2Hfl. Tweede blad, 6"" Jaargang^. Woensdag 1 April 1908. KOLONIËN. BINNENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. AG B LAD. ABONNEMENTSPRIJS: Por 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers iil te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 rogels f 0.50. Elke regel meer - O.lOx Uionstaanbiodingen on aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tol het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. O OST-IN DIE. Atjeh. De correspondent van de N. R. Ct. te Ba.ta.via seinde gisteren Een klewang-aanval op een troep onder sergeant Zijlstra in Tapatoean, werd zonder verliezen afgeslagen. De vijand bad 10 doo- den. Een aanval van een bende van 60 man op de keude te Kandang Kloeët, werd door de bevolking zelve afgeslagen. De vijand bad 18 dooden, waaronder 1 Panglima. 4 geweren werden buit gemaakt. Door e-n pa trouille werden nog zeven vijanden neerge legd en drie gevangen genomen. Kameroverzicht Eerste Kamer. Maandag was aan de orde het wetsont werp tot goedkeuring van heb protocol no pe us de toetreding van Rusland tot de Sui ker-conventie. Minister Kolkman beantwoordde de in de afdeeling gemaakte opmerking. Ook do regeering betreurt het speciale Ru» eiscli-Duitsch verdrag, waarvan hij echter 'niet voel nadeel voor onze Vaderlandsche industrie verwachtte; mocht deee industrie Wel bedreigd worden, dan zal de Regeering niet nalaten maatregelen te nemen, 't Is best mogelijk, dat de Regeer»ng met een voorstel zal komen tot verlaging van den suikeraccijna, zonder equivalent te zoeken in verhooging van drankacoijns. Do heer van der Biesen bepleitte de surtaxeheffing, waarvan niemand nadeel en de Staat voordeel heeft. Hot ontwerp is goedgekeurd. Aan de orde kwam de noodwet blijvend gedeelte. De Min. van Oorlog, de heer Sa- bron, begon met de verantwoording van het versiag. Nader verdedigende de noodzakelijkheid van voldoende troepen voor mobilisatie, achtte de minister een groote troepenmacht voor Amsterdam onnoodig De Voorzitter zal, zoo noodig, in den loop van het openbaar debat een oomité- gene ra al beleggen De heer V a u Löben Seis, het optre den van dit kabinet met voldoening ziende, ook van dezen minister van oorlog, meen de, dat geen strijd over de landsverdediging zou ontstaan zijn, indien Kuyper's defensie- denkboo'de.- waren gevolgd. Spr. zal doii minister de voor de defensie benoodigde middelen toestaan. Hij verwacht echter moeilijkheden van de opkomst van twee ploegen, maar acht overigens de rege ling geheel overeenkomstig de Militiewet. De heer Van Voorst tot Voorst steunt het ontwerp. Hij ontvouwt de nadoe len der beperking van het blijvend gedeelte en betoogt, dat het a la minute onder de war pens komen van verlofgangers een hersen schim is, terwijl binnen 24 uur een Duitsche girenstroopenmacht te Utrecht kan zijn. Het ontwerp bespoedigt die opkomst. De lieer Staal verdedigde zijn beleid als minister van oorlog tegen de daarop ge oefende critiek. Als minister mocht hij Blechts het noodige voor de defensie uitge ven. De heer v. d. Biesen in terrum poeren - de, roept: ,,Eln daarvoor moest ge den hoe len boel bederven Spr. betoogt uitvoerig, dat de staatsvei ligheid de voorgestelde versterking niet eischt en is zeker, dat bij mobilisatie geen opkomstvertragiag te vreezen is. Hij reha biliteerde voorts minister Wentholt, door te verklaren dat deze ook vroeger tegen be perking van het blijvend gedeelte was Voor handlangenswerk zijn geen volledig geoefende miliciens noodig; het Kader is bestemd voor de mobilisatie-werkzaamheden. Men vraagt dus 2200 handlangers; ergo is het ontwerp onnoodig en dus ook de 4 A ton. En dat bij eene slecht gevulde schatkist als thans. Overtuigd, dab daardoor 's lands de fensie tiet bevorderd wordt, stemt spreker zonder aarzelen tegen het ontwerp. D© heer Van Wassen a er stemt vóór, mits voldoende ingelicht in comité- generaal De heer Van Voorst doet opmerken, dat, bij afstemming van het ontwerp, de hai langer niet krijgt. heer Staal toch ook de gewenschte hand- Na een gedachteu wisseling tusschen do heeren Van Voorst en 8taal over de tijdsruimte bij mobilisatie, bestreed de M i- nister van Oorlog het optimisme van den heer Staal, die consequent in 1906 het geheele blijvend gedeelte had moeten heen zenden. De Minister aanvaardt geen verantwoor delijkheid voor met-tijdige opkomst de'' mi litie bij mobilisatie. De defensiebelangen eischen de vrij hooge kosten van den maat regel. Minister Heemskerk kwam in het debat om op te komen tegen de qualificatie van dit ministerie door den heer Staal als een schuins-rechts kabinet en verzekert, dat dit kabinet een rechts kabinet ia. De heer Staal erkent dit. maar acht het kabinet toch niet heelemaal rechts, ge tuigen de ,,Standaard"-artikelen. Iets demi- greerends bedoelde hij niet. Hiervan neemt de minister Heems kerk akte. De Kamer gaat alsnu over in comité-gene raal. Na heropening der openbare vergadering werd het wetsontwerp aangenomen met 32 tegen 11 stemmen. Vóór stemden de heeren: Van Löben Sela, S'ckenga, Raaymakers, Prinzen, Haffmaus, 't Hooft van Velzen, Reekers, v. d. Biesen, Waller, Vermeulen, van Voorst tot Voorst, Heerkens, Franssen Regout, von Fiseine, van Wassenaar van Rosande, van Heecke- ren, Kist, Stork Michiels van Kessenich, HaveLaar, van Lansweerde, Woltjer, Hovy, vau Asch van Wijck, van der Does de Willebois, Merkelbach, Godin de Beaufort, van Weideren Rengers, van Waterschoot van der Gracht en de Voorzitter. Tegen de heeren Staal, Breebaart, van Beyma, Laan, De Jong, Welt, Pelinck, Scholten van Nierop, Bloembergen en Dojes. De vergadering ia tot nadere bijeenroeping verdaagd. Tweede Kamer. Aan de orde was gisteren de interpeMatie- Drucker omtrent den achterstand bij eenige rechterlijke colleges. De interpellaut wees met eenige voor beelden op de eehadelijke gevolgen der te genwoordige langzaamheid in de rechtspraak bij burgerlijke processen. Onze burgerlijke rechtspraak is door en door verouderd. In den laatsten tijd is de aanvulling van rech terlijke colleges ook niet geschied uit de allerbeste juristen; bovendien is onze bur gerlijke rechtsvordering geheel verouderd. Na deze vooropstelling bepaalde de inter- peliant zien meer hoofdzakelijk tot de be spreking van het groote euvel van het uit stellen door rechter en advocaat. Uit eene door spreker ingestelde enquête bleek, dat wanneer men den termijn om tot pleidooi te komen bijvoorbeeld bepaalt op 2 a 3 maanden, dan is over het algemeen de toestand bij ae rechterlijke colleges be vredigend; maar er bestaat achterstand bij de rechtbanken te Haarlem, Arnhem, Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Amster dam, waar men respectievelijk 4, 6, 10, 9, 10 en 13 maar n op pleidooi moet wach ten: - Sprekers vraag was nuwat de Regeering voornemens is te doen om aan deaen achter stand een einde te maken. Al dacht spreker nu op dit oogeublik niet aan onmiddellijke blijvende versterking, oordeelde spreker toch, dat er nog wel an dere middelen zijn om in deze dringende be hoefte te voorzien De Minister van Justitie, de heer N e li s s e stelde in het licht dat de trage procesgang aan verschillende oorzaken i3 te wijten; oorzaken, die buiten de be moeiing der Regeering liggen. Slechts dan wanneer de oorzaak gelegen is in geringe bezetting van de rechterlijke ooileges, is de Regeering etr bij betroKken. En in dit op zicht erkent en betreurt de Regeering, dat de toestand bij de rechtbanken te 's Graven- hage, Amsterdam en Utrecht en bij het Am- sterdamsche Gerechtshof niet goed is. Door de Kinderwetten is de achterstand zeer toegenomen. In Den Haag staat de toe stand vrijwel gelijk met rechtsweigering. Te Amsterdam liggen 400 k 500 strafzaken te wachten. De minister meende, dat de rechtbank te Utrecht, haar achterstand kan inhalen, wan neer zij het voorbeeld der Bossche Rechtbank volgt. Wat het Amsterdamse he gerechtshof aan gaat, was zijns inziens de toestand ook nog wel te verbeteren, wanneer de Amsterdam- sche Strafkamer inspringt. Wat de rechtbank te Rotterdam aangaat, betoogde de minister, dat hij bereid is die rechtbank, aan wier groote werkkracht hij hulde bracht, te versterken. Daar de achter stand te wijten is aan te gering© bezetting van het college, is de minister dus volgaarne bereid hulp te verleenen Een wetsontwerp tot versterking van de rechtbanken te 's Graveuhage en te Amster dam heeft zijn departement reeda verlaten. Versterking van het Amsterdamsche ge rechtshof achtte hij vooralsnog niet nood,g. Ook de kantongerechten w-oaden in den bestaan den toestand gelaten, en ook if> de Regeering niet voornemens het getal kan tons te Amsterdam uit te breiden. De minister ging vervolgens na de mid delen, welke behalve versterking van perso neel, kunnen leiden bot voorkoming van achterstand. Afwenteling van de taak der rechtbank op den kantonrechter, door uit breiding van diens rechterlijke bevoegd heid, achtte de minister niet wenschelijk maar wel meende hij, dat afwenteling van die taak kan geschieden door het proces met goedvinden van beide partijen dooT één rechter te doen behandelen. Tenzij partijen het uitdrukkelijk anders willen, zouden ook .ie oonclusiën van het Openbaar Ministerie in burgerlijke zaken achterweg© kunnen gelaten worden. De heer S m e e n g e bepleitte versterking van het Amsterdamsche gerechtshof. De heer De Savornin Lohman hield zich vast overtuigd, dat over het alge meen de rechtbanken vlugger zouden -wer ken, indien aan het hoofd staat een man, die de rechtspractijk door en door kent. De heer D r u c k e r gaf vervolgens nog eenige wenken om verbetering in den achter stand bij rechterlijke colleges te brengen. Zijns inziens moet de minister zich geregeld op de hoogte houden van den toestand bij de rechtbanken. Wanneer hem dan blijkt, dat er ergens achterstand is, dan zou hij den president ©ener dusdanige rechtbank kun nen uitnoodigen bot vriendschappelijk over leg, door overal te volgen het devies van de Bossche rechtbank namelijk: ,,Er mag geen achterstand bestaan" zou men ook het kwaad kunnen keexen. Wenschelijk zou het ook zijn, de benoeming van tijde lijke rechters, of eigenlijk, rechters in al- gemeenen dienst en bij sollicitaties meer te Ietten op geschiktheid dan lange dienstjaren. De Minister van Justitie verzekerde zulks te doen en zette uiteen, dat tegen de ver sterking van het Amsterdamsohe hof on overkomelijk bezwaar gelegen is in Van Raalte's ontwerp, dat do mogelijkheid laat van de samenstelling van gerechtshoven uit 3 in plaats van 5 raadsheeren. De Minister bestreed 's heeren Drucker's denkfbeeld van rechters in amibulanten dienst De interpellatie is hiermede geëindigd. De Tweede Kamer heeft vervolgens de volgende nominatie opgemaakt voor den Hoogen Raai (vaoature-Feith) Eerste candidaat: rar. C. Krabbe, raadsheer in het gerechtshof te 's Graven- bage. Tweede candidaat: mr. JLim burg, lid van de Tweede Kamer te 's Gra ven hage. Derde candidaat: mr. J. A. B. Boeah. Het blyvende gedeelte. Door den Minister van Oorlog is aan de Twee de Kamer toegezonden een opgaaf van de sterkte van de infanterie-afdeelingen van de tweede ploeg van het blijvende gedeelte met en zonder versterking. Daaruit blijkt o. a., dat de werke lijke sterkte van de tweede ploeg van het blij vende gedeelte zonder de 2200 man versterking (zonder rekening te houden met detacheering) bedraagt voor Amersfoort 172, en met bybereke- ning van de 2200 man versterking 302. Voor Amsterdam zijn deze bedragen 159 en 364; voor Arnhem 105 en 222; Assen 126 en 189; Bergen- op-Zoom 73 en 170Breda 156 en 197Delft 35 en 104; Deventer 46 en 120; Doesburg 32 en 94; Ede 66 en 84; Geertruiden berg 31 en 67; Gouda 30 en 53; 's-Gravenhago 170 en 817; Groningen 49 en 157Haarlem 70 en 182den Heldor 34 en 99; 's-Hertogenbosch 87 en 170; Hoorn 32 en 95; Leeuwarden'94 en 118; Lei den 81 en 166; Maastricht 37 en 105; Middel burg 34 en 74; Naarden 40 en 40; Nijmegen 70 en 235; Roermond 8 en 88; Utrecht 45 en 48; Venlo 16 en 93, en V lissin gen 37 en 147. School- en Kerknieuws. In een onzer vorige uitgaven maakten wij melding van de toelagen die van rijkswege zullen ter beschikking worden ge steld van onderwijzers en onderwijzeressen aan lager© scholen, voor het volgen van vacantie- cursussen in het buitenland in de Fransche, Duitsche of Engolache taal. Belanghebbenden het is ons gebleken dat die er nog al zijn kunnen in bedoeld bericht alle inlichtingen vin den. In ,,de Sollicitant", Nieuws- en advertentie blad voor het onderwijs in Nederland en officioel orgaan van de Vereeniging voor M. U. L. O. vinden wy uitvoerige bijzonderheden over der gelijke vacantiecursussen. De oudste cursussen hebben wel de vacantie cursussen te Parijs, georganiseerd door de Alli ance fran^aise." Sedert 1893 wordt ieder jaar een cursus ingericht., die ten doel heeft vreem delingen beter te doen kénnen de Fransche taal en letterkunde, ook de Fransche kunst. Iedere vreemdeling kan de lessen bijwonen geen enkel diploma wordt geëischt. Ook behoe ven de deelnemers niet alle voordrachten te vol gen; ze kunnen couponboekjes nemen voor tea minste 25 lessen. Do meesten zullen echter da voorkeur er aan geven eene doorloopende kaart te nemen van 55 francs voor 1 maand of van 100 francs voor twee maanden. Van den lea Mei af zijn de kaarten te bekomen „Siège cen tral de 1'Alliance fran^aise, 186 boulevard Saint- Germain k Paria." Er wordt eene examen-commissie benoemd, welke aan de deelnemers, dio voldoende bewij zen van bekwaamheid geven aan het einde vaa den oursus een ,,oertificat d'aptitude a l'enseig- nement du fran9ais usuel" of een „diplome supé rieur" uitreikt. Om voor het eerste diploma ia aanmerking te komen, moet men ten minste 30 lessen hebben bijgewoond, voor het tweede tea minste 50 lessen. Het „diplöme supérieur" is bestemd voor do enndidaten, die bewijzen geven, dat ze in staat zijn de Fransche taal en letter kunde in het buitenland te onderwijzen. Het examen voor beide diploma's is zoowel schrif telijk als mondeling. Wie belang stelt in de eischen voor deze diploma's gesteld kan allo examen-opgaven sedert 1894 vinden in de „Guide illustré de l'Etudiant F.tranger", bij de firma Larousse te Parijs te bekomen tegen inzending van een post wissel van 1 fr. 75. In dit boekje zijn ook aller lei inlichtingen betreffende huisvesting, enz. te vinden. De lessen worden in twee series gegeven. De eerste loopt van 1 tot 31 Juli, de tweede vaa 1 tob 31 Augustus. Den 31en Juli zal een uitstapje worden ge daan naar Rouaan, waaraan dus zoowel de deel nemers aan de eerste serie als die aan de tweedo kunnen deelnemen. Het blad vermeldt het programma der eerste serie, dat bestaat uit: I. Theoretisch onderwijs, lo. Experimenteele spraakleer. 2o. Historisch© taalleer van het moderne Fransch. 3o. Klassiek© Fransche litteratuur. 4o. Fransche letterkunde der 19e eeuw. II. Practisch onderwijs, lo. Prao- tische lessen in proefondervindelijke spraak leer. 2o. Een cursus in de gebruikelijke gramma tica en tekstuitlegging. 3o. Een analytische en theoretische cursus in FraBBche uitspraak oa dictie, gepaard aan eene vergelijkende studie gegrond op het onderzoek naar door vreemde lingen gemaakte fouten. 4o. Lees- en oonversa- tie-oefeningen. III. Aanvullende cursussen, lo. De levenswijze in Frankrijk. 2o. Bezoek .ia» en studie van musea en monumenten in Parijs. De meesten van bovengenoemde afdeelingea zijn weer in onderafdeelingen verdeeld. Dit alles, alsmede do namen van leeraren, wordt uitvoerig in de „Sollicitant" i er meld. Hetzelfde blad bevat nog een advertentie vaa een vacantie-cursus, dezen zomer te houden aan de Luiksche Dniversitoit. Galmende onderwijzers. In het laatste nummer van De Bode, het orgaan van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, schrijft de correspondent uit Hengelo een ver slagje over de laatste aldaar gehouden afdee. lingsvergadering. Na meegedeeld te hebben, dat deze bijeenkomst; trots het minder gunstige weer goed bezocht was, vervolgt hij aldus: „Zie, zoo moest het altijd zijn, collega's't is zoo gezellig zoo'n goed bezochte vergadering. Toe, zet er ia 't vervolg do werkzaamheden een beetje naar; het oonvocatiebület wordt U vroegtijdig genoeg toegezonden en dan kunnen we nog eens van harte de bondsliedereu uitgalmen!" DOOR THERESE HOVEN. HOOFDSTUK I. Aan boord van de „Nadir". „Very funny," had ze 't gevonden om m Holland te gaan logeeren. Ze maakte er zich zulk een komieke voor stelling vanZoo iets van velden vol hyacinthen en tulpen met in 't midden een ■watermolen en, om de velden heen, breed e Bloot© n Er moest veel water zijn in Holland, voor het schaatsenrijden 's wiuters. En er waren ook veel musea om al die prachtige schilderijen in te bergendoor haar bezoeken aan ,,Th© National Gallery" wist ze, dat de Vlaamsche School zeer pro ductief was geweest. Vlaamsch en Hollandsch, dat mengde ©c zoo'n beetje dooreen, ze dacht eigenlijk, dat België en Holland nog zoo wat samen hingen. Ze wiat ook nog, dat Delftsch por- celein heel beroemd was en... verder dat «de mannen wijde broeken en buizen met zilveren knoopon droegen... ze had immers zoo ^dikwijle van die „dear quaint Dutch men op illustraties gezien; „Volendam- roer Vuachers" Ud er onder gestaan, maar 'dat kon ze niet uitspreken Ze had ook wel eens gehoord, dat de vrouwen vijf of zes flanellen rokken aan hadden en dat de kleine kinderen er pre cies zoo gekleed gingen als hun grootouders en Wat wist ze nog meer van Holland! O! ja, de mannen rookten lange pijpen en de dames -waschten zeiven de ontbijt- kopjes. Zoo'n onmogelijk primitief landje... dat Holland! Annette was niet zoo... die had geen zes flanellen rokken aan, maar dat kwam misschien wel, omdat ze in DuitsCh- land op kostschool was geweest. Zij had haar gewoonten en haar kleeding wel niet veranderd, toen ze abroad ging, maar zij was een Engelse he en echte Brit ten blijven overal Britten. En nu was ze op weg naar Holland daar zou ze ook blijven, zooals ze was, natuurlijk; ze zou wel veel vreemde dingen en toestanden bijwonen, maar ae zou zich tevreden stellen met alles gade te slaan met een lachje of een sneer, ai naar 't geval er toe leidde, maar ze zou zich nooit met 'teen of ander vereenzelvigen, daarvoor was ze te Engelsch; ze aou geen enkele harer gewoonten of meeningen of gedachten wij zigen, dat wist z© vooruit. In Duitschlaud had ze 't immers ook niet gedaan. Ze was na een jaar terug gekomen in Engeland en in 't ouderlijk huis, precies zooals ze weg was gegaan. Alleen was haar geest rijker aan indrukken, haar schetsboek aan teeke- ningen en haar album aan kiekjes: een oud huis in oud-Germaanschen stijl, een bakviachje met vlechten om 't hoofd ge slingerd, een Duitscher mot een roesigen board, een paar stillevens, besbtaande uit een bierglas, een paar braadworstjes en een long© Duitsche pijp. Zoo had ze het land der Germanen gevonden en op dezelfde ma nier zou ze haar impressies van Holland vereeuwigen, geholpen door haar potlood en kodak. In haar schetsboek was nog plaats genoeg en ze had eenige dozijnen ge prepareerde platen bij zich. 'tWas ook zoo prettig voor later; op die manier had-je je heele leven »n beeld voor je en k<>" j© altijd je geheugen nog eens opfrisschen. Ze stond nu op het dek van de mailboot, die haar van Quoemboro had gebracht. De kust van Zeeland, die zij met vergee- felijke ketterij, de kust van Holland noem de, kwaun juist in 't zicht. Mooi die golvende lijn Zou ze even haar tasöh open maken en haar boek en potlood krijgen? Of haar camera, die aan een riem over haar schouder hing, open zetten! Nee, 't was beter om zich verder klaar te an aken, ze was zoo maar uit haar hut gekomen, er lag natuurlijk nog van alles echt Marion Als mama 'twist? Ofschoon, mama ken de haar wel. Ze zou ook nog even ontbij ten... nee, todh niet. O! maar, dat ging al heol gauw, ze zag de pier al en de loods en... daar klonk de sirene; nog weinige secouden en ze zou in Holland zijn. Een kleine siddering doorliep haar, toch vreemd in zoo'n heel auder land. Annette had haar geschreven, dat haar koffer te Vissingen, dat was natuurlijk Flushing, zou worden nagezien en dat ze per trein verder moest naar Den Haag. Wat zou ze nu zeggen? „Darg... maneer, darg juffroeuw", was al Hollandsch, dat ze kende. Wacht, ze aou een matroos roepen voor •haar reistasch... hij zou haar wel den weg wijzen. „The Hague", zou ze zeggen. De passagiers verlieten het schip, de plank was juist gelegd. Hoe was dat nu? Ze konden niet verder gaan, doordat iemand van de tegenoverge stelde richting aankwam, een jongmeusch in uniform. Hij monsterde de vertrekkenden, keek de jonge dames-passagiers in 't bijzonder aan, sprak een paar maal de verkeerde aan en zei toen, met een handbeweging zijn gega lonneerde pet beroerenae, en voor haar stil staande: „Miss Rood ford?" „Yes, who are you?" vroeg Marion ver baasd. „De broer van mijn zuster," antwoordde hij lachend. „Annette's brother, indeed F' Dat was hun kennismaking. Hij nam haar sleutels, zorgde voor haar bagage en vóór zo 't wist, zat ze tegenover hem, aan een kle n tafeltje, te ontbijten. Op oons herinnerde ze zich, dat Annette haar wel eens liad gesproken over een broer die in de West was, een zee-officderdie was 't zeker. Toen zij 't liem vroeg, bevestigde hij haar vermoeden en vertelde hij haar, dat hij toevallig met fijn schip in de buurt was en dat zijn zuster hem had gevraagd, om als 't ©enigszins mogelijk was, haar vrien din af te halen. Hij had 'teerst een koopje gevonden en had grooten lust gehad dien wissel op zijn broederlijke bereidvaardigheid, met protest terug te zenden, maar boon bedacht hij, dat hij, als zee-officier, zoo sporadisch ge negenheid en belangstelling voor de kennis sen van zijn zuster aan den dag kon leggen, dat het toch niet ging, do aanleiding daar toe ongebruikt voorbij te laten gaan. 't Trof toevallig, dat de „Nadir", waar op hij geplaatst was, op den Moerdijk lag voor de vloot-revue bij de aanstaande troonsbeklimming der Koningin. Hij vroeg dus maar verlof en begaf zich naar Vissingen, wel niet zoo vlak bij, maar toch te doen. En daar zat hij nu tegenover de „Miss"» Hm, niet kwaad, integendeel! Lang en slank, zonder in 't overdreven magere der vrouwelijke globbe-trottere te vervallenhaar gezichtje was heel fijn, zacht getint als eon pastel-teekening, ter wijl twee aardig© flonker-oogen er iet# piquonts aan gaven. Ze wist er terdege mee om te gaan, met die donker bruine sterren, die 't een© oogeublik iets hulpbehoevends en kwijnend© hadden, om de volgende sooonde overmoe dig en uittartend te kijken. Haar mondje was klein en welgemaakt, haar lippen gevuld, een nerveus© trilling duidde aan, dat deze dochter Al boons nu juist niet tot de meest phlegunatische harer zusteren behoorde. Haar tanden waren wit, glanzend, porcelein wit. Of Marion Roodford bepaald mooi wa© te noemen, wist hij niet, ze was zeker heel aantrekkelijk en had iet© gezellig©. Hij hoorde haar gaarne praten en bewon derde haar gedistingeerde manieren, dS© zonder in 't minst bestudeerd te zijn, hem den weldadigen indruk gaven van in 't ge zelschap ooner finished lady te zijn. Wordt iwvo^, i.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1