W«. 344. (ide Juargang. Vrijdag 29 Mei 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentjënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingen tot bet herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Uitgevers: VALKH OFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnunimer 66. Politiek Overzicht De Franschcn in Marokko. Terwijl do nominale suil'ban van Marokko Abdel Aziz, steeds werkeloos zit in Rabat, staat zijn halfbroeder en mededinger voor j de poorten van Fez. Dat hij in Mekines is aangekomen, staat vast, en dat hij pllan I heeft zich naar Fez te begeven, valt niet té betwijfelen Talrijke notabelen uit Fee hebben zich naar Mekines begeven om hem j te begroeten. In Fez maakt de bevolking j zich gereed! om hom met open armen te ont- vangentalrijke stammen hebben aifgevaar- I digden gezonden om mee te dbem aan zijne huldiging. Reeds word de datuim genoemd, waarop Moeley Hafid naar Fez zou opbre- I ken; dat zou gisteren gebeur -i. En daar do afstand tusschen Mekines en Fez slechts omstreek 70 K.M. bedraagt-, is de weg i daarheen in enkele dagen af te leggen. Men moet due rekening houden met het I feit, dat Moeley Hafid weldra te Fez zijn intocht zai hooiden. Dan is hij in liet bezit I van aille drie de hoofdsteden van het sjerifi- I scho rijk en derha-lve feitelijk heer en mees ter over hot gansclio MJa-rokkaianscho bin- I nen'land. Aan zijn invloed zullen dan alleen j nog onttrokken zijn de westelijke kustste den en de door Fransche troepen bezette streken im liet oosten en zuiden van heb Marokkatmsche rijk. Het verdient de aandacht-, dat dit te verwachten feit reeds bij voorbaat zijn in vloed doet gelden. Er gaan in de Fransche pers stemmen op, die er op wijzen, dat voor Frankrijk nu weldra het oogen- blik zal komen om zijne Marokko pol i t iek te herzien. Eu, wat vooral opmerkelijk is, dat staat te lozen in organen, waarvan bé- I kond is, dat zij met de regeering in betrek - I king staan. Eenige dagen geleden reeds, nadat Hafid s komst in Mekines was bekend geworden, gewaagde de Petit Parisien, een blad dat dikwijls inspiratiën ontvangt van 1 het departement van buitenlandsche zaken, dat dit in de regeeringskringen eene leven- I dige ontroering had teweeg gebracht. Men had op grond van berichten uit Tanger en 1 Raibat aangenomen, dat de vernietiging van den tegen sultan en de overwinning van Abdel Aziz zeker waren. Maar thans stond men voor het onbetwistbare feit, dat Moe ley Hafid de tweede on de derde hoofdstad heeft bezet en dait hij zich elk oogenblik ook van de eerste hoofdstad kan meester maken. Als het hem als bekeerscher van I Fez en Mekines mocht gelukken, zich ook in Tanger t-ot sultan te laten uitroepen, dtan zeu de toestand onhoudbaar worden, wanneer men volhardt bij do opvatting Ab- del Aziz te beschouwen als den eenogen heerschor met wiein kan worden onderhan deld. Er wordt door de Petit Parisien aan ker- i innerd, dat de- Fraaisclve regeering in die Klam mer meer dan eens ha.ro neutraliteit tms- sclien de beide sultans heeft doen kennen en dat minister Pichon den 27. Januari j.l. in antwoord op eene interpellatie heeft verklaard, dat, als Abdo] Aziz de nederlaag j mocht lijden, Frankrijk in staat aal zijn met den in Abdel Aziz's plaats tredenden sultan to spreken in naam van Europa, overeenkomstig het mandaat, dat aan Frankrijk is toevertrouwd. Hoe dé .regeering nu over de zaak denkt, zal men waarschijnlijk in de volgende week verbomen. Van bevriende zijde is door den afgevaardigde Gervais aangekondigd, dat hij aan minister Pichon eene vraag wensckt te doen over de zaken in Marokko, en deze minister heeft laten weten, dat hij bereid is daarop te antwoorden aanstaanden Maandag, wanneer hij terug is van zijne reis met president Fallières naar Londen. Een correspondent van de Frankf. Ztg. maakt de opmerking, dat er over de ver houding van Frankrijk tot Moeley Hafid meeningen bestaan, die evenmin beantwoor den aan de feitelijke omstandigheden als aan de vroegere verklaringen van de Fran sche regeering. Hij. schrijft: ,,De Fransche regeering heeft zich op de basis van de be sluiten van Algeciras geplaatst; zij moest zich bij de uitvoering van deze besluiten van sultan Abdel Aziz bedienen, die ze had on derteekend en die den eenigen erkenden rechtstitel in Marokko- bezit. De Fransche regeering heeft echter nooit verklaard, dat zij zich verplicht voelde Abdel Aziz van zijne tegenstanders en mededingers in het binnenland te verlossen. Toen de afgevaar digde Jaurès in de Kamer de vrees uitsprak, dat de ondersteuning van het maghzen Frankrijk zou dwingen, tegen Moeley Hafid oorlog te voeren voor Abdel Aziz, bestreed minister Pichon deze opvatting; Frankrijk behoefde slechts de akte van Algeciras tot richtsnoer te nemen en zou onderhandelen met elk Marokkaansch gezag, dat deze akte eerbiedigde. De bewering, dat Moeley Hafid onder alle omstandigheden als vijand van Frankrijk meet worden behandeld, is niet door den heer Pichon geuit, maar door de Temps, die in twee heftige artikelen tegen do ontvangst te Berlijn van de afgezanten van Moeley Hafid protesteerde; deze arti kelen kwamen evenmin overeen met de op vatting van de Fransche regeering als met de feitelijke omstandigheden, want het te Parijc vertoevende gezantschap van Müeley Hafidi is slechts daarom niet kunnen worden ontvangen, omdat het zich een diplomtiek karakter toeschreef, dat geen enkele der staten, die de akte van Algeciras hebben onderteekend, op dit oogenblik kan sanctio»- n eer ener kan worden bijgevoegd, dat de vertegenwoordigers van Moeley Hafid ook in Parijs, evengoed als in Berlijn, open deu ren vinden overal, waar zij zich als bijzon dere personen voorstellen, die in staat zijn inlichtingen te gewon over Marokkaansche zaken." Duitschland. Een bericht, dat het plan zou bestaan om deu Keizer in het najaar eene rijksdotatie vau a 10 millicen mark te verleenen, is door de officieuse Nördd. Allg. Zeitungmet allen nadruk tegengesproken in dezen vorm ..Tegenover heb te verwachten démenti ver- k'-aart het blad 'bij voorbaat-, dat het zich daardoor niet uit het veld zal Laten slaan. Ei* zijn toestanden, waarin er moet wordieu tegengesproken, ook, al is het 'bericht waar. Wij laten ter zijde of zulke toestanden kun nen voorkomen. In het onderhavige geval is de toestand in ieder geval zoodanig, dat het bericht met alle stelligheid onwaar kan worden verklaard. De rijiksdag zal zich niet hebben bezig te 'houden met eene dotatie voor Z M. deu Keizer. Daarmee vervalt ook de opvatting, dat aan de blokpolitiek door dit geruoht moedelijkhoden worden bereid In eene Berlijnsche correspondentie van de Frankf. Zitg. wordt aan dit démenti toe gevoegd, dat het gerucht van den beginne af niet geloofwaardig was. Zoo dikwijls liet idee van eene rijksdotatie voor den Keizer is opgekomen, was men in alle politiek© kringen 't er over eens, dat de Koning van Pruis-rn, die als zoodanig de waardigheid van Duitsche Keizer bekleedt, daarvoor vol strekt geen schadevergoeding raag aanne men.. Bovendien vloeit het uit de partij verhoudingen van den rijiksdag voort, dat het weinig aanbevelenswaard zou zijn daar eene voordracht voor eene dotatie voor den Kei i in te dienen, die in ieder geval tot een uitvoerig debat zou leiden. Daar niet gelijktijdig de meer bepaalde geruchten over eene voorgenomen verliooging van de civiele lijjs-t :n Pruisen worden tegengesproken, zou men naar een bekenden stelregel moeten aannemen, dat zij niet ongegrond zijn. Maar ook lu is daarover niets bepaalds te verno men, omdat men blijkbaar in de regeerings- kringen niets, of om 't voorzichtiger uit te drukken, nog niets daarvan weet. Het plan om eene verhooging van de traktementen der hofambtenaren door eeuo verhooging van de civiele lijst mogelijk te maken, sohijot, als het besbaat, zich nog in een sta dium van voorbereiding te 'bevinden, waar in de verantwoordelijke kringen ziah nog niet er mee hebben te bemoeien. Engeland* Londen, 27 Mei. President Fallièr©3 ontving heden in liet paleis van St. James het corps diplomatique en een aantal cor pora tiën, die hem adressen aanboden. President Fallières, vergezeld van minis ter Pichon, kwam om 1.10 in de Guildhall. Eene reusachtige menigte bracht hem langs den geheelen weg, die vroolijk versierd was, wanne ovatiën. De lord-mayor on zijne echt genoot© geleidden hem naar de-bibliotheek, waar een adres werd aangeboden. De pre sident. antwoordde hierop. Voor de vreemde gasten waren de prins en prinses van Wales, prins Oliristiaan en prius Arthur van Comiaught in de Guild hall gekomen. Het iweder is prachtig. Ho": adres van de City drukt ingenomen heid met heb bezoek uit en herinnert aan het bezoek van president Loubet. De har telijke vriendschap tusschen de republiek en Groot Brittannië is sedert nog krachtiger gewoi den en wordt een steeds durenden waaH.org voor den vooruitgang der bescha ving en van den vrede der wereld. Verder wordt herinnerd aan het bezoek van den lord-mayor aan Parijs in 1906. T^n slotte worden de beste wenschen uitgedruikt voor den president en voor Frankrijk. President Fallières betuigde dank voor het adres en drukte zijn beste wenschen uit voor de groote en schoone stad Londen. Londen 27 Mei. Bij den lunch in Guildhall bracht de Lord-Major een toast uit op de Koning en de Koningin waarin hij zeide dat des Konings succesvolle po gingen om in vaste harmonie de wereld naties te verbinden hem do .algöineene waardeering hebben verschaft Twe-ede telegram. Uitnoodigencle een dronk in te stellen op de gezondheid van president Fallières, zeide de Lord- Mayor: ,,Ik ben overtuigd dat deze toast met toejuichingen zal worden begroet, daar ze niet alleen de strekking heeft uiting te geven aan de gevoelens van achting voor don president, maar nog meer de bevesti ging van de ernstige gevoelens en broeder lijke neiging door de stad Londen, ja- het geheele land gekoesterd, voor do groote na burige en vriendschappelijk verbonden na- tics. Herinnerende aan Loubet's bezoek, zei de d« Lord-Mayor, dat er sinds in beido landen veel is gebeurd, maar afschoon regee ringen en ministerswisselden, is er oen absolute continuïteit gebleven in de vriend schappelijke betrekkingen. Voorts releveer de de Lord-Mayor de wederzijdsche bezoeken van de Londensclie en Parijsclie gemeente raden. De Lord-Mayor gaf liet vertrouwen te kennen, dat de president gedurende zijn verblijf in Londen genoeg zou zien om over tuigd te worden, dat do bevolking ernstig verlangt de vriendelijke betrekkingen niet de groote natie te handhaven. Londen, 2 7 Mei. In zijn antwoord op den dronk van den lord-mayor, zeide prcsid<nt Fallières, dat hij zich gelukkig acht zich te bevinden te midden van de verstandige en practisohe bedrijvigheid van de uitgestrekte hoofdstad, het brandpunt van rr.enscihlievende, vrijzinnige denkbeel den. „Het was mij zeer aangenaam, dat ik u het bezoek van mijn voorganger in her innering hoorde brengen, dat strekte oni in overeenstemming met u de eerste daden in te wijden van de entente, die zulke goede vruchten heeft gedragen voor de zedelijke en stoffelijke belangen der bevriend© na tiën verbonden door vriendschaps banden, die sedert niet losser zijn gewor- 'en. Wanneer ik er in ben geslaagd door de ontvangst, die ik zoo hartelijk mogelijk heb trachten te maken, van de leden van uw gemeentebestuur te Parijs, te toonen, welk een groote waarde ik hecht aan de handhaving der met den dag nog beter wor dendte betrekkingen tusschen beide landen, dan heb ik slechts gehandeld in overeen stemming met de gevoelens van vertrouwen en sympathie, waarmede Franikrijk ten op zichte van Groot-Brifctanniö is 'bezield. De belangen gemeenschap, die Frankrijk met het Britsche rijk vereenigt, vindt hare uiting in de belangrijkheid der dagelijksolie be- trekkïrgen tusschen beide landen. De regee ring der republiek streeft er met alle macht haar om deze nuttige, vriendschappelijke en zake'ijke betrekkingen te versterken. Ik zal de aangenaamst© herinneringen blijven be waren aan uwe schoone en wanne ontvangst. Ik ledig dit glas op de gezondheid van den lord-mayor en het bestuur dor City van Londen." In d< namiddag bracht minister Pichon, vergezeld van den Fransohen gezant Cam'bon, op hot Foreign Office oen bezoek van een uur aan Sir Edward Grey. Het bleek bij dit gesprek, dat er volledige overeenstem ming bestaat tusschen de beide kabinetten. Des avonds gaf Sir Edward Grey in het Foreign Office een feestmaal ter eere van president Fallières. Omstreeks 40 gasten wa ren aanwezig, waaronder de prins van Wa les, dé eerste minister Asquith, do Russi-. sclie gezant en de voornaamste leden van de regeeringspar'bij en van do oppositie. Er werden geen dronken uitgebracht of rede voeringen gehouden. Daarna woonde president Fallières een galavoorstelling 'bij in het prachtige ver sierde opera-gebouw. Do president kwam het eerst met de Koningin de koninklijke loge binnen, daarna volgdo de Koning met de prinses van Wales. De Koning nam plaats naast Fallières, de overige leden der koninklijke familie gingen aan weerszijden zitten. Toen de koninklijke stoet binnen kwam, stonden de aanwezigen op en speelde het orkest de „Marseillaise" en „God save the King". Minister Pichon was ook gezeten in de koninklijke loge. De feestvoorstelling in de opera muntte gelijkelijk uit door de versiering van de zaal, het gehalte v< n de toeschouwers en het talent van de kunstenaars. De Koning en president Fallières werden zeer toege juicht en keerden te middernacht huis waarts. Er vielen geen incidenten voor. 2 8 Mei In een geeprek dat hij had met een bijzonderen vertegenwoordiger van Reuter, heeft minister Pichon. verklaard, dab president Fallières diep onder den indruk! is van de prachtige ontvangst in Engeland'. Pichon beschouwde heb als een zeer verblij dende rechtvaardiging van de voorstandiers der politiek van overeenstemming met Groot- Brittannië, dab die politiek nu zegeviert in den vorm van een na#we, blijvende entente. De geestdriftige ontvangBt van president Fal lières door do bevolking van Londen heeft bewezen, dat de entente cordiale voor goed! hare intrede heeft gedaan in de politiek der beide landen, als een der hechste grondsla gen van die politiek. De entente is een der betrouwbaarste middeleu geweest om. alle combinatiën tegen te gaan, welke tegen de belangen van Engeland en Frankrijk zouden kunnen indruischen en den vrede zouden kunnen bedreigendien beiden wenschen te handhaven, omdat dit de allernoodig&te hunner behoeften is. Deze opvatting, ten aanzien waarvan alle politieke partijen ini Londen eensgezind' zijn, moet in geheel Eu ropa do gelukkigste uitkomsten hebben. Ook! in Frankrijk is te dezen aanzien eenstem migheid verkregen, wanneer men uitzondert een kleine roep tegenstanders, die de dagelijksche politiek© gebeurtenissen gebrui ken om' het kabiuet-Oiemenceau te bestrij den. Het bezoek van Koning Eduard VU aan den G&aar zal, volgens een telegram uit Pe tersburg, vijf dagen duren, van welke de Koning er misschien drie op Peterhof zal doorbrengen. Denemarken. Over de stemming in IJsland wordt uit Kopenhagen aan do Frankf. Ztg. bericht, dat de berichten over de ontvangst, die de voorstellen van de geanongde commissie tot regeling van de staatsrechtelijke verhouding tusschen Denemarken en IJsland liebben ge vonden, daar een pijnlijken indruk hebben gemaakt. Die berichten geven namelijk den indruk, dat de groote maeta van het IJs- landscho volk volstrekt niet tevreden i9 met de concession, die Denemarken bereid is te doen, maar nog veel meer verlangt. Dit „veel meer" kan slechts beteekenen de vol ledige afscheiding van IJsland. Een aantal IJslandsche bladen jioomen het voorstel van do commissie „lieelemaal onmogelijk" en verlangen, dat de IJslandsche landdag het kort en goed zal verwerpen. •panja Madir id, 2 7 Mei. Verscheidene afgevaardigden brachten het gebeurde te Casablanca in de Kajnor ter sprake en ver zochten de regeering volledige voldoening te verlangen en de Spaansche troepen terug te roepen, om botsingen te vermijden, niet alleen tusschen soldaten, maar ook tusschen Spaansche en Fransche officieren. De minister va.n bulitenla-ndsche za/ken herhaalde, dat het geschiil op bevredigende 40 »e«n THERESE HOVEN. Tante Julia, als praktische m'oeder van twee meer dan volwassen dochters, vroeg zich af of dat nu niet een kaiis zou zijn? Maar... een tweede luitenant of een vaan drig zou natuurlijk niet geholpen hebben en de majoors en kolonels waren meest ge trouwd. Een groot bezwaar was, dlait de onbe voegde verpleegsters zelve haar overtocht en uitrusting moesten betalen en di© inzet was te hoog. Daarvoor was de 'kans op succes te twij felachtig en dan ook,... Mama wist niet of haar 'meisjes, bless them 1 wel juist geschikt! zouden zijn voor ambulance-werk. Muiy iviel geregeld flauw als ize bijl den tandarts moest (behandeld worden en Flos sy kon geen bloed zien. Dlaiareniboveii was het voor beider schoonheid, ten minste voor "t geen er nog van over was, hoog noodig, dat ze vroeg naar bed gingen en véél beau'ty-slocp hadden en daar zou, op het slagveld, wel geen rekening mee gehouden worden. Daar zou natuurlijk veel wacht dienst gevergd worden en daar konden de meisjes niet tegen. Om 's nachts zoo maar gewekt te .worden ©n voor heeren te Ver schijnen, want doctoren en officieren waren toch. ook heeren, moest men... iets jonger zij'n, heel ,jong en heel frisch! Dat laatste argument maakte een einde aan de emigratie-plannen der gezusters. Ze 'bleven 'dus haar gewone leven leiden en gingen veel uit om zich te verstrooien, maar 't bleef een saaie winter. Geen familie onder haar kennissen, die niet een zoon, een vader, een echtgenoot, een oom, een neef, j> 't oorlogsveld had en menigeen had er reeds een verides te be treuren De Mausers der Boeren schoten zoo raak en iwisten zoo goed de officieren te treffen. Die families vierden geen feest en (be schouwden den oorlog niet als een nieuwe emotie Ze sidderden, als de rapporten Van het War-Office bekend werden gemaakt en ontstelden, als de post- of telegraafbode aankwam. De familie Roodford was tot nu toe ge spaard gebleven. Biji de vreeselijko slach ting van Guy's regiment te Graspa.il, toen do Boeren zich wreekten op de Lanciers, d'ie zich te Elandslaagt© zoo .meedoogenloos hadden gedragen, was luiteant Mac Gre- gor een der weinigen, die ontsnapten. Hij 'lag zieflc in Durban en Nancy was hij hem. ,>'t Is zoo vreemd hier," schreef ze in 'hare brieven aan haar moeder. „We zij'n omringd door Engelschen en we kunnen ons niet begrijpen, dat we ver van Enge land zijn. Guy heeft alleen, wat koorts, een lidhten aanval van malaria en ik pas hem op. .Soms lachen w© or omhet is zoo doodgewoon, alsoif we thuis waren. Moesten we daarvoor nu Zoo ver, weg gaan? Eterst was Guy zoo moedeloos, omdlat liijl niet me© 'kon met zijn regiment. Hij' vond zich zelf een lafaard: en een slécht soldaat en verwensöhte zijn verwijfd gestel, aooals hij: 't noemde. O! wat had ik een moeite met mijn sol daat, die vechten Wou, in plaats van door zijn vrouwtje verpleegd te worden. Ik was er zelfs ,boos om, maar dat duur de niét lang, want Guy heeft mijl geleerd, dat 't vaderland vóór gaat en ik zou zeker ■in ziju achting gedaald zijn, als ik bekend had, diat mijn hart vol vreugde was, toen hij- niet 'met de overigen kon uittrekken. Maar toen de afschuwelijke nederlaag der Lanciers plaats had, toen al die kranige officieren geidbod werden, toen 't keur-regi ment in enkele uren tot een hoop lijken werd terug gebracht, teen... schaamde i'k mij bijna over mijn egnsme. Toen de verpletterende tijding tot ons kwam en we langzamerhand' tot het besef van de onherstelbare ramp kwamen, haatte Guy zich zelf, omdat hij achter was geble ven en hij kon t toch niet helpen; 't was weer 't zelfde als toen hij pas ziek wtas. Hij} was zoo vreeselij'k down, er viel niets met) hem te beginnen. Hij, (begon juist te béte ren, maar het bericht van het onheil zette hem weer achteruit. Ik deed mijn uiterste best om hem op te beuren, maar 't hielp volstrekt niét en ik beken u eerlijk, dat 't met mij even erg gesteld was. Ik voelde mij als een schuldige, als ik dacht aan de vrouwen der andere officie ren. Zij allen hadden klaar offer aan den roem van 't Bri'tscke rijk gebracht en ilc niet. Guy en ilk durfden elkander geen kus geven en geen handdruk wisselten; wijl had den de overtuiging geen recht te hébben, op geluk, waar zooVelen ongelukkig waren gemaakt. Wij hiadden zoo 't gevoel, ais zaten wij, met ons beiden, aan ©en welvoorzienen disoh, terwijl onze lotgenoéten verhonger den. Onze stemming was onbeschrijfelijk, treu rig... en, in onze diepste droefheid, over de gevallen kameraden en de rampzalige achtergebleven vrouwen en kinderen, kwam tot mij de openbaring Van iets, clat mij, onder andere omstandigheden, als de groot ste zegen zou zijn voorgekomen. Maar nu? Ik zat bij Guy's legerstede en toen hij', na korte sluimering, de oogen op sloeg en mij vroeg waaraan ik zoo ern stig 'dacht, toen snikte ik 'b uit Guy agiteerde zich veel meer dan goed voor hem was, 's avonds was zijn tempera tuur weer veel hooger. Hij sprak verward en er waren ©ogenblikken in dien ba ngen nacht, dat ik niet wist wat te beginnen. De arme jongen gaf zich geen rekenschap van zijn woorden en ij lid e door over de meest ellendige dingen. Nu eens verbeeldde hij zich in de kazerne te zijn en vloekte hij, zooals ik zéker weet, dat. bij in 't wer kelijkheid nooit heeft gedaan. Het deed mij pijn om 't aan te hooren. Dan weer sprak hij oVer 't gebeurde biji Ladysmith en weidde hiji breedvoerig over al de wonden en verminkingen uit. Telkens als ik poogde hem te kalmeoren, werd hij driftig en deed hij mij de onzin nigste en incest ongegronde verwijten. Vergeef .niiji, móéder, dat i'k zoo schrijf. Het w:as niét mijn plan u dit alles (te ver tellen, maar de woorden ontvloeiden mijn pen, vóór i!k 't wist. Ik begon zoo goed, zoo vroolijk. Mijn oog valt toevallig op de eerst© pagina... soms lachen we er ora Dat schreef ik maar, moederlief, om u gerust- te stellen, maar 't is niet waar, 't is een leugen. Wij lachen niet! Ie Afrika verleert men 't llachen wel. Er wordt te veel geschreid. Ik schrei can de Engelschen, die getrof fen worden dteor de wreed© kogels der Boe ren en ik schrei om de Boeren, die ze af schieten. Ik voel geen rassenhaat, ik koester geen wenséhen omtrent den uitslag van een ge vecht of den afloop van den ooriog. I'k ben alleen doordrongen van 't eene denkbeeld, 't zijn monschen En de mensch, 't schepsel door God geschapen, staat bo ven den Brit en boven den Boer. Als Guy utrt zal trekken en zal vallen... Want .waarom zou hij, alleen gespaard wer den Als zijn zoon mij: in de armen zal ge legd worden... als vaderloos weesje Alë hij zal opgroeien Wat "zal i'k hem 'loeren? ■Meet hij opgevoed worden in haat voor den vijand zijns vaders, in afschuw voor de Bteeren, die zijn vader zullen hebben gedood Nee! niet waar moeder, nee? Want denk eens aan al de vrouwen van Engelschen en Boeren, die zijn als ik, die op 't punt staan moeder en... •weduwe te worden. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1