ST0. 351.
6" Jaargang.
Vrijdag 5 Juni 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens Dij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f
Elke regel meer -
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gelet op artikel 6 en 7 van Ihet Koninklijk
'besluit, d.d. 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) tot
vaststelling van een Algemeen Reglement voor
de Kamers van Koophandel en Fabrieken, noo-
digt allen die niet op de laatste vastgestelde
lijst van kiezers voor de Kamer van Koophandel
te Amersfoort voorkomen, maar aanspraak kun
nen maken om op de nieuwe kiezerslijst te wor
den geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli aan
staande ter Secretarie aangifte te doen op
aldaar verkrijgbare formulieren.
Vestigt er voorts de aandacht op, dat alleen
zij genoemde aanspraak kunnen maken, die vol
doen aan de beide volgende vereischten
A. Men moet kiezer zijn van leden van den
Raad der gemeente Amersfoort.
B. Men moet te Amersfoort bestuurder of
mede-bestuurder zijn en gedurende ten minste
twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest
van een bedrijf van handel of nijverheid.
Amersfoort, den 4den Juni 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WL'IJTIEIUS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken bekend, dat het bureau van den Bur
gerlijken Stand op den tweeden Pinksterdag
voor het publiek geopend zal zijn des vóórmid
dags van 8*i9 uur, uitsluitend tot ihet doen
van aangiften van geboorten of overlijden.
De hiervoor noodige aanvrage moet geschie
den aan het gemeentehuis mondeling of schrif
telijk uiterlijk tussohen 8 en 8£ ure des vóór-
middags van dien dag.
Amersfoort, den 3. Juni 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KKOESE. WU1JTIERS.
Politiek Overzicht
Zola in het Pantheon.
Zola's overschot is thans in het Pantheon
bijig)ezet, dat voor het Fransche volk is wat
de Westminster abdij is voor Engeland, de
rustplaats van-zijne groote mannen. De wet.,
die dit nationale huldeblijk verordende, is
uitgevaardigd nadat het hof van cassatie zijn
eindvonnis in de Dreyfus-zaak had geveld.
De regeering deed toen aan de Kamer een
voorstel tot militaire rehabilitatie van kolo
nel Picquart en van kapitein Dreyfus. Do
Kamer was echter van oordeel, dat deze daad
van gerechtigheid nog niet voldoendë was, en
besloot op voorstel van een hamer leden, den
afgevaardigde Breton, dat het stoffelijk over
schot van Emile Zola, dat sedert 1902 op
het kerkhof Montmartre rustte, zou worden
overgebracht naar het Pantheon. In de vol
gende uajaarszitting schonk ook de Senaat
zijne goedkeuring aan dit voorstel. Clemen-
ceau, die inmiddels als minister-president
was opgetreden, trad met kracht voor de
aanneming in de bres. Hij weigerde
op de kritiek, die in het debat ge
leverd werd op den litter arische n arbeid van
Zola, in te gaan; hij huldigde Zola als groot
burger, die den moed had op een kritiek
oogenblik zijn eigen bestaan op te offeren
voor het algemeen belang. De Senaat deelde
deze opvatting, en toen enkele weken ge
leden, bij de behandeling van de cnedletaan-
vrage voor de overbrenging van Zola naar
het Pantheon, Maurice Barrès eene poging
deed om Zola's nagedachtenis als schrijver
door het slijik te halen, wees ook de Kamer
dew aanvallen af.
Regeering en parlement hebben dus, in
naam van het Fransche volk, Zola.'s nagedach
tenis gehuldigd om daarmede aan het toe
komstige geslacht een verheffend voorbeeld
van burgerlijke offervaardigheid en zelfver-
loochen den d idealisme te geven.
Nu is gisteren de plechtigheid in het Pan
theon gestoord1 dioor een incident, dat geluk
kig niet den droevigen afloop heeft gehad,
die er voor was bestemd, ad f red Dreyfus,
de martelaar van het Duivelseiland, is het
mikpunt geweest- van een aanslag, die hem
wel niet het leven heeft gekost, maar toch
eene nieuwe marteling toevoegt aan die, wel
ke hij reeds heeft doorgestaan.
,,0 Frankrijk, welke misdrijven worden
in uw naam gepleegd!" heeft Marie Antoi
nette gezegd op het schavot. Ook van het
Fransche leger kan dit worden gezegd. Do
zorg voor de eer van het leger heeft de hoogst
geplaatsten in de Fransche militaire hiërar
chie genoopt schavuiten te handhaven en zelf
scbavuitenwerfk te doen om te verhinderen,
dat een onschuldige uit de gevangenis werd
verlost. De eer van het leger bestuurde de
hand van den moordenaar, die te Ren nes
nu. Laibori, den verdediger van Dreyfus toen
zijne zaak voor de tweede maal behandeld
werd, naar het leven stond. En nu is het
wederom het volkomen valsche begrip van
wat de eer van het leger vordert, dat do
drijfveer geweest is tot dien. laiaghartigien
aanslag, die op Dreyfus is beproefd op den
dag, die bestemd was om een zijner onver
schrokken verdedigers te eeren.
Men ziet hieruit-, dat de strijd, die door
de Dreyfuszaak is opgewekt, nog niet ten
einde is. De naweeën van dien strijd doen
zich nog steeds voelen. Maar toch men. gaat
vooruit, en deze aanslag op Dreyfus zal eene
nieuwe aansporing zijn om te volharden op
den goeden weg. Een nieuwen stap op dien
weg heeft de regeering dezer dagen gedaan
door de indiening van een voorstel tot op
heffing van de beruchte ,,Loi de dessaisisse-
menfc", die in het heetst van den Dreyfus-
strijd is tot stand gekomen. In het najaar
van 1898, tosn de kamer van strafzaken van
het hof van cassatie haar onderzoek voerde
over het eerste Dreyfus-proces, werd door
eene speciale wet aan d:e kamer de bevoegd
heid om te oordeelen over de ontvankelijk
heid van de revisie ontnomen en de beslis
sing daarover opgedragen aan hlet hof Sof
vereenigde zitting van de drie kamers. Deze
Lod de1 dessaisissement zal nu weder a-fgeschaf t
worden en daarmee zal aan het hof van cas
satie de eer gegeven worden, die het toe
komt-, dat het in alle stadia van den harts
tocht waarmee de Dreyfus-strijd is gevoerd,
de eer van de Fransche justitie hoog gehou
den en het burgerlijke gezag in den staat
■gehandhaafd heeft.
Duitschland.
Uit den uitslag der verkiezing van de
kiesmannen voor het huis van a fgevaardig-
den van den Pruisischen landdag zijn na
tuurlijk nog geene stellige conclusion te trek
ken hoe de benoeming van de afgevaardig
den door de kiesmannen op 16 Juni zal uit
vallen. Slechts eenige voorloopige opmerkin
gen kunnen worden gemaakt.
Ingrijpende veranderingen van de partij
verhoudingen schijnen niet te verwachten te
zijn. Van de partieelo uitkomsten is de be
langrijkste deze, dat de sociaal-democraten
vooi het eerst onder het drieklassenstelsel
eenige mandaten zullen krijgen. Van de
twaalf mandaten, die Berlijn heeft te verge
ven. zullen zij waarschijnlijk vijf krijgen,
verder een in Rixdorf-Schönéberg, een der
Berlijnsche voorsteden, en een in Hannover-
Linden. In een paar districten zullen zij 't
tot herstemming kunnen 'brengenof dat
zal zijn met kans van slagen, moet worden
afgewacht.
Overigens zijn de veranderingen niet van
groote beteekenis. De nationaal-liberalen
hebben in Hannover iets verloren tegen de
met den Bund der Landwirte verbonden
conservatieven, maar hun in Oost-Pruisen
Memel ontnomen. De vrijzinnigen zullen
waarschijnlijk zich handhaven op hunne
vroegere sterkte. Het centrum heeft zich in
Opper-Silezië gehandhaafd, maar in Posen
verliezen geleden; in het Rijnland heeft het
eenige voordeel en behaald als gevolg van de
verandering, die enkele overbevolkte distric
ten hebben ondergaan.
Sch werin 4 Juni. De in buitenge
wone zitting vergaderde Landdag lie eft be
raadslaagd over de principieele houding, die
zou worden aangenomen ten opzichte van
het voorstel der regeering. De Landschaft"
besloot met 39 tegen 7 stemmen dat men zich
bereid zou verklaren op den algemeenen
grondslag van het regeeriugsontwerp de on
derhandelingen voort te zetten.
De Ritterschaft verklaarde zich met 291
stemmen tegen 65 voor de handhaving van
de basis der Landstenden en besloot de regee-
ring te verzoeken een nieuw ontwerp in to
dienen, op die leest geschoeid.
Frankrijk.
P a r ij s 4 Juni. In verband met de
plechtigheid der overbrenging van Zola's
stoffelijk overschot naar het Panthéon, ver
keerde het Quartier Latin in buitengewone
opwinding. Alle 9traten op het Panthéon
uitloopende waren afgezet. Er waren belang
rijke maatregelen van orde genomen. Een
aanzienlijke menigte manifesteerde in ver
schillenden geest. In de Rue Soufflot en
op den 'Boulevard Sa int-Michel deed <te
politie tal van arrestaties. Om 10 uur waren
ongeveer 200 arrestaties gedaan. De mili
taire gouverneur van Parijs en zijn staf
werden te hulp geroepen. Achtereenvolgens
arriveerden de leden van het corps diplo
matique, de presidenten van Senaat en
Kamer en de leden van het ministerie. Fal-
licres kwam in een open landauwer om 9.30
aan met Clémenceau. Bij zijne aankomst werd
president Fallièree ontvangen met daveren
de toejuichingen onder den kreet: ,,Leve
Fallièree". Ook eenig gefluit weerklonk.
Clémenceau werd eveneens zeer toegejuicht.
De militaire honneurs werden bewezen aan
het hoofd van den staat. Minister Doumer-
gue, die een redevoering hield, verklaarde
daarin dat het vaderland eer wilde bewijzen
aan de nagedachtenis van een groot burger,
die in een tragische en droeve stonde in de
Fransche historie niet -aarzelde rust, welzijn,
vrijheid, ja zelfs indien bet noodi-g ware ge
weest het leven zelf op te offeren voor het
zoeken naar gerechtigheid.
Zola stelde zijn trots en vreugde er in
stroomen van haat en woede te bravecren.
Hij schreeuwde om waarheid, die hij in zijne
bewonderenswaardige voorzienigheid geheel
had ontdekthij maakte dwalingen, leugens
en onrechtvaardigheden bekendnoch hate
lijkheden noch laster werden hem gespaard.
Hij leerde de zinneloosheid en woede der
massa's kennen, de bitterheid van .lucht en
verbanning, maar hield het vertouwen in
zijn medestrijders, die waren gebleven.
Parijs, 4 Juni. Om 11.35 hedenmor
gen, aan het 6lot der plechtigheid der over
brenging van Zola's stoffelijke overblijfse
len naar bet Panthéon, vuurde een man een
revolver af op majoor Dreyfus, die aan den
po's werd gewond.
Tweede telegram. De man, die twee
revo'verschoten op Dreyfus loste, hem aan
den arm verwondende, is genaamd Gregori,
journalist.
Parijs, 4 Juni. De minister Doumer-
gue eindigde zijne rede met te zeggen, dat-
iu zulke aanvallen de ziel deT natie zich
vormt in duurzamer metaal. Aan het innige
geloof, dat Zola bezielde, aan den helden
moed, dien dit geloof hem ingaf, hebben
wij hulde willen bewijzen.
De plechtigheid was om 11 uur afgeloo-
pen. De president en de officieele personen
kwamen naar buiten om het défilé van de
troepen bij te wonen, toen er geschreeuw
gehoord werd in het Pantheon. De nainisr
ters versnelden hunne schreden en men zag
D'reyfus naar buiten komen, ondersteund
door zijn broeder en door dr. Poezilater
kwam de bedrijver van den aanslag.
Het défilé had plaats onder liet spelen
van de Marseillaise en de toejuichingen van
de menigte.
De aanrander Gregori is oud-leerling van
de Ecole normale supérieure, redacteur van
de Gaulods en de France Militaire en be
stuurder van de Association de la presse
militaire. Hij is naar het huis van bewaring
overgebracht. Toen hij, onder geleide van
agenten, het raadhuis verliet, riep de me
nigte: „Doodt den moordenaar". Een tal
rijke troep agenten moest het rijtuig be
schermen tegen de menigte, die Gregori te
lijf wilde. Te 12 uur 30 kwam hij in het
huis van bewaring aan. Aan den broeder
van Dreyfus had Gregori het te danken,
dat hij in het Pantheon niet- door de me
nigte werd gelyncht.
De substituut van den procureur der
Republiek is, bijgestaan door eenige politie
autoriteiten, terstond overgegaan tot een
gerechtelijk onderzoek naar den aanslag.
Nadat zijne Wonde voorioopig verbonden
was in de mairie nabij het Pantheon, nam
majoor Dreyfus plaats in een automobiel en
reed hij naar liuis.
De mi nis ter-president en alle ministers
lieten naar den toestand van Dreyfus infor-
meeren.
Voor het Pantheon beweegt zich een woe
lige menigte, betoogingen houdende in
verschillenden zin. Vele betoogers hadden
insignes in bun knoopsgat, roode cocardes
of driekleurige. Sommige personen liepen
rond met kamerpotten met beleedigenie op
schriften.
Wanneer het eerste schot goed gericht
was geweest-, dan zou Dreyfus in den rug
zijn geraakt. Door het 'geluid van het
schot gewaarschuwd, bracht hij bij instinct
zijn arm voor de borst en werd dientenge
volge door het tweede schot aa-n den arm
gewond.
Het geneeskundig bulletin houdt bet vol
gende in De kogel is diep in den bovenarm
doorgedrongen zonder -het been te raken.
De gewonde is rustig en zonder koorts; vol
strekte rust is noodzakelijk.
Engeland.
Koning Eduard en koningin Alexandra
zullen zich Vrijdag avond a-an boord Van
hun jacht Victoria and Albert inschepen
naar Reval. De kruisers Natal en Cochrane
zullen het jacht begeleiden tot den ingang
van het kanaal van Kiel, en de kruisers Mi
notaur en Achilles van daar tot- Reval.
Te St. Petersburg loopt het gerucht, dat
admiraal ToucEard, de Fransche gezant, te
Reval koning Eduard zal -gaan begroeten.
Lord Tweedmouth, die in het ministerie
Campbell-Ba-nnerman Eerste Lord der Ad
miraliteit was en in het kabinet-Asquithl
het a-mbt van Lord President of the Coun
cil bekleedt, is blijkens een telegram uit
Londen, zoo ernstig ziek géwordén, dat zijn
onmiddellijke opneming iu ee!n sanatorium]
noodzakelijk werd'.
Londen, 4 Juni. Na een levendige
discussie, die zelfs aanleiding gaf tot storiu-
aclitige tooneelen, werd het voorstel van
het lid der arbeidspart-ij O'Grady om de
begrooting van buitenla-ndeche zaken te ver
minderen, als protest tegen het officieele be
zoek van de Koning aan Rusland, verwor
pen met 225 tegen 59 stemmen.
In den loep der beraadslaging zeide de
minister van buitenlandsche zaken Sir Eid-
ward Grey, dat de Koning het bezoek brengt
op advies van het kabinet. Men hoopt dat
het ten goede zal karnen aan de betrekkin
gen tusschen Engeland en Rusland. Hij
stelde met nadruk in het licht welke nood
lottige gevolgen de poging om Rusland We
gens bezwaren tegen zijne binnen landsche
aangelegenheden te boycotten na zich zou
sleepcn, en hij verklaarde zeer gestemd te
zijn voor een ernstige, loyale poging tot sa
menwerking tusschen de beide staten. Het
bezoek had reeds voor geruimen tijd gebracht
moeten zijn; het kon nu niet langer uitge
steld worden zonder in het oog loopende
onbeleefdheid.
Wat het denkbeeld betreft, dat het be
zoek slechts van particulieren aard zou zijn,
oan onderscheid te makieai tusschen een be
zoek aan den Czaar en bezoeken aan andere
Vorsten, omdat de regeering de wjjze, waarop
dé binnenlandsche zaken iu Rusland behan
deld worden niet goedkeurt, zulks zou het
bezoek tot een beleediging maken. Wanneer
liet voorstel van de arbeddspartij werd aan
genomen, dan kon men de Engelsch-Russi-
sche overeenkomst wel in stukken scheuren
en zou het belachelijk zijn die onderhande
lingen over de Macedonische hervormingen,
die zulk een bevredigend verloop hebben,
voort te zetten.
De minister eindigde met de voorspelling,
dat een groote toekomst voor Rusland is weg
gelegd en dat het behoud van den wereld
vrede zal afhangen van de betrekkingen tus
schen Rusland en Groot-Brittannië-
Hij ontkende nogmaals, dat er onderhan
delingen gevoerd worden over een nieuw1
verdrag of eene overeenkomst of dat daar
omtrent- tijdiens het bezoek onderhandelingen
zouden worden aangeknoopt. Hij ontkende
voorts, d'at over eene leening tusschen de
beide staten werd onderhandeld. Hij zieide,
dat de Russische revolutionnairén dachten,
dat de Russische regeeriug van plan was een
leening te sluiten en dat een conflict zulks
zou bemoeilijken. Daar nu de revolutionnai-
ren trachten de zaken zooveel mogelijk in
de war te sturen, vroeg hij of het gewonsscht
zou zijn, dat de Britsche regeering mede zou
werken aan zulk een manoeuvre. Dat zou
zijn in de 'kaart spelen van de uiterste tfevo-
lutionnadre of dé uiterste react ionn aire par
tijen, de eenige elementen in Rusland, die
tegen het bezoek gekant rijn.
De beraadslaging werd met groote opge
wondenheid voortgezet. Keir Hardie zou bij
na geschorst rijn, omdat hij zich de uitdruk-
41 BOOR
THERESE HOVEN.
Ze zag voor zich den 'Zuid1-Afrikaanschen
grond, door noesten vlijt en jaren la-nge vol
harding herschapen in welvarende bezittin
gen... en dat alles vernietigd, vertrapt, ver
morzeld
En Londen, wel in rouw, maar toch in
bloei,,Wee onzer!" zuchtte de doc/hter
van het volk, dat- wilde overwinnen, dat
wilde zegevieren en dat voor geen enkel
middel terugdeinsde om dat doel te berei
ken.
,,Ook. in Engelnd wordt geweend, ook
wij: brengen onze offers," daarmee troostten
de meesten, zelfs de wel denkenden zidli,
maar 't stond niet gelijk, o't stond niet-
gelijk.
't Herdersvolk, tusschen de Limpopo en
de Oranje-rivier, werd niet alleen van zijn
beste strijders beroofd, maar van zijn haard
en hof. De Boeren gebruikten enkel Mau
sers en Lee Metfords, maar de Britten na
men 't' vuur te baat, dé Boeren schoten,
maar de ©'ritten roofden en plunderden.
,,Wee onzer," mocht wel de kreet- zijn
der Engelsche vrouwen, als ze haar gedach
ten lieten gaan over 't- gruwelijke misdrijf,
dat er, in naam van Engeland's Koningin,
bedreven werd
HOOFDSTUK VII.
Ontwaken.
Hoe en wanneer 't gekomen was, hadden
ze geen van 'beiden kunnen zeggen. Ze
zouden het zelfs zeer sterk ontkend hebben
en toch't feit bestond. De verhouding
tusschen Jan Vermeer en zijn vrouwtje was
niet zoo innig als in de eerste maanden van
hun huwelijk.
'Na zijn beczoek aan zijn ouders was Jan
veel meer en 'heel anders over den oorlog
g-aian denken en langzamerhand begon hij
zich minder thuis in zijn nieuw vaderland
'te gevoelen.
Zijns ondanks werd hij onaangenaam ge
stemd bij 't lezen der opgeschroefde be
richten van de Jingo-pers. Hij vermeed
zooveel mogelijk er met Marion over te
spreken
's Morgens, vóór hij wegging, nam hij
geen notitie van de courantendie er op
de ontbijttafel lagen. Als zijn vrouwtje hem
soms vroeg, of hij er geen mee wildé nemen
om in den trein te lezen, gaf hij een schert
send of een ontwijkend antwoord.
Aan 't station kocht hiji dan een „Star"
en 's avonds, als hij naar huis ging, een
„Westminster Gazette.'' Het eerste orgaan
had den moed Pro-Boer te rijn en de mili
taire medewerker van 't laatste had ten
minste een juisten blik op de zaken en deed
niet mee met de onbekookte leugenpraatjes
van zijn collega's.
Beide couranten liet 'hij' in trein of om
nibus achter. Bij zijn terugkomst in Lex-
liam Gardens trachtte hij' opgeruimd en
vroolijk te zijn.
Dat was immers een van Marion's huwe
lijksvoorwaarden geweest!
Als ze hem vroeg, of er nieuws was,
sprak hij1 er over heen, maakte haar 't een
of ander complimentje over haar toilet of
liaar uitzien en... verbeeldde zich gelukkig
te zijn.
En Marion, die overdag veel aan Nan en
Guy en Gerald en Ernest dacht, die nu
alle vier in Zuid-Afrika waren, deed haar
best om haar verdriet op zij te zetten en
zich onbezorgd voor te doen, opdat haar
man, als hij haar kuste, geen rimpels op
haar voorhoofd, geen tranen in haar oogen
zou vinden.
Ze vroeg dik wiji's iemand te eten, dat-
was gezellig, doch dan verzocht ze haar
gasten uitdrukkelijk niet over den oorlog
te spreken, gelijk de Fransche dames, tij
dens de Dreyfus-periode, op haar uitnooda
gingen schreven,On est prié ne pas tou
cher a l'affaire."
De periodieke bezoeken van het jonge
paar te „Westmere" waren voor beiden een
marteling geworden.
Bij de -familie Roodford werd van zelf
veel gesproken over 't geen hun 't naast
aan 't hart lag. Onwillekeurig begonnen ze
er over. Soms deed Marion haar best van
onderwerp te veranderen, maar dat- ging
niet altijd en, op den duur, werd 't beleedi-
gend voor Jan.
't Ergste was, dat men langzamerhand,
mogelijk wel door de sterke Pro-Boer nei
gingen, door de Hollanders aan deu dag
gelegd, de Transvalere en Vrijstaters met
de .Hollanders ging verwarren.
Men sprak van Dutch Generals, Dutch
prisoners, alsof 't oude moederland ge
meen© zaak had gemaakt met- zijn uitgewe
ken zonen.
i Jan trachtte wel die dwaling te verbete
ren, maar 't was uiterst -moeilijk dit op
een kiesche manier te doen.
Op een keer, dat er weer quaest-ie was
van de Dutch rebels, zei hij „De Engel-
schen doen ons werkelijk te veel eer, wij
zijn Boeren vrienden, jaWe noemen ze
onze broeders, maar onze vriendschap en
onze erkenning van bloedverwantschap da
teeren slechts van den oorlog af.
„Op school leeren we wel, dat de Voor
trekkers, de oude Boeren, Hollanders wa
ren, dat, de Rogeerimg indertijd Hollauldsohe
voornamelijk Amsterdamsche, weeemeisjes
uitzond, om hun haardsteden gezellig te ma
ken en hét echt Hollandse-hé ras voor uit
sterven te behoeden, maarverder ging
onze belangstelling vroeger niet. We appre
cieerden de volharding van den Staats-Pre
sident. maar Oom Paul was vóór den zomer
van '99, toen 't aan 't gisten ging in Zuid-
Af rika, een onbekende Oom voor zijn Hél-
landsehe neefjes' en nichtjes."
„Ze spreken tooh wel dezelfde taal," viel
Etihiel, die sedert 't uitbreken van den oor
log, haar Hollandschen zwager niet best zet
ten kon, smalend in.
„Och! wel nee. Laat je dat toch niet wijs
maJken. De Boerentaal staaf ongeveer tot
onze taal als het zoogenaamde Pigeon-En-
gelsch, dat de inboorlingen in de Koloniën
spreken, tot 't geen er in Engeland gespro
ken wordt.
„Luister nu eens even, wij zeggen b.v.
„Wij hebben 't- niét gedaan," of: „Zij wal
len vee1 praten," terwijl de Boeren er vain
gemaakt hébben „Ons lie 't nie geda' nie,"
en: „Hul wil banja gesels©."
„Och1 daar versta ik immers niets" van,"
riep Ethel uit, met een gezicht, als doden
die wanklanken haar pijn.
„Ik zal 't voor je opschrijven," zei Jan
geduldig. Waarop zijn strijdlustig schoon
zusje, na het geschrevene vluchtig ingekeken
te -hébben, opmerkte: „Ik vind liet voor
een Pre-Boer al erg min om zoo te spreken
en je oude stambroeders tc negeeren."
„Dat doe ik volstrekt niet," hernam Jan,
met cm toornig lioht in rijn donkerblauwe
ooge.i, dat Marion er nog nimmer in gezien
liad.
„Ik wilde je alleen maar duidelijk ma
ken, dat- het veriteerd is, de Boeren met de
Neder anders te verwarren. Wij zijn wél van
denzelfden stam, maar niet daaraan alleen
danken ze onze sympathie. Wij- staan hun
zaak voor, omdat die nabel is! Wij nemen
't ap voor de verdrukten, wij zijn op de
hand der zwakkeren
„Zwakkeren, die valsdhaards, die zich
achter „Kopjes" en boschjes verstoppen en
van daar op onze arme Tommy's schieten.
Ze zijn lafaards en verraders, die broere
van jou
,,-Eithél, sf-il toch," riep Marion angstig.
Gedurende de géheele woorden wisseling
had ze haar best gedaan om, door teékenen
en gebaren, haar zusje tof- zwijgen te bren
gen, maar te vergeefs. Ethel wist nooit -van
ophouden
„Sla géén ach't op wat een kind zegt,"
begon mevrouw Roodford
„Uit den mould der kinderen verneemt
men anders de waarheid," zei Ethel. „Dat
zullen de Bocrenvrienden toch wel toege
ven de Boeren zelf beweren fcoc.li zooveel
met den Bijbel op te hébben."
Wordt vervolgd