als hij te veel geld gaat kosten, wel weg sturen. wa. wij niet zoo gemakkelijk kunnen en zullen doen. De heer v. d. Koppel lk wil er wel f 100 van maken, ten minste oni het aan den se cretaris te geven en niet aan dien jongen. De heer van BeurdenGoed, steun het voorstel Wil u het in omvraag brengen De heer van Beurden Moet daar niet over gestemd worden! De VoorzitterGoed. De heer van Beurdon t< den .eer Lee man Wat De Voorzitter Ik zaj de vergadering wel leiden. Bij meerendeel van stemmen wordt beslo ten eersi het voorstel in mvraag te brengen van den heer v d. Koppel. Buiten stemming bleven de hecren Leemans en van Dalen. Het voorstel van v. d. Koppel in omvraag gebracht, wordt aangenomen De heeren Lee mans en v. d. Pluijm blevei buiten stem ming". Niet dom bedacht van deze raadsleden voor hun eigen beurs dan. Maar of Ged. Sta ten zulk een verhooging van salaris voor den secretaris en zulk een bezoldiging van een klerk zullen goedkeur is een andere vraag. Een niet alledaagache gemeente raadszitting. Aan het Utrechtsche Dagblad ontlee- nen wij hot hier onderstaande verslag van de gisteren te Schalkwijk gehouden gemeente raadszitting. Wij hebben vandaag het genoegen ge had een vergadering van den gemeenteraad van Schalkwijk te inogen bijwonen. Ver moedelijk is de raadszitting daar heden voor het eerst door een verslaggever mede gemaakt en wij kunnen niet anders zeg gen dan dat het de moeite dubbel en dwars heeft beloond. Men zal wel eens hebben ge boord van de beroemd geworden zittingen van den Sittardschen Gemeenteraaddie vergaderingen, waarvan in de bladen door gaans een uitvoerig overzicht verschijnt vanwege de ongehoorde debatten die daar tusschen de leden plegen te worden ge voerd, die vergaderingen, waarvan dus iede re krantenlezer wel eens iets heeft verno men of gelezen, ze zijn heilig, vergeleken bij hetgeen wij vandaag in den Raad van Schalkwijk hebben beleefd. Het is ons ge bleken dat de naam Klein Turkije" waar mede sommigen het land van Schalkwijk betitelen, niet ten onrechte wordt gedra gen. Wij hadden hooren verluiden dat het vandaag in den raad dezer gemeente wel eens ongegeneerd zou kunnen toegaan en spoorden er daarom vanmorgen naar toe de leden, 7 in getal, hadden op de pers blijkbaar niet gerekend, want onze komst bracht eenige verwondering teweeg in het achtbare college. De burgemeester, de heer Kleinschmidt, was juist bezig voorlezing te doen van een missive van Gedeputeerde Staten waarin aan den Raad werd kennis gegeven dat de begrooting voor 1909 niet kon worden goedgekeurd, omdat de verhoo gingen voor de onderwijzers niet onder de uitgaven voor het onderwijs waren opgeno men ;de Raad had, ondanks de voorschrif ten omtrent het wettelijk minimum en de bepalingen van de jongste wetswijziging meer bekend onder det ,,wet van Rink", de tractementsvermeerderingon voor het per soneel der lagere school met souvereine min achting geweigerd en gedecreteerd dat die volstrekt niet noodzakelijk waren. Volgde mitsdien een weigering van Gedeputeerden om die begrooting goed te keuren. Daar begon de zitting mee. een niets beduidend preludium van wat er na dien nog moest komen. Aan de orde kwant het onderzoek naar de geloofsbrieven van het nieuw gekozen SchaNtwijksche raadslid Vernooijen. De burgemeester verzocht aan een door drie le den gevormde commissie zich met dat onder zoek te willen bezighouden, heizij in de raadszaal, als we daar in Schalkwijk van mogen spreken, hetzij in een aangrenzend vertrek. Maar daar hadden de heeren geen trek in. En hiermede begon de pret. Eenige raadsleden waren van oordeel dat de plaats gehad hebbende verkiezing voor een lid van den raad ongeldig moest worden verklaard, omdat de ambtenaar ter secretarie aan kie zers die ter stembus opkwamen, in den gang van het gemeentehuis had gezegd ,,.Ie moet je stem uitbrengen op Vernooy- en". Men meende dat dit bezwaar tegen de geldigheid der verkiezing niet was ter kennis gebracht van Gedeputeerden, anders hadden die nooit de stemming kunnen goedkeuren. De burgemeester ontkende per tinent, dat de secretarie-ambtenaar zich aan liet hem ten laste gelegde had schuldig ge maakt. De Raad had bovendien deze quaes- tie niet te verbinden aan de goedkeuring der geloofsbrieven want tusschen beide zaken bestond niet het minste verband. Het was trouwens hoogst zonderling, dat de Raad met deze verwijten aan kwam dragen. Wat toch is er gebeurd! De fortwachter kwam op liet gemeentehuis om te stemmen en vroeg gekscherender wijze aan den bewus te» ambtenaar,,Nou, zeg, op wien moet ik stemmen!" De ambtenaar antwoordde daarop Als je dat aan m ij vraagt, zeg ik: Stem maar op Vernooyen". Iets anders is er niet voorgevallen. Maar als de Raad daar nu zoo'n bombarie over maakt, wat zegt hij dan wel van het feit, dat een an dere gemeonte-ambtenaar, het hoofd der school, advertenties in de bladen zet om den kiezers een anderen candidaat aan te bev^- ven! En wat zegt de Raad dan wel van het feit, dat oen der leden van het stembureau, ook lid van den Raad, den kiezers die stemmen komen, met een potlood den can didaat aanwijst, waarop zij hun stem heb ben uit te brengen. Als dit alles de goed keuring van den Raad wegdraagt, dan mist hij het recht om een aanmerking te maken op een ambtenaar, die niets anders doet dan met een der ingezetenen over de ver kiezing praten. Dat is het burgerschaps recht van dien man. Ik heb dit geval nooit ernstig opgenomen, maar nu er zoo'n spec- takel over wordt gemaakt, zullen we er na der op ingaan. Een raadslid: „Allemaal smoes jes van jou, voorzitter, jij hebt hier de boel in de war gestuurd en nu tracht je met een lollig praatje het weer te redden, neen man, we weten te goed wat er gebeurd is, het doet er allemaal niets toe, wat je hier kletst." De burgemeester blijft onverstoorbaar kalm en trekt aan het schelkoord. Ver schijnt de gemeente-veldwachter. De Burgemeester ,,Heb je gehoord dat van Swets (de bewuste secre tarie-ambtenaar) op den dag der verkiezing in de gang heeft geroepen, wie de kiezers moesten stemmen!" De veldwachter: „Niets nie mendal gehoord, mijnheer de burgemees ter". De burgemeester tot den Raad „Hebben jullie 't gehoord!" Er schreeuwen drie of vier raadsleden door elkaar, om te beweren dat ze maling hebben aan den veldwach ter. Een roept er: „Maar wat zeg je me n o u? Ik kan godorie bewijzen dat van Swets de menschen de trap heeft opgeleid naar de secretarie. Neen man, ik heb ge tuigen en wat jij hier nu wil beweren, is larie. Niks meer Een ander: „Wij laten ons zoo maar niet in de loeren leggen, 't Ts ge woonweg schande wat hier is gebeurd.' De burgemeester (altoos even bedaard en kalm) „Dat zijn allemaal za ken die buiten de eigenlijke quaestie om gaanDe beschuldiging luidtdat van Swets de menschen in de gang heeft toege roepen op wie ze moesten stemmen. Dat nu is onwaar gebleken. Als er nog andere din gen waren gebeurd, dan had men dat aan mij moeten zeggen, dan had ik het kunnen onderzoeken. Het raadslid Miltenburg, wien ik om nadere inlichtingen vroeg, ant woordde mij op hoogst onbeschoften toon „Dat gaat je geen bliksem aan.Ik begrijp zeer goed dat men mij in deze vergadering door een verrassing in moeilijkheden heeft willen brengen, en daarom zoo geheimzin nig was. Maar dan heeft men aan mij toch den verkeerde. De veldwachter „En i k zeg, dat ik er een eed op wil doen, niets ge hoord te hebben hier in den gang. Ik ben er den heelen dag geweest en had 't dus moeten hooren." E e n s t e m „Hoe is het Gods mogelijk, dat te zeggen't Is verdomme toch g e- hoord! Een raadslid „En i k zeg dan maar, dat het gewoonweg schande is. De burgemeester heeft door z'n praatjes de heele gemeente in oproer gebracht. Ik zeg nog eens, alsdat het een groote, een héél groote schande is voor Schalkwijk. Ieder een praat er over. Een ander lid (tevens wethou der) „We zijn nou toch aan den gang en dan moet ik jou, burgemeester, eens vier kant in 't gezicht zeggen, dat jij allervuil- ste praatjes rondstrooit. Je vertelt me daar aan de menschen op den dijk, dat ik gelde lijke voordeeltjes heb van de gemeente, 't Is God geklaagd. Bedoel je daarmee de 5000, die ik uit de gemeentekas heb ge leend, met een dag opzeggens? God beter 't man, daar heb ik nog niet zóóveel aan verdiend. En wou j ij me dan zeggen dat ik er voordeeltjes aan heb behaald! Hoe krijg je 't in je hoofd, 't Is de gemeenste lastertaal die er ooit is gehoord. God zal je bewaren, ik zou niet geld van de gemeente me hebben verrijktMet geld dat je leent met één dag opzeggens is om den bliksem niets te verdienen. Wil ik jou eens wat zeggen, burgemeester! Je moest je schamen die dingen uit te strooien. (De spreker windt zich al meer en meer op). En dat voor een man als de voorzitter! Bah, hoor je het, bah'k Heb er godorie nog geld op toe moeten geven I En dan weten zelfs de schooljongens je te vertellen, dat je met geld uit de gemeentekas winst maakt. Dat i it er 6% mee verdien en aan de ge meente maar 3 betaalGeen rooie cent heb ik er mee verdiend. Dat doe je nou nog in het voordeel van de gemeente en dan wil zoo'n burgemeester vuile praat er van rond strooien. Je kunt je centen terug krijgen, hoor man. Onthoudt het, 31 December kom i k met het geld en geef j ij me de stuk ken terug. Afgeloopen. Ik verdom het, om langer dat geld onder me te houden. Wat een vuile lastertaal is me dat. En dat van den voorzitter!" Burgemeester (de bedaardheid zelf). Trekt weer aan het schelkoord. Verschijnt van Swets, de ambtenaar van de secretarie. De man trilt van woede, zoodat het hekje, dat groene tafel en tribune scheidt, heen en weder schudt. Van Swets antwoordt, op de desbetref fende vraag des voorzitters, niets tegen de kiezers op den stemdag te hebben gezegd. Dan op eens buldert de man *egen den Raad: ,,'t Is een schandaal, wat hier door Vulto (de wethouder) is gedaan. Hij heeft me verweten dat ik secretai ieg«-heimen ver klap. Dat was nog niet genoeg. Toen moest mijn godsdienstig leven er worden bijgehaald, dat heeft men uitgeplozen, maar omdat er niets op me was te zeggen, heeft men z'n toevlucht genomen tot allerlei gemeene laag heden. lk tart den heelen Raad één ding op te noemen dat me kan vorden verweten Een der raadsleden? ,,'k Heb met die praatjes geen bliksem te maken. We kennen jou, zeg, neen, maar V a n Swets: „En ik Len jou en jullie allemeaal' Wethouder Vulto: .En jou kent J-ecl Schalkwijk". En weer een ander: ,,Ga nou gauw heen, we weten immers allemaal wie je bent". Veldwachter en Van Swe s gaan heen. Een raadslid: „Wat hebben we nou toch aan zulke praatjes! We hebben immers getuigen!" Eenander: „Die is goed zeg, de veld wachter -.egt niks gehoord te hebben, maar van Swets zal in den gang niet zoo hebben geschreeuwd als hij h 1 e deed. Aan den anderen kant: „Neen, daar zullen ze plezier van hebben, we. komen met getuigen, hoor. En wat heb je dan te zeggen, burgemeester!" Een buurman: „G zoo, burgemees ter dat gedonder in de gemeente moet nu maar eens ophouden Een ander: „Ja zeker, 't is gewoon weg een schande, méér dan schande". De burgemees. r: Wat willen nu de heeren. De geloofsbrieven ,-ocd- of afkeu ren? Ze hebben 't maar vcor t zeggen". Geroep: „Laten we ze afkeuren. Dan kunnen we de zaak eens op z'n kop zetten". Een ander: ,,'t Is j.t een geschiedenis. Gedeputeerden hebben van den rommel na tuurlijk niets geweten Een der leden: „Weet je wat, voor zitter, schrijf jij maar aan Ut deputeerden dat we 't niet doen. Dan ken je er meteen bijzetten en w_a a r o m De voorzitter Wannee.- de Raad de geloofsbrieven niet goedkeurt, komt de zaak van zelf bij Gedeputeerden' E en stem: „Ik hou me aan die Gede puteerden. Wat d i e willen, wil i k óók." De voorzitter: „Als de heeren dan nu maar stemmen willen". Verschillende leden roepen; „lk ben er vlak tegen" Anderen: „Nooit goedkeuren, kan je begrijpen". De voorzitter: Dan mag ik dus wel zeggen dat bij acclamatie besloten is de notulen niet goed te keur n?" Een der leden cot zijq collega) „Nou, wat jij dan?" Deaangesprokene. ,,'t Is mij om het even". De eerste: „Neen, waarachtig niet, je zult j a zeggen of n e e n. De tweede: „Nou, als ik dan toch wat zeggen moet, laat me dan maar zeggen keur ze goed' Er wordt derhalve met op 1 i.a algemeene stemmen besloten de gelocfshi'even niet goed te keuren. De voorzitter: ,De heeren moeten dan zelf maar weten wat or van komt". Eender leden: Wat er van komt? Toch al licht wat beters dan j ij wil". Eenander: „Niks geen smoesjes hoor, 't 's patent dat de boel niet is goedgekeurd. Nou nog mooierwat er van komt... Z'n buurman: „Wees nou maar stil, je zult eens zien wat er gebeurd' Een raadslid: „Zie zo nou heb ben we nog iets anders. Daar zuilen we 't ook eens effentjes over hebben. Met welk recht mag van Swets aan vr -einden vertel len, welke raadsleden er moeten aftreden? Daar moet ik nou eens oen regelrecht ant woord op hebben. Want dat het'ie gedaan, neen, beslist gedaan" De burgemees: or: „Maar man, dat is inyners publiek!" De vrager: „Wat publiek? Hoe publiek?" De bur ge meeste Dat kan je lezen in de eerste de beste almanak." Devrager: „Is dat waar?' De burgemeester: „Als je 't wilt Dzen, zal ik de Utrechtsche almanak even laten komen". De vrager: „Neen, tan is 't goed. Dan heb 'k niks gezegd. Laat maar". Een ander lid: „En t o c h is 't ge weest om ons te donderen De burgemeestex glimlacht even. Een der loden: „Ja, lach maar. Maar 't zal u i t zijn met die schande voor Schalkwijk, 't Is je godöme een boel hier in de gemeente". Wethouder V ulto: „Maar om nog eens even terug te komen op dat geld, bur gemeester, ik herhaal het, ik verdom het, om het langer te hebben. Je krij.i het terug hoor, wat d e n k je wel met die lasterpraat! Ik heb jou goddank niet n.iodig boor, en nog veel minder dat geld van de gemeente, waar ik geen bliksem mee heb verdiend. Die praat jes van jou aangaande mij, zijn nog gemee- ner dan de valsclite died. Alles alles krijg je 31 December terug. Onthoudt den dag maar. Maar ik zal 't er niet bij laten zitten Een ander: „Om drn dir.der niet, er zijn nog rechters" De voorzitter: Dan constateer ik dus dat het geld 31 December weer dispo nibel komt. Hoe willen de aeeren het dan béleggen?'' E e n s t e m „Als 't maar veilig gebeurt. Een ander: „En als er maar borgen zijn". De voorzitter: „Dan zou ik willen voorstellen het te beleggen bij de Nutsspaar- hank te Utrecht.". Een raadslid: „Dat zou je wel wil len. En wie zijn dan de bo.genf" De voorzitter: Dat is een heel solicde bank". Eender leden: ,SoliedeI Soliede? Geen enkele bank is souode Aan alle kanten om je heen springen ze, in Amster dam heb ik gehoord, dan weer in Arnhem, ook al in Eindhoven, 'k Mo er niks niemen dal van hebben. Borgen - en anders niet". Wethouder Vulto: „Maar nog eens wat anders. Dat h'.urconii act van je huis, burgemeester, hoe zit d a t nu? Ik hoor je hebt 't voor 6 jaar gebuurd met een jaar opzeggens. Maar ik heb nooit iets van de verlenging van dien huur gehoord. Vertel me eens, hoe gaat dat nu?" Deburgemeeste- trekt aan 't schel lekoord. Verschijnt Van Swets Krijgt de opdracht huurcontract van de secretarie te halen. Wordt bezorgd. Burgemeester leest voor dat zijn huis voor een termijn van 15 jaar is gehuurd, met conditie van opzegging van 1 jaar. Wethouder Vuito: U at zeg je me daar? 15 jaar? Onmogelijk. Dat moet 6 wezen. Wanneer is dat contract geschre ven?" De burgemeester: „T:en jaar ge leden". WethouderVulto: „Door wie is 't geteekend?" De burgemeest.er-. „Ook door den wethouder Vulto". Wethouder Vulto: „Dan heb je er zeker nadien ;n veranderd De burgemeeste (doodsbedaard) „Pardon, dat is nooit gebeurd Eenderleden: ,Tk blijf maar zeg gen, alsdat het een schande is, méér dan schande, alles wat er in gemeente onder jouw burgemeesterschap gebeurd". Een huurman: k fa i m'n ontslag maar vragen, burgemeester, als ik jou was." Een ander: .Dat rou 'k zeker maar doen". Een st :m- ,,'t Is het r»-ste dat zoo iemand maar z'n biezen pakt" Wethouder Vultc: „Heengaan is het beste, iemand die z u k c praatjes rond strooit Een ander: „Zeker, dat is een schan de voor Schalkwijk". Wethouder Vui.f: „Maar om op het ge'ld terug te komen, ..oe moet dat nu voortaan belegd worden?" Een der leden: „Donders jammer, t was nou nel zoo goed 1 'leg°n i! e n a n d e r „Houdt l et mrar, Vulto". Wethouder Vult ,?k had een go de gedachte, ho e niet het vJcld tc doen. Als we t nou eensneen, 'k ben ook eigenlijk bedonderd, dat ik er n.e nog mee bemoei, 'k wil er ook eiger.».j!< geen bliksem meer mee te maken hebben Allah, w eg met dat gold. 'k Zeg niks heer. Als je goed wi" doen, kriig je nog lasteroxawt van den voorzitter,* 'k wil er geen inietei meer van hooren. Uit er mee. Voor too d." Een buur m a n „Maar hoe dan? Er is zóo weinig veiligs tegenwoordig." Eenderleden: ,VuHc, laat 't maar b'j jou." Wethouder V u 1 o Nou, goed dan. lk zal 't weer houden. Maar dan alleen op voorwaarde: met een half jaar opzeggens van weerskanten De burgemeester: „Heeft nog een der leden iets voor 'leze vergadering?" Een lid: „Ja, waar we 't straks al even over hebben gehad. Over dat salaris van Van Swets. Dat moet maar ingehouden worden. Wat een gekheid om zoo'n ambte naar langer in dienst te hebber." Een ander: „Ja, dat vind ik óók, dat salaris moeten we maar inhouden." Een buurnii. n: „Late we 't maar laten loopen. A's hij beterschap oeloofd, kan hij blij.ven, laten we 't nog eens aanzien". Aldus besloten. De vergadering is afgeloo pen Burgemeester gaat heen.Goeden dag, heeren. Men ziet Schalkwijk gaat de roem van Sittard overtreffen. Het Nederl. Paardenstamboek. Te Rotterdam is ie algemeene verga dering gehouden, onder leiding van den heer J. Breebaart Kzn., lid der Eerste Kamer. In het jaarverslag wordt de overleden secretaris, de heer H. F. Bultman te Haar lemmermeer, in gevoelige orden herdacht. Tot zijn opvolger is benoemd mej. J. Laurman. Het ledental is een weim;; voortuitgegaan 't bedraagt nu 1160, waarvan in N.-Holland 383, .Z-Holland 212, JN-Brabant 108, Zee land 220 en in Overijsel 137. Ingeschreven werden 34 hengsten, 147 mex-ries en 153 veulens. Voor de gewone uitgaven zijn de financiën voldoende. Medegedeeld werd dat de mmissie voor reorganisatie van het Nederlandscli Paarden stamboek is samengesteld uit de heeren K. Breebaart Jzn. voor N.-Hf Hand, H. A. Neb- bens Sterling voor Z.-Holland, A. M. Nele- mans voor N.-Brabant, L J. Dorst voor Zeeland en H. J. E. van Heek voor Over ijsel. De commissie is voornemens een geheel nieuw, goed afgewerkt plan voor reorganisa tie in te dienen, een afschrift me te zenden aan alle afdeelingen, opdat die het in haar vergaderingen bespreken kunnen e het daar na in een algemeene vergadering te behan delen. Omdat do tijd te kort wa om daar mede gereed te komen .'oor deze vergade ring, is het de bedoeling, het plan in de ver gadering van 1909 of zoo mogelijk in een buitengewone vergadering an d orde te stellen. De rekening en verantwoording werd goed gekeurd. De ontvangsten bedroegen f 1348,38, de uitgaven i 1242,96^ zoodat er een voordeelig saldo is van i -*5,42. Het voorstel om aan het hoofdbestuur machtiging te verleenen ice e treden tot de Koninklijke Nederl. Landbouwvereeniging werd na eenige discussie aangenomen. Hierna werd door den l.eer Wbaron van Tuyll een bespreking gehouden over: „Af keuring van dravershengsten". Spreker noemde eenige voorbeelden waaruit bleek, dat dravershengsten waren afgekeurd, die zelf flinken gang hadden en wier afstamme lingen groote vermaardhèid hebben gekregen als harddravers. Bij harddravers moet op afstamming en bloed meer gelet worden cl. op het dier zelf. Spreker gelooft, dat de commissies, die deze paarden moeten keuren, dik- ijls zelf niet voldoende op de hoogte zijn. Daarom wenscht hij een speciale commissie voor de keuring van dravershengsten en volbloedL engsten. De heer Löhnis bracht in 't midden, dat er bij de regeering een wetswiiziging in zake de paardenfokkerij aanhangig is Het ont werp is gereed en ook dit -int is daarin opgenomen. Hierna werd 't voorstel aangenomen. Het voorstel om de kosten van inschrij ving weder te bepalen op 1 per jaar, af te dragen aan 't hoofdbestuur, werd aange nomen. Het volgende punt was <>en bespreking door den heer A. M. Nelomaas van de vraag „Is kruising van warmbloed merries met koudbloedhengsten ter bevordenng van het paardenras in Nederland gewensebt?" Een bepaald besluit werd ovc-r deze zaak niet genomen, doch de zaak zal eerst nader besproken moeten worden in de provinciale regelingscommissies Bij de rondvraag merkte Noord-Holland op, dat deze afdeeling gaarne een speciale commissie zag voor de keuring van koud bloedhengsten. Dit voorstel werd aangehouden, omdat men eerst het oordeel der genoemde regelings commissie wilde afwachten. Nadat hiermede de agenda was afgehan deld, deelde de voorzitter mede. dat hij 1 Juli zijn functie zal neerleggen; zijn leef tijd doet hem naar minder werk verlangen. De heer Korteweg, Den Haag, sprak hier na onder luide instemming van de verga dering, woorden van dank tot d.em heer Breebaart voor alles wat hij voor de paar denfokkerij heeft gedaan. De vergadering werd daarop gesloten. Voederartikelen. Het cen- traal-bureau uit het Nederlandsch Land- bouwcomité voor het aanschaffen van land- bouwbenoodigdheden voor geheel Nederland dat sinds hare oprichting in 1900, hare welkzaamheden voorloopig alleen bepaalde tot den aankoop van hulpmeststoffen zal, ingevolge het besluit van de in Augustus te Apeldoorn gehouden algemeene vergadering, met 1 Januari a.s. ook den aankoop van voeder-artikelen ter hand nemen. Het zal niet, zooals hoofdzakelijk geschiedt bij de hulpmeststoffen, als importeur optre den, doch als makelaar, en de gebruikelijke provisie tot een minimum beperken. Aan den import bleken groote bezwaren en te veel risico verbonden te zijn. zoodat daaraan zon der de dekking van een belangrijk reserve fonds voor eventueele verliezen niet te den ken valt. Het centraal-bureau zal te beginnen met Januari 1909 wekelijks aan de la'nd- bouwvereenigingen eene prijsnoteering van de meest courante voeder-artikelen zenden. Te .Amsterdam is een vergadering gehouden, waarin de heer Van den Bosch mededeelde, dat reeds bij het comité van actie in de afdeeling Kunstnijverheid op de in 1910 te Brussel te houden tentoonstel ling toezeggingen waren ingekomen voor ru:m 800 M2. vloeroppervlakte en 250 M2. wandoppervlak. Een afdeelingscommissie voor deze aan gelegenheid werd benoemd, bestaande uit de heeren W. F. H. de BFécourt, directeur van „De Woning" te Amsterdam; Jan Brom, kunstdrijver en goudsmid te Utrecht; Nap. Ie Grand, directeur van het Modelhuis te Amsterdam I. M. Lob, directeur der pla teelbakkerij De Distel te Amsterdam; I. M. Pool, directeur van „Onder den St. Maarten" te Haarlem; E. A. von Saher, directeur der school voor kunstnijverheid te Haarlem; R. P. J. Tutein Nolthenius, voor zitter van het Departement Amsterdam der Mij. van Nijverheid en H. J. M. Walen kamp, architect te Amsterdam. De heeren Tutein Nolthenius en Von Saher werden resp. tot voorzitter en secretaris benoemd. De directeur-generaal van den Land bouw brengt in de Staatsct. ter algemeene kennis, dat vanaf Zaterdag 19 December tot en met Maandag 28 December a.s. in het voermal ig archief gebouw, Plein 23, te 's Gra- vtnhage, van -10 uur v.m. tot 4 uur n.m., bezichtigd kunnen worden de antwoorden op de( prijsvraag voor het ontwerpen van goed- koope, eenvoudige en doelmatige slachthui zen zonder en met kunstmatige koelinrich- tingen Vuilnisverbranding. Hoe wel reeds in Mei 1907 door den directeur der stadsreiniging van Amsterdam, den heer A. de Groot, aan B. en W. was geadviseerd tot opheffing der Centrale Belt en tot ver branding der vuilnis, is tot nog toe de voor dracht van B. en W. daartoe niet versche nen. Het Hbld. verneemt als oorzaak daarvan het volgende De directeur der stadsreini ging wilde warmte door de verbranding van vuil verkregen productief maken met het opwekken van electrischen stroom. 300 tot 350 ton Ainsterdamsche vuilnis zijn da gelijks te verbranden, en daarmede is on geveer een stroom van 1500 paardekrachten op te wekken. Een stroom, geproduceerd tegen den goedkoopsten prijs, immers door kostelooze brandstof in plaats door dure steenkool te verkrijgen. Intüsschen is over dit punt een zeker mee- ningsverschil ontstaan met den directeur der Geineentel'ike Electriciteitswerken, die er tegen schijnt te zijn, dat ook aan een andere Centrale, i. c. aan de inrichting tot verbran ding der vuilnis te verbinden, stroom zou worden opgewekt. Vooral de capaciteit der groote Centrale, zoo juist verdubbeld, maakt „concurrentie" van een andere centrale min gewenscht. Tegenover deze redeneering handhaaft de directeur der Stadsreiniging natuurlijk zijn standpunt, dat de warmte der vuilnisver branding productief moet worden gemaakt. En dan ligt opwekking van electrischen stroom voor de hand. Verwacht mag worden dat ook op dit punt nu tot vuilverbran ding eenmaal is besloten spoedig over eenstemming zal zijn verkregen. De ophef fing der Belt is reeds lang een urgente zaak, en zeker kan het te betreuren vallen, in dien door meeningsverschil op een onderdeel de stagnatie voortduurde. Het blad kan nog mededeelen, dat bij vuilverbranding volgens het systeem Her- bertz van het overblijvende product (asch, slakken, sintels enz.) steenen worden ge maakt van superieure qualiteit, die ook bij den directeur van P. W. een goed onthaal hebben gevonden. Tot nu toe was het nadeel der vuilverbranding, dat men met de asch geen raad wist. Het systeem Herbertz, dat van de asch met de gegranuleerde slakken en gebluschte kalk steenen bakt, heeft ook hier de oplossing gebracht. Devogelmoorden door den Brandaris. Destijds heeft men een en ander kunnen lezen over de zwermen trek vogels, die den dood vinden door in het licht van den Terschellingschen vuurtoren, den „Brandaris" te vliegen. De heer Thysse is, zooals werd medege deeld, ter voorlichting van den minister naar Terschelling gezonden. Hij geeft van die „Octoberdagen en -nach- t:n op Terschelling" in zijn blad „De leven de natuur" eene beschrijving. Toen de heer Thysse met zijn gezelschap op het ruime platform van den toren was, kon hij goed waarnemen hoe de vogels in massa in 't licht vlogen en den dood er von den De heer Thysse schrijft o.a. Meer dan twee uur lang hebben we daar gestaan in de luwte van het lichthuis, vijf tig meter boven de zee. Het was er bitter en bitter koud, maar 't duurde lang, eer wij 't merkten, zoozeer werden wij geboeid door dezr ontzettende vogel-caroussel. Ze vlogen onophoudelijk om den toren heen, in een richting, tegenovergesteld aan die, waarin de lichtwieken zich bewogen. Deze gaan zuid, west, noord, oostde vogels kwamen bijna zonder uitzondering van de oostzijde, om door noord, west en zuid rond te gaan. Ze waren ten prooi aan de grootste agi tatie en trachtten de lichtstraal te ontwijken, d;e hen fascineerde. Ze gingen dan omhoog, omlaag, achteruit, maar eindigden toch met door den lichtbundel heen te vliegen, om bij de volgende dezelfde bewegingen te herhalen,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 2