als hij te veel geld gaat kosten, wel weg
sturen. wa. wij niet zoo gemakkelijk kunnen
en zullen doen.
De heer v. d. Koppel lk wil er wel f 100
van maken, ten minste oni het aan den se
cretaris te geven en niet aan dien jongen.
De heer van BeurdenGoed, steun het
voorstel Wil u het in omvraag brengen
De heer van Beurden Moet daar niet
over gestemd worden!
De VoorzitterGoed.
De heer van Beurdon t< den .eer Lee
man Wat
De Voorzitter Ik zaj de vergadering wel
leiden.
Bij meerendeel van stemmen wordt beslo
ten eersi het voorstel in mvraag te brengen
van den heer v d. Koppel. Buiten stemming
bleven de hecren Leemans en van Dalen.
Het voorstel van v. d. Koppel in omvraag
gebracht, wordt aangenomen De heeren Lee
mans en v. d. Pluijm blevei buiten stem
ming".
Niet dom bedacht van deze raadsleden
voor hun eigen beurs dan. Maar of Ged. Sta
ten zulk een verhooging van salaris voor
den secretaris en zulk een bezoldiging van
een klerk zullen goedkeur is een andere
vraag.
Een niet alledaagache gemeente
raadszitting.
Aan het Utrechtsche Dagblad ontlee-
nen wij hot hier onderstaande verslag van de
gisteren te Schalkwijk gehouden gemeente
raadszitting.
Wij hebben vandaag het genoegen ge
had een vergadering van den gemeenteraad
van Schalkwijk te inogen bijwonen. Ver
moedelijk is de raadszitting daar heden
voor het eerst door een verslaggever mede
gemaakt en wij kunnen niet anders zeg
gen dan dat het de moeite dubbel en dwars
heeft beloond. Men zal wel eens hebben ge
boord van de beroemd geworden zittingen
van den Sittardschen Gemeenteraaddie
vergaderingen, waarvan in de bladen door
gaans een uitvoerig overzicht verschijnt
vanwege de ongehoorde debatten die daar
tusschen de leden plegen te worden ge
voerd, die vergaderingen, waarvan dus iede
re krantenlezer wel eens iets heeft verno
men of gelezen, ze zijn heilig, vergeleken
bij hetgeen wij vandaag in den Raad van
Schalkwijk hebben beleefd. Het is ons ge
bleken dat de naam Klein Turkije" waar
mede sommigen het land van Schalkwijk
betitelen, niet ten onrechte wordt gedra
gen. Wij hadden hooren verluiden dat het
vandaag in den raad dezer gemeente wel
eens ongegeneerd zou kunnen toegaan en
spoorden er daarom vanmorgen naar toe
de leden, 7 in getal, hadden op de pers
blijkbaar niet gerekend, want onze komst
bracht eenige verwondering teweeg in het
achtbare college. De burgemeester, de heer
Kleinschmidt, was juist bezig voorlezing te
doen van een missive van Gedeputeerde
Staten waarin aan den Raad werd kennis
gegeven dat de begrooting voor 1909 niet
kon worden goedgekeurd, omdat de verhoo
gingen voor de onderwijzers niet onder de
uitgaven voor het onderwijs waren opgeno
men ;de Raad had, ondanks de voorschrif
ten omtrent het wettelijk minimum en de
bepalingen van de jongste wetswijziging
meer bekend onder det ,,wet van Rink", de
tractementsvermeerderingon voor het per
soneel der lagere school met souvereine min
achting geweigerd en gedecreteerd dat die
volstrekt niet noodzakelijk waren. Volgde
mitsdien een weigering van Gedeputeerden
om die begrooting goed te keuren. Daar
begon de zitting mee. een niets beduidend
preludium van wat er na dien nog moest
komen.
Aan de orde kwant het onderzoek naar
de geloofsbrieven van het nieuw gekozen
SchaNtwijksche raadslid Vernooijen. De
burgemeester verzocht aan een door drie le
den gevormde commissie zich met dat onder
zoek te willen bezighouden, heizij in de
raadszaal, als we daar in Schalkwijk van
mogen spreken, hetzij in een aangrenzend
vertrek. Maar daar hadden de heeren geen
trek in. En hiermede begon de pret. Eenige
raadsleden waren van oordeel dat de plaats
gehad hebbende verkiezing voor een lid van
den raad ongeldig moest worden verklaard,
omdat de ambtenaar ter secretarie aan kie
zers die ter stembus opkwamen, in den
gang van het gemeentehuis had gezegd
,,.Ie moet je stem uitbrengen op Vernooy-
en". Men meende dat dit bezwaar tegen
de geldigheid der verkiezing niet was ter
kennis gebracht van Gedeputeerden, anders
hadden die nooit de stemming kunnen
goedkeuren. De burgemeester ontkende per
tinent, dat de secretarie-ambtenaar zich aan
liet hem ten laste gelegde had schuldig ge
maakt. De Raad had bovendien deze quaes-
tie niet te verbinden aan de goedkeuring der
geloofsbrieven want tusschen beide zaken
bestond niet het minste verband. Het was
trouwens hoogst zonderling, dat de Raad
met deze verwijten aan kwam dragen. Wat
toch is er gebeurd! De fortwachter kwam
op liet gemeentehuis om te stemmen en
vroeg gekscherender wijze aan den bewus
te» ambtenaar,,Nou, zeg, op wien moet
ik stemmen!" De ambtenaar antwoordde
daarop Als je dat aan m ij vraagt, zeg
ik: Stem maar op Vernooyen". Iets anders
is er niet voorgevallen. Maar als de Raad
daar nu zoo'n bombarie over maakt, wat
zegt hij dan wel van het feit, dat een an
dere gemeonte-ambtenaar, het hoofd der
school, advertenties in de bladen zet om den
kiezers een anderen candidaat aan te bev^-
ven! En wat zegt de Raad dan wel van het
feit, dat oen der leden van het stembureau,
ook lid van den Raad, den kiezers die
stemmen komen, met een potlood den can
didaat aanwijst, waarop zij hun stem heb
ben uit te brengen. Als dit alles de goed
keuring van den Raad wegdraagt, dan mist
hij het recht om een aanmerking te maken
op een ambtenaar, die niets anders doet
dan met een der ingezetenen over de ver
kiezing praten. Dat is het burgerschaps
recht van dien man. Ik heb dit geval nooit
ernstig opgenomen, maar nu er zoo'n spec-
takel over wordt gemaakt, zullen we er na
der op ingaan.
Een raadslid: „Allemaal smoes
jes van jou, voorzitter, jij hebt hier de boel
in de war gestuurd en nu tracht je met een
lollig praatje het weer te redden, neen man,
we weten te goed wat er gebeurd is, het
doet er allemaal niets toe, wat je hier
kletst."
De burgemeester blijft onverstoorbaar
kalm en trekt aan het schelkoord. Ver
schijnt de gemeente-veldwachter.
De Burgemeester ,,Heb je
gehoord dat van Swets (de bewuste secre
tarie-ambtenaar) op den dag der verkiezing
in de gang heeft geroepen, wie de kiezers
moesten stemmen!"
De veldwachter: „Niets nie
mendal gehoord, mijnheer de burgemees
ter".
De burgemeester tot den Raad „Hebben
jullie 't gehoord!" Er schreeuwen drie of
vier raadsleden door elkaar, om te beweren
dat ze maling hebben aan den veldwach
ter.
Een roept er: „Maar wat zeg je
me n o u? Ik kan godorie bewijzen dat van
Swets de menschen de trap heeft opgeleid
naar de secretarie. Neen man, ik heb ge
tuigen en wat jij hier nu wil beweren, is
larie. Niks meer
Een ander: „Wij laten ons zoo
maar niet in de loeren leggen, 't Ts ge
woonweg schande wat hier is gebeurd.'
De burgemeester (altoos even
bedaard en kalm) „Dat zijn allemaal za
ken die buiten de eigenlijke quaestie om
gaanDe beschuldiging luidtdat van
Swets de menschen in de gang heeft toege
roepen op wie ze moesten stemmen. Dat nu
is onwaar gebleken. Als er nog andere din
gen waren gebeurd, dan had men dat aan
mij moeten zeggen, dan had ik het kunnen
onderzoeken. Het raadslid Miltenburg,
wien ik om nadere inlichtingen vroeg, ant
woordde mij op hoogst onbeschoften toon
„Dat gaat je geen bliksem aan.Ik begrijp
zeer goed dat men mij in deze vergadering
door een verrassing in moeilijkheden heeft
willen brengen, en daarom zoo geheimzin
nig was. Maar dan heeft men aan mij toch
den verkeerde.
De veldwachter „En i k zeg,
dat ik er een eed op wil doen, niets ge
hoord te hebben hier in den gang. Ik ben
er den heelen dag geweest en had 't dus
moeten hooren."
E e n s t e m „Hoe is het Gods mogelijk,
dat te zeggen't Is verdomme toch g e-
hoord!
Een raadslid „En i k zeg dan
maar, dat het gewoonweg schande is. De
burgemeester heeft door z'n praatjes de
heele gemeente in oproer gebracht. Ik zeg
nog eens, alsdat het een groote, een héél
groote schande is voor Schalkwijk. Ieder
een praat er over.
Een ander lid (tevens wethou
der) „We zijn nou toch aan den gang en
dan moet ik jou, burgemeester, eens vier
kant in 't gezicht zeggen, dat jij allervuil-
ste praatjes rondstrooit. Je vertelt me daar
aan de menschen op den dijk, dat ik gelde
lijke voordeeltjes heb van de gemeente, 't Is
God geklaagd. Bedoel je daarmee de
5000, die ik uit de gemeentekas heb ge
leend, met een dag opzeggens? God beter 't
man, daar heb ik nog niet zóóveel aan
verdiend. En wou j ij me dan zeggen dat
ik er voordeeltjes aan heb behaald! Hoe
krijg je 't in je hoofd, 't Is de gemeenste
lastertaal die er ooit is gehoord. God
zal je bewaren, ik zou niet geld van
de gemeente me hebben verrijktMet geld
dat je leent met één dag opzeggens is om
den bliksem niets te verdienen. Wil ik jou
eens wat zeggen, burgemeester! Je moest
je schamen die dingen uit te strooien. (De
spreker windt zich al meer en meer op). En
dat voor een man als de voorzitter! Bah,
hoor je het, bah'k Heb er godorie nog
geld op toe moeten geven I En dan weten
zelfs de schooljongens je te vertellen, dat
je met geld uit de gemeentekas winst maakt.
Dat i it er 6% mee verdien en aan de ge
meente maar 3 betaalGeen rooie cent heb
ik er mee verdiend. Dat doe je nou nog in
het voordeel van de gemeente en dan wil
zoo'n burgemeester vuile praat er van rond
strooien. Je kunt je centen terug krijgen,
hoor man. Onthoudt het, 31 December kom
i k met het geld en geef j ij me de stuk
ken terug. Afgeloopen. Ik verdom het, om
langer dat geld onder me te houden. Wat
een vuile lastertaal is me dat. En dat van
den voorzitter!"
Burgemeester (de bedaardheid zelf).
Trekt weer aan het schelkoord. Verschijnt
van Swets, de ambtenaar van de secretarie.
De man trilt van woede, zoodat het hekje,
dat groene tafel en tribune scheidt, heen en
weder schudt.
Van Swets antwoordt, op de desbetref
fende vraag des voorzitters, niets tegen de
kiezers op den stemdag te hebben gezegd.
Dan op eens buldert de man *egen den
Raad: ,,'t Is een schandaal, wat hier door
Vulto (de wethouder) is gedaan. Hij heeft
me verweten dat ik secretai ieg«-heimen ver
klap. Dat was nog niet genoeg. Toen moest
mijn godsdienstig leven er worden bijgehaald,
dat heeft men uitgeplozen, maar omdat er
niets op me was te zeggen, heeft men z'n
toevlucht genomen tot allerlei gemeene laag
heden. lk tart den heelen Raad één ding op
te noemen dat me kan vorden verweten
Een der raadsleden? ,,'k Heb
met die praatjes geen bliksem te maken. We
kennen jou, zeg, neen, maar
V a n Swets: „En ik Len jou en jullie
allemeaal'
Wethouder Vulto: .En jou kent
J-ecl Schalkwijk".
En weer een ander: ,,Ga nou
gauw heen, we weten immers allemaal wie
je bent".
Veldwachter en Van Swe s gaan heen.
Een raadslid: „Wat hebben we
nou toch aan zulke praatjes! We hebben
immers getuigen!"
Eenander: „Die is goed zeg, de veld
wachter -.egt niks gehoord te hebben, maar
van Swets zal in den gang niet zoo hebben
geschreeuwd als hij h 1 e deed.
Aan den anderen kant: „Neen,
daar zullen ze plezier van hebben, we. komen
met getuigen, hoor. En wat heb je dan te
zeggen, burgemeester!"
Een buurman: „G zoo, burgemees
ter dat gedonder in de gemeente moet nu
maar eens ophouden
Een ander: „Ja zeker, 't is gewoon
weg een schande, méér dan schande".
De burgemees. r: Wat willen nu
de heeren. De geloofsbrieven ,-ocd- of afkeu
ren? Ze hebben 't maar vcor t zeggen".
Geroep: „Laten we ze afkeuren. Dan
kunnen we de zaak eens op z'n kop zetten".
Een ander: ,,'t Is j.t een geschiedenis.
Gedeputeerden hebben van den rommel na
tuurlijk niets geweten
Een der leden: „Weet je wat, voor
zitter, schrijf jij maar aan Ut deputeerden
dat we 't niet doen. Dan ken je er meteen
bijzetten en w_a a r o m
De voorzitter Wannee.- de Raad
de geloofsbrieven niet goedkeurt, komt de
zaak van zelf bij Gedeputeerden'
E en stem: „Ik hou me aan die Gede
puteerden. Wat d i e willen, wil i k óók."
De voorzitter: „Als de heeren dan
nu maar stemmen willen".
Verschillende leden roepen;
„lk ben er vlak tegen"
Anderen: „Nooit goedkeuren, kan je
begrijpen".
De voorzitter: Dan mag ik dus
wel zeggen dat bij acclamatie besloten is de
notulen niet goed te keur n?"
Een der leden cot zijq collega)
„Nou, wat jij dan?"
Deaangesprokene. ,,'t Is mij om
het even".
De eerste: „Neen, waarachtig niet,
je zult j a zeggen of n e e n.
De tweede: „Nou, als ik dan toch
wat zeggen moet, laat me dan maar zeggen
keur ze goed'
Er wordt derhalve met op 1 i.a algemeene
stemmen besloten de gelocfshi'even niet
goed te keuren.
De voorzitter: ,De heeren moeten
dan zelf maar weten wat or van komt".
Eender leden: Wat er van komt?
Toch al licht wat beters dan j ij wil".
Eenander: „Niks geen smoesjes hoor,
't 's patent dat de boel niet is goedgekeurd.
Nou nog mooierwat er van komt...
Z'n buurman: „Wees nou maar stil,
je zult eens zien wat er gebeurd'
Een raadslid: „Zie zo nou heb
ben we nog iets anders. Daar zuilen we 't
ook eens effentjes over hebben. Met welk
recht mag van Swets aan vr -einden vertel
len, welke raadsleden er moeten aftreden?
Daar moet ik nou eens oen regelrecht ant
woord op hebben. Want dat het'ie gedaan,
neen, beslist gedaan"
De burgemees: or: „Maar man,
dat is inyners publiek!"
De vrager: „Wat publiek? Hoe
publiek?"
De bur ge meeste Dat kan je
lezen in de eerste de beste almanak."
Devrager: „Is dat waar?'
De burgemeester: „Als je 't wilt
Dzen, zal ik de Utrechtsche almanak even
laten komen".
De vrager: „Neen, tan is 't goed.
Dan heb 'k niks gezegd. Laat maar".
Een ander lid: „En t o c h is 't ge
weest om ons te donderen
De burgemeestex glimlacht even.
Een der loden: „Ja, lach maar.
Maar 't zal u i t zijn met die schande voor
Schalkwijk, 't Is je godöme een boel hier in
de gemeente".
Wethouder V ulto: „Maar om nog
eens even terug te komen op dat geld, bur
gemeester, ik herhaal het, ik verdom het, om
het langer te hebben. Je krij.i het terug
hoor, wat d e n k je wel met die lasterpraat!
Ik heb jou goddank niet n.iodig boor, en nog
veel minder dat geld van de gemeente, waar
ik geen bliksem mee heb verdiend. Die praat
jes van jou aangaande mij, zijn nog gemee-
ner dan de valsclite died. Alles alles
krijg je 31 December terug. Onthoudt den
dag maar. Maar ik zal 't er niet bij laten
zitten
Een ander: „Om drn dir.der niet, er
zijn nog rechters"
De voorzitter: Dan constateer ik
dus dat het geld 31 December weer dispo
nibel komt. Hoe willen de aeeren het dan
béleggen?''
E e n s t e m „Als 't maar veilig gebeurt.
Een ander: „En als er maar borgen
zijn".
De voorzitter: „Dan zou ik willen
voorstellen het te beleggen bij de Nutsspaar-
hank te Utrecht.".
Een raadslid: „Dat zou je wel wil
len. En wie zijn dan de bo.genf"
De voorzitter: Dat is een heel
solicde bank".
Eender leden: ,SoliedeI Soliede?
Geen enkele bank is souode Aan alle
kanten om je heen springen ze, in Amster
dam heb ik gehoord, dan weer in Arnhem,
ook al in Eindhoven, 'k Mo er niks niemen
dal van hebben. Borgen - en anders
niet".
Wethouder Vulto: „Maar nog
eens wat anders. Dat h'.urconii act van je
huis, burgemeester, hoe zit d a t nu? Ik
hoor je hebt 't voor 6 jaar gebuurd met een
jaar opzeggens. Maar ik heb nooit iets van
de verlenging van dien huur gehoord. Vertel
me eens, hoe gaat dat nu?"
Deburgemeeste- trekt aan 't schel
lekoord. Verschijnt Van Swets Krijgt de
opdracht huurcontract van de secretarie te
halen. Wordt bezorgd. Burgemeester leest
voor dat zijn huis voor een termijn van 15
jaar is gehuurd, met conditie van opzegging
van 1 jaar.
Wethouder Vuito: U at zeg je
me daar? 15 jaar? Onmogelijk. Dat moet 6
wezen. Wanneer is dat contract geschre
ven?"
De burgemeester: „T:en jaar ge
leden".
WethouderVulto: „Door wie is 't
geteekend?"
De burgemeest.er-. „Ook door den
wethouder Vulto".
Wethouder Vulto: „Dan heb je
er zeker nadien ;n veranderd
De burgemeeste (doodsbedaard)
„Pardon, dat is nooit gebeurd
Eenderleden: ,Tk blijf maar zeg
gen, alsdat het een schande is, méér dan
schande, alles wat er in gemeente onder
jouw burgemeesterschap gebeurd".
Een huurman: k fa i m'n ontslag
maar vragen, burgemeester, als ik jou was."
Een ander: .Dat rou 'k zeker maar
doen".
Een st :m- ,,'t Is het r»-ste dat zoo
iemand maar z'n biezen pakt"
Wethouder Vultc: „Heengaan is
het beste, iemand die z u k c praatjes rond
strooit
Een ander: „Zeker, dat is een schan
de voor Schalkwijk".
Wethouder Vui.f: „Maar om op
het ge'ld terug te komen, ..oe moet dat nu
voortaan belegd worden?"
Een der leden: „Donders jammer,
t was nou nel zoo goed 1 'leg°n
i! e n a n d e r „Houdt l et mrar, Vulto".
Wethouder Vult ,?k had een
go de gedachte, ho e niet het vJcld tc doen.
Als we t nou eensneen, 'k ben ook
eigenlijk bedonderd, dat ik er n.e nog mee
bemoei, 'k wil er ook eiger.».j!< geen bliksem
meer mee te maken hebben Allah, w eg met
dat gold. 'k Zeg niks heer. Als je goed
wi" doen, kriig je nog lasteroxawt van den
voorzitter,* 'k wil er geen inietei meer van
hooren. Uit er mee. Voor too d."
Een buur m a n „Maar hoe dan? Er
is zóo weinig veiligs tegenwoordig."
Eenderleden: ,VuHc, laat 't maar
b'j jou."
Wethouder V u 1 o Nou, goed
dan. lk zal 't weer houden. Maar dan alleen
op voorwaarde: met een half jaar opzeggens
van weerskanten
De burgemeester: „Heeft nog
een der leden iets voor 'leze vergadering?"
Een lid: „Ja, waar we 't straks al
even over hebben gehad. Over dat salaris
van Van Swets. Dat moet maar ingehouden
worden. Wat een gekheid om zoo'n ambte
naar langer in dienst te hebber."
Een ander: „Ja, dat vind ik óók,
dat salaris moeten we maar inhouden."
Een buurnii. n: „Late we 't maar
laten loopen. A's hij beterschap oeloofd, kan
hij blij.ven, laten we 't nog eens aanzien".
Aldus besloten. De vergadering is afgeloo
pen Burgemeester gaat heen.Goeden dag,
heeren.
Men ziet Schalkwijk gaat de roem van
Sittard overtreffen.
Het Nederl. Paardenstamboek.
Te Rotterdam is ie algemeene verga
dering gehouden, onder leiding van den heer
J. Breebaart Kzn., lid der Eerste Kamer.
In het jaarverslag wordt de overleden
secretaris, de heer H. F. Bultman te Haar
lemmermeer, in gevoelige orden herdacht.
Tot zijn opvolger is benoemd mej. J.
Laurman.
Het ledental is een weim;; voortuitgegaan
't bedraagt nu 1160, waarvan in N.-Holland
383, .Z-Holland 212, JN-Brabant 108, Zee
land 220 en in Overijsel 137. Ingeschreven
werden 34 hengsten, 147 mex-ries en 153
veulens. Voor de gewone uitgaven zijn de
financiën voldoende.
Medegedeeld werd dat de mmissie voor
reorganisatie van het Nederlandscli Paarden
stamboek is samengesteld uit de heeren K.
Breebaart Jzn. voor N.-Hf Hand, H. A. Neb-
bens Sterling voor Z.-Holland, A. M. Nele-
mans voor N.-Brabant, L J. Dorst voor
Zeeland en H. J. E. van Heek voor Over
ijsel.
De commissie is voornemens een geheel
nieuw, goed afgewerkt plan voor reorganisa
tie in te dienen, een afschrift me te zenden
aan alle afdeelingen, opdat die het in haar
vergaderingen bespreken kunnen e het daar
na in een algemeene vergadering te behan
delen. Omdat do tijd te kort wa om daar
mede gereed te komen .'oor deze vergade
ring, is het de bedoeling, het plan in de ver
gadering van 1909 of zoo mogelijk in een
buitengewone vergadering an d orde te
stellen.
De rekening en verantwoording werd goed
gekeurd. De ontvangsten bedroegen
f 1348,38, de uitgaven i 1242,96^ zoodat er
een voordeelig saldo is van i -*5,42.
Het voorstel om aan het hoofdbestuur
machtiging te verleenen ice e treden tot
de Koninklijke Nederl. Landbouwvereeniging
werd na eenige discussie aangenomen.
Hierna werd door den l.eer Wbaron van
Tuyll een bespreking gehouden over: „Af
keuring van dravershengsten". Spreker
noemde eenige voorbeelden waaruit bleek,
dat dravershengsten waren afgekeurd, die
zelf flinken gang hadden en wier afstamme
lingen groote vermaardhèid hebben gekregen
als harddravers.
Bij harddravers moet op afstamming en
bloed meer gelet worden cl. op het dier zelf.
Spreker gelooft, dat de commissies, die deze
paarden moeten keuren, dik- ijls zelf niet
voldoende op de hoogte zijn. Daarom wenscht
hij een speciale commissie voor de keuring
van dravershengsten en volbloedL engsten.
De heer Löhnis bracht in 't midden, dat
er bij de regeering een wetswiiziging in zake
de paardenfokkerij aanhangig is Het ont
werp is gereed en ook dit -int is daarin
opgenomen.
Hierna werd 't voorstel aangenomen.
Het voorstel om de kosten van inschrij
ving weder te bepalen op 1 per jaar, af te
dragen aan 't hoofdbestuur, werd aange
nomen.
Het volgende punt was <>en bespreking
door den heer A. M. Nelomaas van de vraag
„Is kruising van warmbloed merries met
koudbloedhengsten ter bevordenng van het
paardenras in Nederland gewensebt?"
Een bepaald besluit werd ovc-r deze zaak
niet genomen, doch de zaak zal eerst nader
besproken moeten worden in de provinciale
regelingscommissies
Bij de rondvraag merkte Noord-Holland
op, dat deze afdeeling gaarne een speciale
commissie zag voor de keuring van koud
bloedhengsten.
Dit voorstel werd aangehouden, omdat men
eerst het oordeel der genoemde regelings
commissie wilde afwachten.
Nadat hiermede de agenda was afgehan
deld, deelde de voorzitter mede. dat hij 1
Juli zijn functie zal neerleggen; zijn leef
tijd doet hem naar minder werk verlangen.
De heer Korteweg, Den Haag, sprak hier
na onder luide instemming van de verga
dering, woorden van dank tot d.em heer
Breebaart voor alles wat hij voor de paar
denfokkerij heeft gedaan.
De vergadering werd daarop gesloten.
Voederartikelen. Het cen-
traal-bureau uit het Nederlandsch Land-
bouwcomité voor het aanschaffen van land-
bouwbenoodigdheden voor geheel Nederland
dat sinds hare oprichting in 1900, hare
welkzaamheden voorloopig alleen bepaalde
tot den aankoop van hulpmeststoffen zal,
ingevolge het besluit van de in Augustus te
Apeldoorn gehouden algemeene vergadering,
met 1 Januari a.s. ook den aankoop van
voeder-artikelen ter hand nemen.
Het zal niet, zooals hoofdzakelijk geschiedt
bij de hulpmeststoffen, als importeur optre
den, doch als makelaar, en de gebruikelijke
provisie tot een minimum beperken. Aan den
import bleken groote bezwaren en te veel
risico verbonden te zijn. zoodat daaraan zon
der de dekking van een belangrijk reserve
fonds voor eventueele verliezen niet te den
ken valt.
Het centraal-bureau zal te beginnen
met Januari 1909 wekelijks aan de la'nd-
bouwvereenigingen eene prijsnoteering van
de meest courante voeder-artikelen zenden.
Te .Amsterdam is een vergadering
gehouden, waarin de heer Van den Bosch
mededeelde, dat reeds bij het comité van
actie in de afdeeling Kunstnijverheid op de
in 1910 te Brussel te houden tentoonstel
ling toezeggingen waren ingekomen voor
ru:m 800 M2. vloeroppervlakte en 250 M2.
wandoppervlak.
Een afdeelingscommissie voor deze aan
gelegenheid werd benoemd, bestaande uit de
heeren W. F. H. de BFécourt, directeur van
„De Woning" te Amsterdam; Jan Brom,
kunstdrijver en goudsmid te Utrecht; Nap.
Ie Grand, directeur van het Modelhuis te
Amsterdam I. M. Lob, directeur der pla
teelbakkerij De Distel te Amsterdam; I.
M. Pool, directeur van „Onder den St.
Maarten" te Haarlem; E. A. von Saher,
directeur der school voor kunstnijverheid te
Haarlem; R. P. J. Tutein Nolthenius, voor
zitter van het Departement Amsterdam der
Mij. van Nijverheid en H. J. M. Walen
kamp, architect te Amsterdam. De heeren
Tutein Nolthenius en Von Saher werden
resp. tot voorzitter en secretaris benoemd.
De directeur-generaal van den Land
bouw brengt in de Staatsct. ter algemeene
kennis, dat vanaf Zaterdag 19 December tot
en met Maandag 28 December a.s. in het
voermal ig archief gebouw, Plein 23, te 's Gra-
vtnhage, van -10 uur v.m. tot 4 uur n.m.,
bezichtigd kunnen worden de antwoorden op
de( prijsvraag voor het ontwerpen van goed-
koope, eenvoudige en doelmatige slachthui
zen zonder en met kunstmatige koelinrich-
tingen
Vuilnisverbranding. Hoe
wel reeds in Mei 1907 door den directeur
der stadsreiniging van Amsterdam, den heer
A. de Groot, aan B. en W. was geadviseerd
tot opheffing der Centrale Belt en tot ver
branding der vuilnis, is tot nog toe de voor
dracht van B. en W. daartoe niet versche
nen.
Het Hbld. verneemt als oorzaak daarvan
het volgende De directeur der stadsreini
ging wilde warmte door de verbranding
van vuil verkregen productief maken met
het opwekken van electrischen stroom. 300
tot 350 ton Ainsterdamsche vuilnis zijn da
gelijks te verbranden, en daarmede is on
geveer een stroom van 1500 paardekrachten
op te wekken. Een stroom, geproduceerd
tegen den goedkoopsten prijs, immers door
kostelooze brandstof in plaats door dure
steenkool te verkrijgen.
Intüsschen is over dit punt een zeker mee-
ningsverschil ontstaan met den directeur der
Geineentel'ike Electriciteitswerken, die er
tegen schijnt te zijn, dat ook aan een andere
Centrale, i. c. aan de inrichting tot verbran
ding der vuilnis te verbinden, stroom zou
worden opgewekt. Vooral de capaciteit der
groote Centrale, zoo juist verdubbeld, maakt
„concurrentie" van een andere centrale min
gewenscht.
Tegenover deze redeneering handhaaft de
directeur der Stadsreiniging natuurlijk zijn
standpunt, dat de warmte der vuilnisver
branding productief moet worden gemaakt.
En dan ligt opwekking van electrischen
stroom voor de hand. Verwacht mag worden
dat ook op dit punt nu tot vuilverbran
ding eenmaal is besloten spoedig over
eenstemming zal zijn verkregen. De ophef
fing der Belt is reeds lang een urgente zaak,
en zeker kan het te betreuren vallen, in
dien door meeningsverschil op een onderdeel
de stagnatie voortduurde.
Het blad kan nog mededeelen, dat bij
vuilverbranding volgens het systeem Her-
bertz van het overblijvende product (asch,
slakken, sintels enz.) steenen worden ge
maakt van superieure qualiteit, die ook bij
den directeur van P. W. een goed onthaal
hebben gevonden. Tot nu toe was het nadeel
der vuilverbranding, dat men met de asch
geen raad wist. Het systeem Herbertz, dat
van de asch met de gegranuleerde slakken
en gebluschte kalk steenen bakt, heeft ook
hier de oplossing gebracht.
Devogelmoorden door den
Brandaris. Destijds heeft men een en
ander kunnen lezen over de zwermen trek
vogels, die den dood vinden door in het licht
van den Terschellingschen vuurtoren, den
„Brandaris" te vliegen.
De heer Thysse is, zooals werd medege
deeld, ter voorlichting van den minister
naar Terschelling gezonden.
Hij geeft van die „Octoberdagen en -nach-
t:n op Terschelling" in zijn blad „De leven
de natuur" eene beschrijving.
Toen de heer Thysse met zijn gezelschap
op het ruime platform van den toren was,
kon hij goed waarnemen hoe de vogels in
massa in 't licht vlogen en den dood er von
den
De heer Thysse schrijft o.a.
Meer dan twee uur lang hebben we daar
gestaan in de luwte van het lichthuis, vijf
tig meter boven de zee. Het was er bitter en
bitter koud, maar 't duurde lang, eer wij
't merkten, zoozeer werden wij geboeid door
dezr ontzettende vogel-caroussel.
Ze vlogen onophoudelijk om den toren
heen, in een richting, tegenovergesteld aan
die, waarin de lichtwieken zich bewogen.
Deze gaan zuid, west, noord, oostde vogels
kwamen bijna zonder uitzondering van de
oostzijde, om door noord, west en zuid rond
te gaan.
Ze waren ten prooi aan de grootste agi
tatie en trachtten de lichtstraal te ontwijken,
d;e hen fascineerde. Ze gingen dan omhoog,
omlaag, achteruit, maar eindigden toch met
door den lichtbundel heen te vliegen, om bij
de volgende dezelfde bewegingen te herhalen,