jf', 14§. derate Blad.
7"' «inargan|g.
Zaterdag 21 November 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA-
UORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem fsaneo per post 1.50.
Afzonderlijke 0.05.
Deze Courant versshijat dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentitomededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens »f de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTlfiN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 315 «ent* bf voeeuitbetalag.
Groote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen let
het herhaald adverteeren in dit Blad, b| abonnement. Base
eirculairebevattende de voorwaarde», werdt op mmrwmg
toegezonden.
Politiek Overzicht
De constitutioneele beweging in
Perzië.
Een kleine groep van aanhangers der door
de reactie en den Sjah overweldigde Perzi
sche nationale partij heeft zich naar Enge
land begeven om daar iets voor hun onge
lukkige vaderland zien uit te richten. In 't
bijzonder verdienen van deze Perzische afge
vaardigden te worden genoemd Taghi-Zada
en \loafid es Saltana. Beiden zijn afgevaar
digden in het eerste Perzische parlement ge
weest. Taghi-Zadavertegenwoordigde in
het Medjlis de stad Tabriz, welke zich zoo
dapper tegen het ruwe krijgsvolk van
den despoot verdedigd heeft en tol dus
ver nog niot overmeesterd is. Moafid
es Saltana was afgevaardigde van de
hoofdstad Teheran. Men heeft in En
geland van ouds, voor volken die voor
liberale instellingen strijden, sympathie.
De Perzen ech'.er kwann n op een on
gelegen oogenblik. De ware tegenstander
hunner vrijheid is immers niet de Sjah met
zijn miserabele hof, maar Rusland. De En-
gelsche regeering heeft met die van Rusland
de bekende overeenkomst omtrent Centraal-
Azië gesloten en daarmede van haren vroe-
geren invloed in Perzië afstand gedaan. Wel
behooren beide mogendheden, Rusland zoo
wel als Engeland, zich volgens het verdrag
van interventie in Perzie te onthouden. Dat
Rusland echter deze bepaling dagelijks
schendt, dat het de Perzische grondwet den
hals gebroken heeft en de tot regeering on
bekwame hofpartij in Teheran protegeert,
om op een mooien dag het heele land ,,met
het oog op de orde" in zijn eigen zak te
kunnen steken, is zoo klaar als de zon. Ook
de liberale Engelsche regeering ziet het.
Maar ze wil het niet zien. Algemeene poli
tieke overwegingen geven haar aanleiding
hare oogen er voor te sluiten. De Jong-Tur-
ken zijn aardige kinderen en krijgen van
Engeland de koek; de Jong-Perzen zijn on
deugende knapen en. krijgen de gard.
Er .is intusschen in Engeland eene groep
liberaal-radicale politici, welke het ministe-
die op dezen weg niet volgen. Veel invloed
bezit deze groep wel is waar niet, vooral
niet in bu'tenlandsche aangelegenheden,
maar ze zorgt er toch voor dat het publieke
geweten niet geheel inslaapt. Een aantal
parlementsleden hebben zich tot eene com
missie gevormd, ten einde de Perzische aan
gelegenheden in het oog te houdende af
gevaardigde Lynch, die zeil groote zaken-
belangen in Perzië heeft, staat aan het hoofd
daarvan. Deze kring van vrienden eener li
berale ontwikkeling van het Oosten kwam
onlangs in de woning van den bekenden vrij
zinnigen uitgever Fisher Unwin bijeen.
De Perzische afgevaardigden hadden daar
gelegenheid den toestand in hun vaderland
te schilderen. Ze spraken slechts weinig En-
gel§ch, doch werden door den oriëntalist
Browne, professor te Cambridge, in staat
gesteld aan hunne meening uiting te geven.
Prof. Browne heeft ook een door de afge
vaardigden opgesteld „Beroep op Engeland"
vertaald, waarin de invloed en de intrigues
van Rusland worden verhaald.
In een persoonlijk onderhoud met de bei
de Perzische politici had de Londensche
correspondent der Frankf. Zeitung dezer da
gen de gelegenheid nog iets nader over hun
ne plannen te vernemen. De Perzische af
gevaardigden zijn ernstige, nuchtere lieden
welke in hun optreden een groote kalmte en
terughoudendheid betrachten. Taghi-Zada
die voornamelijk het woord voerde, zeide het
volgende
„Er kan volstrekt geen twijfel over be
staan dat Perzië voor een constitutie rijp
is. Toen de constitutie verleend en een par
lement bijeengeroepen werd, toen waren dit
voor ons volk niet meer onbekende en on
begrijpelijke gebeurtenissen. Sedert minstens
tien jaar heeft men daarover in Perzië gedis
cussieerd en de menschen waren inmiddels
met het denkbeeld van een constitutioneel
staatsleven vertrouwd geraakt. Al moge
nog uiet iedere Pers afzonderlijk voor de
grondw-t,, rijp" zijn dan iè dit nog geen
bezwaar tegen de grondwet zelf. Men moet
er een begin mee maken, opdat de lieden er
allengs steeds rijper en rijper voor worden.
Hoc-velen van ons volk voor een parlement
zijn? Men kan zeggen allen. Geheel Perzië
wil het Medjlis hebben. Onder de hovelin
gen en onder de kringen die sinds langen tijd
van de plundering en de uitbuiting van het
volk leven, is men er natuurlijk tegen. De
riike tafelschuimers en de creaturen der re
geering zijn niet voor een constitutie. Maar
het volk is er voor. Wij willen algemeen
stemrecht voor iedereen. Het" Europeesche
voorbeeld, waarmede wij 't het meeste hou
den, is de Belgische constitutie. Toen onze
inmiddels door den staatsgreep weer afge
schafte grondwet werd voorbereid, behoorde
ik zelf (zoo zeide Taghi-Zada) met een an
deren afgevaardigde uit Aserbaidjan, dien
men sinds gevangen heeft gehouden, tot de
commissie welke zich met het bestudeeren
der Belgische toestanden bezig hield.
Men heeft gezegd dat onze staatkundige
idealen met den geest van den Moliamme-
daanschen godsdienst in tegenspraak zijn en
dat daarom de geestelijkheid ons steeds een
verbitterden tegenstand zou bieden. Dit is
volstrekt niet het geval. Wij werken niet
tegon den Islam en de priesters bestrijden
ons niet. Zij zijn veeleer allen voor ons.
Juist de hoogst geplaatste vertegenwoordi-
geplaatste vertegenwoordigers van den gods
dienst in Perzië zijn voor de constitutie.
Dat het ons doel is, zoodra wij eenmaal
onze vrijzinnige en constitutioneele ontwik
keling gewaarborgd zien, aan den gees
telijken en stoffelijken vooruitgang van ons
volk te arbeiden, dat wij spoor- eb straat1-
wegen aanleggen, de nijverheid vooruit wil
len brengen, dat daarbij aan het kapitaal
en de.i ondernemingsgeest der vreemdelin
gen volgens het beginsel der open deur ruim
te zal worden gelaten, dit alles spreekt van
zelf.
Wij zijn uiet hier gekomen om te vragen
dat men de constitutioneele partij in Perzië
to hulp kome. Wij willen" volstrekt niet dat
Engeland ons tegen den Sjah bijstaat. Alles
waarom wij de Europeesche machten vragen
is„Laat ons en Perzië alleen!" Wanneer
Rusland, zooals volgens de Engelsch-Rus-
sische overeenkomst zijn plicht is, ons met
rust liet en de Perzische reactie niet te hulp
kwam, dan zou deze laatste onmiddellijk
ineen storten. De Sjah is in het land on
machtig. Wanneer vreemden hem niet on
dersteunen, hebben wij in een inaand alles
wat wij bereiken willen. Onze vooruitgang
in vrijzinnigen geest had er steeds voordeel
bij, wanneer de mogendheden met elkaar ge
noeg te stellen hadden. Toen Rusland met
Japan oorlog voerde, gingen wij met groote
stappen vooruit. Misschien ligt het werke
lijk in de bedoeling der Russische regeering,
zich overeenkomstig het verdrag met Enge
land van interventie te onthouden. Maar de
plaatselijke Russische agenten en gezagheb
bers houden zich in ieder geval niet aan
dit beginsel. Wanneer nu ons volk zich aan
vankelijk voor geweld onderwerpt, dan be
wijst dat niet, dat het aan de grondwet wan
hoopt. De menschen doen zulks omdat zij
angst ervoor koesteren dat gewelddadige
stribbelingen tot een formeel ingrijpen van
Rusland en de annexatie van Perzië zouden
aanleiding geven. Een Perzisch spreekwoord
zegtEen ziek land is beter dan een dood
land. Daarom moeten wij stil houden.
Er is in de leugenachtige berichten, welke
men van Teheran naar Europa zendt, be
weerd, dat wij anarchisten cn plunderaars
zijn en dat, wanneer wij de overhand ver
kregen, leven en goed der Europeanen be
dreigd worden. Integendeel hebben de leiders
der hervormingspartij alles aangewend om
de Europeesche vertegenwoordigers tegen el-
ken overlast te beschermen, alleen reeds
om elk voorwendsel tot een interventie uit
den weg te ruimen. Zelfs de boeren en lie
den uit de lagere klassen hebben daarnaar
gehandeld.
Even onhoudbaar is de verdachtmaking
van Rusland dat er in Perzië in 't geheel
geen liberale beweging bestaat, en dat de
geheele agitatie niets anders ten doel heeft
dan den Sjali af te zetten en diens oom Zill
-es Sultan op den troon te plaatsen. Wij
hebben volstrekt niet de bedoeling den Sjah
te onttronen, bovendien geniet Prins Zill
es Sultan volstrekt niet de liefde van het
Perzische volk. Toen het parlement in het
leven werd geroepen, was het een der eerste
dingen een commissie te benoemen tot onder
zoek der pensioenen en salarissen welke dooi
den Sjah, natuurlijk op kosten van het land,
aan zijne familieleden en gunstelingen wer
den verleend en reusachtige sommen belie
pen. Het parlement schafte vele dezer pen
sioenen heelemaal af, de apanage der prin
sen vèrminderde het tot gemiddeld 12,000
Toman. Prins Zill es Sultan werd van
75,000 op 12,000 Toman gezet (1 Toman is
f 5.50.) Men oordeele of hij een begun
stiger der grondwet kan zijn."
De heeren Taghi-Zada en Moafid es Sal
tana klagen er zeer over dat de berichtge
ving der Europeesche bladen uit Perzie groo-
ter>deels partijdig is. Perzië is door twee te
legraaflijnen met Europa verbonden. De
eene behoort aan de Perzische regeering en
staat onder hare censuur, de tweede is in
Engelsche handen. Als Engeland en Rusland
samengaan is het dus moeielijk uit Teheran
eene aan hunne politiek tegengestelde mee
ning te telegrafeerenDe tijdingen der En
gelsche correspondenten, waarop het oordeel
in Europa over Perzië in hoofdzaak steu
nen moet, zijn natuurlijk door de mededee-
lingen van het Engelsche gezantschap ge
kleurd en dit neemt de door het Foreign
Office voorgeschreven houding in acht. Een
onafhankelijk onderzoek naar de toestanden
is ternauwernood mogelijk. Van datgene
wat niet aan de oppervlakte komt hoort men
in Europa weinig.
DuUachlantL
De eerste indruk van het onderhoud lus-
schen Keizer en Rijkskanselier, te Parijs
moet niet zeer sterk geweest zijn.
In de couloirs der FranscheKamer wc-rd
wel is wa3r het feit, dat de Keizer de grie
ven van het volk erkend heeft voor beteeke-
nisvol gehouden, doch veilige waarborgen
voor de toekomst werden vooralsnog geni st.
Op den Quai d'Orsay, waar men zich wel
wacht voor indirecte inmenging in Duitsch
land'* binnenlandsche politiek, was men
zeer gereserveerd.
Om het Duitsche publiek evenwel hier
voor schadeloos te stellen, seint de Parijsche
correspondent van het Berl. Tgb. het vol
gende oordeel van een diplomaat, zonder
diens naam te noemen
De verklaring is niet beslist genoeg en
beweegt zich eigenlijk slechts binnen de
grenzen der bestaande grondwet, die in het
onderhavige geval onvoldoende gebleken is.
Het krachtige bevrijdende woord, dat een
vast vertrouwen in de toekomst schenkt, ont
breekt nog. Onder de gegeven omstandighe
den kan er volgens mij slechts van een tij
delijk compromis gesproken worden. Gelijk
voor dezen blijft het gewichtigste afin het
inzicht van den Keizer overgelaten. Uit ecu
en ander volgt reeds het antwoord op een
andere vraag of in Frankrijk het aanblijven
van Von Bülow als Rijkskanselier met
vreugde begroet wordt. Prins Bülow is ons
als een bij uitetek bekwaam diplomaat be
kend, van wiens verzoeningsgezindheid ons
menig bewijs geleverd is en die, zooals hij
daareven bewezen heeft, sterken invloed op
den Keizer oefenen kan. Zoolang hij aan het
roer is, weten wij, met wien wij te doen
hebben en mogen wij hopen eventueele me 3-
ningsverschillen op vriendschappelijke vijze
uit den weg te kunnen ruimen. Een onbe
kend opvolger met minder invloed zou ons
natuurlijk in de eerste plaats minder g°-
wenscht voorkomen.
De beschouwingen der Fransche bladen
loopen vrij ver uiteen
De République francaise gelooft dat do er
Bülow te handhaven, de Keizer beleefd
heeft willen zijn Het is mogelijk dat hij iiD.t
verder gaat. „Staan wij hier niet voor et n
komedie tusschen comperes gearrangeerd?"
Voor de Petite République zou de minste
constitutioneele waarborg te verkiezen zijn
boven alle keizerlijke beloften.
De Rappel merkt op, dat zoo de persoon
lijke actie op den achtergrond is gedron
gen, Bülow gezag niet is toegenomen en dat
het volk bij de zaak niets wint.
Voor den Petit Parisien daarentegen heeft
de volksmeening een overwinning behaald.
Alles, zegt de Aurore, raadt den Keizer,
zich te schikken in den wil van den Rijks
dag. Als de fanfares der keizerlijke redevoe
ringen ophouden, zal de wereldvrede daar
bij winnen.
De Lanterne oordeelt, dat er iets veran
derd is in Duitschland. De worsteling tus
schen de democratie en de Keizer zal voort
duren.
De Siècle gelooft, dat Duitschland dca
weg zoekt naai- het parlementarisme.
De Humanité (soc.) denkt, dat zoo
Duitschland zich werkelijk van het persoon
lijk régime bevrijdt, een nauwe entente met
Duitschland spoedig beklonken zal worden,
daar de beide volken den vrede willen.
De Figaro betreurt, dat de Keizer, in
wiens vredelievende bedoelingen men ge
loofde, zich verminderd heeft tegenover
Bülow, wiens politiek hatelijk en uitdagend
is
De Eclair gelooft, dat Wilhelm II een
voudig het veld ruimt in afwachting van een
betere gelegenheid, en de Gaulois merkt
op, dat zelfs zoo de Keizer zijn recht tot
J mobilisatie opgeeft, hij de macht behoudt,
I den oorlog noodzakelijk te maken.
De Temps brengt de dagen van Maart
1890 in herinnering, toen Wilhelm II met
Bismarck worstelde, en het ochtendbezoek
van den rijkskanselier van 15 Maart ten pa-
leize in de Wilhelmstrasse, waarvan de Kei
zer getuigde„het meest wat ik ervan zeg
gen kan is, dat hij mij den inktkoker niet in
het gezicht heeft gegooid".
Ditmaal echter zag men prins Bülow,
sterk door zijn besluit tot heengaan, zijn
va-tout spelen, den man van alle finesses
subtiliteiten ronduit spreken, voorwaarden
stellen; den „geitalianiseerden" diplomaai,
vaardig in hoofschheid, optreden als advo
caat voor de rechten des volks, als kampioen
voor de openbare meening, als tolk van den
Rijksdag. „Welk een bladzijde voor de ge
schiedenis van morgen, zoo die bladzijde
ooit geschreven wordt 1" roept de Temps.
Het blad oordeelt, dat nooit dienaar an
zijn meester hooghartiger les gaf dan in h<-t
lange telegram aan de Kölnische Ztg. ge
schiedde.. Men moet dat overwinningsbulle
tin lezen, regel voor regel, woord voor
woord, ernstig en dreigend in zijn sobere
welsprekendheid. Welke veranderingen der
laatste twintig jaren zijn in die tweehonder 1
regels geboekstaafd
En nu rijst de vraag hoe lang de repla-
trage duren zal. Kon Wilhelm verwachten,
na Bismarck gebroken te hebben, dat een
ander kanselier hem zoo zou toespreken? Zal
hij hem vergeven, die hem dit échec heeft be
zorgd? Alles is mogelijk bij die implsieve en
niet goed begrijpelijke natuur. Maar de
wond en de wrok moeten diep zijn.
Vast staat dat de kanselier gewonnen heeft
in den naam van het land. Wat de Vorwarta
ook moge zeggen, dit is geen paleis-crisis,
maar een nationale.
Bülow is opgetreden als parlementair mi
nister, misschien meer dan hij wilde, niec
temin beslist. Door zijn prerogatieven te
verdedigen tegen die van den Keizer heeft
hij Duitschland gemoderniseerd.
Begint een nieuw tijdperk voor Duitsch
land? Frankrijk mag, als niet onpartijdig,
die vraag slechts stellen, en verder aan
dachtig wachten. „L' Allemagne est en mou
vement. Qu' en sortira-t-il
Al de bladen bespreken het begin der be
raadslaging over de belastingontwerpen in
den Rijksdag en de rede van den Rijkskan
selier bij die gelegenheid gehouden.
De Lokal Anzeiger oordeelt, dat de Rijks
kanselier met behendigheid de verdediging
voordroeg en personen zoowel als partijen
ontzag. Niettemin verwacht het blad een
scherpe bestrijding van de regeeringsvoor-
stellen.
Het Berliner Tageblatt acht den voorrang
aan de rijksuitgaven ten nadeele van da
Bondsstaten en de beperking der prerogatie
ven van den Rijksdag in budgetzaken oen
kapitale fout der regeering.
De National Zeitung zegt, dat men zeker
mag zijn dat verscheidene der voorgestelde
belastingen zullen verworpen worden.
Wat de Rijkskanselier over de buiten-
landsche staatkunde zeide, mag wel even ge
releveerd worden
De vooruitgang van handel, nijverheid en
scheepvaart, het zoeken van koloniën, de be
veiliging van den zich langzaam ontwikke
lenden wereldhandel maakten het noodzake
lijk van een continentale, zuiver Europee
sche staatkunde tot een wereldpolitiek over
te gaan. Daardoor ontstond de behoefte aan
een vloot, sterk genoeg om de Duitsche kus
ten en Duitschlands overzegsche belangen te
DOOR
69 s. R. CROCKETT.
Uü het Schottch vertaald
DQOR
J. P. WBIBSELINK—VAN ROSSUM.
De Schot heeft het oorspronkelijke in
stinct voor het geven van een benaming. Als
zijn naam niet met „Mac" begint of op
„Son" eindigt, dan is hij meestal een
Wright, (een werkman), een Shepherd (een
herder), een Smith (een smid) zijn huis on
duidelijk afgeleid naar het oorspronkelijk
Gallisch wordt genoemdBlinkbonnies of
Buss' o Bields. Voorbij de Dungeon o' Bu-
chande Black Craig o' *Dee ziet uit op de
drie Cairnsmores en de drie noordelijkste
van deze passen met betrekking tot de Hill
o' the Windy Standard. Dit zijn schilderach
tige samenstellingen voor het meerendeel
ontleend aan de Saksische taal de andere,
dat wil zeggen negen van de tien plaatsna
men in Galloway zijn nog welluidender en
vindingrijker uit het Keltisch.
Luister, Ben Gairn en Ben Yellerray Du-
chrat en Craigronald Neldriclien, Mulwhar-
char en de Rig o' the Star, Loch Macaterick
en Loch Enoch, Loch Valley en het eenzame
Loch Moan. Het is alsof de oorspronke
lijke, strenge geesten ieder op hun eigen
bergtop zaten en veel-lettergrepige woorden
wisselden in plaats van elkaar met rotsstee-
nen te bombardeeren.
Maar het verhaal wacht. Hester en haar
Megsy gingen naar Anders Mac Quaker's
huis, Buss o' Bield in de kleine met varens
begroeide vallei, die toegang geeft tot de
ruwe heidevlakten van Bennanbrack. Anders
reed haar in een wagen, op veeren waarvoor
belasting betaald had moeten worden. Het
eerste gedeelte van den weg, liep de predi
kant rustig naast den wagen voor het mee
rendeel zwijgend, maar soms ook vroolijk
tot Hester sprekende en haar op het hart
drukkend goed voor de Chamber's Journals
en de dicht in elkaar gedrukte Hogg's In-
structitors te zorgen, die hij voor haar op
den bodem van de kar had gelegd. Het deed
hem leed van Hester en Megsy te moeten
scheiden, zeide hij, maar hij troostte zich
met dc gedachte, dat zij beiden weldra te
rug zouden keeren in de pastorie bij de Dar-
roch vliet.
Hec schemerde reeds toen zij hun bestem
ming bereiktende stralende grijs-purperen
schemering van een najaarsdag, als de hei
de op de heuvels reeds begint te bruinon de
groent varens verdorren en tot roodbruin
overgaan, en de berken vlammend-rood ge
kleurd in iedere open ruimte staan. Anders
ontsloot de deur, nadat hij zijn paard aan
de deurpost had vastgemaakt. In een oog
wenk had hij een vuur aangelegd, dat vroo
lijk vlammend naar den schoorsteen steeg,
en de zachi-blauwe houtrook doortrok de ge
heele vallei en hing over de hut, totdat hij
zich geheel verdunde over de ruwe heide
van de Rig of Bennanbrack. Megsy stak
-de lamp aan en ging met den neus in de
lucht van kamer tot kamer. Er waren er
slechts drie de ruime, met platte tegels
voorziene keuken, aan de balken hingen
hammen en glinsterend gereedschap hing te
gen den muur. Een groote kast in drie af-
deelingen reikte tot aan de zoldering die er
door de blauwe beschildering vroolijk uit
zag. Ti-ossen uien en gedroogde kruiden
slingerden in de schemerachtigen nok, waai
de houtrook bleef hangen. Dan was er de
kamer waar een wit bed stond, de gordijnen
opengeslagen om de sneeuwwitte kusseus en
linnen lakens helder als pas gevallen sneeuw
te toonen, het wachtte totdat men er ge
bruik van zou willen maken. Een nieuwe
rooster op den haard bewees, dat Anders in
Cairn Edward was geweest, en daar bij den
smid eenige van zijn zuur verdiende pennin
gen had achtergelaten.
Er was zelfs een karpet in licht gele tin
ten op den vloer en schilderijen tegen den
muur met jachttafereelen. Aan het einde
was een soort alkoof juist groot genoeg
voor een bed, een ronde tafel, een eiken
houten latafel en een stoel. Hier plaatste
Megsy zonder een woord te zeggen haar be
zittingen. Nadat zij haar ontdekkingsreis
had volbracht gedurende welke zij geen
woord van lof of blaam had gesproken,
wendde zij zich tot Anders, die haar van
kamer tot kamer was gevolgd niet in ang
stige spanning opgeheven wenkbrauwen.
„He: kan er mêe door," zeide zij edel
moedig, „voor een man is het zoo kwaad
nog niet."
Anders Mac Quakers opgewektheid be
reikte onmiddellijk haar toppunt
„ik ben recht blij het je te hooren zeg
gen, Megsy", zeide hij, „er zijn verscheiden
dingen, bij wier bezit je het beter zoudt heb
ben, maar je zult Anders moeten veront
schuldigen, totdat hij kan ontdekken welke
ze zijn. Ge zult nu zeker wel inzien, dat hij
goed voor den predikant zal zorgen 1"
Maar Megsy was aan de grens van haar
lof genaderd, meer zou niet goed voor An
ders zijn geweest, die evenals alle mannen,
naar het oordeel van Marget Tipperlin, een
.verwaand schepsel was.
„Dat zullen we eens na een maand of twee
zien," zei Megsy koeltjes, „ga intusschen
naar de pastorie terug en zorg voor hot
avondeten. Ik weet maar al te goed, dat de
predikant noch bete noch dronk zal nemen,
voordat hij weet, dat wij veilig en gezond
hier zijn aangekomen. Ik wensch je goeden
avondAnders, denk er aan, dat je de
schoenen van den dominee op de „hud" 1)
warmt voordat hij ze aantrekt."
Anders Mac Quaker reed heen en liet Meg
sy met haar jeudige meesteres alleen, in de
diepe stilte vau Bennanbrack. Hij had een
mend forellen, met zorg schoongemaakt en
in bladeren gewikkeld, in zijn kar medege
bracht Deze maakte Megsy klaar voor het
avondeten. Hester hielp zoo ijverig als de
eenigszins heerschzuchtige stemming van
haar n etgezel haar toeliet.
„Denk je, dal ik een oude, suffe vrouw
ben?" vroeg zij, toen Hester door de keuken
liep om de koekepan voor haar van het vuur
te nemen, „ga uit den weg, meisje 1 Lees je
boek en laat Megsy Tipperlin, die reeds het
maal bereidde voor je vader en je vaders
vader haar plicht doen bij Anders Mac Qua
ker's arme, onnoozele, kleine forellen uit de
beek."
1) De achterkant van den haard in boeren
woningen, gemaakt van steen en klei in den
vorm van een zitplaats.
Nadat het afwasschen geschied was met
een weinig geven en nemen, en Megsy zich
met haar breiwerk bij den haard had gezet,
ging Hester naar de deur en luisterde naar
de groote stilte, die op dat uur over de heu
velen neerdaalt.
In het eerst kon Hester niets hooren, na
liet sissend geluid der knetterende beuken
blokken, die Anders voor haar had gekliefd,
en het gezoem van den ketel dien zij zelf had
opgehangen, om Megsy's ziekegrogje te be
reiden, (de „zieke" verzette zich krachtig
tegen dit laatste teugje). De stilte scheen
volkomen. Langzamerhand naderde haar,
een voor een wereld van geluiden, zich als
het ware losmakende en het oor besluipende
meer als een geur dan met den ruwen aan
val van een geluid.
Het gebrom van een zwarten tor, die in
onregelmatige baan boven haar hoofd rond
vloog, werd luider en verflauwde daarop
plotseling. Een vos huilde op den tegenover-
gestelden heuvel De Brack-beek murmelde
zacht onder haar bedekking van varens,
ginds in de vallei, nu niets dan een kabbe
lend stroompje, waar een maand later, in
den tijd van de zware regens, een woeste
bergstroom zal bruischen.
Hester dacht voortdurend aan Carus Dar-
roch.
Wordt vrvolfd