jr. no. 7de Jaargaaif. Woensdag 21 October 1908. BUJTENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. :OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden yoor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant veraehfjnt dagelijks, beha]ye op Zon- en Feest dagen. Adyertentiönmededeelingen enz.golieve men vóór 11 uur 's morgens bf de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschest raat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 05 cent* bf vooruitbetaling. Qroote lottere naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advertoorcn in dit Blad, bf abonnement. Bene circulairebev&tteado de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De crisis in liet Oosten. Een der opmerkelijkste, maar tevens een der zorgwekkendste verschijnselen in de cri sis, die nu heerscht in het Oosten, was tot dusver de onverzettelijkheid van Bulgarije. Tot ergernis van Europa, wil Bulgarije ni?ts weten van het geven van eenige ver goeding, welke ook, aan Turkije voor de door de onafhankelijkverklaring en door de inbezitneming van de Orientspoorwegen toe gebrachte nadeel en. Op alle vertoogen, om althans eene geldelijke schadevergoeding te geven voor 't verlies van de tot dusver door Oost-Rumelië uitgekeerd schatting en van de inkomsten uit den spoorweg, welke beiden strekten tot zekerheid der schuldeischers van den Turkschen staat, werd tot dusver van Bulgarije geen ander antwoord ontvan gen dan,,Wij doen het niet." Op het on redelijke van dit standpunt en op het ge vaar, dat het met zich brengt, heeft de Köln. Ztg. in deze woorden gewezen „Materieel is er eene benadeeling van Turkije in zóóverre geschied, dat het in zijn eigendom aan de Oost-Rumelische lijnen en aan de Oost-Rumelische schatting bena deeld is, waarbij in aanmerking moet wor den genomen, dat de Porte de uit deze bron- ne voortvloeiende inkomsten aan vreemde schuldeischers heeft afgestaan. Dat Bulga rije voor dit door zijne gewelddaad ontstaan verlies aansprakelijk is en aansprakelijk moet zijn, is aan geen twijfel onderhevig. Ev evenmin is het aan twijfel onderhevig, dat de diplomatie moet zoeken naar mid delen en wegen om het gekrenkte Turksclie nationale gevoel te bevredigen en binnen- landsclie onlusten in hef Ottomaansche rijk te verhoeden. Men mag dit laatste gezichts punt niet onderschatten. Door de groote be weging, die in de zomermaanden de veran dering van regeeringsstelsel voltrok, zijn niet slechts politiek-godsdienstige overtui gingen van breede kringen, maar ook de persoonlijke belangen van duizenden gevoe lig getroffen en er zijn bewijzen genoeg voor handen, dat in het duister werkende krach ten beproeven deze gistingskiemen in reac tionairen zin te benutten. Zij wenden zich daarbij tot de moslemin, d. i. het gedeelte van het Turksche volk, dat den last van den militairen dienstplicht draagt, en des te ge vaat lijker zijn hunne woelingen voor de po litieke en militaire slagvaardigheid van Tur kije. Wordt deze verzwakt, dan stijgt de lust in Bulgarije om op zijne coups de force nog de beslissing om het bezit van Macedonië te laten volgen. Dergelijke neigingen zijn in het volk en in het leger voorhanden, en hij het overprikkelde chauvinisme, dat thans de Bulgaren beheerscht, is men niet bevei ligd voor het gevaar, dat zij gelooven, dat het oogenblikgekomen is om de Groot-Bul- gaarsche droomen te verwezenlijken." In Bulgarije's onverzettelijkheid ligt voor een goed deel het gevaar, dat uit deze crisis botsingen zullen voortkomen, die tot een oorlog kunnen leiden. De vrees daarvoor was in het laatst der vorige week vrij sterk, toen zoowel uit Sofia als uit Konstantino- pel bericht werd, dat bevelen tot mobili satie warei: gegeven. Maar sedert is het blad gekeerdde wind waait nu blijkbaar uit den vredehoek. De beide regeeringen be twisten thans, dat zij oorlogszuchtige be doelingen zouden hebben, en zij ontkennen ook maatregelen te hebben genomen, die op eene mobilisatie van de legers betrekking hebben. Van Turksche zijde wordt ver klaard, dat de bevelen daartoe zijn inge trokken, omdat de Porte van Bulgarije de verzekering heeft ontvangen, dat een oorlog in geen geval in de bedoeling ligt. In Sofia is men namelijk, onder den invloed van buitenlandsche raadgevingen, tot het ver standige besluit gekomen, over de Oost- Rumelische schatting en de naasting van de Orientspoorwegen in rechtstreeksche onder handelingen me* Turkije te treden. Tot dus ver had de Bulgaarsche regeering gewei gerd dir. te doen. Dat is ten minste een stapje vooruit. Nu is er wel geen groote kans, dao de onderhandelingen veel zullen vorderen, zoolang de Bulgaarsche regeering op het standpunt blijft staan, dat Bulgarije zijne onafhankelijkheid niet kan koopen. Maar het oorlogsgevaar schijnt nu toch ter zijde te zijn gesteld. Steun vindt het streven om den oorlog te vermijden, bij de partij, die door de om wenteling van den afgeloopen zomer in Turkije aan het bewind is gekomen. Om verschillende redenen is die partij er afkee- rig van om het te laten aankomen op een gewapend conflict. In de eerste plaats om dat de militaire deskundigen, Turksche en vreemde, 't er over eens zijn, dat het Bul gaarsche leger beter is toegerust dan het Turksche. Bulgarije kan meer mannen ter stond in het vuur brengen dan Turkije. De officieren van het Bulgaarsche leger zijn meer omwikkeld en zij hebben hunne solda ten beter gedrild en geoefend dan de Tur- kon. De gebrekkige toestand van het Turk sche leger en van de nationale verdediging wordt toegeschreven aan het wanbestuur der laatste dertig jaren. Het orgaan van het Jong-Turksche comité, de Schurai Um- mët, verklaart, dat het oude régime het leger heeft verzwakt. Daarom kan Turkije op de provocatiën van Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije nietT met de wapenen antwoorden, maar mo;»t het op de conferentie een be roep doen. Maar terwijl men eenerzijds aan het oude stelsel de schuld geeft, dat Turkije niet in staat is oorlog te voeren, erkent men aan den anderen kant, dat als het tot een oorlog mocht komen, dat aan de aanhangers der reactie ten goede zou komen. De Yeni Ga- zeta, het orgaan van den grootvizier Kiamil Pacha, schrijft: „Berusting in de uitioeping van Koning Ferdinand en in de inlijving van Bosnië door Oostenrijk-Hongarije beteekent vernedering, maar aan den anderen beteekent oorlog het hei stel van de oude-tirannie." Men is overtuigd, dat een oorlof een misgreep zou zijn, die, hetzij hij gunstig afliep of niet, de oude misbruiken zou herstellen, welke alleen voordeel brengen aan de paleis- kliek en haren aanhang. Van die zijde vindt dus het 6treven om den vrede te bewaren, steun. Maar bij de onzekerheid, die bestaat omtrent de duur zaamheid van de thans in Turkije bestaan de binneulandsche toestanden, zal het de vraag zijn wat men aan dien steun heeft. Het beste middel om Turkije te bewegen mede tet werken tot eene vreedzame oplos sing van de crisis, zal in ieder geval zijn, dat men het Turksche volk de overtuiging weet bij U-. brengen, dat met de uitvoering van deze likwidatie ook de opvatting wordt weggenomen, dat van 't geen er in de Bal- kanlanden gebeurt, Turkije steeds het ge lag moot betalen. Duitschland. Berlijn, 20 October. De bij de opening der zitting van den Pruisischen landdag door den Keizer voorgelezen troon rede houdt het volgende inHet is mijn wil, dat het kiesrecht voor het huis van af gevaardigden zich organisch verder zal ont- wikkeleu. Ik zie daarin een taak, die een der gcwichtigsten is van den tegenwoordigen tijd. De beteekenis daarvan voor het staatsleven eischt veel omvattende voorbereidende werk zaamheden, die door mijne regeering met allen nadruk worden verricht. Wetsontwerpen tot verbetering van het dienstinkomen van de staatsambtenaren, geestelijken en lagere onderwijzers zullen ten spoedigste worden ingediend. Deze voorstel len beteekenen eene duurzame verzwaring van lasten van omstreeks 200 millioen mark h ;t is. daarom onvermijdelijk dat de aanzien lek hiervoor gevorderde middelen door eene verheogde belasting van der-vermogens en in komsten in de hoogere klassen wordt opge bracht. Voorts wordt aangekondigd, dat de orga nisatie van de hoogere meisjesscholen zal worden gewijzigd. De troonrede besluit aldusIn den laat- sten tijd hebben zich in het Oosten van Euro pa gebeurtenissen voltrokken, die de aan dacht van Europa in beslag nemen. Al zijn wij daar ook politiek minder geïnteresseerd dan andere staten, dan eischen die gebeurte nissen toch ernstig onze aandacht. Het Duit se he rijk zal in trouwe gemeenschap met zijne bondgenooten voor eene vreedzame en recht vaardige oplossing van de tegenwoordige rooeielijkheden opkomen. Frankrijk. Par ij.s, 20 O riober. De Kamer is begonnen met de behandeling van de inter pellatie van Biétry over de uitlegging, door het Hof van Cassatie gegeven aan artikel 445 van het wetboek van strafrechtsvorde ring, bij de revisie van het proces-Dreyfus. Biétry zeide, dat uitgemaakt is, dat het Hof van Cassatie zich aan ambtsmisdrijf heeft schuldig gemaakt. Hij eischte, dat zij, die de magistraten hebben beschuldigd, zou den worden vervolgd. Zelf bood hij aan af stand te doen van zijne parlementaire on schendbaarheid. Minister Briand verdedigde ipet warmte de magistraten, die verheven zijn boven de aanvallen van gekken. Het misdadige natio nalisme toont zijn onmacht door deze cam pagne. De rechters pasten in dit geval de wet toe, zooals in tallooze andere gevallen. Andere rechters zijn niet noodig. De heftig heid van den veldtocht zal het Hof van Cassatie slechts meer populair maken. Biétry verklaarde Dreyfus voor een ver rader. De geheele linkerzijde vatte vuur tegen den spreker, tegen wien de censuur werd uitgesproken. Daarop schold hij do magistraten uit voor falsarissen en plicht/cr- geteu rechters. De Kamer besloot Biétry tijdelijk als lid te schorsen. Hij weigerde echter de tribune te verlaten, waarna werd gezonden om de gewapende macht. De voorzitter verliet de zaal en de tribunes werden ontruimd Toen de zitting werd hervat, was de rust hersteld. De Kamer nam met 436 tegen -1 stemmen eene motie aan, waarin de verfoei lijke campagne en de beleedigingen tegen de raadslieeren van het Hof van Cassatie worden gebrandmerkt en de verklaringen der regeering worden goedgekeurd. Als opvolger van den minister van ma rine Thomson worden in de eerste plaats genoomd de afgevaardigde Chaumet en de senator Monis. Men verwacht, dat de va cante plaats spoedig zal worden vervuld, om te beletten, dat deze met succes bekroonde aanval tegen het kabinet-Clemenceau de op positie tot nieuwe aanvallen opwekt. Noorwegen. De Engelsche regeering moet, volgens een bericht uit Christiania, reeds zijn vertegen woordiger hebben gekozen op de beraamde conferentie in zake Spitsbergen. Hij zou voornemens zijn zich te laten vertegenwoor digen door Sir Martin Conway, van wien be kend is, dat hij er voor is Noorwegen over Spitsbergen het gezag te geven, en er tegen, dat Rusland of Duitschland iets te zeggen zullen krijgen. De correspondent van de Vossische Zeitung lc Christiania, die dit mededeelt, voegt daar aan toe: „Stellig mag echter, niet alleen Rusland, maar ook Nederland, dit als ont dekker van het Poolland, er bezwaar tegen verheffen, dat er aan Noorwegen al te veel macht wordt verleend, gelijk er al eens be zwaar tegen is verheven, toen Noorwegen met het plan voor den dag kwam Spitsber gen in te lijven. Ook is er verzet van Zwe den te verwachten, dat zich door zijn weten schappelijke onderzoekingen op Spitsbergen groote verdienste heeft verworven. Verkrijgt Noorwegen, dat door zijn levendige visch- vangst op Spitsbergen sterk bij dit land be lang heeft, er het toezicht over, dan zal het waarschijnlijk aanzienlijke kosten moeten maken om zijn taak behoorlijk uit te voe ren". Oosten rijk-Hongarije. Budapest, 200ctober. De Hon- gaarsche delegatie heeft de begrooting van buitenlandsche zaken aangenomen. P a r ij s, 2 0 Oct. Volgens een tele gram aan de Temps uit Budapest, wordt daar de binnenlandsche crisis in Oostenrijk als zeer ernstig beschouwd. Pr aag, 20 October. De samen scholingen zijn heden avond weer begon nen. De troepen moesten optreden. 50 per sonen werden gevangen genomen. Het ingrijpen van de militaire macht bij de straatgevechten van verleden Zondag te Praag geschiedde eerst op telegrafisch ver zoek van de Duitschers bij den minister president, omdat de politie geheel ontoerei kend en bovendien partijdig voor de Cze- chen bleek. De militaire bescherming strek te zich echter slechts uit tot de stad Praag zelfde voorsteden bleven onbeschermd overgelaten aan het Czechische janhagel. In Weinberge en Smichow werden talrijke vensterruiten in Duitsche openbare en bij zondere gebouwen vernieldzelfs een Duitsch weeshuis werd niet verschoond. Eergisterenavond herhaalden zich de straattooneelen. De politie werd met steen worpen ontvangendaarop werden drie ba- taillons troepen ontboden, die de hoofd wegen schoonveegden. Ook de troepen wer den aangevallenzelfs naar den bevelvoe- reuden kolonel werd met stukken ijzer ge gooid. De etroepen traden daarna krachtig op, waarbij verscheidene personen wonden opdeden. D* stemming in Servifi. Belgrado, 20 October. De mi nister-president beloofde aan den vertegen woordiger van Oostenrijk-Hongarije, dat krachtige maatregelen zouden worden ge nomen om de herhaling van de uitspattingen tegen do Oostenrijksche en Hongaarsche kooplieden te beletten. Belgrado, 20 October. Generaal Voekowitsch, de afgezant van den vorst van Montenegro naar koning Peter, is hier aan gekomen Officieel wordt medegedeeld, dat hij te Agrain uit den trein is gehaald door Oos tenrijksche gendarmen, die zijne bagage doorzochten en hem zeven uren vast hielden. Nadat hij per telegraaf bij den minister Aehrenthal zijn beklag had gedaan, kwam er uit Weenen een bevel om hem vrij te laten. Eerst tegen den middag kwam hij in Bel grado. Tweede telegram. Generaal Voe kowitsch bracht hedennamiddag een bezoek aan den minister-president; later werd hij door den Koning ontvangen. Een groote menigte juichte hem met geest drift toe. De stemming in Bulgarije. Sofia, 20 Oct. De socialistische partij heeft eene oproeping verspreid, waarin wordt gezegd, dat het land tot den oorlog wordt gedreven door de persoonlijke eerzucht van den souverein. De burgers worden aangespoord zich van de vreemde voogdij te bevrijden en zelf de zaken van hun land te besturen. Turkije en Bulgarije. Sofia, 20October. Eene volledige overeenstemming over de hangende strijd vragen is verkregen tusschen de gemachtig den van het centrale comité der Jong-Tur- kfn en van het comité te Sofia." Een gemeen schappelijk opgestelde proces-verbaal doet uitkomen, dat een Turksch-Bulgaarschen oorlog volstrekt geen reden van bestaan hoeft, en vraagt dringend aan de regeerin gen van de beide landen, gemachtigden te zenden, die belast zullen zijn met het be ramen van de middelen om de bestaande ge schillen op te lossen. Dit proces-verbaal is gisteren aan de Bulgaarsche regeering over handigd en zal heden te Sofia, Konstanti- nopel en Saloniki bekend gemaakt worden. Hst oonfersntieplan. P a r ij s, 2 0 Oct. Eene nota van Ha- vas meldt, dat de heer Iswolsky, de Russi sche minister van buitenlandsche zaken, he denavond van Parijs vertrokken is naar Ber lijn, vanwaar hij zich weder naar Petersburg zal hegeven. In bevoegde kringen te Lon den en Parijs wordt verzekerd, dat Iswolsky erin geslaagd is volkomen eenstemmigheid te bowerken tusschen Rusland, Engeland en Frankrijk, ten aanzien van de taak der nansiaande conferentie. Te Berlijn zal hij dezelfde overeenstemming moeten zien te krijgen met Duitschland, want het is noo- dige dat alle betrokken mogendheden, voor dat de conferentie bijeenkomt, het eens zijn geworden over het program. Het tweede verblijf van den Russischen minister te Parijs zal er ook toe bijdragen, om den toestand in den Balkan een gunstiger wending te doen nemen, omdat Iswolsky in deze dagen de gelegenheid heeft gehad per soonlijk mede te werken aan de pogingen van het Fransche kabinet te Sofia en te Koüstantinopel om het Turksch-Bulgaarsche conflict op vreedzame wijze bij te leggen een actie, die is geschied met volledigo goedkeuring van Rusland, dat zeer zeker DOOH 48 s. R. CROCKETT. Uit Jut Schotsch vertaald DOOR J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. De jonge man stond o<p, zijtn onzichtbare snor gladstrijkende. Vic sprak de laatste woorden een klein beetje ondiuidelijlk. Zij had een groote veiligheidsspeld in haar mond. Zij greep de lapellen van zijn jaa. „Steek den brief nu in je borstzak," ge bood ze streng. Toen hij: gehoorzaamd had pakte zij vlug zijn jas en stak de speld door het goed en den brief. „Oefriep hij onwifiekurig toen de speld zoowat halverwege was. „Was dat je veafet" vroeg de bewerkster heel wijsgeerig. „Ja," mijn ondervest!" zei Waffles, die taiet voor niets de rechterhand van Car us Darroch was geweest. „Welnu," hernam Yic kalm, dat zal hel pen oan je geheugen te scherpen. Daar is te genwoordig niets zoo goed om het geheugen van een jongmensch op te frisechon." „Met. een stalen speld," mompelde Waff les voorzichtig, weer op zijm stoel plaats nemend. „Denk jelui er aan, jongens, dat je niets j van een brief afweet, als de meisjes komen Hester iaat ons nu verdwijnen. In een wip zullen ze hier zijn!" Hester had geen woord, gesproken, zij voel de zich heel jong en onbedreven. Zij kon Vic's scherts niet volgen. Zij had een audere manier van spreken geleerd' van Rewie en geoefend door haar eigen vlugge verbeelding. Maar al haar levendigheid was uitgedoofd! door de dofheid van haar omgeving, zij voel de zich beklemd en kon geen woorden vin- dten. „Wat zal hij, mij' «nnoozel vinden," siprak! zij biji zichzelf, toen zij zich verwijderden, „ik kon geen sylabe zeggen, natuurlijk niet dat het er op aan komt." Toch slaakte ziji een zucht, toen zij Vic aan de deur van haar eigen kamer verliet en -naar 'boven ging om zich op te knappen, voor de afternoon-tea, m de leerkamer, waar zij presideerde met juffrouw Martin naast zich op de sofa, «m die ongelukkige daan© te verdedigen tegen de aanvallen van Stanhope en de kleverige vingens van Grubby. In haar zolderkamertje aangeland (haar tante had haar meid benedien in haar kleed kamer laten slapen en Hester als een gunst de kamer van de dienstbode gegeven) haalde zij den brief van de hertogin te voorschijn, lachte er eerst om en schreide er daarna wat over. „O, het zal verschrikkelijk zijn, dat weet ik," zei ze bij zichzelf, „ik zal bang voor mijn eigen schaduw rijn, ik zal niet in staat zijn, tegen iemand een woord te zeggen. Hak ik het maar noo't 'beloofd. Zou ik den brief weer terug kunnen krijgen?" Zij sprong op. Maar aan Tom's kamer denkende en boe rij zou trachten alles uit te leggen onder de oplettende oogen der mannen, ging zij weer zitten. Daaraan kon niet gedacht worden. Zij stelde rich zelf voor, staande voor het drietal, niet in staat een woerd te spreken. „Ik begrijp niet, hoe ik zoo dwaas ben," zei die kleine Hester, „zoo was ik vroeger niet!" Maar Hester zou niet lang alleen, gelaten worden, wat in haaf tegenwoordig© stem ming misschien wel zoo goed was. Zij stond op het punt bang te wbrdlen voor de herto gin en het balmaar met haar volgende bezoekers vergat zij alles. „Doe de deur open, we willen binnen ko men 1" het wae de stem van Ethel buiten de deur. „Ja, op staanden voet! versta je?" riep Claudia met no» meer nadruk. Heeler wierp vlug een blik de kamer rond om te rieu of zij niets op de tafel had laten nggen, waar rij prijs op stelde en opende de deur. Ethel en haar jongere zuster tradon bin nen en zagen haar aan. „Laat ons nu dien brief zien.' zei Ethel, haar oogen schoten vuur en haar kleine haaiden hield rij gebald langs haar zijde. Zij waren regelrecht naar Hester's kamer ge gaan, zonder zich tijd te geven haar goed uit te doen. „Ja, en wiji willen hem hebben ook," zei Claudia naar Hester toestappende, alsof zij haar met haar houalng ontzag wilde inboe zemen. „Welken brief?" zei Hester nauwelijks verstaanbaar. „Dat weet je heel goed," riep Ethel, „met ons kan je geen juffrouw Onschuld spelen, den brief van de hertogin, Vic be praatte mama je dien zelf te laten beant woorden. „Ja," zei Claudia haar neus ophalende, „je bent in Tom's kamer geweest- om hem te beantwoorden. Wat Jiadt je daar te ma ken, ik zal het aan papa zeggen." „Ik zal jelui den ibrief van de hertogin iiiiet geven, en als ik al met Victoria in Tom'skamer was, wat gaat dat jelui aan, zei Hester driftig. „Ik ging in d© kamer van mijnheer Tom met juffrouw Victoria,, om u te dienen," sprak Claudia een buiging makende, „zoo behoor je te spreken liefdadigheidskind." Claudia's oorlogszuchtige manieren waren eenvoudiger en ruwer dan die van Bthel. „Geef mij den brief," herhaalde Ethel heftiger nog diam te voren. „Dat wil ik niet. Jelui hebt er niets mee te maken." „Dan zal ik hem zelf nemen hier is hij," riep Claudia, een gtreep doende naar eenige papieren, die op een klein tafeltje lagen, dat Hester was gegeven omdat nie mand het in zijn kamer wenschte. Voordat Hester het kon vooricomen las ieder barer nachten ©en brief. Et-hel had dien van de hertogin en hield hem met min achting vast. „Liefste, klein© Hester!" dat lijkt op haar is het- niet? Zij ziet er uit zooals zc is, een akelige, venijnige, kleine pad. Een liefdadigheidskind!" Haar bemin nelijke nicht vermoedde maar al te juist, dat dit haar meer zou kwetsen als iets an ders. „Kom vroeg, niet later da.n zeven uur, om mij met de bloemen te helpen." Ik zou wel eens willen zien, dat jo het dorst, cn wiji die niet gevraagd zijn! „Uw liefhebbende en berouwvolle petemoeder;" dwaze, oude vrouw, ze moet langzamerhand suf worden. We zullen het haar inpeperen." „Ga nu ritten en beantwoord hem zooala we het- jo voorzeggen.' Ethel bad als ge woonlijk het heft in handen genomen. „Ik zal niets van dJat alles deen," zei Hes ter verontwaardigd. Tante heeft gezegd hoe ik hem zou beantwoorden eii die brief is al weg." „Dat is een leugen,," zei Ethel, „wij heb ben van Timson gehoord, dat er nog geen brief <yp de post i3 gedaan." „Wat meer zegt," nep Claudia van haar brief opziende, „jij, noch Vic rijt uitgeweest. Ga dus zitten en schrijf wat wij je zullen voorzeggen." Weer weigerde Hester, haar bewering her halende, dat die brief reeds veraondien was. „Wie heeft hem dan weggebracht, zeg ons dat." Ondertusschen was Claudia naar het kleine dakvenster gegaan en las een anderen brief, dien zij achter haar rug verborgen had ge houden. Met één blik zag Hester, dat het die van Megsy was en trachtte hom weg te pakken. „Geef hem mij," zei ze bijna in tranen, „dat een brief waarmede jelui niets te maken hebt; o, wat laaghartig van jelui!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1