TS*. 370.
Donderdag 25 Juni 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
Oae Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyks,
dagen.
behalve op Zon- en Feest-
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zendon.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.1O.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
A.an hendie met 1 Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen kosteloos toege
zonden
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien <le missive van den heer Kolonel, Mili
tie-Commissaris in deze provincie, d.d. 21 Juni
1908, no. 12, en art. 130 der Militiewet 1901
Doen 'te weten, dat de verlofganger
BAKKENESWILLEM
lotclin-g dezer gemeente, der lichting 1906, van
het 5e Regiment Infanterie, op Dinsdag, den
14dén Juli 1908, des voormidda/gs om 10 uren,
in het Militaire Logement, Lange Nieuwstraat
le Utrecht, gekleed in uniform en voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken, hem hij ver
trek mot groot verlof medegegeven, van zijn
zakboekje en verlofpas, ter na-inspectie voor
gemelden Militie-Commissaris moet verschijnen.
Do aandacht van gemelden verlofganger wordt
gevestigd op art. 131 der Militiewet 1901, 'het
welk o. m. bepaalt, dat do verlofganger, die niet
overeenkomstig art. 130 der gemelde wet voor
den Militie-Commissaris verschijnt, in werke
lijke» dienst wordt geroepen en daarin geduren
de ten hoogst© drie maanden gehouden.
Amersfoort, den 24. Juni 1908.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEXFERT KllOESE. WU IJ TIERS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat
bij kun besluit van heden, ingevolge art. 8 der
Hinderwet, aan F. E. Spelten, wonende alhier,
vergunning is verleend tot de oprichting eener
Ververij en Katoenwassöherij, in het perceel,
gelegen aan een steegje, uitkomende op de
Appelmarkt, wijk F, kadastraal bekend ge
meente Amersfoort, Sectie E, No. 3435.
Amersfoort, den 22. Juni 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEXFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De Du Use lie Keizer geschetst door
een Franschiuan.
Een zeer waardeerende karakterschets
van den Duitschcn Keizer, die kan
dienen tot geruststelling en tot beter©
inlichting van zijne landslieden, wordt door
Leopold Mabilleau geleverd in de Opinion
op grond van eene audiëntie, dio hem in
Juni 1907 door den Keizer werd verleend.
De Schr. vat zijn oordcel over den monarch
aldus samen
Impulsief temperament, dat door een vast
karakter beheerscht wordtverworven zelf-
beboersching, die juist daarom des te zekerde;*
is; werkelijke, onophoudelijke oprechtheid
ondanks de tegenstrijdigheden van het woord
met de uitvoering, die slechts do strijd
teweeg brengt van den wil tegen deindruk
ken, waarbij deze kaatsten zich steeds onder
inspraak van het verstand moeten bui
gen. Men begrijpt dus het gezegde van een
raadsman van der Keizer, dat slechts oneer
biedig klinkt: ,,Het kan hem overkomen
onvoorzichtigheden te zeggen, maar volstrekt
niet ze te begaan". Ieder weet, dat de
leidende gedachte van Keizer Wilhelm die
is van de taak, welk© hem hier beneden is
toevertrouwd, dat hij daarbij een soort mys
ticisme aan den dag legt, waaruit hij zijn
weerstandsvermogen tegen verzoekiugen van
allerlei aard put. Maar men moet weten,
dat hij aan zijne opvattingen van zijn plicht
als hoofd van den staat, van zijne verant
woordelijkheid tegenover het Duitscbe volk,
van zijne zorg voor Duitschland's lotgevallen
eene uitsluitend vreedzame beteekenis geeft.
Hij verzekert en zegt het openhartig, dat
do oorlog de ergste van alle kwalen is en
dat hij zich er slechts op voorbereidt om
hem te voorkomen. Den stoffelijken, verstan
delijken cn zedelijken welstand van het hem
toevertrouwde volk in den handel, in de
nijverheid, in kunst en wetenschap te ont
wikkelen en te bevorderen, daarop zijn zijne
gedachten gericht, niet op veroveringen
De heer Mabilleau deelt de volgende
woordelijke verklaringen va^i den Keizer
mede*.
„Waartoe zou eene provincie meer ons
kunnen dienen, die tot den prijs van ont
zettende ellende en honderdjarige haat-herin
neringen veroverd werd Wat zou Duibsch-
land kunnen winnen bij het verbreken van
een vrede, waarin hot sedert 37 jaren aan
houdend gegroeid en sterker geworden is?
Wanneer het een zoo sterk mogelijk leger
en vloot onderhoudt, dan gebeurt dat slechts
om zijne stelling in de wereld te handhaven,
die het tegenwoordige geslacht niet mag
laten verzwakken en vervallen, en om zijn
handel en zijn invloed te water en te land
te verdedigen". En in vuur gerakende, ging
de Keizer voort: ,,Heb ik niet in het oog
vallende waarborgen voor mijne oprechtheid
in dit opzicht gegeven? Gelooft gij, dat er
gedurende de twintig jaren van mijne regee
ring niet §ene gelegenheid zou zijn geweest
de gebeurtenissen te overhaastenals ik
vijandelijke bedoelingen had gehad? Neen,
neen, ik wil geen oorlog voeren. Zaak voor
de anderen is het, mij niet daartoe te dwin
gen. Laat ons van de betrekkingen van
Frankrijk tot Duitschland spreken. Welk
een grof vergrijp togen de logica, ondanks
de uiterlijke correctheidWilt gij de
revanche? Neen, want gij bereidt haar im
mers niet voor. Gij werkt immers tegen
elk© aggiessicvc organisatie. Vrede dus?
Maar waarom dien dan uitoefenen in zoo-
danigen vorm, dat niemand daarbij zijne
rekening vindt, met u zelf te beginnen, die
do nadoelen van de heide houdingen op u
weet te vereenigen? £r is slechts één ver
standig besluit tusscheu ons, namelijk een
vast bondgenootschap, dat de rechten van
ieder bepaalt en aan den broedermoordenden
strijd een einde maakt. Want als Frankrijk
en Duitschland het voor goed eens waren en
in hunne vriendschap Oostenrijk, Italië en
Spanje lieten doelen, dan zou niemand aan
een oorlog durven te denken. Van Elzas-
Lotharingen willen wij liever niet spreken.
Het staat aan u, u in de wereld sterk en
handig genoeg to toonen om elders schade
vergoedingen te krijgen, die do waarschijn
lijke veranderingen van de Europeesche
kaart in twintig jaren zeker mogelijk zullen
maken. Zijn dan uw© gansche politiek, uw©
gansche toekomst, uw gansche lot gebonden
aan het terugnemen van dit plekje, dat ik
u evenmin kan terug geven als gij het kunt
terug nemen?
Is <le Europeesche beschaving, die van zoo
vele zijden bedreigd wordt en die slechte
door onze overeenstemming* zou kunnen
brioonfeeren, niet het offer van een gevoel,
ik wil niet zeggen van eigenliefde, waard?
Het is immers niet te doorn om. de ©nder-
teeksening van een nieuwen afstand. Het ver
drag van Frankfort is een voldongen feit.
Dab is het verleden. Wilt gij niet liever in
de toekomst zien?"
De heer Mabilleau teekent bij deze woor
den des Keizers aan
,,Ik heb mij niet te mengen in de beslui
ten van de verantwoordelijke leiders van
orze politiek, maar mag toch constateeren,
dat de uit Duitschland klinkende roepstem,
toen zij rechtstreeks uit den mond van den
Keizer kwam, niet- dien dreigenden toon
had, dien hij in de mededeelingen Van de
Duitscbe pers had. Het is mijne diep gewor
telde overtuiging, dat Wilhelm II volkomen
oprecht is, als hij elk© oorlogszuchtige be
doeling afwijst, en dat tegenover liem scherp
zinnigheid en vertrouwen tegelijk bewezen
wordt, als men zich niet over eene onge
duldig© beweging of een scherp woord op
windt, waartoe eene onvoorzien© omstandig
heid hom kan meesleepeu. De combinatiër
met dubbel© of driedubbele „détente" der
Engelsche politiek laten hem zeker niet on
verschillig en zeker moet men alles vermij
den wat zou zweemen naar eene uitdaging.
De leiders van onze regeering moeten zeer
veel takt toonen en voorzichtig tusschen de
bedde rijen klippen het schip sturen. In ieder
opzicht is heb boter, met Wilhelm II te
doen to hebben. Hij is ongetwijfeld en in
de allereerste plaats Duitscher. Maar hij
voelt zich als lid van de weireldmaatschappij,
als leidend en verantwoordelijk lid. Hij*
droomt van eene federatie dei* Vereenigde
Staten van Europa, waarvan men zou kun
nen onderstellen, dat daarin aan Duitsch
land de hegemonie zou ten deel vallenmaar
waaruit hij geen ander nut hoopt te trekken,
dan den harmonise hen en vrcedzamen voor
uitgang der natiën. Men 'behoeft niet alles
letterlijk van hem t© gelooven. en het is vol
strekt niet verboden zijne handen in het
diplomatiek© spel oplettend te volgen. Maar
het zou onbillijk zijn niet gelijktijdig dat
gene wat hij zegt- en datgene wat hij niet
doet in aanmerking te nemen. Wat mij be
treft, ik ben bem er dankbaar* voor, dat hij,
op zekeren dag glimlachend in het autogra
fen-album dat -ene jonge Fransche dame
hem aanbood, de woorden schreef: „Guil-
iaum© I. R. Mutualiste."
Duitschland.
Bruusbiittelkoy, 24 Juni. In
antwoord op do rede van burgemeester
Burchard bij het diner van gisteren aan
boord van de Oceana, gewaagde de Keizer
van de voorgenomen hervorming der rijks
financiën en zei-deDe grondslag is gelegd,
de plannen zijn opgemaakt. Het Ham-
burgsche bloed, dat in de aderen van onzen
uitnemenden en hoog geachten kanselier
vloeit, zal u waarborgen dat het gebouw van
deze hervorming zal zijn rationeel en gezond
dienstig voor liet rijk. De man, die hem ter
zijde staat, verdient uw volle vertrouwen en
dat van het vaderland. Wat ontworpen is,
moet nog geheim blijven; hel mag niet ge
zegd worden. Missfchien kan, als ik den
sluier ©enigszins moet oplichten, voor hen,
dio niet getrouwd zijn, een vrijgezellenbe
lasting te voorschijn komen; bepaald is dat
echter nog niet. (Groote vroolijkheid).
Daarna herdacht de Keizer nogmaals de
schoon© dagen, die Hij in Hamburg had
doorgebracht, en ging toen voortIk zon
mij eenmaal hier, waar zoovele Hamburgsch©
schepen aanwezig zijn, ook mijnerzijde ver
zekeren hoe diép ik getroffen ben geworden
door de houding van de bevolking op dien
avond op de Alster. Toen ik mij afvroeg
wat de reden was voor deze uitbarsting van
geestdrift, weerklonk spontaan, eerst lang
zaam, daarna steeds machtiger klinkend, ons
oud Duitseh stormlied. Toen wist ik ge
noeg. Mijne hoeren, ik dank u daarvoor. Ik
heb u verstaan. Het was den druk van de
vriendenhand van een man, die vastberaden
zijn weg gaat en die weet, dat hij iemand'
achter zich heeft, die hem verstaat en die
hem wil helpen. De Hamburgers en ik, wij
verstaan elkaar.
Bij de herstemming, die iu het twaalfde
Berlijnsck© district (Moiabit) heeft plaats
gehad, is de sociaal-democratische camdi-
daat gekozen met. 313 tegen 307 stemmen.
Het aantal sociaal-democraltisehe leden in
het nieuwe huis van afgevaardigden van
den Pruischen landdag is daardoor ©p 7
(gebrachtMet veefl succes hebben de sociaal
democraten bij deze herstemming het bty-
cotten van neringdoenden in toepassing ge
bracht, waarbij 't hun te stede kwam, dat
de stemming openbaar is.
De draadlooae telegrafie wordt met 1 Juli
in de officieele telegrafie van het Duitscbe
rijk opgenomen. De noodigo wijzigingen in
ihet reglement voo-r de telegrafie zijn op
grond van het internationale Berlijnsche
verdrag van 3 November 1906 afgekondigd.
Daarin wordt gezegd: „Vonkentelegrammen
zijn telegrammen, die door middel van de
vonken telegraaf tusechen kuststations en
stations op schepen in zee of tuesdhen sche
pen in zee gewisseld worden."
Belgift.
De herstemmingen voor de Provinciale
Staten -he/bben alleen in Verviers eene uit
komst gehad, die in den toestand verande
ring brengt. Daar zijn in plaats van aes
socialisten, die vroeger zitting hadden, ge
kozen twee socialisten en één liberaal. Het
eindresultaat met inbegrip van de herstem
mingen is, dat de clericalen op 328 manda
ten vijf hebben gewonnenzij verliezen
eene plaats in Brabant en twee in Luxem
burg en winnen zes in Namen en twee in
Luik. Overigens is de verhouding onveran
derd gebleven.
Noorwegen.
Chris tiania, 2 4 Juni. Morgen-
bla/det bericht uit Tromsoe, dat de groot
hertog van Oldenburg aan boord van het
pfleizoie-rjacht Lensahn, koanerude van Sjpits-
bergen, aldaar is aangekomen.
Als gasten waren alan boord Prins Hen
drik der Nederlanden, benevens een Duit-
sche pirins en prinses.
Te Bcdo© zal Prins Hendrik zich begeven
aan boom van het Nederla-ndsche pantser
schip, dat hem d'aar opwacht.
Italië.
Parma, 2 4 Juni. De algemeen© sta
king is geëindigd.
In de stad Panna hebben de onlusten
zich niet herhaald; de opgewondenheid
schijnt l© bedaren. De prefect heeft het ge
bouw van de arbeidskamer weter willen te
ruggeven aan deze instelling, di© zich ver
handen had, dat dan de alg©me©ne staking
zou ophouden. Het stedelijke bestuur pro-
terteorde echter tegen d© teruggave, het
geen de staking deed voortduren. De sta
kingen in de andere sbedrin zijn van gerin
ge beteekenis en zullon «niet van Langen duur
zijn.
Rutland.
De financieel© commissie van den rijks
raad heeft het onderzoek van het van de
rijksdoema afkomstige wetsontwerp betref
fende de begrooting van uitgaven van het
ministerie van marine voor 1908 ten einde
gebracht. Deze begroeting is door de com
missie op ongeveer 83 millioen roebels be
paald, d. w. z. II millioen hooger dan het
totale bedrag, dat dioor de rijksdoeana ia
vastgesteld. Deze 11 millioen vertegenwoor
digen de eredieten voor het bouwen van
nieuwe oorlogsschepen en tot betaling van
voorschotten aan de werven, die voor het
departement van marine bestellingen uit
voeren.
Sebastopol, 24 Juni. Eene af-
deeling van de Zwarte Zee-vloot, bestaande
uit drie linieschepen, één kruiser en negen
torpedobooten, die gisteren Sebastopol ver
liet tot het houden van praktische oefenin
gen, zal eenigte vreemde havens aan de
Zwarte Zee, n.l. Burgas, Varna en Hera-
klea, bezoeken.
In deze havens worden de gebruikelijke
toebereidselen gemaakt voor de ontvangst
van het eskader.
De berichten in de bladen over een de
monstratie die bet doel van het uitgaan van
dit eskader zou zijn, missen allen grond.
Voor Ihet eerst sedert- den zwaren slag,
dien de Russische marine bij Tsjoesjima door
de Japanners en bij Kroonstad en Sevasto
pol door de muiterij van hare eigen man
schappen geleden heeft, hoort men weer van
het optreden van een Russisch eskader.
Eenige dagen geleden kwaui een uit vier
pantserschepen en negen torpedobooten be
staand eskader van de Russische Zwartezee-
vloot te Samsoen aan de Klein-Aaiatisdke
kust van Turkije. Voorafgegaan was het be
richt, dat de Russen van plan zijn vloot-
manoeuvres in de Zwairte zee te ondernemen
en daarbij ook de havens van andere oever-
staten aan te doen. Daarbij 'blijft het in-
tussc'hen niet. Op het eerste gedeelte
van de Vloot ijvolgt thans een tweede
en veel grooter gedeelte. Uit Sebastopol
wordt bericht, dat een eskader onder bevel
van schout-bij-nacht Ziwinski en eene flot-
ti Ho torped©booten ouder bevel van schout
bij-nacht Sarnawski van d'aar naar de Turk-
sohe wateren vertrokken zijn.
De Zwarte zee is groot genoeg om vloot-
manoeuvres van zelfs zeer grooten omvang
te houden, maar wanneer deze manoeuvres*
zoo gehouden worden, dat de tocht van Se
bastopol direct naar de Turkse1 o wateren
gaat, dan ligt de opvatting voor de hand,
dat daarmee een politiek doel wordt beoogd.
Vermoedelijk is het doel enkel indruk te
maken, en in dien zin zal men wel de on
derneming als eene vlootdemonstratie heb
ben te beschouwen.
Turkg*
Osman Paeha, de bevelhebber van het
Macedonische legerkorps, is naar Konstan-
tinopel ontboden en met een extra-trein, van
verschillende officieren van zijn staf verge
zeld. aangekomen. Deze reis wordt in ver
band gebracht met de herleving van den
bonden oor log, tengevolge van de vereeni-
ging der Grieken en Serven tegen de Bul
garen.
Eene Bulgaarsohe bende heeft in de buurt
van Krustowo den inspecteur van politie te
Monastir, Samy genaamd, vermoord en een
kapitein, die aan het hoofd van eene troe-
penafdeeling de bende vervolgde, gewond.
60 DOOR
THERESE HOVEN.
„Je ziet, hoe ik mijn best doe ©m HolL
landsch te worden."
„Dan moest je maar met mij, me© gaan,
zou-je willen, Marion?"
„Dol graag als je mij! mee wilt heb
ben?"
„Natuurlijk, ik zou 't juist heerlijk vin
den. Wij zijn 't nu zoo goed eens. O! kind,
je hebt me toch zoo gelukkig gemaakt, ik
miste mijn vrij, onbezorgd zeemansleven
'toch zoo
„Als je je nu maar niet te veel aan je
schip zult hechten, zoodait je .geen verlangen
meer zult voelen naar je vrouw* en je te
huis.'
,'Daar hoef je niet bang voor te zijn.
Geen teerder echtgenoot, geen huiselijker
man dan een zeeman, als hij' met verlof is.
Eerst als men gevaren heeft, waardeert
men zijin nestje aan den wal, dat zuil je eens
zien. Laat mij er maar op uittrekken, kind,
dan zul je ondervinden, hoe innig verheugd
ik tot je weder zal keeren. Ons zeelui, zit
nu eenmaal die behoefte naar een dubbel
leven in 't bloed; zijn wo thuis, dan ver
langen we naar t geklots der baren. maar
zijn we eenmaal weer verzadigd van die
muziek, dan lokt ons de etensbel van moe
der de vrouw."
„De etensbel, John, hoe prozaïsch."
„De sirene lokstem van ''t wijfje zelve
dan."
„Tot je er weer genoeg van hebt en op
nieuw weggaat."
„Altijd toch weer om terug te komen en,
■hoogtijd te vieren met- mijn liefste aan den
wal
„Je wordt heusch galant."
Ze was er blij om, haar man weer ge
lukkig te hebben gemaakt, bem 't vooruit
zicht te hebben geopend, zijn vroeger leven,
dat hij steeds 'was blijven betreuren, te
kunnen hervatten, maar toch, in zijn geluk,
lag een stil verwijt voor haar.
Hij zou haar dan toch maar zonder al
te veel smart veria tenze had hem dus
niet genoeg kunnen 'boeien, haar sirene
stem ochnee, die had hem op den duur
nidt kunnen bekoren. De echte sirenen, de
zeenimfen, Zongen een machtiger lied,
waaraan hij met wellust zou gehoorzamen.
En zij, zou rustig af blijven wachten, tot
die zang, voor een poos, zou verstommen
en zich tevreden moeten stellen met 't geen
haar man haar van zijn tijd) en persoon zou
willen geven.
'n Zeemansvrouw was toch een misdeelde
van 't Noodlot. Zelfs de meest geliefde kon
nooit de eerste bij haar man zijneei*st de
zee en dan zijn vrouw zoo bemint de
zeeman
En komt de vrouw er tegen in verzet,
wil zij 'do orde der zaken veranderen, wil
zij hem de zee, 't element, waar hij. zich
thuis voelt, doen vergeten dan lukt 't haar
toch niet, dan is hij als een gevangen vogel,
die met arendsblik naar de wolken kijkt en
tegen de tralies slaat met zijtn vlerken, tot
hij overwonnen en vleugellam ter neder
zit
Ten derden male ging Marion naar Hol
land en weer on dér geheel a ndere omstan-i
dig heden dan den vorigen keer. Toen ze,
voor 't eerst, de kust van- 't lage land aan-
de Noordzee in 't oog kreeg, beschouwde
ze die met meisjesachtige verwondering. Ze
vond het een aardigheidje, iets komieks, om
naar een geheel onbekende streek te gaan.
Als een tijdverdrijf in baar zOmer-ontspan-
ningstijd 'beschouwde ze baar reisje naar
Holland, als een incident in haar jeugd,
dat als een op zich zelf staande periode in
haar levensboek zou ingelascht worden...
doch gebleken was de meest ingrijpende,
de meest verstrekkende bladzijde er van te
zijn geworden. Als een voorteeken, dat ae
had moeten begrijpen, haast als een waar
schuwing van het Noodlot, was Jan Ver
meer de eerste geweest, die haar op Ne-
derlandschen bodem begroet had.
Wat was ze toen nog onbezorgd1 en wat
leefde ze onbewust van hetgeen heb leven
eigenlijk was.
In 't volle licht wandelde ze, niet den
kende aan schaduwen, niet vermoedende
duisternis.
Eu boen ze voor den tweeden keer naar
Holland ging, achwelk een verschil
't was toen enkel duisternis geweest, waar
in ze geen enkelen lichtstraal zag.
Ze was verdrietig en terneergedrukt over
de ramp, die haar familie overkomen was,
bovenal over 't treurige lot van haar lieve
lingszuster en toch- benijdde ze Nancy om
't geen zij had gekend en t geen zij meende
nooit te kennen, de onverdeelde liefde van
liaar echtgenoot.
Toen Marion voor 't eerst als getrouwde
vrouw naar het vaderland van haar man
ging, voelde ze, dat ze voor een verloren
zaak stond, dat haar huwelijksgeluk een
verbroken illusie was, een luchtkasteel,
wreedelijk ineengestort.
En nu... veel was er berecht gekomen,
'veel had ze gered uit de schipbreuk van
haar liefde en idealen, maar ook veel had
ze geofferd en zoo ze overwonnen had)
ook zwaar had ze gdboet.
Toch was ze tevreden en verheugde ze
zich zelfs op het verblijf bij haar schoon-i
ouders.
Ze had het zalig gevoel van een hooge
missie te vervullen, 't was 'haar als ging ze
Jan teruggeven aan zijn familie, aan zijn
carrière, aan zijn land. Ze hadden er niets
van aan de Vermeer9 geschreven, enkel
maar hun 'bezoek aangekondigd. Dat vond
Jan verstandiger met 't oog op zijn vader,
die nog altijd met voorzichtigheid behan
deld moest worden. Maar Marion bleef toch
bij haar plan om een i9t. Nicolaas-verras-
sing te zijn.
Ze had zich wol den heelen dag schuil
willen houden om tegen 'b fees tuurt je in de
woonkamer te verschijnen, maar dat ging
niet.
Arme Marion, die zoo gaarne alles naar
haar wil schikte en vormde, en zoo vaak
ondervond, dat de omstandigheden haar
zelfs in 't kleinste, te machtig waren.
Zo kwamen maar heel gewoon 's morgens
aan, doch ze waren van harte welkom en
ze brachten er wel veel toe bij om den
avond op te vroolijken en feestelijk te ma
ken. Geen dolle grappen werden er uitge
haald, geen grillig fantastische pakjes bin
nengebracht, geen verheven verzen óf gees
tige kreupeldichten voorgelezen, maar men
was gezellig bijeen en trachtte elkander aan
genaam te zijn.
Annette w.as uitgelaten, toen ze het
groot© nieuws vernam, ze omhelsde Marion
voor haar geniale ingeving en zei, dat za
't terstond aan overste Brenner zou schrijn
ven.
„Je weet, Jan. hij is in Algiers; de „Gel
derland" is dadelijk weer van Marseille
weggegaan."
Ze was niet- nader in haar verklaring cn
Marion, die haar heel goed begreep, zei
„Je moet toch nog eens precies vertellen,
wat hij over President Kruger schreef...
Annette had haar schoonzuster op nieuw
kunnen omhelzen, ditmaal uit dankbaar
heid, dat ze 't gehate ex voor Oom Paul's
titel Had weg gelaten.
„Hij komt morgen hier," kondigde za
stralend aan.
Papa Vermeer schudde afkeurend het
hoofd. Wat hoefde dat nu? Marion zou er
van zelf wel' iets van gemerkt hebben, want
heel Den Haag zou op de been zijn, maar
het was onkiesch van Annette om zoo da
delijk voor den dag te komen met het be
zoek, dat door de Hollanders óp zoo koogen
prijs werd gesteld, doch een Eng'' che zeer
onaangenaam moest zijn. Het hinderde hem
werkelijk zoo'n gemis aan tact bij zijn doch
ter te -moeten constatceren en hij e?oefht 't
gesprek, door een diplomatiek© wending,
een gewenschten keer te doen nemen.
Wordt vervolgd.