Vrijdag 4 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. S°. 162. 7de JnurgHiiK. FOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentilnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens d$ de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, werdt ep aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De staat van beleg in Praag. De staat van beleg is afgekondigd in Praag, de hoofdstad van Bohemen, en de timringende districten. Dat het daartoe zou komen, was te verwachten, want het is vol dingend gebleken, dat tot handhaving van het gezag buitengewone middelen moesten korden aangewend. Eigenlijk had er reeds veel eerder toe moeten zijn overgegaan, jua&r men heeft tot het uiterste gewacht. De minister-president van Oostenrijk n eigen persoon heeft verklaard, dat de regee- J'ing tegenover de gebeurtenissen in Praag tot aan de uiterste grens van het geduld is gegaan. Gewichtige redenen hadden haar (daartoe geleid. Zij had gehoopt, dat* met net oog op de buitenlandsche politiek en op het feest van den Keizer zich invloeden zou- Iden doen gelden om de gemoederen tot rust ite brengen. Maar die hoop is niet vervuld, ien met een bezwaard gemoed heeft men er toe moeten besluiten om op den dag van 's Keizers diamanten jubileum in Praag de zorg voor de handhaving van het gezag in handen van de militaire overheid te leggeD. Terwijl elders de bevolking vreedzaam de straten vulde, onder den indruk van de historische beteekenis van dezen geheel eeni- gen dag, stond Praag onder militaire bewa king om de menschen van de straat te hou den. De onmiddellijke aanleiding tot de toonee- len van wanorde, die men weken achtereen in Praag heeft gehad, is geweest de gewoonte van de Duitsche studenten om Zondags voormiddags op den Graben, een der hoofd straten waar het Duitsche casino en verschil lende andere Duitsche instellingen gelegen zijn, heen en weer te wandelen. Daaraan hebben de Czechen aanstoot genomen. De Frankf. Ztg. schrijft naar aanleiding daar van ,,Men kan over de doelmatigheid van dezen „Sonntagsbumrael" van meening ver schillen. Wij kunnen er niet de uitoefening van een heilig mensclienrecht in zien, dat een Duitsch student zich op Zondag voor middag in de hoofdstraat van de stad aan zijne tijdgenooten in den glans van studenti koze heerlijkheid vertoont. De opheffing van dezen ,,Bummel" zouden wij ook niet be schouwen als eene gebeurtenis, waardoor de wereld uit hare voegen zou worden gerukt. Maar de gewoonte wordt in Praag, evenals in andere Duitsche universiteiten, sedert tientallen van jaren in acht genomen, en men is ook in Praag eerst begonnen haar als eene uitdaging te beschouwen, sedert de Czechische strijdlust tot op het kookpunt ge stegen is. Sedert dien tijd wordt steeds drin gender verlangd, dat aan de Duitsche stu denten hun Bummel op den Graben verboden wordt. Wat aan ieder wandelaar is toege staan, om op straat op en neer te gaan, dat moet hun worden verboden, omdat de Czechische gevoeligheid zich stoot aan Duit sche studentenmutsen, en daar het verbod achterwege blijft, vliegen er steenen en wor den niet alleen de Duitsche studenten, maar de Duitschers in het algemeen beschimpt, geslagen en in de groot geworpen". Daarbij is het natuurliil- niet gebleven. Als de booze geesten eenmaal zijn wakker geroepen, dan raakt men ze niet zoo spoedig weer kwijt. In de Neue Fieie Presse wordt het volgende beeld geschetst van 't geen is voorgevallen aan den vooravond van den jubileumsdag „Na deze lange, bange weken van opwin ding hadden de Duitschers in Praag weer een schrikkelijken dag door te staan. Van den vroegen morgen tot in de uren van den nacht waren hunne pijnigers op de been, en welk een staatsgevaarlijk karakter de bewe ging heeft aangenomen, ziet men uit de be richten over de beleediging van de zwart- gele (de Oostenrijksche) vlaggen en over de gevochten, die zich tusschen de Czechische studenten en de politie, tus3chen de oproer lingen en de dragonders hebben afgespeeld. Van de universiteit werd de /w: rt-gele vlag afgescheurd, om daarna met voeten getre den en op ploertige wijze behandeld te wor den. Van het raadhuis weid de zwart-gele vlag afgenomen, opdat deze kleur niet de ergernis van de oproerlingen zou verwek ken, en van den DuitSiiicn landsschouw- burg werd zij door de Terroristen naar be neden gehaald, om dezelfde behandeling te ondergaan als de bij de Czechische univer siteit buit gemaakte vlag Politie-agenten, die tegen de Czechische studenten optraden, werden op den grond geworpen en geworgd, en een klein deel van de voor de Duit schers bestemde steenen wer.l tegen de wacht gebruikt. „Toen de tierende menig' des avonds de hoofdstraten van Praag vulde en hare ge welddadigheden tegen Duitsch sprekende voorbijgangers voortzette, maakte zich einde lijk van de verantwoordelijke autoriteiten de angst meester, dat politie en gendarmerie te gen de overmacht niet opgewassen waren en werd er kavallerie gerekwireerd. De dragon ders werden met steenen gebombardeerd, en waar de meegebrachte voorraad niet voldoen de was, werd 't plaveisel opgebroken. Ook uit de ramen werd met steenen naar de troepen gegooid en de dragonders moesten zich met den blanken sabel verded'gen tegen de op roerlingen, die beproefden hen van de paar den te halen. En toen de ontruiming van den Graben en van het Wenzelplein einde lijk gelukte, werd in de zijstraten de politie in gevechten gewikkeld, waarbij door de op roerlingen geschoten werd." Den indruk van deze tooneelen naar bui ten geeft de Nordd. Allg. Zeitung weer in de woorden„Bijzonder pijnlijk doet het feit aan, dat in de laatste gebeurtenissen in Praag achter den nationalen strijd van de Czechen tegen de Duitschers duidelijk revo lutionaire stroomingen kenbaar worden, die zich tegen den staat zelf richten". Nu is de zorg voor orde en rust opgedragen aan het militaire gezag. Het was daarvoor hoog tijd reeds greep de beweging verder om zich heen en was overgeslagen naar Brünn, de hoofdstad van Moravië. Maar wel moet de rassenhaat in Oostenrijk hoog gestegen zijn, wanneer zelfs op den jubileumdag van den Keizer geweld moest worden aangewend om den strijd binnen de perkei te houden. Duitsch land. Berlijn, 3 Dec. Bij het voortgezette uebat over de voorstellen betreffende de mi- nisterieele verantwoordelijkheid, werd van verschillende zijden het voorstel om den Rijksdag mede te laten beslissen over eene oorlogsverklaring onaannemelijk verklaard, met het oog op de mogelijkheid, dat er mis schien eens een sociaal-democratische meer derheid kon komen. De vrijzinnige Naumann bracht de ach terlijkheid tan het Duitsche parlementaris me terug tot het ontbreken van een groot- sche traditie, zooals de volksvertegenwoordi gingen van Frankrijk en Engeland die be zitten. Singer (socialist) beval het voorstel aan om den Rijksdag medezeggingsschap te ge ven bij een oorlogsverklaring, als waarborg dat de monarch het volk niet eigenmachtig in moeielijkheden kan brengen. Hij spoorde verder de vergadering aan om hare toestem ming tot hervorming van de rijksfinanciën afhankelijk te stellen van de grondwettelijke waarborgen, daar anders de geheele aktie weder niets dan eene comedie zou zijn. De woordvoerder der conservatieven ver klaarde, dat millioenen Duitschers de her innering aan den tijd van den ouden Keizer en Bismarck niet zouden willen ruilen tegen dc traditie van de macht der Engelsche en Fransche parlementen. (Toejuichingen rechts, ironisch hoera-geroep bij het Cen trum). De verschillende voorstellen zijn verzon den naar de commissie voor het reglement van orde, welker ledental tot 28 is uitge breid. Frankrijk en Duitschland. De Fransche regeering heeft den heer Louis Renault, rechtsgeleerd raadsman van he^ ministerie van buitenlandsche zaken, en Sir Edward Fry aangewezen om haar te ver tegenwoordigen in het scheidsgerecht, dat zal beslissen in het incident van de deser teurs van Casablanca. De Duitsche regee ring heeft harerzijds aangewezen den heer Kriege, die met den heer Renault zich reeds te Berlijn had bezig gehouden met de juri dische zijde van het incident. De naam van den vreemden scheidsrechter, die door Duitschland gekozen is, is nog niet bekend. De vijfde scheidsrechter, die in gemeen over leg door de beide regeeringen is aangewezen, is van Zweedsche nationaliteit. BelgiS. Brussel, 3 Dec De Kamer zette de behandeling voort van het militaire vraag stuk. Lorand (radicaal) erweet de regee ring, dat zij slechts aan verkiezingspolitiek doet, zonder te letten op de hoogste belangen van het land. Hij vroeg inzonderheid, of de regeering va.i buitenlandsche zijde een wenk gekregen had omtrent de noodzakelijkheid van verbetering der weermacht, zooals dit met Nederland het geval is geweest; hij eindigde zijne rede met een betoog ten gun ste van verkorting van den diensttijd. Beernaert achtte het stelsel van vrijwilli gers noodzakelijk voor de kadervorming in het legerhij betreurde ichter, dat het aan tal vrijwilligers onvoldoende is, en voegde daaraan toe, dat hij sindj vele jaren een overtuigd voorstander van den persoonlijken dienstplicht is geweest, „ik dacht reeds in 1887", zoo zeide hij, „dat de persoonlijke dienstplicht ten laatste noodzakelijk zou blij ken en ik geloof, dat wij thans zoo ver zijn gekomen. Ik ben bereid mijne stem daarvoor uit te brengen". Beernaert zal morgen zijr rede vervolgen. Voordat Beernaert aan het woord was ge komen, hadden Janson en Neujean een mo tie ingediend, in hoofdzaak inhoudende „De Kamer, overtuigd, dat de indiening van een wetsvoorstel, berustende op de beginse len, door den minister van oorlog aangege ven, zal leiden tot eene oplossing, die in staat is de onafhankelijkheid van het land te verzekeren, gaat over tot de orde van den dag." Engeland. L-o nden, 3 December. Bij de be handeling der artikelen van de nieuwe on derwijswet is eene moeielijkheid on staan ten aanzien van de financieele oepalingcn. Angli- kanen en Katholieken vragen een hooger subsidie voor hunne scholen, dan de non conformisten willen toestaan. Er worden thans onderhandelingen ge voerd, om het in duigen vallen van het com promis te voorkomen. Inmiddels is de ver dere besprekirg uitgesteld, totdat de schik king verkregen zal zijn, die minister Asquith, volgens zijne verklaring, hoopt tot stand te brengen Bij eene verkiezing voor het lagerhuis in Midden-Essex werd gekozen de unionist Pertyman met 6152 stemmen, tegen 3587 op den liberaal Dence. Bij de laatste alge- meene verkiezingen was de meerderheid van den unionist 455 stemmen. Italië. Rome, 3 Dec. De Paus is volkomen hersteld. Bij de toelichting in de door hem in de Kamer voorgestelde motie, die strekt om in het belang van den wereldvrede de buiten landsche politiek der regeering goed te keu ren en daarmee trouw te blijven aan den driebond, zeide de afgevaardigde Fusinato, dat het noodig is, dat Italië geen uitbrei ding van gebied in den Balkan nastreeft. Hij geloofde niet, dat de laatste gebeurte nissen in den Balkan het evenwicht aan de Adriatische Zee ten nadeele van Italië had den verstoord. Oostenrijk heeft geen plan tot de Aegeïsche Zee door te dringen. Barzilai zei in zijn antwoord dat Fusinato de inlijving van Bosnië warmer had verde digd dan Aehrenthal het voor de delegatie heeft gedaan. Volgens Barzilai hebben de mogendheden op het Berlijnsche congres er niet aan gedacht, Bosnië voorgoed aan Oos tenrijk te schenken, maar hebben zij het eenvoudig de uitvoering van een politieken maatregel opgedragen. Hij zeide verder, dat Robilant, de vroegere minister van buitenlandsche zaken, in het drievoudige- verbondsverdrag een bepaling had willen opnemen, waarbij Oostenrijk zich verbond voor elke gebiedsuitbreiding Italië schade loos te stellen. In de briefwisseling over dit punt is, als schadeloosstelling voor de inlijving van xiosnië en Herzegowina, Tren- tino genoemd. Barzilai keurde het af, dat men van regeeringswege liet verkondigen, dat de inlijving van Bosnië op het schier eiland van den Balkan niets was veranderd De spreker geloofde niet, dat de politiek van het drievoudige verbond Italië nog langer ten voordeel kan wezen en drong er bij de reegeering op aan, andere internatio nale verbindingen voor te bereiden. Rome, 3 Dec. De Kamer hervatte heden de beraadslaging over de motie-Fusi- nato. Santini zeide, dat Italië zich niet had moe ten verzetten tegen de inlijving van Bosnië en Herzegowina. Hij gelooft niet, dat de gebeurtenissen in het Balkangehied aan Ita lië nadeel hebben berokkend. Het prijsge ven van het sandjak Novibazar neemt elk gevaar van eventueele verwikkelingen voor Italië weg. Spr. verdedigt de politiek van Tittoni Fortis verklaart, dat men Oostenrijk moet vragen zijne houding tegenover Italië te ver anderen. De eenige staat, waarmee een oor log voor Italië te vreezen is, is Oostenrijk, onze bondgenoot, wiens bewapening tegen Italië is gericht. Als Oostenrijk zijne hou ding niet wijzigt, moet de regeering aan het land nieuwe offers vragen om de militaire krachten van het land op de hoogte te bren gen van den toestand. Deze woorden verwekten eene groote geestdrift. Alle afgevaardigden omringen den afgevaardigde en wenschen hem geluk. De minister-president staat op om Fortis de hand te drukken. Men brengt aan Fortis eene warme ovatieer wordt geroepenLeve ItaliëLeve het vaderlandHet incident wordt druk besprokener heerscht groote beweging. Voortgaande, verklaart Fortis zich bereid db buitenlandsche politiek van de Italiaan- sche regeering te steunen, maar niet de B.al- kan-politiek van Oostenrijk. De inlijving van Bosnië en Herzegowina is eene schen ding van het Berlijnsche verdrag. Er zal eene Europeesche conferentie bijeenkomen. Italië zal daaraan kunnen deelnemen met volledige vrijheid van oordeel. Intusschen moet men, ondanks alles, trouw blijven aan de zaak van den driebond, hoewel die trouw ieder en dag moeielijker gemaakt wordt voor Italië. Barzilai drukt aan Fortis de erkentelijk heid van de Kamer uit voor zijne vader landslievende woorden. Fradeletto betreurt het overdreven opti misme van Tittoni en verklaart, dat de door Oostenrijk gegeven compensatiën hersen schimmig zijn. Tegenover de bewapening van Oostenrijk zou Italië zich moeten voor bereiden, door zich te verzekeren van ste vige vriendschapsbetrekkingen aan den Bal kan en door Engeland en Rusland te steu nen. Hij eindigt met te zeggen, dat de hoogste belangen van den staat moeten ge steld worden boven de persoonlij ice sym pathie voor Tittoni. Chamirri constateert, dat de toestand, die door het Berlijnsche verdrag voor Italië is teweeg gebracht, noodlottig is. Hij meent, dat men niet uit den driebond moet gaan en de staten moet volgen, die het voldongen feit erkennen. Spr. drukt den wensch uit naar eene betere behandeling van de Italiaansche burgers in Oostenrijk. Mirabelli (republikein) licht eene motie toe, die verlangt, dat elke diplomatieke actie van de regeering geregeld zal worden onderworpen aan het oordeel van de wetge vende macht in Italië. Wanneer Oostenrijk het verdrag heeft geschonden, dan moet het de richting veranderen, waarnaar zijne bui tenlandsche politiek streeft. Minister Tittoni bestrijdt de motie-Mira belli, want het parlement bezit de middelen om zijn wil te doen zegevieren door uitoefe ning van het recht van interpellatie, door de behandeling van de begrooting en door zijn vertrouwen in de regeering uit te druk ken. De vergadering werd hierna gesloten. Tweede t e 1 e g r a m. De tegenstan ders van Tittoni leggen de rede van Fortis uit als eene verloochening van de politiek van den minister van buitenlandsche zaken. De vrienden van Tittoni beweren, dat giste ren eene conferentie heeft plaats gehad tus schen Giolitti en Fortis. De rede van Tittoni zal morgen in vader landslievende termen vervat zijn. Tittoni bleef op zijne plaats, terwijl de andere mi nisters Fortis gelukwenschten. DOOR 78 [6. R. CROCKETT. Uit het Sehotsoh vertaald DOOR J. 1». WESSELINK-VAN R03SUM. Hierna ging Carus op den eikenhouten stoel naast het bakbord zitten, en praatte opgeruimd, kruimels van Megsy's koeken wegkapende, totdat zij dreigde hem met de taarterol te zullen straffen, als hij nog meer stukken wegnam en de symetrie van haar koeken bedierf. Terwijl Hester door de helder gescfirobde keuken ging, omgord door een wit boeze laar, het bekoorlijkste, bevalligste stuk van huisvrouwelijk coquetterie, dat Carus ooit gezien had, ontmoetten hun oogen el kaar- voortdurend en spraken een taal, al leen voor hen verstaanbaar. En op Hester's wang kwam en verbleekte de blos daarmee in overeenstemming. Het was alles heel won derlijk voor den jongen man, die liefde nooit te voren gekend had en kracht genoeg bezeten had zichzelf niet te verspillen aan hetgeen er een namaaksel van was, zich plotseling de eerste en dadelijk alles te we ten in een liefhebbend ineisjeshart. De een voudige eigenaardigheden van het huis, het opheffen van gewone lasten, bedankt door een snel afgewend oog, half toevallige aan rakingen van eikaars handen, terwijl zij de j boordevolle kan met water van de wel droe- gen, onder aan den tuinheg, het licht in het j oog van zijn geliefde schijnende en weer ver- i duisterend in gouden schitteringen, evenals de zon schitterde op den deinenden, kistallen bodem van den emmer, dit alles teekende zich in zijn geheugen met de onovertroffen helderheid van een eerste liefdesaandoening. Hoe vroolijk zetten zij zich bij het mid dagmaal, Megsy bedrijvig in de weer om hen te bedienen. Geregeld dekte Hester voor haar, maar even geregeld nam Megsy haai' bord op en ging er mede naar de venster bank, zeggende„het past een arme, oude vrouw als ik niet, mij neer te zetten met een zoon van lord Darrocli en de laatste van het geslacht der oude Stirlings van Arioland ik mag niet te veel weten, maar ik weet be ter hoe hoort." Maar tusschen deze drie, zoo verdeeld door het aangeboren gevoel van stand der oude vrouw uit Galloway, wisselden gesprek en scherts zich vroolijk. Zij lachten over al les, of als er niets te laohen viel dan lach ten ze daarover. Anders kwam tweemaal in de week en bracht haar voorraad dikwijls een vischmaal van forellen en soms een ge kookte ham. Revvie kwam als hij kon of schoon Carus en hij elkaar tot nu toe nog niet hadden ontmoet. ±,n telkens als hij kwam, droeg hij een dozijn eieren in een zakdoek of zes potten jam in een mondje, uit Megsy's eigen provisiekast. In den middag gingen Hester en Carus weer naar de heidevlakte, nadat zij eerst Megsy hadden geholpen met het omwasschen der schalen, voor welk doel Carus een boe zelaar van Hester omkreeg. Onder gelach en bestraffing werd liet werk gedaan. Opge trokken wenkbrauwen fronsden over dom heid en roode lippen glimlachten over eer lijke toewijding. Met een geheel niéuw genot vond Carus zich bezig stapels borden in da muurkasten te bergen, d:e als zij geopend werden een heerlijken geur van gerstekoeken en honig verspreidden. Hij kon nauwelijks gelooven, dat hij dezelfde man was, die een week geleden lusteloos en treurig met een wetboek had rond gedoold onder de denne- boomen van de Knockdon aanplanting. Daarna gingen zij met blijde verwachting in hun oogen naar buiten. De lucht was hel- der, de heide groener (nog niet rood) de vo gels vroolijk luidruchtig terwijl zij in breed© kringen boven hun hoofden zweefden, aan alle zijden liefde en vereeniging en vroo lijk weder. Megsy zag hen wat peinzend na. Soms ver gezeld" zij hen naar het kleine hekje; door hetwelk zij uit Anders zorgvuldig verzorgd© tuintje op de omliggende heide kwamen. Zij namen afscheid van haar alsof zij op het punt stonden de zeven zeeen over te steken (niet dat het hen veel zou hebben kunnen schelen indien het 't geval was geweest, als zij maar samen waren. Zoo uitnemend zelf zuchtig is jonge liefde). En Megsy met een ernstigen lach wuifde hen na en riep haar laatste waarschuwing „Pas op, dat jelui niet verdwalen." Ik houd er van wat ïang stil te staan bij die heerlijke en gouden dagen. Zij gaan zoo snel voorbij als wij ze eenmaal hebben. De geschiedenis moge niet zoo snel vorderen, maar het is altijd geoorloofd wat weg te la ten. En in het leven van Hester en Carus was veel smart en duisternis geweest, en lange jaargetijden waarin de hemel van ko per en de aarde van ijzer scheen te zijn. Laat hen dus een poos ronddwalen hand in hand, gedachten en gewaarwordingen gaande en komende in deelnemende stroomen, wis selende tusschen hun harten zonder tele graafdraden of gesproken woorden. Zij dwaalden niet ver af van de hut Buss o' Bield waarin misschien hun veiligheid lag tegenover vragende herders en Jamie Lam mie. Zij gingen gewoonlijk regelrecht naar „hun plaatsje' zooals zij heiden het noem den, een hoek onder een klip, waar een gra nietrots hun een schuilplaats en een droge plek bezorgde, waar de met klimop begroei de klip een met kussens belegden rug voor hun harde sofa vormde, en wtLar een klein stroompje uitloopende op een miniatuur poeltje een aangenaam geluid van vallend water verspreidde, en hun gefluisterde lief de-woorden verdoofde tenzij, hetgeen toch mogelijk was, de spreknde lippen en het lui sterende oor heel dicht bij elkaar waren. „Carus", sprak Hester heel zacht. „Ik vind, dat je het aan lady Niddisdale moet gaan vertellen. Zij was heel goed voor mij." „Liefste, dat zal ik, dat moet ik. Alles op zijn tijd. Maar nog niet. Wel ik heb je pas gevonden. Ik heb je nog maar zoo'n kor ten tijd gehad. Ik Kan je nog niet op geven „Maar het is niet mij opgeven, Carus." Hester's stem werd krachtiger„luister, beste je zult terugkomen. Je zal heel gauw moeten terugkomen, want ik kan niet huiten je!" „Het zat nooit meer geheel hetzelfde zijn," zei Carus. „Het zal heerlijker worden!'' zei Hester ook voorspellend. „Ja, niaar niet 't zelfde! Het kan nooit meer zijn als de eerste dag. Het lijkt maar een dag geleden, dat ik je aan den oever van de beek zag zitten, je haren in den wind fladderend." „Dat was heel verkeerd van mij ik weet niet hoe ik je ooit heb durven aankij ken I" „Ik kan mij erger dingen en betere voorstellen!" zei Carus; .ihaar vertel mij eens, waar je aan dacht teen je daar zat." En Hester vertelde het hem natuurlijk en zij vertelden het elkaar telkens en telkens. Daarna deed Carus verhalen van reizen en van de hoogeschool, die a>tijd tot een on- lijd'g eind kwamen als Hester met een zucht je zeide: „vertel mij nu van den eersten keer, dat je wist mij 'ief te hebbenvertel mij alles, van het begin af, en sla niets over." En na een poosje zuchtte Hester weer, en Carus staakte zij'n verhaal lang genoeg om te vragen „waarom zucht je, vrouwtje? En dan antwoordde Hester „Omdat het zoo gauw voorbij zal zijn." Als ten laatste de naar het westen nijgen de, niet rustende zon, naijverig omdat zij zonder gezelschap het blauwe gewelf langs moet reizen, hen uit hun schaduwrijk hoekje jaagt, staat Hester op en zegt: ,we moeten naar huis gaan Megsy zal op ons wach ten." „Een oogenblikje, nog maar een oogen- blik!" smeekte Carus haar tegenhoudende. „Schaam je, ondeugd!" antwoordde Hes ter verwijtend; „je moest je schamen." Toch aarzelde zij, veraad was binnen de poorten, en nog een poosje draalden zij, ter wijl de zon naar den horizon wentelde, roo- tler en toorniger dan tevoren. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1