cTn~deTr e l l a. W°. 158. 7rte Jnargantt. Dinsdag 1 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Par 3 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franeo per post- 1.50. Afzonder] (jke - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Ad verten tién mededeelingen enz.gelieve men véór 11 mar morgens bi) de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents b$ voernitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voord aolige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, b| abonnement. Ease circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT. Onderzoeik ter verkrijging van een bewya van (voorgeoefendheid'. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand Januari a. s.ten overstaan van eene Militaire Commissie, een onderzoek zal plaats ihebben ter verkrijging van een bewijs van voor- geoefendheid. Aan dat onderzoek mogen deelnemen lo. de lotelingen, die in aanmerking komen om in het volgend jaar bij de militie te worden ingelijfd 2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen in het genot van uitstel van eerste-oefening, die hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefend heid wenschen opnieuw te verwerven, ten einde daarvoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstelen 3o. de jongelieden, die 'het vereisohte getuig schrift van lichamelijke geoefendheid wensclien te verwerven om eene verbintenis te kunnen aangaan bij het Reservekader der Infanterie, der Vesting-Artillerie of der Genie. De lotelingen, hiervoren onder lo. genhemd, kunnen bij het onderzoek drieërlei bewijzen van voorgeoefend heid behalente weten het bewijs van militaire bekwaamheid het bewijs van lichamelijke geoefendheid; en het bewijs van militaire bekwaamheid èn lichamelijke geoefendheid Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen hebben verworven, worden, op hunne aanvrage, ingelijfd bij het korps en geplaatst in het gar nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengenBezitters van het in de derde plaats genoemde bewijs hebben daar bij den voorrang boven hen, die een der beido eerstvermelde bewijzen verwierven. De houders van het* in de derde plaat® ge noemde bewijs hebben daarenboven, aanspraak om vóór anderen in aanmerking te 'komen voor inlijving tot korte oefening (vier maanden) Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid, die in Januari a. s. zullen worden behaald, geven bij de inlijving in het volgend jaar aanspraak op vermelde voorrechten; alle vroegere verkregen bewijzen zijn alsdan van onwaarde. De lotelingen, hiervoren onder 2o. genoemd, Kunnen bij het onderzoek alleen verwerven het bewijs van militaire bekwaamheid èn lichame lijke geoefendheid dit bewijs moet door iken bij de aanvrage om verlenging van uitstel van eer- ste-oeiëning worden overgelegd. Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of verblijf houden en aan het in Januari a. s. te houden onderzoek wenschen deel te nemen moeten zich vóór 10 December a. s. ter Secre tarie der Gemeente .aanmelden. De schietbewij zen, welke bij de schietoefeningen tot verlioogijjg van 's Lands weerkracht verkregen zijn, moeten bij de aanmelding -worden overgelegd. Dag en uur waarop, zoomede de Gemeente en localiteit, waar het onderzoek zal plaats hébben, zullen op een der laatste twee dagen van liet jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden gebracht. De wijze, hoe met de verworven bewijzen van voorgeoefend heid moet worden gehandeld, ten einde de daaraan verbonden voorrechten, te doen gelden, zal in het begin van het volgend jaar eveneens bij openbare kennisgeving worden, be kend gemaakt. Amersfoort-, den 30. November 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJT1ERS. Politiek Overzicht De verwerping van de drankwei in Engeland. In het Engelsche hoogerhuis is weder eene beslissing gevallen, die den strijd verscherpt tusschen het op de meerderheid in het lager huis steunende liberale kabinet en de over wegend conservatieve lords. Hoofdzakelijk om in dit zittingsjaar de drankwet tot stand te kunnen brengen, is het parlement dit maal tot eene najaarszitting bijeengekomen. 35 zittingen heeft het lagerhuis aan dit ont werp besteed. Maar het hoogerhuis heeft met dit wetsontwerp kort proces gemaakt; met 272 tegen 96 stemmen besloot het niet tot de tweede lezing over te gaan. Met an dere woordenhet vond het niet de moeite waard het wetsontwerp te amendeeren, maar heeft het terstond verworpen. Den inhoud van dit wetsontwerp kent men uit wat wij vroeger daarover hebben gezegd. Wij kunnen nu dus volstaan met er op te wijzen, dat het wetsontwerp uitging van het beginsel, dat den staat het recht moest wor den verleend de regeling van het voor de welvaart zoo gewichtige bedrijf van den ver loop in het klein van alkoholhoudende dran ken zelf ter hand te nemen en dat het op het oog had eene intrekking van de verleende vergunningen door den staat met schade vergoeding aan de houders gedurende een zeker tijdperk. De regeering had te kennen gegeven, dat zij bereid was tot overleg om hardheden, die de wet mocht bevatten, verzachten. Maar het hoogerhuis heeft geen overleg gewildhet heeft kortweg het wets ontwerp verworpen. He>t besluit van de lords wekt in het land het tegendeel van bewondering. In parlemen tairen vorm hield vóór de stemming de lord- kanselier, lord Loreburn, hun de gevolgen voor ooge nmet de woorden: ,,Deze stem ming zal eene overwinning zijn. Ja, maar eene overwinning van „the trade" men noemt in Engeland kortweg den drankhan del den handel over de gemeenschap Het zal eene overwinning zijnik stem het toe. Maar eene overwinning van het kwade over het goede". Dezelfde gedachte wordt buiten de vergaderzaal in minder parlemen tairen vorm geuit, en directe toespelingen ontbreken daarbij niet. Zoo wordt b.v. ge ïnsinueerd, dat meer dan 130 lords finan cieel bij de brouwerijen betrokken zijn en dat de conservatieve partijkas afhangt van de bijdragen der hoofdmannen van „the trade". Scherper dan ooit komt in deze beslissing de tegenstelling tusschen hooger- en lager huis tot uitdrukking. Men brengt in herin nering, dat reeds voor eenige maanden de eerste minister Asquith in eene te Manches ter gehouden rede verklaard heeft, dat het lot van de regeering, haar politieke naam ei haar politiek bestaan gebonden waren aan de drankwet. Men vraagt zich afWat zal de regeering doen, nu het hoogerhuis di wet heeft doen vallen? De regeering heeft, om haren wil door te zetten, de gelegenheid om door ontbinding van het lagerhuis een beroep te doen op het land. Wanneer er dan weer een liberaal lagerhuis tot stand komt, dan zullen de lords, naar constitutioneel gebruik, zich niet verder tegen de drankwet kunnen verzetten. Maar zal het tot de ontbinding komen? Dat is zeer de vraag. De Nation, een gezaghebbend liberaal or gaan, schrijft naar aanleiding van deze be slissing: „Het hoogerhuis heeft ons den handschoen toegeworpen, en de liberale par tij moet dien opnemen of zij moet abdi- c eer en. Wij maken waarschuwend de lords er opmerkzaam op, dat hunne machtspositie voor de liberale partij eene levensvraag is geworden. Wij verklaren eveneens waar schuwend aan de liberale regeering en de liberale partij, dat het land van hen geen redevoeringen, maar handelingen verlangt." Dat klinkt zeer forsch, maar weinig in over eenstemming daarmee is het, wanneer in het vervolg van het artikel niet de dadelijke ontbinding van het lagerhuis wordt ver langd, maar uitstel totdat de kanselier der schatkist in het volgende jaar bij de begroo ting eene zwaardere belasting van den drankverkoop zal hebben voorgesteld. Dan moet het wetsontwerp tot beperking der rechten van het hoogerhuis worden voor gelegd, en als de Koning daartoe niet zijne toestemming geeft, dan zullen de liberalen de regeering niet langer voeren. Voorshands zal er dus van een beroep op het land nog niet ernstig sprake zijn. De waarheid is, dat zulk een beroep, onder de bestaande omstandigheden, voor de regee ring eene zeer gewaagde zaak zou zijn. Dat weet het hoogerhuis even goed als de regee ring. De partieele verkiezingen, d;e sedert de laatste algemeene verkiezingen hebben plaats gehad, zijn meerendeels ten nadeele van de regeering uitgevallen, gedeeltelijk ten gevolge van plaatselijke invloeden, ge deeltelijk door de taktiek, waartoe de ar beidsparty is bekeerd, die door het stellen van eigen candidaten in een aantal distrio- ten de verkiezing van den conservatieven candidaat heeft in de hand gewerkt. Het hoogerhuis voelt zich hierdoor veilig tegen over de regeeringhet is er vrij gerust op, dat de strafmaatregelen, die worden aange kondigd, in de uitvoering nogal mee zul len vallen. Ondanks de groote meerderheid die het kabinet in het lagerhuis nog altijd heeft, is zijne positie aanmerkelijk ver zwakt, en dit verhoogt het zelfvertrouwen van de lords en wakkert bij hen de lust aan om hunne macht te doen voelen aan hunne politieke tegenstanders, die nu het bewind Frankrijk. De Kamer, die zich na de aanneming van de begrooting tot 7 December heeft verdaagd, heeft bepaald, dat op d;en dag de behande ling van het wetsontwerp op de afschaffing van de doodstraf zal worden voortgezet. Dit is geschied tegen den zin van den minister van financiën, die de voortzetting van het debat over de inkomstenbelasting had ge- wenscht. Het rapport van den senator Chautemps over de marinebegrooting legt nadruk op den neteligen toestand van de zeestrijdkrachten van Frankrijk, die de rapporteur toeschrijft aan het feit, dat Frankrijk ten behoeve van kruisers en kleine schepen, welker waarde het overschat heeft, den aanbouw van pant serschepen heeft verwaarloosd. Het rapport constateert daarna de uitmuntende hoedan-g- heid van de Fransche granaten, roemt het Fransche kruit, maar drukt leedwezen uit over de ontoereikende sterkte van het effec tief aan manschappen, hetgeen 3e mobilisatie van de reserveschepen zou vertragen. Ein delijk wijst het rapport op den gebrekkigen arbeid en hel gemis van aicht i- de arse nalen. Engeland. De minister van oorlog Haldane heoft in Cambridge eene rede gehouden, waarin hij zeide, dat lord Roberts in zijne jongste rede in het hoogerhuis feitelijk voor een ander plan van legerorganisatie is opgekomen. Het is niet gemakkelijk geweest, het parlement te brengen tot instemming met de mili taire hervormingspolitiek; daar'n heeft hij meer ervaring dan legeraanvoerders, die z. i. beter zouden doen zich te houden aan 't geen is bereikt. De mogelijkheid van een inval, die lord Roberts als zoo gemakkelijk heeft geschetst, is zeer nauwkeurig onderzocht, en wel niet door de regeering alleen maar ge zamenlijk met officieren van leger en vloot, en meu heeft met voldoening geconstateerd, dat eene dergelijke expeditie onmogelijk kan worden ondernomen zonder dat de Engelsche regeering het tijdig weet, zoolang Engeland de heerschappij ter zee handhaaft. Wel zal later nog iemand kunnen beproeven de ver dedigbaarheid van het land, die nu verkre gen is, nog meer te verhoogen, maar hij, die dit onderneemt, moet zich er voor wachten haar uit te breiden tot een graad, die gaat boven wat noodig is en het behoud van eene sterke vloot, die den grondslag uitmaakt van Engelands werk, in gevaar kan brengen. Italië. Rome,30Nov De paus stond heden voormiddag om elf uur op, maar verliet zijne vertrekken niet. Rome, 3 0 N o v. De senaat behandelde heden de rekeningen van 1903/04 en 1904/ 05. De minister van de schatkist constateer de de goede uitkomsten van deze beide reke ningen en dat de rekening van 1907/08, die heden aan het parlement is aangeboden, eene goede uitkomst oplevert en met een batig saldo van 36 millioen sluit. De beide reke ningen zijn goedgekeurd. De Italiaansche Kamer heeft de vraag van bet vrouwenkiesrecht voor de Kamers van koophandel behandeld. Het voorstel is ver worpen met 123 tegen 82 stemmen, maar desniettemin ziet men in het feit, dat de minderheid twee vijfden der stemmen be droeg, een opmerkelijken vooruitgang van de feministische ideeën. Portugal. Oporto, 30 Nov. De minister van buitenlandsche zaken en de Duitsche gezant onderteekenden heden een handelsverdrag. Oostenrijk-Hongarije. Weenen, 30 Nov. Antwoordende op de toespraken van de presiderte der beide Kamers die den Keizer nulde betuigden sprak de Keizer zijne erken tel ij Kheid daar over uit en getuigde hij van z'jn vertrouwen in de groote waarde van good toegepaste constitutioneele instellingen. :'je Keizer her innerde aan zijne aanneming der regeerings- voorstellen strekkende om aan de burgerij de volledige verzekerdheid hunner politieke rechten te verleenen. Weenen, 30 Nov. De Keizer heeft eenige duizenden ridderorden verleend bij gelegenheid van zijn jubileum. Op last van den Keizer zal het militaire bureau7 dat aan aartshertog Frans Ferdi nand, den troonopvolger, is toegevoegd, voortaan heeten „militaire kanselarij". Aan het hoofd van deze militaire kanselarij zal een generaal van hoógon rang geplaatst worden. Weenen, 30 Nov. Volgens de Zeit zal de ambassadeur van Oostenrijk-Hon garije te Konstantinopel na de jubileum feesten met verlof gaan, wanneer de Porte hare gezindheid niet wijzigt. P a r ij s, 3 0 Nov. Volgens een tele gram aan den Temps zal het goederenver voer op de spoorwegen in Bosnië en Herze- gowina gestaakt worden van 3 tot 15 De cember en zullen de lijnen gedurende dien tijd alleen beschikbaar zijn voor het vervoer van goederen van het legerbestuur. Budapest, 30 Nov. De bladen be vatten een telegram uit Kaschau, meldende dat eene afdeeling van het 34e regiment in fanterie, dat zich in Bosnië bevindt, moet zijn aangevallen door eene Servische bende, die in een hinderlaag was opgesteld. Vier soldaten zouden gedood zijn. Eene officieuse nota verklaart, dat de mi nister van oorlog volstrekt geen bericht heeft ontvangen omtrent een incident van dien aard. Bulgarljë. S o f i a, 3 0 N o v. De geruchten, dat het Bulgaarsche kabinet zijn ontslag zou hebben ingediend, zijn van allen grond ontbloot. TarlrfJ*. Konstantinopel, 30 Nov. Hus sein Hilma paclia is benoemd tot minister van binnenlandsche zaken, Hakki bey van openbaar onderwijs, Refik bey, lid van het jong-Turksch comité, tot minister van justi tie, Hassan Fehmi pacha tot president van den Raad van State, Men houdt-hri er voor, dat de kabinetswijziging de algemeene goed keuring zal wegdragen. Konstantinopel, 30 Nov. Na dat de Bulgaarsche gedelegeerden te Sofia verslag hebben gedaan van hunne zending, zal Liaptschew hier terugkeeren en de han gende vragen definitief te regelen. Het ontslag van de redif-manschappen is in de laatste dagen zeer bespoedigd, zoodat na 1 December nog slechts zeer weinige redif-bataillons gemobiliseerd zullen blijven. Daarentegen worden reservisten opgeroepen om de linietroepen van de korpsen van Konstantinopel, Adrianopel en Saloniki op oorlogssterkte te brengen. Konstantinopel, 30 Nov. Een alhier aangekomen Hongaarsch stoomschip heeft zijn lading niet kunnen lossen, daar de sjouwers weigerden te werken. Dit is de eerste keer, dat Hongaarsche goederen hier werden geboycot. Aan de New York Herald wordt uit Konstantinopel gemeld, dat het boycot aan Oostenrijk-Hongarije tot nu toe 25 millioen kronen gekost zou hebben. Er zijn een aan tal Fransche en Italiaansche handelsreizi gers aangekomen, om de Levantijnsche markten te veroveren. Maroltko. Volgens een bericht uit Casablanca is Moeley Mohammed, de broeder van Moeley Hafid, die tot dusver daar door de Fran- schen streng bewaakt werd, tot sultan uit geroepen hij moet zich op eene plaats hal verwege tusschen Casablanca en Rabat be vinden. De correspondent van de Daily Mail 'e Tanger bericht daaroverMoeley Moham med had van Moeley Hafid het bevel ge kregen, zich van Casablancaf over Rabat naar Fez te begevenin Rabat zou hij een hoogen ambtenaar en een militair geleider ontmoeten. Moeley Mohammed had de reis aanvaard en was over de grens van e Fransche zóne in het Chauja-gebied geko men; hij kampeerde op eene vier uren van Rabat verwijderde plek, toen afgezanten van de omliggende stammen hem bereikten DOOR 75 [S. R. CROCKETT. VU het Sihotich vertaald DOOR J. P. WES81LINK—VAN ROSSUM. Maar zelfs vrouw Dickson kon niets ont dekken van het doen en laten van Hester. Een Schotsch dorp is een zeer begrensde plaats. Binnen een kring, die verschilt al naar de uitgestrektheid van het bouwland er om heen, is alles met photografische juist heid bekend. Een man kan zich niet laten scheren, zonder dat het bekend wordt, en geen woorden kunnen de nauwgezetheid be schrijven, waarmede het karakter der vrou- den wordt bestudeerd. Maar eenmaal buiten den kring der ploegers, die in de smidse ko men om hun ijzers te doen aanzetten of hun paarden te beslaan, uit het gezicht der her ders die fluitend de heuvels afkomen om in de winkels van het dorp meel en gerst te koopen, verwijderd van de hoofdwegen, waarlangs de landbouwers met hun vrouwen naar de markt rijden, zijt gij in een streek, waaromtrent niets bekend is en men zich ook niet bekommert. Een rivier kan twee kerspelen zoo volkomen van elkaar scheiden wat betreft belangen, kennismaking, han delsaangelegenheden en hofmakerij, alsof zij de grens was tusschen twee vijandige lan den. Een bergreeks of een uitgestrektheid van met woeste hei begroeide heuvelen kun nen een scheidsmuur voor nieuws maken, d"e niet te overschrijden is. Zoo gebeurde het, dat het kerspel van St. John evenmin wist waar Hester was gebleven, als de druk ke wereld van Hyde Park en Empress-Gate, ofschoon zij geen dozijn mijlen van het kerk hek verwijderd woonde. Zoo kwam het, dat Carus op een morgen in Mei, den 24sten hebben wi_j gezegd, aan den grond genageld bleef staan, toen hij over den lagen heuvel, geheel bekleed met het jonge groen der varens, twintig el bene den hem, Hester met een boek in haar hand op een steen zag zitten. Het meisje bewoog zich niet. Zij zag afge trokken over het boek heen, dat op haar schoot lag, naar de verwijderde heuvels, waarachter St. John en Darrooh lagen. Haar kin rustte bevallig in de holte tus schen wijsvinger en duim. De plagende wind had zulk een verwoesting in haar haren aan gericht, dat zij, zich geheel veilig voelende in deze eenzame plaat9, met die snelle, werk tuigelijke manier aan vrouwen eigen, de haarspeld er uit had genomen, en de weel derige lokken, nu genietende van hun vrij heid, losjes over haar schouders fladderden en bijna aan haar middel reikten. Geruimen tijd bleef Carus staan en genoot van de blijlteid van het onverwachte. De dag scheen plotseling veranderd in iets on eindig heerlijker en liefelijker. Het koeltje, dat Hester's haar bewoog kwam tot hem als een luchtstroom van een zeldzamen wijn oogst, afgekoeld door 6neeuw. Carus deed een stap voorwaarts. De zon stond achter hem, want het was nog vroeg en de scha duwen waren lang. Iets donkers ging Hester voorbij, te groot, dan dat het de zwevende vleugel kon zijn van een vogel der heivlakte, die met luid ruchtig geklapper ter verdediging bij haar jongen neerstreek, te donker voor de scha duw van een wolk. Zij keek over haar schou der, sprong oogenblikkelijk op en liet het boek zonder er op te letten op de heide neer vallen. Als een verschrikte pauw stond zij een oogenblik half uitdagend, half gereed tot vluchten, terwijl een rose blos van ver rukkelijke schaamte wang en hals o vertoog. Zij had zich goed verborgen, maar niet te goed. Het was voor het bestwil, zooals Meg- sy zeide, maar o 1 het was zoo heerlijk om weer gevonden te worden. Zij gaf niet om het gevaar, o, in het geheel niet. „Hester 1" Hij trad nader, zijn beide handen uit strekkende, een blik van jongensachtige le vendigheid op zijn gelaat, zijn geheele ziel op één punt gericht. Zij sprak niet, maar als gehypnotiseerd strekte zij langzaam haar rechterhand uit Daarna, alsof zij gehoor gaf aan een plotse- lingen aandrang, gaf zij hem snel de tweede. „Hester I" Hij was nu dichter bij haar, een gevoel van gezegend gevaar, een verrukkelijke tril ling van het geheel onbekende, kwam over het meisje en deed haar van 't hoofd tot de voeten beven. Carus had zes maanden tijd gehad om ales te overdenken. Hij wist wat hij wenschte. De woorden, die hij wilde spreken zouden hom nu ndet meer belet worden. Verscheiden keeren waren zijn oogen af gedwaald van het wetboek, omdat hij dat lieve gelaat hem had zien aankijken, zooals het 't nu deed.- Maar niettegenstaande dit alles wist hij nu niet goed hoe te beginnen noch waar. Want door het verblijf van zes maanden op de heidevlakten, met de wandelingen in het j winterweer, de tochten door de verkwikken de voorjaarsregens, de kalme, ongestoorde warmte van de zomerdagen, het landelijk voedsel, de hooge lucht, was dit een nieuw meisje een prachtig meisje met golvend haar langs haar schouders, een vrouw ge- J kroond met de heerlijkheid der eerste jeugd. Hester's lippen waren rood en trilden. Ca rus herinnerde zich, dat ze wat bleek waren toen hij er naar placht te zien en verlangde j wel wat hij nu honderdmaal meer ver langde. Daar was een schittering, een voqh- tigc liefelijkheid in haar oogen, die hem ge heel verbijsterde. Waar waren zijn knappe toespraken nu, de gedachten die brand den, de woorden die zoo goed zijn gevoelens uitdrukten? Het zou alles zoo gemakkelijk gaan. Hij zou haar voor niets ter wereld overrompelen. Hester Stirling was een licht te verschrikken pauw. Hij zou haar zoo teer zoo met takt behandelen, dat En zoo voort tot hetik heb gezegd Hester, ik heb je lief!" Hij greep haar nu stevig bij de polsen. En Hester wat zullen we zeggen van haar? Zij ook had zes maanden tijd gehad om tot een besluit te Komen. En veel bewonderenswaardige besluiten had zij genomen. Indien hij haar ooit zou zoeken, vinden, tot haar spreken van liefde, zooals zijn oogen getoond hadden op den avond van het bal den morgen aan het station, dan zou zij hem herinneren aan zijn hooge positie, aan den toorn van zijn vader, aan de schande die zij onvermijdelijk over hem zou brengen. Zij zou hem zeggen, dat zij zoo slecht zou zijn, als haar vijanden haar dachten, indien zij zichzelf toestond een oogenbliK naar hem te luisteren. „Hester ik heb je lief ik aanbid je ik kan niet leven zonder je 1" De woorden verschillen niet veel om- dal de zaak evenmin veel verschilt. En Hester, het meisje van de honderd dappere voornemens, voelde dat haar voor nemens haar ontglipten, die wijze waar schuwingen wilden niet komen. Die krach tige besluiten werden minder krachtig. Zij zou willen weten hoe zij zich zou voe len al was het voor een klein oogenblik. Zij voelde zijn arm om haar middel een half dozijn seconden, voordat hij daar schijnbaar van zelf kwam. Zij keek juist naar hem op met verwijtende oogen om hem te zeggen, dat hij het niet doen moest, toen een geducht iets geschiedde o, ja, tevoren was zij ook gekust geworden. Ieder meisje, dat iets waard is, werd het gedaan. Maar dit, dat de wereld deed rond draaien en het firmament in duizend stuk ken brak! Waarlijk dit kon geen kus zijn," niets dan een kus. Is er geen ander woord voor? Hoe arm en onvolledig is deze hooggeroemde taal. Toch was dit alles, en die kus brak de kristallen sfeer der oude wereld van Hester Stirling en Carus Darroch en als door een ingegooiden winkelruit, stapten zij hand aan hand de nieuwe wereld in. „O, Carus, we hadden het niet moeten doen wij moeten het niet doenHet is zeker heel slecht!" Wordt ver vol f ei

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1