Ingezonden Stukken.
jtei'den moord, waarin werd gewag gemaakt
(ju één bankbiljet van f 100, dacht get.
Uit kon het bankbiljet- wel eens wezen",
[j^t. weet beslist, dat het onderhavige bil-
van Overhorst afkomstig is; bet geld
ta» den anderen wissellooper was apart
Cbouden
President. Beklaagde Overhorst, weet
;e dat je het bankbiljet, dat je van Van
Vaalen ontvangen hebt, bij de bank 's Maan
dags in betaling hebt gegeven.
Overhorst. Het zou kunnen zijn, edel
achtbare".
President. Gisteren heeft een der
jechters uit je mond opgeteekend, dat je
hebt verklaard, dat het bankbiljet bij de
bank was gekomen, doordat jij het er ge
bracht hebt".
Overhorst. ,,Dan was het geld van
lótgeen ik gewisseld had. Bekl. geeft ten
ilotte toe, dat het mogelijk is, dat het biljet
door zijn toedoen op de bank gekomen is.
Op een vraag van m r. Duyaings ver
klaart get., dat Overhorst bij hem zeer goed
bekend stond.
Do concierge van Labouchère's bank te
Zeist, A. Bakkenes, die Maandag 18
November mede als looper dienst deed voor
het kantoor, verklaart als getuige, dien dag
alleen kleine 'bedragen te hebben geind,
postjes van geringen omvang. Een bankbiljet
van f 100 heeft getuige niet medegebracht,
eu is dus dien dag niet door hem ter afreke
ning op het kantoor afgegeven. (Deze ver
klaring om te constateerden dat alléén Over
horst het meermalen besproken bankbiljet
van f 100 op het kantoor van Labouchère
kan hebben gebracht).
P. Molles winkelier te Zeist heeft op
Maandag 18 November een bankbiljet van
f 100 betaald aan Overhorst. Dit biljet was
afkomstig van getuige's zwager C. N. v a u
der Veer te Zeist.
Deze als getuig© geboord verklaarde h.et
bankbiljet Zaterdag 16 Nov. aan Mel les te
hebben geleend. Hij kan het niet precies
Kggen, maar zeer vermoedelijk heeft hij
bet gebeurd 10 November op Woestduin
Hij heeft liet. in elk geval de heele week in
den zak gehad en heeft geen ander dan dit
©had. Hendrik Drost heeft get. niet aau
luis gehad. I
Cornelia Claessens huisvr. van
F. Carrée. heeft op 18 November eveneens
een bankbiljet aan Overhorst betaald. Dit
had haar man haar ter hand gesteld. Drost
beeft zij niet gezien.
F. Carrée heeft, vroeger verklaard dat
dat dit biljet liet eenige was diat hij op
lj November in zijn bezit had. Thans ver
klaart. hij, dat hij er destijds meer had
Zaterdags voor 12 uur had hij er drie ont-
rangen van de Landbouwhank met een van
die drie is Overhorst. betaald.
Petronella Koetsier huisvr. van
J. van Iioeflaken heeft op 18 November eeu
bankbiljet van f 25 aan Overhorst betaald.
Er was een zwart vlekje op, dat bij do be
taling aan Overhorst ter sprake is gekomen
en dat getuige herkent.
Bekl. Overhorst weet niet meer of 't liet-
Kilfde is en weet niet eens of hij Maandag
18 November bij de juffrouw is geweest, al
kan het wel zoo wezen. i
De president vindt dit nogal zonderling
waar nog wel over het. biljet gesproken is.
Teye van Mar rum, agent van poli
tie te Zeist heeft bij de vrouw van Over- i
horst twee bankbiljetten van f 25 en één
vin tien gulden in beslag genomen en geeft
daarover inlichtingen. i
Mr. Gerlings vraagt aan dezen getuige of
aan hem terwijl Van Vaalen op het polibie-
l)ureau zich bevond iets gebleken is van zon
derling gedrag van bekl.
Get. antwoordt hierop ontkennend.
De politieagent Van Schaik heeft
gelden in beslag genomen bij de vrouw van
Kors en vertoefde ook in het politiebureau
te Zeist, terwijl van Vaalen daar zat opge-
iloten. Van eenig lawaai of rumoer, door
dezen verdachte gemaakt in de eel van liet
bureau is getuige niets bekend, hij heeft er
ook niet over hooren spreken. Dit laatste
verklaarde getuige in antwoord op een des
betreffende vraag van van Vaalen's verde
diger, mr. Gerlings.
De heeren Mannée en 'Hoger-
vorst, resp. agent en inspecteur van de
Levensverzekering Maatschappij „Victoria"
verklaren dat Overhorst tot 2 October bij
de Maatschappij als agent te boek stond.
Op dien dag werd de afrekening tusschen
Overhorst en de Maatschappij afgesloten
Aiar de overdracht van gelden had eerst
plaats op 18 October, welke regeling getrof
fen was, omdat Overhorst op den 15eu Octo
ber zijn pensioen ontving en de afrekening
hem dan gemakkelijker was. Op 18 October
heeft getuige Hogervorst persoonlijk met de
vrouw van Overhorst finantieel afgerekend.
Na dien tijd heeft Overhorst geen gelden
van de Maatschappij ouder zich gehad. i
A. W. van Helmondt tapper te
Zeist verklaart dat van Vaalen en van Ee
destijds veel in zijn café kwamen; drie of
viermaal per week. Ook Ivors en Overhorst
behoorden tot de bezoekers. Vooral de ze
ven weken vóór den moord was hun bezoek
druk. De beide stelletjes waren vaak aau
het fluisteren, zoodat v. Helmondt niets
kon hooren van hetgeen men elkaar vertel -
Van Vaalen vroeg dikwijls of Hannes
<r was, dat was Overhorst maar ook
Hannes" vroeg vaak naar Van Vaalen.
Op den 16en November zijn Van Vaalen
en van Ee 's avonds bij hem geweest. Van
Vaalen betaalde met eeu biljet van f 10.
Van E e merkt op, dat hij gedurende
twee jaren reeds geregeld de tapperij van
van Helmondt bezocht. Hij ontmoette daar
tegen 12 uur wel eens Kors, die er dan met
zijn melkstel was. Dat hij tegen 16 Nov.
herhaaldelijk fluister gesprekken hield,
,,kan getuige nooit onder ©ede verklaren"
zegt van Ee „het zijn absolute leu
gens". zoo versterkte hij dit later.
Kors zegt, dat hij we! eens met Van Ee
heeft gefluisterd met het oog op de intieme
verhouding tot de vrouw in Amsterdam
anders niet.
Overhorst zegt, dat het wel mogelijk
'3, dat hij wel eens meer dan twee malen
per week bij van Helmondt kwam, maar hij
kwam er voor allerlei dingen, b.v. voor
dissels, de 1 oterijvereeniging waar ook van
Helmondt in was enz.
Van Vaalen geeft toe, dat het „wel
eens voorgekomen was dat hij bij van Hel
mondt - as geweest en naar „Hannes" had
gevraagd.
Getuige Harskamp, agent der Levens
verzekeringsmaatschappij „Utrecht" kwam
op 5 of 6 November in het bierhuis van
Van Vaalen om daar twee quittances aan
te bieden, voor premiebetaling. Buiten reeds
hoorde getuige in de gelagkamer een druk
gesprek voeren, dat evenwel plotseling ver
stomde toen getuige binnenkwam. Getuige
kreeg dadelijk den indruk, dat zijn komst
in het café als zeer onwelkom werd be
schouwd. Daar binnen waren met Van Vaa
len, Overhorst, Van Ee en een jongen, dien
getuige niet kende. Het gesprek werd afge
broken en aan de blikken van verstandhou
ding, die door en-keten ondirling werden ge
wisseld, kon getuige zéér best bemerken, dat
z ij n tegenwoordigheid te véél werd geacht.
De president: „Hoe merkte u dat
nog meer?"
Getuige„Aau de antwoorden, die ik
kreeg. Ik bood Van Vaalen twee quittanties
aan, waarvan hij er één betaaldé, maar de
ander uitstelde, onder bemerking, dat ik die
maar moest verrekenen met zijn vrouw, die
evenwel niet aanweoig wae. Met Overhorst
knoopte ik nog een gesprek aan over het
weer en over het vervullen van een agient-
schap van een Levensverzekering Maatschap
pij, maar aan die antwoorden in het bij
zonder kon ik bemerken, dat men mij liever
zag gaan dan komen. Overhorst antwoordde
mij haast niet. De jongen nam aan het ge
sprek geen deel. Deze en Overhorst verlieten
de woning aan de achterzijde. Van Vaalen
zei toen: „Gaan jullie maar heen, de ande
ren hebben daar toch niet mee noodig."
Hechter mr. Schuurbeque Boeye:
,,U kende den jongen niet; maar weet u
ook wat hij droeg?"
Getuige Harskamp: „Een jekker -
tje had hij aan."
Getuige herkent onder de stukken van
overtuiging de jekker van den vermoorden
Hendrik Drost.getuige herkent dit klee-
dingstuk beelist.
Rechter mr. Van Swinderen: „U
vondt Van Vaalen zenuwachtig, zei de u
daarnet. Maar waar merkte u dat aan?"
Getuige Harskamp: „Die zenuwach
tigheid viel mij op door het heen en weer
loopen van Van Vaalen achter de toonbank.
Overhorst: „Wat die mijnheer heeft
verklaard, is zéér juist. Maar den jongen die
er bij was, was niet Hendrik Drost maar het
zoontje van mijn zwager Mulder."
De president: „Maar deze getuige
herkent de kleeding van Drost beslist."
De president: „Van Vaalen, wat heb
je te zeggen?"
Van Vaalen: „Ik weet wel, dat we
eens met ons vieren hebben zitten praten,
maar wanneer dat is geweest, zon ik niet
kunnen zeggen."
De president: ..Toen jullie nu op den
5en November bij dkander waren, bestond
toen 1 het plan van berooving van den
jongen Drost?"
Van Vaalen-, .Dat plan van beroo
ving van Drost bestond reeds geruimen tijd.
Daartoe bracht Overhorst den jongen Drost
mede, bij mij."
Hechter mr. Van Sv inderen: „Maar
toen jullie bij Van Vaalen waren, bestond
toen het plan van berooving?"
Van Vaalen: „Toen Drost de eerste
keer bij mij aan huis kwaon, bestónd het plan
reeds wel, maar of nu die 5en November de
eerste keer was dat Drost bij me kwam, zou
ik niet durven zeggen.
Mr. Gerlings; „Die zenuwachtigheid;
van Van Vaalen, bleek die ook uit andier e
dingen, uit bewegingen of zoo?"
Getuige Harskamp: „Neen, het viel
mij alleen op uit zijn heen en weer loopen."
De volgende getuige is H. van Wande-
1 e n uit Zeist. Bij dezen informeerdie Over
horst nauwkeurig naar de ontvangsten, die
getuige had voor de firma Scbütz, waarop
getuige antwoordde, dat die ontvangsten
wisselvallig waren. Getuige zag Overhorst en
Van Vaalen herhaalde malen samen fietsen,
vooral op den weg naar Doorn, 's Maandags
na den moord sprak getuige Overhorat. die
er opvallend bleek uit zag. Getuige vroeg
daarom: „Is er wat aan de hand?" Over
horst antwoordde daarop: „De moordenaar
van dien jongen Drost had m ij wel te pak
ken kunnen hebben. Maar ik hoef nu niet
bang meer te zijn, want de heeren van het
kantoor hebben me een revolver beloofd, die
ik bij me zal dragen."
Overhorst- „Dat ik bij Van Wande
len geinfevrmoord zou hebben naar ontvang
sten, is beslist onwaar."
Mr. Van Noppen: „Wanneer zou
Overhorst die informaties hebben ingewon
nen?"
Getuige Wandelen: „Einde Augustus
of anders begin September".
Alida Looijen, huisvr. H. H. Lis
sen berg, te Zeist, heeft op 14 November
Overhorst en den jongen Drost achter
de herberg van Van Vaalen zien binnengaan.
Zij gingen daar in tusschen half elf én half
twaalf en kwamen er eerst uit omstireeks
een uur. Het kwam haar voor dat Dröst
niet vrijwillig de herberg binnen ging, doch
dralend. Overhorst hoordie get. zeggen:
„Kom, ga mee naar binnen, drink ©en potje
bier". Beiden zetten hun rijwiel tegen den
muur on gingen naar binnen. Get. ziet ach
ter haar woning op het achterhuis van Van
Vaalen. 's Morgens van den 16 November
om 8 uur ongeveer reeds zag zij Van Vaalen
en Van Ee achter uit de herberg komen.
Van Ee; „Het is niet waar!
Getuige: „Het is mij zoo speciaal op
gevallen dat het Van Ee was, dat ik tegen
mijn maai zei. „Sta op, het is al laat, Va<n
Vaalen heeft al bezoek; ik heb Van Ee er
gezien. Ook mijn zoontje zag hem."
Van Ee: „Het zijn absolute leugens, ik
ben dien morgen voor 9 uur pas opgestaan
en om 10 uur ben ik paa naar Van Vaalen
gegaan. En daar ben ik eerst kwart over
twaalf vandaan gegaan."
Van Ee werpt deze woorden er toornig
uit, zoodat de officier hem toevoegt:
„Houd je maar kalm, man, er komt straks
nog een getuige die het ook vertellen zal."
Overhorst beweert weer dat de be
wuste jongen van den 14en Nov. de jongen
van j.ijn zwager Mulder is geweest.
Van Vaalen„Precies weet- ik het
niet nieer; ik geloof dat Van Ee 's mor
gens half 9 bij mij gekomen is; het is ook
wel mogelijk dat hij wat eerder gekomen
is." j
Jacob a Helena Verschragen
zegt omstreeks half 9 in den morgen van
16en November van Ee bij Van Vaalen te
hebben zien uitkomen.
„Al moest ik sterven, het zijn absoluut
leugens", barst van Ee los.
Pres.: „Zulke sterke uitdrukkingen be- I
hoef je niet te gebruiken, die maken je zaak i
niet beter".
Getuige van der Molen, gemeente
veldwachter van Doorn, verklaart als ge
tuige, dat Van Vaalen en Overhorst vaak
per rijwiel te Doorn kwamen, wat getuige
opviel. Het eerst- dat ze samen werden ge
zien was het zomer 1907. Tweemalen zag
getuige ze te samen in een koffiehuis te
Doom. Ook is het wel gebeurd, dat Over
horst in een winkel was en Van Vaalen bui
ten wachtte, op zijn rijwiel het dorpsplein
omrijdende.
Overhorst: „Allemaal leugens Die
agent zit zelf in de herbergen (gelach). j
De kruidenier van Bur ken uit Doorn 1
heeft op 15 November Overhorst en Hen- i
drik Drost bij Doorn zien rijden te rijwiel.
Overhorst: ,Dat is nooit gebeurd,
óók niet dien dag".
Als getuige van Burken na het verhoor
weggaat, vraagt Overhorst-:
„Edelachtbare, mag ik nog even het
woord?"
Als hem dit wordt verleend zegt Over
horst:
„Ik wensch dat een onderzoek zal worden
ingesteld om uit te maken, da-t ik dien dag
niét met Drost onder Doorn ben geweest.
Misschien kan mijnheer Prince wel verkla
ren hce laat Drost altijd tehuis kwam. dan
kan dat gecontroleerd worden met de op
gaven van getuige Burken".
De president: „Zoo'n onderzoek kan
ik niet toelaten. Je kunt mij verzoeken vra
gen te doen aan de getuigen, maar daarmede
is het ook afgeloopen".
M. II G or is, 32 jaar, melkalijter te
Zeist is do volgende getuige. Get. is op deu
avond van 16 November in de herberg van
Vaalen geweest en daar tot tie«n minuten
voor elven gebleven. Get. heeft Van Vaalen
en Van Ee achterin zien binnenkomen. Van
Vaalen scheen onder den invloed, doch la
ter bleek toch dat Van Vaalen niet dron
ken was, waarom get. hem een potje bier be
stelde.
Van Vaalen zei dat hij zenuwachtig was
en Hoofdpijn had. Om half tien kwam bekl.
Kors binnen, doch na tien minuten ging
hij weer heen, zeggende „ik kom terug."
Overhorst was er ook, hij had meer ge
dronken dan gewoonlijk.
De vier beklaagden maakten hiertegen
weder eenige luttele tegenwerpingen. Over
horst ontkende o.a. dronken te zijn ge
weest.
Marinua van Denderen uit Zeist,
was 's avonds 16 November ook in de her
berg van v. Vaalen en heeft v. Vaalen en
Van Ec omstreeks kwart voor negenen de
achterdeur der Iverberg zien binnenkomen.
Kors kwam een tien minuten later en ein
delijk ook Overhorst. Kors vertrok om
streeks kwart voor tienen, zeggende: „Ik
kom terug". Om 10 uur, toen get. ver
trok, waren de drie andere beklaagden nog
aanwezig. Van Vaalen was dien avond nog
al een beetje dronken en kon o.a. heel slecht
biljarten, wat hij anders goed deed, want
get. heeft wel eens met hem gespeeld.
Volgende getuige Is Joseph Phielix,
De president: „Bent u bereid den
eed af te leggen en niets dan de waarheid
te zeggen?"
Getuige: „Ja, ale het noodig is." j
(Gelach.) Getuige geeft inlichtingen om
trent den avond van 5 November toen Van
Vaalen, Van Ee en Overhorst daar aan het
kaartspelen waren. Ze kregen ruzie met el
kander, doch gingen niettegenstaande dat
een oogenblik later vertrouwelijk samen
naar boven en bleven daar lang.
Van Vaalen kon zich dit „niet neer her- j
inneren", terwijl de beide andere beklaag
den het feit ontkenden.
Deze getuige heeft ook in den nacht van
16 November om 7 minuten voor twaalf,
twee personen hard zien loopen bij het
Kerkhof, niet in de richting van het Huis
van Van Vaalenhij heeft ae echter niet
herkend.
W. S. D u p r is met Phielix in het bier
huis van Van Vaalen geweest, toen deze
met Van Ee en Overhorst aau het kaart
spelen was, en geeft daarvan dezelfde voor
stelling als laatstgenoemde, welke opnieuw
door bekl wordt geloochendOverhorst be
weert geen kaartspeler te zijn.
Barbara Af u ij s, huisvrouw van K.
van Essen, heeft op 16 November, 's mid
dags Overhorst bij Van Vaalen zien binnen
gaan het was omstreeks aes minuten vóór
half twee.
Met dezen getuige was het verhoor der ge
tuigen a charge afgeloopen.
Van de getuigen a décharge werd op ver
zoek van m r. Van Noppen heden nog
gehoord de 72-jarige vader van bekl. Vaa
len, Joris van Vaalen, aannemer te Am
sterdam, die reeds gisteren hier was, maar
weer terug moest gaan, omdat gisteren geen
gelegenheid was voor zijn verhoor. i
Vader van Vaalen, cc» knap oud man
netje, vertelde het volgende: „Op 4 Novem- J
her is mijn zoon bij mij geweest. H«j was
vrecselijk opgewonden en prikkelbaar en
zeidc: „Vader ik wil nooit oen zaak meer
hebben". Ik vroeg hem daarop; „Waarom
niet jongen?" waarop hij zei: „Het gaat
niet al te best." Ik vroeg hem„Wat
mankeert er dan aan?" Hij zeide: „Dat
zou ik u wel willen zeggen, maar ik ben er
niet zeker van. dat U het niet zult over
vertellen". Ik zeide: „Jongen, je hoeft voor
je vader geen geheimen te hebben". En toen
vertelde hij mij: „Ja. vader, daar woont
aan de overkant bij mij een looper van een
bank en die heeft mij voorgesteld, dat hij
op een goeie dag geld in het park zou ver
liezen. Daar zon ik het dan vinden en voor-
loopig bewaren. Later zou hij bij mij komen
en dan zou ik naar Amerika vluchten. En
dan zou ik af en toe wat aan mijn vrouw
sturen".
De president: „Je hebt hem toch
afgeraden zich op dien weg te begeven."
Oude Van V aaien: „Natuurlijk".
Mr. Gerlings: „Weet getuig© ook of
zijn zoon rare bewegingen maakte en ©en
zonderlinge houding aannaai f1
Oude Van Vaalen: „Mijn zoon zeir
de tot mij „Ik wordt nog gek vader. (Hierbij
bootst de oude vader de wanhopige armbe
weging na die zijn zoon toen gemaakt heeft).
De officier; „Had hij een borrel ge
dronken?"
Van Vaalen 8 r.„Neen, hij had
geen borrel op."
Tijdens dit verhoor begon Van Vaalen
het eerst eenige verandering te Eoonen in
zijne apathisch-mclancholische houding in
deze dagen. Hij drukte de hand tegen de
oogen er. schreide zachtjes.
Ten einde hem kalm te houden had men
hem voor heden Hoffmandruppela toege
diend.
Te kwart voor zee schorste de president de
zitting tot heden ochtend 10 uur. Het ver
hoor der getuigen a charge was thans afgeloo
pen.
(Derde en laatste dag.)
Vandaag de laatste zittingstraks valt
de eisch. Heden een zitting van emoties voor
de beklaagden, voor het .publiek. De stem- i
xning is merkbaar in de zaal, en voelt er
het gewicht dezer uren. De tribunes zijpi
stampvol, overvol zelfs. Op de Huunebaan
stonden vóór 9 uur de menschen al opge
pakt voor de Hofpoort, er is énorme en be- i
grijpelijke belangstelling, ook op de gereser- j
veerde tribune. Db beklaagden zitten iin i
dezelfde houding als de voorgaande dagen.
De getuigenbanken zelfs zijn bezet door he
la ngstelllenden. Ook de balie is zeer talrijk
vertegenwoordigd. Waren er aanvankelijk
aohit getuigen a décharge tegen hedenmor
gen opgeroepen, de verdediging zag intus-
schen af van het verhoor van vier getuigen,
zoodat er nog vier te venhooren overbleven, i
Nadat de rechtbank ia binnengetreden,
verzoekt de offiqier van justitie voorlezing
van het proces-verbaal van het verhoor van
beklaagde Van Vaalen voor den rechter-com
missaris. Naar dit voorlezen luisteren Kors
en Ofmrliorst mot groote aandacht, Van
Vaalen doet of het buiten hem om gaat, i
terwijl Van Ee naar een dei- bovenramen i
waardoor de morgenglans naar binnen valt, 1
zit te turen.
De president: „Van Vaalen, herin-
ner je je nu, dit alles voor den rechter- 1
commissaris te hebben gezegd?"
Van Vaalen: ,,'k Kan het mij niet
meer herinneren, edelachtbare, het staat
me niet meer voor."
De president: „Is het waar, dat je
's middags om 3 uur naar Kors bent ge-
gaan f'
Van Vaalen. „Dat staat me wel voor,
edelachtbare."
De president: ,Ook dat je daar een
bankbiljet van f 300 hebt gebracht?"
Van Vaalen: „Dat kan wel zijn1
Jawel, edelachtbare." 5
De president: „Kors, is het waar
dat '8 middags van 16 November Van Vaa- I
len om 3 uur bij je geweest is en je een
bankbiljet van f 300 heeft gebracht?"
Kors: „Neen, edelachtbare, het was
half drie, Van Vaalen kwam per rijwiel bij
rne en vroeg alleen of iik bier noodig had."
De president: „Van Vaalen, is het
verder zoo dat je het rijwiel van Van Ee 1
bent gaan halen?"
Van Vaalen: „Ja, edelachtbare." I
De president: „Is het waar dat je
toen naar Overhorst bent gegaan, die bin
ten zijn huis kwam en dat je hem hèbt ge
zegd: „Hij ligt er?"
Van Vaalen: „Dat kan ik me niet
herinneren."
De president: „Bestond het plan i
dat Overhorst den jongen bij je zou bron- j
gen?" I
Van Vaalen: „Er is al een heelen tijd
van te voren over gesproken."
De president: „Dat niet- Labou- 1
chère maar Hendrik de wissel zou innen?
En dat Overhorst hem bij je zou brengen?"
Van Vaalen: „Dat laatste heeft hij
niet gezegd, wel dat hij zou zorgen dat de
wissel over Prince liep."
Overhorst: „Ik heb nooit met van
Van Vaalen over Drost gesproken en heb
den jongen dan ook nooit bij hem gebracht.
Over mishandeling of doodmaken van Drost
i3 nooit een woord gerept, 'k Ben éénmaal i
met Drost naar Driebergen geweest om een
rijwiel te ruilen, omdat z'n rijwiel niet goed
meer was. Met Van Vaalen héb ik nimmer
er over gesproken, dat de quittaniie van
Schaap over Prince zou loopen.
Mr. Gerlings: „Mijnheer de 'presi
dent, als verdediger stel ik er prijs ofi, dat 5
de deskundigen Cox en Brcukink dei© zit
ting zulleu bijwonen. Ik meen dat hum geen
verlof is gegeven het vervolg van de behan
deling dezer zaak niet verder bij te wonen.
En ik ben er op gesteld dat dit toch ml ge- j
beuren mag ik daarom het verzoek dorn de
heeren Cox en Breukink, die ik niet aan
wezig zie, te doen oproepen hierheen te wil
len doen komen. Per teleplioon zullen zij
wel te bereiken zijn en ik twijfel niet ol' de
doktoren zullen voldoen aan het verzoek de
zitting te komen bijwonen"
De president: .Heeft de officier v\an i
justitie hiertegen bezwaar?"
De officier: „Geen bezwaar mijne.-- j
zijds".
Er wordt last gegeven, de doktoren tele-
phonisch te verzoeken naar de zitting te
willen komen.
Mr. van Woelderen deelt thans
mede, dat van de getuigen a decharge,
die er ook de vorige dagen reeds aanwezig
waren, wegens de hooge kosten van de ver-
dediging, die ze had moeten dagvaarden,
heden enkele niet zullen komen.
Als eerste getuige A décharge wordt ge- j
boord De Goede uit Eeist, die Kors lau-
gen tijd heeft gekend, en hem den laatst© j
maanden veelvuldig sprak. Op 15 November i
geen kaartje voof zioh had genomen, terug i
is getuige met Kors naar Amsterdam ge- J
weest. Men ging met den trein van 3.03
uit Zeist getuige beschouwde het als een
pleizierreisje, Kors had hem uitgenoodigd
en zou hem dus vrij houden. Getuige zou j
Kors op het perron afwachten, wat hij dan
ook deed. Toen het wat laat werd, ging ge
tuige vast in den trein zitten. Kors kwam
haastig aangeloopen. nam eerst één kaartje,
maar ging, toen hij bemerkte dat getuige
naar het loket, om een tweede kaartje ZeÏ9t
—Amsterdam te nemen. Te Amsterdam is
men geweest bij de juffrouw, met wie Kors
een ongeoorloofde betrekking onderhield en
die gisteren door de rechtbank werd gehoord
als getuige. De bedoeling van dit bezoek
was, dat getuige aan die juffrouw zou mede-
deelen, dat Kors haar niet langer finan
cieel kon steunen. Men keerde 's avonds uit
Amsterdam in Zeist terug.
Hierna wordt Verkuilen gehoord, een
pefrsooii, die met Van Vaalen in de cel
van het Huis van Bewaring heeft gezeten.
Mr. Gerlings: „Ik zou dezen getuige
graag de vraag gesteld willen zien, wat Van
Vaalen hem heeft medegedeeld van het ge
beurde te Zeist".
Getuige Verkuilen vertelt dat Van
Vaalen hem wel 10, misschien wel 15 maal
over de Zeister moordzaak heeft gesproken.
Altijd was het dezelfde voorstelling van
zakenmen zou Drost berooveu van de
geldswaarden die hij in portefeuille had,
maar niet wurgen. Toen Van Vaalen den
bewusten morgen in het café van boven
kwam, na het aanbieden van den wissel, zag
hij Drost op den grond liggen en van Ee
boven op den jongen. De jongen sloeg van
zich af, de oogen kwamen het hoofd uit.
Van Vaalen schrok geweldig, dit was niet
bedoeld. Alles begon hem voor oogen te
draaien. Men had bedoeld Drost in de war
te brengen en van die gelegenheid t© profi-
teeren en zijn geldtasch t© berooven. Van
Vaalen wist wel dat het lijk in den kelder
had gelegen, maar wist niet, hoe het er in
was gekomen. Het was hem allee als een
droom geweest. Van chloroform is niet ge
sproken.
M r. Gerlings: „Hoe lang is getuige
bij Van Vaalen geweeet?"
Getuige: „Ik ben altijd bij hem g&
weest, van den eersten dag af."
(Intussohen zijn de doktoren Cox en Breu
kink per telephoon gewaarschuwd in
de zaal gekomenzij nemen plaats op de
eerste der gereserveerde banken). Achter de
rechtbank zitten zéér vele rechterlijk©
ambtenaren, rechters, ambtenaren van het
O. M. bij de kantongerechten, rechters-
plaatavervangers, enz.
Get Cornelia Lust uit Amsterdam
was op 16 November bij Hen drik a KLors te
Amsterdam, toen Hendrik Kors daar kwam.
Get. is bij Hendrik» in de kost en deelt
mede, dat Kors daar meer kwam, ai het
dan ongeregeld Get. was meestal bij de ge
sprekken tusschen beiden gevoerd aanwe
zig. „Er schenen tusschen hen geen gehei
men te bestaan", zegt getuige.
Get. heeft verscheidene malen hunne ge
sprekken bijgewoondhet aantal dat de
president vraagt te benaderen kan get.
niet gissen. De laatste maal was het 16 No
vember, den dag van den moord te Zeist.
Toen het verhaal daarvan in de kranten
kwam en de naam van Hendrik Kors ge
noemd werd, zeide Hendrüka Kors: „Dat
kan niet anders zijn dan m'n broer. Hoe
is het mogelijk, hij was Zaterdag toch hier."
Get. is bij het geheele Zaterdag gevoerde
gesprek geweeet. Hij heeft gehoord dat
Kors tot zijn zuster zei: „Ik zit in ver
legenheid, zou je me niet aan wat geld kun
nen helpen". Kors vertelde nog dat hij
bang was aangepakt te worden, zijn geaiu
was nog pas vergroot, enz.
Kor's zuster was niet dadelijk bereid het
geld t© geven, maar ten slotte heelt zij het
dan toch gedaan. Zij gaf f 200. Er was een
bankbiljet van f 40 bij, voorts 5 of 6 van
f 10, 1 gouden tientje, voorts specie, vooral
rijksdaalders.
Offioier: „Heb je ook gezien, dat
Kors een bankbiljet van f300 ervoor in de
dé plaats gaf?"
Getuige: „Neen."
De volgende getuig» O. Rusks, metse
laar te Zeist en gedagvaard A décharge voor
Van Ee, verklaart den laatste op 16 Novem
ber, des middags tusschen een en half twee
te heb hen gezien bij de Groote Kerk te Zeist.
Get. weet dat precies, omdat hij het be
oordeel© n kan naar den tijd, waarop hij op
zijn werk moest zijn aa.n het nieuwe ge
meentehuis, namelijk des middags half twee.
Hiermede was ook het verhoor der getui
gen a décharge afgeloopen.
De beklaagden, desgevraagd door den pre
sident, verklaarden allen te blijven bij hun
ne inededeélingen in dat geding afgelegd.
Het woord was thans aan den officier
van justitie tot het nemen van zijn requisi
toir, dat onder diiepe stilt© werd aangevan
gen.
Zie het requisitoir in het Eerste Blad.
tot
U*t opnomm vmn inq—onim otuhhon koUtbmt
goonuino dat ié Hodaciio
tno tornt.
D* oopio wordt am don
toruggogooon.
Geachte Redact ie!
Het wordt nu zoo langzamerhand lente, te
laat volgens de kalender, maar de vogels, ook
do nu aangekomen zomervogels, doen precies of
het al zoo ver is. Voor wie hooren en zien wil,
is het nu een prachtige tyd om ze te bewonde
ren. De mannen zingen hun mooiste lied, maken,
met de wijfjes hunne nesten en velen hebben
reeds eieren, die toekomstvogelmuziek beloven.
Laat ik nu eens een woordje zeggen tot onze
Gooische jongens.
De nieuwsgierigheid zit allen in het bloed,
dus nesten ontdekken, zien 'hoe ze gemaakt zijn,
hoevelo eieren ze bevatten, dat alles is begrij
pelijk. Maar jongens en ook wij ouderen, laten
wij ons toch voorhouden dat het verstoren van
nesten, ook het aanraken der eieren van de
broedende vogels, minder kleintjes, dus minder
lentegezang beduidt van onze gevleugelde
vrienden.
Luistert, eens! Ik had een paar jaren geleden
in mijn tuin twee nesten van nachtegalen
welke ik met behulp myner kinderen met moeite
ontdekte, maar ik hen zoo goed als zeker dat
alle jongen zijn uitgevlogen, omdat zoowel mijne
huisgenootcn als ik zelf er schik in hadden, al
leen maar naar die nesten te kijken. Dat gaf
weer denkelijk tien nachtegalen, mannetjes en
wijfjes, meer, en zoo gaat het met de andere
vogels ook. En denk er toch eens aan, dat bijna
alle vogels zoo hoogst nuttig zijn.
Dus Gooische jongens, geene nesten uithalen,
geen© eieren van broedende vogels aanraken!
Zijn wij het daarover eensp
V, Mijnheer de Redacteur, dank zeggende
voor de plaatsing dezer regelen,
Met hoogachting,
Cw dw.,
P K.