jr. «6.
7d° Jaargang
Woensdag 2 September 1908.
W
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
kt tot
?dai!le
ïr In-
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
zake
adé-
tken
men
yl-sfc,
ons,
nen
van
van
zal
zal
eft
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1B regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Een#
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Het constitutioneele vraagstuk in
Egypte.
„Egypte is oen dééd van het Obtain aam-
rijk. Zijne 'bevolking ijs wdlïidkit de
et ontwiklkeC.de en beecilia a.fide van alle.
te-, van den Grooten Heer. Waarom dan
uien ons Egyptewaren, met de weldaad
.deelachtig wedden, die d© genade van on
een Padisjah aam ail zijne vólkern bewees.*-'
Zoo ongeveer luidt de Vraag, die thans in
d^en memd van alüe Egypitenaren is. Alle
andere wensdhem en idéalen venzinken bij
dien eemen grooten roep om de camstitutiie.
Mem kan heden geen ©nkéle der tallo/oz©
Ejgyptisdhe couranten meer openslaan, zon
der in bijna iederen zin op (het woord „Sas-
tür constitutie te stuiten. Den Nu-
bischen dorpel'wachfcer, zoowel als den ver-
framsdhten Bey brengt het woord in gelijke
mate van geestdrift. De drie groote par
tijen, de nationalistisefhe-de hervormings-
eu de volkspartij, die anders niet bijzon
der op elkaar pleegden gesteld te zijn, zijn
het op dit punt bewonderenswaardig eens:
Egypte schrijdt naar een pariement".
Of men nu, aooails de radicale nationalisten
doen, van den K'hedivo de vrijheid eiso'ht, of
Izooafls de gematigde volkspartijenpetities
naar Sir Eidlward Grey in Engeland zendt,
of ten Plotte den Sultan smeekt zijnen Wali
AWbas II tot de oonstitutie te adViseeren,
dit blijft in den grond der zaak hetzelfde.
Natuurlijk is het niet. alleen Biet plotse
ling lomtwaakite verlangen naar de parle
mentaire virijheid, hetwelk dit voor Ooster-
sölie verhoudingen buitengewoon liberaal
-geregeerde volk tot zullk een enthousiasme
opvoert. Zooalls in Turkije d© grondwet als
©on weetrmidldel tegen ©ene dreigend© Euro-
peesohe tussdhexxlkonxst wordit gebezigd, zoo
ziet men iix Egypte daarin eeue mogelijk
heid "om oxxder de lasttige Engelsohe voogdij
uit te komen. Op grond van deze overwe
gingen zou ook de Khedive eene constitu
tioneele bejperkiing zijner thans onbeperkt-
representatieve positie niet al te ongaarne
ziien Hoe ware bet anders te verklaren, dat
'het Z. Hoogheid onibetwiét zeer na staainde
orgaan der hertvormin-gspart ijde Moaijad,
in den strijd om de grondwet eeue leidende
rol speelt?" aldhxs vraagt een correspon
dent van de Pra'nikf. Zeituxxg te Cairo, wiens
indnxk en meening hieohoven 'werden ge-
sdhetöt.
„Engeland" zoo meent dee© brief
schrijver -- „heeft tegenover de miet eerst
sinds gisteren bestaand© 'beweging tot dus
ver een weinig de rol van den struisvogel
gespeeld. Nog in April van dit jaar, toen
Load Cromer's opvolger Sir EIM'on Gorst in
een door hem aan de. negeering in 'heb moe
der! ahd gerioht rapport de meening uit
sprak, dat „de groote meerderheid der hoo-
gere- en middenklassen geene uitbreiding
van bet beginsel van „s e l f-g o v e r n e-
m e n t" -wenséhte, was dit ailreede een be
wering, waarbij de wexxsdlx de vader der ge
dachte was. Thanxs zou het den Engelsdhen
pro consul moeilijk vallen buiten een paar
duizend misnoegde Koptexx ook maar eene
noemenswaarde minderheid voor zijne opinie
in 'beweging te brengen.
Van Elxxgellscthe zijde laat men tegen de
constitutie geilden, dat de geroot© nxassa van
het- volk, de Fellah's, over 't algemeen niet
voor het denkbeeld van ©en parlementair
regeer-systeem rijp is.
Wel zijn 90 der Egyptenaren
analfabeten. Wien hiervan de schuld
treft, behoeft hier niet oxxderzocht te
worden. Men moet evenwel niet vergeten
dat dit op zichzelf niet on-intelligente volk
door eene systematisch gevoerde, op geen en
kele wijze verhinderde agitatie door veraf
gode partijleiders de parlementaire denk
beelden nader gebracht zijn dan menigen
Oost-Elbischon boer. 'En om een afgevaar
digde te kunnen kiezen, die d© belangen des
lands met verstaxxd behartigt, behoeft de
Fellah niet onvoorwaardelijk te kunneix
lezen en schrijven.
In elk geval zal de Britsehe regeering
zich in de naaste toekomst gedwongen zien
op de eene of andere wijze tegenover de
grondwetskwestie een ©enigszins ernstiger
standpunt in te nemen daxx tot dusver.
Eene Egyptische constitutie zou voor de
Engelsclxe bezetting ongetwijfeld een harde
noot zijn. Oproer zouden de Britten ook bij
dit zachtmoedigste aller volken bezwaarlijk
t« vreezen heb'ben, zelfs wanneer ze hard
nekkig zouden weigeren zijne wenschen te
vervullen. Eene natie van 13 mi'llioen ech
ter, die naar vrijheid in eigen kring snakt-,
dit hoogste van alle goederen te onthou
den, ware voor het aanzien van -liet 'liberale
Engeland, dat zoo gaarne do mooie phra-se
van de volken bevrijdende paoc Brit-tannica
bezigt, xxiet alleen in -het Oosten, doch ook
xu Europa een harde stoot.
Men heeft het daarom niet ver mis, wan
neer men aanneeimt, dat de ver ziende
Britsehe politiek binnen afzienibaren termijn
aai* de eerste eventualiteit 'boven de tweede
de voorkeur zal geven en, evenals aan
Transvaal, zoo ook aan liet land van den
Nijd, in welken vorm dam ook, eene grond
wet zal verleenen".
In verband met bovenstaande uitingen
van den oorrespondent der Frankfurter Zei-
tung is het niet van belang ontbloot ken
nis te nemen van eenige opmerkingen t weike
juist dezer dagen in de Eugelsche pers over
de Egyptische kwestie tot uiting worden ge
bracht.
Zoo heeft de Daily News een artikel, ge
titeld „Waarom Egypte bezetten?"
Het blad wijst daarin op den nieuwen
geest, die thans door de Oostersche landen
vaart. Begonnen in Rusland, drong de be
weging plotseling tot Oostenrijk door, be
reikte ze Perzië via- den Kaukasus en vond
ze ten slotte haar krachtigste uiting in
Turkije. Wij beleven een Oostersdh 1848
ex. de omwenteling in Turkije zal ver buiten
de grenzen van dit rijk worden gevoeld.
Vanzelf komt de Daily News tot. Bosnië en
analoog daarmede Egypte.
In Bosnië en Herzegowiixa- wil, zooals wij,
geméld hebben, Oostenrijk een veitegenweer-
digend' bestuur invoeren of deze landen met
toestemming der mogendheden eenvoudig
annexeeren.
De toekomst vaai Bosnië gaat ons direct
niet aan zegt de Daaiy News
dodh ze is voor ons van belang met het
oog op de analogie welke dit land
biedt met Egypte. Wat ook ten slotte het
lot van Egypte moge zijn, van één ding is
het blad zeker dat, indien alles goed
gaiat in Turkije, Engeland niet kan blijven
voortgaan den Egypten-aren regeering bij
eene grondwet, te weigeren. Het blad ziet
dit uiteen op gronden die eene merkwaar
dige overeenkomst vertoonen mét hetgeen de
correspondent der Frankf. Ztg. als zijn mee
ning ontvouwde.
De Daily News knoopt aan deze beschou
wing nog eene uiteenzetting vast van wat
Engeland verder tegenover Egypte behoort
te doen.
Het herinnert er aan, dat lord Salisbury
reeds in 1889 bereid was, de daadwerkelijk©
suzereiniteit van Turkije over Ëgyte te er
kennen en dit land door de Eugelsche troe
pen te doen ontruimen. Hoeveel te eerder
zou men nu daartoe kunnen overgaan, in
dien de regeneratie van Turkij< van blij-
venden aard blijkt en daar dan een veel be
tel© toestand zal zijn in het leven geroepen
dan in 1889, toen de corrupte paleisikliek er
nog almachtig heerschte.
Gelukt het Turksche experiment dan zal
liet niet kunnen uitblijven, dat ook aan
Egyte een grondwet wordt verleend, maai*
dan behoort, meent de Daily News, ook aan
de Eugelsche bezetting een einde te komen,
overeenkomstig de gedane beloften. Het
blad bepleit tevens de waarde eener vriend
schap met Turkije, dat door eenige inwen
dig© hervormingen een machtige militaire
staat lca-n worden, welke vriendschap wel een
ruil met de controle over Egyptfc waard is.
Hierdoor behoefde nog niet te worden ge
broken met- het stelsel der capitul a-tiën en
der gemengde rechtbanken, met het finan
cieel toezicht, en het toezicht van deskun-
digen op de irrigatie-werken. Dit alles zou
kunnen worden bedongen.
Ook andere Engelsen© bladen nebben
naar aanleiding van een artikel van Rustoni
Bey in de „Nineteenth Century" over d©
zijns inziens noodzakelijke ontruiming van
Egypte door Engeland, huil meening uitge
sproken.
Do Daily Graphic" meent, dat de Tur
ken eir bel aflig bij hebben, om de integriteit
van het rijk te helhonden. Indien zij ©venwel
door liunne politiek Oostenrijk dwongen ctm
Bosnië, lL.ngeland noodzaakten Egypte te
annexeeren, dan zouden de mogendheden
waarschijnlijk de iutegriteit van het over
blijvend deel van het rij'k niet meer willen
waarborgen.
De „Daily Chronicle beveelt- eene afwach
tende houding aan, olm te zien hoe de grond
wet in Turkije zelf rerkt. inluisschen zou
zelfbestuur van Egypte slechts mogelijk zijn,
indien aan de Europeanen aldaar een be
langrijk aandeel in het bestuur wondt ver
leend.
De „Morning Loade. meent dat het beter
ware de quacstio betreffende Egypte, Cyprus
en Bosnië voorloopig te laten rusten, totdat
Turkije orde heeft gesteld op den stand van
zaken in eigen huis.
En of dit laatste lukt zal nog moeten
blijken
Duitschland.
Bij gelegenheid van een bezoek dat de
Duit-sche Keizerlijke familie pas gebracht
heeft aan de steden Metz en Straatsburg in
het Rijksland EÜzas-Lothariiigen, heeft de
Keizer aan een feestmaal in het Keizerlijke
paleis te Straatsvurg den volgenden toast- uit
gebracht
;,Van ganscher harte heet ik de heeren
welkom en betuig hun ook uit naam van
de Keizerin mijn wanmsten dank voor do
schoon© ontvangst, waardoor hier zoowel als
in Met-z dé bevolking van Elzas-Lotlhariiigen
aan hare liefde en aanhankelijkheid zulk
een welsprekende uitdrukking heeft gegeven
Ook ligt het mij na aan het hart u npg
eens dank te zeggen voor de krachtige deel
name aan den wederopbouw van den ouden
eerbiedwekkenden Hoih'königsburgt, in het
bijzonder den Lotharimgere voor hunne va
derlandslievend© -houding eai die stichting, der
bekoorlijke Lotharing©!* kamer op den
burcht. Sinds 37 jaren liébt gij in vrede
uwe verschillende beroepen kunnen vervul
len en het schoon© Elzae-Lothariiigieui is in
dit tijdperk, met dé ongeëvenaarde ontwik
keling van het Duitsolic rijk gelijken tied
houdende, op hoogst verblijdende wijze op
gebloeid. Als bewoner van dit grensland hebt
gij natuurlijk het- gtrtootete belang bij de
verdere handhaving van den vrede en ik ver
heug mij, teglenotver u ais mijne innigste
overtuiging te kunnen uitspreken, dat de
Eu-ropeesche vrede niet in gevaar verkeert.
Hij berust op te hechte grondslagen dan dat
hij door ophitsingen en lasteringen, door
nijd en afgunst ingegeven, zou kunnen wor
den versoqrd. Een vaste waarborg daarvoor
biedt in eerste instaintie het geweten der
vorsten en staatslieden van Europa, die zich
tegenover God verantwoordelijk weten en
gevoelen voor het leven en de welvaart der
aan hun bestuur toevertrouwde volken. An-
dërzldijs is het de wensch en de wil der
'Volken zelif, zich in rustige verdere ont
wikkeling! dé grootsohe resultaten der voort-
sbhrijdendo beschaving ten nutte te maken
en in vreedzame mededinging hunne kraoh
ten te meten En ten slotte wordt de vrede
ook verzekerd en gewaarborgd door onze
weermacht te water en te land, door het
„Deutsche Volk in Vvaffen". Trotech op
de onvergelijkelijke tucht en liet eergevoeL
zijner weermacht is Duitschlaaid besloten,
deze, zonder anderen te bedreigenop die
hoogte te houden en ze uit te breiden naar de
eigen belangen -het eischen, niemand ten ge
lieve, niemand tot leed. Met Gods hulp en
ouder de hoede van den Duitealien adelaar
'kunt gij daarna ook verder uwe vreedzame
ambten dienen en dé vruchten van uwe vlijt
bijeengaren. Moge op uw werk ten allen
tijde Gods zegen rusten Leve het Duilsche
Rijksland Elzas-Lotharingen
België.
De parlementaire briefschrijver van het
Handelsblad van Antwerpen verwacht, dat
de Senaat, aangezien deze week morgen- en
namiddagzittiügen wordlen gdhouden, uiter
lijk Zaterdag het Congo-debat zal beëindigen
en op reces gaan.
Efr zijn nog 17 redenaars ingeschreven
voor de algemeene beraadslaging, maar men
verwacht alleen van de bedde senatoren Ma
quette en Lafontaine lange redevoeringen.
Op de koloniale wet werden tot nu toe
alleen amendementen ingediend door Go-
plet d'Alviella en Marnette, welke echter
naar alle waarschijnlijkheid verworpen zul-
leu worden.
Engeland.
Verleden jaar November werd, nadat de
groote spoorwegstaking gelukkig vermeden
was, een scheidsgerecht of verzoeningscom
missie ingesteld.
Waarschijnlijk zal reads binnenkort dezo
commissie wat te doen (krijgen.
De spoorwegmaatschappijen blijven zich
unaniem verzetten tegen de eischen van het
personeel oUi 'liooger loonals eenig ant
woord daarop gaan zij over tot 'loonsver
laging.
De Great Eastern spoorwegmaatschappij
heeft reeds bepaald, dat met 1 Januari a.s.
de loouen zullen worden verlaagd, de Great
Western-, de Midland- en de Londen and
Northwestern spoorwegmaatschappijen heb
ben ook loonsverlaging iu het uitzicht ge
steld.
Het personeel van eerstgenoemde .maat
schappij wil er niet van hooren. Dé maat
schappijen (beweren echter dat hun gelde
lijke omstandigheden hen noodzaken tot dit
ook door hen niet gewenschte middel over
te gaan.
Sterke afkeuring vindt in de kringen van
het spoorwegpersoneel liet feit, dat de maat
schappijen zich onmiddellijk tot de scheids
rechterlijke commissie hebben gewend zon
der zelfs vooraf de loonsverlaging aan hun
personeel bekend te maken. Het personeel
ziet 'hierin een 'manoeuvre, n.l. deze, dalt
de maatschappijen hun plannen tot loonsi-
•verlaging willen laten varen, als het per
soneel zijn eischen tot loonsverhooging wil
laten vallen.
Het zou dus slechts bangmakerij zijn en
van de 'bewering dat de financieel© omstan
digheden de maatschappijen tot de loons-
vérlaging noopten, zou niets overblijven.
Het is niet wel aan te nemen, dat deze
lezing inderdaad de juiste is en de uotni-
niissie zou hot ook -wel niet tot haar taak
rekenen als hefboom to worden gebezigd.
Ook de bewering dat het personeel nog
geen kennis droeg van de plannen tot loons
verlaging, verdient wel eenige nadere be
vestiging. In elk geval schijnt er een nieuw
conflict in wording te zijn.
Portugal.
Lissabon, 3 1 Augustus. De ge
ruchten betreffende een ministerieele cri
sis, nemen meer en meer vasten vorm aan.
Luciano, Castro en Vilhena hebben een
langdurige bespreking gehouden over do sa
menstelling van een nieuw ministerie.
OoJtenrijk-Hor.garije.
W e e n e n, 3 1 Augustus. De minis
ter van landbouw heeft naar aanleiding vau
de vijandige houding der agrarische krin
gen ten aanzien van het Oostenrijksck-Ser-
vische handelsverdrag, zijn ontslag ingo
diend.
Met groote waaxschij nlij kheid kan ver
moedelijk de samensmelting der grondwets
partij, der volkspartij en der onafhanke
lijkheidspartij tot één groote partij in de
Hongaarsck© Kamer tegen het begin vaji
de 'herfertsitting te genuoet worden gezien.
Reeds voor den aanvang van het zomerreces
heeft de regeering den Koning medegedeeld,
welke de leidende beginselen zouden zijn
voor de samensmelting en daarna op zijn
verzoek in het ibegin van Augustus een uit
voerig program opgesteld. Dit program ia
door den Koning aan het oordeel van ver
schillende .raadslieden, die zijn vertrouwen
genieten, onderworpen en -men verwacht,
binnenkort de beslissing, of hij aan eon op
deu grondslag van dit progTam staande
partij de regeering wil toevertrouwen.
Het program heeft betrekking op allo aan
de orde zijnde quaesties, behalve die om
trent de bank, waarover nog geen overeen
stemming is verkregen.
Rumenië.
In den jongsten tijd liep het gerucht,
dat ide gezondheid van koning Carol van
Roemenië zeer veel te Iwenschen zou over
laten. De Agence de Roumauie deelt nu te
dezer zake medeHet gerudht omtrent een
DOOR
14 s. R. CROCKETT.
Uit het Schotsch vertaald
DOOR
J. P. WE8SELINK—VAN R0S8UM.
Daar (klonken zwaro schreden op hét kie
zelpad en het hekje onder deai boog in dén
beukenhaag viel kletterend dicht.
„Waar is grootje?" hooide David Stirling
een heldere, jeugdige stem zeggen, een stem,
wier klank hem doortintelde, ails do eerste
prik van het mes van den chirurg en 'hem
op de lippen deed (bijten om een snik in te
houden.
Hij stond op, en daar kwam Megsy hem
tegemoet, een klein meisje dragende, dat in
de sterke armen van haar oude verpleegster
er veel jonger dan Zéven jaar uitzag. Had
de stem hem reeds getroffen, de oogen don
ker en vol glans, miet die onschuldige aan
trekkingskracht in hun uitdrukking, die hij
zoo goed kende, roerde hem tot in de ziel.
„Megsy, zet mij. neer, ik wil niet gedra
gen worden als een klein kind. Ik kan nu
heel goed loopen, en als ik niet loopen kan,
dan toch 'hinken. Megsy, vereta jo mijl?"
'De toehoorder gliimlaéhte nu, want indien
de stom en de oogen. aan die van een ander
mocb'ten herinneren, de woorden en die toon
waren ongetwijfeld die van zijn eigen g©-
sladht en David Wialdson Stiriing hooide,
ais een echo, zijn eigen wijze can zijn arbei
ders in B'urm ah aan te spreken
„Houd dan den gekwetsten voet een wei
nig in dé hoogte, liéfje," zei Megsy, hét
kleine meisje Voorzichtig op den grond zet
tende, rniaar nog altijd niet den arm om
haar heen. „Daar dan, hink voorzichtig, als
je wilt hinken, jou: heersdhzuchtige, weer
spannige, kleine schavuit!"
Haar eenen voet. ophoudende, hinkte' Hes
ter even bevallig als een roodborstje naar
liaar -grootmoeder, zonder echter een oogen-
blik 'haar -oogen van den vreemden an an af
ie wenden. Want Megsy had', ofschoon zij
onderweg in groote verzoeking k'wiam, trouw
haar iWoord gehouden. -Haar meesteres mocht
indien zij wildé, vertéllën wie de betzoeker
was, die zoo plotseling was opgestaan bij
hun nadering en nu zoo in vervoering naar
de 'kleine Hester Stirling étond te kijken.
Wat haar betrof, zij sloot, haar dunne lip-
I>cn en trok het hekje achter zich dicht, toen
zij terug ging naar hare keuken.
Plotseling het hoofd opheffende vroeg de
vreenidéling aan het kleino meisje, wat er
aan den voet scheelde.
„De bezeerde hoon toen ik over dén wal
van den hertenkamp klom, maar Cams trok
er den doorn uit en nu is het haast béter."
De lange, ernstige man scheen opnieuw ge
schokt te worden bij het hooren van Hes
ter's stem. De frissche, vertrouwende klank
er in nam hem geheel -gevangen. Het her
innerde 'hem aan iemand, die alles had op
gegeven terwil'le der liefde. Het. scheen of
hij denzelfden gevaarlijken weg reeds over
zag, dien deze klleine zou moeten (betreden
„He&ter," zei haar grootmoeder, „Wéét je
wie dit is?"
„Hij is mijn vader niét," was het. onver
wachte antwoord. „lederen avond héb ik ge
béden, dat hij bij mij terug mocht koeren."
,,E.n hoe weet je, dat ik je vader niet
ben?" zei David Stirling.
„Omdat mijn vader een knappe, jonge
man is met goud-blond haar en o, zulk een
héldere, blijde uitdrukking in zijn oogen
Er is een portrét van hem in de zitkamer.
U k-unt het zien als u de groote doos op-
lidbt, waarop met- rose schelpen staat: „Een
geschenk uit Ceyflon."
„En ben ik geen knappe, jonge man met
een -blijde uitdrukking?" vroeg David kalm.
„Neen, zeker niet. U bent boel oud
u-w haar is grijs, heelem.aa'1 grijs, weet u dat
wél? Tk 'hoop niét, dat u hét naar vindt,
want ik houd van u. TJ héét niet Torphi-
chain, is het wel?"
„Neen," zei David glimlachende, „heel
zeker is mijn naar niet Torphichan."
„Dat dacht ik .wél," zei Hester opgeruimd
maar haar grootmoeder todh nog steeds bij
haar zwart zijden boezelaar vasthoudende;
,.u ziet er .vriendelijk uit. u zoudt niét w©g-
loopen en mij alleen laten, indien ik u mijn
priëel had laten zien en ik mijn voet had
bezeerd evenmin zoudt u een üeelijkeu
hond op Fluffy afzeilden en
„Deden de Torphichans dat?" vroeg Da
vid Stirling, terwijl zijn mond den vroolij
ken trek verloor en de gelijkenis met het.
portret van zijn vader, dat in de veetibu'le
hing, sterker uitkwam
„Stil stil zei Hester's grootmoeder,
„praat geen onzin. Het was maar een kib
belpartij onder kinderen. EJdith en Olaiudia
zeiden beiden, dat je zulk een -goed1, vrien
delijk kiind waart; spreek dus geen ktwaad
van h(aar, die goed over jou spréken."
„Ik zal het niet doen grootmoedermaar
toch is het. wiaar."
„Hester, dit is je vader."
uNeen, neen, hij is mijn vader niet."
„Waarom wil je mij niet. als vader heb
ben?" vroeg DaVid ernstig aan Hester.
„Omdiat mijn eébte vader zal komen in
een koets, getrokken door zes paaiden als
al mijn nichtjes Qiier zijn, en mij en groot
moeder en Megsy voor 'hun oogen zal mede
namen. Hij (moet op den bok zitten cn ik
vlak naast hem, en ik zal hen toewuiven en
toeroepen „de -wagen van den opzichter zal
jelui binnen een half uur komen halen. Het
spijt me, dat jelui niet met ons kuilt mee
gaan! Vaarwel."
„Wél1!" zei David, „hét spijt mij-, dat
ik niet ben gekomen in eene koets met zes
paarden. Maar toch ben ik je vader."
Tranen sprongen in Heater's oogen en een
snik kon ze niet onderdrukken
„Wat!" zei hij, „ben je zoo teleurge
steld? Houdt je niet vau mij
„Dat is het niet," antwoordde zij. „Ik
houd van u ja heel veel. Maar het heeft
niets van hetgeen ik daoht, dat het zijn
zou
„Dus je hebt me verwacht?"
„Ja," zei Heéter (haar tranen drogende en
hem-met vertrouwen aanziende. „Megsy wil
de nooit hebben, dat ik het zeide. Maar ik
heb het altijd geweten, dat u terug zoudt
komen."
„Wil je mij nu, dat ik hier ben een kus
geven
„Ik kan miet komen, omdat mijn voet
pi ju doet. U moet er een komen halen
„Het was wel de -moeite waard om er
voor te komen, Hester," zei David nadat de
daad was geschied, „en ik ben er inder
daad veel verder voor giek omen."
„Hoe ver?"
„Ruw berekend ongeveer zeven duizend
mijlen," zei David.
„Dat is verder dan -Edinburg, is het.
niet?"
„Veel verder."
„En wat heeft u voor mij meegebracht
was Hester's volgende vraag.
„Dit," zei Da-vid, de taséh anet de roode
en witte strepen opheffende.
„Zij is niet erg mooi, en hoe zwaar. Kan
ik er mee spélen?"
„Als je grooter bent. Tot zoolang zal jo
grootmoeder ze voor je bewaren
„Laat an© eens zien wat er iu isl"
Hester's oogen begonnen te glinsteren. Zij-
had zich ©en voorstelling gemaakt van onuit
sprekelijk© wonderen en ze was ontzettend
teleurgesteld, toen zij niéts zag dan kleine
stukjes rood glas en eenig© niet eens zoo
helder als glas. Zij was er zéker van, dat
een stulkje van l»©t veneter, waar de zén.
Zondags dooitheeu scheen in de kerlc, veel
mooier zou zijn. Maar H'eetor was een be
leefd, klein metteje en zou niet iets zeggen
waardoor zij de gevoelens van anderen kon
kwétscn.
„Zij zijn snoézig," zeide zij-, baar hand in
de tasch stékend en een handvol langs haar
vingers latende glijden. „Wat- vallen ze koel
en wat rinkelen ze als ze neervallen."
„Ja Ileeter!" zei haar vader glimlachen
de, „menigeen hunkert naar één van die
kleine glinsterende dingetjes."
,Ma'g ik er eentje hebben
Wordt vervolgd.