven-
hage, Amsterdam en Utrecht en bij het Am-
sterdamsche Gerechtshof niet goed is.
Door de Kinderwetten is de achterstand
zeer toegenomen. In Den Haag staat de toe
stand vrijwel gelijk met rechtsweigering. Te
Amsterdam liggen 400 k 500 strafzaken te
wachten.
De minister meende, dat de rechtbank te
Utrecht, haar achterstand kan inhalen, wan
neer zij het voorbeeld der Bossche Rechtbank
volgt.
Wat het Amsterdamse he gerechtshof aan
gaat, was zijns inziens de toestand ook nog
wel te verbeteren, wanneer de Amsterdam-
sche Strafkamer inspringt.
Wat de rechtbank te Rotterdam aangaat,
betoogde de minister, dat hij bereid is die
rechtbank, aan wier groote werkkracht hij
hulde bracht, te versterken. Daar de achter
stand te wijten is aan te gering© bezetting
van het college, is de minister dus volgaarne
bereid hulp te verleenen
Een wetsontwerp tot versterking van de
rechtbanken te 's Graveuhage en te Amster
dam heeft zijn departement reeda verlaten.
Versterking van het Amsterdamsche ge
rechtshof achtte hij vooralsnog niet nood,g.
Ook de kantongerechten w-oaden in den
bestaan den toestand gelaten, en ook if> de
Regeering niet voornemens het getal kan
tons te Amsterdam uit te breiden.
De minister ging vervolgens na de mid
delen, welke behalve versterking van perso
neel, kunnen leiden bot voorkoming van
achterstand. Afwenteling van de taak der
rechtbank op den kantonrechter, door uit
breiding van diens rechterlijke bevoegd
heid, achtte de minister niet wenschelijk
maar wel meende hij, dat afwenteling van
die taak kan geschieden door het proces
met goedvinden van beide partijen dooT één
rechter te doen behandelen.
Tenzij partijen het uitdrukkelijk anders
willen, zouden ook .ie oonclusiën van het
Openbaar Ministerie in burgerlijke zaken
achterweg© kunnen gelaten worden.
De heer S m e e n g e bepleitte versterking
van het Amsterdamsche gerechtshof.
De heer De Savornin Lohman
hield zich vast overtuigd, dat over het alge
meen de rechtbanken vlugger zouden -wer
ken, indien aan het hoofd staat een man,
die de rechtspractijk door en door kent.
De heer D r u c k e r gaf vervolgens nog
eenige wenken om verbetering in den achter
stand bij rechterlijke colleges te brengen.
Zijns inziens moet de minister zich geregeld
op de hoogte houden van den toestand bij
de rechtbanken. Wanneer hem dan blijkt,
dat er ergens achterstand is, dan zou hij den
president ©ener dusdanige rechtbank kun
nen uitnoodigen bot vriendschappelijk over
leg, door overal te volgen het devies van
de Bossche rechtbank namelijk: ,,Er
mag geen achterstand bestaan" zou men
ook het kwaad kunnen keexen. Wenschelijk
zou het ook zijn, de benoeming van tijde
lijke rechters, of eigenlijk, rechters in al-
gemeenen dienst en bij sollicitaties meer te
Ietten op geschiktheid dan lange dienstjaren.
De Minister van Justitie verzekerde zulks
te doen en zette uiteen, dat tegen de ver
sterking van het Amsterdamsohe hof on
overkomelijk bezwaar gelegen is in Van
Raalte's ontwerp, dat do mogelijkheid laat
van de samenstelling van gerechtshoven uit
3 in plaats van 5 raadsheeren.
De Minister bestreed 's heeren Drucker's
denkfbeeld van rechters in amibulanten
dienst
De interpellatie is hiermede geëindigd.
De Tweede Kamer heeft vervolgens de
volgende nominatie opgemaakt voor den
Hoogen Raai (vaoature-Feith)
Eerste candidaat: rar. C. Krabbe,
raadsheer in het gerechtshof te 's Graven-
bage.
Tweede candidaat: mr. JLim
burg, lid van de Tweede Kamer te 's Gra
ven hage.
Derde candidaat: mr. J. A. B.
Boeah.
Het blyvende gedeelte.
Door den Minister van Oorlog is aan de Twee
de Kamer toegezonden een opgaaf van de sterkte
van de infanterie-afdeelingen van de tweede
ploeg van het blijvende gedeelte met en zonder
versterking. Daaruit blijkt o. a., dat de werke
lijke sterkte van de tweede ploeg van het blij
vende gedeelte zonder de 2200 man versterking
(zonder rekening te houden met detacheering)
bedraagt voor Amersfoort 172, en met bybereke-
ning van de 2200 man versterking 302. Voor
Amsterdam zijn deze bedragen 159 en 364; voor
Arnhem 105 en 222; Assen 126 en 189; Bergen-
op-Zoom 73 en 170Breda 156 en 197Delft 35
en 104; Deventer 46 en 120; Doesburg 32 en
94; Ede 66 en 84; Geertruiden berg 31 en 67;
Gouda 30 en 53; 's-Gravenhago 170 en 817;
Groningen 49 en 157Haarlem 70 en 182den
Heldor 34 en 99; 's-Hertogenbosch 87 en 170;
Hoorn 32 en 95; Leeuwarden'94 en 118; Lei
den 81 en 166; Maastricht 37 en 105; Middel
burg 34 en 74; Naarden 40 en 40; Nijmegen 70
en 235; Roermond 8 en 88; Utrecht 45 en 48;
Venlo 16 en 93, en V lissin gen 37 en 147.
School- en Kerknieuws.
In een onzer vorige uitgaven maakten
wij melding van de toelagen die van
rijkswege zullen ter beschikking worden ge
steld van onderwijzers en onderwijzeressen aan
lager© scholen, voor het volgen van vacantie-
cursussen in het buitenland in de Fransche,
Duitsche of Engolache taal. Belanghebbenden
het is ons gebleken dat die er nog al zijn
kunnen in bedoeld bericht alle inlichtingen vin
den.
In ,,de Sollicitant", Nieuws- en advertentie
blad voor het onderwijs in Nederland en officioel
orgaan van de Vereeniging voor M. U. L. O.
vinden wy uitvoerige bijzonderheden over der
gelijke vacantiecursussen.
De oudste cursussen hebben wel de vacantie
cursussen te Parijs, georganiseerd door de Alli
ance fran^aise." Sedert 1893 wordt ieder jaar
een cursus ingericht., die ten doel heeft vreem
delingen beter te doen kénnen de Fransche taal
en letterkunde, ook de Fransche kunst.
Iedere vreemdeling kan de lessen bijwonen
geen enkel diploma wordt geëischt. Ook behoe
ven de deelnemers niet alle voordrachten te vol
gen; ze kunnen couponboekjes nemen voor tea
minste 25 lessen. Do meesten zullen echter da
voorkeur er aan geven eene doorloopende kaart
te nemen van 55 francs voor 1 maand of van
100 francs voor twee maanden. Van den lea
Mei af zijn de kaarten te bekomen „Siège cen
tral de 1'Alliance fran^aise, 186 boulevard Saint-
Germain k Paria."
Er wordt eene examen-commissie benoemd,
welke aan de deelnemers, dio voldoende bewij
zen van bekwaamheid geven aan het einde vaa
den oursus een ,,oertificat d'aptitude a l'enseig-
nement du fran9ais usuel" of een „diplome supé
rieur" uitreikt. Om voor het eerste diploma ia
aanmerking te komen, moet men ten minste 30
lessen hebben bijgewoond, voor het tweede tea
minste 50 lessen. Het „diplöme supérieur" is
bestemd voor do enndidaten, die bewijzen geven,
dat ze in staat zijn de Fransche taal en letter
kunde in het buitenland te onderwijzen. Het
examen voor beide diploma's is zoowel schrif
telijk als mondeling.
Wie belang stelt in de eischen voor deze
diploma's gesteld kan allo examen-opgaven
sedert 1894 vinden in de „Guide illustré de
l'Etudiant F.tranger", bij de firma Larousse te
Parijs te bekomen tegen inzending van een post
wissel van 1 fr. 75. In dit boekje zijn ook aller
lei inlichtingen betreffende huisvesting, enz. te
vinden.
De lessen worden in twee series gegeven. De
eerste loopt van 1 tot 31 Juli, de tweede vaa
1 tob 31 Augustus.
Den 31en Juli zal een uitstapje worden ge
daan naar Rouaan, waaraan dus zoowel de deel
nemers aan de eerste serie als die aan de tweedo
kunnen deelnemen.
Het blad vermeldt het programma der eerste
serie, dat bestaat uit: I. Theoretisch onderwijs,
lo. Experimenteele spraakleer. 2o. Historisch©
taalleer van het moderne Fransch. 3o. Klassiek©
Fransche litteratuur. 4o. Fransche letterkunde
der 19e eeuw. II. Practisch onderwijs, lo. Prao-
tische lessen in proefondervindelijke spraak
leer. 2o. Een cursus in de gebruikelijke gramma
tica en tekstuitlegging. 3o. Een analytische en
theoretische cursus in FraBBche uitspraak oa
dictie, gepaard aan eene vergelijkende studie
gegrond op het onderzoek naar door vreemde
lingen gemaakte fouten. 4o. Lees- en oonversa-
tie-oefeningen. III. Aanvullende cursussen,
lo. De levenswijze in Frankrijk. 2o. Bezoek .ia»
en studie van musea en monumenten in Parijs.
De meesten van bovengenoemde afdeelingea
zijn weer in onderafdeelingen verdeeld. Dit alles,
alsmede do namen van leeraren, wordt uitvoerig
in de „Sollicitant" i er meld.
Hetzelfde blad bevat nog een advertentie vaa
een vacantie-cursus, dezen zomer te houden aan
de Luiksche Dniversitoit.
Galmende onderwijzers. In
het laatste nummer van De Bode, het orgaan
van den Bond van Nederlandsche onderwijzers,
schrijft de correspondent uit Hengelo een ver
slagje over de laatste aldaar gehouden afdee.
lingsvergadering. Na meegedeeld te hebben, dat
deze bijeenkomst; trots het minder gunstige weer
goed bezocht was, vervolgt hij aldus: „Zie, zoo
moest het altijd zijn, collega's't is zoo gezellig
zoo'n goed bezochte vergadering. Toe, zet er ia
't vervolg do werkzaamheden een beetje naar;
het oonvocatiebület wordt U vroegtijdig genoeg
toegezonden en dan kunnen we nog eens van
harte de bondsliedereu uitgalmen!"
DOOR
THERESE HOVEN.
HOOFDSTUK I.
Aan boord van de „Nadir".
„Very funny," had ze 't gevonden om
m Holland te gaan logeeren.
Ze maakte er zich zulk een komieke voor
stelling vanZoo iets van velden vol
hyacinthen en tulpen met in 't midden een
■watermolen en, om de velden heen, breed e
Bloot© n
Er moest veel water zijn in Holland,
voor het schaatsenrijden 's wiuters.
En er waren ook veel musea om al die
prachtige schilderijen in te bergendoor
haar bezoeken aan ,,Th© National Gallery"
wist ze, dat de Vlaamsche School zeer pro
ductief was geweest.
Vlaamsch en Hollandsch, dat mengde
©c zoo'n beetje dooreen, ze dacht eigenlijk,
dat België en Holland nog zoo wat samen
hingen. Ze wiat ook nog, dat Delftsch por-
celein heel beroemd was en... verder dat
«de mannen wijde broeken en buizen met
zilveren knoopon droegen... ze had immers
zoo ^dikwijle van die „dear quaint Dutch
men op illustraties gezien; „Volendam-
roer Vuachers" Ud er onder gestaan, maar
'dat kon ze niet uitspreken
Ze had ook wel eens gehoord, dat de
vrouwen vijf of zes flanellen rokken aan
hadden en dat de kleine kinderen er pre
cies zoo gekleed gingen als hun grootouders
en
Wat wist ze nog meer van Holland!
O! ja, de mannen rookten lange pijpen
en de dames -waschten zeiven de ontbijt-
kopjes.
Zoo'n onmogelijk primitief landje... dat
Holland! Annette was niet zoo... die had
geen zes flanellen rokken aan, maar dat
kwam misschien wel, omdat ze in DuitsCh-
land op kostschool was geweest.
Zij had haar gewoonten en haar kleeding
wel niet veranderd, toen ze abroad ging,
maar zij was een Engelse he en echte Brit
ten blijven overal Britten.
En nu was ze op weg naar Holland
daar zou ze ook blijven, zooals ze was,
natuurlijk; ze zou wel veel vreemde dingen
en toestanden bijwonen, maar ae zou zich
tevreden stellen met alles gade te slaan
met een lachje of een sneer, ai naar 't geval
er toe leidde, maar ze zou zich nooit met
'teen of ander vereenzelvigen, daarvoor was
ze te Engelsch; ze aou geen enkele harer
gewoonten of meeningen of gedachten wij
zigen, dat wist z© vooruit. In Duitschlaud
had ze 't immers ook niet gedaan. Ze was
na een jaar terug gekomen in Engeland en
in 't ouderlijk huis, precies zooals ze weg
was gegaan. Alleen was haar geest rijker
aan indrukken, haar schetsboek aan teeke-
ningen en haar album aan kiekjes: een
oud huis in oud-Germaanschen stijl, een
bakviachje met vlechten om 't hoofd ge
slingerd, een Duitscher mot een roesigen
board, een paar stillevens, besbtaande uit
een bierglas, een paar braadworstjes en een
long© Duitsche pijp. Zoo had ze het land
der Germanen gevonden en op dezelfde ma
nier zou ze haar impressies van Holland
vereeuwigen, geholpen door haar potlood
en kodak. In haar schetsboek was nog
plaats genoeg en ze had eenige dozijnen ge
prepareerde platen bij zich. 'tWas ook zoo
prettig voor later; op die manier had-je
je heele leven »n beeld voor je en k<>" j©
altijd je geheugen nog eens opfrisschen.
Ze stond nu op het dek van de mailboot,
die haar van Quoemboro had gebracht.
De kust van Zeeland, die zij met vergee-
felijke ketterij, de kust van Holland noem
de, kwaun juist in 't zicht.
Mooi die golvende lijn Zou ze even
haar tasöh open maken en haar boek en
potlood krijgen? Of haar camera, die aan
een riem over haar schouder hing, open
zetten!
Nee, 't was beter om zich verder klaar
te an aken, ze was zoo maar uit haar hut
gekomen, er lag natuurlijk nog van alles
echt Marion
Als mama 'twist? Ofschoon, mama ken
de haar wel. Ze zou ook nog even ontbij
ten... nee, todh niet.
O! maar, dat ging al heol gauw, ze zag
de pier al en de loods en... daar klonk de
sirene; nog weinige secouden en ze zou in
Holland zijn.
Een kleine siddering doorliep haar, toch
vreemd in zoo'n heel auder land.
Annette had haar geschreven, dat haar
koffer te Vissingen, dat was natuurlijk
Flushing, zou worden nagezien en dat ze
per trein verder moest naar Den Haag.
Wat zou ze nu zeggen?
„Darg... maneer, darg juffroeuw", was
al Hollandsch, dat ze kende.
Wacht, ze aou een matroos roepen voor
•haar reistasch... hij zou haar wel den weg
wijzen. „The Hague", zou ze zeggen.
De passagiers verlieten het schip, de
plank was juist gelegd.
Hoe was dat nu? Ze konden niet verder
gaan, doordat iemand van de tegenoverge
stelde richting aankwam, een jongmeusch
in uniform.
Hij monsterde de vertrekkenden, keek de
jonge dames-passagiers in 't bijzonder aan,
sprak een paar maal de verkeerde aan en
zei toen, met een handbeweging zijn gega
lonneerde pet beroerenae, en voor haar stil
staande: „Miss Rood ford?"
„Yes, who are you?" vroeg Marion ver
baasd.
„De broer van mijn zuster," antwoordde
hij lachend.
„Annette's brother, indeed F'
Dat was hun kennismaking.
Hij nam haar sleutels, zorgde voor haar
bagage en vóór zo 't wist, zat ze tegenover
hem, aan een kle n tafeltje, te ontbijten.
Op oons herinnerde ze zich, dat Annette
haar wel eens liad gesproken over een broer
die in de West was, een zee-officderdie
was 't zeker.
Toen zij 't liem vroeg, bevestigde hij haar
vermoeden en vertelde hij haar, dat hij
toevallig met fijn schip in de buurt was
en dat zijn zuster hem had gevraagd, om
als 't ©enigszins mogelijk was, haar vrien
din af te halen.
Hij had 'teerst een koopje gevonden en
had grooten lust gehad dien wissel op zijn
broederlijke bereidvaardigheid, met protest
terug te zenden, maar boon bedacht hij,
dat hij, als zee-officier, zoo sporadisch ge
negenheid en belangstelling voor de kennis
sen van zijn zuster aan den dag kon leggen,
dat het toch niet ging, do aanleiding daar
toe ongebruikt voorbij te laten gaan.
't Trof toevallig, dat de „Nadir", waar
op hij geplaatst was, op den Moerdijk lag
voor de vloot-revue bij de aanstaande
troonsbeklimming der Koningin.
Hij vroeg dus maar verlof en begaf zich
naar Vissingen, wel niet zoo vlak bij, maar
toch te doen.
En daar zat hij nu tegenover de „Miss"»
Hm, niet kwaad, integendeel!
Lang en slank, zonder in 't overdreven
magere der vrouwelijke globbe-trottere te
vervallenhaar gezichtje was heel fijn,
zacht getint als eon pastel-teekening, ter
wijl twee aardig© flonker-oogen er iet#
piquonts aan gaven.
Ze wist er terdege mee om te gaan, met
die donker bruine sterren, die 't een©
oogeublik iets hulpbehoevends en kwijnend©
hadden, om de volgende sooonde overmoe
dig en uittartend te kijken.
Haar mondje was klein en welgemaakt,
haar lippen gevuld, een nerveus© trilling
duidde aan, dat deze dochter Al boons nu
juist niet tot de meest phlegunatische harer
zusteren behoorde. Haar tanden waren wit,
glanzend, porcelein wit.
Of Marion Roodford bepaald mooi wa©
te noemen, wist hij niet, ze was zeker heel
aantrekkelijk en had iet© gezellig©.
Hij hoorde haar gaarne praten en bewon
derde haar gedistingeerde manieren, dS©
zonder in 't minst bestudeerd te zijn, hem
den weldadigen indruk gaven van in 't ge
zelschap ooner finished lady te zijn.
Wordt iwvo^, i.