BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
nr.
7"' Jnariraiift.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf
Idem franco per post
Afzonderlijke nummers-
Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en
dagen.
AdvertentiBnmededeelingen enz., gelieve men vóór
's morgens Dfl de Uitgevers in te zenden.
l.OO.
1.50.
0.05.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 «ent* bjj voeruitbetnliog.
Groote lettew naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eens
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen..
De Burgemeester en Wethouders vam Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en t der Hinderwet,
Brengen1 ter kennis van' het publiek, dat een
door S. W. Melchior ingediend- verzoek, met
bijlagen, om vergunning tot 'het plaat-sen van
een1 gasmotor van 12 P.K., ter vervanging van
den bestaanden motor, dienende tot het m be
weging brengen van drie boekdtr uksnelper-sear en.
twee degelpersen, in het peroeel alhier gelegen
oan de Breedestraat No. 18, bij het kadaster
bekend onder sectie E; no. 2159, op de Secreta
rie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dins
dag, den 10. November aanstaande, des voor
middags te half elf uren gelegenheid, ten, Raad-
huize wordt gegeven om, ten overstaan, van: het
Gemeentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van de in
richting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in- art. 15, le lid der
Hinderwet-, zijn- volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen, zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het -Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijn versohe
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort-, den 27. October 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J.G.OTENFERT KROESE. WUIJTLERB.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op de Hinderwet:
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door de Hollandsehe IJzeren Spoorweg-Maat
schappij ingediend verzoek met bijlagen om ver
gunning tot het uitbreiden der wagen-werkplaats
-met
a. een nieuwe smederij;
b. een droogoven voor'liout;
c. een werkplaats voor houtbewerking;
d. een werkplaats voor het uitvoeren van
kleine herstellingen aan voertuigen;
e. een nieuwe houtloods, op de terreinen der
Hollandsehe Uzeren Spoorweg- Maatsehapp jj al
hier, kadastraal sectie D, no. 2913, op de Secre
tarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dins
dag 10 November aanstaande, des voormidldags
te half elf uur, gelegenheid ten Raadhuize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van een of meer zijner leden, bezwa
ren tegen het uitbreiden- van- de inrichting in
te 'brengen.
Tot het beroep, bedoeld: in- artikel 15, le lid
der Hinderwet, zijn volgens de bestaande juris
prudentie alléén zij gerechtigd-, die overeemikom-
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente
bestuur of één of meer zijner leden zijn versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten
Amersfoort, 27 October 1908.
Burgemeester en. Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENPERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
De crisis in het Oosten.
Terwijl de opgewondenheid in Servië door
de reis van den Kroonprins naar Rusland
nieuw voedsel heeft gekregen, schijnt men
in Bulgarije allengs tot eene meer rustige en
nuchtere opvatting van zaken te komen. Het
eigenlijke bezwaar bij de Bulgaarsch-Turk-
sche onderhandelingen lag, zooals men weet,
in de kwestie der schatting voor Oost-Rume-
lië, welker kapitaliseering of andere omvor
ming door de Turken niet ten onrechte werd
verlangd, terwijl de Bulgaren van zulk eene
schadeloosstelling niet wilden weten. Verder
ziende dan een deel der Bulgaren, heeft
Koning Ferdinand onmiddellijk erkend, dat
het niet de moeite waard is om wegens deze
schattingskwestie de zoo makkelijk verwor
ven onafhankelijkheid aan de gevaren van
een oorlog bloot te stellen, die, hoe hij ook
zou uitvallen, Bulgarije op grootere gelde
lijke verliezen zou komen te staan, dan zelfs
de meest ruime schadeloosstelling aan Tur
kije. Deze meening van Koning Ferdinand
moet ten slotte ook in den ministerraad zijn
doorgedrongen en men moet tot het besluit
gekomen zijn dit vraagstuk van een princi
pieel standpunt nader te beschouwen. (Men
zie evenwel weer onder de politieke berich
ten van hedenmorgen het telegram aan
de New-York-Herald)Wanneer zulk een
van rationeele politiek getuigende be
sluit werd gehandhaafd en uitgevoerd,
dan zou het feitelijke bezwaar voor
een overeenkomst tusschen Turkije en Bul
garije vervallen zijn. Van beide zijden
schijnt thans de overtuiging eenigszins meer
veld te winnen, dat de vruchten van een
zelfs gunstig verloopenden oorlog de offers
aan geld en bloed niet zouden goedmaken.
De reis van den Servischen kroonprins is
voor menigeen een verrassing geweest. Eerst
sedert een zeer korte spanne tijds vóór de
reis was daartoe besloten, en wel nadat de
tusschen Petersburg en Belgrado hierover
gevoerde, zeer geheim gehouden, onderhan
delingen Zaterdagavond met de toezegging
van den Czaar eindigden, dat hij den kroon
prins zou ontvangen. Het ligt in den aard
der zaak opgesloten, dat men zoowel over de
voorgeschiedenis der kroonprinselijke reis,
als ook over diens missie niets authentieks
te weten komen kan en dat zoowel hof als
regeeringskringen in Servië zich in een diep
stilzwijgen hullen.
De officieele zending van Kroonprins
George heet daarin te bestaan, dat hij den
Czaar de dezen reeds vroeger door den Ko
ning verleende Karageorge-orde, benevens
een koninklijk schrijven moet overhandigen.
Dat de Kroonprins, benevens de oud-mi-
nister-president Pasjitsj, die in het gevolg
is, de gelegenheid niet onbenut zullen la
ten om den Czaar en andere toonaangeven
de persoonlijkheden, met wie ze in aanra
king komen, over de stemming in Servië
en over de door dit land gekoesterde wen-
schen in te lichten, en Rusland's steun voor
de Servische desiderata te verzoeken, ligt
voor de hand.
In Servië ziet men thans in de toezegging
van den Czaar den Kroonprins te ontvan
gen een teeken, dat Rusland, welks aan
zien ten gevolge van de passieve houding
bij de annexatie van Bosnië aangenomen,
onder de Zuid-Slaven ïn den iaatsten tijd
zeer is gedaald, Servië in deze moeilijke
tijden niet vergeten zal.
In Weenen neemt men de reis in dezen
zin niet opmen verzekert daar, dat er
verklaringen zijn van Iswolsky, volgens
welke de Kroonprins in geen enkel opzicht
van Rusland steun voor de Groot-Servische
beweging zal ondervinden.
In Berlijn zijn de politieke inzichten
hieromtrent verdeeld.
Over de daar plaats gehad hebbende sa
menkomsten met Iswolsky is een officieel
communiqué verschenen. Veel nieuws stond
daarin niet.
De staat van zaken, zoo schrijft o.a. de
Berlijnsche correspondent der Frankfurter
Zeitung, die meent dat met Iswolky's be
zoek practisch niet veel gewonnen is was
voor de aankomst van Iswolky reeds geheel
duidelijk. Ondanks de bereidwilligheid bij
de gevoerde onderhandelingen, is in hoofd
zaak hieraan niets veranderd. Het hangt er
heelemaal van af of en op welke wijze Oos
tenrijk en Turkije tot overeenstemming ge
raken en dat deze béide mogendheden voor
een conferentieplan gewonnen worden. Van
Duitschland is daarbij niet de minste stoor
nis, integendeel alle hulp te verwachten.
Het is, evenals Frankrijk, bij de hangende
kwestie niet zoo onmiddellijk als de andere
mogendheden geïnteresseerd. Het keerpunt
der verdere ontwikkeling van het conferen
tieplan zal, naar het zich laat aanzien, in
de verhouding tusschen Rusland en Oos
tenrijk gelegen zijn. Daarover zal men
zooal niet vroeger voor het geval Oostenrijk
en Turkije de onderhandelingen weer her
vatten nadere en wellicht gewichtige bij
zonderheden vernemen, zoodra in het begin
vau November Iswolsky in de Doema over
zijne politiek het woord zal voeren en zijne
meening over hetgeen hij in September in
Buchlau met baron Aehrenthal heeft afge
handeld, zal uitspreken."
rrankr^k.
Kardinaal Mathieu, die naar Londen was
gereisd om het eucharistisch congres bij te
wonen, daar ziek werd en een operatie moest
ondergaan, is gisterenochtend ges'orven. Hij
is bijna 70 jaar oud geworden. Geboren in
1839 werd hij, na in verschillende lagere
ambten de kerk te hebben gediend, be
noemd tot bisschop van Angers, vervolgens
bevorderd tot aartsbisschop van Toulouse en
met het purper bekleed. Hij was een warm
aanhanger van de staatkunde van Leo XIII
en hielp dezen kerkvorst ijverig in zijn stre
ven om de Fransche katholieken met de re
publiek te verzoenen.
Engeland.
Londen, 27 Oct. In antwoord op
een vraag omtrent het verbod tot invoer
van hooi en stroo uit het buitenland ver
klaarde de heer Stracbey, dat dit verbod
ten doel heeft Groot-Brittannie te beveili
gen tegen het gevaar van overbrenging van
mond- en klauwzeer uit streken, waar deze
ziekte heerscht of waar de toestanden van
dien aard zijn, dat zij geen voldoenden waar
borg opleveren tegen de overbrenging. Het
verbod moet dus beschouwd worden als te
zijn van blij venden aard.
Bpmj»
Barcelona, 27 Oct. Kardinaal
Casanas is plotseling overleden.
Ooattn rijk-Hongarije.
Boedapest, 27 Oct. In de Oos-
tenrijksche delegatie was de begrooting van
buitenlandsche zaken aan de orde. In ant
woord op eenige sprekers zei Aehrenthal
In beginsel hebben wij niets tegen een con
ferentie. Wij zijn besloten wat ons betreft
daarnaar te handelen, want wij willen 't
mogelijke doen om de spanning van tegen
woordig op te heffen.
Ons standpunt is niet, dat Bosnië geheel
van het program der conferentie moet weg
blijven, maar wij kunnen niet toelaten, dat
de uitgemaakte zaak van de souvereiniteit
door de conferentie wordt in behandeling
genomen.
In elk geval zou van onzentwege geen
enkel bezwaar er tegen bestaan, dat de con
ferentie van den huidigen staat van zaken
acte nam bij de gelegenheid der herziening
van de acte van Berlijn en het artikel be
treffende Bosnië en den Sand jak ophief.
Omtrent de compensatie verklaarde de
minister, dat daar geen sprake van zijn kon,
want het gaat hier niet om een vergrooting
van ons bezit en indien men van eene com
pensatie spreken mocht, dan zou het alleen
zijn tegenover Turkije, waaraan Oostenrijk-
Hongarije spontaan eene compensatie gaf,
door af te zien van zijne rechten op den
Sandjak, waardoor wij Turkije niet alleen
vergrooting van zijne effectieve macht toe
stonden, maar ook een bewijs gaven van
onze vredelievende en vriendschappelijke
bedoelingen. Van andere territoriale schade
loosstellingen, van welken aard ook, kan
geen sprake zijn. Wij hopen, dat men te
Constantinopel onze bedoelingen zal appre-
cieeren en onze pogingen zal steunen, ten
einde tot eene vriendschappelijke regeling
te komen in het belang der toekomstige ver
wezenlijking van het conferentieplan.
Vcorts zeide baron Aehrenthal, dat
er geen breuk is, doch alleen een
stagnatie in de onderhandelingen, waar
bij geen besprekingen werden gevoerd
over het feit der annexatie. Oostenrijk-Hon-
garije wilde alleen tot een overeenkomst ge
raken ten einde de verwerkelijking van het
denkbeeld eener conferentie te vergemakke
lijken. Wat betreft den boycot van Oosten-
rijksche koopwaren zeide de minister, dat
deze spoedig zal ophouden. Wat aangaat de
Bulgaarsch-Turksche betrekkingen, wij zou
den met voldoening zien, wanneer deze uit
liepen op een entente, in het belang eener
vreedzame afwikkeling der geschillen op
den Balkan. Daarom hebben wij te Constan
tinopel en Sofia afgeraden militaire maat
regelen te nemen, waardoor het wederzij d-
sche wantrouwen tusschen beide landen zou
worden vergroot. De minister zeide, dat de
regeering welwillendheid zal pogen te be
trachten ten opzichte van Servië en Monte
negro, rekening houdende met de belangen
dezei landen.
Deze staten zouden beter doen hunne
krachten te besteden aan de binnenlandsche
vooruitgang, dan illusies of niet te verwe-
zenlijke droomen na te jagen. De minister
zeide overtuigd te zijn, dat een meer kal
me beschouwing der zaken in Belgrado den
boventoon zal gaan voeren. De minister
deed uitkomen dat, onder handhaving der
Oostenrijksch-Hongaarsche rechten, de re
geering heeft gepoogd eene algemeene ont
spanning te verkrijgen, in welke taak zij
den meest wannen steun der bondgenooten
Duitschland en Italië ondervond. De grond
slag der Oostenrijksche politiek blijft
het drievoudig verbond. De minister ziet
de toekomst met vertrouwen tegemoet, om
dat hij gelooft te kunnen constateeren, dat
bij de andere regeeringen dezelfde conci-
liante bedoelingen bestaan, waardoor Oos
tenrijk zelf is bezield. De gedachtenwisse-
ling ten opzichte van het denkbeeld eener
conferentie wordt met Rusland en Frank
rijk voortgezet, welke voortgaan hun invloed
aan te wenden, om de verschillen, welke
zich in verschillende quaesties hierbij voor
doen, uit den weg te ruimen.
Wal Engeland betreft, daar begint men
te begrijpen, dat de verwijten die men Oos
tenrijk deed bij de annexatie, niet gerecht
vaardigd waren. De minister dankt voor
den steun, hem door de delegatie verleend,
welke zijn taak zal vergemakkelijken en
Oostenrijk's positie tegenover den vreemde
zal versterken en hoopte dat in dit histori
sche oogenblik de geheele bevolking zich om
den souverein zal vereenigen, ten einde de
levensbelangen van het rijk te handhaven.
Morgen voortzetting.
Weenen, 27 October. De Wiener
Allgem. Zeitung zegt, dat ten gevolge van
de jongste troebelen te Praag de toestand
van dien aard is geworden, dat de regee
ring er over denkt bijzondere maatregelen
op die stad toe te passen. Alle voorbereiden
de maatregelen zijn reeds genomen, ten ein
de, bij voortduring der troebelen, onmiddel
lijk tot dit uitzonderingsrégime te kunnen
overgaan.
Praag, 27 October. In den loop
van den dag had een botsing plaats tusschen
Duitsche en Tsjechische studenten. Er zijn
verschillende personen gewond en talrijke
arrestaties gedaan, 's Avonds hadden nieuwe
maniefstatiën plaats. Troepen gendarmerie
deden het Wenzelplein ontruimen, maar de
menigte kwam weer opzetten, wierp met stee-
nen naar de cavallerie, wierp de lantaarns
op het midden der straat en vernielde de
bankeu. Tegen den nacht trok de menschen-
menigte af.
Het politiebestuur heeft in het openbaar
gewaarschuwd, dat de openbare macht zich
genoopt zal zien de strengste maatregeletf
te nemen en zelfs van de wapenen zal ge
bruik maken om de orde te handhaven.
De academische senaten der beide Duit
sche hoogescholen te Praag hebben naar
aanleiding van de anti-Duitsche betoogin
gen welke ook Maandag voortduurden
bescherming voor de Duitsche studenten
verlangd en verzet aangeteekend tegen het
optreden der politie op Zondag.
Te Briix heeft een Duitsche menigte van
zeker duizend menschen onder het zingen
van volksliederen een optocht door de stra
ten gehouden als betooging tegen Tsjechi
sche gewelddaden te Praag. De gemeente
raad van Brüx sprak zijn verontwaardiging
over die gewelddaden uit.
Rtiftlan<L
Uit Berlijn wordt aan de Nowoje Wremja
geseind, dat de Russische minister van
Buitenlandsche Zaken Iswolsky, die sedert
eenigen tijd in verschillende landen onder
handelingen heeft gevoerd over een aan
staande conferentie, zich als volgt in een
onderhoud heeft uitgelaten: „Met groote
opmerkzaamheid lees ik de Russische bla
den. Ik weet dan ook, dat men verontwaar
digd is over mij en deze verontwaardiging
is begrijpelijk, daar de daad van Oosten-
rij k-Hongarije een benadeeling is van de
Slavische belangen en een schending van
het Verdrag van Berlijn. Het is mij echter
niet mogelijk mijn program thaijs aan de
pers mede te deelen, want daardoor zouden
de zeer moeilijke onderhandelingen over do
conferentie worden belemmerd.
Gelukkig echter ben ik thans in dezelfde
gunstige omstandigheden als de ministers
van buitenlandsche zaken in andore landen,
daar ik in de Doema een tribune heb, waar
ik mijn staatkunde kan uiteenzetten. Ik
hoop dat de Tsaar mij daartoe, evenals in
het vorige jaar, verlof zal willen geven. Dan
kan ik hetgeen ik heb verricht onderwerpen
aan het oordeel van het land.
Deze hoop van den heer Iswolsky is ver-
vuld; de Tsaar heeft hem n.l., blijkens een
bericht uit Petersburg aan de „Times", ver
lof gegeven in de Doema verslag te doen
i van de tot dusverre gevoerde Balkan-poli-
j tiek.
DOOK
53 S. R. CROCKETT.
Uk tut Schotaeh vertaald
DOOR
J. P. WES8BLINK—VAN R088UM.
Maai' zelfs de half verstane woorden van
haar oom wierpen slechts een voorbijgaande
wolk op de liefelijkheid van Hester's droom.
Zij voelde zich volmaakt gelukkig, toen zij
den eersten dans met Kipford begon. Hun
voeten gleden als van zelf, zij schenen door
witte zomerwolken te worden gedragen, en
toen de muziek eindigde vonden zij zich
plotseling tot de aarde teruggebracht en het
gegons rondom hen klonk hun vreemd in
de ooren. Kipford wae opgetogen over zijn
dame. Er was nooit zulk een danseres ge
weest als dit meisje, voor wie zijn grootmoe
der zulk een ingenomenheid toonde.
„Oud geslacht ook lang verloren pete
kind.
En voor den drommel, die robijn moet
iets waard zijn ik heb nog nooit zoo iets
gezien. Maar haar dansen, mijn beste kerel,
het doet je je voeten vergeten 1"
,,En hoe is het met je hoofd Waffles?"
vroegen zijn vrienden.
Natuurlijk had Hester hierna geon gebrek
aan dansers. ZIj zou haar kaartje wel zes
maal hebben kunnen vullen, totdat zij ein
delijk genoodzaakt was haar hoofd te schud
den en te zeggen: „Ginds zit mijn nichtje
Vic, zij danst even goed als ik en is zooveel
mooier 1"
Want Hester vergat haar vriendin niet en
weldra was ook Vic gelukkig.
Toen Carus Darroch voor zijn derden wals
kwam was hij woedend.
„Wel alles is reeds vol," zeide hij, „zelfs
geen extra dans meer, gij hadt er toch wel
een voor mij, uw oudsten vriend in de ka
mer kunnen houden."
„Het spijt mij zoo", zei Hester berouwvol,
„maar ziet ge, ik was fcoo bang, dat niemand
mij zou vragen, evenals met dat meisje ge
beurde, van wie Ethel Torpliichan vertelt".
„Onzin", zei Carus, voor zijn doen heel
ruw, want ook hij herinnerde zich de
les met den dansmeester en had reeds lang
vooruit hierop gerekend.
„En bovendien," vervolgde Hester geen
aandacht schenkende aan zijn uitroep,
„dacht ik
Zij aarzelde en keek naar haar waaier.
„Wat dacht gij?"
„Ik meende, dat gij zooveel met Ethel
zoudt zijn, dat gij er niet om zoudt geven
met iemand anders te dansen."
„Niet om zoudt geven 1" Carus beet op
de punten van zijn snor. Al was zijn leven
er mee gemoeid geweest, toch zou hij geen
woorden hebben kunnen vinden. Hij merkte
niets van den verwonderden blik, dien zijn
vader hem toewierp van achter een palm.
Lord Daroch vulde zijn tijd slechts tot
dat een geschikt partijtje kaart gevormd kon
worden, door met mevrouw Torpliichan -
Stirling te spreken over de jachtwetten en
de noodzakelijkheid, streng te zijn voor die
kerels. Hij had met opzet een nieuwen jacht
opziener genomen.
„Het is tijd voor onzen dans," zei Hester,
„zijt gij heel boos op mij?"
„Neen," zei Carus woest, „maar ik zal
het dien jongen hand Waffles betaald zet
ten, als ik hem te pakken krijg," Zij zweef
den heen, Carus was niet zulk een goed
danser als Kipfordmaar Hester scheen
hem op de een of andere manier te begrij
pen en in een oogwenk had zij haar danser
iets van haar eigen gemak en bevalligheid
medegedeeld. Carus was nog nooit zoo dicht
bij haar geweest. Een geur van voorjaars
ochtenden scheen van haar uit te gaan
van teer en zuiver linnen en van de beko
ring van een vroolijke jeugd. Dit alles
kwam hem te binnen en deed zijn hoofd
haast duizelen. Hij zag op haar neer met
een plotselinge teederheid.
„Hester zeide hij, „zooeven zeidet ge,
dat ik er niets om gaf Hij kon niet ver
der gaan. Ja, hij wist in de verste verte niet
wat hij wilde zeggen. Zij zag hem aan en
haar oogen groot en vochtig en vervuld met
licht van opwinding en geluk verrukten
hem geheel.
„Ik heb u nog niet voor de witte heide
bedankt," prevelde zij, en sloeg ze weer
neer. Carus beproefde niets meer te zeggen.
Hij liet zich slechts gaan, totdat de muziek
ophield.
„Weet ge wel, dat ik u al den tijd heb
geleid," zeide zij, terwijl hij haar naar de
serre bracht.
„O, ik wilde dat gij begon Carus met
een zeer helder inzicht van hetgeen hij
wenschte "te zeggen. Maar op dat oogenblik
merkte hij, dat zijn vader hem gade sloeg.
„Ja?" vroeg Hester kalm. Haar hart
klopte snel van geluk. Het zou natuurlijk
spoedig uitzijn, maar ondertusschen wilde
zij er niet aan denken. En Carus wel Ca
rus was natuurlijk Carus en aardiger dan
iemand anders.
„Leen mij een oogenblik uw balboekje,"
zeide hij.
„Dat kan ik niet, mijn danser zal in een
oogenblik hier zijn voor den volgenden
dans 1"
„De volgende behoort mij, mijn jonge
dame," zei Tom naderkomende, „wat heb
je met die kaart noodig, Darroch?"
Maar Carus was verdwenon.
Hij ontdekte Kipford, die aan den ande
ren kant der kamer met Vic sprak on streek
onmiddellijk op liem neer.
„Heb je wel gezien, dat lady Niddisdale
naar je uitziet, Waffles", zei hij zonder blik
ken of blozen.
„Neen, waar is grootje?" zei het jonge-
mensch dadelijk. „Excuseer mij een oogen
blik, juffrouw Vic."
Carus maakte ook eenige verontschuldi
gingen en verwijderde zich evenzeer; zoo
dra zij eenige passen verder waren nam
hij zijn makker bij den arm.
„Luister Waffles,' zei hij, „je geeft ze
weer over I Het past je niet al de beste
nummers van Hester Stirling's kaart te ne
men, terwijl ik eer moest bewijzen aan de
douairières. Nu ga ik de rest nemeu, haal
dezo door, gij kunt in dien tijd met Vic
gaan zitten praten. Ik genoof niet, dat je er
veel om zult geven, jij en zij schijnen op
eens groot vrienden geworden te zijn.
„Ik mag hangen als ik het doe," zei
Waffles weerspannig.
„Pas op, beste Waffles," zei Carus zacht.
„Ik heb je vroeger al eens afgeranseld, en
ik zal het weer doen, ja vanavond nog, al
moet ik je er voor naar de biljartkamer
nemen."
Waffles had niet voor niemendal groen
geloopen bij Carus, hij weifelde.
„Maar hoe weet je, dat ik het met Victo
ria in orde kan krijgen," gromde hij.
Omdat ik haar kaart heb gezien en weet,
dat zij nog dansen open heeft. Ga nu, mijn
jongen, ik geef je den zegen, mijne kinde
ren."
Carus was opgetogen.
„O, jou onuitstaanbaar beest," bromde
Kipford, naar zijn verminkte kaart ziende.
„Je hebt al de walsen op een na genomen!"
„Ja," zei Carus zachtzinnig," te veel sui
kergoed is niet goed voor kleine jongens.
Houd je aan pudding Waffles, houd jo aan
pudding 1"
Snel, al te snel ging het gelij van deze
Nieuwe Wereld voor Hester voorbij, de
uren vloden heen.
„Gij maakt een verovering, mijn lieve,'
zei de hertogin glimlachende, „en ik ben
blij, dat je niet te veel met een en denzelf
den hebt gedanst."
Wordt vervolgd.