5
De heer van Kalken. Dan hoop ik op
een ruime subsidie van het Rijk.
De heer H e y 1 i g e r s. Toen verleden jaar
hief over de restauratie gesproken werd is er
gezegd, dat er voor 't oogenblik geen gevaar
bestond voor 't neervallen van steenen, maar
dat het niet te lang moest duren. Nu zal men
als er tot de restauratie wordt overgegaan,
moeten beginnen met het oprichten van een
steiger. Dat reeds zal geruimen tijd vorderen.
Is de toezegging verkregen, dat het Rijk sub
sidie zal geven?
De V o o r z i 11 e r. Op de staatsbogrooting
voor 1909 is geen subsidie voor de herstelling
van dezen toren uitgetrokken. Het is mogelijk,
dat tijdens de behandeling van de begrooting
er nog een subsidie op gebracht wordt. B. en
W. zullen op deze zaak bedacht blijven.
De heer Heyligers. Dank u.
Volgnummer 125 wordt z. h. o. voorloopig
goedgekeurd en daarna achtereenvolgens de
volgnummers 126—216.
Volgnummer 217. Subsidie aan vereeni-
gingen tegen drankmisbruik.
De Voorzitter. In het aütwoord van
B. on W. betreffende dit nummer moet een
drukfout hersteld worden. Voor „onder voor
waarde" moet gelezen worden „zonder voor
waarde".
De heer Heyligers. Mijnheer de Voor
zitter, in het antwoord van B. en "W. wordt
gezegd, dat het wenschelijk is aan het subsidie
de voorwaarde te verbinden, dat door de leden
een gelijk bedrag wordt bijgedragen als het
subsidie bedraagt. In dit geval is dit echter
niet mogelijk. Het comité bestaat uit vertegen
woordigers van de verschillende vereenigingen,
maar heft geen contributie van de leden van
die vereenigingen.
De Voorzitter. Ik heb reeds gewezen
op de drukfout, die het antwoord van B. en
W. onduidelijk maakt. Als nu die fout hersteld
is staat er:
„Wij achten het wenschelijk, voor het jaar
1909 nog eene subsidie van f 100 toe te
kennen, zonder de voorwaarde, dat het comité
over een gelijk bedrag uit andere bron te
beschikken heeft.
Een dergelijke voorwaarde zal voor 1910
aan de subsidie kunnen worden verhonden.
Het comité heeft dan voldoenden tijd om zich
te organiseeren in verband met de
voorwaarde.'
De heer Plomp. Met den heer Heyligers
wil ik er op wijzen, dat het comité niet in
staat is contributie te heffen. Het bestaat uit
afgevaardigden van bestaande vereenigingen;
die vereenigingen hebben leden, van wie zij
contributie heffen, doch hare baten gebruiken
zij voor het doel der eigen vereeniging en
staan ze hierom niet af aan het comité.
Dit jaar zal het subsidie verleend worden
op don ouden voet, maar in het volgende jaar
wil men er de voorwaarde aan verbinden.
Het schijnt een bezwaar van zeer geringen
aard; in 1909 kan de zaak andermaal besproken
worden en overwogen of de voorwaarde moet
worden gehandhaafd.
De heer J o r i s s e n. Mijnheer de Voor
zitter, ik geloof, dat de heer Plomp de zaak
te moeilijk inziet. Er bestaan verschillende
vereenigingen. Het ligt op hun weg, dat zij
ieder voor zich zoo veel bijeenbrengen dat zij
gezamenlijk over een bedrag beschikken, gelijk
aan dat, wat de gemeente als subsidie verleent.
Dat is de bedoeling. Het comité heeft geen
ander subsidie dan van de gemeente. Dat
genieten de vereenigingen te zamen. Maar
het particuliere initiatief moet werkzaam
blijven, want als dat ontbreekt dan gaat de
de zaak niet goed.
De heer V e l s H e y n. Ik wil hieraan
nog toevoegen, dat er in het volgende jaar
gelegenheid zal zijn om de organisatie zoo te
maken, dat aan den wensch van den raad
wordt voldaan.
De Voorzitter. Dat is ook de bedoeling
van B. en W.
De heer Jorissen. Het is eene stilzwij
gende conditie.
Volgnummer 217 wordt z. h. o. voorloopig
goedgekeurd en daarna volgnummer 218,
219 en 219a.
Inkomsten.
De volgnummers 156 worden achtereen
volgens z. h. ,o. voorloopig goedgekeurd.
Volgnummer 220 der uitgaven, Onvoorziene
uitgaven, wordt z. h. o. voorloopig goedge
keurd tot een bedrag van f 1430.06.
De geheele begrooting, bedragende
f 705,854 69$ in inkomsten en uitgaven wordt
met algemeone stemmen vastgesteld.
De heer Jorissen. Mijnheer de Voor
zitter, mag ik nog eene vraag doen? Aan
de leden van den raad is d.d. 23 October door
de vereeniging Vergunning een kennisgeving
gezonden, dat zij in December 1907 een adres
heeft gezonden betreffende het uur van sluiting
der tapperijen. Is het advies van B. en W. op
dat adres spoedig te verwachten
De Voorzitter. Die zaak is in behan
deling. Her adres is in handen gesteld van
de Commissie van wetgeving.
De heer van Kalken. Mijnheer de
Voorzitter, ik zou aan B. en W. mijne
gedachten in overweging willen geven hoe
men zal kunnen komen tot een gezonden
toestand. De toestand is nu verschillend voor
de inrichtingen binnen en buiten de kom;
binnen de kom is het sluitingsuur 12 uur,
buiten de kom 11 uur. Ik zou meenen dat
voor alle tapperijen het uur van sluiting gelijk
moest worden gemaakt en op 12 uur gesteld,
uitgezonderd hiervan behooren te zijn de
hotels en de pensions. Het is wenschelijk
overigens geen uitzondering te maken.
De Voorzitter. De zaak zal nader
overwogen worden door de commissie van
wetgeving en ook door B. en W.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
Electrische Drukkerij L. E. BOSCH ZOON.
en
•ai
k
pi
ia