Binnenland.
Hf*. 378 Tweede blad.
6"" Jaargang.
KOLONIËN.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummer:- - 0.05.
Deze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALK H OFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIHN:
Van 1o regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteercn in dit Blad, bij abonnement Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-IND1E.
'Da gisting te Sumatra's Westkust.
Blijkens oen uit Nederlandsch-Indië
ontvangen telegram gaat om te patrouil
leeren een esoadron cavalerie naar Suma
tra's Westkust. Alle bestuurszetels in de
Padangsche Bovenlanden worden thans
door detachementen beschermd. Het verzet
blijft zich uiten in plaatselijk gewelddadig
optreden en terugvordering van reeds be
taalde belasting.
Bij de vermoording .(zie de Nederlaudsche
Staatscourant van gisteren) van den contro
leur ,Bastiaans, wiens gezin ongedeerd bleef,
is teivens de controleurswoning te Boea ver
brand en ide kas geplunderd..
Op den 24en dezer is een aanval op
Palembajan afgeslagen, waarbij de aanval
lers 57 dooden bekwamen, terwijl ,ééu in-
landsche fuselier gewond werd.
De toestand op Bali.
Hiervan schreef de correspondent van het
Soerab. Handelsblad den 6en Mei:
De bevolking uit den omtrek van Kloen-
koeng is weer geheel tot rust gekomen en
de troep in vele opzichten behulpzaam, zoo-
als niet werken aan het gelijkmaken van den
grond in het bivak, het leveren van bam
boe, enz. Eenige overgebleven familieleden
van het vorstenhuis zijn van het eiland ver
wijderd en naar Am pen an overgebracht. Ook
van de enclaves komen gunstige berichten.
Na het doortrekken van Pajangang, oen dei
onderhoorigheden van Kloengkoeng, zijn de
bewoners daarvan alhier, een 2-tal lila's en
ruim 200 lansen komen inleveren, zoodat
dte rust overal vrijwel is teruggekeerd.
Gisterenmorgen heeft de beëediging van
een aantal der voornaamste Kloengkoengsche
hoofden plaats gehad. De plechtigheid zou
geschieden volgens de gebruiken, die hier
heerschen, en zeer velen waren opgekomen
om het gouvernement trouw te zweren.
Dit is de eerste maal, dat zoo iets op
Bali plaats heeft: indertijd is dit in Taba-
nan en Badoeng niet gebeurd. Toch is dit
m. i. goed ingezien door het B. B., daar
de inlander zeer hecht aan dergelijke cove-
monies; wellicht ware 't aanbevelenswaar
dig deze eedsaflegging alsnog ook in de
overige Ba.lische landstreken te doen plaats
hebben
Uit alle streken hadden zich Baliscbe
hoofden voor de poeri-dessa verzameld.
Deze poeri-dessa is een groote ruimte, door
zware, hooge muren omgeven, waarin zich
verschillende gebouwtjes, die aan de goden
gewijd zijn, bevinden. Ze bestaan uit lange
stijlen met een dak er over geplaatst en
zijn in verschillende verdiepingen onderver
deeld. Hoe meer verdiepingen, hoe hooger
de godheid, waarvoor het gebouwtje is be
stemd. Verder vindt men verschilende zit
plaatsen, die ten doel hebben den godeu
tot zitplaats te dienen op hun doorreis.
Een 3000-tal Baliërs waren hier verza
meld. Tegen 11 uur begaven zich de resi
dent, de assistent-resident, de overste Von
Schauroth en eenige officieren naar de poeri-
dessa, waar zich de padenda (een Brah-
maansch priester) voor de plechtigheid ge
reed maakte, door zich te reinigen en in
het wit te kleeden. Hierna- hurkte hij neer
op een tafel, waarop 2 schalen stonden,
waarvan de eene met bloemen gevuld was,
terwijl in de andere reukhout brandde,
waarvan de walm den priester in het gelaat
woei. De beëediging zou in drie ploegen
plaats hebben, daar het getal te groot was
om één voor één te laten zweren. Het eerst
kwamen de voornaamste hoofden aan de
beurt, de ida's, de anakagoeng en de
mantje's. De vertegenwoordigers van het
gouvernement, namen op stoelen plaats, de
bevolking hurkte neer met ontbloot boven
lijf en bloemen in het haar of achter de
ooren. Op zangerigen toon begon de pries
ter bezweringsformulieren te mompelen, met
de rechterhand een bloem ir een vaas met
wijwater doopende en in do richting der
hoofden wegwerpende. Af en toe maakte hij
sémbah-bewegingen met beide handen en
liet van tijd tot tijd een koperen tafelschel
klinken. Eindelijk was dit af geloop© n en
maakten alle Baliërs op een toeken van den
priester front naar de goden-verblijven, waar
op een bamboevuurtje eenige offeranden
werden gebracht; de hoofddoeken werden
afgenomen en aan een ieder bloemen uit
gedeeld. Door twee oude ida's werden de
geloften van lontarbladen voorgelezen en in
tegenwoordigheid der opgeroepen goden,
zwoeren zij trouw aan het gouvernement. De
bloemen werden tusschen de vingers geno
men en voortdurend sembah's gemaakt.
Toen het voorlezen van den eed was af-
geloopen, keerden wederom allen om en wer
den de vervloekingen en straffen voorgele
zen, waaraan men zich bij overtreding bloot
stelde. Hiermede was de plechtigheid der
eerste groep afgeloopen en nam de assistent
resident Schwarts het woord en wees hen er
op om met liet gouvernement samen te wer
ken, teneinde de rust en bloei van Kloeng
koeng te doen terugkeeren
Na afloop werden de 1 on tar bladeren,
waarop de eed vermeld stond, op het offer
vuur verbrand. Ook na afloop der twee
laatste beëedigingen sprak <ie ass.-resident
het volk toe, en het. was duidelijk merkbaar
dat zijn woorden indruk maakten. Na do
laatste toespraak legde de priester zijn
ambtsgewaad af en was do plechtigheid af
geloopen.
Kameroverzicht
Twtcdt Kamer.
Vrijdag kwam dë nieuwe oorlogsbegrooting
ivoor 1908 aan de orde. De algomeene be
schouwingen worden ingevet door den heer
Verhey, die niet kon toegeven dat deze
minister zich reactionnair heeft getoond.
Wel is waar haalt deze minister uit de miü-
tiewet wat er uit te hailen is: dat is niet te
ontkennen. De versterking, waartoe de mi
nister het blijvend gedeelte opvoert, acht
Spr. onnoodig te hoog.
In het algemeen wordt ook door den mi
nister de drnur der herhalingsoefeningen t©
lang genomen. Twee weken aöht Spr. vol
doende. De minister hecht z. i. te veel aan
de individueel© opleiding, terwijl naar Spr.'s
oordeel merr gehecht moet worden aan com-
pajgniesoefeningen
Gaarne vernam Spr. bij, de volgende ooT-
logsbegrooting 's ministers plannen omtrent
eersten oefeningstijd, wellke Spr. gaarne zag
verkort.
Een lichtpunt in dieze begrooting is voor
spr. de uitbreiding der keuring van de mi
liciens voor de opikctaist. Spreker hoopt
dat de Minister breken aal met de mee
ning, dat de Landweer altijd in kazernes
moet gehuisvest worden
De Landweer kan ook zeer goed in kam
pementen logeer en en dat er de eerste imaal
ongeregeldheden voorkwamen, ligt aan de
onvoldoende voorbereiding. Spr. betreurt
het dat de Minister de zaak der hooge be
velvoering niet heeft willen uitstellen. Do or
deze zaak dtoor te drijven heeft de min. zidhl
geen vrienden gemaakt. Spr. heeft zelf be
proefd zich in deze zaak in te werken,
naar dalb gaiat zoo gemakkelijk niet. Voor
een landje als 't onze hebben we niet noo
dig een chef voor dit, een inspecteur voor
dat, en daarenboven nog ?en defensieraad,
waarvan Spr. het nut en de noodzakelijk
heid niet inzag. Voor bevordering der sta
biliteit was beter geweest een gecombineerde
staf van land- en zeemacht, zoo noodig met
speciale adviseerende omimissie voor bijzon
dere gevallen.
Voor ministers met een zwakke overtui
ging ziet spr. in den Baad van defensie -een
gevaar om ,zich achter te verschuilen, ter-
Vijl ihij voor krachtige ministers een be
lemmering kan zijn.
Nogmaals Vraagt spr. of de adviezen Van
den raad een tbepaald advies ox etuldiën zul
len zijn.
De heer S m e e n g e juicht de voorge
stelde verhooging van tractement voor het
korps Maréchaussee toe, en vraagt overleg
ging van 'het reads vroeger toegezegde rap
port over kle taak der Maréchaussee en hare
eventueel© reorganisatie, uitgebracht door
de daartoe benoemde commissie.
De heer Lieftinck juicht het toe, dat
de minister de toelating tot de Kon. Mil.
Academie wil uitbreiden, maar dringt aan,
bij de aangekondigd© herziening van het
militair© onderwijs, op herstel va.n het insti
tuut der militaire School, die goede vruch
ten heeft afgeworpen. Van die militaire
school kan op goedkooper schaal dan te
Breda geprofiteerd worden, om ons offi-
cierskarps aan te vullen.
De -heer P at ij n wild© nog eens de zaak
van het blijvend gedeelte ter sprake bren
gen. Spr. gaat na, wat omtrent de strekking
der noodwet van Maart in de Eerste Kamer
werd medegedeeld.
Minister Staal zeide, dat die 2200 man
waren voor coiiveediensten, het jassen aan
geven. Ministers van Rappard en Sabron
verschilden alleen over de 'vraag wie die jas
sen zouden moeten aangeven. Spr. neemt
aan dat het jassen aangeven het beste door
oudei j mausohappen kan gedaan worden
hij neemt aan dat dit 4i ton moet kosten,
- al begrijpt hij het niet, maar vraagt hij
waarom heeft de minister dat niet ronduit
gezegd? Betoogd is dat burgei1 werklieden
evengoed dat werk konden doenSpr. klop
te bij den minister om inlichtingen aan,
maar vruchteloos.
Maar nu bij de Mem. v. Antw. zou bet
antwoord komen. Best, het kwam. Er stond
die 10 man per compagnie, die 2200 man
heb ik noodig om bij mobilisatie de opko
mende manschappen te ontvangen. Punt,
■gerteeklend iSabrou (gelach). ,Z.ie zoo, 'nu
wist de Kamer het.
Spreker meent, dat de "Minister aan
de Kamer geen klare wijn heeft .gesch'on-
ken. De Kamer is met handen en voeten ge
bonden ,aan hetgeen de Minister 'heeft wil
len zeggen. Had de Minister de Kamer
volledig en duidelijk ingelidit, dan zou,
naar Sfjr.'s vaste overtuiging, de discussie
geheel .andera zijn gdweeet. Er is gesproken
bij hët debat over politiek, ever den toe
stand in Europa, -alver alles en nog wat, al
leen om antwoord te geven op de vraag
wie moet de jassen aangeven (gelach). Op
de Kamer ruist geen verwijt, want zij ver
keerde in onwetendheid
(De lieer JRoodhuijzen. Dat was juist
de truc).
Indien anders gehandeld ware, dan had
men dadelijk begrepen, ,d»at die groot©
quaestiè van het blijvend gedeelte een heel
kleine quaestie was.
(Een stemzeer juist).
Het is voorgesteld alsof de beide vorige
ministers het vaderland in gevaar baJdden
gebracht, de vijand voor de poorten stond
en alleen met het blijvend gedeelte op de
bres het .vaderland weer gerust kon zijn.
Op Spr. heeft de houding van dezen mi
nister den iudiruk gemaakt alsof hij de Kla-
mer met een kluitje in het riet heeft wil
len sturen en met zijn raad van defensie
eigenlijk een raad van het leger tegen de
Volksvertegenwoordiging in het leven heeft
willen roepen. Voor alles heeft de Minister
noodig het vertrouwen der Kamer, maar als
hij zoo voortgaat zal hij dat vertrouwen
niet kunnen winnen.
De heer Duymaer van Twist ver
dedigt den minister tegen het verwijt van
reactionnaip te zijn.
Spr. betoogdte dat de Minister hier en
in de Eerste Kamer volledig en duidelijk
heeft uiteengezet waarvoor die 2200 man
noodig waren.
Men noemt dezen .minister o. a. reacti
on nair, omdat hij de hooge bevelvoering
heeft ingjevoerd. Maar het ontwerp daartoe
is nota bene van 's Ministers ambtsvoorgan
ger. Spr. begrijpt niet hoe men generaal
Sabron in vergelijking van dje generaals
Staal en van Rappard reaetionnair kan
noemen, want veel van hetgeen hij deed wil
den ook zijne ambtsvoorgangers. Wat de
kwestie van het blijvend gedeelte, herinnert
Spr. aan pen rede van kapitein Sahönstedt
te Haariem voor de Liberale Unie .gehou
den, waarin het 'blijvend gedeelte tot
zijn maximum .wordt opgevoerd. Die lezing
wordt uitgegeven door de afdeel ing
Haarlean van de Liberale Unie voor 60 cents
als propagandamiddelDe af deeling Haar
lem van de Liberale Unie kwaim hier imet
een propagandamiddel voor het blijvend ge
deelte dat geen enkel minister het han't in
zijn lijf zou hebben oon te gebruiken. (Er
iheerscbt zulk een rumoer en gelach in de
Kamer dat een gedeelte van de redevoering
verloren gaat).
Hoe of men de acte van beschuldiging
van reaetionnair te zijn tegenover dezen mi
nister durft te handhaven is spreker ©en
raadlsel
Spr. komt tot de conclusie dat er ook van
vermeende reactie geen sprake is en deze
minister zich eerder vooruitstrevend heeft
getoond.
Spr. betreurt het dat de Minister niet
heeft kunnen voldoen aan Spr.'s alleszins
bi'lijk verlangen, om de verboogdè soldij
toe te staan aan de sergeanten-majoor-in-
sructeure, zeer verdienstelijke onderofficie
ren, die dit ten ,volle verdienen.
Spreker stelt esn motie voor, strekkende
om de uitgetrokken maar niet toegiekende
sold ij ver hooging voor de sergeanten-majoor
instructeur alsnog geheel of gedeeltelijk uit
t© beta.ien.
Deze motie zal latei* worden behandeld.
De heer Van A s c Ih van W ij c k wees
mede op de zonderlinge houding cxm eene
sold ij verhooging voor de sergeanten-majoor
instructeurs, welk© door de Kamer is ge
voteerd, niet uit te betalen. Al hetgeen
daaromtrent door minister van Rappard is
aangevoerd is voor een gewoon menschen-
verstand niet te begrijpen. Maar vast staat
dat in 1906 f 32,000 is toegestaan voor de
soldij verhooging van sergeant-majoor onder
wie ook de sergeanten-majoor instructeurs.
De heer Ter Laan vestigt de aandacht
op het hoog© eindcijfer van deze ooriogsbe-
grooting, ruim 28 inillioen gulden, waaruit
wel bl kt dat liet precies hetzelfde is of wij
liberale of clericale ministers hebben.
Ook van dezen Minister, volbloed
militair, is te verwachten, dat hij
het blijvendë gedeelte tot het hoogste
cijfer zal opvoeren dat de wet toelaat. Wat
de hoogere bevelvoering aangaat, spr. ziet
daarin niets andera dan het. opvoeren van
bet aantal hooge oomes voor ons leger, zon
der dat dit er iets beter door wordt. We
derom klaagt spr. over het groot aantal
straffen dat aan mindere militairen werd
opgelegd. Met den heer Verheij is spreker
het eens dat landweermannen niet geplaagd
moeten worden met individueel© oefeningen.
Niet van een Raad van defensie, maar
alleen van een parlementaire commissie
is bezuiniging te verwachten en had die be
staan, dan zou het met die 2200 man meier
blijvend gedeelte nog zoo glad niet gegaan
zijn.
Ook de samenstelling van den Raad van
Defensie nagenoeg allemaal personen uit de
boogie militaire kringen, kan spreker niet
bevallen. Zij morgen hun vak kennen, maar
zij kennen de maatschappij niet. Ook vreest
hij den ir.vloied van den Raad van Defensie
op menig lid der Kamer, het is dus zaak
om dubbefl waakzaam te zijn. Waar de heer
Tal ma blijkens zijne motie een onderzoek
naar de stijgende legeruitgaven noodig oor.
deelde, daar schijnt dit onderzoek nu niet
meer noodig te zijn.
De heer Helsdingen wilde muziek
korpsen inkrimpen of doen verdwijnende
burgerij heeft niets aan die muziek, want
oe militaire muziek wordt hoofdzakelijk ge
bruikt voor sociëteiten of andere gelegen
heden, waar het volk niet komen kan. Bo
vendien voelen die hoeren muzikanten zi«-h
neg heel© hoeren, die bediend moeten wor
den en nog maar extra corveediensten
eiachen. Het beste ware de staf muziek
korpsen te vervangen door fanfarecorpsen.
Zoolang de stafmuziekkorpeen er zijn moe
ten zij behoorlijk betaald en gepensionneei'i
worden.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
De heer "Van Vu uren vroeg bij den
gewonen vragendag of de Minister
van 'Buitenlandsche Zaken eenige mede
deel ing kan doen omtrent de moeielijkhe-
den, welke gerezen zijn tusschen Venezuela
en Curasao en zoo ja, waaraan die moeie-
lijkheden zijn toe te .schrijven.
De Minister van Buiten 1. Za
ken antwoordde, dat officiéél geen bericht
of bevestiging is ontvangen van de berich
ten in de dagbladen voorkomende. Enkel is
bericht ontvangen, dat er zekere wrijving is
ontstaan tusschen Venezuela en Ouragao om
trent het voorkomen van besmettelijke ziek
ten in La Guayra, naar aanleiding waarvan
onzerzijds maatregelen zijn genomen, waar
door misverstand is ontstaan, hetgeen tot
strenge maatregelen van de zijde van Vene
zuela tegenover onze scheepvaart heeft ge
leid. Bij de zeer vriendschappelijke ver
standhouding, welke heeft bestaan tusschen
ons land en Venezuela, vertrouwt de minis
ter, dat het misverstand weldra zal opge
helderd worden.
Besloten «wordt alsnog in de afdeelingen
te onderzoeken het wetsontwerp betreffen
de de Arbeidsorganisatie en Dinsdag na
middag na de reeds aangekondigde eind
stemmingen nog eenige wetsontwerpen Van
kleinen omvang te behandelen.
De heer Smeenge heeft verlof gevraagd
en bekomen op nader te bepalen dag den
Min. van Waterstaat te interpol leeren over
den toestand van de schipbrug te Does-
burg-
Ar beidersverzekering en ar
beidsinspectie.
Een wetsvoorste1 is ingediend, strekkende
in de eerste plaats tot verhooging van
Hoofdstuk X der Staatsbegrooting voor
1908, met een bedrag van f 2950 voor de
instelling aan het departement van Land
bouw, Nijverheid en Handel van een afdee
ling Arbeidersverzekering".
De minister denkt zich de samenstelling
dezer afdeeling als volgt1 ahef der afdee-
ling (tijdelijk raadadviseur), 1 referendaris,
1 'hoofdcommies, 1 commies, 2 adjunct-com
miezen, 2 eerste klerken en 1 klerk. De
oommie6 en een der eerste-klerken zijn gede
tacheerd te Amsterdam voor de controle op
liet rekenplichtig beheer der Rijksverzeke
ringsbank.
In de tweede plaats wordt een verhooging
voorgesteld van f 4250, voor de aanstelling
van een „hoofd der arbeidsinspectie"
De minister deelt omtrent deze nieuwe
functie mede, dat de leiding der arbeddsin-
specO thans rechtstreeks ressorteert onder
den minister. Het is, volgens den minister,
uiteraard niet denkbaar, dat deze zioh zelf
standig een oordeel kan vormen over de lei
ding, die hij hier te geven heeft daartoe
woidt een bekendheid met details vei*eischt,
die een minister zich onmogelijk eigen kan
maken. Hij zal in deze derhalve hébben te
steunen op de inspecteurs en de beide an- 1
dëre hoofdambtenaren zelf, alsmede op den
ohef der afdeeling van zijn departement,
waar de zaken betreffende den arbeid be-
liandeld worden.
Daarom acht de minister het noodzake
lijk in dezen toestand ten spoedigste verbe
tering te brengen. De allereerste maatregel,
welke daartoe genomen moet worden, is
naar zijn oordeel de benoeming van een
hoofdinspecteur van den arbeid, een hoofd
ambtenaar, die door voortdurende aanra
king met de inspecteurs en zelfstandig on-
derzoek zich een oordeel zal kunnen vormen
over de toestonden in de verschillende dee-
len des landb en daardoor niet alleen leiding
zal kunnen geven aan den inspectiesrbeid,
maar oök als adviseur zal kunnen optreden
bij deu webgeven den arbeid, voor zoover het
maiterieele deel van dezen laatste 'betreft.
Uiteraard zal voor dit ambt de keus be
ll ooren te worden gevestigd op een man van
groot© technische bekwaamheid en wiens
persoonlijkheid waarborgt, dat hij het noo-
dage gezag zal kunnen uitoefenen.
Het aantal der personen, die aan zulke
hooge eisohen voldoen en bereid zouden zijn
hun tegen woordigen werkkring voor het
nieuwe ambt te verwisselen, is zeker uderst
'beperkt. Toch meent de minister op goede
gronden zulk een persoon gevonden te heb
ben.
De bij het wetsontwerp aangevraagde gel
den strekken om zijn 'benoeming mogelijk
te maken. Daarbij is er van uitgegaan, dat
de jaarwedde van den hoofdinspecteur als
regel f 6000 zal bedragen. Waar evenwel
bleek, dat degene, die in de eerste plaats
voor deze benoeming in aanmerking komt,
niet bereid was een benoeming op die be
looning te aanvaarden, is een zoodanig be
drag uitgetrokken, dat hem tevens een per
soonlijke toelage van f 2500 'sjaars kan
worden toegekend. Bij het bepalen der ver
hooging is er rekening mede gehouden, dot
de benoeming in geen geval vóór 1 Juli
1C0S kan ingaan.
Berichten.
Nederland en Venezuela
Onder den titel „Onze haven geblokkeerd"
schrijft de „Amigoe di Curasao"
Het hoofd van een met ons bevriende na
tie, waarmee wij vriendschappelijke betrek
kingen onderhouden, heeft den ©enigen tak
van handel en nijverheid, welke nog 'bloeide
en voldoende vruchten afwierp voor velen,
bijna geheel afgesneden en zoo goed als van
alle leven beroofd.
De Curagaosche scheepvaart is stopgezet.
De Venezolaansclie producten, voor het
buitenland bestemd ,<xf de goedeiren van het
buitenland voor Venezuela bestemd, mogen
in onze haven niet meer worden overge
scheept.
Onze Curagaosche, kleinere schepen mogen
de Veneaolaansche havens in het geheel niet
meer aandoen.
De Curagaosche werklieden mogen in de
havens aan de Venezolaanscho kust op de
verschillende booten geen sjouwers werk meer
verrichten
Dat het bestuur der Kolonie en de Hooge
Regeering in Nederland toch goed begrijpen,
welke zware slagen aan ons arme volk wer
den toegebracht, zonder van onzen kant de
minste aanleiding daartoe gegeven te hebben.
Lang kan deze wanhopige toestand, waar
in ons volk zich thans bevindt, niet duren.
Wij vragen bescherm inging en verdediging
van onze heiligste rechten 'bij onze regeering.
Het volk vertrouwt vastelijk, dat de zoo noo
dig© hulp ten spoedigste zal komen opdagen.
Dat Nederland nu toone, dat het zijn
koloniën weet te beschermen en te verdedigen.
Onze haven wordt door al de decreten van
generaal Castro als geblokkeerd. Venezuela
behoeft zijn oorlogsvloot hier niet heen te
zenden om alle verkeer tusschen onze sche
pen en de kust af te snijden en het volk te
laten verhongeren bij volslagen gemis aan
werk en verdiensten -, hetzelfde uitwerksel
werd reeds verkregen door zijn presidentieele
besluiten.
Het zal aan ons Koloniaal Bestuur wel
bekend zijn, waaraan deze wantoestand te
wijten is. Welnu, de Nederlandsche Regee
ring staat toch niet toe, dat Curagao weer
loos blijft overgeleverd aan deze veregaande
wil lekeur
Do diplomatieke weg is lang en moet voor
zichtig worden betredenwij weten het, en
stellen volkomen vertrouwen in onzen Minis
ter-Resident te Caracas (Sen heer J. H. de
Reus) en hh. Exc. de Ministers van Buiten-
lan dsche Zaken en Koloniën. Maar ook weten
wij, en het geheeie Curagaosche volk gevoelt
dit met ons, dat het hier geldt de eer van
onze vlag en Neerland's onafhankelijkheid.
Lang talmen kan hier den schijn aanne
men van gebrek aan kracht.
De kolonie mag zelfs geen oogenblik twij
felen, of het moederland wel bij machte is
ons te beschermen en onze rechten te ver
dedigen
De ec-r van ouze vlag en Nederiamd's on
afhankelijkheid eischt. dat de Regeering
hier optrede met spoed.
Staatscommissie voor den
Middenstand. Naar wij vernemen, is
op de gisteren te 's Gravenhage gehouden
vergadering der Staatscommissie voor den
Middenstand, langdurig beraadslaagd over
de te houden enquête.
Ten slotte is men er in geslaagd met de
regceritig tot overeenstemming te komen
omtrent de wijze, waarop de enquête zal
geschieden
Deze enquête wordt gehouden over het
geheele land, dat verdeeld zal worden in
drie districten, t. w. de noordelijke, de
westelijke en de zuidelijke provinciën.
Iedere ddstricts-oomimissic bestaat, uit 3
personen.
Het onderzoek zal zoowel mondeling als
schriftelijk geschieden, zoowel individueel,
als door tusschen komst van nationale en
locale vereenigingen, plaats hébben.
Bovendien bestaat het voornemen omtrent
vele bedrijven monografieën te doen samen
stellen. (Tel.).
De onderval gende officieren van de
Koninklijke marine-rceerve worden met de
achter hunne namen vermelde data geplaatst
aan boord van Hr. Ms. instructieechip
Atjeh
adelborst 1ste klasse P. II. van Couteu
Piccardt Wieringa, 1 Juli a s.
buitengewoon adelborst J. W. de Roever
1 Juli a.8.
buitengewoon adelborst. C. D. Seip, 15
Juli a.s