jf', 14§. derate Blad. 7"' «inargan|g. Zaterdag 21 November 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA- UORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem fsaneo per post 1.50. Afzonderlijke 0.05. Deze Courant versshijat dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentitomededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens »f de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTlfiN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 315 «ent* bf voeeuitbetalag. Groote letten naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen let het herhaald adverteeren in dit Blad, b| abonnement. Base eirculairebevattende de voorwaarde», werdt op mmrwmg toegezonden. Politiek Overzicht De constitutioneele beweging in Perzië. Een kleine groep van aanhangers der door de reactie en den Sjah overweldigde Perzi sche nationale partij heeft zich naar Enge land begeven om daar iets voor hun onge lukkige vaderland zien uit te richten. In 't bijzonder verdienen van deze Perzische afge vaardigden te worden genoemd Taghi-Zada en \loafid es Saltana. Beiden zijn afgevaar digden in het eerste Perzische parlement ge weest. Taghi-Zadavertegenwoordigde in het Medjlis de stad Tabriz, welke zich zoo dapper tegen het ruwe krijgsvolk van den despoot verdedigd heeft en tol dus ver nog niot overmeesterd is. Moafid es Saltana was afgevaardigde van de hoofdstad Teheran. Men heeft in En geland van ouds, voor volken die voor liberale instellingen strijden, sympathie. De Perzen ech'.er kwann n op een on gelegen oogenblik. De ware tegenstander hunner vrijheid is immers niet de Sjah met zijn miserabele hof, maar Rusland. De En- gelsche regeering heeft met die van Rusland de bekende overeenkomst omtrent Centraal- Azië gesloten en daarmede van haren vroe- geren invloed in Perzië afstand gedaan. Wel behooren beide mogendheden, Rusland zoo wel als Engeland, zich volgens het verdrag van interventie in Perzie te onthouden. Dat Rusland echter deze bepaling dagelijks schendt, dat het de Perzische grondwet den hals gebroken heeft en de tot regeering on bekwame hofpartij in Teheran protegeert, om op een mooien dag het heele land ,,met het oog op de orde" in zijn eigen zak te kunnen steken, is zoo klaar als de zon. Ook de liberale Engelsche regeering ziet het. Maar ze wil het niet zien. Algemeene poli tieke overwegingen geven haar aanleiding hare oogen er voor te sluiten. De Jong-Tur- ken zijn aardige kinderen en krijgen van Engeland de koek; de Jong-Perzen zijn on deugende knapen en. krijgen de gard. Er .is intusschen in Engeland eene groep liberaal-radicale politici, welke het ministe- die op dezen weg niet volgen. Veel invloed bezit deze groep wel is waar niet, vooral niet in bu'tenlandsche aangelegenheden, maar ze zorgt er toch voor dat het publieke geweten niet geheel inslaapt. Een aantal parlementsleden hebben zich tot eene com missie gevormd, ten einde de Perzische aan gelegenheden in het oog te houdende af gevaardigde Lynch, die zeil groote zaken- belangen in Perzië heeft, staat aan het hoofd daarvan. Deze kring van vrienden eener li berale ontwikkeling van het Oosten kwam onlangs in de woning van den bekenden vrij zinnigen uitgever Fisher Unwin bijeen. De Perzische afgevaardigden hadden daar gelegenheid den toestand in hun vaderland te schilderen. Ze spraken slechts weinig En- gel§ch, doch werden door den oriëntalist Browne, professor te Cambridge, in staat gesteld aan hunne meening uiting te geven. Prof. Browne heeft ook een door de afge vaardigden opgesteld „Beroep op Engeland" vertaald, waarin de invloed en de intrigues van Rusland worden verhaald. In een persoonlijk onderhoud met de bei de Perzische politici had de Londensche correspondent der Frankf. Zeitung dezer da gen de gelegenheid nog iets nader over hun ne plannen te vernemen. De Perzische af gevaardigden zijn ernstige, nuchtere lieden welke in hun optreden een groote kalmte en terughoudendheid betrachten. Taghi-Zada die voornamelijk het woord voerde, zeide het volgende „Er kan volstrekt geen twijfel over be staan dat Perzië voor een constitutie rijp is. Toen de constitutie verleend en een par lement bijeengeroepen werd, toen waren dit voor ons volk niet meer onbekende en on begrijpelijke gebeurtenissen. Sedert minstens tien jaar heeft men daarover in Perzië gedis cussieerd en de menschen waren inmiddels met het denkbeeld van een constitutioneel staatsleven vertrouwd geraakt. Al moge nog uiet iedere Pers afzonderlijk voor de grondw-t,, rijp" zijn dan iè dit nog geen bezwaar tegen de grondwet zelf. Men moet er een begin mee maken, opdat de lieden er allengs steeds rijper en rijper voor worden. Hoc-velen van ons volk voor een parlement zijn? Men kan zeggen allen. Geheel Perzië wil het Medjlis hebben. Onder de hovelin gen en onder de kringen die sinds langen tijd van de plundering en de uitbuiting van het volk leven, is men er natuurlijk tegen. De riike tafelschuimers en de creaturen der re geering zijn niet voor een constitutie. Maar het volk is er voor. Wij willen algemeen stemrecht voor iedereen. Het" Europeesche voorbeeld, waarmede wij 't het meeste hou den, is de Belgische constitutie. Toen onze inmiddels door den staatsgreep weer afge schafte grondwet werd voorbereid, behoorde ik zelf (zoo zeide Taghi-Zada) met een an deren afgevaardigde uit Aserbaidjan, dien men sinds gevangen heeft gehouden, tot de commissie welke zich met het bestudeeren der Belgische toestanden bezig hield. Men heeft gezegd dat onze staatkundige idealen met den geest van den Moliamme- daanschen godsdienst in tegenspraak zijn en dat daarom de geestelijkheid ons steeds een verbitterden tegenstand zou bieden. Dit is volstrekt niet het geval. Wij werken niet tegon den Islam en de priesters bestrijden ons niet. Zij zijn veeleer allen voor ons. Juist de hoogst geplaatste vertegenwoordi- geplaatste vertegenwoordigers van den gods dienst in Perzië zijn voor de constitutie. Dat het ons doel is, zoodra wij eenmaal onze vrijzinnige en constitutioneele ontwik keling gewaarborgd zien, aan den gees telijken en stoffelijken vooruitgang van ons volk te arbeiden, dat wij spoor- eb straat1- wegen aanleggen, de nijverheid vooruit wil len brengen, dat daarbij aan het kapitaal en de.i ondernemingsgeest der vreemdelin gen volgens het beginsel der open deur ruim te zal worden gelaten, dit alles spreekt van zelf. Wij zijn uiet hier gekomen om te vragen dat men de constitutioneele partij in Perzië to hulp kome. Wij willen" volstrekt niet dat Engeland ons tegen den Sjah bijstaat. Alles waarom wij de Europeesche machten vragen is„Laat ons en Perzië alleen!" Wanneer Rusland, zooals volgens de Engelsch-Rus- sische overeenkomst zijn plicht is, ons met rust liet en de Perzische reactie niet te hulp kwam, dan zou deze laatste onmiddellijk ineen storten. De Sjah is in het land on machtig. Wanneer vreemden hem niet on dersteunen, hebben wij in een inaand alles wat wij bereiken willen. Onze vooruitgang in vrijzinnigen geest had er steeds voordeel bij, wanneer de mogendheden met elkaar ge noeg te stellen hadden. Toen Rusland met Japan oorlog voerde, gingen wij met groote stappen vooruit. Misschien ligt het werke lijk in de bedoeling der Russische regeering, zich overeenkomstig het verdrag met Enge land van interventie te onthouden. Maar de plaatselijke Russische agenten en gezagheb bers houden zich in ieder geval niet aan dit beginsel. Wanneer nu ons volk zich aan vankelijk voor geweld onderwerpt, dan be wijst dat niet, dat het aan de grondwet wan hoopt. De menschen doen zulks omdat zij angst ervoor koesteren dat gewelddadige stribbelingen tot een formeel ingrijpen van Rusland en de annexatie van Perzië zouden aanleiding geven. Een Perzisch spreekwoord zegtEen ziek land is beter dan een dood land. Daarom moeten wij stil houden. Er is in de leugenachtige berichten, welke men van Teheran naar Europa zendt, be weerd, dat wij anarchisten cn plunderaars zijn en dat, wanneer wij de overhand ver kregen, leven en goed der Europeanen be dreigd worden. Integendeel hebben de leiders der hervormingspartij alles aangewend om de Europeesche vertegenwoordigers tegen el- ken overlast te beschermen, alleen reeds om elk voorwendsel tot een interventie uit den weg te ruimen. Zelfs de boeren en lie den uit de lagere klassen hebben daarnaar gehandeld. Even onhoudbaar is de verdachtmaking van Rusland dat er in Perzië in 't geheel geen liberale beweging bestaat, en dat de geheele agitatie niets anders ten doel heeft dan den Sjali af te zetten en diens oom Zill -es Sultan op den troon te plaatsen. Wij hebben volstrekt niet de bedoeling den Sjah te onttronen, bovendien geniet Prins Zill es Sultan volstrekt niet de liefde van het Perzische volk. Toen het parlement in het leven werd geroepen, was het een der eerste dingen een commissie te benoemen tot onder zoek der pensioenen en salarissen welke dooi den Sjah, natuurlijk op kosten van het land, aan zijne familieleden en gunstelingen wer den verleend en reusachtige sommen belie pen. Het parlement schafte vele dezer pen sioenen heelemaal af, de apanage der prin sen vèrminderde het tot gemiddeld 12,000 Toman. Prins Zill es Sultan werd van 75,000 op 12,000 Toman gezet (1 Toman is f 5.50.) Men oordeele of hij een begun stiger der grondwet kan zijn." De heeren Taghi-Zada en Moafid es Sal tana klagen er zeer over dat de berichtge ving der Europeesche bladen uit Perzie groo- ter>deels partijdig is. Perzië is door twee te legraaflijnen met Europa verbonden. De eene behoort aan de Perzische regeering en staat onder hare censuur, de tweede is in Engelsche handen. Als Engeland en Rusland samengaan is het dus moeielijk uit Teheran eene aan hunne politiek tegengestelde mee ning te telegrafeerenDe tijdingen der En gelsche correspondenten, waarop het oordeel in Europa over Perzië in hoofdzaak steu nen moet, zijn natuurlijk door de mededee- lingen van het Engelsche gezantschap ge kleurd en dit neemt de door het Foreign Office voorgeschreven houding in acht. Een onafhankelijk onderzoek naar de toestanden is ternauwernood mogelijk. Van datgene wat niet aan de oppervlakte komt hoort men in Europa weinig. DuUachlantL De eerste indruk van het onderhoud lus- schen Keizer en Rijkskanselier, te Parijs moet niet zeer sterk geweest zijn. In de couloirs der FranscheKamer wc-rd wel is wa3r het feit, dat de Keizer de grie ven van het volk erkend heeft voor beteeke- nisvol gehouden, doch veilige waarborgen voor de toekomst werden vooralsnog geni st. Op den Quai d'Orsay, waar men zich wel wacht voor indirecte inmenging in Duitsch land'* binnenlandsche politiek, was men zeer gereserveerd. Om het Duitsche publiek evenwel hier voor schadeloos te stellen, seint de Parijsche correspondent van het Berl. Tgb. het vol gende oordeel van een diplomaat, zonder diens naam te noemen De verklaring is niet beslist genoeg en beweegt zich eigenlijk slechts binnen de grenzen der bestaande grondwet, die in het onderhavige geval onvoldoende gebleken is. Het krachtige bevrijdende woord, dat een vast vertrouwen in de toekomst schenkt, ont breekt nog. Onder de gegeven omstandighe den kan er volgens mij slechts van een tij delijk compromis gesproken worden. Gelijk voor dezen blijft het gewichtigste afin het inzicht van den Keizer overgelaten. Uit ecu en ander volgt reeds het antwoord op een andere vraag of in Frankrijk het aanblijven van Von Bülow als Rijkskanselier met vreugde begroet wordt. Prins Bülow is ons als een bij uitetek bekwaam diplomaat be kend, van wiens verzoeningsgezindheid ons menig bewijs geleverd is en die, zooals hij daareven bewezen heeft, sterken invloed op den Keizer oefenen kan. Zoolang hij aan het roer is, weten wij, met wien wij te doen hebben en mogen wij hopen eventueele me 3- ningsverschillen op vriendschappelijke vijze uit den weg te kunnen ruimen. Een onbe kend opvolger met minder invloed zou ons natuurlijk in de eerste plaats minder g°- wenscht voorkomen. De beschouwingen der Fransche bladen loopen vrij ver uiteen De République francaise gelooft dat do er Bülow te handhaven, de Keizer beleefd heeft willen zijn Het is mogelijk dat hij iiD.t verder gaat. „Staan wij hier niet voor et n komedie tusschen comperes gearrangeerd?" Voor de Petite République zou de minste constitutioneele waarborg te verkiezen zijn boven alle keizerlijke beloften. De Rappel merkt op, dat zoo de persoon lijke actie op den achtergrond is gedron gen, Bülow gezag niet is toegenomen en dat het volk bij de zaak niets wint. Voor den Petit Parisien daarentegen heeft de volksmeening een overwinning behaald. Alles, zegt de Aurore, raadt den Keizer, zich te schikken in den wil van den Rijks dag. Als de fanfares der keizerlijke redevoe ringen ophouden, zal de wereldvrede daar bij winnen. De Lanterne oordeelt, dat er iets veran derd is in Duitschland. De worsteling tus schen de democratie en de Keizer zal voort duren. De Siècle gelooft, dat Duitschland dca weg zoekt naai- het parlementarisme. De Humanité (soc.) denkt, dat zoo Duitschland zich werkelijk van het persoon lijk régime bevrijdt, een nauwe entente met Duitschland spoedig beklonken zal worden, daar de beide volken den vrede willen. De Figaro betreurt, dat de Keizer, in wiens vredelievende bedoelingen men ge loofde, zich verminderd heeft tegenover Bülow, wiens politiek hatelijk en uitdagend is De Eclair gelooft, dat Wilhelm II een voudig het veld ruimt in afwachting van een betere gelegenheid, en de Gaulois merkt op, dat zelfs zoo de Keizer zijn recht tot J mobilisatie opgeeft, hij de macht behoudt, I den oorlog noodzakelijk te maken. De Temps brengt de dagen van Maart 1890 in herinnering, toen Wilhelm II met Bismarck worstelde, en het ochtendbezoek van den rijkskanselier van 15 Maart ten pa- leize in de Wilhelmstrasse, waarvan de Kei zer getuigde„het meest wat ik ervan zeg gen kan is, dat hij mij den inktkoker niet in het gezicht heeft gegooid". Ditmaal echter zag men prins Bülow, sterk door zijn besluit tot heengaan, zijn va-tout spelen, den man van alle finesses subtiliteiten ronduit spreken, voorwaarden stellen; den „geitalianiseerden" diplomaai, vaardig in hoofschheid, optreden als advo caat voor de rechten des volks, als kampioen voor de openbare meening, als tolk van den Rijksdag. „Welk een bladzijde voor de ge schiedenis van morgen, zoo die bladzijde ooit geschreven wordt 1" roept de Temps. Het blad oordeelt, dat nooit dienaar an zijn meester hooghartiger les gaf dan in h<-t lange telegram aan de Kölnische Ztg. ge schiedde.. Men moet dat overwinningsbulle tin lezen, regel voor regel, woord voor woord, ernstig en dreigend in zijn sobere welsprekendheid. Welke veranderingen der laatste twintig jaren zijn in die tweehonder 1 regels geboekstaafd En nu rijst de vraag hoe lang de repla- trage duren zal. Kon Wilhelm verwachten, na Bismarck gebroken te hebben, dat een ander kanselier hem zoo zou toespreken? Zal hij hem vergeven, die hem dit échec heeft be zorgd? Alles is mogelijk bij die implsieve en niet goed begrijpelijke natuur. Maar de wond en de wrok moeten diep zijn. Vast staat dat de kanselier gewonnen heeft in den naam van het land. Wat de Vorwarta ook moge zeggen, dit is geen paleis-crisis, maar een nationale. Bülow is opgetreden als parlementair mi nister, misschien meer dan hij wilde, niec temin beslist. Door zijn prerogatieven te verdedigen tegen die van den Keizer heeft hij Duitschland gemoderniseerd. Begint een nieuw tijdperk voor Duitsch land? Frankrijk mag, als niet onpartijdig, die vraag slechts stellen, en verder aan dachtig wachten. „L' Allemagne est en mou vement. Qu' en sortira-t-il Al de bladen bespreken het begin der be raadslaging over de belastingontwerpen in den Rijksdag en de rede van den Rijkskan selier bij die gelegenheid gehouden. De Lokal Anzeiger oordeelt, dat de Rijks kanselier met behendigheid de verdediging voordroeg en personen zoowel als partijen ontzag. Niettemin verwacht het blad een scherpe bestrijding van de regeeringsvoor- stellen. Het Berliner Tageblatt acht den voorrang aan de rijksuitgaven ten nadeele van da Bondsstaten en de beperking der prerogatie ven van den Rijksdag in budgetzaken oen kapitale fout der regeering. De National Zeitung zegt, dat men zeker mag zijn dat verscheidene der voorgestelde belastingen zullen verworpen worden. Wat de Rijkskanselier over de buiten- landsche staatkunde zeide, mag wel even ge releveerd worden De vooruitgang van handel, nijverheid en scheepvaart, het zoeken van koloniën, de be veiliging van den zich langzaam ontwikke lenden wereldhandel maakten het noodzake lijk van een continentale, zuiver Europee sche staatkunde tot een wereldpolitiek over te gaan. Daardoor ontstond de behoefte aan een vloot, sterk genoeg om de Duitsche kus ten en Duitschlands overzegsche belangen te DOOR 69 s. R. CROCKETT. Uü het Schottch vertaald DQOR J. P. WBIBSELINK—VAN ROSSUM. De Schot heeft het oorspronkelijke in stinct voor het geven van een benaming. Als zijn naam niet met „Mac" begint of op „Son" eindigt, dan is hij meestal een Wright, (een werkman), een Shepherd (een herder), een Smith (een smid) zijn huis on duidelijk afgeleid naar het oorspronkelijk Gallisch wordt genoemdBlinkbonnies of Buss' o Bields. Voorbij de Dungeon o' Bu- chande Black Craig o' *Dee ziet uit op de drie Cairnsmores en de drie noordelijkste van deze passen met betrekking tot de Hill o' the Windy Standard. Dit zijn schilderach tige samenstellingen voor het meerendeel ontleend aan de Saksische taal de andere, dat wil zeggen negen van de tien plaatsna men in Galloway zijn nog welluidender en vindingrijker uit het Keltisch. Luister, Ben Gairn en Ben Yellerray Du- chrat en Craigronald Neldriclien, Mulwhar- char en de Rig o' the Star, Loch Macaterick en Loch Enoch, Loch Valley en het eenzame Loch Moan. Het is alsof de oorspronke lijke, strenge geesten ieder op hun eigen bergtop zaten en veel-lettergrepige woorden wisselden in plaats van elkaar met rotsstee- nen te bombardeeren. Maar het verhaal wacht. Hester en haar Megsy gingen naar Anders Mac Quaker's huis, Buss o' Bield in de kleine met varens begroeide vallei, die toegang geeft tot de ruwe heidevlakten van Bennanbrack. Anders reed haar in een wagen, op veeren waarvoor belasting betaald had moeten worden. Het eerste gedeelte van den weg, liep de predi kant rustig naast den wagen voor het mee rendeel zwijgend, maar soms ook vroolijk tot Hester sprekende en haar op het hart drukkend goed voor de Chamber's Journals en de dicht in elkaar gedrukte Hogg's In- structitors te zorgen, die hij voor haar op den bodem van de kar had gelegd. Het deed hem leed van Hester en Megsy te moeten scheiden, zeide hij, maar hij troostte zich met dc gedachte, dat zij beiden weldra te rug zouden keeren in de pastorie bij de Dar- roch vliet. Hec schemerde reeds toen zij hun bestem ming bereiktende stralende grijs-purperen schemering van een najaarsdag, als de hei de op de heuvels reeds begint te bruinon de groent varens verdorren en tot roodbruin overgaan, en de berken vlammend-rood ge kleurd in iedere open ruimte staan. Anders ontsloot de deur, nadat hij zijn paard aan de deurpost had vastgemaakt. In een oog wenk had hij een vuur aangelegd, dat vroo lijk vlammend naar den schoorsteen steeg, en de zachi-blauwe houtrook doortrok de ge heele vallei en hing over de hut, totdat hij zich geheel verdunde over de ruwe heide van de Rig of Bennanbrack. Megsy stak -de lamp aan en ging met den neus in de lucht van kamer tot kamer. Er waren er slechts drie de ruime, met platte tegels voorziene keuken, aan de balken hingen hammen en glinsterend gereedschap hing te gen den muur. Een groote kast in drie af- deelingen reikte tot aan de zoldering die er door de blauwe beschildering vroolijk uit zag. Ti-ossen uien en gedroogde kruiden slingerden in de schemerachtigen nok, waai de houtrook bleef hangen. Dan was er de kamer waar een wit bed stond, de gordijnen opengeslagen om de sneeuwwitte kusseus en linnen lakens helder als pas gevallen sneeuw te toonen, het wachtte totdat men er ge bruik van zou willen maken. Een nieuwe rooster op den haard bewees, dat Anders in Cairn Edward was geweest, en daar bij den smid eenige van zijn zuur verdiende pennin gen had achtergelaten. Er was zelfs een karpet in licht gele tin ten op den vloer en schilderijen tegen den muur met jachttafereelen. Aan het einde was een soort alkoof juist groot genoeg voor een bed, een ronde tafel, een eiken houten latafel en een stoel. Hier plaatste Megsy zonder een woord te zeggen haar be zittingen. Nadat zij haar ontdekkingsreis had volbracht gedurende welke zij geen woord van lof of blaam had gesproken, wendde zij zich tot Anders, die haar van kamer tot kamer was gevolgd niet in ang stige spanning opgeheven wenkbrauwen. „He: kan er mêe door," zeide zij edel moedig, „voor een man is het zoo kwaad nog niet." Anders Mac Quakers opgewektheid be reikte onmiddellijk haar toppunt „ik ben recht blij het je te hooren zeg gen, Megsy", zeide hij, „er zijn verscheiden dingen, bij wier bezit je het beter zoudt heb ben, maar je zult Anders moeten veront schuldigen, totdat hij kan ontdekken welke ze zijn. Ge zult nu zeker wel inzien, dat hij goed voor den predikant zal zorgen 1" Maar Megsy was aan de grens van haar lof genaderd, meer zou niet goed voor An ders zijn geweest, die evenals alle mannen, naar het oordeel van Marget Tipperlin, een .verwaand schepsel was. „Dat zullen we eens na een maand of twee zien," zei Megsy koeltjes, „ga intusschen naar de pastorie terug en zorg voor hot avondeten. Ik weet maar al te goed, dat de predikant noch bete noch dronk zal nemen, voordat hij weet, dat wij veilig en gezond hier zijn aangekomen. Ik wensch je goeden avondAnders, denk er aan, dat je de schoenen van den dominee op de „hud" 1) warmt voordat hij ze aantrekt." Anders Mac Quaker reed heen en liet Meg sy met haar jeudige meesteres alleen, in de diepe stilte vau Bennanbrack. Hij had een mend forellen, met zorg schoongemaakt en in bladeren gewikkeld, in zijn kar medege bracht Deze maakte Megsy klaar voor het avondeten. Hester hielp zoo ijverig als de eenigszins heerschzuchtige stemming van haar n etgezel haar toeliet. „Denk je, dal ik een oude, suffe vrouw ben?" vroeg zij, toen Hester door de keuken liep om de koekepan voor haar van het vuur te nemen, „ga uit den weg, meisje 1 Lees je boek en laat Megsy Tipperlin, die reeds het maal bereidde voor je vader en je vaders vader haar plicht doen bij Anders Mac Qua ker's arme, onnoozele, kleine forellen uit de beek." 1) De achterkant van den haard in boeren woningen, gemaakt van steen en klei in den vorm van een zitplaats. Nadat het afwasschen geschied was met een weinig geven en nemen, en Megsy zich met haar breiwerk bij den haard had gezet, ging Hester naar de deur en luisterde naar de groote stilte, die op dat uur over de heu velen neerdaalt. In het eerst kon Hester niets hooren, na liet sissend geluid der knetterende beuken blokken, die Anders voor haar had gekliefd, en het gezoem van den ketel dien zij zelf had opgehangen, om Megsy's ziekegrogje te be reiden, (de „zieke" verzette zich krachtig tegen dit laatste teugje). De stilte scheen volkomen. Langzamerhand naderde haar, een voor een wereld van geluiden, zich als het ware losmakende en het oor besluipende meer als een geur dan met den ruwen aan val van een geluid. Het gebrom van een zwarten tor, die in onregelmatige baan boven haar hoofd rond vloog, werd luider en verflauwde daarop plotseling. Een vos huilde op den tegenover- gestelden heuvel De Brack-beek murmelde zacht onder haar bedekking van varens, ginds in de vallei, nu niets dan een kabbe lend stroompje, waar een maand later, in den tijd van de zware regens, een woeste bergstroom zal bruischen. Hester dacht voortdurend aan Carus Dar- roch. Wordt vrvolfd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1