ST0. 351. 6" Jaargang. Vrijdag 5 Juni 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Par 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens Dij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f Elke regel meer - Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gelet op artikel 6 en 7 van Ihet Koninklijk 'besluit, d.d. 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) tot vaststelling van een Algemeen Reglement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken, noo- digt allen die niet op de laatste vastgestelde lijst van kiezers voor de Kamer van Koophandel te Amersfoort voorkomen, maar aanspraak kun nen maken om op de nieuwe kiezerslijst te wor den geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli aan staande ter Secretarie aangifte te doen op aldaar verkrijgbare formulieren. Vestigt er voorts de aandacht op, dat alleen zij genoemde aanspraak kunnen maken, die vol doen aan de beide volgende vereischten A. Men moet kiezer zijn van leden van den Raad der gemeente Amersfoort. B. Men moet te Amersfoort bestuurder of mede-bestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest van een bedrijf van handel of nijverheid. Amersfoort, den 4den Juni 1908. De Burgemeester voornoemd, WL'IJTIEIUS. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort maken bekend, dat het bureau van den Bur gerlijken Stand op den tweeden Pinksterdag voor het publiek geopend zal zijn des vóórmid dags van 8*i9 uur, uitsluitend tot ihet doen van aangiften van geboorten of overlijden. De hiervoor noodige aanvrage moet geschie den aan het gemeentehuis mondeling of schrif telijk uiterlijk tussohen 8 en 8£ ure des vóór- middags van dien dag. Amersfoort, den 3. Juni 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KKOESE. WU1JTIERS. Politiek Overzicht Zola in het Pantheon. Zola's overschot is thans in het Pantheon bijig)ezet, dat voor het Fransche volk is wat de Westminster abdij is voor Engeland, de rustplaats van-zijne groote mannen. De wet., die dit nationale huldeblijk verordende, is uitgevaardigd nadat het hof van cassatie zijn eindvonnis in de Dreyfus-zaak had geveld. De regeering deed toen aan de Kamer een voorstel tot militaire rehabilitatie van kolo nel Picquart en van kapitein Dreyfus. Do Kamer was echter van oordeel, dat deze daad van gerechtigheid nog niet voldoendë was, en besloot op voorstel van een hamer leden, den afgevaardigde Breton, dat het stoffelijk over schot van Emile Zola, dat sedert 1902 op het kerkhof Montmartre rustte, zou worden overgebracht naar het Pantheon. In de vol gende uajaarszitting schonk ook de Senaat zijne goedkeuring aan dit voorstel. Clemen- ceau, die inmiddels als minister-president was opgetreden, trad met kracht voor de aanneming in de bres. Hij weigerde op de kritiek, die in het debat ge leverd werd op den litter arische n arbeid van Zola, in te gaan; hij huldigde Zola als groot burger, die den moed had op een kritiek oogenblik zijn eigen bestaan op te offeren voor het algemeen belang. De Senaat deelde deze opvatting, en toen enkele weken ge leden, bij de behandeling van de cnedletaan- vrage voor de overbrenging van Zola naar het Pantheon, Maurice Barrès eene poging deed om Zola's nagedachtenis als schrijver door het slijik te halen, wees ook de Kamer dew aanvallen af. Regeering en parlement hebben dus, in naam van het Fransche volk, Zola.'s nagedach tenis gehuldigd om daarmede aan het toe komstige geslacht een verheffend voorbeeld van burgerlijke offervaardigheid en zelfver- loochen den d idealisme te geven. Nu is gisteren de plechtigheid in het Pan theon gestoord1 dioor een incident, dat geluk kig niet den droevigen afloop heeft gehad, die er voor was bestemd, ad f red Dreyfus, de martelaar van het Duivelseiland, is het mikpunt geweest- van een aanslag, die hem wel niet het leven heeft gekost, maar toch eene nieuwe marteling toevoegt aan die, wel ke hij reeds heeft doorgestaan. ,,0 Frankrijk, welke misdrijven worden in uw naam gepleegd!" heeft Marie Antoi nette gezegd op het schavot. Ook van het Fransche leger kan dit worden gezegd. Do zorg voor de eer van het leger heeft de hoogst geplaatsten in de Fransche militaire hiërar chie genoopt schavuiten te handhaven en zelf scbavuitenwerfk te doen om te verhinderen, dat een onschuldige uit de gevangenis werd verlost. De eer van het leger bestuurde de hand van den moordenaar, die te Ren nes nu. Laibori, den verdediger van Dreyfus toen zijne zaak voor de tweede maal behandeld werd, naar het leven stond. En nu is het wederom het volkomen valsche begrip van wat de eer van het leger vordert, dat do drijfveer geweest is tot dien. laiaghartigien aanslag, die op Dreyfus is beproefd op den dag, die bestemd was om een zijner onver schrokken verdedigers te eeren. Men ziet hieruit-, dat de strijd, die door de Dreyfuszaak is opgewekt, nog niet ten einde is. De naweeën van dien strijd doen zich nog steeds voelen. Maar toch men. gaat vooruit, en deze aanslag op Dreyfus zal eene nieuwe aansporing zijn om te volharden op den goeden weg. Een nieuwen stap op dien weg heeft de regeering dezer dagen gedaan door de indiening van een voorstel tot op heffing van de beruchte ,,Loi de dessaisisse- menfc", die in het heetst van den Dreyfus- strijd is tot stand gekomen. In het najaar van 1898, tosn de kamer van strafzaken van het hof van cassatie haar onderzoek voerde over het eerste Dreyfus-proces, werd door eene speciale wet aan d:e kamer de bevoegd heid om te oordeelen over de ontvankelijk heid van de revisie ontnomen en de beslis sing daarover opgedragen aan hlet hof Sof vereenigde zitting van de drie kamers. Deze Lod de1 dessaisissement zal nu weder a-fgeschaf t worden en daarmee zal aan het hof van cas satie de eer gegeven worden, die het toe komt-, dat het in alle stadia van den harts tocht waarmee de Dreyfus-strijd is gevoerd, de eer van de Fransche justitie hoog gehou den en het burgerlijke gezag in den staat ■gehandhaafd heeft. Duitschland. Uit den uitslag der verkiezing van de kiesmannen voor het huis van a fgevaardig- den van den Pruisischen landdag zijn na tuurlijk nog geene stellige conclusion te trek ken hoe de benoeming van de afgevaardig den door de kiesmannen op 16 Juni zal uit vallen. Slechts eenige voorloopige opmerkin gen kunnen worden gemaakt. Ingrijpende veranderingen van de partij verhoudingen schijnen niet te verwachten te zijn. Van de partieelo uitkomsten is de be langrijkste deze, dat de sociaal-democraten vooi het eerst onder het drieklassenstelsel eenige mandaten zullen krijgen. Van de twaalf mandaten, die Berlijn heeft te verge ven. zullen zij waarschijnlijk vijf krijgen, verder een in Rixdorf-Schönéberg, een der Berlijnsche voorsteden, en een in Hannover- Linden. In een paar districten zullen zij 't tot herstemming kunnen 'brengenof dat zal zijn met kans van slagen, moet worden afgewacht. Overigens zijn de veranderingen niet van groote beteekenis. De nationaal-liberalen hebben in Hannover iets verloren tegen de met den Bund der Landwirte verbonden conservatieven, maar hun in Oost-Pruisen Memel ontnomen. De vrijzinnigen zullen waarschijnlijk zich handhaven op hunne vroegere sterkte. Het centrum heeft zich in Opper-Silezië gehandhaafd, maar in Posen verliezen geleden; in het Rijnland heeft het eenige voordeel en behaald als gevolg van de verandering, die enkele overbevolkte distric ten hebben ondergaan. Sch werin 4 Juni. De in buitenge wone zitting vergaderde Landdag lie eft be raadslaagd over de principieele houding, die zou worden aangenomen ten opzichte van het voorstel der regeering. De Landschaft" besloot met 39 tegen 7 stemmen dat men zich bereid zou verklaren op den algemeenen grondslag van het regeeriugsontwerp de on derhandelingen voort te zetten. De Ritterschaft verklaarde zich met 291 stemmen tegen 65 voor de handhaving van de basis der Landstenden en besloot de regee- ring te verzoeken een nieuw ontwerp in to dienen, op die leest geschoeid. Frankrijk. P a r ij s 4 Juni. In verband met de plechtigheid der overbrenging van Zola's stoffelijk overschot naar het Panthéon, ver keerde het Quartier Latin in buitengewone opwinding. Alle 9traten op het Panthéon uitloopende waren afgezet. Er waren belang rijke maatregelen van orde genomen. Een aanzienlijke menigte manifesteerde in ver schillenden geest. In de Rue Soufflot en op den 'Boulevard Sa int-Michel deed <te politie tal van arrestaties. Om 10 uur waren ongeveer 200 arrestaties gedaan. De mili taire gouverneur van Parijs en zijn staf werden te hulp geroepen. Achtereenvolgens arriveerden de leden van het corps diplo matique, de presidenten van Senaat en Kamer en de leden van het ministerie. Fal- licres kwam in een open landauwer om 9.30 aan met Clémenceau. Bij zijne aankomst werd president Fallièree ontvangen met daveren de toejuichingen onder den kreet: ,,Leve Fallièree". Ook eenig gefluit weerklonk. Clémenceau werd eveneens zeer toegejuicht. De militaire honneurs werden bewezen aan het hoofd van den staat. Minister Doumer- gue, die een redevoering hield, verklaarde daarin dat het vaderland eer wilde bewijzen aan de nagedachtenis van een groot burger, die in een tragische en droeve stonde in de Fransche historie niet -aarzelde rust, welzijn, vrijheid, ja zelfs indien bet noodi-g ware ge weest het leven zelf op te offeren voor het zoeken naar gerechtigheid. Zola stelde zijn trots en vreugde er in stroomen van haat en woede te bravecren. Hij schreeuwde om waarheid, die hij in zijne bewonderenswaardige voorzienigheid geheel had ontdekthij maakte dwalingen, leugens en onrechtvaardigheden bekendnoch hate lijkheden noch laster werden hem gespaard. Hij leerde de zinneloosheid en woede der massa's kennen, de bitterheid van .lucht en verbanning, maar hield het vertouwen in zijn medestrijders, die waren gebleven. Parijs, 4 Juni. Om 11.35 hedenmor gen, aan het 6lot der plechtigheid der over brenging van Zola's stoffelijke overblijfse len naar bet Panthéon, vuurde een man een revolver af op majoor Dreyfus, die aan den po's werd gewond. Tweede telegram. De man, die twee revo'verschoten op Dreyfus loste, hem aan den arm verwondende, is genaamd Gregori, journalist. Parijs, 4 Juni. De minister Doumer- gue eindigde zijne rede met te zeggen, dat- iu zulke aanvallen de ziel deT natie zich vormt in duurzamer metaal. Aan het innige geloof, dat Zola bezielde, aan den helden moed, dien dit geloof hem ingaf, hebben wij hulde willen bewijzen. De plechtigheid was om 11 uur afgeloo- pen. De president en de officieele personen kwamen naar buiten om het défilé van de troepen bij te wonen, toen er geschreeuw gehoord werd in het Pantheon. De nainisr ters versnelden hunne schreden en men zag D'reyfus naar buiten komen, ondersteund door zijn broeder en door dr. Poezilater kwam de bedrijver van den aanslag. Het défilé had plaats onder liet spelen van de Marseillaise en de toejuichingen van de menigte. De aanrander Gregori is oud-leerling van de Ecole normale supérieure, redacteur van de Gaulods en de France Militaire en be stuurder van de Association de la presse militaire. Hij is naar het huis van bewaring overgebracht. Toen hij, onder geleide van agenten, het raadhuis verliet, riep de me nigte: „Doodt den moordenaar". Een tal rijke troep agenten moest het rijtuig be schermen tegen de menigte, die Gregori te lijf wilde. Te 12 uur 30 kwam hij in het huis van bewaring aan. Aan den broeder van Dreyfus had Gregori het te danken, dat hij in het Pantheon niet- door de me nigte werd gelyncht. De substituut van den procureur der Republiek is, bijgestaan door eenige politie autoriteiten, terstond overgegaan tot een gerechtelijk onderzoek naar den aanslag. Nadat zijne Wonde voorioopig verbonden was in de mairie nabij het Pantheon, nam majoor Dreyfus plaats in een automobiel en reed hij naar liuis. De mi nis ter-president en alle ministers lieten naar den toestand van Dreyfus infor- meeren. Voor het Pantheon beweegt zich een woe lige menigte, betoogingen houdende in verschillenden zin. Vele betoogers hadden insignes in bun knoopsgat, roode cocardes of driekleurige. Sommige personen liepen rond met kamerpotten met beleedigenie op schriften. Wanneer het eerste schot goed gericht was geweest-, dan zou Dreyfus in den rug zijn geraakt. Door het 'geluid van het schot gewaarschuwd, bracht hij bij instinct zijn arm voor de borst en werd dientenge volge door het tweede schot aa-n den arm gewond. Het geneeskundig bulletin houdt bet vol gende in De kogel is diep in den bovenarm doorgedrongen zonder -het been te raken. De gewonde is rustig en zonder koorts; vol strekte rust is noodzakelijk. Engeland. Koning Eduard en koningin Alexandra zullen zich Vrijdag avond a-an boord Van hun jacht Victoria and Albert inschepen naar Reval. De kruisers Natal en Cochrane zullen het jacht begeleiden tot den ingang van het kanaal van Kiel, en de kruisers Mi notaur en Achilles van daar tot- Reval. Te St. Petersburg loopt het gerucht, dat admiraal ToucEard, de Fransche gezant, te Reval koning Eduard zal -gaan begroeten. Lord Tweedmouth, die in het ministerie Campbell-Ba-nnerman Eerste Lord der Ad miraliteit was en in het kabinet-Asquithl het a-mbt van Lord President of the Coun cil bekleedt, is blijkens een telegram uit Londen, zoo ernstig ziek géwordén, dat zijn onmiddellijke opneming iu ee!n sanatorium] noodzakelijk werd'. Londen, 4 Juni. Na een levendige discussie, die zelfs aanleiding gaf tot storiu- aclitige tooneelen, werd het voorstel van het lid der arbeidspart-ij O'Grady om de begrooting van buitenla-ndeche zaken te ver minderen, als protest tegen het officieele be zoek van de Koning aan Rusland, verwor pen met 225 tegen 59 stemmen. In den loep der beraadslaging zeide de minister van buitenlandsche zaken Sir Eid- ward Grey, dat de Koning het bezoek brengt op advies van het kabinet. Men hoopt dat het ten goede zal karnen aan de betrekkin gen tusschen Engeland en Rusland. Hij stelde met nadruk in het licht welke nood lottige gevolgen de poging om Rusland We gens bezwaren tegen zijne binnen landsche aangelegenheden te boycotten na zich zou sleepcn, en hij verklaarde zeer gestemd te zijn voor een ernstige, loyale poging tot sa menwerking tusschen de beide staten. Het bezoek had reeds voor geruimen tijd gebracht moeten zijn; het kon nu niet langer uitge steld worden zonder in het oog loopende onbeleefdheid. Wat het denkbeeld betreft, dat het be zoek slechts van particulieren aard zou zijn, oan onderscheid te makieai tusschen een be zoek aan den Czaar en bezoeken aan andere Vorsten, omdat de regeering de wjjze, waarop dé binnenlandsche zaken iu Rusland behan deld worden niet goedkeurt, zulks zou het bezoek tot een beleediging maken. Wanneer liet voorstel van de arbeddspartij werd aan genomen, dan kon men de Engelsch-Russi- sche overeenkomst wel in stukken scheuren en zou het belachelijk zijn die onderhande lingen over de Macedonische hervormingen, die zulk een bevredigend verloop hebben, voort te zetten. De minister eindigde met de voorspelling, dat een groote toekomst voor Rusland is weg gelegd en dat het behoud van den wereld vrede zal afhangen van de betrekkingen tus schen Rusland en Groot-Brittannië- Hij ontkende nogmaals, dat er onderhan delingen gevoerd worden over een nieuw1 verdrag of eene overeenkomst of dat daar omtrent- tijdiens het bezoek onderhandelingen zouden worden aangeknoopt. Hij ontkende voorts, d'at over eene leening tusschen de beide staten werd onderhandeld. Hij zieide, dat de Russische revolutionnairén dachten, dat de Russische regeeriug van plan was een leening te sluiten en dat een conflict zulks zou bemoeilijken. Daar nu de revolutionnai- ren trachten de zaken zooveel mogelijk in de war te sturen, vroeg hij of het gewonsscht zou zijn, dat de Britsche regeering mede zou werken aan zulk een manoeuvre. Dat zou zijn in de 'kaart spelen van de uiterste tfevo- lutionnadre of dé uiterste react ionn aire par tijen, de eenige elementen in Rusland, die tegen het bezoek gekant rijn. De beraadslaging werd met groote opge wondenheid voortgezet. Keir Hardie zou bij na geschorst rijn, omdat hij zich de uitdruk- 41 BOOR THERESE HOVEN. Ze zag voor zich den 'Zuid1-Afrikaanschen grond, door noesten vlijt en jaren la-nge vol harding herschapen in welvarende bezittin gen... en dat alles vernietigd, vertrapt, ver morzeld En Londen, wel in rouw, maar toch in bloei,,Wee onzer!" zuchtte de doc/hter van het volk, dat- wilde overwinnen, dat wilde zegevieren en dat voor geen enkel middel terugdeinsde om dat doel te berei ken. ,,Ook. in Engelnd wordt geweend, ook wij: brengen onze offers," daarmee troostten de meesten, zelfs de wel denkenden zidli, maar 't stond niet gelijk, o't stond niet- gelijk. 't Herdersvolk, tusschen de Limpopo en de Oranje-rivier, werd niet alleen van zijn beste strijders beroofd, maar van zijn haard en hof. De Boeren gebruikten enkel Mau sers en Lee Metfords, maar de Britten na men 't' vuur te baat, dé Boeren schoten, maar de ©'ritten roofden en plunderden. ,,Wee onzer," mocht wel de kreet- zijn der Engelsche vrouwen, als ze haar gedach ten lieten gaan over 't- gruwelijke misdrijf, dat er, in naam van Engeland's Koningin, bedreven werd HOOFDSTUK VII. Ontwaken. Hoe en wanneer 't gekomen was, hadden ze geen van 'beiden kunnen zeggen. Ze zouden het zelfs zeer sterk ontkend hebben en toch't feit bestond. De verhouding tusschen Jan Vermeer en zijn vrouwtje was niet zoo innig als in de eerste maanden van hun huwelijk. 'Na zijn beczoek aan zijn ouders was Jan veel meer en 'heel anders over den oorlog g-aian denken en langzamerhand begon hij zich minder thuis in zijn nieuw vaderland 'te gevoelen. Zijns ondanks werd hij onaangenaam ge stemd bij 't lezen der opgeschroefde be richten van de Jingo-pers. Hij vermeed zooveel mogelijk er met Marion over te spreken 's Morgens, vóór hij wegging, nam hij geen notitie van de courantendie er op de ontbijttafel lagen. Als zijn vrouwtje hem soms vroeg, of hij er geen mee wildé nemen om in den trein te lezen, gaf hij een schert send of een ontwijkend antwoord. Aan 't station kocht hiji dan een „Star" en 's avonds, als hij naar huis ging, een „Westminster Gazette.'' Het eerste orgaan had den moed Pro-Boer te rijn en de mili taire medewerker van 't laatste had ten minste een juisten blik op de zaken en deed niet mee met de onbekookte leugenpraatjes van zijn collega's. Beide couranten liet 'hij' in trein of om nibus achter. Bij zijn terugkomst in Lex- liam Gardens trachtte hij' opgeruimd en vroolijk te zijn. Dat was immers een van Marion's huwe lijksvoorwaarden geweest! Als ze hem vroeg, of er nieuws was, sprak hij1 er over heen, maakte haar 't een of ander complimentje over haar toilet of liaar uitzien en... verbeeldde zich gelukkig te zijn. En Marion, die overdag veel aan Nan en Guy en Gerald en Ernest dacht, die nu alle vier in Zuid-Afrika waren, deed haar best om haar verdriet op zij te zetten en zich onbezorgd voor te doen, opdat haar man, als hij haar kuste, geen rimpels op haar voorhoofd, geen tranen in haar oogen zou vinden. Ze vroeg dik wiji's iemand te eten, dat- was gezellig, doch dan verzocht ze haar gasten uitdrukkelijk niet over den oorlog te spreken, gelijk de Fransche dames, tij dens de Dreyfus-periode, op haar uitnooda gingen schreven,On est prié ne pas tou cher a l'affaire." De periodieke bezoeken van het jonge paar te „Westmere" waren voor beiden een marteling geworden. Bij de -familie Roodford werd van zelf veel gesproken over 't geen hun 't naast aan 't hart lag. Onwillekeurig begonnen ze er over. Soms deed Marion haar best van onderwerp te veranderen, maar dat- ging niet altijd en, op den duur, werd 't beleedi- gend voor Jan. 't Ergste was, dat men langzamerhand, mogelijk wel door de sterke Pro-Boer nei gingen, door de Hollanders aan deu dag gelegd, de Transvalere en Vrijstaters met de .Hollanders ging verwarren. Men sprak van Dutch Generals, Dutch prisoners, alsof 't oude moederland ge meen© zaak had gemaakt met- zijn uitgewe ken zonen. i Jan trachtte wel die dwaling te verbete ren, maar 't was uiterst -moeilijk dit op een kiesche manier te doen. Op een keer, dat er weer quaest-ie was van de Dutch rebels, zei hij „De Engel- schen doen ons werkelijk te veel eer, wij zijn Boeren vrienden, jaWe noemen ze onze broeders, maar onze vriendschap en onze erkenning van bloedverwantschap da teeren slechts van den oorlog af. „Op school leeren we wel, dat de Voor trekkers, de oude Boeren, Hollanders wa ren, dat, de Rogeerimg indertijd Hollauldsohe voornamelijk Amsterdamsche, weeemeisjes uitzond, om hun haardsteden gezellig te ma ken en hét echt Hollandse-hé ras voor uit sterven te behoeden, maarverder ging onze belangstelling vroeger niet. We appre cieerden de volharding van den Staats-Pre sident. maar Oom Paul was vóór den zomer van '99, toen 't aan 't gisten ging in Zuid- Af rika, een onbekende Oom voor zijn Hél- landsehe neefjes' en nichtjes." „Ze spreken tooh wel dezelfde taal," viel Etihiel, die sedert 't uitbreken van den oor log, haar Hollandschen zwager niet best zet ten kon, smalend in. „Och! wel nee. Laat je dat toch niet wijs maJken. De Boerentaal staaf ongeveer tot onze taal als het zoogenaamde Pigeon-En- gelsch, dat de inboorlingen in de Koloniën spreken, tot 't geen er in Engeland gespro ken wordt. „Luister nu eens even, wij zeggen b.v. „Wij hebben 't- niét gedaan," of: „Zij wal len vee1 praten," terwijl de Boeren er vain gemaakt hébben „Ons lie 't nie geda' nie," en: „Hul wil banja gesels©." „Och1 daar versta ik immers niets" van," riep Ethel uit, met een gezicht, als doden die wanklanken haar pijn. „Ik zal 't voor je opschrijven," zei Jan geduldig. Waarop zijn strijdlustig schoon zusje, na het geschrevene vluchtig ingekeken te -hébben, opmerkte: „Ik vind liet voor een Pre-Boer al erg min om zoo te spreken en je oude stambroeders tc negeeren." „Dat doe ik volstrekt niet," hernam Jan, met cm toornig lioht in rijn donkerblauwe ooge.i, dat Marion er nog nimmer in gezien liad. „Ik wilde je alleen maar duidelijk ma ken, dat- het veriteerd is, de Boeren met de Neder anders te verwarren. Wij zijn wél van denzelfden stam, maar niet daaraan alleen danken ze onze sympathie. Wij- staan hun zaak voor, omdat die nabel is! Wij nemen 't ap voor de verdrukten, wij zijn op de hand der zwakkeren „Zwakkeren, die valsdhaards, die zich achter „Kopjes" en boschjes verstoppen en van daar op onze arme Tommy's schieten. Ze zijn lafaards en verraders, die broere van jou ,,-Eithél, sf-il toch," riep Marion angstig. Gedurende de géheele woorden wisseling had ze haar best gedaan om, door teékenen en gebaren, haar zusje tof- zwijgen te bren gen, maar te vergeefs. Ethel wist nooit -van ophouden „Sla géén ach't op wat een kind zegt," begon mevrouw Roodford „Uit den mould der kinderen verneemt men anders de waarheid," zei Ethel. „Dat zullen de Bocrenvrienden toch wel toege ven de Boeren zelf beweren fcoc.li zooveel met den Bijbel op te hébben." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1