5 len kan de verhooging vroeger worden toe gekend". Ook daar anoet de persoon wor den aangewezen, die de verhooging toekent. De hoer Gerritsem. Mijnheer die voor zitter, in tegenstelling met den heer Plomp, kan dk mij vereenigen met het voorstel van B. en W. Ik zou gaarne willen, dat het rap port van den commissaris van politie ter tafel werd gebrachtmisschien zijn er leden, die zich dat niet herinneren. Uit dat rap port is mij gebleken, dat de veiligheid in de gemeente veel te weneohen overlaat. D'ati staat er zoo duidelijk mogelijk. Ik wil niet, dat menschen, die over dag visch vecrkoopen of dienst doen bij verkobpingengedurende aen nacht als politie-agent fungeeren. Het is mogelijk, dat dit één nacht goed gaat, maar als zij den 2en en den 3en nacht dienst doen, dan loopen die menschen meer te slapen dan dat zij dienst verrichten. Ik heb begrepen, dat de commissaris van poli tie van meening is, dat met die menschen als bewakers de gemeente niet veilig is. Op grond daarvan zijn de besprekingen gehou den in de tweede afdeeling. Ik had niet ge dacht, dat iB. en W. onmiddellijk zouden komen met een voorstel tot alfschaflting van deze categorie van agenten. Maar wat de strekking van hun voorstel betreft, daarmee kan ik mij zeer goed veneenigen. Deze men schen zullen eerst over 'bijna drie jaren ont slagen worden zij hebben dus den tijd om te zorgen, dat zij, zich daarop inrichten. Wan neer reeds in 1902 besloten is geen nieuws agenten 3e klasse aan te stellen, dan kan men de menschen, die in 1910 nog in dienst zijn in die functie, niet vergelijken met wat zij tien jaren te voren waren. .Wijl moeten tijdig maatregelen ueimern om te zongen, dat de veiligheid in de gemeente goed) is. Wat het eerste gedeelte van het voorstel van B. en W. betreft, het doet mijl genoe gen, dat dit voorstel is gedaan. Het. is aan de leden, die in de commissie voor de ar beidsvoorwaarden zitting hebben, bekend, dat men niet modi beginnen met lage trak tementen. Men moet komen met goede trak tementen voor de jonge agenten, ami te kun nen zorgen, dat men voor de politie de beste elementen krijgt. Anders raakt men, als men een goede kracht treft, die over een paar jaren weer kwijt. Ik hoop, dat B. en W. naar het goede systeem, dat zij ditmaal ihebben gevolgd, ook Ibij andere takken van dienst zullen handelen. Ik dank B. en W. voor hun royaal voorstel betreffeijde de poli tie, waaraan ik gaarne mijne stem wil geven. De heer Jorissen. Mijnheer de voor zitter, ik kan mijl gedeeltelijk vereenigen met den Iheer Plomp en gedeeltelijk met den heer Gerritsen. In beginsel ben ik er voor, om de agenten 3e klasse af te schaffen. Maair ik ben het eens met don heer Plomp, dat het niet aangaat de agenten 3e klasse, die wij hebben, met 1911 aan den dijk te zetten, terwijl wij hebben besloten hen te laten uitsterven. Er zal een overgangstoe stand moeten zijn, omdat de agenten 3e klasse, die tusschentijds heengaan, zullen moeten worden vervangen. Maar op het oogenblik hébben wij dat toch ook al. De heer Veis Heyn. Mijnheer de voor zitter, ik voior mij vindt het nogal een kras sen maatregel, dat de agenten 3e klasse, die nu in functie zijn, in 1911 ontslagen zullen v/orden. Er zijn er nog zeven, naar ik meen. Kan men niet zoo ingrijpen, dat men hen successievelijk laat vervallen? Er is terecht op gewezenda/t als deze mensdhen hun plicht niet doen, dat een reden z»u zijn om hen te ontslaan. Doen zij wel :hun plicht, laat ons hen dan houden en laten de ambtenaren, die boven hen gesteld zijm eu die over hen toezicht moeten houden, hen dam goed sur- veilleeren. De heer Gerritsen. Mijnheer de voor zitter, men moet niet denken aan den toe stand van het oogenblik, maar ook aan den toestand skoals die ovfer eenige jaren zal zijn. Wij hébben den tijd gehad, dat de be trekking van agen t van politie 3e kla6so een bijlbaantje was. Maar sedlert is het trakte ment in de hoogte gegaan. De bétrekking wordt nog wel alls een bijbaantje vervuld, maar het salaris is beter gewordenWan neer wij nu de betrekking opheffen, dan doen wij dat zeer zeker niet om de men schen voor ons pleizier op straalt, te zetten, maar dan hebben wij daarbij het belang van de gemeente op het oog. Als men deze menschen, die na, het besluit, dat in 1902 genomen is, om hen uit te laten sterven, weer eenige jaren ouder zijjn geworden, na 1911 nog in dienst will laten, dan mag men er wel aan den keu, dat de commissaris van politie zegt, dat de gemeente onder hunne bewaking nu reeds niet veilig is. De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter, wat de bewaking betreft, zeg ik met den heer Veis Heyn Of die goed is. hangt van de oontróle af. Iedere agent moet gecontro leerd worden. Het ligt op dén weg van den commissaris van politie daarvoor te zorgen. Verder wil ik nog dit zeggen Wij weten dat de pensioen verordening moet gewijzigd worden. Daarin zal eene bepaling over de politie opgenomen moeten worden. Dan kan er gerekend worden met- de zaak, die ons hier beeig houdt. Maar ik vind het eene groote onbillijkheid, menschen, die wij heb ben aangesteld, zonder reden te ontslaan. Ik vind dat het- voorstel van B. en W. niet kan worden aangenomen. Ik stél mij voor, dat het zoo erg niet kan zijn alls wij nog wat la.nger met deze menschen moeten blij ven zitten, nu B. on W. zelf er geen bezwaar in zien hen no|g ruim 2| jaar in functie te laten De Voorzitter. Op de vraag of deze menschen hun plicht doen, moet ik beves tigend antwoorden. Zij doen zeer zeker hun plicht. Maar het zijn burgers en geen poli tiemannen. Als hoofd van de politie heb ik met beide handen het denkbeeld, dat in de tweede afdeeling is aangegeven, aange grepen om deze nachtwachten te vervangen door agenten van politie, hoezeer ik erken eenige jaren, geileden zélf voorgesteld te héb- beu dé agenten 3e klasse te laten uitsterven en langziamerhand te vervangen door agen ten van politie. Toen echter |iet denk beeld om de oude categorie af te schaffen, in de tweede afdeeling werd aangegeven, heb ik dat gaarne aangegrepen ten einde spoediger te komen tot verbetering van den politiedienst, en mijne ambtgenooten in het. dagelijkseh bestuur hebben tot mijn genoe gen meegewerkt, om dit gewijzigde voorstel te doeu. Openlijk verklaar ik hier echter dat deze nachtwachten hun pliciht doen. De heer van Duine nMijnheer de voorzitter, ik kan mij met de gedlachte van B. en W. wel vereenigen wat betreft het aan den kant zetten van dé agenten 3e klasse (oude categorie.) Maar wanneer men er aan vasthoudt, dat deze menschen op 1 Januari 1911 vijftien jaren bij de gemeen te dienst moeten hebben gedaan om pen sioen te kunnen krijgen, dan zal dlat voor velen onbillijk werken. Er zijn onder de 7 agenten 3e klasse, die nog in dienst van de gemeente zijn, eenigien, die dan 12^, 13, zelfs 14 jaren dienst zïulilén iheibiben. Slechts één valt onder de termen van 15 jaren dienst; tegenover de anderen zall men on billijk worden, als men dien termijn hand haaft. Ik zou daarom willen vragen, of er geen termen zijn om het getal dienstjaren, gevorderd om recht op pensioen te krijgen, van 15 te brengen op 12. De Voorzitter. Ik zal het eerst in omvraag brengen het voorstel om met. 1 Januari 1911 de betrekking van agent van politie 3e klasse (oude categorie) op te hef fen. Het is beter dit eerst uit te maken. De heei- van Es veld. Miinheer de voorzitter, mag. ik eene inlichting vragen Wanneer wij deze ambtenaren ontslaan uit. onaen dienst zonder dat zij er zelf aan leiding toe gegeven hebben, is dan de ge meente niet verplicht hun wachtgeld of ver. goeding te geven De heer Gerritsen. Dat komt na derhand. De heer Van Esveld. Ik zou daar over gaarne zekerheid willen hebbenan ders kan ik mijne stem niet uitbrengen over het eerste punt van dit ontwerp-be sluit. Ik zou eerst willen weten hoevelen van deze ambtenaren in de .pensioenverorde ning vallen en pensioen zullen trekken. Zij moeten m. i. allen pensioen trekken, niet een of meer van hen. De heer Plomp. Als zij pensioen ge rechtigd zijn, dan zal dat sleohite zijn voor een zeer gering bedrag. De Voorzitter. Wie niet pensioen gerechtigd is, krijgt de voor pensioen gestor te bijdragen terug. De heer van Esveld. Dat- vind ik heel onbillijk. De amibtenoren hebben het geld gestort om pensioen te genieten. Dat vooruitzicht wordt hun ontnomen, alis men hun het geld teruggeeft. De Voo. raitter. A'ls de betrekking wordt opgeheven, dam vallen zij' niet in die termen om pensioen te trekken. De heten- van Esveld. Er is iets on billijks in deze wijze van handelen tegen over menschen, die hun plicht doen. Hunne betrekking wordt niet opgeheven, maar ge geven aan een ander. De Voorzitter. Dat- is niet juist; de betrekking van agent van politie 3e klasse wordt opgeheven. De heer Jorissen. Mijnheer de voor zitter, als het idee van den heer Plomp wordt gevolgd, dam wordt ook tegemoet ge komen aau het bezwaar van den heer van Esveld. De heer Plomp zegtHef de be trekking niet op, maar laat haar uitsterven. Dat is ook beter voor de gemeentefinanciön men krijgt dan de verandering geleidelijk en niet op eens. De V oorzitter. Een goed georgani seerd corps politieagenten aal men -alleen krijigen, als het voorstal van B. en W. wordt aangenomen. De agenten 3e lasse (oude ca tegorie) zijn menschen, die zoo goed mogelijk hun plicht doeu, maar zij zijn niet opgeleid voor de taak, die een agent van politie heeft te vervul len In stemming gebracht, wordt punt 1 van hét ontwerp-besluit no. 2 aangenomen met 9 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de hee- ren Oosterveen, Plomp, Jorissen, Veis Heyn, Salomons, Van Eeveld en van Kalken. De Voorzitter. In het voorstel van B. en W. staat dat het pensioen zal worden berekend naar de artt. 4, 5 en 6 von de pénsiioenverordening. Ik vestig er de aan dacht op dat hier nog moeten bijgevoegd worden de artt. 14 en 15, omdat er eon agent van politie 3e klasse is, die niet valt in de pensioen verordening en die niet ge stort. heeft. De heer von Duinen heeft hier op een voorstél aangekondigd. Wordt dat d<>or hein gehandhaafd 1 De heer van Duinen. Ja., mijnheer de voorzitter. De heer J orissen. Mijnheer de voor zitter, ik zou allen, die door het. ontslag getroffen worden, pensioengerechtigd willen laten worden. De beer Plomp. Mijnheer de voorzit ter, ik had niet verwacht, dlat de zaak dezen loop zou nemen. Maar nu wij zoover gekomen zijn, geef ik iu overweging de beslissing aan te houden en bet voorstel aan B. en W. terug te zenden, om ons te laten zien wat de financieele gevolgen zijn van de aanneming van het tweede lid. Ik vrees, dat die voor deze -menschen bedroevend zullen zijn. Als men de menschen pensioen gerechtigd maakt, dan zal dat zulk'een scha mel pensioen zijn, dat de heeren er zelf niet over tevreden zijn. De Voorzitter. Stelt u voor de ver dere behandeling aan te houden?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 7