BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. nr. 7"' Jnariraiift. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf Idem franco per post Afzonderlijke nummers- Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en dagen. AdvertentiBnmededeelingen enz., gelieve men vóór 's morgens Dfl de Uitgevers in te zenden. l.OO. 1.50. 0.05. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 «ent* bjj voeruitbetnliog. Groote lettew naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eens circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen.. De Burgemeester en Wethouders vam Amers foort, Gelet op artt. 6 en t der Hinderwet, Brengen1 ter kennis van' het publiek, dat een door S. W. Melchior ingediend- verzoek, met bijlagen, om vergunning tot 'het plaat-sen van een1 gasmotor van 12 P.K., ter vervanging van den bestaanden motor, dienende tot het m be weging brengen van drie boekdtr uksnelper-sear en. twee degelpersen, in het peroeel alhier gelegen oan de Breedestraat No. 18, bij het kadaster bekend onder sectie E; no. 2159, op de Secreta rie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dins dag, den 10. November aanstaande, des voor middags te half elf uren gelegenheid, ten, Raad- huize wordt gegeven om, ten overstaan, van: het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de in richting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in- art. 15, le lid der Hinderwet-, zijn- volgens de bestaande jurispru dentie, alleen, zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het -Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden zijn versohe nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort-, den 27. October 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J.G.OTENFERT KROESE. WUIJTLERB. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op de Hinderwet: Brengen ter kennis van het publiek, dat een door de Hollandsehe IJzeren Spoorweg-Maat schappij ingediend verzoek met bijlagen om ver gunning tot het uitbreiden der wagen-werkplaats -met a. een nieuwe smederij; b. een droogoven voor'liout; c. een werkplaats voor houtbewerking; d. een werkplaats voor het uitvoeren van kleine herstellingen aan voertuigen; e. een nieuwe houtloods, op de terreinen der Hollandsehe Uzeren Spoorweg- Maatsehapp jj al hier, kadastraal sectie D, no. 2913, op de Secre tarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dins dag 10 November aanstaande, des voormidldags te half elf uur, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van een of meer zijner leden, bezwa ren tegen het uitbreiden- van- de inrichting in te 'brengen. Tot het beroep, bedoeld: in- artikel 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande juris prudentie alléén zij gerechtigd-, die overeemikom- stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente bestuur of één of meer zijner leden zijn versche nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten Amersfoort, 27 October 1908. Burgemeester en. Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENPERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De crisis in het Oosten. Terwijl de opgewondenheid in Servië door de reis van den Kroonprins naar Rusland nieuw voedsel heeft gekregen, schijnt men in Bulgarije allengs tot eene meer rustige en nuchtere opvatting van zaken te komen. Het eigenlijke bezwaar bij de Bulgaarsch-Turk- sche onderhandelingen lag, zooals men weet, in de kwestie der schatting voor Oost-Rume- lië, welker kapitaliseering of andere omvor ming door de Turken niet ten onrechte werd verlangd, terwijl de Bulgaren van zulk eene schadeloosstelling niet wilden weten. Verder ziende dan een deel der Bulgaren, heeft Koning Ferdinand onmiddellijk erkend, dat het niet de moeite waard is om wegens deze schattingskwestie de zoo makkelijk verwor ven onafhankelijkheid aan de gevaren van een oorlog bloot te stellen, die, hoe hij ook zou uitvallen, Bulgarije op grootere gelde lijke verliezen zou komen te staan, dan zelfs de meest ruime schadeloosstelling aan Tur kije. Deze meening van Koning Ferdinand moet ten slotte ook in den ministerraad zijn doorgedrongen en men moet tot het besluit gekomen zijn dit vraagstuk van een princi pieel standpunt nader te beschouwen. (Men zie evenwel weer onder de politieke berich ten van hedenmorgen het telegram aan de New-York-Herald)Wanneer zulk een van rationeele politiek getuigende be sluit werd gehandhaafd en uitgevoerd, dan zou het feitelijke bezwaar voor een overeenkomst tusschen Turkije en Bul garije vervallen zijn. Van beide zijden schijnt thans de overtuiging eenigszins meer veld te winnen, dat de vruchten van een zelfs gunstig verloopenden oorlog de offers aan geld en bloed niet zouden goedmaken. De reis van den Servischen kroonprins is voor menigeen een verrassing geweest. Eerst sedert een zeer korte spanne tijds vóór de reis was daartoe besloten, en wel nadat de tusschen Petersburg en Belgrado hierover gevoerde, zeer geheim gehouden, onderhan delingen Zaterdagavond met de toezegging van den Czaar eindigden, dat hij den kroon prins zou ontvangen. Het ligt in den aard der zaak opgesloten, dat men zoowel over de voorgeschiedenis der kroonprinselijke reis, als ook over diens missie niets authentieks te weten komen kan en dat zoowel hof als regeeringskringen in Servië zich in een diep stilzwijgen hullen. De officieele zending van Kroonprins George heet daarin te bestaan, dat hij den Czaar de dezen reeds vroeger door den Ko ning verleende Karageorge-orde, benevens een koninklijk schrijven moet overhandigen. Dat de Kroonprins, benevens de oud-mi- nister-president Pasjitsj, die in het gevolg is, de gelegenheid niet onbenut zullen la ten om den Czaar en andere toonaangeven de persoonlijkheden, met wie ze in aanra king komen, over de stemming in Servië en over de door dit land gekoesterde wen- schen in te lichten, en Rusland's steun voor de Servische desiderata te verzoeken, ligt voor de hand. In Servië ziet men thans in de toezegging van den Czaar den Kroonprins te ontvan gen een teeken, dat Rusland, welks aan zien ten gevolge van de passieve houding bij de annexatie van Bosnië aangenomen, onder de Zuid-Slaven ïn den iaatsten tijd zeer is gedaald, Servië in deze moeilijke tijden niet vergeten zal. In Weenen neemt men de reis in dezen zin niet opmen verzekert daar, dat er verklaringen zijn van Iswolsky, volgens welke de Kroonprins in geen enkel opzicht van Rusland steun voor de Groot-Servische beweging zal ondervinden. In Berlijn zijn de politieke inzichten hieromtrent verdeeld. Over de daar plaats gehad hebbende sa menkomsten met Iswolsky is een officieel communiqué verschenen. Veel nieuws stond daarin niet. De staat van zaken, zoo schrijft o.a. de Berlijnsche correspondent der Frankfurter Zeitung, die meent dat met Iswolky's be zoek practisch niet veel gewonnen is was voor de aankomst van Iswolky reeds geheel duidelijk. Ondanks de bereidwilligheid bij de gevoerde onderhandelingen, is in hoofd zaak hieraan niets veranderd. Het hangt er heelemaal van af of en op welke wijze Oos tenrijk en Turkije tot overeenstemming ge raken en dat deze béide mogendheden voor een conferentieplan gewonnen worden. Van Duitschland is daarbij niet de minste stoor nis, integendeel alle hulp te verwachten. Het is, evenals Frankrijk, bij de hangende kwestie niet zoo onmiddellijk als de andere mogendheden geïnteresseerd. Het keerpunt der verdere ontwikkeling van het conferen tieplan zal, naar het zich laat aanzien, in de verhouding tusschen Rusland en Oos tenrijk gelegen zijn. Daarover zal men zooal niet vroeger voor het geval Oostenrijk en Turkije de onderhandelingen weer her vatten nadere en wellicht gewichtige bij zonderheden vernemen, zoodra in het begin vau November Iswolsky in de Doema over zijne politiek het woord zal voeren en zijne meening over hetgeen hij in September in Buchlau met baron Aehrenthal heeft afge handeld, zal uitspreken." rrankr^k. Kardinaal Mathieu, die naar Londen was gereisd om het eucharistisch congres bij te wonen, daar ziek werd en een operatie moest ondergaan, is gisterenochtend ges'orven. Hij is bijna 70 jaar oud geworden. Geboren in 1839 werd hij, na in verschillende lagere ambten de kerk te hebben gediend, be noemd tot bisschop van Angers, vervolgens bevorderd tot aartsbisschop van Toulouse en met het purper bekleed. Hij was een warm aanhanger van de staatkunde van Leo XIII en hielp dezen kerkvorst ijverig in zijn stre ven om de Fransche katholieken met de re publiek te verzoenen. Engeland. Londen, 27 Oct. In antwoord op een vraag omtrent het verbod tot invoer van hooi en stroo uit het buitenland ver klaarde de heer Stracbey, dat dit verbod ten doel heeft Groot-Brittannie te beveili gen tegen het gevaar van overbrenging van mond- en klauwzeer uit streken, waar deze ziekte heerscht of waar de toestanden van dien aard zijn, dat zij geen voldoenden waar borg opleveren tegen de overbrenging. Het verbod moet dus beschouwd worden als te zijn van blij venden aard. Bpmj» Barcelona, 27 Oct. Kardinaal Casanas is plotseling overleden. Ooattn rijk-Hongarije. Boedapest, 27 Oct. In de Oos- tenrijksche delegatie was de begrooting van buitenlandsche zaken aan de orde. In ant woord op eenige sprekers zei Aehrenthal In beginsel hebben wij niets tegen een con ferentie. Wij zijn besloten wat ons betreft daarnaar te handelen, want wij willen 't mogelijke doen om de spanning van tegen woordig op te heffen. Ons standpunt is niet, dat Bosnië geheel van het program der conferentie moet weg blijven, maar wij kunnen niet toelaten, dat de uitgemaakte zaak van de souvereiniteit door de conferentie wordt in behandeling genomen. In elk geval zou van onzentwege geen enkel bezwaar er tegen bestaan, dat de con ferentie van den huidigen staat van zaken acte nam bij de gelegenheid der herziening van de acte van Berlijn en het artikel be treffende Bosnië en den Sand jak ophief. Omtrent de compensatie verklaarde de minister, dat daar geen sprake van zijn kon, want het gaat hier niet om een vergrooting van ons bezit en indien men van eene com pensatie spreken mocht, dan zou het alleen zijn tegenover Turkije, waaraan Oostenrijk- Hongarije spontaan eene compensatie gaf, door af te zien van zijne rechten op den Sandjak, waardoor wij Turkije niet alleen vergrooting van zijne effectieve macht toe stonden, maar ook een bewijs gaven van onze vredelievende en vriendschappelijke bedoelingen. Van andere territoriale schade loosstellingen, van welken aard ook, kan geen sprake zijn. Wij hopen, dat men te Constantinopel onze bedoelingen zal appre- cieeren en onze pogingen zal steunen, ten einde tot eene vriendschappelijke regeling te komen in het belang der toekomstige ver wezenlijking van het conferentieplan. Vcorts zeide baron Aehrenthal, dat er geen breuk is, doch alleen een stagnatie in de onderhandelingen, waar bij geen besprekingen werden gevoerd over het feit der annexatie. Oostenrijk-Hon- garije wilde alleen tot een overeenkomst ge raken ten einde de verwerkelijking van het denkbeeld eener conferentie te vergemakke lijken. Wat betreft den boycot van Oosten- rijksche koopwaren zeide de minister, dat deze spoedig zal ophouden. Wat aangaat de Bulgaarsch-Turksche betrekkingen, wij zou den met voldoening zien, wanneer deze uit liepen op een entente, in het belang eener vreedzame afwikkeling der geschillen op den Balkan. Daarom hebben wij te Constan tinopel en Sofia afgeraden militaire maat regelen te nemen, waardoor het wederzij d- sche wantrouwen tusschen beide landen zou worden vergroot. De minister zeide, dat de regeering welwillendheid zal pogen te be trachten ten opzichte van Servië en Monte negro, rekening houdende met de belangen dezei landen. Deze staten zouden beter doen hunne krachten te besteden aan de binnenlandsche vooruitgang, dan illusies of niet te verwe- zenlijke droomen na te jagen. De minister zeide overtuigd te zijn, dat een meer kal me beschouwing der zaken in Belgrado den boventoon zal gaan voeren. De minister deed uitkomen dat, onder handhaving der Oostenrijksch-Hongaarsche rechten, de re geering heeft gepoogd eene algemeene ont spanning te verkrijgen, in welke taak zij den meest wannen steun der bondgenooten Duitschland en Italië ondervond. De grond slag der Oostenrijksche politiek blijft het drievoudig verbond. De minister ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet, om dat hij gelooft te kunnen constateeren, dat bij de andere regeeringen dezelfde conci- liante bedoelingen bestaan, waardoor Oos tenrijk zelf is bezield. De gedachtenwisse- ling ten opzichte van het denkbeeld eener conferentie wordt met Rusland en Frank rijk voortgezet, welke voortgaan hun invloed aan te wenden, om de verschillen, welke zich in verschillende quaesties hierbij voor doen, uit den weg te ruimen. Wal Engeland betreft, daar begint men te begrijpen, dat de verwijten die men Oos tenrijk deed bij de annexatie, niet gerecht vaardigd waren. De minister dankt voor den steun, hem door de delegatie verleend, welke zijn taak zal vergemakkelijken en Oostenrijk's positie tegenover den vreemde zal versterken en hoopte dat in dit histori sche oogenblik de geheele bevolking zich om den souverein zal vereenigen, ten einde de levensbelangen van het rijk te handhaven. Morgen voortzetting. Weenen, 27 October. De Wiener Allgem. Zeitung zegt, dat ten gevolge van de jongste troebelen te Praag de toestand van dien aard is geworden, dat de regee ring er over denkt bijzondere maatregelen op die stad toe te passen. Alle voorbereiden de maatregelen zijn reeds genomen, ten ein de, bij voortduring der troebelen, onmiddel lijk tot dit uitzonderingsrégime te kunnen overgaan. Praag, 27 October. In den loop van den dag had een botsing plaats tusschen Duitsche en Tsjechische studenten. Er zijn verschillende personen gewond en talrijke arrestaties gedaan, 's Avonds hadden nieuwe maniefstatiën plaats. Troepen gendarmerie deden het Wenzelplein ontruimen, maar de menigte kwam weer opzetten, wierp met stee- nen naar de cavallerie, wierp de lantaarns op het midden der straat en vernielde de bankeu. Tegen den nacht trok de menschen- menigte af. Het politiebestuur heeft in het openbaar gewaarschuwd, dat de openbare macht zich genoopt zal zien de strengste maatregeletf te nemen en zelfs van de wapenen zal ge bruik maken om de orde te handhaven. De academische senaten der beide Duit sche hoogescholen te Praag hebben naar aanleiding van de anti-Duitsche betoogin gen welke ook Maandag voortduurden bescherming voor de Duitsche studenten verlangd en verzet aangeteekend tegen het optreden der politie op Zondag. Te Briix heeft een Duitsche menigte van zeker duizend menschen onder het zingen van volksliederen een optocht door de stra ten gehouden als betooging tegen Tsjechi sche gewelddaden te Praag. De gemeente raad van Brüx sprak zijn verontwaardiging over die gewelddaden uit. Rtiftlan<L Uit Berlijn wordt aan de Nowoje Wremja geseind, dat de Russische minister van Buitenlandsche Zaken Iswolsky, die sedert eenigen tijd in verschillende landen onder handelingen heeft gevoerd over een aan staande conferentie, zich als volgt in een onderhoud heeft uitgelaten: „Met groote opmerkzaamheid lees ik de Russische bla den. Ik weet dan ook, dat men verontwaar digd is over mij en deze verontwaardiging is begrijpelijk, daar de daad van Oosten- rij k-Hongarije een benadeeling is van de Slavische belangen en een schending van het Verdrag van Berlijn. Het is mij echter niet mogelijk mijn program thaijs aan de pers mede te deelen, want daardoor zouden de zeer moeilijke onderhandelingen over do conferentie worden belemmerd. Gelukkig echter ben ik thans in dezelfde gunstige omstandigheden als de ministers van buitenlandsche zaken in andore landen, daar ik in de Doema een tribune heb, waar ik mijn staatkunde kan uiteenzetten. Ik hoop dat de Tsaar mij daartoe, evenals in het vorige jaar, verlof zal willen geven. Dan kan ik hetgeen ik heb verricht onderwerpen aan het oordeel van het land. Deze hoop van den heer Iswolsky is ver- vuld; de Tsaar heeft hem n.l., blijkens een bericht uit Petersburg aan de „Times", ver lof gegeven in de Doema verslag te doen i van de tot dusverre gevoerde Balkan-poli- j tiek. DOOK 53 S. R. CROCKETT. Uk tut Schotaeh vertaald DOOR J. P. WES8BLINK—VAN R088UM. Maai' zelfs de half verstane woorden van haar oom wierpen slechts een voorbijgaande wolk op de liefelijkheid van Hester's droom. Zij voelde zich volmaakt gelukkig, toen zij den eersten dans met Kipford begon. Hun voeten gleden als van zelf, zij schenen door witte zomerwolken te worden gedragen, en toen de muziek eindigde vonden zij zich plotseling tot de aarde teruggebracht en het gegons rondom hen klonk hun vreemd in de ooren. Kipford wae opgetogen over zijn dame. Er was nooit zulk een danseres ge weest als dit meisje, voor wie zijn grootmoe der zulk een ingenomenheid toonde. „Oud geslacht ook lang verloren pete kind. En voor den drommel, die robijn moet iets waard zijn ik heb nog nooit zoo iets gezien. Maar haar dansen, mijn beste kerel, het doet je je voeten vergeten 1" ,,En hoe is het met je hoofd Waffles?" vroegen zijn vrienden. Natuurlijk had Hester hierna geon gebrek aan dansers. ZIj zou haar kaartje wel zes maal hebben kunnen vullen, totdat zij ein delijk genoodzaakt was haar hoofd te schud den en te zeggen: „Ginds zit mijn nichtje Vic, zij danst even goed als ik en is zooveel mooier 1" Want Hester vergat haar vriendin niet en weldra was ook Vic gelukkig. Toen Carus Darroch voor zijn derden wals kwam was hij woedend. „Wel alles is reeds vol," zeide hij, „zelfs geen extra dans meer, gij hadt er toch wel een voor mij, uw oudsten vriend in de ka mer kunnen houden." „Het spijt mij zoo", zei Hester berouwvol, „maar ziet ge, ik was fcoo bang, dat niemand mij zou vragen, evenals met dat meisje ge beurde, van wie Ethel Torpliichan vertelt". „Onzin", zei Carus, voor zijn doen heel ruw, want ook hij herinnerde zich de les met den dansmeester en had reeds lang vooruit hierop gerekend. „En bovendien," vervolgde Hester geen aandacht schenkende aan zijn uitroep, „dacht ik Zij aarzelde en keek naar haar waaier. „Wat dacht gij?" „Ik meende, dat gij zooveel met Ethel zoudt zijn, dat gij er niet om zoudt geven met iemand anders te dansen." „Niet om zoudt geven 1" Carus beet op de punten van zijn snor. Al was zijn leven er mee gemoeid geweest, toch zou hij geen woorden hebben kunnen vinden. Hij merkte niets van den verwonderden blik, dien zijn vader hem toewierp van achter een palm. Lord Daroch vulde zijn tijd slechts tot dat een geschikt partijtje kaart gevormd kon worden, door met mevrouw Torpliichan - Stirling te spreken over de jachtwetten en de noodzakelijkheid, streng te zijn voor die kerels. Hij had met opzet een nieuwen jacht opziener genomen. „Het is tijd voor onzen dans," zei Hester, „zijt gij heel boos op mij?" „Neen," zei Carus woest, „maar ik zal het dien jongen hand Waffles betaald zet ten, als ik hem te pakken krijg," Zij zweef den heen, Carus was niet zulk een goed danser als Kipfordmaar Hester scheen hem op de een of andere manier te begrij pen en in een oogwenk had zij haar danser iets van haar eigen gemak en bevalligheid medegedeeld. Carus was nog nooit zoo dicht bij haar geweest. Een geur van voorjaars ochtenden scheen van haar uit te gaan van teer en zuiver linnen en van de beko ring van een vroolijke jeugd. Dit alles kwam hem te binnen en deed zijn hoofd haast duizelen. Hij zag op haar neer met een plotselinge teederheid. „Hester zeide hij, „zooeven zeidet ge, dat ik er niets om gaf Hij kon niet ver der gaan. Ja, hij wist in de verste verte niet wat hij wilde zeggen. Zij zag hem aan en haar oogen groot en vochtig en vervuld met licht van opwinding en geluk verrukten hem geheel. „Ik heb u nog niet voor de witte heide bedankt," prevelde zij, en sloeg ze weer neer. Carus beproefde niets meer te zeggen. Hij liet zich slechts gaan, totdat de muziek ophield. „Weet ge wel, dat ik u al den tijd heb geleid," zeide zij, terwijl hij haar naar de serre bracht. „O, ik wilde dat gij begon Carus met een zeer helder inzicht van hetgeen hij wenschte "te zeggen. Maar op dat oogenblik merkte hij, dat zijn vader hem gade sloeg. „Ja?" vroeg Hester kalm. Haar hart klopte snel van geluk. Het zou natuurlijk spoedig uitzijn, maar ondertusschen wilde zij er niet aan denken. En Carus wel Ca rus was natuurlijk Carus en aardiger dan iemand anders. „Leen mij een oogenblik uw balboekje," zeide hij. „Dat kan ik niet, mijn danser zal in een oogenblik hier zijn voor den volgenden dans 1" „De volgende behoort mij, mijn jonge dame," zei Tom naderkomende, „wat heb je met die kaart noodig, Darroch?" Maar Carus was verdwenon. Hij ontdekte Kipford, die aan den ande ren kant der kamer met Vic sprak on streek onmiddellijk op liem neer. „Heb je wel gezien, dat lady Niddisdale naar je uitziet, Waffles", zei hij zonder blik ken of blozen. „Neen, waar is grootje?" zei het jonge- mensch dadelijk. „Excuseer mij een oogen blik, juffrouw Vic." Carus maakte ook eenige verontschuldi gingen en verwijderde zich evenzeer; zoo dra zij eenige passen verder waren nam hij zijn makker bij den arm. „Luister Waffles,' zei hij, „je geeft ze weer over I Het past je niet al de beste nummers van Hester Stirling's kaart te ne men, terwijl ik eer moest bewijzen aan de douairières. Nu ga ik de rest nemeu, haal dezo door, gij kunt in dien tijd met Vic gaan zitten praten. Ik genoof niet, dat je er veel om zult geven, jij en zij schijnen op eens groot vrienden geworden te zijn. „Ik mag hangen als ik het doe," zei Waffles weerspannig. „Pas op, beste Waffles," zei Carus zacht. „Ik heb je vroeger al eens afgeranseld, en ik zal het weer doen, ja vanavond nog, al moet ik je er voor naar de biljartkamer nemen." Waffles had niet voor niemendal groen geloopen bij Carus, hij weifelde. „Maar hoe weet je, dat ik het met Victo ria in orde kan krijgen," gromde hij. Omdat ik haar kaart heb gezien en weet, dat zij nog dansen open heeft. Ga nu, mijn jongen, ik geef je den zegen, mijne kinde ren." Carus was opgetogen. „O, jou onuitstaanbaar beest," bromde Kipford, naar zijn verminkte kaart ziende. „Je hebt al de walsen op een na genomen!" „Ja," zei Carus zachtzinnig," te veel sui kergoed is niet goed voor kleine jongens. Houd je aan pudding Waffles, houd jo aan pudding 1" Snel, al te snel ging het gelij van deze Nieuwe Wereld voor Hester voorbij, de uren vloden heen. „Gij maakt een verovering, mijn lieve,' zei de hertogin glimlachende, „en ik ben blij, dat je niet te veel met een en denzelf den hebt gedanst." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1